STICHTING OPENBAAR ONDERWIJS ZWOLLE EN REGIO
MANAGEMENTSTATUUT OOZ
STICHTING OPENBAAR ONDERWIJS ZWOLLE EN REGIO
INHOUDSOPGAVE
Artikel 2 Vaststelling en wijziging van het managementstatuut 5
2.1. Bevoegdheid tot vaststelling 5
2.3. Advies GMR’en 5
2.4. Advies schooldirecteuren 5
2.5. Beschikbaarheid managementstatuut en toezending Inspectie 5
Artikel 3 Raad van Toezicht (rvt) 5
3.1. Taken en bevoegdheden rvt 5
3.2. Besluiten van het cvb die voorafgaande goedkeuring van de rvt vereisen 6
Artikel 4 College van Bestuur (cvb) 6
Artikel 6 Directeuren Support en business controller 8
Artikel 7 Externe vertegenwoordiging (procuratie / volmacht) 8
Artikel 8 Ondermandaat / subvolmacht 8
8.1. Ondermandaat voor uit de wet voortvloeiende taken en bevoegdheden 8
8.2. Subvolmacht voor externe vertegenwoordiging 9
Artikel 9 Intrekken / overrulen van besluiten 9
Artikel 10 (Meerjaren)begroting 9
Bijlage 1 Taken en bevoegdheden volgens sectorwetgeving Bijlage 2 Overzicht procuratie
In dit managementstatuut gelden de volgende definities:
Aanbesteding | Europese aanbestedingsprocedures en vergelijkbare nationale procedures |
Accountant | De accountant als bedoeld in artikel 2:393 lid 1 BW |
Adjunct-directeur | Een adjunct-directeur van een school als bedoeld in de wet |
(Meerjaren)begroting | De (meerjaren)begroting van OOZ |
Bestuur | Het college van bestuur als bedoeld in artikel 2:292 lid 1 BW en de statuten zijnde |
Bestuursverslag | Het bestuursverslag van een school als bedoeld in artikel 157 Wec, artikel 171 Wpo of artikel 103 Wvo zijnde een bestuursverslag als bedoeld in artikel 2:391 BW waarin de Code wordt vermeld en ten minste verantwoording wordt afgelegd over de afwijkingen van die Code. Al dan niet als onderdeel van bestuursverslag voor OOZ als geheel. |
Betalingen | Betalingen door of namens OOZ |
Bevoegd Gezag | Het bevoegd gezag als bedoeld in de wet met betrekking tot de scholen |
Business controller | De persoon met de functie van business controller |
Code | De door OOZ op grond van de statuten gehanteerde code goed bestuur als bedoeld in artikel 157 Wec, artikel 171 Wpo of artikel 103 Wvo. |
cvb | Het college van bestuur als bedoeld in artikel 2:292 lid 1 BW en de statuten zijnde het bestuur als bedoeld in de Wec, Wpo en Wvo |
Deelbegroting | Een deelbegroting voor een of meerdere scholen |
Directeur | Een directeur als bedoeld in de wet of een persoon die is belast met managementtaken met betrekking tot een school of scholen als bedoeld in de Wec, Wpo en Wvo |
Directeur bedrijfsvoering | De persoon met de functie van directeur of manager die verantwoordelijk is voor bedrijfsvoering & informatiemanagement |
Directeuren Support | De directeur bedrijfsvoering en de directeur HR |
Directeur HR | De persoon met de functie van directeur of manager die verantwoordelijk is voor HR |
GMR PO | De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad voor de scholen Wpo |
GMR SO | De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad voor de scholen Wec |
GMR VO | De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad voor de scholen Wvo |
GMR’en | De GMR PO, de GMR SO en de GMR VO tezamen |
Inspectie | De inspectie als bedoeld in de wet |
Jaarplan | Het jaarplan van OOZ als bedoeld in de statuten |
Jaarrekening | De jaarrekening van een school als bedoeld in artikel 157 Wec, artikel 171 Wpo of artikel 103 Wvo zijn een jaarrekening als bedoeld in artikel 2:361 BW met daarbij ingevolge het derde lid vast te stellen bijlagen. Al dan niet als onderdeel van de jaarrekening van OOZ als geheel |
Jaarverslag | Het jaarverslag van een school als bedoeld in artikel 157 Wec, artikel 171 Wpo of artikel 103 Wvo minimaal bevattende een bestuursverslag een jaarverslag en overige gegevens als bedoeld in artikel 2:392 BW. Al dan niet als onderdeel van de jaarrekening van OOZ als geheel |
Kaderbrief | De in het kader van het opstellen van de begroting door het cvb op te stellen kaderbrief |
P&C-cyclus | De binnen OOZ geldende planning- en controlcyclus |
Managementstatuut | Dit managementstatuut, zijnde een managementstatuut als bedoeld in artikel 31 Wec, artikel 31 Wpo en artikel 32c Wvo. |
Medezeggenschapsorganen | De GMR’en van OOZ en de MR van iedere school |
MR | Een medezeggenschapsraad van een school |
OOZ | De stichting ‘Stichting Openbaar Onderwijs Zwolle en Regio’, statutair gevestigd te Zwolle, kantoorhoudende aan de Xxxxx 00, 0000XX Xxxxxx, ingeschreven in het handelsregister onder nummer 56004028 |
Persoon | Een medewerker van OOZ |
Personeel | Personeel als bedoeld in de wet |
Rvt | De raad van toezicht van OOZ als bedoeld in de statuten zijnde de interne toezichthouder als bedoeld in de Wec, Wpo en Wvo. |
School | Een school Wec, school Wpo of school Wvo |
Schooldirecteur | Een schooldirecteur Wec, Wpo en Wvo |
Schooldirecteur Wpo | Een directeur van een school Wpo |
Schooldirecteur Wvo | Een directeur van een school Wvo |
Schooldirecteur Wec | Een directeur van een school Wec |
Schooljaar | Een schooljaar als bedoeld in de wet |
Schoolplan | Het schoolplan als bedoeld in artikel 21 Wec, artikel 12 Wpo en artikel 24 Wvo, |
School Wec | Een door OOZ in stand gehouden school als bedoeld in de Wec |
School Wpo | Een door OOZ in stand gehouden school als bedoeld in de Wpo |
School Wvo | Een door OOZ in stand gehouden school als bedoeld in de Wvo |
Statuten | De statuten van OOZ zoals deze op enig moment gelden |
Strategisch Beleidsplan | Het strategisch meerjarenplan van OOZ als bedoeld in artikel 28i lid 1 sub a Wec, 24e1 lid 1 sub a Wvo en 17c lid 1 sub a Wpo |
Treasurystatuut | Het op enig moment geldende treasurystatuut en/of treasurybeleid binnen OOZ |
Verplichtingen | Verplichtingen (waaronder subsidie- of investeringsverplichtingen), contracten/overeenkomsten, bestedingen / investeringen en/of andere rechtshandelingen |
Wet | Wec, Wpo en/of Wvo |
Wet- en Regelgeving | alle wetten, verordeningen of andere rechtstreeks bindende regelgeving |
Wec | wet op de Expertisecentra |
WMS | wet medezeggenschap scholen |
Wpo | wet op het primair onderwijs |
Wvo | wet op het voortgezet onderwijs |
Artikel 2 Vaststelling en wijziging van het managementstatuut
2.1. Bevoegdheid tot vaststelling
2.1.1. Het cvb stelt het managementstatuut en de daarbij behorende bijlagen en wijzigingen daarvan vast.
2.2. Goedkeuring rvt
2.2.1. Vaststelling van dit managementstatuut en de daarbij behorende bijlagen en wijzigingen daarvan vereisen de voorafgaande goedkeuring van de rvt.
2.2.2. Zonder de voorafgaande goedkeuring van de rvt is dit managementstatuut, of een wijziging daarvan, niet geldig.
2.3. Advies GMR’en
2.3.1. Voor vaststelling van dit managementstatuut en wijzigingen daarvan wordt overeenkomstig de
WMS advies gevraagd aan de GMR’en.
2.4. Advies schooldirecteuren
2.4.1. Voorafgaand aan het vaststellen van dit managementstatuut of wijzigingen daarvan stelt het cvb alle schooldirecteuren in de gelegenheid advies uit te brengen over het conceptmanagementstatuut.
2.4.2. Het cvb is gerechtigd om het advies niet of niet geheel op te volgen.
2.4.3. Het cvb zal alle schooldirecteuren zo spoedig mogelijk informeren over het definitieve besluit.
2.5. Beschikbaarheid managementstatuut en toezending Inspectie
2.5.1. Het cvb draagt ervoor zorg dat het managementstatuut en elke wijziging daarvan zo spoedig mogelijk na vaststelling:
a) worden gepubliceerd op het intranet van OOZ;
b) ter kennisneming aan de Inspectie worden verzonden.
Artikel 3 Raad van Toezicht (rvt)
3.1. Taken en bevoegdheden rvt
3.1.1. De taken en bevoegdheden van de rvt zijn zodanig dat de rvt een deugdelijk en onafhankelijk intern toezicht kan uitoefenen.
3.1.2. De rvt heeft tot taak integraal toezicht te houden op de verwezenlijking van de doelstelling van OOZ, het beleid van het cvb en op de algemene gang van zaken binnen OOZ en de door OOZ in stand gehouden scholen.
3.1.3. De rvt ziet onder meer toe op de:
(a) naleving van wet- en regelgeving (waaronder de uit de wet voortvloeiende verplichtingen), de code, de statuten en dit managementstatuut.
(b) rechtmatige verwerving en de doelmatige en rechtmatige aanwending van de middelen van de scholen verkregen op grond van de wet.
3.1.4. De rvt staat het cvb met raad terzijde, fungeert als klankbord en kan het cvb gevraagd en ongevraagd adviseren.
3.1.5. De rvt legt jaarlijks verantwoording af over de uitvoering van zijn taken en de uitoefening van zijn bevoegdheden in het jaarverslag.
3.1.6. De rvt wijst overeenkomstig de wet de accountant aan.
3.1.7. De rvt overlegt minimaal 2 maal per jaar met de GMR’en.
3.2. Besluiten van het cvb die voorafgaande goedkeuring van de rvt vereisen
3.2.1. De volgende besluiten van het cvb vereisen voorafgaande goedkeuring van de rvt:
(a) het vaststellen van de bestuursvisie, het strategisch beleidsplan, het jaarplan en de bijbehorende (meerjaren)begroting;
(b) het vaststellen van het bestuursverslag en het jaarverslag. Deze goedkeuring wordt niet verleend voordat de rvt kennis heeft genomen van de bevindingen van de accountant;
(c) het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij OOZ zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt, ongeacht de waarde van een dergelijke overeenkomst;
(d) het aangaan van Verplichtingen en het doen van betalingen die niet zijn voorzien in een vastgestelde begroting en die de volgende bedragen te boven gaan:
(i) € 1.000.000: subsidieverplichtingen;
(ii) € 125.000: alle overige verplichtingen en betalingen.
(e) het aangaan, wijzigen en verbreken van een duurzame samenwerking met een andere rechtspersoon of organisatie als die samenwerking van ingrijpende betekenis is voor OOZ;
(f) het verkrijgen, wijzigen of beëindigen van een deelneming of zeggenschap in een andere rechtspersoon en het oprichten van een andere rechtspersoon;
(g) het aanvragen van faillissement en surseance van betaling van OOZ;
(h) het vaststellen en wijzigen van reglementen als bedoeld in de statuten;
(i) (het aanvaarden van) een bestuursoverdracht, samenvoeging of splitsing van een school en het opheffen van een school;
(j) het wijzigen van de statuten en juridische fusie, splitsing of ontbinding van OOZ waaronder begrepen de bestemming van het batig saldo;
(k) het verrichten van andere handelingen dan hiervoor vermeld, waardoor OOZ langer wordt verbonden dan voor de duur van twee jaren en die niet zijn voorzien in een vastgestelde begroting;
(l) Het vaststellen van een algemene procuratieregeling/mandateringsregeling.
3.2.2. Als de in het voorgaande artikel genoemde besluiten geheel of gedeeltelijk door het cvb zijn gemandateerd dient het verzoek tot goedkeuring en eventuele andere contacten over deze besluiten altijd via het cvb te verlopen.
Artikel 4 College van bestuur (cvb)
4.1. Het cvb heeft de algemene eindverantwoordelijkheid voor de instandhouding van de scholen, de kwaliteit van het onderwijs en de bedrijfsvoering.
4.2. Het cvb oefent de taken en bevoegdheden uit die aan het cvb toekomen op grond van de wet, de statuten en dit managementstatuut. Aan het cvb komen alle taken en bevoegdheden toe, die toekomen aan en zijn toebedeeld aan het bevoegd gezag die niet bij of krachtens wet- of
regelgeving, de statuten en/of dit managementstatuut aan anderen zijn toebedeeld of opgedragen.
4.3. Het cvb draagt onder meer zorg voor de:
(a) naleving van wet- en regelgeving (waaronder de uit de wet voortvloeiende verplichtingen), de code, de statuten en dit managementstatuut.
(b) rechtmatige verwerving en de doelmatige en rechtmatige aanwending van de middelen van de scholen verkregen op grond van de wet.
4.4. Het cvb besluit onder meer over:
(a) de instandhouding van de scholen waaronder begrepen is de fusie, de opheffing, de bestuurlijke overdracht, de wijziging van de grondslag en de verhuizing van de scholen;
(b) het vaststellen van het schoolplan;
(c) het verwijderen van leerlingen.
4.5. Het cvb legt jaarlijks verantwoording af over de uitvoering van zijn taken en de uitoefening van zijn bevoegdheden in het jaarverslag.
4.6. Het cvb onderhoudt de contacten met de GMR’en en draagt ervoor zorg dat waar dat op grond van de WMS is vereist de betrokken GMR tijdig wordt geïnformeerd over en/of betrokken bij de besluitvorming.
5.1. Schooldirecteuren oefenen de taken uit en hebben de bevoegdheden die bij of krachtens de wet, dit managementstatuut, het HR-beleid of een specifiek schriftelijk mandaat van het cvb aan de schooldirecteur zijn toegekend.
5.2. Schooldirecteuren zijn uitsluitend nadat een specifiek schriftelijk mandaat door het cvb is verleend, bevoegd tot besluiten die zien op het verkrijgen, bezwaren en vervreemden van registergoederen.
5.3. Schooldirecteuren zijn belast met de dagelijkse leiding van een of meerdere scholen.
5.4. De schooldirecteur:
(a) is belast met de zorg voor de organisatie en de kwaliteit van het onderwijs;
(b) stelt het schoolplan en de deelbegroting op;
(c) beheert de door het cvb toegekende formatieve en financiële middelen en doet daartoe uitgaven voor zover deze binnen de vastgestelde begroting en dit managementstatuut zijn toegestaan;
(d) geeft leiding aan het personeel en draagt er zorg voor dat met de individuele personeelsleden ambitie-, reflectie- en waarderingsgesprekken worden gevoerd;
(e) onderhoudt de contacten met de leerlingen en hun ouders;
(f) is bevoegd tot het schorsen van leerlingen;
(g) voert overleg met de MR van/voor de school of scholen waarvan hij/zij schooldirecteur is.
5.5. De schooldirecteur is bevoegd om OOZ te vertegenwoordigen bij het aangaan van Verplichtingen en het doen van Betalingen voor zover het aangelegenheden betreft van een school of scholen waarvan hij/zij schooldirecteur is en:
(a) die zijn voorzien in de vastgestelde begroting en een bedrag van € 15.000 niet
te boven gaan; of
(b) die niet zijn voorzien in de vastgestelde begroting en een bedrag van € 5.000
niet te boven gaan.
Als sprake is van een meerjarige Verplichting wordt voor wat betreft de toepassing van de hiervoor genoemde bedragen de totale waarde van de Verplichting over de gehele looptijd van de Verplichting toegerekend aan het kalenderjaar waarin de Verplichting wordt aangegaan.
Artikel 6 Directeuren Support en business controller
6.1. De directeuren Support en de business controller oefenen de taken uit en hebben de bevoegdheden die bij of krachtens de wet, dit managementstatuut, het HR-beleid of een specifiek schriftelijk mandaat van het cvb aan deze functionarissen zijn toegekend.
6.2. De directeuren Support en de business controller initiëren en begeleiden aanbestedingen, onderhouden het contact met de partij die eventueel namens OOZ de aanbesteding begeleidt en sturen deze partij aan.
6.3. De directeuren Support en de business controller zijn uitsluitend nadat daarvoor een specifiek schriftelijk mandaat door het cvb is verleend bevoegd tot het nemen van en communiceren van een voorlopige gunningsbeslissing en/of definitieve gunningsbeslissing met betrekking tot een aanbesteding.
6.4. De directeuren Support en de business controller zijn uitsluitend nadat een specifiek schriftelijk mandaat door het cvb is verleend bevoegd tot besluiten die zien op het verkrijgen, bezwaren en vervreemden van registergoederen.
6.5. De directeuren Support zijn bevoegd om OOZ te vertegenwoordigen bij het aangaan van verplichtingen en het doen van betalingen voor zover die zien op de algemene organisatie van OOZ en
(a) die zijn voorzien in de vastgestelde begroting en een bedrag van € 15.000 niet te boven gaan; of
(b) die niet zijn voorzien in de vastgestelde begroting en een bedrag van € 5.000 niet te
boven gaan.
Als sprake is van een meerjarige verplichting wordt voor wat betreft de toepassing van de hiervoor genoemde bedragen de totale waarde van de verplichting over de gehele looptijd van de verplichting toegerekend aan het kalenderjaar waarin de verplichting wordt aangegaan.
6.6. De business controller:
(a) heeft de taken en bevoegdheden die zijn beschreven in het treasurystatuut.
(b) is bevoegd om in opdracht van het cvb betalingen te verrichten.
Artikel 7 Externe vertegenwoordiging (procuratie / volmacht)
7.1. Personeel, waaronder de schooldirecteuren en directeuren Support en de business ontroller, zijn uitsluitend bevoegd om OOZ in en buiten rechte te vertegenwoordigen en namens OOZ verplichtingen aan te gaan en betalingen te verrichten voor zover dat uit dit managementstatuut volgt.
7.2. Personeel is niet bevoegd om OOZ in rechte te vertegenwoordigen zonder specifieke volmacht van het cvb.
7.3. Het cvb kan in aanvulling op de bepalingen van dit managementstatuut een bijzondere/specifieke volmacht / procuratie toekennen. Een dergelijke volmacht / procuratie dient schriftelijk te worden vastgelegd.
Artikel 8 Ondermandaat / subvolmacht
8.1. Ondermandaat voor uit de wet voortvloeiende taken en bevoegdheden.
8.1.1. Een schooldirecteur kan voor wat betreft een school een of meerdere subvolmachten verstrekken aan personeel dat werkzaam is ten behoeve van de betreffende school.
8.1.2 Een schooldirecteur kan aan een adjunct-directeur of een ander lid van het personeel, binnen zijn eigen mandaat, schriftelijk ondermandaat verlenen ten aanzien van voor de directeur uit de wet of uit dit managementstatuut voorvloeiende taken en bevoegdheden.
8.2 Subvolmacht voor externe vertegenwoordiging
8.2.1. Een schooldirecteur kan voor wat betreft een school een of meerdere subvolmachten verstrekken aan personeel dat werkzaam is ten behoeve van de betreffende school.
8.2.2. Een directeur Support kan voor wat betreft de algemene organisatie van OOZ een of meerdere subvolmachten verstrekken aan personeel dat werkzaam is voor de algemene organisatie van OOZ.
8.2.3. Een door een schooldirecteur of directeur Support te verstrekken subvolmacht is altijd beperkt tot de omvang van de bevoegdheid van de betreffende schooldirecteur of directeur Support.
Artikel 9 Intrekken / overrulen van besluiten
9.1. Het cvb kan besluiten en/of maatregelen van een schooldirecteur, een directeur Support of een ander die, al dan niet op grond van dit managementstatuut, een mandaat hebben verkregen te allen tijde geheel of gedeeltelijk intrekken. Daarbij geldt dat als voor het
betreffende besluit voorafgaande goedkeuring van de rvt nodig is die goedkeuring ook voor het intrekken daarvan is vereist.
9.2. Een verkregen (onder-)mandaat geldt niet voor zover dit ertoe zou leiden dat een ingetrokken besluit zonder voorafgaande goedkeuring van het cvb nogmaals genomen zou worden.
Artikel 10 (Meerjaren)begroting
10.1. Het cvb stelt ieder kalenderjaar een (meerjaren)begroting op en stelt iedere vier kalenderjaren een strategisch beleidsplan op.
10.2. De schooldirecteuren stellen ieder kalenderjaar een deelbegroting op voor de school of scholen waarvan zij schooldirecteur zijn. De deelbegroting wordt opgesteld binnen de kaders die in de kaderbrief zijn gesteld.
10.3. Het cvb betrekt de deelbegrotingen bij het opstellen van de (meerjaren)begroting. Als het cvb in de jaarverslagbegroting wil afwijken van de voorgestelde deelbegroting treedt het cvb daarover in overleg met de betreffende schooldirecteur. Na dat overleg besluit het cvb of daadwerkelijk van de voorgestelde deelbegroting wordt afgeweken of niet.
10.4. Zolang een jaarverslagbegroting en/of het strategisch beleidsplan niet door de rvt zijn vastgesteld geldt de laatst vastgestelde jaarverslagbegroting en/of het laatst vastgestelde strategisch beleidsplan.
10.5. Zodra een jaarverslagbegroting en/of strategisch beleidsplan door de rvt is goedgekeurd en door het cvb is vastgesteld vervalt de vorige jaarverslagbegroting en/of het vorige strategisch beleidsplan.
10.6. Het cvb en de rvt dragen er zorg voor dat bij het opstellen en vaststellen van de jaarverslagbegroting en het strategisch beleidsplan de WMS wordt nageleefd en dat waar dat op grond van de WMS is vereist de GMR’en tijdig worden geïnformeerd over en/of betrokken bij de besluitvorming.
11.1. De schooldirecteur stelt het schoolplan op.
11.2. Het door de schooldirecteur opgestelde schoolplan wordt ter vaststelling aan het cvb voorgelegd. Het cvb gaat daarbij uit van het door de schooldirecteur opgestelde
schoolplan, tenzij het cvb aanleiding ziet om daarvan af te wijken. In dat geval treedt het cvb in overleg met de schooldirecteur over de door het cvb gewenste wijzigingen alvorens te besluiten over de vaststelling van het (gewijzigde) schoolplan.
11.3. De schooldirecteur draagt er zorg voor dat bij het vaststellen van ieder schoolplan de
WMS wordt nageleefd en dat waar dat op grond van de WMS is vereist het betrokken Medezeggenschapsorgaan tijdig wordt geïnformeerd over en/of betrokken bij de besluitvorming.
12.1. De schooldirecteuren en de directeuren Support informeren het cvb – overeenkomstig de door het cvb vastgestelde richtlijnen en de P&C-cyclus – over het verloop van en de resultaten van het gevoerde beleid op hun school.
13.1. Binnen twee jaar na de inwerkingtreding van dit managementstatuut zullen de rvt en het cvb de werking van dit managementstatuut evalueren en waar nodig aanpassen.
14.1. Dit managementstatuut treedt voor het eerst in werking op de dag volgend op de dag, waarop dit managementstatuut door het cvb is vastgesteld én door de rvt is goedgekeurd.
14.2. Een tussentijdse wijziging van het managementstatuut treedt in werking op de dag volgend op de dag, waarop dit managementstatuut door het cvb is vastgesteld én door de rvt is goedgekeurd.
14.3. De bijlagen bij dit managementstatuut (bijlage 1 taken en bevoegdheden volgens sectorwetgeving en bijlage 2 overzicht procuratie) maken daarvan een integraal onderdeel uit. In gevallen waarin sprake is van strijdigheid tussen de wet of de statuten en dit managementstatuut prevaleert de wet respectievelijk prevaleren de statuten. In gevallen waarin sprake is van strijdigheid tussen de inhoud van dit managementstatuut en een bijlage daarbij prevaleert dit managementstatuut. In gevallen waarin sprake is van strijdigheid tussen bijlagen bij dit managementstatuut prevaleert de bijlage met het laagste nummer.
14.4. In gevallen waarin dit managementstatuut niet voorziet, beslist het cvb.
14.5 Het managementstatuut is vastgesteld door het college van bestuur van OOZ op 7 juni 2022, goedkeuring van de rvt d.d. 17 mei 2022. Het managementstatuut treedt in werking per 8 juni 2022 en vervangt alle eerdere versie van het managementstatuut.