Versie 2
Sociaal medische indicatie kinderopvang Oude IJsselstreek
Versie 2
Regeling Sociaal medische indicatie gemeente Oude IJsselstreek
Inleiding
Werkende ouders hebben recht op de kinderopvangtoeslag van de belastingdienst om de kinderopvangkosten gedeeltelijk te dekken. De kinderopvangtoeslag is een financiële tegemoetkoming voor de kinderopvangkosten en wordt door de belastingdienst uitgekeerd. Om in aanmerking te komen voor deze toeslag dienen ouders aan een aantal voorwaarden te voldoen. De belangrijkste voorwaarde is dat u, en indien u een toeslagpartner hebt, allebei werkt of een traject naar werk of een opleiding volgt óf de inburgeringscursus volgt. Indien u niet aan deze voorwaarde voldoet vervalt het recht op de kinderopvangtoeslag in ieder geval.
Er zijn gezinnen of alleenstaande ouders, die als gevolg van sociaal-medische redenen, geen of beperkt recht hebben op kinderopvangtoeslag. Bijvoorbeeld als één van de ouders werkt, en de andere ouder om sociale of gezondheidsredenen tijdelijk niet in staat is om de kinderen op te vangen. Voor deze gezinssituaties kan aanspraak worden gemaakt op de regeling sociaal medische indicatie kinderopvang (SMI). Het doel van deze regeling is om kinderen, die als gevolg van de thuissituatie een ontwikkelingsachterstand dreigen op te lopen, te ondersteunen en de ouder tijdelijk te ontlasten. De SMI regeling biedt deze ouders tijdelijk een financiële tegemoetkoming in de kinderopvangkosten.
Sinds de inwerkingtreding van de Wet Kinderopvang (Wko), zijn gemeenten verantwoordelijk voor de sociaal medische indicatie en Kinderopvang. De wet kinderopvang is wettelijk verankerd maar het ministerie van SZW heeft besloten de sociaal medische indicatie niet wettelijk te verankeren. Dit geeft gemeenten de ruimte om deze regeling zelf in te vullen en op te nemen in hun beleidsregels en/of verordeningen.
Artikel 1. Doel van de sociaal-medische regeling kinderopvang
De sociaal medische regeling heeft 2 doelen; het ontlasten van ouders met een handicap of chronische ziekte (1) en het ondersteunen van kinderen die als gevolg van de thuissituatie een ontwikkelingsachterstand dreigen op te lopen en voor wie kinderopvang een (tijdelijke) oplossing kan zijn (2).
Artikel 2. Doelgroep
Deze regeling is van toepassing op (een) ouder(s)/verzorger(s) die volgens de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens woonachtig (is) zijn in de gemeente Oude IJsselstreek, en:
a. die tot de categorie personen behoort met een lichamelijke, zintuiglijke, verstandelijke of psychische beperking en voor wie op advies van een zorgverlener ( o.a. huisarts, specialist) is vastgesteld dat een of meer van deze beperkingen kinderopvang noodzakelijk maken, of
b. ten aanzien van wie door de zorgverlener is vastgesteld dat kinderopvang in het belang van een goede en gezonde ontwikkeling van dat kind noodzakelijk is, of
c. indien de noodzaak voor kinderopvang blijkt uit (andere) stukken van een huisarts en/of andere instelling ( bijvoorbeeld het consultatiebureau), dan is er geen aanvullend advies nodig van een zorgverlener en
d. het kind is niet ouder dan 12 jaar
Artikel 3. Wie komen niet in aanmerking voor de SMI regeling
Inwoners waarvan de gezinsproblematiek op grond van andere bepalingen of wetgeving opgelost kan worden, zoals:
- wanneer ouders behoren tot één van de andere doelgroepen onder de Wet kinderopvang
- wanneer voorzieningen gefinancierd worden uit de AWBZ (bijvoorbeeld dagcentra, medisch kinderdagverblijf);
- wanneer ouders/kind persoonsgebonden budget ontvangen i.k.v. dagbesteding
- wanneer er ernstige problematiek is waardoor voorzieningen in het kader van jeugdzorg van belang zijn;
- wanneer ouders gebruik maken van informele opvang (opvang door opa/oma)
- wanneer beide ouders werken waardoor kinderopvang ongeacht problematiek van ouder of kind al noodzakelijk is (deze ouders vallen onder de Wet kinderopvang). Dit geldt ook voor een éénoudergezin waarvan de ouder werkt.
- Ouders met een inkomen hoger dan 110% van het wettelijk minimum inkomen.
Artikel 4. Bijdrage gemeente en ouders in de kosten van kinderopvang
De doelgroep sociaal medisch geïndiceerde heeft in tegenstelling tot de andere doelgroepen bij de Wet kinderopvang geen recht op een tegemoetkoming via de belastingdienst (kinderopvangtoeslag). De gemeente neemt als het ware de plaats van de belastingdienst in voor deze doelgroep. De bijdrage van de gemeente wordt berekend op basis van het inkomen van deze ouders en de landelijk vastgestelde maximale uurtarieven voor kinderopvang van het desbetreffende jaar vastgesteld door de belastingdienst. Mocht de kostprijs van de kinderopvangaanbieder lager zijn dan de vastgestelde maximum uurtarief van de belastingdienst, dan zal deze lagere kostprijs worden gehanteerd.
Ouders betalen daarnaast een inkomensafhankelijke eigen bijdrage; de ouderbijdrage. De ouderbijdrage wordt vastgesteld op basis van de berekening kinderopvangtoeslag van de belastingdienst van het desbetreffende jaar.
De reden om aan ouders een eigen bijdrage te vragen in de kosten van de kinderopvang zijn:
- In veel situaties waar de overheid diensten aanbiedt en meefinanciert wordt van burgers in het algemeen een eigen bijdrage gevraagd, omdat zij er in meer of mindere mate profijt van hebben;
- Een eigen bijdrage verhoogt het kostenbewustzijn en hierdoor wordt er een prikkel ingebouwd om het gebruik van kinderopvang te beperken en zo de kosten te kunnen beheersen.
- De ouderbijdrage wordt gelijk getrokken met de landelijke regeling voor mensen zonder sociale en/of medische beperkingen.
Artikel 5. Voorwaarden indicatie
Om voor de tegemoetkoming financieringskosten kinderopvang SMI in aanmerking te komen moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
• Ouders hebben een gezamenlijk inkomen tot max 110% van het wettelijk minimum inkomen en,
• de betrokken ouder behoort tot de categorie personen met een lichamelijke, zintuiglijke, verstandelijke of psychische beperking , en
• er is vastgesteld dat de veiligheid van het kind in het geding is, of
• er is vastgesteld dat kinderopvang in het belang van een goede en gezonde ontwikkeling van het betreffende kind noodzakelijk is, of
• er is vastgesteld dat er sprake is van een crisissituatie waardoor de ouder tijdelijk niet in staat is de verzorging of betaling van de opvang op zich te nemen, of
• de noodzaak voor kinderopvang blijkt uit andere stukken van een huisarts of andere instellingen voor zover die een sociaal of medisch oordeel kunnen vormen over de ouder, en
• de WMO-consulent beoordeelt of er een SMI noodzakelijk is, voor welke omvang en voor welke duur en geeft hier een indicatie voor af nadat het dossier compleet is, en
• bij de berekening van de gemeentelijke vergoeding, de landelijk vastgestelde maximale uurtarieven van de opvang conform de berekening kinderopvangtoeslag door de belastingdienst hanteert, en
• de opvang plaats vindt in een kindercentrum of bij een gastouder die in het LRK (landelijke registratie kinderopvang, xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx)) is geregistreerd.
Artikel 6. Hoogte en duur van de indicatie
De gemeente stelt een aantal voorwaarden:
- De periode waarop iemand aanspraak kan maken is maximaal 1 jaar. De eerste indicatie heeft een geldigheidsduur van 6 maanden. Indien noodzakelijk en nodig kan de indicatie met 6 maanden worden verlengd.
- Het aantal uren wordt vastgesteld op max 24 uur per week te verdelen over meerdere dagdelen.
- De financiële tegemoetkoming geldt zolang de regeling van kracht is
Artikel 7. Hardheidsclausule
Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van hetgeen in artikel 6 is bepaald, indien toepassing van dit artikel tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Artikel 8. Aanvraag
1. Om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in de kosten kinderopvang op basis van SMI wordt er een aanvraag voor een tegemoetkoming gedaan bij het College.
2. Een aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang kan worden gedaan door Laborijn, Sensire, Yunio, GGD of WMO-consulent van de gemeente en bevat ten minste:
a. naam, adres en Burgerservicenummer van de ouder;
b. indien van toepassing: naam en Burgerservicenummer van de partner en, indien dit een ander adres is dan het adres van de ouder: het adres van de partner;
c. naam, geboortedatum en Burgerservicenummer van het kind of de kinderen waarop de aangevraagde tegemoetkoming betrekking heeft;
d. een verklaring van een zorgverlener (bijvoorbeeld een huisarts) bijgevoegd te worden. Uit die verklaring moet blijken dat de zorg voor de kinderen niet op te brengen is zonder (aanvullende) opvang in een kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang of gastouderbureau.
e. een offerte of contract van het kindercentrum of gastouderbureau dat de kinderopvang gaat verzorgen waarin in ieder geval wordt aangegeven: het aantal uren kinderopvang per kind, de kostprijs per uur en de aanvangsdatum van de opvang;
f. Recente kopieën van de loonstroken / uitkeringsspecificaties van de aanvrager en partner bijgevoegd worden. Daaruit moet blijken dat de aanvrager niet behoort tot één van de doelgroepen onder de Wet kinderopvang. Op basis van deze informatie kan de hoogte van de gemeentelijke bijdrage worden vastgesteld
g. overige gegevens die het college nodig acht om te kunnen besluiten over de aanvraag van de tegemoetkoming.
h. de geldigheidsduur van de indicatie wordt bepaald door een consulent (jeugd).
Artikel 9. Vervolgacties na honorering van de aanvraag
Als de aanvraag door de gemeente is gehonoreerd, sluiten de ouders/verzorgers een contract af met een geregistreerde kinderopvangorganisatie. Op grond van het contract kinderopvang en de berekening kinderopvangtoeslag van de belastingdienst stelt de gemeente Oude IJsselstreek de maandelijkse bijdrage kinderopvang vast. De bijdrage wordt rechtstreeks aan de kinderopvangorganisatie uitgekeerd op basis van ingediende facturen.
Artikel 10. Slotbepalingen
1. Deze regeling treedt in werking per 1 januari 2020
2. overgangsregeling: huidige indicaties lopen door. Her-indicaties en nieuwe aanvragen op basis van gewijzigde beleidsregels behandelen.
3. Deze regeling kan worden aangehaald als “beleidsregels sociaal medische indicatie gemeente Oude IJsselstreek”.
Toelichting
Algemeen
De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de Wet kinderopvang gemeente Ode IJsselstreek ligt bij het team Welzijn en Onderwijs. De beleidsdocumenten GOAB en peuterregeling OIJ regelen de vaststelling van de tegemoetkoming aan ouders die behoren tot de groep personen als bedoeld in artikel 22 van de Wet kinderopvang.
Bij de invoering van de Wet kinderopvang is artikel 23 niet in werking getreden. Dit artikel zou er voor zorgen dat mensen met een sociaal medische problematiek ook onder de werking van de Wet kinderopvang zouden vallen. Op dit moment is artikel 23 nog altijd niet in werking getreden en het is niet de verwachting dat dit nog gaat gebeuren. Omdat de groep die op sociaal medische redenen kinderopvang nodig heeft toch vaak een kwetsbare groep is, wil de gemeente met deze regeling de lacune in de Wet kinderopvang opvullen.
In de gemeente Oude IJsselstreek werken wij met een regeling SMI die, aanvragen ingediend voor een tegemoetkoming in de kosten van de kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie, tegemoet komt op grond van een vrijgemaakt budget uit de bijzondere bijstand.
Hoewel voor de vergoeding kosten kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie een aparte regeling moet worden getroffen, omdat deze doelgroep nog niet onder de Wet kinderopvang (Wko) valt, en de kinderen uit een situatie moeten die de ontwikkeling begrenst hebben wij gekozen om hier een aparte regeling voor te treffen in de vorm van een financiële tegemoetkoming in de kinderopvangkosten. Op dit moment is het niet meer de verwachting dat de tegemoetkoming voor de kosten van kinderopvang ten behoeve van deze doelgroep alsnog onder de Wet kinderopvang gaat plaatsvinden. Deze regeling kunnen we daarom in principe voor onbepaalde tijd inzetten.
De sociaal medische indicatie
Een ouder(s)/verzorger(s) kan een vergoeding voor de kosten van kinderopvang ontvangen als vast staat dat het om sociaal en/of medische redenen noodzakelijk is dat (en in welke mate) gebruik wordt of gaat worden gemaakt van kinderopvang. De sociaal medische redenen zijn bij de ouder/verzorger aanwezig.
Voorliggende voorziening
Als er sprake is van een passende voorliggende voorziening, is een aanvraag voor indicatie naar de noodzakelijkheid van kinderopvang op grond van sociaal-medische problematiek door de gemeente niet mogelijk. Het college weigert de tegemoetkoming indien er sprake is van een voorliggende voorziening. Tot een voorliggende voorziening wordt in ieder geval gerekend een voorziening op grond van:
1. de Wet kinderopvang (Wko);
2. de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ);
3. Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO).
4. De Regeling peuteropvang gemeente Oude IJsselstreek
Ad 1: de Wet kinderopvang (Wk)
Indien de (vergoeding van de) opvang vanuit de Wet Kinderopvang kan worden ingezet (Peuterregeling OIJ), gaat dit boven de SMI-regeling. Hiervoor gelden andere criteria en spelregels. Mensen die een traject of uitkering hebben bij de gemeente of bij het UWV kunnen zich beroepen op een vergoeding vanuit de Wet kinderopvang.
Ad 2: AWBZ
Indien een beroep op de AWBZ wil slagen, dan moet sprake zijn van een aandoening/handicap die valt binnen 1 (of meerdere) van de volgende grondslagen:
• Somatische aandoening/beperking
• Psychogeriatrische aandoening/beperking
• Lichamelijke handicap
• Verstandelijke handicap
• Zintuiglijke handicap
• Psychiatrische aandoening
AWBZ-zorg wordt aangevraagd bij het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ).
Verder kan voor zorg/opvang een beroep gedaan worden op bijvoorbeeld Jeugdzorg (jongeren met psychiatrische problematiek). Andere opvang/zorgvormen zijn te verkrijgen middels een PGB (zorg in natura zoals revalidatie en therapieën), bij een medische kinderdagverblijf, kinderopvang of peuteropvang. De eigen bijdrage die ouder(s)/verzorger(s) dienen te betalen bij de kinderopvang/peuteropvang komt niet voor vergoeding in aanmerking op basis van de gemeentelijke tegemoetkoming op grond van sociaal medische gronden.
Ad 3. WMO
Mensen met lichte beperkingen die gezinsondersteuning/gespecialiseerde gezinsverzorging nodig hebben vallen qua financiering onder de WMO. Dit geldt ook voor mensen met psychosociale klachten. Gespecialiseerde gezinsverzorging kan een voorliggende voorziening zijn indien de indicatie gebaseerd is op basis van de situatie van de ouder.
Ad 4. Regeling peuteropvang gemeente Oude IJsselstreek
De gemeente biedt ouders die geen recht hebben op de kinderopvangtoeslag een tegemoetkoming in de kosten van de peuteropvang voor maximaal 2 dagdelen van 4 uur per dag. Ouders betalen de inkomensafhankelijke ouderbijdrage.
Zorgverlener
Voor het vaststellen van de noodzakelijkheid van de kinderopvang op grond van sociaal-medische redenen, de indicatie, kan advies worden gevraagd van een zorgverlener (huisarts, specialist, psychiater etc.)
Aanvraag en verlening tegemoetkoming
Als de noodzaak van kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie is vastgesteld kan de aanvraag verder in behandeling worden genomen. Enkele bepalingen uit de Regeling Peuteropvang van de gemeente Oude IJsselstreek, met betrekking tot de verlening en vaststelling van de tegemoetkoming kinderopvang, zijn ook van toepassing op de tegemoetkoming kosten peuteropvang op grond van sociaal medische indicatie. Dit geldt met name voor de verplichting ouderbijdrage die bij ouders ligt.
Hoogte en duur van de tegemoetkoming
Ouder(s)/verzorger(s) met een inkomen tot maximaal 110% van de voor hen toepasselijke bijstandsnorm kunnen een aanspraak maken op een tegemoetkoming in de vergoeding van de kosten kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie. Ouder(s)/verzorger(s) met een inkomen hoger dan 110% van de voor hen toepasselijke bijstandsnorm kunnen geen aanspraak maken op een tegemoetkoming in de vergoeding van de kosten kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie. Zij zullen moeten terugvallen op andere alternatieven. Zo kunnen zij gebruik maken van de reguliere kinderopvang of de peuteropvangregeling van de gemeente.
De duur van de tegemoetkoming wordt maximaal op 12 maanden gesteld. Gestart wordt met een indicatie voor 6 maanden. Deze kan eenmalig verlengd worden met nog eens max 6 maanden. In dat geval kan weer een medisch advies worden opgevraagd om de noodzaak van de opvang te kunnen bepalen. Het is de verantwoordelijkheid van de ouder(s)/verzorger(s) om tijdig een nieuwe aanvraag in te dienen in verband met het al dan niet opvragen van een nieuw medisch advies.
Verder wordt een maximale uurprijs vergoeding gehanteerd voor de kinderopvang. Deze uurprijs vergoeding wordt jaarlijks vastgesteld door de Belastingdienst. Indien de ouder(s)/verzorger(s) kiezen voor een opvangvorm die boven deze uurprijs vergoeding ligt, dan komt het meerdere voor rekening van de ouder(s)/verzorger(s).
Ook is er een beperking aangebracht op het aantal te vergoeden kinderopvanguren per week. De gemeente vergoedt maximaal 24 uren per week. Deze uren mogen over meerdere werkdagen verspreid worden, maar biedt ouders/verzorgers in ieder geval de mogelijkheid om 2,5 dag kinderopvang af te nemen. Indien ouder(s)/verzorger(s) kiezen voor meer uren aan opvang, dan komt het meerdere voor rekening van de ouder(s)/verzorger(s).
Overgangsperiode
De huidige indicaties lopen ongewijzigd door. Bij een eventuele her indicering worden de nieuwe beleidsregels aangehaald. Indien er sprake is van een nieuwe aanvraag wordt deze volgens de nieuwe beleidsregels behandeld.