VOOR HET EN
G 5 -07- 2006
PARiTAIR SUBCOMITE
VOOR HET EN
VAN HET GEWEST
Betreft : Collectieve wijziging van het pensioenplanreglement betreffende de volledige inkoop van de verleden diensttijd.
Tussen de Belgische Vereniging voor Stads- en Streekvervoer, die de werkgevers vertegenwoordigt, enerzijds,
en
de Algemene Centrale der Openbare de A.C.V.- Openbare Diensten en de Centrale der Vakbonden van
die de vertegenwoordigen, anderzijds,
wordt tijdens de zitting van het paritair subcomité voor het stads- en streekvervoer de 4
2006 volgende collectieve gesloten :
de tekst van het pensioenreglement, zoals laatst gewijzigd bij CAO van juli 2004, dient met ingang van 1 juli 2006, in punt als gelezen te worden :
"1.11. De dienstiaren
al en volledige maanden van onafgebroken dienst bij de als
tussen de van indiensttreding en de van uitdiensttreding bij de ondememing. Wordt ook als een volledige maand beschouwd, de maand van indiensttreding als deze indiensttreding gebeurt vôôr de van deze maand en de maand van uitdiensttreding indien deze uitdiensttreding zich situeert nà de van deze maand.
doorgebracht in het stelsel van halftijds brugpensioen (CAO 55), worden aanzien als volledige dienstjaren.
De dienstjaren worden beperkt 35. "
De tekst van het Pensioenplanreglement vanaf 1 juli 2006 gaat als bijlage. Mechelen, 4 april 2006
de B.V.G.S.S.V., Voor de A.C.V. - diensten
secretaris
Xxxxxx Xxxxxx
t
de
Xxxx Xxx Xxxxxxxx
adjunct-gewestsecretaris
GS06U46 CAO PPR vanaf 1 juli 2006
PENSIOENPLANREGLEMENT DE LIJN
Pensioenplanregfement 1 2006
INHOUDSTAFEL
Inleiding
Artikel | 1 | Definities | 3 |
Artikel | 2 | Voorwaarden | 6 |
Artikel | 3 | Bijdragen | 6 |
Artikel | 4 | Voordelen bij pensionering | 7 |
Artikel | 5 | De onthaalstructuur | 8 |
Artikel | 6 | Uitdiensttreding voor de pensionering | 8 |
Artikel | 7 | Verbeurdverklaring | 9 |
Artikel | 8 | Verplichtingen van het | 9 |
Artikel | 9 | Belastingen en andere volgens de wet voorziene betalingen | 10 |
Artikel | 10 | Maximale pensioenrechten | 10 |
Artikel | Wijziging of beëindiging van het Plan | 11 | |
Artikel | 12 | Verbreking van het evenwicht van het Pensioenfonds | 12 |
Artikel | 13 | 12 | |
Artikel | 14 | Voordelen bij overlijden | 12 |
Artikel | Invaliditeit | 13 | |
Artikel | 16 | Overdracht van uit een andere pensioeninstelling | 15 |
Overgangsbepalingen 16
Pensioenplanreglement 1 2006
REGLEMENT
Inleiding
De v.z.w. Pensioenfonds "DE werd opgericht in de aanvullende pensioenen te voorzien van de werknemers van de die met deze v.z.w. een
afsloot.
Het Plan, beheerd door de v.z.w., start op de hierna gedefinieerde of, indien
op de datum waarop het Koninklijk Besluit betreffende de toelating van dit Plan in het Belgisch Staatsblad verschenen is.
dit wordt de gebruikt voor beide Indien anders bedoeld wordt, dit uitdrukkelijk vermeld worden.
Artikel 1 : Definities
Bij de interpretatie van dit gelden de volgende definities :
1.1. Het Pensioenfonds :
Betekent de vereniging gekozen door de om de activa opgebouwd voorziening ter van de in het Plan voorziene verplichtingen te beheren. Deze vereniging is een v.z.w. en is genaamd het Pensioenfonds "DE LIJN". De raad van bestuur van deze v.z.w. wordt hierna de "raad"
1.2. De :
Betekent een of meerdere van de vennootschappen die een overeenkomst afsluiten of afgesloten hebben met de v.z.w. Pensioenfonds "DE LIJN" die bepaalt dat de aanvullende pensioenen van hun werknemers zullen gefinancierd worden via deze v.z.w.
1.3. Het Plan :
Betekent het pensioenplan, genaamd het pensioenplan "DE LIJN", ingevoerd door de ondememing ten voordele van zijn personeelsleden die aan de aansluitingsvoorwaarden beschreven in Artikel 2 voldoen.
Het :
Betekent het geheel van de bepalingen die het Plan met inbegrip van de wijzigingen of toevoegingen die van tijd tijd kunnen aangebracht worden.
1 2006
1.5. De :
Betekent een deeltijdse of voltijdse, of vrouwelijke, werknemer van de onder- de loontrekkende de weddetrekkende, met uitzondering van de sta-
giairs. Xxxxx eveneens beschouwd als werknemer, werknemer die zijn/haar activiteit stopgezet ten gevolge van invaliditeit.
1.6 Het (de
Betekent elke werknemer die voldoet en blijft voldoen aan de aansluitingsvoorwaarden gedefinieerd in Artikel 2 van het
Elke werknemer die ophoudt te voldoen aan deze aansluitingsvoorwaarden, lid blijven indien hij recht heeft op bepaalde voordelen van het Plan.
1.7. De normale pensioendatum :
Betekent de laatste dag van de die met of op deze waarin het lid de leeftijd van 65 jaar bereikt.
1.8. Het pensioensalaris :
Voor de arbeiders : x bruto uurloon verhoogd met : 12) x x uurloon, de per 1 met het compensatiebedrag
eindejaarstoelage vastgelegd bij CAO van 1 en met het compensatiebedrag ingevolge de vastgelegd bij C.A.O.
Voor de bedienden : x bruto overeenkomstig de baremaschalen per 1 januari, verhoogd met het compensatiebedrag eindejaarstoelage vastgelegd bij CAO van 1 december en met het compensatiebedrag ingevolge de arbeidsduurvermindering, vastgelegd bij C.A.O.
Indien een lid aangesloten wordt bij het Plan op een andere dan 1 januari, zal het pensioensalaris voor de de volgende 1 januari berekend worden op basis van de brutomaandwedde of uurloon op de datum van aansluiting.
1.9. Het plafond :
Betekent het maximum bedrag dat op 1 januari van het betrokken jaar in
genomen wordt voor de berekening van de toegekend door de Belgische Sociale Zekerheid voor werknemers.
1.10. De :
Betekent iedere persoon, die volgens het en ingevolge de aansluiting van een andere persoon, recht heeft op enig voordeel uit het plan.
1 2006
1.11. De dienstiaren :
Betekent al de jaren en volledige van onafgebroken dienst bij de
tussen de van indiensttreding en de van bij de onderneming. ook als een volledige de van indiensttreding als deze indiensttreding gebeurt de van deze maand en de maand van uitdiensttreding indien deze uitdiensttreding zich situeert né de van deze maand.
jaren, doorgebracht in het stelsel van brugpensioen (CAO 55), worden aanzien als volledige dienstjaren.
De dienstjaren worden beperkt 35.
1.12. personeel :
voordelen worden berekend op een jaarwedde aan %. De deeltijdse diensttijd wordt in in verhouding het percentage van de effectief gepresteerde arbeidstijd. De bijdrage wordt berekend op de deeltijdse jaarwedde.
1.13. Het Investeringsfonds :
Betekent de totale activa van het Pensioenfonds. Dit investeringsfonds is de
van de activa die opgebouwd worden door van stortingen van de bijdragen van de en van de onderneming, alsook van hun financieel rendement.
1.14. De rekening van het :
Betekent de rekening gespijsd met de in Artikel 3 van het beschreven verhoogd met een intrest van 4,75%.
1.15. De :
Betekent 01.01.1992.
1.16. De onthaalstructuur :
Betekent de door de onderneming onderschreven groepsverzekering met het oog op het ontvangen van de :
- van een nieuw lid, verworven bij een vorige werkgever, indien hij deze wenst over te brengen;
- verworven in dit Plan, met betrekking een uitdiensttreding, indien het lid deze keuze
Pensioenplanreglement 1 2006
Artikel 2 : Voorwaarden lidmaatschap
Bij de indiensttreding van een werknemer na de begindatum van het Plan, de werknemer verplicht worden van het Plan zodra hij aan de volgende voorwaarden voldoet :
- de werknemer een werknemer zijn zoals gedefinieerd in Artikel 1 ;
- de werknemer moet aangeworven zijn onder een van onbepaalde of van bepaalde duur van één jaar, al dan niet bereikt door één of op
elkaar aansluitende overeenkomsten;
- de werknemer mag de leeftijd van 65 jaar niet bereikt hebben op de datum dat hij bij het Plan kan aansluiten;
- de werknemer mag geen actief lid zijn van een ander pensioenplan of een statutair plan (uit- gezonderd Sociale dat pensioen -of analoge voordelen biedt aan werknemers van de onderneming van de V.V.M.-groep.
De aansluiting grijpt plaats op de eerste dag van de maand volgend op of samenvallend met de dag dat de werknemer aan de voorwaarden voor het eerst voldoet.
Artikel 3 : Bijdragen
Zolang de werknemer voldoet aan de voorwaarden lidmaatschap zoals bepaaid in Artikel 2 en geniet van een bezoldiging ingevolge daadwerkelijke uitoefening van beroepsactiviteiten, zal het lid bijdragen storten op zijn rekening.
De bijdragen worden vastgesteld :
3.1. van het lid
De is gelijk aan de volgende percentages respectievelijk toegepast op het gedeelte van het pensioensalaris beperkt het Plafond (SAL1) en het gedeelte van het pensioensalaris dat het Plafond overschrijdt (SAL2).
Onder het Plafond Boven het Plafond 0,5 % 3 %
hetzij
0,5 % SAL 1 + 3 % SAL 2.
3.2. Jaarliikse biidrage van de onderneming
met de actuaris wordt tussen de werkgever en het Pensioenfonds een vastgelegd die met de actuariële aanleiding
geven de geregelde bepaling van een werkgeversbijdrage die nodig is op
individuele basis de in dit voorziene uitkering te garanderen.
Hierbij wordt rekening gehouden met de activa die het investeringsfonds ter beschikking heeft.
Pensioenplanreglement 1 2006
3.3. van de biidragen
De werkgeversbijdrage is betaalbaar. De bijdrage is gelijk aan de jaarlijkse bijdrage gedeeld door 12.
De is maandelijks betaalbaar. De maandelijkse bijdrage is gelijk aan de jaarlijkse bijdrage gedeeld door 12.
De houdt de werknemersbijdrage in op de bezoldiging van de werknemer.
De onderneming de werknemersbijdrage op de rekening van het storten.
betalingen op het einde van de betrokken
geen kunnen de of de werkgeversbijdragen worden in het vermogen van de onderneming.
Artikel 4 : bij
4.1. Op de normale
= N/35 (7 % SAL1 + 70 % SAL2)
met N = de dienstjaren bepaald in
4.2. Op de normale pensioendatum na een van
Rentruste = N/35 (7 % + 70 % SAL2)
met N = de dienstjaren zoals bepaald in art. verhoogd met maximum 5 jaar het bereiken van de normale pensioendatum, beperkt 35.
Deze rustrente is, bij overlijden tijdens de van brugpensioen, onmiddellijk voor 2/3 overdraagbaar ten gunste van de overlevende echtgeno(o)t(e). Deze overgedragen rustrente kan onmiddellijk ontvangen worden onder de van een kapitaal.
4.3. vervroeging en voor zover de werknemer met pensioen gaat
De rustrente wordt berekend zoals voorzien in punt 4.1. maar zal per jaar vervroeging met 5 % (hetzij % per vervroeging) worden.
4.4. de pensioendatum heeft het lid de volgende opties van de voor- delen :
4.4.1. de rustrente ontvangen, die bij het overlijden van het lid in een overlevingspensioen van 2/3 ten gunste van de overlevende echtgeno(o)t(e) wordt. De
rustrente zal steeds aangepast worden aan de inflatie.
Pensioenplanreglement 1 2006
4.4.2. de rustrente ontvangen onder de vorm van een kapitaal. Dit kapitaal is gelijk aan de actuele waarde van de levenslange lijfrente berekend de actualisatieregels die in uitvoering van de wet van 9 zijn opgelegd voor de berekening van de op het ogenblik van de pensionering.
Artikel 5 : De onthaaistructuur
De onthaaistructuur neemt de vorm aan van een door de onderneming onderschreven
met bijhorend waarin de
bepalingen beschreven worden.
De onthaaistructuur heeft het ontvangen van de :
- van een lid, verworven bij een vorige werkgever, indien hij deze over te brengen;
- verworven in dit Plan, met betrekking een uitdiensttreding, indien het lid deze keuze
Binnen deze onthaaistructuur worden de ingebrachte geïnvesteerd als een inventariskoopsom, op basis van de op dat ogenblik bij de verzekeraar van kracht zijnde technische grondslagen. De gebruikte is kapitaal met terugbetaling van de bij overlijden" met 65 jaar als Het lid kan niet kiezen voor een andere verzekeringsvorm.
Artikel 6 : Uitdiensttreding voor de pensionering
Op de dat het lid de dienst van de onderneming zullen de werkgeversbijdrage en stopgezet worden.
De rechten van het lid zullen van de reden van uitdiensttreding bij de onderneming afhangen.
6.1. Indien het lid vrijwillig uit dienst treedt vôôr één jaar aansluiting zullen zijn verworven rechten bestaan in de teruggave van de werknemersbijdrage verhoogd met een samengestelde interest berekend aan 4,75% op de berekeningsdatum van de verworven rechten (t.t.z. de waarde van de rekening van het lid).
Na vereffening van het kapitaal het Pensioenfonds geen enkele verplichting hebben tegenover het lid, noch zijn begunstigden.
6.2. Indien het lid uit dienst treedt voor een andere reden dan in zullen zijn rechten als uitgestelde pensioenvoordelen bepaaid worden.
De rechten van het lid worden bepaaid als :
Rente = N/35 (7% SAL1 + 70%
met N = de dienstjaren zoals bepaaid in
Bij pensionering van het lid, kan hij kiezen tussen een rustrente of een kapitaal dat op dezelfde manier bepaaid wordt als het voor een een actief lid zoals beschreven in Artikel 4, punt 4.4.2.
1 juli 2006
De verworven die met de actuele waarde van de uitgestelde pensioenvoordelen wordt berekend de actualisatieregels die in
van de van 9 zijn opgelegd voor de berekening van de op het ogenblik van pensionering.
De verworven gelijk zijn aan de waarde van de rekening van het gedefinieerd in artikel 1.14.
Het lid heeft de volgende met betrekking zijn verworven
de verworven bij de pensioeninstelling zonder wijziging van de pensioentoezegging bij en zonder enige uitkering bij overlijden voor de pensionering.
ofwel de verworven overdragen naar de onthaalstructuur (zie artikel 5)
ofwel de verworven overdragen naar de pensioeninstelling van :
• ofwel de nieuwe werkgever met wie hij een arbeidsovereenkomst heeft gesloten, indien hij wordt aangesloten bij de pensioentoezegging van die werkgever;
• ofwel de nieuwe rechtspersoon waaronder de werkgever ressorteert met wie hij een arbeidsovereenkomst heeft gesloten, indien hij wordt aangesloten bij de pensioentoezegging van die rechtspersoon;
ofwel de verworven overdragen naar een pensioeninstelling die de totale winst onder de in verhouding hun verdeelt en de kosten beperkt volgens de regels vastgesteld door de Koning.
Na overdracht wordt het Pensioenfonds ontslagen van al haar verplichtingen ten opzichte van het lid en zijn begunstigden.
Artikel 7 : Verbeurdverklaring
7.1. Behalve zoals voorzien in het geen lid of begunstigde de voordelen die onder het Plan aan hem betaalbaar zijn, verkopen, ruilen of anders erover beschikken.
Indien een lid of begunstigde schikkingen overtreedt, zullen er geen verdere werkgeversbijdrage gestort worden. De voordelen van het lid worden dan berekend op basis van Artikel 6 waarbij de van uitdiensttreding vervangen wordt door de datum van het overtreden van deze schikkingen.
7.2. Indien een lid of begunstigde zijn voordelen onder dit Plan niet opeist binnen de vijf jaar nadat ze betaalbaar werden, zullen rechten vervallen en overgedragen worden, ten voordele van het Investeringsfonds van de onderneming.
Pensioenplanreglement 1 juli 2006
Artikel 8 : Verplichtingen van het
8.1. in de familietoestand
Het lid is verplicht de raad op de hoogte te van iedere verandering in zijn familietoestand, voor zover dat deze verandering zijn op voordelen van dit Plan beïnvloedt.
8.2.
Indien een lid gevraagd wordt een in te vullen, is hij verplicht dit te doen en het document zo aan de raad terug te bezorgen.
8.3. Andere informatie
De raad is gemachtigd document te vragen dat zij nodig acht om na te gaan of een recht op voordelen bestaat of blijft bestaan.
Indien aan deze verplichtingen niet voldaan wordt, kan de raad niet aansprakelijk verklaard worden voor de betaling van onjuiste en bij aanvraag te hoge uitkering terugbetaald worden aan het Pensioenfonds met de interest voorzien in de Belgische wetgeving.
Artikel 9 : Belastingen en andere volgens de wet voorziene betalingen
uitkeringen onder dit Plan zijn onderworpen aan de voorheffingen die door de Belgische wetgeving opgelegd worden op de van de betaling.
Indien het Pensioenfonds belastingen, sociale bijdragen of andere para-fiscale lasten op de voordelen van het Plan moet zullen deze van de voordelen voor de betaling afgetrokken worden.
Indien een overdracht naar een of een ander Pensioenfonds gebeurt, zullen eventuele premiebelastingen of andere bedragen die het Pensioenfonds moet betalen, afgetrokken worden van het transfereerbaar bedrag.
Artikel 10 : Maximale pensioenrechten
artikel 52, 3, B van het Wetboek van is de aftrekbaarheid van de werkgeverstoelagen aan het pensioenfonds slechts toegestaan indien het totale bedrag, uitgedrukt in jaarrente :
• van de pensioenvoordelen van dit plan, uitgedrukt in rente en geïndexeerd aan 2% en voor 80% overdraagbaar, en rekening houdend met een technische rentevoet van 4%,
• van het Belgisch wettelijk pensioen en
• van andere verworven buitenwettelijke pensioenen,
niet bedraagt dan het maximum bedrag zoals bepaald in art. 35 92.
Pensioenplanreglement 1 2006 10
Indien het maximum pensioen is opgebouwd, zullen de en werkgeversbijdrage proportioneel verlaagd worden, of zullen deze bijdragen stopgezet worden, zodat aan de voorzieningen van het Koninklijk Besluit voldaan is.
Artikel : Wijziging of beëindiging van het Plan
11.1
De werkgever het van de aangegane verbintenissen, ingeval een wijziging in de wetgeving gevolgen heeft voor het financieringsniveau van het fonds of in van een verandering in de dit wijzigen, stopzetten of de toepassing ervan opschorten. Een wijziging kan nooit een van de op het ogenblik van de wijziging reeds verworven
Vanaf het ogenblik dat de werkgever over een of comité voor preventie en op het werk dient voorafgaandelijk hun advies ingewonnen te worden.
De inspraak en beslissingsprocedure uiteengezet in de wet betreffende de aanvullende pensioenen van 28 2003 dienen gerespecteerd te worden.
11.2
Indien het plan beëindigd wordt voor of voor een groep van de de optie hebben :
Optie 1 : de verworven rechten van deze in het pensioenfonds te behouden.
De verworven rechten van de betrokken leden zullen na beëindiging van het plan in het investeringsfonds geïnvesteerd blijven en aan het onderworpen blijven.
Optie 2 : de waarde van de verworven rechten van deze leden naar een ander pensioenfonds of naar een groepsverzekering over te dragen.
Op de van beëindiging van het plan zal de waarde van de verworven rechten voor ieder berekend worden en aan het schriftelijk worden. De raad zal voorstellen
deze waarden over te dragen naar een ander pensioenfonds of naar een groepsverzekering na het advies van de actuaris en de goedkeuring van de Controledienst voor de Verzekeringen.
Indien de waarde van het investeringsfonds groter is dan het totaal van de verworven
van leden, zal een gedeelte van het verschil toegewezen worden aan deze leden voor wie het plan wordt stopgezet.
Het toegewezen gedeelte wordt : het positief verschil tussen de waarde van het investeringsfonds en het totaal van de verworven van de leden zal evenredig verdeeld worden in verhouding de verworven rechten van die betreffende leden.
Indien het plan voor leden wordt stopgezet en indien de onderneming optie 2 van dit artikel is het dat na uitvoering van deze optie de waarde van de rekening van de
onderneming nog positief is. dit geval zal dit overschot gebruikt worden om de waarde van de rekening van de leden te verhogen en evenredig te verdelen met de waarde van de verworven
Pensioenplanreglement 1 2006
Indien het plan voor wordt stopgezet of stopgezet werd, en indien er verbreking is van het evenwicht van het pensioenfonds en de onderneming geen herstelplan heeft opgesteld of de bijdragen gedefinieerd in het herstelplan niet binnen de gestelde stort, de onderneming optie 2 van dit artikel uitvoeren.
12 : Verbreking van het evenwicht van het Pensioenfonds
Indien het vermogen van het pensioenfonds niet voldoende is om de uitgestelde rechten en de lopende pensioenen te financieren, dient de werkgever bijkomende stortingen in het pensioenfonds te doen.
dit niet dan zal de werkgever aan de Controledienst voor de Verzekeringen een herstelplan voorleggen.
Indien de onderneming de gewenste bijdragen gedefinieerd in het herstelplan niet binnen de gestelde termijn stort aan het Pensioenfonds, kan het plan beëindigd worden.
Artikel 13 : Allerlei
13.1. Het volledig uit van het arbeidscontract van het bij de onderneming.
Een kopie van het kan, op eenvoudig verzoek, bij de werkgever verkregen worden.
13.2. Het Pensioenfonds, het Plan en het zijn onderworpen aan de Belgische wetgeving.
Indien er zich een situatie voordoet die niet voorzien is in dit zal de werkgever, met de Raad van Bestuur van het Pensioenfonds, een beslissing rekening
houdend met de bedoelingen van het Plan.
13.4. De verplichtingen van het Pensioenfonds zijn beperkt deze beschreven in het contract met de onderneming. Het Pensioenfonds kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor de vrijwaring van de rechten van de leden, indien de onderneming de bijdragen, bepaald door het niet betaalt.
13.5. De activa van het Pensioenfonds kunnen in geen overgeheveld worden naar de onderneming.
Artikel 14 : Voordelen bij overlijden
Bij het overlijden van een lid voor de zal een rente uitgekeerd worden aan de begunstigden hierna beschreven. Die rente zal inflatievast zijn.
1 2006 12
14.1. Voor de gehuwde (al dan met een persoon van het andere geslacht) verzekerden worden de volgende uitkeringen verzekerd :
Weduwen- of weduwnaarsrente :
2/3 van de rustrente bij
met N = de dienstjaren bepaald in en berekend de normale
Deze rente kan ontvangen worden onder de van een kapitaal.
14.2. Tijdelijke wezenrente : zij wordt per kind bepaald :
rente = 90,65 Euro per
Dit bedrag is de rente op 1 januari 2004; het wordt jaarlijks per 1 januari aangepast aan de index der
De rente wordt uitgekeerd aan de huidige en kinderen die fiscaal ten zijn van de werknemers of het gezin.
Zij is tijdelijk betaalbaar de verjaardag van het kind. Indien het kind verdere studies de uitbetaling maximaal de 25ste verjaardag geschieden. De rente wordt
verdubbeld bij overlijden van de langstlevende ouder.
De weduwen- of weduwnaarsrente kan in een eenmalige opgenomen worden. Dit kapitaal zal uitgekeerd worden aan de volgende begunstigden, en in de volgende orde :
- de echtgeno(o)t(e) van het op voorwaarde dat het op de van zijn overlijden niet uit de echt gescheiden was of gescheiden was van en bed; of bij ontstentenis,
- in gelijke aan de kinderen van het lid waarvan de gekend zijn door de raad op de datum van overlijden; of bij ontstentenis,
- de schriftelijk aangeduid door het lid; of bij ontstentenis,
- de ascendenten van het lid; of bij ontstentenis,
- de begunstigden van het lid, de Staat uitgesloten; of bij ontstentenis,
- het Investeringsfonds.
Indien het lid van bovenstaande volgorde wenst af te wijken hij dit doen door van een schriftelijke aanvraag verandering, gericht aan de raad.
Na betaling van het kapitaal, wordt het Pensioenfonds ontslagen van al zijn verplichtingen jegens de begunstigden.
De wezenrenten worden steeds uitgekeerd in renten ten van de begunstigde kinderen.
Ook bij overlijden van bruggepensioneerden of gepensioneerden worden, in wezenrenten toegekend.
Pensioenplanregfement 1 2006 13
Artikel 15 : Invaliditeit
De voorzieningen van het huidig Artikel zijn van toepassing op een lid dat aan de voorwaarden van het zoals bepaald in Artikel 2, voldoet op de dag dat zijn invaliditeit begint.
De werknemers tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst met een duur van dan één jaar, zullen voor de toepassing van dit artikel gelijkgesteld worden met werknemers tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur vanaf de eerste verlenging van de arbeidsovereenkomst waardoor de duur van één jaar wordt bereikt of overschreden.
Onder dit Artikel zal "invaliditeit" het volgende betekenen : een van de arbeidsgeschiktheid van de werknemer, rekening houdend met de wederaanpassing aan een beroepsbedrijvigheid die met zijn opleidingsniveau en aanleg strookt, zoals bevestigd door de raadgevende geneesheer van zijn mutualiteit.
15.1. Een lid dat invalide wordt voor zijn 65ste verjaardag zal lid blijven van het Plan voor wat betreft de opbouw van zijn pensioenrechten en de voordelen bij overlijden.
Gedurende de van invaliditeit zullen het pensioensalaris en het plafond, die in voege waren bij de aanvang van de invaliditeit, jaarlijks evolueren de index der consumptieprijzen.
Indien een lid slechts gedeeltelijk invalide is, werkt en een salaris ontvangt van de onderneming, zullen het pensioensalaris en het Plafond gelijk zijn aan het pensioensalaris en het Plafond dat zou gelden indien het lid het normale aantal uren zou werken. dit zal het lid zijn bijdragen blijven betalen deze zullen berekend worden op basis van het werkelijke salaris dat door de onderneming betaald wordt.
15.2. Bovendien genieten de werknemers een gewaarborgd
Tijdens de eerste 23 maanden van ongeschiktheid bij ziekte of ongeval van het privé-leven, na afloop van de van gewaarborgd maandloon.
Invaliditeitsrente = 10 % W1 + 70 % X0
X0 = het pensioensalaris, exclusief het compensatiebedrag ingevolge de arbeidsduurvermindering, begrensd de loongrens RIZIV
W2 = het gedeelte van het pensioensalaris, exclusief het compensatiebedrag ingevolge de arbeidsduurvermindering, dat de loongrens RIZIV over- schrijdt.
De invaliditeitsrente wordt uitgekeerd evenredig met de graad van ongeschiktheid zoals bepaald door de raadgevende geneesheer van de mutualiteit.
Na de van 24 maanden ononderbroken invaliditeit, te wijten aan een ziekte of ongeval in het privé-leven, geniet de werknemer een invaliditeitsrente gelijk aan:
Leeftijd Xxxxx Xxxxxxxx Rente
25 + 70%W2 45 + 70%W2
26 + 70%W2 46 + 70%W2
1 2006 14
27 11.30%W1+70%W2
28 11.45%W1+70%W2
29 + 70%W2
30 11.75%W1+70%W2
31 11.90%W1 +70%W2
32 12.05%W1 +70%W2
33 12.20%W1+70%W2
34 12.35%W1+70%W2
35 12.50%W1 +70%W2
36 + 70%W2
37 + 70%W2
38
39 13.78%W1+70%W2
40 14.10%W1 + 70%W2
41 14.42%W1 + 70%W2
42 14.74%W1 + 70%W2
43 15.06%W1 +70%W2
44 15.38%W1 + 70%W2
47 17.68%W1 +70%W2
48 18.67%W1+70%W2
49 + 70%W2
50 20.65%W1 +
51
52 22.63%W1 + 70%W2
53 23.62%W1 + 70%W2
54 %W1 + 70%W2
55 25.60%W1 + 70%W2
56 25.00%W1 + 70%W2
57 24.40%W1 + 70%W2
58 23.80%W1 + 70%W2
59 23.20%W1 + 70%W2
60 22.60%W1 + 70%W2
61 22.60%W1 + 70%W2
62 22.60%W1 + 70%W2
63 22.60%W1 + 70%W2
64 22.60%W1 + 70%W2
Indien het dit wenst, kan hij een invaliditeitskapitaal opvragen in plaats van een rente.
Het is dan gelijk aan: (200%W1 + 700%W2) x
met: W1 = het pensioensalaris begrensd de loongrens
W2 = het gedeelte van het pensioensalaris dat de loongrens RIZIV overschrijdt k = zo het lid jonger dan 55 jaar is
k = het aantal jaren te volbrengen leeftijd 65 vanaf het derde jaar van ononderbroken ongeschiktheid en ten vroegste vanaf leeftijd 55.
De invaliditeitsrente of het invaliditeitskapitaal wordt uitgekeerd evenredig met de graad van ongeschiktheid zoals bepaaid door de raadgevende geneesheer van de
Artikel : Overdracht van uit een andere pensioeninstelling
nieuw lid heeft recht de verworven opgebouwd bij de pensioeninstelling van een voorgaande werkgever, over te dragen naar dit plan.
De overgedragen wordt in de onthaaistructuur gestort (zie artikel 5).
De overdracht van dergelijke verworven geeft geen aanleiding een herberekening van de verworven prestaties die voortvloeien uit dit
1 2006 15
OVERGANGSBEPALINGEN
Voor de definitief in dienst bij de V.V.M. op 31.12.1991, gelden de
van de vroegere ingebracht in De Lijn, waarover volgende verduidelijkingen.
1. Werknemersbijdragen
De beperkt blijven 0,50 % van het pensioensalaris.
2. Dienstjaren voor de werknemers die opteren voor de regeling van het Pensioenplan "De Lijn"
Dienstjaren bij de vorige ex-N.M.V.B., en worden in voor het bepalen van de N/35.
3. Voordelen bij pensionering (geldig vanaf het bereiken van de leeftijd van 60 jaar).
De voordelen bepaald in artikel 4 niet te liggen dan de rusttoelage van (70 % SAL - TWP) N/35 (*) - PA, verhoogd met het kapitaal door de werknemersbijdrage.
(*) N/35 is, voor het vrouwelijk personeel van de ex-M.I.V.A., N/30.
De parameters SAL, TWP, N en PA zijn bepaald :
3.1. "TWP" of theoretisch wettelijk pensioen berekend aan het gezinspercentage
Dit bedrag wordt als volgt benaderd voor :
: de uitkering berekend door de Rijksdienst voor
pensioenen vervolledigd een loopbaan van 45 jaren;
: de uitkering door de Rijksdienst voor Werknemerspensioenen over- de werkelijke loopbaan;
: een van het wettelijk pensioen voor een volledige loopbaan, rekening houdend met het salaris dat in overeenstemming is met de
:
- salaris arbeiders : 12 x 161,2 x toepasselijk uurloon (berekening voor van het jaar)
- salaris bedienden :
. met een weddeschaal B22 en hoger : op basis van 22
. met een weddeschaal lager dan B22 : op basis van barema
1 2006 16
Berekeningswiize :
13 x aan inbegrepen) met uitzonde- ring van de globale (63,24 op 1.12.1991 -
tisch geïndexeerd) en de haard- en standplaatstoelage (berekening voor van het jaar en december x 2).
3.2. "SAL" voor de arbeiders
3.2.1. Ex-N.M.V.B.
1 934,40 x het huidig uurloon (*), verhoogd met de sociale zijnde :
* 247,89 Euro programmatie 1977 indexatie -
: 2.6.1977) per 1.1.1992 (index 1.12.1991) : 414,83 Euro
* Euro programmatie (automatische indexatie -
CAO . : 8.6.1978) per 1.1.1992 (index 1.12.1991) : 286,12 Euro
* 346,90 Euro programmatie 1992 (niet ge-
indexeerd - C.A.O. : 346,90 Euro
* compensatiebedrag voor arbeidsduurvermindering
(index: - jaarlijkse indexatie) : 239,54 Euro
* compensatiebedrag eindejaarstoelage
(index: 1.10.97 -jaarlijkse indexatie) : 123,95 Euro
(*) Huidig uurloon : d.i. het uurloon van de waarop betrokkene staat op het ogenblik van zijn opruststelling (brugpensioen, voortijdig op rust, langdurig ziek, opruststelling volgens flexibele pensioenleeftijd) aan de waarde van
die van toepassing zijn op het ogenblik dat met wettelijk rustpensioen vertrekt.
3.2.2.
1 934,40 uren x het huidig uurloon (*), verhoogd met de eindejaarstoelage, zijnde :
* 247,89 Euro programmatie 1977 (automatische indexatie -
CAO . : 7.4.1977) per 1.1.1992 (index 1.12.1991) : 414,83 Euro
* Euro programmatie (automatische indexatie -
C.A.O. : per (index ) : Euro
* 346,90 Euro programmatie 1992 (niet automatisch ge-
indexeerd - C.A.O. 29.4.1992) : 346,90 Euro
* compensatiebedrag voor arbeidsduurvermindering
(index: - jaarlijkse indexatie) : Euro
* compensatiebedrag eindejaarstoelage
(index: 1.10.97 -jaarlijkse indexatie) : 123,95 Euro
(*) Huidig uurloon : d.i. het uurloon van de barematrap waarop betrokkene staat op het ogenblik van zijn opruststelling (brugpensioen, voortijdig op rust, langdu- rig ziek, opruststelling volgens flexibele pensioenleeftijd) aan de waarde van barema's die van toepassing zijn op het ogenblik dat men met wettelijk rustpensioen vertrekt.
1 2006 17
3.3. "SAL" voor de bedienden
3.3.1. Ex-N.M.V.B.
12 x met de sociale zijnde :
* voor
(index: 1.10.97 - jaarlijkse indexatie) : 239,54 Euro compensatiebedrag eindejaarstoelage
(index: 1.10.97 -jaarlijkse indexatie) : Euro
3.3.2.
13 x maandwedde aan inbegrepen) met uitzondering van de globale (63,24 op 1.12.1991, geïndexeerd) en de of stand-
plaatstoelage (*) verhoogd met :
OF de voor het bediendenpersoneel, zijnde :
* 235,50 Euro programmatie 1974 indexatie -
CAO . : 13.12.1974) per 1.1.1992 (index 1.12.1991) : 471,05 Euro
* 43,38 Euro programmatie 1977 (automatische indexatie -
CAO . : per (index ) : 72,56 Euro
* 346,90 Euro programmatie 1992
(niet ge-indexeerd - C.A.O. 29.4.1992) : 346,90 Euro
* compensatiebedrag voor arbeidsduurvermindering
(index: 1.10.97 -jaarlijkse indexatie) : 239,54 Euro
* compensatiebedrag eindejaarstoelage
(index: 1.10.97 -jaarlijkse indexatie) : 123,95 Euro
(*) Indien een bediende van de op de leeftijd van 55 jaar of rede- nen onafhankelijk van zijn in een lagere geplaatst wordt, - in de mate door het Gewestelijk Paritair Comité voor bedienden vast te stellen - met zijn vroegere wedde rekening worden gehouden.
OF de eindejaarspremie voor het directiepersoneel zijnde :
* 91,72 Euro (niet geïndexeerd) : 91,72 Euro
* 346,90 Euro programmatie 1992 (niet automatisch ge-
indexeerd - C.A.O. : 346,90 Euro
* compensatiebedrag voor arbeidsduurvermindering
(index: - jaarlijkse indexatie) : 239,54 Euro
* compensatiebedrag eindejaarstoelage
(index: - jaarlijkse indexatie) : Euro
3.4. Jaren in te voor het berekenen van de
3.4.1. Diensten gepresteerd buiten de
Enkel diensten gepresteerd bij een of bij de N.M.V.B. en indien deze volbracht wordt na de indiensttreding, worden gelijkgesteld.
Pensioenplanreglement 1 2006 18
3.4.2.
De van twee jaar die verloopt vanaf de van het begin van de ziekte wordt gelijkgesteld met prestaties. De verdere van voortijdig O.R. - langdurig wordt gevaloriseerd op het ogenblik van de definitieve opruststelling bij het bereiken van de wettelijke pensioengerechtigde leeftijd.
de ex-N.M.V.B. betreft worden deze jaren gevaloriseerd, indien de leeftijd van 57 jaar bereikt, ofwel 34 jaar dienst heeft op het ogenblik van voortijdige opruststelling.
3.4.3. Jaren doorgebracht in brugpensioen - C.A.O.
(C.A.O. - punt 6 arbeiders en punt 5 bedienden :
"De jaren van conventioneel brugpensioen zullen voor maximum 5 jaar in de berekening van het aanvullend rustgeld (faktor N/35). Deze maatregel is van toepassing op de personeelsleden die op dit ogenblik (1988) met brugpensioen zijn en diegenen die het voor 1 januari zullen zijn".
3.4.4. Jaren doorgebracht in brugpensioen K.S.H..
3.4.5. De jaren waarvan hiervoor sprake worden berekend in aantal jaren en
dan 6 vervallen, 6 of worden één jaar aangerekend.
3.5. P.A.
Renten verworven met facultatieve stortingen door de Maatschappij gedaan ten voordele van belanghebbende of diens echtgenote (niet toegepast behalve voor de personeelsleden met groepsverzekering) en van toepassing voor
3.6. Het bedrag van het pensioensalaris, bepaald in de wordt aangepast aan het indexcijfer der Het perekwatiestelsel is eveneens van toepassing.
4. Voor het Directiepersoneel van de
Voor het gepensioneerde Directielid met de formule : (0,7 T - PL) n/35 - PA, waarin
T = de laatste van actieve dienst, inclusief de
gebonden Deze formule wordt eveneens toegepast ingeval van brugrust- pensioen of in van vervroegd pensioen vanaf 60 jaar.
Indien een bediende op de leeftijd van 55 of meer, redenen onafhanke-
van zijn in een lagere geplaatst wordt, - in de mate door het Gewestelijk Paritair Comité voor bedienden vast te stellen - met zijn vroe-
gere wedde rekening gehouden worden. wordt een van 91,72 Euro (niet geïndexeerd) met toepassing van de uitbetaald op het einde van het jaar.
1 2006 19
Andere eventuele aan de T bij C.A.O. bepaald zijn.
bij C.A.O. bepaald voor 1992, bedraagt
* Euro geïndexeerd) : Euro
* voor
(index: - jaarlijkse indexatie) : 239,54 Euro
* compensatiebedrag eindejaarstoelage
(index: 1.10.97 -jaarlijkse indexatie) : 123,95 Euro
PL = het jaarlijks wettelijk pensioen van een gehuwde bediende op 65 jaar of gelijkge- pensioen op 60 jaar, toelagen en wettelijke aanvullingen inbegrepen (met
uitzondering van het gewoon aanvullend vakantiegeld alsook de bijzondere bijslag op het vakantiegeld).
n = het aantal jaren werkelijke dienst in de met een maximum van
35 jaar. Ingeval prestatiejaren buiten de Maatschappij uitdrukkelijk zijn toegekend voor de bepaling van de factor n, worden deze gelijkgestelde jaren toegevoegd aan het aantal jaren effectieve dienst bij de Maatschappij.
De berekening van n gebeuren bepaald in punt 2.4. van de overgangs- maatregelen.
PA = renten verworven met facultatieve stortingen door de Maatschappij ten geno- ten voordele van het weddetrekkend personeelslid of diens echtgenote. Het
gaat hierbij uitsluitend stortingen voor de verzekering van een levensrente be- taalbaar vanaf 65 jaar, of ingeval van brugrustpensioen of vervroegd pensioen, vanaf 60 jaar, met overdraagbaarheid van de ten gunste van de weduwe.
Om te met de Directieleden die een groepsverzekering hebben onderschreven, kunnen de hierna bepaalde Directieleden (vanaf 29 en hoger) die niet van een groepsverzekering genieten, de persoonlijke bijdragen recupereren.
Deze bijdragen werden eind ingehouden op hun wedde voor het aanvullend pensioen van de Maatschappij.
Parallel worden de renten van de polissen betreffende het rust- en overlevingspensioen voor bedienden die werden afgesloten en met 30 juni 1969, niet in gebracht. Vanaf 1 werd het van toepassing voor toekenning van toelagen aan het op pensioen gesteld weddetrekkend personeel van de
Om geen aanleiding te geven zal een van de betrokken Directieleden worden gevoegd in bijlage met :
- de van de aangesloten Directieleden aan de groepsverzekering die ge- pensioneerd zullen zijn na 1 oktober 1982;
- de namen van de Directieleden die 1 oktober bijdragen aan de Maatschappij hebben gestort met van deze bijdragen.
1 juli 2006 20
5. Voordelen bij invaliditeit voor
Zo de invaliditeitsrente tijdens de eerste 23 maanden van economische ongeschiktheid bij ziekte of ongeval van het privéleven, na afloop van de van gewaarborgd
dan de aanvullende ziektevergoeding berekend op basis van het belastbaar zal de werknemer de hoogste uitkering genieten.
6. Voordelen bij invaliditeit voor de
Zo bij omzetting van het invaliditeitskapitaal naar een tijdelijke lijfrente overeenkomstig de gunstigste verkrijgbaar bij een in België toegelaten
die rente lager ligt dan de invaliditeitsuitkering berekend aan 1% per dienstjaar van het salaris, met een maximum van 25%, dan de werknemer de hoogste rente-uitkering genieten. De beperking van 25% niet indien
bij het begin van de (na 2 jaar ziekte), de leeftijd van 57 bereikt of 34 jaar dienst
7. Voordelen bij invaliditeit voor het van de
Bij minimum 10 jaar dienst en bij een arbeidsongeschiktheid van dan 2 jaar, wordt de belastbare wedde verder uitgekeerd, met aftrek van de gezinsvergoeding, uitgekeerd door de mutualiteit.
8. Zo een werknemer opteert voor de voordelen zoals hierboven beschreven zal de uitkering steeds onder de van rente geschieden met uitsluiting van enige kapitaalsuitkering.
1 2006 21
BIJLAGE 1
BIJLAGE HET "REGLEMENT VOOR TOEKENNING VAN TOELAGEN AAN HET OP PENSIOEN GESTELD WEDDETREKKEND PERSONEEL - DIRECTIEPERSONEEL" VAN DE M.I.V.G. op 01.01.1989.
Namen van de aangesloten Directieleden aan de groepsverzekering die gepensioneerd zijn of zullen zijn na :
XXXXXXX Xxxxxx xxxxxxxx op XXXXX Xxxxxx xxxxxxxx XXXXXXXXXXX Xxxxxxx xxxxxxxx op XXXXXXXXX Xxxxxx
XXXXXXX Xxxxxxx xxxxxxxx op XXXXXXXX Xxxxxx. xxxxxxxx op
op 31.05.1989.
Nadien aan de groepsverzekering DE XXXX Xxxxxxx
Pensioenplanreglement 1 2006 22
BIJLAGE 2
BIJLAGE BU HET "REGLEMENT VOOR TOELAGEN AAN HET OP PENSIOEN GESTELD WEDDETREKKEND PERSONEEL - DIRECTIEPERSONEEL" VAN DE M.I.V.G. op 01.01.1989.
Namen van de aangesloten Directieieden die bijdragen aan de Maatschappij heb-
ben gestort met van deze bijdragen :
Ingehouden bijdragen (te actualiseren op van pensioen)
DE Xxxxxx
XXXXXXX
XXXXX Xxxxxx
pensioen op pensioen op
pensioen op 01.04.1999
6.075,20 Euro
2.401,89 Euro
4.459,28 Euro
1 2006 23