Auto package
Auto package
Algemene voorwaarden
PBP 01012019 B
Auto package
ALGEMENE VOORWAARDEN PBP 01012019 B
INHOUDSOPGAVE
RUBRIEK I ALGEMENE BEPALINGEN
1. Grondslag van de verzekering 3
4. Tijdelijk vervangend motorrijtuig 3
6. Aangifte en regeling van schade 5
10. Duur, hernieuwing, einde van de overeenkomst 7
11. Aanpassing van tarieven en voorwaarden 8
17. Verwerking van persoonsgegevens 9
RUBRIEK II BIJZONDERE BEPALINGEN BURGERRECHTELIJKE AANSPRAKELIJKHEID
19. Grondslag voor aansprakelijkheidsverzekering 10
21. Omvang van de verzekering 10
22. Kosten te vergoeden boven de verzekerde som 10
27. Vrijstelling jonge bestuurder 11
30. Verhaal van de Maatschappij 12
31. Schadegevallen en rechtsvorderingen 13
32. Overdracht van het motorrijtuig 13
33. Personalisatie A posteriori (Bonus Malus) 14
35. Uitbreiding BOB waarborg 15
RUBRIEK III BIJZONDERE BEPALINGEN OMNIUM
38. Van toepassing zijnde dekkingen 18
42. Dekking beperkte omnium 19
43. Dekking volledige omnium 19
RUBRIEK IV BIJZONDERE BEPALINGEN FORFAITAIRE ONGEVALLENVERZEKERING BESTUURDER
48. Grondslag van de verzekering 22
50. Voorwerp van de waarborg 22
57. Verplichtingen bij schadegeval 23
RUBRIEK V BIJZONDERE BEPALINGEN SCHADEVERGOEDENDE VERZEKERING AUTOBESTUURDER GEMEEN RECHT
60. Grondslag van de verzekering 24
62. Voorwerp van de waarborg 24
68. Verplichtingen bij schadegeval 25
RUBRIEK VI BIJZONDERE BEPALINGEN BIJSTANDSVERLENING BIJ ONGEVAL/PECH
73. Bijstand na ongeval in België en het Groothertogdom Luxemburg 27
74. Bijstand na pech in België en het Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxxxxxx 00
75. Bijstand na ongeval en pech in Europa 28
2
RUBRIEK I ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1. Grondslag van de verzekering
Als grondslag van de verzekering gelden de gegevens verstrekt in het door of namens verzekeringnemer ondertekende en ingediende verzekeringsvoorstel en/of aanvraagformulier.
Deze Algemene Voorwaarden maken deel uit van, en vormen één geheel met, de Bijzondere Voorwaarden.
Bij strijdigheid tussen een algemene bepaling en een speciale bepaling, zal de speciale bepaling gelden.
De bepalingen van Rubriek I zijn van toepassing op alle Rubrieken. Voor het overige zijn slechts die Rubrieken van toepassing waarnaar verwezen wordt in de Bijzondere Voorwaarden.
Artikel 2. Begripsomschrijvingen
2.1. Maatschappij
De verzekeringsmaatschappij waarmee deze verzekerings- overeenkomst gesloten wordt is TVM Belgium, Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 00, XX-0000 Xxxxxxx.
TVM Belgium is een bijkantoor van TVM verzekeringen N.V. TVM Belgium is vergund door de Nationale Bank van België onder het nummer 2796 en ingeschreven bij de Kruispuntbank Ondernemingen onder nummer 0841.164.105.
TVM verzekeringen N.V., Xxx Xxxxxxx Xxxxxxxxxxxx 000, XX-0000 XX Xxxxxxxxx, Xxxxxxxxx is een Nederlandse verzekeringsmaatschappij die vergund is door De Nederlandsche Bank, Xxxxxxxxx 0, XX-0000 XX Xxxxxxxxx, en die ingeschreven is bij de Kamer van Koophandel onder nummer 53388992.
2.2. Verzekeringnemer
Diegene die de verzekeringsovereenkomst met de Maatschappij sluit.
2.3. Verzekerden
Als verzekerden worden aangemerkt:
- de verzekeringnemer;
- ieder ander die in de Bijzondere Voorwaarden van verzekering en/of de van toepassing zijnde Rubrieken als zodanig wordt aangemerkt.
2.4. Benadeelden
De personen die schade hebben geleden welke aanleiding geeft tot de toepassing van de verzekeringsovereenkomst, alsook hun rechthebbenden.
2.5. Verzekeringsvoorstel
Het formulier dat uitgaat van de Maatschappij en in te vullen is door de verzekeringnemer met het doel de Maatschappij in te
lichten over de aard van de verrichtingen en over de feiten en de omstandigheden ten behoeve van de beoordeling van het risico.
2.6. Verzekerde motorrijtuig
Het motorrijtuig dat in de Bijzondere Voorwaarden omschreven is en al hetgeen eraan gekoppeld is, ook de niet-gekoppelde aanhangwagen, mits in de Bijzondere Voorwaarden omschreven.
Al wat aan voornoemde motorrijtuigen gekoppeld is wordt beschouwd als een deel ervan.
2.7. Verzekeringsbewijs (Xxxxxx Xxxxx)
Het document zoals bedoeld in artikel 5 van het koninklijk besluit van 13 februari 1991 houdende inwerkingtreding en uitvoering van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aan- sprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen, dat de Maatschappij, aan de verzekeringnemer geeft als bewijs van verzekering.
2.8. Schadegeval
Ieder feit dat schade veroorzaakt heeft en aanleiding kan geven tot toepassing van de verzekeringsovereenkomst.
Onder schadegeval wordt tevens verstaan een reeks van met elkaar verband houdende voorvallen, ten gevolge waarvan schade is ontstaan.
2.9. Vrijstelling
Het deel van de schadevergoeding (inclusief eventuele interesten en gerechtskosten), dat ten laste van de verzekeringnemer blijft. Indien één schadegeval aanleiding geeft tot toepassing van meerdere rubrieken van deze overeenkomst, worden de in het kader van elke rubriek van kracht zijnde vrijstellingen gecumuleerd.
2.10. Fraude
Verzekeringsfraude is het onrechtmatig gebruik van de verzekeringsovereenkomst met de bedoeling een onrechtmatig voordeel te bekomen.
Tenzij in deze Bijzondere Voorwaarden uitdrukkelijk anders vermeld, is de verzekering van kracht voor een schadegeval dat zich heeft voorgedaan in de landen waarvoor dekking verleend wordt volgens uw verzekeringsbewijs (Groene kaart). De verzekering geldt ook tijdens het vervoer van het verzekerde motorrijtuig tussen deze landen.
Artikel 4. Tijdelijk vervangend motorrijtuig
Indien het in de Bijzondere Voorwaarden omschreven motorrijtuig in reparatie of onderhoud is en in verband daarmee tijdelijk door een ander motorrijtuig van gelijke aard wordt vervangen, geldt de verzekering enkel voor de risico's genoemd in de Rubriek II (Burgerrechtelijke Aansprakelijkheid) voor het vervangend motorrijtuig, mits het in Bijzondere Voorwaarden omschreven motorrijtuig gedurende deze tijd buiten gebruik
blijft. De verzekeringsdekking voor het vervangende motorrijtuig is in duur beperkt tot maximaal 30 achtereenvolgende dagen. De verzekeringnemer is verplicht de tijdelijke vervanging direct te melden.
De onderhavige verzekering geldt echter slechts indien voor het vervangende motorrijtuig geen verzekering, al of niet van oudere datum, is gesloten.
Van de verzekering is uitgesloten:
De schade, welke met opzet of met goedvinden van een verzekerde is veroorzaakt.
Schade of aanspraken waarbij sprake is van fraude of waarvan een verzekerde opzettelijk een onvolledige of onware opgave doet.
5.3. Verplichtingen niet nagekomen
Indien de verzekerde uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichtingen niet nakomt en hierdoor nadeel ontstaat voor de Maatschappij, dan is de Maatschappij gerechtigd haar tussen- komst te verminderen tot beloop van het geleden nadeel.
Indien de verzekerde zijn verplichtingen met bedrieglijk opzet niet is nagekomen, kan de Maatschappij de dekking weigeren.
5.4. Snelheidswedstrijden e.d.
Schade die voortvloeit uit het deelnemen met het motorrijtuig aan snelheids-, regelmatigheids- of behendigheidsritten en wedstrijden, zelfs indien daartoe van overheidswege toestemming is verleend.
5.5. Inbeslagneming
Schade ontstaan gedurende de tijd dat het verzekerde object in beslag is genomen of wordt gebruikt rechtens besluit of last van een Belgische of vreemde overheid.
5.6. Oorlog, oproer en staking
Schade veroorzaakt door, als gevolg van of in verband met de hieronder genoemde vormen van molest:
- Gewapend conflict
elk geval waarin staten of andere georganiseerde partijen elkaar, of de een de ander, gebruikmakend van militaire machtsmiddelen, bestrijden. Onder gewapend conflict wordt ook verstaan het gewapend optreden van een Vredesmacht der Verenigde Naties;
- Burgeroorlog
een min of meer georganiseerde gewelddadige strijd tussen inwoners van eenzelfde staat, waarbij een belangrijk deel van de inwoners van die staat betrokken is;
- Opstand
georganiseerd gewelddadig verzet binnen een staat, gericht tegen het openbaar gezag;
- Binnenlandse onlusten
min of meer georganiseerde gewelddadige handelingen op verschillende plaatsen zich voordoend binnen een staat;
- Oproer
een min of meer georganiseerde plaatselijke gewelddadige beweging, gericht tegen het openbaar gezag;
- Muiterij
een min of meer georganiseerde gewelddadige beweging van leden van enige gewapende macht, gericht tegen het gezag waaronder zij gesteld zijn;
alsmede geweld gepleegd in verband met staking, uitsluiting van werklieden, opstootjes of plaatselijke ongeregeldheden.
5.7. Atoomkernreactie
Schade, veroorzaakt door, optredende bij, of voortvloeiende uit atoomkernreactie, onverschillig hoe en waar de reactie is ontstaan, tenzij sprake is van medische behandeling van een verzekerde.
Schade ontstaan terwijl de bestuurder krachtens ter plaatse geldende wettelijke bepalingen niet tot het besturen/bedienen van het verzekerde object bevoegd was.
5.9. Alcohol en andere verdovende middelen
Schade door een verzekerde veroorzaakt terwijl hij verkeert onder zodanige invloed van een stof waarvan hij weet of redelijkerwijs moet weten, dat het gebruik daarvan, al dan niet in combinatie met het gebruik van een andere stof, de vaardigheid kan verminderen, zodanig dat hij niet tot behoorlijk besturen/ bedienen van het verzekerde object in staat moet worden geacht.
5.10. Sancties/embargo’s
De Maatschappij verleent geen dekking en betaalt geen verdedigings-, reddings-, of enige andere kosten of voordelen met betrekking tot:
- enige (handels)activiteit in de ruimste zin van het woord, die wordt uitgeoefend in overtreding met enige toepasselijke wet of verordening van de Verenigde Naties en/of van de EU/EER die economische- en/of handelssancties oplegt en/of van enige andere toepasselijke (inter)nationale wet of bepaling die dergelijke sancties oplegt (“Sanctieregelgeving”);
- risico gelegen in een rechtsgebied waarvan de Sanctieregelgeving het de verzekeraar verbiedt om dekking te verlenen en/of enig ander voordeel te bieden;
- een persoon, organisatie of entiteit waarvan de Sanctieregelgeving het de verzekeraar verbiedt om dekking te verlenen en/of enig ander voordeel te bieden.
De uitsluitingen genoemd in de Artikelen 5.1., 5.2., 5.3., 5.4., 5.8. en 5.9. gelden niet voor de verzekeringnemer, die aantoont dat de daarin bedoelde omstandigheden zich buiten zijn weten en/of tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem terzake van de omstandigheden geen verwijt treft.
Artikel 6. Aangifte en regeling van schade
6.1. Verplichtingen verzekerde
Zodra verzekerde kennis draagt van een schadegeval waarvoor hijzelf aanspraak op vergoeding maakt of waarin derden aanleiding kunnen vinden tot het instellen van een vordering tot schadevergoeding is hij verplicht:
- daarvan uiterlijk binnen 3 dagen aan de Maatschappij kennis te geven. Als voorlopige schademelding kan een mondelinge of schriftelijke mededeling dienen, welke echter binnen 7 dagen gevolgd moet worden door inzending van een volledig ingevuld schadeaangifteformulier;
- alle stukken, zoals straf- en civiele dagvaardingen, docu- menten, brieven e.d., welke hij terzake van de schade ontvangt, uiterlijk binnen 48 uren, aan de Maatschappij in te zenden;
- zich te onthouden van elke toezegging, verklaring of handeling, waaruit erkenning van de verplichting tot schadevergoeding zou kunnen worden afgeleid en van alles wat tot benadeling van de belangen van de Maatschappij zou kunnen leiden, tenzij verzekerde achteraf de juistheid van de toezegging, verklaring of handeling bewijst;
- zijn volledige steun en medewerking te verlenen bij de vaststelling en regeling van schadegevallen, aan de Maatschappij alle inlichtingen volledig en naar waarheid te verschaffen en haar desgevraagd de nodige schriftelijke volmachten te verstrekken;
- in geval van diefstal, (in-)braak, verduistering of vermissing van het verzekerde object of van verzekerde onderdelen daarvan terstond aangifte te doen bij de politie of justitie en alles te doen wat redelijkerwijs van hem kan worden verlangd tot opsporing van het gestolene of verduisterde en tot vermindering van schade.
6.2. Schadevaststelling en -regeling
De verzekerde geeft een onherroepelijk mandaat aan de Maatschappij om de schade vast te stellen en te regelen en, zo nodig, het verweer in en buiten rechte tegen aanspraken van derden, voor zover deze aanspraken ten laste van de Maatschappij zouden kunnen vallen, te verrichten.
De Maatschappij is bevoegd zelf de schadevergoeding en de proceskosten aan derden te voldoen.
Bij betaling rechtstreeks aan derden zal de Maatschappij rechts- geldig gekweten zijn.
De terzake door de Maatschappij genomen beslissingen zijn voor verzekerde bindend.
6.3. Expertise
De verzekerde geeft een onherroepelijk mandaat aan de Maatschappij om, indien de Maatschappij dit nodig acht, voor zijn rekening, een expert aan te stellen om de schade te doen vaststellen, aan wie de verzekerde alle gewenste inlichtingen, bescheiden enz. inzake de schade zal overmaken.
De kosten dezer schadevaststelling komen exclusief btw ten laste van de Maatschappij voor de verzekerden die recht hebben op teruggave van btw in de mate waarin zij recht op
teruggave daarvan hebben en inclusief btw voor verzekerden die geen recht hebben op teruggave van btw.
6.4. Tweede expertise en bindende derde expertise
Indien verzekerde het niet eens is met de besluiten van de expert aangesteld overeenkomstig Artikel 6.3., staat het hem vrij om een tweede, door het instituut voor auto experts (IAE) erkende, expert aan te stellen.
Indien verzekerde een dergelijke tweede erkende expert wil aanstellen, dient hij de Maatschappij daarvan in kennis te stellen.
De kosten van deze tweede expert blijven ten laste van verzekerde zelf.
In geval van tegenstrijdige besluiten stellen de twee experten een derde expert aan die, na de beide experten gehoord of behoorlijk opgeroepen te hebben, binnen de grenzen van de beide schadetaxaties het schadecijfer vaststelt.
De kosten van de derde expert zullen door verzekerde en de Maatschappij ieder voor de helft worden gedragen. Door medewerking aan het voorafgaande wordt de Maatschappij niet geacht haar vergoedingsplicht te erkennen.
6.5. Beslissing
De Maatschappij neemt ten aanzien van de vraag of zij met betrekking tot een schade verplichtingen heeft jegens verzekeringnemer een beslissing, zodra zij in het bezit is van de daartoe vereiste gegevens.
Verzekeringnemer kan gedurende 6 weken nadat de Maat- schappij hem haar beslissing heeft medegedeeld daartegen bij aangetekende brief in verzet komen; na verloop van deze termijn wordt verzekerde geacht met die beslissing te hebben ingestemd, tenzij hij binnen 90 dagen na de beslissing een rechtsvordering heeft ingesteld.
6.6. Aanstelling raadsman
De verzekerde geeft een onherroepelijk mandaat aan de Maatschappij om, indien de Maatschappij zulks nodig oordeelt, voor zijn rekening, een raadsman aan te stellen die de verzekerde bijstaat in geval tegen hem een strafvervolging wordt ingesteld en een raadsman aan te stellen voor wat betreft zijn burgerrechtelijke vorderingen en verdediging.
Verzekerde is verplicht om deze raadsman alle nodige inlichtingen te verschaffen en zijn volle medewerking te verlenen.
Indien verzekerde strafrechtelijk wordt veroordeeld kan de Maatschappij hem niet verplichten tegen het gewezen vonnis hoger beroep aan te tekenen.
De kosten van deze raadsman komen exclusief btw ten laste van de Maatschappij voor de verzekerden die recht hebben op teruggave van btw in de mate waarin zij recht op teruggave daarvan hebben en inclusief btw voor verzekerden die geen recht hebben op teruggave van btw.
Wanneer de fraude onbetwistbaar is aangetoond op basis van objectieve elementen en/of materiële bewijzen, dan zal de Maatschappij de verzekeringsovereenkomst waarvan sprake is opzeggen en de betrokken personen registreren in het door het ESV Datassur beheerde RSR-bestand.
Bij bewezen fraude zal de Maatschappij de kosten van onderzoek en beheer van het dossier op de fraudeur terugvorderen.
Iedere oplichting of poging tot oplichting ten aanzien van de Maatschappij heeft niet alleen de opzegging van de verzekeringsovereenkomst tot gevolg, maar wordt ook strafrechtelijk vervolgd op grond van artikel 496 van het strafwetboek.
De Maatschappij zal desgevallend aan het ESV Datassur relevante persoonlijke gegevens kunnen meedelen die uitsluitend betrekking hebben op de inschatting van de risico’s en het beheer van de polissen en schadegevallen.
Iedere persoon die zijn identiteit rechtvaardigt, heeft het recht die mededeling te vernemen, alsook het recht op eventuele rechtzetting van de hem betreffende gegevens bij Datassur.
Om dat recht uit te oefenen richt de betrokkene een van een datum voorziene en ondertekende vraag met een kopie van zijn identiteitskaart aan het volgende adres: Datassur, Square de Meeûs 29 te 0000 Xxxxxxx.
Artikel 8. Wijziging van het risico
8.1. Wijziging van de omstandigheden
In de loop van de overeenkomst heeft de verzekeringnemer de verplichting elke wijziging van de omstandigheden als omschre- ven in het verzekeringsvoorstel aan te geven.
8.2. Risico-verzwarende omstandigheden
Wanneer het risico dat het verzekerde voorval zich voordoet zo verzwaard is dat de Maatschappij, indien die verzwaring bij het sluiten van de overeenkomst had bestaan, onder andere voorwaarden zou hebben verzekerd, moet zij binnen een termijn van één maand, te rekenen vanaf de dag waarop zij van de verzwaring kennis heeft gekregen, de wijziging van de overeenkomst voorstellen met terugwerkende kracht tot de dag van de verzwaring.
Indien het voorstel tot wijziging van de overeenkomst door de verzekeringnemer wordt geweigerd of indien, bij het verstrijken van een termijn van een maand te rekenen vanaf de ontvangst van dit voorstel, dit laatste niet wordt aanvaard, kan de Maatschappij de overeenkomst opzeggen binnen de vijftien dagen.
Indien de Maatschappij het bewijs levert dat zij het verzwaarde risico in geen geval zou hebben verzekerd, kan zij de overeenkomst opzeggen binnen een termijn van één maand te
rekenen vanaf de dag waarop zij kennis heeft gekregen van de verzwaring.
8.3. Risico-verminderende omstandigheden
Wanneer in de loop van de overeenkomst, het risico dat het verzekerde voorval zich voordoet, aanzienlijk en blijvend verminderd is en wel zo dat de Maatschappij, indien die vermindering bij het sluiten van de overeenkomst had bestaan, onder andere voorwaarden zou hebben verzekerd, staat zij een overeenkomstige vermindering van de premie vanaf de dag waarop zij van de vermindering van het risico kennis heeft gekregen.
Indien de contractanten het over de nieuwe premie niet eens worden binnen een maand na de aanvraag tot vermindering door de verzekeringnemer, kan deze laatste de overeenkomst opzeggen.
8.4. Bij een schadegeval tijdens gewijzigde omstandigheden
Indien zich een schadegeval voordoet:
- terwijl de verzekeringnemer de in Artikel 8.1. bepaalde verplichting heeft vervuld, doch voordat de wijziging van de overeenkomst of de opzegging van kracht is geworden, is de Maatschappij gehouden tot de overeengekomen prestatie;
- terwijl de verzekeringnemer de in Artikel 8.1. bepaalde verplichting niet heeft vervuld geldt het volgende:
- wanneer het ontbreken van de kennisgeving niet kan worden verweten aan de verzekeringnemer, is de Maatschappij gehouden de overeengekomen prestatie te leveren;
- wanneer het ontbreken van de kennisgeving aan de verzekerde kan worden verweten, is de Maatschappij slechts ertoe gehouden de prestatie te leveren naar verhouding tussen de betaalde premie en de premie die de verzekeringnemer had moeten betalen indien de verzwaring in aanmerking was genomen. Zo de Maatschappij kan bewijzen dat zij het verzwaarde risico in geen enkel geval zou hebben gedekt, dan is haar prestatie bij een schadegeval beperkt tot de terugbetaling van alle betaalde premies.
- terwijl de verzekeringnemer de in Artikel 8.1. bepaalde verplichting niet heeft vervuld met bedrieglijk opzet, is de Maatschappij niet tot tussenkomst gehouden. De premies, vervallen tot op het ogenblik waarop zij kennis heeft gekregen van het bedrieglijk verzuim, blijven haar verworven.
Met betrekking tot de aansprakelijkheidsverzekering (Rubriek II Burgerrechtelijke aansprakelijkheid) geldt, dat de feiten vermeld onder het eerste en tweede lid van dit Artikel aanleiding geven tot geheel of gedeeltelijk verhaal van de aan benadeelde(n) uitbetaalde schadevergoeding op de verzekeringnemer.
Artikel 9. Premie en premiebetaling
De verzekeringnemer is verplicht de door de Maatschappij in rekening gebrachte premie, tegenwoordige of toekomstige wettelijke belasting, taksen en kosten bij vooruitbetaling te voldoen.
Indien de premie, belasting, taksen en kosten niet uiterlijk 1 maand na aanbieding van het vervaldagbericht zijn voldaan eindigt de dekking.
De Maatschappij dient hiertoe de verzekeringnemer per deurwaardersexploot of per aangetekende brief in gebreke te stellen.
De schorsing van de dekking of de opzegging gaat in op de 15e dag te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening of de dag volgend op de afgifte ter post van de aangetekende brief.
De verzekeringnemer blijft verplicht de premie, belasting, taksen en kosten, waaronder begrepen de op de invordering vallende kosten, te betalen.
De dekking gaat weer in op de dag volgende op die waarop de premie en kosten door de Maatschappij zijn aangenomen.
Artikel 10. Duur, hernieuwing, einde van de overeenkomst
10.1. Aanvang en verlenging
De verzekering vangt aan op de in de Bijzondere Voorwaarden genoemde aanvangsdatum te 00.00 uur.
De verzekeringsovereenkomst wordt gesloten voor de duur van twaalf maanden. Tenzij één van de partijen er zich minstens drie maanden voor de contractsvervaldatum tegen verzet, wordt zij stilzwijgend verlengd met twaalf maanden. Het verzet dient te gebeuren per aangetekende brief, een deurwaardersexploot of door afgifte van een opzeggingsbrief tegen ontvangstbewijs.
10.2. Opzegging door partijen
Zowel de verzekeringnemer als de Maatschappij heeft het recht de verzekering per aangetekend schrijven op te zeggen:
- tegen het einde van een in de Bijzondere Voorwaarden vermelde contractduur met inachtneming van een opzeg- termijn van tenminste 3 maanden. Indien de verzekering- nemer zijn opzegging voor de contractvervaldatum intrekt, wordt deze geacht nimmer te hebben plaatsgevonden;
- indien een gemelde schade daartoe aanleiding is, één maand , aanvangende op de dag volgend op de dag waarop de beslissing in die schade aan verzekeringnemer is medegedeeld. De verzekeringnemer beschikt over hetzelfde opzeggingsrecht. De opzegging wordt van kracht na het verstrijken van een termijn van ten minste drie maanden te rekenen van de dag volgend op de betekening, de dag volgend op de datum van het ontvangstbewijs of, ingeval van een aangetekende zending, te rekenen van de dag die volgt op zijn afgifte;
- in geval van faillissement, kennelijk onvermogen of;
- overlijden van de verzekeringnemer, overeenkomstig de Artikelen 10.8. en 10.9.
10.3. Ontbreken belang
De verzekering eindigt, zodra de verzekeringnemer of, in geval van zijn overlijden, zijn erfgenamen ophouden belang te hebben bij het verzekerde object en tevens de feitelijke macht erover verliezen.
De verzekeringnemer of zijn erfgenamen zijn verplicht binnen 8 dagen na iedere overgang van eigendom van het verzekerde object en iedere omstandigheid die tot het einde van de verzekering heeft geleid, daarvan mededeling te doen aan de Maatschappij.
Zolang verzekeringnemer of zijn erfgenamen de plicht tot mededeling aan de Maatschappij niet hebben vervuld, blijven zij gehouden de premie te voldoen, alsof de verzekering niet beëin- digd werd.
10.4. Automatische beëindiging
De verzekering eindigt automatisch na uitkering wegens:
- diefstal;
- vermissing;
- ontvreemding;
- schade aan het verzekerde object op basis van totaal verlies.
10.5. Nietigheid
Wanneer door opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist mededelen van gegevens over het risico de Maatschappij is misleid bij de beoordeling van dat risico, is de verzekering nietig.
De premies die vervallen zijn tot op het ogenblik waarop de Maatschappij kennis heeft gekregen van de misleiding, komen de Maatschappij toe.
Schades welke de Maatschappij tot op dat ogenblik heeft vergoed dienen onverwijld aan haar te worden terug vergoed.
10.6. Opzegging door de Maatschappij
De Maatschappij heeft het recht de verzekering onmiddellijk te beëindigen, welke beëindiging per aangetekend schrijven dient te worden medegedeeld, indien:
- door onopzettelijk verzwijgen of het onopzettelijk onjuist mededelen van gegevens over het risico de Maatschappij is misleid bij de beoordeling van dat risico en zij het bewijs levert dat zij het risico nooit zou hebben verzekerd;
- de in de grondslag omschreven situatie niet (meer) met de bestaande situatie in overeenstemming is;
- ingeval van niet-betaling van de premie, belasting, taksen en kosten;
- in geval van publicatie van nieuwe wettelijke bepalingen die een invloed hebben op de burgerrechtelijke aansprakelijk- heid van de verzekerden, of op de verzekering van aansprakelijkheid, maar ten laatste 6 maanden na de inwerkingtreding van deze bepalingen;
- Sanctieregelgeving het de Maatschappij verbiedt om een verzekeringnemer, persoon, organisatie of entiteit dekking te verlenen en/of enig ander voordeel te bieden.
10.7. Modaliteiten en ingang van de opzegging
De opzegging dient te geschieden bij deurwaardersexploot, per aangetekende brief of door afgifte van de opzeggingsbrief tegen ontvangstbewijs.
Behoudens in de gevallen bedoeld in de Artikel 10.6., eerste drie leden , gaat de opzegging in na het verstrijken van een termijn van één maand, te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening of de dag volgend op de datum van het ontvangstbewijs, of, in het geval van een aangetekende brief, te rekenen van de dag die volgt op de afgifte ter post.
De opzegging door de Maatschappij na een schadegeval wordt van kracht bij de betekening ervan, wanneer de verzekerde één van zijn verplichtingen, ontstaan door de schadegeval, niet is nagekomen met de bedoeling de Maatschappij te misleiden. De opzegging wordt van kracht ten vroegste een maand te rekenen van de dag volgend op de betekening, de dag volgend op de datum van het ontvangstbewijs of, ingeval van een aangetekende zending, te rekenen van de dag die volgt op zijn afgifte
10.8. Bij faillissement van de verzekeringnemer
In geval van faillissement van de verzekeringnemer blijft de overeenkomst bestaan ten voordele van de massa van de schuldeisers die aan de Maatschappij het bedrag verschuldigd is van de premies vanaf de faillietverklaring.
De Maatschappij en de curator van het faillissement hebben evenwel het recht om de overeenkomst op te zeggen.
De Maatschappij kan de overeenkomst echter maar opzeggen ten vroegste drie maand na de faillietverklaring; de curator kan de overeenkomst slechts opzeggen binnen de drie maanden die volgen op de faillietverklaring, waarna hij enkel nog beschikt over de opzeggingsmogelijkheden waarover de verzekeringnemer beschikte.
10.9. Overlijden van verzekeringnemer
In geval van overlijden van de verzekeringnemer blijft de overeenkomst bestaan ten voordele van de erfgenamen, die verplicht zijn tot betaling van de premies.
De erfgenamen kunnen de overeenkomst opzeggen op één van de wijzen bepaald in Artikel 10.7. binnen de drie maanden en veertig dagen na het overlijden. In dit geval wordt het gedeelte van de jaarpremie voor niet gelopen risico's door de Maatschappij terugbetaald.
Indien het omschreven motorrijtuig de volle eigendom wordt van een van de erfgenamen of van een legataris van de verzeke- ringnemer, blijft de overeenkomst voortbestaan in zijn voordeel. Deze erfgenaam of legataris kan evenwel de overeenkomst op- zeggen binnen de maand te rekenen vanaf de dag dat het motorrijtuig hem werd toebedeeld.
10.10. Schorsing, getrouwheidsplicht en premiekrediet
In geval van schorsing van de overeenkomst moet de verzekeringnemer die het omschreven, of enig ander,
motorrijtuig in het verkeer brengt, hiervan mededeling doen aan de Maatschappij.
De overeenkomst wordt dan opnieuw in werking gesteld volgens de verzekeringsvoorwaarden en het tarief van toepassing op de laatste premievervaldag, onder voorbehoud van premie- indexatie.
Indien de overeenkomst niet in werking wordt gesteld, neemt zij een einde op de eerstvolgende jaarlijkse premievervaldag.
Het niet-verbruikte premiegedeelte wordt op het einde van de overeenkomst terugbetaald.
Neemt de overeenkomst een einde alvorens de waarborg een volledig jaar heeft gelopen, dan wordt de terugbetaling verminderd met het verschil tussen de jaarpremie en de premie berekend aan het tarief voor overeenkomsten van minder dan één jaar.
De verzekeringnemer kan altijd schriftelijk vragen geen einde te stellen aan de overeenkomst.
Artikel 11. Aanpassing van tarieven en voorwaarden
Indien de Maatschappij de verzekeringsvoorwaarden en haar tarief of enkel haar tarief wijzigt, past zij deze overeenkomst aan op de volgende jaarlijkse vervaldag.
Zij stelt de verzekeringnemer van deze aanpassing in kennis tenminste 90 dagen voor die vervaldag.
De verzekeringnemer mag evenwel de overeenkomst opzeggen binnen de 30 dagen na de kennisgeving van deze aanpassing.
Door deze opzegging eindigt de overeenkomst op de volgende jaarlijkse vervaldag.
De hierboven bepaalde opzegmogelijkheid bestaat niet wanneer de wijziging van het tarief of van de verzekeringsvoorwaarden voortvloeit uit een algemene aanpassing die door de bevoegde overheid wordt opgelegd, en die, in de toepassing ervan, gelijk is voor alle Maatschappijen.
De communicatie tussen de verzekeringnemer en de Maatschappij verloopt in de taal waarin het contract is opgesteld.
Alle mededelingen aan de Maatschappij moeten, om geldig te zijn, worden gericht aan het adres TVM Belgium, Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 00, XX-0000 Xxxxxxx.
Behalve in de gevallen waarin zulks verplicht is volgens onderhavig contract, kan de communicatie met de Maatschappij, behalve op papier, ook telefonisch of elektronisch gebeuren.
De communicatiemethoden en contactgegevens van de verschillende diensten van de Maatschappij zijn vermeld op haar site xxx.xxx.xx.
De mededelingen die voor de verzekeringnemer bestemd zijn, worden geldig gedaan aan het adres dat door hem in het contract is aangegeven of dat hij nadien aan de Maatschappij zou hebben bekendgemaakt.
Behoudens tegenstrijdige dwingende wettelijke en/of verdrags- rechtelijke bepalingen zijn de rechtbanken van de woonplaats van de verzekeringnemer bevoegd voor geschillen tussen de verzekeraar en de verzekerde met betrekking tot de totstandkoming, uitvoering, inning van premies en beëindiging van deze polis.
Artikel 14. Toepasselijk recht
Het recht en de dwingende bepalingen van de Wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen en van de diverse uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing op de polis. De niet- dwingende bepalingen van voormelde wet en besluiten gelden eveneens, tenzij ervan wordt afgeweken in de Algemene of Bijzondere Voorwaarden.
De vergoedingen die in het kader van deze verzekeringsover- eenkomst verschuldigd zijn betreffende schade veroorzaakt door terrorisme zijn gewaarborgd binnen het kader, de perken en de tijdslimieten van de wet van 1 april 2007 betreffende de verzeke- ring tegen schade veroorzaakt door terrorisme aangezien de Maatschappij lid is van TRIP vzw, de rechtspersoon die werd opgericht in uitvoering van de bepalingen van deze wet.
Schade veroorzaakt door wapens of tuigen die bestemd zijn om te ontploffen door de structuurwijziging van de atoomkern is uit- gesloten in deze verzekeringsovereenkomst.
Onder terrorisme wordt verstaan een clandestien georganiseerde actie of dreiging van actie met ideologische, politieke, etnische of religieuze bedoelingen, individueel of door een groep uitgevoerd, waarbij geweld wordt gepleegd op personen of de economische waarde van een materieel of immaterieel goed geheel of gedeeltelijk wordt vernield, ofwel om indruk te maken op het publiek, een klimaat van onveiligheid te scheppen of de autoriteiten onder druk te zetten, ofwel om het verkeer of de normale werking van een dienst of een onderneming te belemmeren.
Alle beperkingen en uitsluitingen van de uitvoering van de verbintenissen van de Maatschappij ingevolge een uitvoerings- besluit van voormelde wet zijn van toepassing overeenkomstig de modaliteit van dit besluit.
Elk probleem met betrekking tot de verzekering kan door de verzekeringnemer, de verzekerde of een betrokken derde worden gemeld aan de desbetreffende dienst van de Maatschappij, ofwel via zijn verzekeringstussenpersoon, ofwel rechtstreeks.
Indien de klager het standpunt van de Maatschappij niet deelt, kan hij de klacht kenbaar maken bij de dienst “customer protection” van TVM Xxxxxxx (Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx, XX-0000 Xxxxxxx, x-mail xxxxxxxxxxxxxxxxxx@xxx.xx, tel +32 (0)3 285
90 00).
Wanneer de klager bij de interne klachtendienst van de Maatschappij geen voldoening bekomt, kan hij zich wenden tot de Ombudsman van de verzekeringen, de Xxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx, e-mail xxxx@xxxxxxxxx.xx, xxx.xxxxxxxxx.xx.
Het beroep op deze diensten doet geen afbreuk aan mogelijkheid om een rechtsvordering in te stellen.
Artikel 17. Verwerking van persoonsgegevens
In het kader van deze verzekeringsovereenkomst worden persoonsgegevens verwerkt.
Binnen de TVM groep worden deze persoonsgegevens gebruikt voor de volgende doelen:
- acceptatie en administratie van de verzekeringsovereenkomst;
- behandeling van schadegevallen;
- statistisch onderzoek;
- voorkomen en bestrijden van fraude;
- controle aan sanctielijsten;
- marketingactiviteiten;
- preventie- en risicobeheer;
- voldoen aan wet- en regelgeving.
De volledige tekst van het privacy statement kan geraadpleegd worden op xxx.xxx.xx door onderaan te klikken op ‘Privacy Statement’.
TVM Belgium heeft een beleid uitgewerkt, dat erop gericht is om alles wat redelijk mogelijk is in het werk te stellen om belangenconflicten te identificeren, te voorkomen of, indien dit niet mogelijk is, te beheren op een manier die de belangen van haar klanten zo weinig mogelijk schaadt.
De volledige tekst van dit beleid kan worden geraadpleegd op haar website xxx.xxx.xx.
RUBRIEK II BIJZONDERE BEPALINGEN BURGERRECHTELIJKE AANSPRAKELIJKHEID
aansprakelijkheidsverzekering
Met voorbijgaan aan hetgeen anders in deze verzekerings- voorwaarden mocht zijn bepaald wordt deze verzekering geacht aan de door of krachtens de Wet van 21 november 1989, betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen, en de daarop betrekking hebbende Koninklijke Besluiten, gestelde eisen te voldoen.
Artikel 20. Begripsomschrijvingen
20.1. Verzekerden
Naast de verzekeringnemer wordt tevens als verzekerde voor deze Rubriek beschouwd:
- de eigenaar, iedere houder, iedere bestuurder van het verzekerde motorrijtuig en iedere persoon die erdoor wordt vervoerd;
- de werkgever van alle voornoemde personen wanneer zij van alle aansprakelijkheid zijn ontheven krachtens Artikel 18 van de wet van 03 juli 1978 betreffende de arbeidsovereen- komsten.
Artikel 21. Omvang van de verzekering
21.1. Burgerrechtelijke aansprakelijkheid motorrijtuig
Met deze overeenkomst dekt de Maatschappij overeenkomstig de wet van 21 november 1989 en onder de hiernavolgende voor- waarden, de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de verzeker- den als gevolg van een door of met het omschreven motorrijtuig in het territoriaal verzekerde dekkingsgebied veroorzaakt schadegeval.
21.2. Gestolen/ontvreemd motorrijtuig
De dekking van deze overeenkomst strekt zich eveneens uit tot de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de verzekeringnemer alsook van zijn echtgenoot en zijn kinderen die bij hem inwonen, voor de schade veroorzaakt door het gestolen of ontvreemde motorrijtuig dat vervangen werd door het in de Bijzondere Voorwaarden omschreven motorrijtuig, wanneer:
- de diefstal of ontvreemding bij de Maatschappij aangegeven werd binnen de 72 uur te rekenen vanaf de dag dat de verzekeringnemer kennis kreeg van de diefstal of de ontvreemding;
- het gestolen of ontvreemde motorrijtuig bij de Maatschappij verzekerd was.
21.3. Verzekerd maximum
Het bedrag van de dekking is onbeperkt. Het wordt evenwel beperkt tot:
- 2.500 EUR per gebeurtenis voor persoonlijke kleding en bagage per vervoerde persoon;
- 100 miljoen EUR per gebeurtenis voor:
- stoffelijke schade die veroorzaakt is door brand of ont- ploffing;
- stoffelijke schade die niet gedekt is door de wetgeving inzake de burgerrechtelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie en die voortkomt uit of het gevolg is van een kernongeval in de zin van artikel 1,a),i) van het Verdrag van Parijs van 29 juli 1960.
Niettemin wordt de dekking beperkt tot 100 miljoen EUR vanaf het moment dat de wetgeving dit toelaat. Indien de door de wet toegestane beperking hoger ligt dan 100 miljoen EUR, dan zal deze dekking beperkt worden overeenkomstig de wetgeving.
21.4. Vervoer van gewonden
De Maatschappij vergoedt de kosten die de verzekerde werkelijk gemaakt heeft voor de reiniging en de herstelling van de binnenbekleding van het verzekerde motorrijtuig, wanneer die kosten voortvloeien uit het kosteloos vervoer van door een verkeersongeval gewonde personen.
21.5. Slepen
Wanneer het verzekerde motorrijtuig om het even welk motorrijtuig met pech sleept, wordt de dekking uitgebreid tot de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van diegene die in dat geval de ketting, de tros, het touw, de stang, of enige andere benodigdheid voor het slepen heeft geleverd.
Deze dekking omvat ook de schade aan het gesleepte motor- rijtuig.
Artikel 22. Kosten te vergoeden boven de verzekerde som
De Maatschappij betaalt, zelfs indien daardoor de verzekerde som wordt overschreden:
22.1. Wettelijke renten
De interest op de in hoofdsom verschuldigde schadevergoeding of het gedeelte daarvan, dat ten laste van deze verzekeringsovereenkomst kan worden gebracht.
22.2. Kosten in burgerlijke rechtsvorderingen
De kosten betreffende de tegen een verzekerde ingestelde burgerlijke rechtsvorderingen, alsook de honoraria van de advocaten en experten, exclusief btw voor de verzekerden die recht hebben op teruggave van btw in de mate waarin zij recht op teruggave daarvan hebben en inclusief btw voor verzekerden die geen recht hebben op teruggave van btw, in zoverre dat deze kosten met toestemming van de Maatschappij werden gemaakt of, in geval van belangenconflict dat niet te wijten is aan de verzekerde, voor zover die kosten niet onredelijk zijn gemaakt.
22.3. Kosten in strafzaken
De kosten van de door de Maatschappij, krachtens het aan haar in Artikel 6.6. gegeven onherroepelijk mandaat, aangestelde raadsman die de verzekerde bijstaat in geval tegen hem een strafvervolging is ingesteld.
Ten aanzien van de aansprakelijkheidsdekking in het verzeke- ringsgebied buiten België geldt:
23.1. Landen waarvoor grensverzekering verplicht is
Indien voor het betreffende land het sluiten van een grensverzekering voor het aansprakelijkheidsrisico, conform de aldaar geldende wetgeving, een verplichting is, dan kunnen aan deze Rubriek geen rechten worden ontleend.
23.2. Overige landen
Indien in het betreffende land een met de Belgische wet van 21 november 1989, betreffende de verplichte aansprakelijkheids- verzekering inzake motorrijtuigen, overeenkomende wet van toepassing is, is het aansprakelijkheidsrisico overeenkomstig de bepalingen van die wet gedekt tot de in deze Bijzondere Bepalingen genoemde maxima of, indien de bedoelde wet hogere bedragen voorschrijft, tot de in die wet voorgeschreven bedragen.
24.1. Wanneer borgstelling
Eist een buitenlandse overheid naar aanleiding van een ongeval in dat land, dat ter beveiliging van de rechten van de benadeelden, een bedrag wordt gedeponeerd voor de opheffing van een op het verzekerde motorrijtuig gelegd beslag of voor de invrijheidstelling van de verzekerde, dan schiet de Maatschappij de geëiste borgsom voor of stelt zij zich persoonlijk borg tot ten hoogste 62.000 EUR voor het verzekerde motorrijtuig en voor alle verzekerden samen, verhoogd met de kosten van de samenstelling en terugvordering van de borgsom, die ten laste zijn van de Maatschappij.
Werd de borgsom door de verzekerde betaald, dan stelt de Maatschappij zich persoonlijke borg in de plaats of betaalt zij, indien de borg niet aanvaardt wordt, het bedrag van de borgsom aan de verzekerde terug.
24.2. Terugbetaling aan de Maatschappij
Zodra de bevoegde overheid aanvaardt de betaalde borgsom vrij te geven moet de verzekerde alle formaliteiten vervullen die van hem zouden gevergd worden voor de vrijstelling of de opheffing.
Wanneer de bevoegde overheid de borgsom, gestort door de Maatschappij, geheel of gedeeltelijk verbeurd verklaart, of aan- wendt tot betaling van een geldboete, van een strafrechtelijke dading of van gerechtskosten in strafzaken, dan is de verzekerde verplicht de Maatschappij, op haar eenvoudig verzoek, terug te betalen.
Indien met het motorrijtuig op de openbare weg of op eigen terrein, doch niet in gebouwen, schade wordt toegebracht aan een ander voertuig uit het wagenpark van verzekeringnemer, zal ten aanzien van de schade aan dat voertuig worden gehandeld
als zou de schade door een ander dan verzekeringnemer zijn geleden, tenzij verzekeringnemer elders aanspraken kan doen gelden, ongeacht of deze aanspraken zijn gebaseerd op verze- keringen van al of niet oudere datum dan deze verzekering.
Hetzelfde geldt ten aanzien van schade met het verzekerde motorrijtuig toegebracht aan een motorrijtuig, dat in eigendom toebehoort aan degene die met toestemming van verzekering- nemer het verzekerde motorrijtuig permanent in gebruik heeft, tenzij deze bestuurder/eigenaar elders aanspraken kan doen gelden, ongeacht of deze aanspraken zijn gebaseerd op verzekeringen van al of niet oudere datum dan deze verzekering.
Verzekerde is verplicht de vrijstelling als vermeld in de Bijzondere Voorwaarden aan de Maatschappij te voldoen zodra deze tot het betalen van een schade aan de tegenpartij is overgegaan.
Artikel 27. Vrijstelling jonge bestuurder
Indien er zich een schadegeval voordoet wanneer de bestuurder van het verzekerde motorrijtuig jonger dan 23 jaar, dan dient de verzekeringnemer de uitgaven van de Maatschappij, in hoofdsom en kosten, tot het beloop van 150 EUR terug te storten.
Buiten de in Artikel 5. van de Algemene Bepalingen (Rubriek I) genoemde uitsluitingen is(zijn) van de verzekering uitgesloten:
28.1. Belanghebbenden
Zijn van het recht op schadevergoeding uitgesloten:
- de voor de schade aansprakelijke persoon, behalve indien het de aansprakelijkheid voor andermans daad betreft;
- de persoon die van alle aansprakelijkheid ontheven is op grond van artikel 18 van de wet van 03 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. Het recht op schadevergoeding blijft evenwel verworven ten voordele van de gedeeltelijk aansprakelijke persoon tot beloop van het deel van zijn schade toe te schrijven aan een verzekerde;
- voor hun stoffelijke schade wanneer zij geen lichamelijk letsel hebben opgelopen:
- de bestuurder van het verzekerde motorrijtuig;
- de verzekeringnemer;
- de eigenaar en de houder van het verzekerde motor- rijtuig;
- de echtgenoot van de bestuurder, van de verzekeringnemer, van de eigenaar of van de houder van dat motorrijtuig;
- de bloed- of aanverwanten in rechte lijn van één van de voornoemde personen, voor zover zij bij hem inwonen en door hem onderhouden worden.
Deze personen kunnen evenwel aanspraak maken op de ver- goeding van hun stoffelijke schade, zelfs indien zij geen lichamelijk letsels hebben opgelopen, wanneer de aansprakelijk- heidsvordering gesteund is op een gebrek van het verzekerd motorrijtuig.
28.2. Schade aan het verzekerde motorrijtuig
Elke vorm van schade aan het verzekerde motorrijtuig.
28.3. Schade aan vervoerde zaken
Schade aan de zaken door het verzekerde motorrijtuig vervoerd, behalve persoonlijke kledij en bagage van vervoerde personen.
28.4. Schade door vervoerde zaken
De schade die niet veroorzaakt wordt door het gebruik van het verzekerde motorrijtuig maar die enkel te wijten is aan de vervoerde goederen of aan de handelingen die vereist zijn voor dit vervoer.
28.5. Boeten en minnelijke schikkingen in strafzaken
De sommen die onmiddellijk worden geïnd bij de vaststelling van overtredingen van het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, de minnelijke schikkingen met het Openbaar Ministerie, de boeten en opdeciemen en de gerechtskosten in strafzaken worden niet ten laste genomen door de Maatschappij.
Artikel 29. Verzekeringsbewijs
29.1. Afgifte verzekeringsbewijs
Zodra de dekking van het contract aan de verzekeringnemer verworven is, wordt door de Maatschappij een verzekerings- bewijs, gelijkvormig met het reglementair model, afgeleverd aan de verzekeringnemer.
29.2. Terugzenden verzekeringsbewijs
In alle gevallen waarin deze dekking, uit welke oorzaak ook, ophoudt te bestaan, moet de verzekeringnemer het verzekeringsbewijs onmiddellijk aan de Maatschappij terugzenden.
Artikel 30. Verhaal van de Maatschappij
30.1. Verhaalsrecht en omvang hiervan
Wanneer de Maatschappij gehouden is ten aanzien van de benadeelden schadebetalingen te verrichten heeft zij, behoudens iedere andere mogelijke vordering waarover zij beschikt, een recht van verhaal in de gevallen en op de personen als hierna vermeld.
Het verhaal heeft betrekking op de schadevergoedingen in hoofdsom, alsook op de gerechtskosten en interesten die de Maatschappij dient te betalen.
Het bedrag van het verhaal is integraal indien de voornoemde bedragen niet hoger zijn dan 11.000 EUR. Indien de voornoemde bedragen hoger zijn dan 11.000 EUR wordt dit laatste bedrag verhoogd met de helft van het gedeelte dat het bedrag van
11.000 EUR overschrijdt. Dit verhaal bedraagt maximum 31.000 EUR.
30.2. Verhaalsrecht op verzekeringnemer
De Maatschappij heeft een recht van verhaal op de verzekering- nemer:
- in geval de dekking van de overeenkomst geschorst is wegens niet betaling van de premie;
- in geval van opzettelijk verzwijgen of opzettelijk onjuist meedelen van gegevens betreffende het risico bij het sluiten of in de loop van de overeenkomst. Dit verhaal wordt integraal uitgeoefend en is niet onderworpen aan de beperkingen van Artikel 30.1;
- in geval van onopzettelijk verzwijgen of onopzettelijk onjuist meedelen van gegevens betreffende het risico zowel bij het sluiten als in de loop van de overeenkomst, die aan de verzekeringnemer kunnen verweten worden; het bedrag van het verhaal is dan beperkt tot 250 EUR (niet geïndexeerd).
30.3. Verhaalsrecht op de verzekerde
De Maatschappij heeft een recht van verhaal op de verzekerde die de schade:
- opzettelijk heeft veroorzaakt. De Maatschappij moet dit kunnen bewijzen;
- heeft veroorzaakt indien sprake was van grove schuld. De Maatschappij moet dit bewijzen en daarbij aantonen dat er een oorzakelijk verband is met de schade, in een van de volgende gevallen:
a. rijden in staat van dronkenschap;
b. rijden onder invloed van drugs, medicijnen of hallucinogene stoffen, waardoor de verzekerde niet meer beschikt over de controle van zijn daden;
- heeft veroorzaakt en dader of medeplichtige is van de ontvreemding of oplichting met betrekking tot het gebruik van het verzekerde motorrijtuig. De Maatschappij moet dit kunnen bewijzen;
- heeft veroorzaakt doordat verzekerde een bepaalde handeling niet heeft verricht binnen een door de overeenkomst vastgestelde termijn. De Maatschappij moet bewijzen dat zij hierdoor schade heeft geleden. Dit verhaalsrecht kan niet uitgeoefend worden indien verzekerde bewijst dat hij die handeling zo spoedig als redelijkerwijze mogelijk heeft verricht.
30.4. Verhaalsrecht op verzekeringnemer of verzekerde De Maatschappij heeft een recht van verhaal op de verzekeringnemer en op de verzekerde die niet
verzekeringnemer is, indien de schade ontstond terwijl een of meerdere van de in de Algemene Voorwaarden of Bijzondere Voorwaarden vermelde uitsluitingen van toepassing is, dan wel wanneer niet aan de uit deze voorwaarden voortvloeiende verplichtingen werd voldaan, en de Maatschappij krachtens de wet van 21 november1989, betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen, verplicht werd de schade aan benadeelden te voldoen.
30.4.1. Verhaal met oorzakelijk verband
De Maatschappij heeft een recht van verhaal op de verzekering- nemer en, indien daartoe grond bestaat, op de verzekerde die niet de verzekeringnemer is, indien:
- op het ogenblik van het schadegeval het verzekerde motorrijtuig niet voldoet aan de reglementering op de technische controle en in het verkeer wordt gebracht. Dit verhaal kan alleen worden toegepast voor zover de
Maatschappij aantoont dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen de staat van het verzekerde motorrijtuig en het schadegeval;
- het schadegeval zich voordoet tijdens de deelname aan een snelheids-, regelmatigheids-, of behendigheidsrit of, wedstrijd, waartoe van overheidswege geen toestemming is verleend. Dit verhaal kan alleen worden toegepast voor zover de Maatschappij aantoont dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen de deelname aan een dergelijke wedstrijd en het schadegeval;
- het schadegeval zich voordoet, terwijl het reglementair of contractueel maximum toegelaten aantal passagiers overschreden is. Dit verhaal is beperkt tot de uitgaven die betrekking hebben op de passagiers en dit evenredig aan de verhouding van het overtallige aantal passagiers tot het aantal werkelijk vervoerde passagiers. Dit verhaal kan alleen worden toegepast voor zover de Maatschappij aantoont dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen de overschrijding van het toegelaten aantal passagiers en het schadegeval;
- het schadegeval zich voordoet, terwijl de vervoerde personen plaats innemen in strijd met de reglementaire of contractuele bepalingen, met uitzondering van het overschrijden van het maximum aantal toegelaten passagiers, wordt het verhaal uitgeoefend voor het totaal van de uitgaven die betrekking hebben op deze vervoerde personen. Dit verhaal kan alleen worden toegepast voor zover de Maatschappij aantoont dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen het innemen van een niet- conforme plaats in het verzekerde motorrijtuig en het schadegeval.
30.4.2. Verhaal zonder oorzakelijk verband
De Maatschappij heeft een recht van verhaal op de verzekering- nemer en, indien daartoe grond bestaat, op de verzekerde die niet verzekeringnemer is, indien zij bewijst dat, op het ogenblik van het schadegeval, het verzekerde motorrijtuig bestuurd wordt door:
- een persoon die niet beschikt over een geldig rijbewijs om dat motorrijtuig te besturen;
- door een persoon die specifieke beperkingen inzake het besturen van het motorrijtuig vermeld op zijn rijbewijs niet naleeft;
- door een persoon die een rijverbod heeft zelfs indien het schadegeval zich voordoet in het buitenland.
Er is geen recht van verhaal voor bovengenoemde punten indien de verzekerde aantoont dat deze situatie te wijten is aan het niet naleven van een louter administratieve formaliteit.
De Maatschappij kan in voor alle situaties vermeld in de Artikelen
30.4.1. en 30.4.2. geen verhaal uitoefenen op een verzekerde indien deze aantoont dat de tekortkomingen of de feiten waarop het verhaal gesteund is, te wijten zijn aan een andere verzekerde en dat ze zich hebben voorgedaan in de strijd met zijn onderrichtingen of buiten zijn medeweten.
30.5. Verhaalsrecht op de dader of burgerrechtelijk aansprakelijke
De Maatschappij heeft een recht van verhaal op de dader van
het schadegeval of de burgerrechtelijk aansprakelijke:
- in het geval van overdracht van de eigendom voor zover zij bewijst dat deze verzekerde een andere persoon is dan:
- de verzekeringnemer;
- alle personen die bij de verzekeringnemer inwonen, met inbegrip van zij die om studieredenen buiten het hoofdverblijf van de verzekeringnemer verblijven.
Artikel 31. Schadegevallen en rechtsvorderingen
Aanvullend op wat bepaald is in Artikel 6. geldt het volgende:
31.1. Maatschappij stelt zich achter verzekerde
Vanaf het ogenblik dat de Maatschappij tot het geven van dekking is gehouden en voor zover deze wordt ingeroepen, is zij verplicht zich achter de verzekerde te stellen binnen de grenzen van de dekking.
Die tussenkomsten van de Maatschappij houden geen enkele erkenning in van aansprakelijkheid vanwege de verzekerde en zij mogen hem geen nadeel berokkenen.
31.2. Strafrechtelijke vervolgingen
Indien een schadegeval aanleiding geeft tot strafrechtelijke ver- volging tegen de verzekerde, zelfs indien over de burgerrechte- lijke belangen nog geen regeling getroffen is, kan de verzekerde vrij, op eigen kosten, zijn verdedigingsmiddelen kiezen.
De Maatschappij moet zich beperken tot het bepalen van de verdedigingsmiddelen met betrekking tot de omvang van de aansprakelijkheid van de verzekerde en de hoogte van de door de benadeelde partij geëiste bedragen, onverminderd Artikel
31.1. wat de burgerrechtelijke belangen betreft.
De verzekerde is verplicht persoonlijk te verschijnen wanneer de procedure dit vergt.
Wanneer de verzekerde strafrechtelijk wordt veroordeeld, mag de Maatschappij er zich noch tegen verzetten, dat hij op eigen kosten gebruik maakt van elk mogelijk rechtsmiddel, noch mag zij tussenkomen in de keuze van rechtsmiddelen in strafzaken.
De Maatschappij heeft het recht om schadevergoedingen te betalen wanneer zij dit aangewezen acht.
Wanneer de Maatschappij vrijwillig is tussengekomen, moet zij de verzekerde tijdig op de hoogte brengen van elk rechtsmiddel dat de Maatschappij tegen de gerechtelijke beslissing met betrekking tot de omvang van de aansprakelijkheid van de verzekerde instelt; de verzekerde beslist op eigen risico of hij al dan niet het door de Maatschappij ingestelde rechtsmiddel volgt.
Artikel 32. Overdracht van het motorrijtuig
In geval van eigendomsoverdracht van het omschreven motorrijtuig geldt het volgende:
32.1. Betreffende het nieuwe motorrijtuig
De dekking blijft aan de verzekerde verworven:
- gedurende 16 dagen vanaf de overdracht van eigendom van het omschreven motorrijtuig en dit zonder enige formaliteit, indien het nieuwe motorrijtuig zelfs op ongeoorloofde wijze aan het verkeer deelneemt onder kentekenplaat van het overgedragen motorrijtuig;
- na het verstrijken van voornoemde termijn van 16 dagen voor zover echter de Maatschappij binnen deze termijn in kennis gesteld werd van de vervanging. In dit geval blijft de overeenkomst bestaan volgens de verzekeringsvoorwaarden en het tarief van toepassing bij de Maatschappij op de laatste premievervaldag onder voorbehoud van de bepalingen betreffende de premie- indexatie.
Indien na het verstrijken van voornoemde termijn van 16 dagen het overgedragen motorrijtuig niet werd vervangen of indien deze vervanging niet ter kennis werd gebracht van de Maatschappij is de overeenkomst geschorst en wordt Artikel
10.10. toegepast.
Deze schorsing van de overeenkomst is tegenstelbaar aan de benadeelde.
De vervallen premie blijft aan de Maatschappij pro rato temporis verworven tot op het ogenblik dat de overdracht van eigendom haar ter kennis wordt gebracht.
32.2. Betreffende het overgedragen motorrijtuig Gedurende 16 dagen vanaf de overdracht van de eigendom, voor zover geen enkele andere verzekering hetzelfde risico dekt:
- blijft de dekking verworven aan de verzekeringnemer, zijn echtgenoot en kinderen die bij hem inwonen en de wettelijke leeftijd tot besturen hebben bereikt, indien het overgedragen motorrijtuig zelfs op ongeoorloofde wijze aan het verkeer deelneemt onder de kentekenplaat die het voor de overdracht droeg;
- heeft de dekking uitwerking doch enkel ten opzichte van de benadeelde persoon wanneer de schade berokkend wordt door een andere verzekerde dan diegenen die hiervoor vermeld zijn, en dit indien het overgedragen motorrijtuig zelfs op ongeoorloofde wijze aan het verkeer deelneemt onder de kentekenplaat die het voor de overdracht droeg.
Na het verstrijken van voornoemde termijn van 16 dagen vervalt deze dekking tenzij de overeenkomst, mits schriftelijke instemming van de Maatschappij, overgedragen werd ten gunste van de nieuwe eigenaar.
De beëindiging van deze dekking is tegenstelbaar aan de benadeelde.
32.3. In geval van een huurovereenkomst
De eerder in dit Artikel omschreven bepalingen zijn eveneens van toepassing in geval van beëindiging van de rechten van de verzekeringnemer op het omschreven motorrijtuig dat hij verkregen heeft ter uitvoering van een huurovereenkomst of een gelijkaardige overeenkomst, onder meer een leasing- overeenkomst.
32.4. Verhaal na overdracht
De Maatschappij heeft een recht van verhaal op de dader van het schadegeval of de burgerrechtelijke aansprakelijke in de hierboven genoemde gevallen, wanneer de dekking enkel geldt ten gunste van de benadeelde.
Artikel 33. Personalisatie A posteriori (Bonus Malus)
33.1. Bonus-Malusschaal
Op elke jaarlijkse vervaldatum verandert de premie, volgens de hierna aangehaalde bonus-malusschaal, in functie van het aantal schadegevallen en overeenkomstig de hierna omschreven regels:
Schaal van de graden en overeenstemmende premieniveaus Basis
0 - 54 %, 5 - 63 %, 10 - 81 %, 15 - 105 %, 20 - 140 %
1 - 54 %, 6 - 66 %, 11 - 85 %, 16 - 111 %, 21 - 160 %
2 - 54 %, 7 - 69 %, 12 - 90 %, 17 - 117 %, 22 - 200 %
3 - 57 %, 8 - 73 %, 13 - 95 %, 18 - 123 %
4 - 60 %, 9 - 77 %, 14 - 100 %, 19 - 130 %
33.2. Toetredingsmechanisme tot het stelsel
De toetreding tot het stelsel gebeurt in graad 14 van de schaal behalve bij beperkt gebruik van een motorrijtuig voor toerisme en zaken of voor gemengd gebruik waar de toetreding gebeurt in graad 11. Deze afwijking is evenwel slechts van toepassing wanneer het motorrijtuig wordt gebruikt:
- voor privé-doeleinden en op de weg van en naar het werk (verplaatsingen tussen twee arbeidsplaatsen worden als beroepsgebruik beschouwd), met uitsluiting van elk ander beroepsgebruik dan de hierna bedoelde;
- voor beroepsdoeleinden, maar uitsluitend:
- door personen die voltijds een loon, of wedde trekkend beroep uitoefenen en die geen deel uitmaken van de buitendiensten van de onderneming of van de instelling die hen tewerkstelt (worden aangezien als deel uitmakend van de buitendiensten, de personen waarvan de beroepsactiviteit systematisch opdrachten in buitendienst inhoudt);
- door zelfstandigen die voltijds een sedentair beroep uitoefenen;
- door bedienaars van een door de wet erkende ere- dienst;
- door landbouwers en groentekwekers die regelmatig deelnemen aan de handenarbeid van de onderneming.
33.3. Verplaatsingsmechanisme op de gradenschaal
De premie wijzigt op elke jaarlijkse premievervaldag volgens de hierboven vermelde gradenschaal in functie van het aantal schadegevallen en overeenkomstig de hierna omschreven regels:
- om de personalisatiegraad te doen veranderen, worden alleen de schadegevallen in aanmerking genomen waarvoor de Maatschappij die het risico dekte op het tijdstip van het schadegeval, aan de benadeelden een schadevergoeding betaald heeft of zal moeten betalen;
- geen wijziging van personalisatiegraad zal volgen indien de hierboven genoemde schadegevallen uitsluitend betrekking hebben op Rubriek IV, V, of VI;
- de geobserveerde verzekeringsperiode wordt elk jaar afgesloten uiterlijk op de 15e van de maand die aan de maand van de jaarlijkse premievervaldag voorafgaat. Indien zij, om welke reden ook, korter is dan negen en een halve maand, zal zij bij de volgende observatieperiode gevoegd worden.
33.4. Werkingswijze van het mechanisme
De verplaatsingen geschieden volgens het volgende mechanisme:
- per geobserveerde verzekeringsperiode zonder schade: onvoorwaardelijke daling met één graad;
- per geobserveerde verzekeringsperiode met één of meer schadegevallen: stijging met vijf graden per schadegeval.
33.5. Beperkingen van het mechanisme
Ongeacht het aantal jaren zonder schadegeval of het aantal schadegevallen zullen de graden 0 of 22 nooit overschreden worden.
De verzekerde die tijdens vier opeenvolgende geobserveerde verzekeringsperiodes geen schadegeval gehad heeft en niettemin nog steeds op een hogere graad dan 14 staat wordt automatisch op de basisgraad 14 teruggebracht.
33.6. Verbetering van de graad
Indien blijkt dat de personalisatiegraad van een verzekeringnemer verkeerd bepaald of gewijzigd werd, wordt de graad verbeterd en worden de premieverschillen die er uit voortvloeien, respectievelijk aan de verzekeringnemer terugbetaald of door de Maatschappij opgeëist.
Het door de Maatschappij terugbetaalde bedrag wordt verhoogd met wettelijke interest indien de verbetering meer dan een jaar na de toekenning van de verkeerde graad gebeurd is.
Deze interest loopt vanaf het ogenblik dat de verkeerde graad werd toegepast.
33.7. Verandering van voertuig
De verandering van voertuig heeft geen enkele invloed op de personalisatiegraad.
33.8. Terug in voege stellen
Indien een geschorste overeenkomst opnieuw van kracht wordt, blijft de op het ogenblik van de schorsing bereikte personalisatie- graad van toepassing.
33.9. Verandering van Maatschappij
Indien de verzekeringnemer, voor het sluiten van de overeenkomst door een andere Maatschappij verzekerd werd met toepassing van het a posteriori personalisatiestelsel, is hij verplicht aan de Maatschappij de schadegevallen aan te geven die voorgekomen zijn sinds de datum van het door de andere
Maatschappij afgeleverde attest tot op de aanvangsdatum van de overeenkomst.
33.10. Attest van opzegging van de overeenkomst
Binnen de 15 dagen na de opzegging van de overeenkomst deelt de Maatschappij aan de verzekeringnemer de inlichtingen mee die nodig zijn voor de juiste vaststelling van de graad.
De handelspremie betrekking hebbende op deze Rubriek, alsmede de bedragen vermeld onder de Artikelen 10.10. en 30.1. worden van rechtswege gewijzigd telkens de Koning gebruik maakt van het recht van jaarlijkse aanpassing volgens de ontwikkeling van het indexcijfer van de consumptieprijzen met als basis het indexcijfer van 1 januari 1983 (artikel 3 par. 4 van de wet van 21 november 1989)
Indien het indexcijfer daartoe aanleiding is, worden de betreffende handelspremie en/of de verzekerde bedragen op de jaarlijkse vervaldag geïndexeerd volgens de verhouding die bestaat tussen:
- het indexcijfer van de consumptieprijzen vastgesteld door het Ministerie van Economische Zaken (of elke andere index die laatstgenoemde ervoor in de plaats mocht stellen) dat op dat ogenblik van toepassing is, en
- het indexcijfer dat in de Bijzondere Voorwaarden, op het laatste bijvoegsel of op de laatste premiekwitantie is toegepast of opgegeven.
Voor de gevallen bepaald in de Artikelen 8. en 10.10. zal de premie evenwel schommelen al naargelang het geval, op de datum van de aanpassing van de overeenkomst of op de datum van de vervanging van het rijtuig of op de dag van de wederinwerkingstelling van de overeenkomst, rekening houdende met de modaliteiten inzake het indexcijfer van de consumptieprijzen zoals hierboven bepaald.
Onder indexcijfer van de consumptieprijzen van toepassing op de jaarlijkse vervaldag, de datum van aanpassing, van vervanging of van wederinwerkingstelling verstaat men die van de eerste maand van het voorgaande trimester.
Artikel 35. Uitbreiding BOB waarborg
Gedurende de periode waarin de waarborg van de wettelijke aansprakelijkheid verworven is, biedt de BOB waarborg ook dekking voor het in de bijzondere voorwaarden verzekerde motorrijtuig tijdens privégebruik.
35.1. Schade als BOB
Dit is de situatie waarbij een verzekerde een voertuig bestuurt dat aan een derde toebehoort.
De waarborg biedt dekking voor zover de persoonlijke aansprakelijkheid van een verzekerde in het gedrang komt doordat tijdens privégebruik schade wordt toegebracht aan de personenauto of lichte vrachtwagen (MTM < 3,5T) die aan de derde toebehoort.
De tussenkomst is verworven indien aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan:
- de verzekeringnemer, de in gezinsverband samenwonende partner of een in de bijzondere voorwaarden opgenomen persoon neemt geheel kosteloos en bij wijze van vriendendienst het stuur van het voertuig over;
- op verzoek van de eigenaar, de houder of de door hen toegelaten bestuurder omdat deze niet in staat is het voertuig te besturen of ongeschikt is tot sturen doordat bestuurder zich in een toestand van intoxicatie bevindt door het gebruik van alcohol of van psychotrope stoffen;
- het schadegeval doet zich voor tijdens vermaak uitstappen bij het vervoer van de eigenaar, de houder of de door hen toegelaten bestuurder en hun gezelschap waarbij minstens één van deze drie voormelde personen aanwezig is in het voertuig op het ogenblik dat het schadegeval zich voordoet;
- het voertuig is niet verzekerd in Omnium;
- de verzekerde beschikt over een geldig rijbewijs om in de gegeven omstandigheden het voertuig te besturen, is
niet vervallen verklaard van het recht tot sturen en verzekerde bevindt zich niet in een toestand van intoxicatie door het gebruik van alcohol of van psychotrope stoffen waardoor verzekerde ongeschikt is om een motorrijtuig te besturen.
35.2. Schade door XXX
Dit is de situatie waarin een toevallige bestuurder het verzekerde motorrijtuig bestuurt.
De Maatschappij vergoedt de schade die door een toevallige bestuurder wordt toegebracht aan het verzekerde motorrijtuig voor privégebruik waarvan de waarborg wettelijke aansprakelijkheid dekking biedt.
De tussenkomst is verworven indien aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan:
- de toevallige bestuurder neemt geheel kosteloos en bij wijze van vriendendienst het stuur over van de verzekerde omdat deze niet in staat is een motorrijtuig te besturen doordat verzekerde zich in een staat van intoxicatie bevindt door het gebruik van alcohol of van psychotrope stoffen;
- het schadegeval doet zich voor bij het vervoer van de verzekerde tijdens een verplaatsing die in zijn/haar hoofde het karakter van een vermaakuitstap heeft;
- de toevallige bestuurder beschikt over een geldig rijbewijs om in de gegeven omstandigheden het verzekerde motorrijtuig van de verzekerde te besturen, is niet vervallen verklaard van het recht tot sturen en de toevallige bestuurder bevindt zich niet in een toestand van intoxicatie door het gebruik van alcohol of van psychotrope stoffen waardoor hij ongeschikt is om een motorrijtuig te besturen;
- het verzekerde voertuig heeft geen waarborg Omnium.
De Maatschappij doet afstand van haar verhaalsrecht in de mate dat de toevallige bestuurder voor deze schade geen beroep kan doen op een aansprakelijkheidsverzekering.
35.3. Derden
Voor de toepassing van deze waarborg worden als derden beschouwd de natuurlijke personen andere dan:
- de verzekeringnemer;
- de in deze verzekeringsovereenkomst aangeduide personen;
- de personen die met de verzekeringnemer in gezinsverband samenwonen.
35.4. Dekkingsgebied
De waarborg is verworven voor verkeersongevallen die zich voordoen in België of in het Groothertogdom Luxemburg.
35.5. Omvang van de waarborg
De Maatschappij vergoedt de schade aan het verzekerde motorrijtuig in werkelijke waarde tot een maximum van
25.000 EUR, er geldt een vrijstelling van 500 EUR per gebeurtenis.
35.6. Proces-verbaal
Er is geen tussenkomst indien er niet onmiddellijk na het ongeval een proces-verbaal werd opgesteld door de terzake bevoegde autoriteiten.
Artikel 36. Zwakke weggebruiker
- bij een verkeersongeval waarbij het verzekerde motorrijtuig betrokken is, wordt, met uitzondering van de stoffelijke schade, alle schade veroorzaakt aan elk verkeersslachtoffer of aan zijn rechthebbenden en voortvloeiend uit lichamelijke letsels of het overlijden, vergoed door de Maatschappij overeenkomstig artikel 29 bis van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen.
Schade aan functionele prothesen wordt beschouwd als lichamelijke schade.
Slachtoffers die een onverschoonbare fout hebben begaan die de enige oorzaak was van het ongeval, kunnen zich hierop niet beroepen.
Enkel de opzettelijke fout van uitzonderlijke ernst, waardoor diegene die ze begaan heeft zonder geldige reden wordt blootgesteld aan een gevaar waarvan hij zich bewust had moeten zijn is onverschoonbaar.
Het bewijs van onverschoonbare fout is niet toegelaten ten aanzien van slachtoffers, jonger dan veertien jaar.
Deze vergoedingsplicht wordt uitgevoerd overeenkomstig de wettelijke bepalingen betreffende de aansprakelijkheidsverzekering in het algemeen en de aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen in het bijzonder, voor zover daarvan in deze verzekeringsovereenkomst niet wordt afgeweken;
- de bestuurder van een motorrijtuig en zijn rechthebbenden kunnen zich niet beroepen op de bepalingen van dit Artikel;
- voor de toepassing van dit Artikel moet onder motorrijtuig worden verstaan ieder motorrijtuig met uitzondering van
rolstoelen met een eigen aandrijving die door gehandicapten in het verkeer kunnen worden gebracht;
- voor de toepassing van dit Artikel en in afwijking van Artikel 6.1. berust de verplichting tot schadeaangifte bij de verzekeringnemer, ook al zou hij niet aansprakelijk kunnen worden gesteld, voor zover hij van het voorgevallen schadegeval kennis had.
In geval van wijziging van één van de door de verzekeringnemer gekende segmentatiecriteria, kan het contract niet worden opgezegd.
De Maatschappij zal de gepersonaliseerde premie aanpassen indien:
- de verzekeringnemer een wijziging van één van deze criteria meedeelt;
- zij vaststelt dat een criterium niet overeenstemt met de verklaringen van de verzekeringnemer.
RUBRIEK III BIJZONDERE BEPALINGEN OMNIUM
Artikel 38. Van toepassing zijnde dekkingen
De Artikelen 40., 41., 42. en 43. zijn uitsluitend van toepassing indien daarnaar in de Bijzondere Voorwaarden uitdrukkelijk verwezen wordt.
Artikel 39. Begripsomschrijvingen
39.1. Motorrijtuig
Het in de Bijzondere Voorwaarden omschreven motorrijtuig, en het in of aan het motorrijtuig gemonteerde toebehoren, het losse toebehoren dat de veiligheid bevordert, zoals gevarendriehoek, verbanddoos, pechlamp, sleepkabel en brandblusapparaat.
De waarborgen van Xxxxxxx XXX worden niet overgedragen op het tijdelijk vervangend motorrijtuig.
39.2. De aan te geven waarde volgens “cataloguswaarde”
- de cataloguswaarde, opties en toebehoren inbegrepen, dit
is de officiële verkoopprijs in België, ten tijde van de aankoop van het omschreven motorrijtuig in nieuwe staat zoals door de fabrikant vastgesteld, btw en belasting op inverkeerstelling (BIV) niet inbegrepen, zonder rekening te houden met eventuele kortingen en vermeerderd met de cataloguswaarde van de niet standaard uitrusting aanwezig op het moment van het afsluiten van de waarborg omnium;
- de waarde van de later toegevoegde uitrusting, volgens de aankoopfactuur van die uitrusting;
- de cataloguswaarde van de antidiefstal installatie moet niet aangegeven worden aangezien deze gratis verzekerd wordt.
39.3. De aan te geven waarde volgens “factuurwaarde”
- de waarde die, volgens de aankoopfactuur van het omschreven motorrijtuig, werd aangerekend voor de aankoop van het omschreven motorrijtuig en zijn uitrusting, opties en toebehoren aanwezig op het moment van het afsluiten van de waarborg in omnium, btw en belasting op inverkeerstelling (BIV) niet inbegrepen;
- de waarde van de later verworven uitrusting volgens de aankoopfactuur van die uitrusting;
- de waarde van de antidiefstal installatie moet niet aangegeven worden aangezien deze gratis verzekerd wordt.
39.4. Onderverzekering
Er is onderverzekering als de aangegeven totale waarde kleiner is dan de aan te geven waarde overeenkomstig Artikel 39.2. en
39.3. Onderverzekering leidt tot toepassing van de evenredigheidsregel.
39.5. Evenredigheidsregel
Dit is de vermindering van de verschuldigde vergoedingen, bij onderverzekering, volgens de verhouding tussen de aangegeven waarde en de aan te geven waarde.
39.6. Waarde voor ongeval
De waarde voor ongeval is de basis voor het berekenen van de vergoeding in geval van totaal verlies van het verzekerde motorrijtuig en is afhankelijk van de gekozen verzekeringsformule:
- verzekering in werkelijke waarde:
de waarde voor ongeval van het verzekerde motorrijtuig is de waarde van het verzekerde motorrijtuig de dag van het schadegeval, bepaald door de expert(en) en gebaseerd op de waarde van een gelijkaardig motorrijtuig, met als maximum de aan te geven waarde.
Wat de verzekerde niet standaard uitrusting betreft, zal er voor de bepaling van haar waarde voor ongeval rekening gehouden worden met haar aankoopwaarde, zoals vermeld op de factuur, onder aftrek van 1% per begonnen maand vanaf de datum van haar aankoop tot de datum van het schadegeval.
- verzekering in aangenomen waarde:
de waarde voor ongeval van het verzekerde motorrijtuig is de aan te geven waarde van het verzekerde motorrijtuig, volgens de hierna volgende afschrijvingsformule:
Tijdens een eerste verzekeringsperiode van 12 maanden, vanaf de datum van eerste ingebruikneming, blijft de in de Bijzondere Voorwaarden vermelde verzekerde waarde behouden.
Ontstaat de schade na deze 12 maanden, dan wordt vanaf de zevende maand tot en met de zestigste maand de verzekerde waarde verminderd met 1% per begonnen maand. Vanaf de 61e maand geldt de werkelijke waarde.
De Maatschappij vergoedt tot het in de Bijzondere Voorwaarden genoemde maximum, de schade aan of het verlies van het motorrijtuig ontstaan door brand, explosie, zelfontbranding, kortsluiting, ook als gevolg van eigen gebrek, blikseminslag of bluswerkzaamheden en de kosten gemaakt om het verzekerde motorrijtuig te blussen.
Artikel 41. Dekking brand/diefstal
Naast de oorzaken genoemd in Artikel 40. vergoedt de Maatschappij tot het in de Bijzondere Voorwaarden genoemde maximum, de schade aan of het verlies van het motorrijtuig ontstaan door diefstal of poging tot diefstal (met inbegrip van carjacking en homejacking), (in)braak, gebruiksdiefstal of ontvreemding, met inbegrip van de schade, die gedurende de tijd dat het motorrijtuig aan de macht van de verzekeringnemer was onttrokken, aan het motorrijtuig is toegebracht.
Artikel 42. Dekking beperkte omnium
Naast de oorzaken genoemd in Artikelen 40. en 41. vergoedt de Maatschappij tot het in de Bijzondere Voorwaarden genoemde maximum, de schade aan of het verlies van het motorrijtuig ontstaan door:
42.1. Dieren
Botsing met wild, vogels of loslopende dieren, voor zover de schade door die aanrijding is toegebracht.
42.2. Ruitbreuk
Het breken of barsten van voor-, zij-, achter- en panoramische ruiten en zonnedaken. Indien de ruitschade wordt hersteld met behulp van een harsinjectie geldt geen vrijstelling.
42.3. Natuurgeweld
Overstroming, vloedgolf, hagel, lawine, aardbeving, vulkanische uitbarsting, vallend gesteente, instorting, aardverschuiving.
42.4. Storm
Het omwaaien van het motorrijtuig en het vallen van voorwerpen als gevolg van storm (windsnelheid tenminste 14 meter per sec, windkracht 7).
42.5. Luchtvaartuigen
Het in aanraking komen met een luchtvaartuig, delen hiervan, of voorwerpen welke uit een luchtvaartuig vallen.
42.6. Transport
Een van buiten komend onheil tijdens transport met uitzondering van takelen en slepen.
42.7. Milieu
Plotselinge inwerking van chemische stoffen als gevolg van een milieuverstorende gebeurtenis.
42.8. Vandalisme
Schade ontstaan uit vandalisme.
42.9. Xxxxxx Xxxxxx
De verschuldigde bijdrage in de averij-grosse.
De hierboven onder Artikel 42.1. tot en met 42.8. genoemde specifieke oorzaken dienen met een begin van bewijs te worden aangetoond, zoals bijvoorbeeld een onderzoeksverslag van de politie of een andere bevoegde overheid.
Artikel 43. Dekking volledige omnium
Naast de oorzaken en kosten genoemd in Artikelen 40., 41. en
42. is tevens gedekt de schade aan het motorrijtuig door botsen, stoten, omslaan, van de weg of te water raken, ook als gevolg van eigen gebrek, en alle andere van buiten komende onheilen.
Buiten de in Artikel 5. van de Algemene Bepalingen (Rubriek I) genoemde uitsluitingen is van de verzekering uitgesloten:
44.1. Schade aan de banden
Schade indien deze enkel de banden betreft.
44.2. Schade uit slijtage
Schade bestaande uit slijtage aan onderdelen en mechanische schade of bestaande uit verkleuring, vlekken of vervuiling
44.3. Waardevermindering
Schade bestaande uit waardevermindering.
44.4. Schade door bevriezing
Schade ten gevolge van bevriezing anders dan als rechtstreeks gevolg van een onder deze Rubriek gedekte gebeurtenis.
44.5. Diefstal of poging tot diefstal
Indien de sleutels en andere zaken die bestemd zijn voor het starten van het motorrijtuig in of op het motorrijtuig worden achtergelaten, tenzij het motorrijtuig zich op het ogenblik van de feiten in een afgesloten privégarage bevond en daar ingebroken werd.
Indien het in de Bijzondere Voorwaarden verplicht gestelde anti- diefstalsysteem of na-diefstalsysteem niet aanwezig is of niet in werking is gesteld.
45.1. Xxxxxxx xxx xxxxxx
De Maatschappij vergoedt de herstellingskosten bepaald door de expert (en) vermeerderd met de daarop verschuldigde en niet- terugvorderbare btw. In geval van onderverzekering zal de evenredigheidsregel toegepast worden.
Dit bedrag wordt verminderd met de vrijstelling.
45.2. Xxxxxxx van totaal verlies, diefstal of ontvreemding
Bij totaal verlies, diefstal of ontvreemding betaalt de
Maatschappij de waarde voor ongeval volgens de gekozen verzekeringsformule (aangenomen waarde of werkelijke waarde) opgenomen in de Bijzondere Voorwaarden, verminderd met de herstellingskosten exclusief btw van voorafbestaande niet- herstelde schade aan het motorrijtuig en vermeerderd met de daarop verschuldigde en niet terugvorderbare btw.
Voor deze beoordeling wordt gekeken naar het btw-statuut van de verzekeringnemer op het moment van aankoop van het motorrijtuig. Werd het motorrijtuig aangekocht met toepassing van het belastingsstelsel op de winstmarge, dan wordt dit btw- percentage forfaitair vastgesteld op 3,15%, namelijk 21% op een winstmarge van 15%. In elk geval zal de vergoeding nooit meer bedragen dan de werkelijk betaalde en niet-recupereerbare btw bij aankoop van het verzekerde motorrijtuig.
Ingeval van onderverzekering zal de evenredigheidsregel toegepast worden.
Bovendien vergoedt de Maatschappij de van toepassing zijnde belasting op de inverkeerstelling (BIV) verschuldigd voor een motorrijtuig van de ouderdom en categorie van het omschreven motorrijtuig op het ogenblik van het schadegeval.
Dit bedrag wordt verminderd met:
- de vrijstelling;
- de wrakwaarde wanneer de verzekerde geen wrakafstand doet ten voordele van de Maatschappij.
De Maatschappij vergoedt tevens de overbouw van de opties en het verzekerd toebehoren naar het motorrijtuig dat in vervanging komt, mits voorlegging van de factuur.
Bij verzekering in aangenomen waarde geldt:
- het motorrijtuig wordt als totaal verlies beschouwd wanneer de herstellingskosten, exclusief belastingen, hoger liggen dan de verzekerde waarde op het ogenblik van het schadegeval, na aftrek van de wrakwaarde;
- de verzekeringnemer kan er echter voor kiezen om het motorrijtuig als een totaal verlies te beschouwen wanneer de herstellingskosten 2/3 van de verzekerde waarde overtreffen, na aftrek van de wrakwaarde.
45.3. Bij diefstal of ontvreemding
De Maatschappij vergoedt bij diefstal of ontvreemding volgens de gekozen formule aangenomen waarde of werkelijke waarde.
45.4. Kosten van vervoer en bewaking
De Maatschappij vergoedt, voor zover rechtstreeks veroorzaakt door een in Rubriek III gedekte gebeurtenis, de noodzakelijke kosten van takelen, slepen en vervoer om het verzekerde motorrijtuig opnieuw op een berijdbare weg te brengen en, indien nodig, naar de dichtstbijzijnde, voor het betreffende type motorrijtuig deskundig en goed uitgeruste herstelinrichting te brengen, waar de door de verzekering gedekte beschadiging kan worden hersteld.
Dit behelst, onder dezelfde voorwaarden, ook de kosten van repatriëring.
Tevens vergoedt de Maatschappij, tot aan de datum dat het motorrijtuig hersteld is, hetzij het wrak verkocht kan worden, de verantwoorde stallingskosten van het motorrijtuig als rechtstreeks gevolg van een in Rubriek III gedekte gebeurtenis.
45.5. Uitbreidingen
De Maatschappij biedt bij een gedekt schadegeval tevens dekking voor:
- kosten van vervanging autopapieren en/of normale nummerplaten als die verloren gegaan, vernietigd of onbruikbaar geworden zijn;
- later verworven uitrusting ten belope van 5% van de aangegeven waarde, mits voorlegging van de aankoopfactuur;
- de kosten voor het vervangen van de sloten en/of het herprogrammeren van de codes van het antidiefstalssysteem bij diefstal van de sleutels en/of de afstandsbediening, na voorlegging van de herstelfactuur;
- de douanekosten wanneer het onmogelijk is om het verzekerde motorrijtuig binnen de wettelijke termijn opnieuw in te voeren;
- ingeval van herstelling van het motorrijtuig waarvoor technische controle na herstel nodig is, de kosten van de automobielinspectie.
Er geldt een vrijstelling van 135 EUR per gebeurtenis voor de onder Artikelen 40., 41. en 42.1. tot en met 42.8. genoemde oorzaken. Voor zover de schade niet het gevolg is van een van deze oorzaken geldt de in de Bijzondere Voorwaarden genoemde vrijstelling, behoudens de vergoedingen krachtens de Artikelen 42.9., 45.4. en 45.5. waarvoor geen vrijstelling geldt.
47.1. Diefstal en ontvreemding
In geval van diefstal of ontvreemding van het motorrijtuig, is verzekerde verplicht daarvan onmiddellijk aangifte te doen bij de bevoegde overheid en alles te doen wat redelijkerwijs van hem kan worden verlangd tot opsporing van het gestolen of ontvreemde verzekerde object.
Bij diefstal van het motorrijtuig in het buitenland is de verzekerde ertoe gehouden tevens bij de bevoegde Belgische overheid aangifte te doen van de diefstal na zijn terugkeer in België.
In geval van diefstal of ontvreemding van het motorrijtuig is verzekerde verplicht tevens zo snel mogelijk en uiterlijk binnen de 8 dagen aangifte te doen aan de Maatschappij. Verzekerde overhandigt op eerste verzoek van de Maatschappij de sleutels en/of afstandsbediening alsook het gelijkvormigheidsattest en het inschrijvingsbewijs. Indien deze gestolen werden, bezorgt verzekerde aan de Maatschappij de attesten van aangifte van diefstal afgeleverd door de bevoegde overheid.
De tussenkomst van de Maatschappij is afhankelijk van deze voorafgaande aangifte bij de autoriteiten. De Maatschappij is bevoegd de betaling uit te stellen tot 30 dagen na de dag van deze aangifte.
Door ontvangst van de schade-uitkering draagt de verzekering- nemer zijn rechten op het motorrijtuig over aan de Maatschappij en is hij verplicht de in zijn bezit zijnde autopapieren en de sleutels aan de Maatschappij over te maken.
De verzekeringnemer verleent de Maatschappij, voor zover nodig, onherroepelijk volmacht voor het instellen van een terug- vorderingsactie.
Indien het motorrijtuig wordt teruggevonden nadat de schade- uitkering door de Maatschappij is gebeurd, heeft de verzekeringnemer het recht de uitkering te behouden, dan wel deze aan de Maatschappij af te staan, waarbij verzekeringnemer het teruggevonden motorrijtuig terugneemt en de Maatschappij
zich verplicht de als gevolg van dit gebeuren ontstane materiële schade aan dit motorrijtuig te vergoeden met inachtneming van deze Algemene Voorwaarden.
47.2. Schadevaststelling
Bij schade aan het motorrijtuig, dient de Maatschappij of de met de vaststelling van de schade belaste expert gedurende twee aaneengesloten werkdagen na de ontvangst van de schademelding gelegenheid te krijgen de schade op te nemen, voordat met herstelling een aanvang mag worden gemaakt.
47.3. Noodherstellingen
Noodherstellingen mogen tot een bedrag van 750 EUR worden uitgevoerd zonder voorafgaande goedkeuring van de Maatschappij.
De Maatschappij dient hiervan zo spoedig mogelijk op de hoogte te worden gesteld, onder voorlegging van een factuur met gedetailleerde vermelding van de uitgevoerde herstellingen.
In dit Artikel wordt vervanging gelijkgesteld met herstelling.
47.4. Schadebeperkingsplicht
De verzekerde is gehouden alle redelijke maatregelen te nemen om de gevolgen van de gebeurtenis te beperken.
Indien de verzekerde deze verplichting niet vervult, is de Maatschappij gerechtigd haar prestaties te verminderen ten belope van het door haar geleden nadeel veroorzaakt door de nalatigheid van verzekerde.
47.5. Schade-uitkering
De Maatschappij stelt de schade-uitkering binnen 6 weken vast, nadat zij in het bezit is van alle daarvoor vereiste gegevens. Zij stelt de verzekeringnemer zo snel mogelijk in kennis van haar beslissing.
Indien de verzekeringnemer niet binnen 6 weken na deze kennisgeving tegen deze beslissing schriftelijk bij de Maatschappij bezwaren heeft ingebracht en tevens opdracht heeft gegeven tot contra-expertise, wordt hij geacht zich daarmee akkoord te verklaren.
47.6. Interesten
Interesten zijn slechts verschuldigd vanaf de dag dat zij in rechte zijn gevorderd.
47.7. Abandonnement
De verzekeringnemer heeft niet het recht om het beschadigde of gestolen motorrijtuig in eigendom aan de Maatschappij over te dragen.
47.8. Verkoop van het wrak
Indien het omschreven motorrijtuig mogelijk totaal verlies is dan zorgt de verzekerde er voor dat mogelijke opkopers het wrak kunnen bezichtigen.
Indien de eigenaar van het verzekerd motorrijtuig bij totaal verlies het wrak in zijn naam en voor rekening van de
Maatschappij wordt verkocht dan bezorgt hij de expert onmiddellijk een ondertekende verklaring van afstand van wrakopbrengst samen met de nodige documenten voor verkoop.
47.9. Inzage van het strafdossier
Indien de Maatschappij vermoedt dat er gronden bestaan die aanleiding zouden kunnen geven tot vermindering van haar prestaties, is zij gerechtigd het gevolg van het strafrechtelijk onderzoek af te wachten en inzage te nemen van het strafdossier, alvorens tot uitkering over te gaan.
Indien de Maatschappij reeds uitkeringen verrichtte op grond van de haar door de verzekerde verstrekte gegevens en zij naderhand, na kennisname van het strafdossier, tot de bevinding komt dat zij niet of slechts gedeeltelijk tot tussenkomst gehouden was op gronden die haar niet bekend waren, is zij gerechtigd het uitbetaalde geheel of gedeeltelijk van de begunstigde terug te vorderen.
RUBRIEK IV BIJZONDERE BEPALINGEN FORFAITAIRE ONGEVALLENVERZEKERING BESTUURDER
Artikel 48. Grondslag van de verzekering
Deze waarborg is facultatief en uitsluitende van toepassing indien ernaar in de Bijzondere Voorwaarden nadrukkelijk wordt verwezen.
Artikel 49. Begripsomschrijvingen
49.1. Verzekerde bestuurder
Verzekerde in het kader van deze waarborg is de persoon, die het verzekerde motorrijtuig bestuurt op het ogenblik van het ongeval en daarvoor de toelating heeft.
Het verzekerde motorrijtuig is het motorrijtuig op vier wielen van het type personenwagen of lichte vrachtwagen (MTM max 3,5 ton) dat omschreven is in de Bijzondere Voorwaarden.
49.2. Ongeval
Een plotse gebeurtenis, waarvan de oorzaak of één van de oorzaken buiten het organisme van het slachtoffer ligt en die een lichamelijk letsel of de dood tot gevolg heeft.
49.3. Basiskapitaal
Kapitaal, dat, al naargelang het geval, de basis vormt voor de berekening van de uitkering of als dekkingsgrens fungeert. Tenzij anders bepaald in de bijzondere voorwaarden, bedraagt het basiskapitaal 25.000 EUR.
Is de verzekerde bestuurder jonger dan 23 of ouder dan 65 jaar, wordt dit basiskapitaal gehalveerd.
49.4. Invaliditeit
De definitieve, medisch vast te stellen of medisch te verklaren beperking van de fysieke en/of psychische mogelijkheden en objectief daarmee verbonden gevolgen voor het dagelijkse leven, zoals gedefinieerd in de “Europese schaal ter bepaling van de graad van lichamelijke en geestelijke invaliditeit”.
49.5. Behandelingskosten
Geneeskundige, heelkundige, farmaceutische en verplegingskosten voor medisch noodzakelijke behandelingen die verstrekt of voorgeschreven worden door een geneesheer en beantwoorden aan de RIZIV-nomenclatuur, inclusief ziekenhuisverpleegkosten, kosten voor aangepast vervoer dat nodig is voor de behandeling en kosten van prothesen (met uitsluiting van de vervanging van een bestaande prothese).
49.6. Natuurevenement
Storm, bliksem, hagel, aardbevingen, neerstortende rotsen, steenval, aardverschuivingen, lawines, druk van sneeuwmassa’s en overstromingen.
49.7. Consolidatie
Het tijdstip waarop het letsel vanuit medisch oogpunt geen aanzienlijke wijzigingen meer kan ondergaan. Reserves van medische aard dienen zich binnen 3 jaar na consolidatie realiseren om nog aanspraak te kunnen geven op vergoeding.
Artikel 50. Voorwerp van de waarborg
De Maatschappij waarborgt de uitkering van de verzekerde bedragen als de verzekerde bestuurder een ongeval overkomt, ten gevolge waarvan hij letsel oploopt of overlijdt.
De dekking wordt uitgebreid tot letsels of overlijden als gevolg van een diefstal of poging tot diefstal van het omschreven motorrijtuig, waarbij er geweld gepleegd wordt op de persoon van de bestuurder, terwijl hij zich in de wagen bevindt.
Artikel 52. Verzekeringsgebied
De waarborg is verworven in het hele verzekeringsgebied dat omschreven is onder Artikel 3.
Indien de verzekerde bestuurder binnen de drie jaar na het ongeval als gevolg van het daarbij opgelopen letsel overlijdt, wordt een vergoeding uitgekeerd gelijk aan het basiskapitaal onder aftrek van wat uitgekeerd zou zijn voor blijvende invaliditeit.
Als de uitkering voor blijvende invaliditeit de voor overlijden verzekerde som overtreft, zal het teveel uitgekeerde bedrag niet worden teruggevorderd.
Tenzij anders in de Bijzondere Voorwaarden is bepaald, wordt de vergoeding overlijden in deze volgorde uitgekeerd:
- aan de echtgeno(o)t(e), die niet gescheiden van tafel en bed of niet feitelijk gescheiden is;
- bij ontstentenis, aan de kinderen van de verzekerde, in gelijke delen;
- bij ontstentenis, aan de wettige erfgenamen van de verzekerde tot en met de vierde graad, volgens hun respectieve rechten in de nalatenschap.
Artikel 54. Blijvende invaliditeit
Indien de verzekerde bestuurder als gevolg van het ongeval een blijvende invaliditeit oploopt, keert de Maatschappij een vergoeding uit, waarvan de omvang afhankelijk is van de graad van invaliditeit.
De invaliditeitsgraad wordt bij de consolidatie en uiterlijk drie jaar na het ongeval door de raadgevend geneesheer van de Maatschappij vastgesteld.
De vergoeding wordt als volgt berekend op basis van het basiskapitaal:
- bedraagt de invaliditeit maximaal 25%: het basiskapitaal vermenigvuldigd met de invaliditeitsgraad
- bedraagt de invaliditeit maximaal 50%, is de vergoeding de som van:
- 25% van het basiskapitaal
- Tweemaal het basiskapitaal, vermenigvuldigd met de invaliditeitsgraad die 25% overschrijdt
- bedraagt de invaliditeit maximaal 75%, is de vergoeding de som van:
- 75% van het basiskapitaal
- Driemaal het basiskapitaal, vermenigvuldigd met de invaliditeitsgraad die 50% overschrijdt
- bedraagt de invaliditeit maximaal 100%, is de vergoeding de som van:
- 150% van het basiskapitaal
- zesmaal het basiskapitaal, vermenigvuldigd met de invaliditeitsgraad die 75% overschrijdt.
Indien één jaar na het ongeval de consolidatie niet is ingetreden, zodat de invaliditeit niet definitief kan worden vastgesteld, keert de Maatschappij een voorschot uit dat overeenstemt met 50% van de vermoede graad van blijvende invaliditeit.
Artikel 55. Behandelingskosten
De Maatschappij vergoedt de behandelingskosten tot aan de consolidatiedatum en uiterlijk drie jaar na het ongeval tot beloop van maximaal één vijfde van het basiskapitaal.
Deze waarborg is aanvullend na uitputting van de tussenkomst van het ziekenfonds, de arbeidsongevallenverzekering, Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap of Agence Wallone pour l’intégration des Personnes Handicapées.
Er geldt een vrijstelling van 125 EUR.
Artikel 56. Indeplaatsstelling
De Maatschappij, die een vergoeding heeft uitbetaald, treedt in de rechten van de begunstigde. Zij kan haar uitkeringen verhalen op de personen die aansprakelijk zijn voor het ongeval.
Artikel 57. Verplichtingen bij schadegeval
Buiten hetgeen voorzien is in Artikel 6.1. van de Algemene Bepalingen, dient de verzekerde zich te onderwerpen aan de onderzoeken van de raadgevend geneesheer van de Maatschappij. Hij stemt ermee in dat zijn behandelende geneesheer alle vragen beantwoordt die de raadgevend geneesheer stelt.
De verzekerde stelt de Maatschappij in kennis van elke expertise en procedure die gevoerd wordt met betrekking tot dit schadegeval en stemt ermee in dat de Maatschappij hieraan deelneemt.
De verzekerde onthoudt zich van elke erkenning van aansprakelijkheid en van iedere daad die het subrogatierecht van de Maatschappij kan benadelen.
Wanneer verzekerde de in de polis opgelegde verplichtingen niet naleeft, kan de Maatschappij de schadevergoeding verminderen of terugvorderen in evenredigheid met het daardoor geleden nadeel. Bij fraude vanwege verzekerde, kan de Maatschappij de waarborg weigeren.
Artikel 58. Medische expertise
Betwistingen van medische aard, worden voorgelegd aan twee experten- geneesheren, waarvan één wordt aangesteld door de verzekerde en de andere door de Maatschappij. Vooraf wordt in onderling akkoord een derde geneesheer aangesteld, wiens beslissing bindend zal zijn indien de meningen van de twee experten-geneesheren verdeeld zijn. Iedere partij betaalt de kosten van de door haar aangestelde expert-geneesheer. De kosten van de derde geneesheer en kosten van specialistische onderzoeken, die deze laat uitvoeren, worden gedeeld.
De waarborg is niet verworven:
- voor ongevallen gebeurd in omstandigheden die krachtens artikel 29. van de Afdeling Bijzondere bepalingen Burgerrechtelijke Aansprakelijkheid aangemerkt worden als reden voor integraal of beperkt regres;
- als de bestuurder geweigerd heeft zich te onderwerpen aan een ademtest, bloedproef op test tot opsporing van drugs of als hij vluchtmisdrijf heeft gepleegd;
- als het ongeval een gevolg is van een opzettelijke daad in hoofde van of gebeurd is met medeplichtigheid van de verzekeringnemer, de bestuurder of diens rechtverkrijgenden;
- dat zich voordoet terwijl het motorrijtuig in huur werd gegeven of opgeëist is;
- dat zich voordoet terwijl het verzekerde motorrijtuig is toevertrouwd aan:
- personen en hun aangestelden die zich beroepshalve bezighouden met het verkopen, herstellen, onderhouden, takelen of naar de technische keuring brengen van wagens;
- de aangestelden van een centrum voor technische keuring;
- personen en hun aangestelden, die een tankstation, parking of carwash uitbaten;
- de rijschoollesgever;
- als het te wijten is aan abnormaal ernstige gebreken van het motorrijtuig, zoals rijden met duidelijk kale banden;
- voor schade die het gevolg is van een natuurevenement;
- voor een vooraf bestaande medische toestand. De prestaties van de Maatschappij dekken enkel de rechtstreekse en uitsluitende gevolgen van het ongeval. Zij dekken enkel de weerslag die het ongeval op een gezonde persoon van dezelfde leeftijd heeft;
RUBRIEK V BIJZONDERE BEPALINGEN
SCHADEVERGOEDENDE VERZEKERING AUTOBESTUURDER GEMEEN RECHT
Artikel 60. Grondslag van de verzekering
Deze waarborg is facultatief en uitsluitend van toepassing indien ernaar in de Bijzondere Voorwaarden uitdrukkelijk wordt verwezen.
Artikel 61. Begripsomschrijvingen
61.1. Verzekerde bestuurder
Verzekerde in het kader van deze waarborg is de bestuurder, of bij diens overlijden zijn rechtverkrijgenden.
De verzekerde bestuurder is de persoon, die zijn woonplaats in België heeft, die op het moment van het verkeersongeval onderworpen is aan het Belgische stelsel van de sociale verzekering voor werknemers, die het verzekerde motorrijtuig bestuurt op het ogenblik van het schadegeval en daarvoor de toelating heeft.
Het verzekerde motorrijtuig is het motorrijtuig op vier wielen van het type personenwagen of lichte vrachtwagen (MTM max 3,5 ton) dat omschreven is in de Bijzondere Voorwaarden.
Voor de bestuurder, die zijn woonplaats niet in België heeft of niet onderworpen is aan het Belgische stelsel van de sociale verzekering voor werknemers, maar voor het overige beantwoordt aan de definitie “verzekerde bestuurder”, wordt de waarborg omgevormd tot deze van de forfaitaire ongevallenverzekering, doch zonder de waarborg “behandelingskosten”.
61.2. Rechtverkrijgenden
De wettige erfgenamen van de bestuurder.
61.3. Verkeersongeval
Een schadegeval in het wegverkeer, waarbij het verzekerde motorrijtuig betrokken is op de openbare weg in de zin van artikel 1 van het KB 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.
61.4. Regels van het Belgisch gemeen recht
De regels die Belgische rechtbanken toepassen voor de schatting en vergoeding van schade aan de mens.
61.5. Consolidatie
Het tijdstip waarop het letsel vanuit medisch oogpunt geen aanzienlijke wijzigingen meer kan ondergaan. Reserves van medische aard dienen zich binnen 3 jaar na consolidatie realiseren om nog aanspraak te kunnen geven op vergoeding.
61.6. Behandelingskosten
Geneeskundige, heelkundige, farmaceutische en verplegingskosten voor medisch noodzakelijke behandelingen die verstrekt of voorgeschreven worden door een geneesheer
en beantwoorden aan de RIZIV-nomenclatuur, inclusief ziekenhuisverpleegkosten, kosten voor aangepast vervoer dat nodig is voor de behandeling en de kosten voor een eerste definitieve prothese (met uitsluiting van de vervanging van een bestaande prothese).
61.7. Derde-betalers
Natuurlijke of rechtspersonen die aan verzekerde of zijn rechtverkrijgenden vergoedingen of uitkeringen verstrekken uit hoofde van het schadegeval.
Derde-betalers zijn:
- de socialezekerheidsinstellingen van Belgisch of buitenlands recht, die tussenkomen inzake gezondheidszorgen en vergoedingen voor ziekte, invaliditeit of werkloosheid;
- de arbeidsongevallenverzekeraar;
- de werkgever;
- het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap;
- het Agence Wallone pour l’intégration des Personnes Handicapées ;
- het OCMW;
- een ziektekostenverzekeraar;
- een verzekeraar persoonlijke ongevallen;
- andere gesubrogeerden;
- de schuldenaar van een wettelijk overlevingspensioen.
Deze instellingen of personen zelf kunnen geen enkele aanspraak maken op de vergoedingen voorzien in deze polis.
61.8. Natuurevenement
Storm, bliksem, vulkaanuitbarstingen, hagel, aardbevingen, neerstortende rotsen, steenval, aardverschuivingen, lawines, druk van sneeuwmassa’s, windhozen en overstromingen.
61.9. Carenstijd
Periode onmiddellijk volgend op het verkeersongeval, waarvoor de verzekering nog geen dekking biedt.
Artikel 62. Voorwerp van de waarborg
De Maatschappij verzekert de bestuurder van het verzekerde motorrijtuig wanneer hij gekwetst geraakt of overlijdt als gevolg van een verkeersongeval dat voorvalt tijdens de geldigheidsduur van de polis.
De dekking wordt uitgebreid tot de bestuurder die letsels oploopt bij een diefstal of poging tot diefstal van het in de bijzondere voorwaarden omschreven verzekerde motorrijtuig waarbij er geweld gepleegd wordt op zijn persoon, terwijl hij zich in het motorrijtuig bevindt.
Artikel 64. Verzekeringsgebied
De waarborg is verworven in het hele verzekeringsgebied dat omschreven is onder Artikel 3.
De vergoeding wordt berekend volgens het Belgisch gemeen recht:
- op basis van de regels van het Belgisch gemeen recht inzake schadevergoeding;
- doch enkel voor de hierna vermelde schadeposten en binnen de hierna vermelde grenzen;
- zonder rekening te houden met de eventuele aansprakelijkheid voor het ongeval;
- onder aftrek van de prestaties van derde-betalers.
Bij letselschade worden vergoed:
- de behandelingskosten en kosten van prothesen tot aan de datum van consolidatie;
- de tijdelijke persoonlijke ongeschiktheid, het inkomstenverlies voortvloeiend uit de tijdelijke arbeidsongeschiktheid en de huishoudelijke ongeschiktheid;
- de blijvende persoonlijke ongeschiktheid, het inkomstenverlies voortvloeiend uit de blijvende arbeidsongeschiktheid, de blijvende huishoudongeschiktheid en de hulp van derden; dit laatste tot drie jaar na consolidatie;
- de blijvende esthetische schade.
Bij overlijden worden vergoed:
- de begrafeniskosten;
- de morele schade van de samenwonende echtgeno(o)t(e) of samenwonende levenspartner (een duurzame relatie is vereist) en de bij de bestuurder inwonende kinderen, daarin begrepen de kinderen die in het kader van hun studie buitenshuis logeren;
- het inkomstenverlies en huishoudelijke schade van de samenwonende echtgeno(o)t(e) of samenwonende levenspartner (een duurzame relatie is vereist) en de bij de bestuurder inwonende kinderen, daarin begrepen de kinderen die in het kader van hun studie buitenshuis logeren.
Daarvoor gelden de hierna vermelde preciseringen en begrenzingen:
- wanneer het gaat om een arbeidsongeval worden enkel volgende schadeposten vergoed:
- bij letselschade: de morele schade, de huishoudelijke schade en de esthetische schade
- bij overlijden: de xxxxxx xxxxxx en de huishoudelijke schade
- schadeposten die niet concreet kunnen worden becijferd, worden forfaitair vergoed volgens de richtlijnen van de “indicatieve tabel”;
- blijvende ongeschiktheden gelijk aan-of minder dan 15% worden forfaitair “per punt” vergoed volgens de bedragen die voorzien zijn in de indicatieve tabel;
- morele schade, huishoudelijke schade, esthetische schade komen niet in aanmerking voor kapitalisatie;
- de vergoeding kan nooit de vorm aannemen van een rente;
- als basis voor de berekening van het inkomstenverlies geldt het gemiddelde nettoloon uit bezoldigde arbeid van de 12
maanden voorafgaand aan deze waarin het verkeersongeval gebeurde. Er wordt geen rekening gehouden met latere loonsverhogingen of indexaties;
- bij overlijden komen de vergoedingen die aan de bestuurder waren uitgekeerd in mindering van de vergoeding die toekomt aan zijn rechtverkrijgenden;
- andere schadeposten dan uitdrukkelijk vermeld worden, worden niet vergoed, waaronder kledijschade, verplaatsingskosten, administratiekosten, meerinspanningen, kosten aanpassing auto, kosten aanpassing woning, seksuele schade, genoegensschade;
- bij niet-gordeldracht worden de vergoedingen met 1/3 verminderd.
De totaliteit van de vergoedingen krachtens deze polis is beperkt tot 500.000 EUR per verzekerd schadegeval, kosten en interesten inbegrepen.
Als meer personen aan deze verzekering rechten kunnen ontlenen en hun schade in totaal het verzekerde bedrag overtreft, dan zal bestuurder, de echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner bij voorrang worden vergoed en zullen de vergoedingen die toekomen aan andere begunstigden naar evenredigheid van hun schade worden verdeeld.
- voor de tijdelijke ongeschiktheid geldt een carenstijd van 30 dagen;
- de vergoeding voor de verschillende soorten van blijvende ongeschiktheden wordt bij wijze van vrijstelling, verminderd met de vergoeding die verschuldigd is voor een ongeschiktheid van 10 %;
- voor de behandelingskosten geldt een vrijstelling van 125 EUR.
Artikel 68. Verplichtingen bij schadegeval
Buiten hetgeen voorzien is in Artikel 6.1., heeft verzekerde de verplichting om mededeling te doen van iedere derde-betaler, die tussenkomst kan verlenen voor het schadegeval.
Hij dient zich te onderwerpen aan de onderzoeken van de door de Maatschappij aangeduide geneesheer. Hij stemt ermee in dat zijn behandelende geneesheer alle vragen beantwoordt die de geneesheer van de Maatschappij stelt.
De verzekerde stelt de Maatschappij in kennis van elke expertise en procedure die gevoerd wordt met betrekking tot dit schadegeval en stemt ermee in dat de Maatschappij hieraan deelneemt.
De verzekerde onthoudt zich van elke erkenning van aansprakelijkheid en van iedere daad die het subrogatierecht van de Maatschappij kan benadelen.
Wanneer verzekerde de in de polis opgelegde verplichtingen niet naleeft, kan de Maatschappij de schadevergoeding verminderen of terugvorderen in evenredigheid met het daardoor geleden nadeel. Bij bedrieglijk opzet vanwege verzekerde, kan de Maatschappij de waarborg weigeren.
68.1. Medische expertise
Betwistingen van medische aard, worden voorgelegd aan twee experten-geneesheren, waarvan één wordt aangesteld door de verzekerde en de andere door de Maatschappij. Vooraf wordt in onderling akkoord een derde geneesheer aangesteld, wiens beslissing bindend zal zijn indien de meningen van de twee experten-geneesheren verdeeld zijn. Iedere partij betaalt de kosten van de door haar aangestelde expert-geneesheer. De kosten van de derde geneesheer en kosten van specialistische onderzoeken, die deze laat uitvoeren, worden gedeeld.
68.2. Het verloop van de schaderegeling
- van zodra het bedrag van de vergoeding definitief kan worden vastgesteld, maakt de Maatschappij een vergoedingsvoorstel over aan de verzekerde(n);
- als het bedrag van de schade niet definitief kan vastgesteld worden drie maanden na het verkeersongeval, zal de Maatschappij een voorschot uitkeren dat overeenstemt met de geleden en vaststaande schade, dit onder aftrek van de tussenkomsten van de derde-betalers;
- indien aanspraak kan worden gemaakt op vergoeding van een aansprakelijke derde, diens verzekeraar, het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds of een motorrijtuigenverzekeraar op basis van artikel 29 bis van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen en deze vergoeding blijft uit, dan kan de Maatschappij bij wijze van voorschot de schadevergoedingen zoals voorzien in onderhavige polis uitkeren, dit onverminderd haar recht van subrogatie;
- indien na betaling zou blijken dat het schadegeval niet gewaarborgd is, verbindt de bestuurder en de rechtverkrijgenden zich ertoe alle reeds betaalde bedragen terug te betalen aan de Maatschappij.
Door het louter bestaan van onderhavig contract treedt de Maatschappij, tot beloop van de uitbetaalde vergoedingen, in de rechten en vorderingen van de begunstigden tegen de aansprakelijke derde, diens verzekeraar, het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds en tegen de verzekeraar die moet vergoeden op basis van artikel 29 bis van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen. De Maatschappij behoudt haar subrogatierecht ook tegen de derde-betaler, die nagelaten heeft tussenkomst te verlenen en ten aanzien van wie de vergoeding van de Maatschappij derhalve zal aanzien worden als een uitkering voor rekening van wie het behoort.
De waarborg is niet verworven:
- voor gevallen gebeurd in omstandigheden die krachtens artikel 31 van de Afdeling Bijzondere bepalingen Burgerrechtelijke Aansprakelijkheid aangemerkt worden als reden voor integraal of beperkt regres;
- als de bestuurder geweigerd heeft zich te onderwerpen aan een ademtest, bloedproef of test tot opsporing van drugs of als hij vluchtmisdrijf heeft gepleegd;
- als het ongeval een gevolg is van een opzettelijke daad in hoofde van of gebeurd is met medeplichtigheid van de verzekeringnemer, de bestuurder of diens rechtverkrijgenden;
- als de bestuurder jonger is dan 23 jaar, tenzij deze persoon als verzekerde is vermeld in de Bijzondere Voorwaarden;
- dat zich voordoet terwijl het motorrijtuig in huur werd gegeven of opgeëist is;
- dat zich voordoet terwijl het verzekerde motorrijtuig is toevertrouwd aan:
- personen en hun aangestelden die zich beroepshalve bezighouden met het verkopen, herstellen, onderhouden, takelen of naar de technische keuring brengen van wagens;
- de aangestelden van een centrum voor technische keuring;
- personen en hun aangestelden, die een tankstation, parking of carwash uitbaten;
- de rijschoollesgever;
- als het te wijten is aan abnormaal ernstige gebreken van het motorrijtuig, zoals rijden met duidelijk kale banden;
- voor schade die een gevolg is van een natuurevenement;
- voor een vooraf bestaande medische toestand. De prestaties van de Maatschappij dekken enkel de rechtstreekse en uitsluitende gevolgen van het ongeval. Zij dekken enkel de weerslag die het ongeval op een gezonde persoon van dezelfde leeftijd heeft.
RUBRIEK VI BIJZONDERE BEPALINGEN
BIJSTANDSVERLENING BIJ ONGEVAL/PECH
De Bijstandsverlener kan 24uur op 24 bereikt worden op het nummer dat vermeld is op de groene kaart.
Artikel 72. Begripsomschrijvingen
72.1. Verzekerd motorrijtuig
De in de Bijzondere Voorwaarden omschreven motorrijtuigen, die in België of het Groothertogdom Luxemburg ingeschreven zijn, met een maximaal toegelaten gewicht (MTM) van 3,5 ton. De caravan of aanhangwagen die door deze motorrijtuigen getrokken worden en voor zover zij gekoppeld zijn, zijn ook verzekerd.
72.2. Verzekerden
Als verzekerden worden aangemerkt:
- de verzekeringnemer die zijn woonplaats heeft in België, de samenwonende partner en elke andere inwonende persoon;
- de kinderen van de verzekeringnemer of van de samenwonende partner die niet bij hen inwonen zolang ze zelf geen beroeps- of vervangingsinkomen hebben en voor zover ze hun woonplaats in België hebben;
- de minderjarige kleinkinderen van de verzekeringnemer of de samenwonende partner die hen vergezellen op reis;
- andere personen die hun verblijfplaats hebben in België en gratis of kostendelend meerijden in het omschreven motorrijtuig; zij zijn alleen verzekerd indien dat motorrijtuig in een ongeval betrokken is, gestolen wordt of in het buitenland pech heeft;
- de bestuurder van het verzekerde motorrijtuig, en iedere persoon die erdoor wordt vervoerd.
72.3. Bijstandsverlener
TVM Bijstand wordt operationeel uitgevoerd door VAB, Xxxxxxx Xxxxxxx 000, 0000 Xxxxxxxxxxx. btw n°: BE 0436.267.594, hierna Bijstandsverlener genoemd.
72.4. Ongeval
Iedere gebeurtenis waardoor (mede) schade aan het verzekerde motorrijtuig en/of aangekoppelde aanhanger is ontstaan, tengevolge waarvan het niet in staat zijn het motorrijtuig verder te besturen.
Onder ongeval wordt ook verstaan: beschadiging door diefstal, vandalisme of natuurgeweld.
72.5. Pech
Elke plotselinge en onvoorziene immobilisatie van het motorrijtuig ten gevolge van een mechanische of elektrische panne, met inbegrip van lekke banden, verkeerd getankt, zonder brandstof, afgesloten wagen, verloren sleutels en andere voorvallen die niet rechtstreeks het gevolg zijn van een mechanisch of elektrische panne.
72.6. Dropcharge
De leverings- en / of ophaalkost van het motorrijtuig om het bij de verzekerde in het buitenland te krijgen of om dit motorrijtuig vanuit België terug naar het buitenland te transporteren tot bij het verhuuragentschap.
72.7. Immobilisatie
Indien het motorrijtuig langs of op de openbare weg, of op de woon- of werkplaats van de bestuurder, hetzij op een andere toegankelijke locatie, niet rijklaar kan worden gemaakt of niet meer in staat is te rijden volgens de wegcode.
Indien het verzekerde motorrijtuig reeds in de garage werd aangeboden door de bestuurder is er geen immobiliteit in de betekenis van deze waarborg en is er geen tussenkomst van de Bijstandsverlener voorzien.
Artikel 73. Bijstand na ongeval in België en het Groothertogdom Luxemburg
73.1. Dekkingsgebied
De bijstandsverlening is geldig in België en het Groothertogdom Luxemburg en in een straal tot 30 kilometer buiten de landsgrenzen.
73.2. Waarborgen
Na ongeval en met in achtneming van Artikel 73.1. biedt de Maatschappij gratis bijstandsverlening aan.
73.2.1. Slepen
Indien het motorrijtuig ter plaatse niet rijklaar gemaakt kan worden, dan wordt het motorrijtuig overgebracht naar:
- na ongeval: de dichtstbijzijnde door de Maatschappij erkende carrosserie, of de merkgarage volgens keuze van de bestuurder;
- in geval van ruitbreuk: de dichtstbijzijnde glashersteller.
Indien een gestolen motorrijtuig wordt teruggevonden binnen de 3 maanden, dan wordt het motorrijtuig overgebracht naar de dichtstbijzijnde door de Maatschappij erkende carrosserie. De administratieve voorbereiding gebeurt door de Maatschappij. Na deze periode kan de Bijstandsverlener deze dienstverlening uitvoeren tegen betaling: doorrekening van de werkelijk gemaakte kosten vermeerderd met een dossierkost van 185 EUR.
Niet-gewonde inzittenden worden overgebracht naar de woon- of standplaats van de bestuurder in België of het Groothertogdom Luxemburg, eventueel met het openbaar vervoer.
Het maximaal toegelaten gewicht van de motorrijtuigen (MTM) is beperkt tot 3,5 ton.
Aanhangwagens en caravans zijn eveneens gedekt voor zover zij op het moment van het ongeval getrokken werden door het aangemelde motorrijtuig en het MTM 3,5 ton niet overschrijdt.
73.2.2. Vervangwagen
Ingeval het motorrijtuig ter plaatse niet rijklaar kan worden gemaakt en het motorrijtuig dient gesleept te worden, zal een vervangwagen (categorie A of B volgens classificatie van Xxxxxxxxx) ter beschikking gesteld worden van de bestuurder voor de duur van maximum 5 opeenvolgende kalenderdagen.
De vervangwagen wordt ter beschikking gesteld hetzij op de plaats van immobilisatie, hetzij op de woon- of werkplaats van de bestuurder in België of het Groothertogdom Luxemburg.
De Bijstandsverlener staat in voor de levering en ophaling van de vervangwagen op een locatie in België of het Groothertogdom Luxemburg, afgesproken met de bestuurder.
Er wordt geen borg aan de bestuurder gevraagd.
De bestuurder zal bij de terbeschikkingstelling van de vervangwagen een document ondertekenen met daarin de specifieke gebruiksvoorwaarden.
De vervangwagen zal niet toegekend worden indien:
- het motorrijtuig reeds werd aangeboden in een herstellingsgarage door de verzekeringnemer;
- de bestuurder geen geldig rijbewijs kan voorleggen;
- de bestuurder minder dan 12 maanden houder is van een definitief rijbewijs;
- de bestuurder niet in staat is om te rijden of onder invloed is van alcohol of drugs;
- vaststelling door de politie is hierbij niet vereist;
- misbruik of wangedrag van de begunstigde in het verleden werd vastgesteld met één van de vervangwagens van de Bijstandsverlener.
Artikel 74. Bijstand na pech in België en het Groothertogdom Luxemburg
De dekking is uitsluitend van toepassing indien er in de
Bijzondere Voorwaarden uitdrukkelijk naar verwezen wordt.
74.1. Dekkingsgebied
De dekking is geldig in België en het Groothertogdom Luxemburg en in een straal tot 30 kilometer buiten de landsgrenzen.
74.2. Waarborgen
74.2.1. Plaatselijke pechverhelping
Plaatselijke pechverhelping wordt voorzien 24uur op 24uur op de openbare weg, de woon- of werkplaats van de bestuurder zonder kilometerbeperking.
74.2.2. Slepen
Indien het motorrijtuig ter plaatse niet rijklaar gemaakt kan worden, dan wordt het motorrijtuig overgebracht naar:
- na panne: de merkgarage volgens keuze van de bestuurder;
- in geval van bandenproblemen: de dichtstbijzijnde erkende bandencentrale.
Niet-gewonde inzittenden worden overgebracht naar de woon- of standplaats van de bestuurder in België of het Groothertogdom Luxemburg, eventueel met het openbaar vervoer.
Het maximaal toegelaten gewicht van de motorrijtuigen (MTM) is beperkt tot 3,5 ton.
Aanhangwagens en caravans zijn eveneens gedekt voor zover zij op het moment van immobilisatie getrokken werden door het aangemelde motorrijtuig en het MTM 3,5 ton niet overschrijdt.
74.2.3. Vervangwagen
Ingeval het motorrijtuig ter plaatse niet rijklaar kan worden gemaakt en het motorrijtuig dient gesleept te worden, zal een vervangwagen (categorie A of B volgens classificatie van Xxxxxxxxx) ter beschikking gesteld worden van de bestuurder voor de duur van maximum 5 opeenvolgende kalenderdagen.
De vervangwagen wordt ter beschikking gesteld hetzij op de plaats van immobilisatie hetzij op de woon- of werkplaats van de bestuurder in België of het Groothertogdom Luxemburg.
De Bijstandsverlener staat in voor de levering en ophaling van de vervangwagen op een locatie in België of het Groothertogdom Luxemburg, afgesproken met de bestuurder.
Er wordt geen borg aan de bestuurder gevraagd.
De bestuurder zal bij de terbeschikkingstelling van de vervangwagen een document ondertekenen met daarin de specifieke gebruiksvoorwaarden.
De vervangwagen zal niet toegekend worden indien:
- het motorrijtuig reeds werd aangeboden in een herstellingsgarage door de verzekeringnemer;
- de bestuurder geen geldig rijbewijs kan voorleggen;
- de bestuurder minder dan 12 maanden houder is van een definitief rijbewijs;
- de bestuurder niet in staat is om te rijden of onder invloed is van alcohol of drugs;
- vaststelling door de politie is hierbij niet vereist;
- misbruik of wangedrag van de begunstigde in het verleden werd vastgesteld met één van de vervangwagens van de Bijstandsverlener.
Artikel 75. Bijstand na ongeval en pech in Europa
De dekking is uitsluitend van toepassing indien er in de Bijzondere Voorwaarden uitdrukkelijk naar verwezen wordt.
75.1. Dekkingsgebied
De dekking is geldig in alle groene kaart landen, verplicht bij Koninklijk Besluit, met uitzondering van België en het Groothertogdom Luxemburg (welke dekking geregeld wordt in Artikelen 73. en 74.)
Oostenrijk, Xxxxxxx, Xxxxxxxxx, Xxxxxxxxxxx, Xxxxxx, Xxxxxxxxxxx Xxxxxxxxx, Xxxxxxxxx, Xxxxxxxxxx, Xxxxxx, Xxxxxxx, Xxxxxxxxx, Finland, Groot Brittannië en Noord-Ierland, Griekenland,
Hongarije, Kroatië, Italië, Ierland, Ijsland, Litouwen, Xxxxxxx, Xxxxx, Xxxxxxx, Xxxxxxxxx, Xxxxxxxxx, Xxxxxxxx, Xxxxx, Roemenië, Zweden, Slovaakse Republiek, Slovenië, Tunesië, Turkije en Servië.
75.2. Waarborgen
75.2.1. Waarborg motorrijtuig
- depannage en/of plaatselijke sleepkosten naar de dichtstbijzijnde merkgarage tot maximum 375 EUR;
- verzendingskosten van de wisselstukken;
- stallingskosten in afwachting van repatriëring;
- repatriëring van het motorrijtuig inclusief de aanhangwagen of caravan (voor zover deze op het moment van de immobilisatie getrokken werd door het aangesloten motorrijtuig en de combinatie het MTM van 3,5 ton niet overschrijdt), indien:
- het motorrijtuig niet hersteld kan worden binnen de 5 werkdagen
- het motorrijtuig binnen de 3 maanden na diefstal wordt teruggevonden. De administratieve voorbereiding gebeurt door de Maatschappij. Na deze periode kan de Bijstandsverlener deze dienstverlening uitvoeren tegen betaling van de werkelijk gemaakte kosten, vermeerderd met een dossierkost van 185 EUR.
75.2.2. Waarborg niet-gewonde inzittenden
Bijstand ter plaatse, voor een verzekerd maximum bedrag van 500 EUR met keuze tussen:
- overnachtingskosten op basis van kamer en ontbijt, met een maximum van 65 EUR per persoon per nacht en inclusief taxikosten;
- huurwagen inclusief dropcharge categorie A of B voor het verder zetten van de reis tot de eindbestemming of voor lokaal gebruik en inclusief taxikosten.
Repatriëring personen, onbeperkt, met:
- de trein 1ste klasse, inclusief taxikosten, of;
- het vliegtuig indien de afstand groter dan 1.000 kilometer bedraagt, inclusief taxikosten, of;
- een huurwagen inclusief dropcharge tot maximum de kostprijs van een repatriëring met het openbaar vervoer, inclusief taxikosten.
75.3. Werking
75.3.1. Melding van immobilisatie
De Bijstandsverlener stuurt een technicus ter plaatse om het motorrijtuig rijklaar te maken. Indien het niet mogelijk is om het motorrijtuig ter plaatse te herstellen wordt het afgesleept naar de dichtstbijzijnde merkgarage tot maximum 375 EUR. Kosten boven 375 EUR zijn ten laste van de verzekeringnemer.
Als de depannagedienst werd aangeduid door de Bijstandsverlener dan worden de kosten rechtstreeks door deze laatste geregeld. Indien de depannagedienst aangeduid werd
door de bestuurder of andere diensten dan gebeurt de terugbetaling door de Bijstandsverlener achteraf.
75.3.2. Het motorrijtuig kan binnen de 5 werkdagen hersteld worden en de herstelkost is minder dan 500 EUR
- indien de herstelling van het motorrijtuig op de dag van
pech kan gebeuren dan is er enkel tussenkomst van de Bijstandsverlener voor de plaatselijke pechverhelping en de sleping;
- indien de herstelling van het motorrijtuig niet op de dag van pech kan gebeuren dan is er bijstand van personen voorzien naargelang de volgende omstandigheden:
Tijdens de heenreis:
De verzekerde heeft keuze tussen volgende mogelijkheden, met een maximum van 500 EUR:
Indien de verzekerde wacht op een herstelling heeft hij recht op:
Vergoeding van hotelkosten op basis van kamer en ontbijt voor de duur van de herstelling (met een maximum van 65EUR per persoon per nacht) inclusief taxikosten.
Indien de verzekerde niet wacht op een herstelling heeft hij recht op:
Een huurwagen van de categorie A of B inclusief dropcharge en taxikosten om door te reizen tot de eindbestemming en op de terugreis het herstelde motorrijtuig op te halen.
Indien het motorrijtuig niet wordt opgehaald door de verzekerde dan is de duur van de huurwagen beperkt tot 5 dagen (met een maximum van 500 EUR inclusief dropcharge en taxikosten) en de Bijstandsverlener zorgt voor ophaling van het herstelde motorrijtuig.
Op de eindbestemming en het motorrijtuig is herstelbaar binnen de geplande verblijfsduur:
Indien gewenst dan kan ter plaatse een huurwagen van de categorie A of B voorzien worden voor de duur van de herstelling met een maximum van 5 dagen en 500 EUR.
Op de eindbestemming en het motorrijtuig is niet herstelbaar binnen de geplande verblijfsduur of tijdens de terugreis:
De verzekerde heeft keuze tussen volgende mogelijkheden,
met een maximum van 500 EUR:
Indien de verzekerde wacht op een herstelling heeft hij recht op:
Vergoeding van hotelkosten op basis van kamer en ontbijt voor de duur van de herstelling (met een maximum van 65EUR per persoon per nacht) inclusief taxikosten.
Indien de verzekerde niet wacht op een herstelling heeft hij recht op:
Repatriëring van het motorrijtuig door de Bijstandsverlener en
vervangwagen in België en het Groothertogdom Luxemburg gedurende maximaal 5 dagen en terugreis naar België of het Groothertogdom Luxemburg met:
- de trein 1ste klasse, inclusief taxikosten, of;
- het vliegtuig indien de afstand groter dan 1.000 kilometer bedraagt, inclusief taxikosten, of;
- een huurwagen categorie A of B, inclusief dropcharge en taxikosten, tot maximum de kostprijs van een repatriëring met het openbaar vervoer.
75.3.3. Het motorrijtuig kan niet binnen de 5 werkdagen hersteld worden en / of de herstelkost is groter dan 500 EUR en er is geen akkoord voor herstelling
- de Bijstandsverlener zorgt voor de repatriëring van het
motorrijtuig en de aanhangwagen (voor zover deze op het moment van de immobilisatie getrokken werd door het aangesloten motorrijtuig en het MTM van de combinatie 3,5 ton niet overschrijdt);
- bijstand aan personen wordt voorzien al naargelang de volgende omstandigheden:
Tijdens de heenreis:
De verzekerde heeft keuze tussen volgende mogelijkheden, met een maximum van 500 EUR:
Een huurwagen van de categorie A of B om door te reizen (met een maximum van 5 dagen en 500 EUR inclusief dropcharge en taxikosten) en een vervangwagen in België en het Groothertogdom Luxemburg gedurende 5 dagen.
Repatriëring naar België of het Groothertogdom Luxemburg met:
- de trein 1ste klasse, inclusief taxikosten, of;
- het vliegtuig indien de afstand groter dan 1.000 kilometer bedraagt, inclusief taxikosten, of;
- een huurwagen categorie A of B, inclusief dropcharge en taxikosten, tot maximum de kostprijs van een repatriëring met het openbaar vervoer en een vervangwagen in België en het Groothertogdom Luxemburg gedurende 5 dagen.
Op de eindbestemming
De verzekerde heeft keuze tussen volgende mogelijkheden, met een maximum van 500 EUR:
Een huurwagen van de categorie A of B ter plaatse (met een maximum van 5 dagen).
Repatriëring naar België of het Groothertogdom Luxemburg met:
- de trein 1ste klasse, inclusief taxikosten, of;
- het vliegtuig indien de afstand groter dan 1.000 kilometer bedraagt, inclusief taxikosten, of;
- een huurwagen categorie A of B, inclusief dropcharge en taxikosten, tot maximum de kostprijs van een repatriëring met het openbaar vervoer en een vervangwagen in België en het Groothertogdom Luxemburg gedurende 5 dagen.
Tijdens de terugreis naar België of het Groothertogdom Luxemburg
De verzekerde heeft keuze tussen volgende mogelijkheden,
met een maximum van 500 EUR:
- de trein 1ste klasse, inclusief taxikosten, of;
- het vliegtuig indien de afstand groter dan 1.000 kilometer bedraagt, inclusief taxikosten, of;
- een huurwagen categorie A of B, inclusief dropcharge en taxikosten, tot maximum de kostprijs van een repatriëring met het openbaar vervoer en een vervangwagen in België en het Groothertogdom Luxemburg gedurende 5 dagen.
75.3.4. Bij diefstal van het motorrijtuig
- de Bijstandsverlener verzorgt de repatriëring van het motorrijtuig indien het teruggevonden wordt binnen een termijn van 3 maanden. De administratieve voorbereiding van deze repatriëring wordt door de Maatschappij gedaan;
- bijstand aan personen wordt voorzien al naargelang de volgende omstandigheden:
Tijdens de heenreis
De verzekerde heeft keuze tussen volgende mogelijkheden, met een maximum van 500 EUR:
Een huurwagen van de categorie A of B om door te reizen (met een maximum van 5 dagen en 500 EUR inclusief dropcharge en taxikosten) en een vervangwagen in België en het Groothertogdom Luxemburg gedurende 5 dagen.
Repatriëring naar België of het Groothertogdom Luxemburg met:
- de trein 1ste klasse, inclusief taxikosten, of;
- het vliegtuig indien de afstand groter dan 1.000 kilometer bedraagt, inclusief taxikosten, of;
- een huurwagen categorie A of B, inclusief dropcharge en taxikosten, tot maximum de kostprijs van een repatriëring met het openbaar vervoer en een vervangwagen in België en het Groothertogdom Luxemburg gedurende 5 dagen.
Op de eindbestemming
De verzekerde heeft keuze tussen volgende mogelijkheden, met een maximum van 500 EUR:
Een huurwagen van de categorie A of B ter plaatse (met een maximum van 5 dagen en 500 EUR)
Repatriëring naar België of het Groothertogdom Luxemburg met:
- de trein 1ste klasse, inclusief taxikosten, of;
- het vliegtuig indien de afstand groter dan 1.000 kilometer bedraagt, inclusief taxikosten, of;
- een huurwagen categorie A of B, inclusief dropcharge en taxikosten, tot maximum de kostprijs van een repatriëring met het openbaar vervoer en een vervangwagen in België en het Groothertogdom Luxemburg gedurende 5 dagen.
Tijdens de terugreis naar België of het Groothertogdom Luxemburg
De verzekerde heeft keuze tussen volgende mogelijkheden,
met een maximum van 500 EUR:
- de trein 1ste klasse, inclusief taxikosten, of;
- het vliegtuig indien de afstand groter dan 1.000 kilometer bedraagt, inclusief taxikosten, of;
- een huurwagen categorie A of B, inclusief dropcharge en taxikosten, tot maximum de kostprijs van een repatriëring met het openbaar vervoer en een vervangwagen in België en het Groothertogdom Luxemburg gedurende 5 dagen.
Van de verzekering zijn uitgesloten:
- wisselstukken of materiaal;
- tussenkomsten die het gevolg zijn van incidenten die het motorrijtuig niet immobiliseren;
- herstellingskosten door de garage en eventuele onderhoudskosten;
- kosten ten gevolge van prestaties die niet aan de Bijstandsverlener werden aangevraagd;
- vervoer van lading (goederen en/of dieren);
- bergingsoperaties en/of kraanwerk. Dit houdt een buitencontractuele meerkost in;
- schade, pech of ongeval die/dat zich voordoet tijdens training of deelname van het motorrijtuig aan wedstrijden;
- diefstal of beschadigingen van voorwerpen of toebehoren uit het motorrijtuig tengevolge van pech en ongeval;
- bijstand aan motorrijtuigen die reeds in een herstellingsgarage staan;
- motorrijtuigen die in het verkeer worden gebracht met een handelaars- of proefrittenplaat;
- motorrijtuigen die afgekeurd werden op de technische autokeuring;
- motorrijtuigen gesleept in opdracht van de overheid;
- motorrijtuigen met een MTM groter dan 3,5 ton;
- aanhangwagens of opleggers gekoppeld aan motorrijtuigen waarvan de combinatie MTM meer dan 3,5 ton bedraagt;
- telefoonkosten om de bijstandscentrale te bereiken;
- brandstofkosten;
- kosten van maaltijden, met uitzondering van kosten van kamer & ontbijt in het buitenland;
- alle gevallen van misbruik en/of bedrog;
- de Bijstandsverlener behoudt zich het recht voor in zulk geval de gewaarborgde bijstand te weigeren of onmiddellijk stop te zetten;
- het verschil tussen de kosten van repatriëring en de wrakwaarde van het motorrijtuig in geval van totaal verlies (dit bedrag blijft ten laste van de verzekeringnemer);
- veroorzaakte schade aan de vervangwagen indien deze schade niet vergoed wordt door een verzekering.
Er wordt geen financiële of operationele tussenkomst verleend:
- indien de bijstand niet werd aangevraagd op het ogenblik van de gebeurtenis zelf;
- indien de bijstand niet door de Bijstandverlener of met zijn akkoord werd uitgevoerd.
De Bijstandsverlener kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade, vertragingen, verhinderingen of het niet uitvoeren van de gegarandeerde bijstand, indien dit het gevolg is van overmacht zoals oorlog, burgeroorlog, revolutie, opstand, staking, inbeslagname of dwangbevel van en door de openbare macht, kernreacties, radioactiviteit, natuurfenomenen, panne aan het stroom- of telefoonnet.
Artikel 77. Algemene bepalingen
- alle gemaakte kosten moeten gestaafd worden door originele facturen of rekeningen;
- de keuze van het transportmiddel wordt steeds gemaakt door de Bijstandsverlener op grond van de dienstregelingen, de mogelijkheden en de plaats van de onderbreking van de reis. Een combinatie van deze punten in functie van de omstandigheden is enkel mogelijk mits uitdrukkelijke toestemming van de Bijstandsverlener.
2017V01
TVM Belgium | Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 00 x XX-0000 Xxxxxxx x00 (0)0 000 00 00 xxxx@xxx.xx xxx.xxx.xx
KBO 0841.164.105 | RPR Antwerpen | NBB 2796 | IBAN: XX00 0000 0000 0000 | BIC: XXXXXXXX