ARTIKEL 1 DEFINITIES
VOORWAARDEN INTERMODAAL BARGE VERVOER INLANDTERMINAL-OPERATORS
(VITO-Intermodale barge voorwaarden)
ARTIKEL 1 DEFINITIES
In deze voorwaarden wordt verstaan onder:
1. VITO-Intermodale barge voorwaarden: de onderhavige algemene voorwaarden die door de leden van de Vereniging van Inland Terminal Operators worden toegepast.
2. CMNI: verdrag inzake de overeenkomst van goederenvervoer over de binnenwateren (Boedapest 2001).
3. Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 0000, gedeponeerd bij de griffies van de rechtbanken van Amsterdam en Rotterdam, in de laatst gedeponeerde versie.
4. AVC: de Algemene Vervoercondities 2002, zoals laatstelijk vastgesteld door de sVa / Stichting Vervoeradres en gedeponeerd ter griffie van de rechtbanken te Amsterdam en Rotterdam, in de laatst gedeponeerde versie.
5. BW: Nederlands Burgerlijk Wetboek.
6. CMR: verdrag betreffende de overeenkomst tot internationaal vervoer van goederen over de weg (Genève 1956) zoals gewijzigd door het protocol van 5 juli 1978.
7. CIM: de Uniforme Regelen betreffende de overeenkomst van internationaal spoorwegvervoer van goederen bij het Verdrag betreffende het internationaal spoorwegvervoer (COTIF CIM - Aanhangsel B) van 9 mei 1980 in de versie van het Protocol van wijzigingen van 3 juni 1999.
8. Container Handling: alle werkzaamheden zoals vervoer, overslag, tijdelijke opslag en uitslag, met betrekking tot een Container of meerdere Containers, voor zover deze tussen de Opdrachtgever en de Inlandterminal Operator zijn overeengekomen.
9. Container Handling Overeenkomst: de overeenkomst waarbij de Inlandterminal Operator zich jegens de Opdrachtgever verbindt tot het verrichten van Container Handling.
10.Bijkomende Werkzaamheden: alle overeengekomen werkzaamheden, niet zijnde Container Handling, zoals expeditie-werkzaamheden, inslag van de zaken, al dan niet geladen in een Container, voorraad-beheer, orderbehandeling, orderverzameling, verzendgereed maken, facturering en de distributie van zaken, alsmede de hiermede verband houdende informatie-uitwisseling en het beheer daarvan.
11.Container: een container die het onderwerp is van de Container Handling Overeenkomst en voldoet aan de eisen, die gesteld worden in de Conventie Safe Container van 2 december 0000 Xxxxxx, inclusief de eventueel daarin vervoerde zaken.
12.Inlandterminal: Een laad-, los, opslag of overslaginrichting aansluitend op een spoor-, weg-, of binnenvaarttraject, waar Containers in ontvangst worden genomen dan wel worden afgeleverd.
13.Opdrachtgever: degene die opdracht geeft tot het verrichten van Container Handling en eventuele Bijkomende Werkzaamheden..
14.Inlandterminal Operator: De wederpartij van Opdrachtgever die de Container Handling en eventuele Bijkomende Werkzaamheden verricht.
15.Geadresseerde: degene aan wie, of de locatie waar, de Inlandterminal Operator de Container krachtens de Container Handling Overeenkomst dient af te leveren.
16.Inontvangstneming: het moment waarop de Inlandterminal Operator de Container heeft aanvaard
17..Aflevering: het moment waarop de Inlandterminal Operator op de overeengekomen wijze de Container ter beschikking stelt aan de Geadresseerde.
18.Overmacht: omstandigheden voor zover een zorgvuldig Inlandterminal Operator deze niet heeft kunnen vermijden en voor zover een Inlandterminal Operator de gevolgen daarvan niet heeft kunnen verhinderen.
19.Werkdagen: alle kalenderdagen, met uitzondering van de zaterdagen, de zondagen, alsmede algemeen erkende Nederlandse feestdagen.
ARTIKEL 2 WERKINGSSFEER
1. De VITO-multimodale voorwaarden zijn van toepassing op de Container Handling- Overeenkomst en de Bijkomende Werkzaamheden, voorzover deze niet in strijd zijn met dwingend recht.
2. Voorzover daarin door deze VITO-multimodale voorwaarden niet wordt voorzien, zijn op de Container Handling en de Bijkomende Werkzaamheden van toepassing in geval van:
vervoer over de binnenwateren:
het CMNI , ook voor het binnenlands vervoer overeenkomstig artikel 8:889 BW, alsmede de Bevrachtingvoorwaarden 1991;
vervoer per spoor:
het CIM;
vervoer over de weg:
het CMR en in aanvulling daarop de met het CMR niet strijdige bepalingen van de AVC;
mulitimodaal vervoer :
als de plaats waar de schade zich heeft voortgedaan bekend is de bepalingen als hierboven beschreven en als die plaats onbekend is dan gelden de artikelen 8:42 en 8:43 BW
ARTIKEL 3
VERPLICHTINGEN VAN DE INLANDTERMINAL OPERATOR
De Inlandterminal Operator is verplicht:
1. Container Handling en de Bijkomende Werkzaamheden te verrichten.
2. De Container op de overeengekomen plaats, tijd en wijze, vergezeld van een vervoerdocument en de overige door de Opdrachtgever verstrekte documenten in ontvangst te nemen en in dezelfde staat als waarin hij deze ontvangen heeft, dan wel in de overeengekomen staat, af te leveren.
3. Bij Inontvangstneming van een Container deze te controleren of verzegeling aanwezig en intact is. Wanneer bij controle blijkt dat het zegel is verbroken is de Inlandterminal Operator verplicht de Opdrachtgever te informeren en deze om instructies te vragen. Opdrachtgever is er mee bekend en accepteert, dat bij het laden in de zeehaven van Containers in een binnenvaartschip geen fysieke controle mogelijk is op de verzegeling van een Container of op de inhoud.
4. Alleen op schriftelijk verzoek van Opdrachtgever een Container te controleren op de inhoud.
5. Indien een overeengekomen termijn voor Inontvangstneming of Aflevering ontbreekt dienen deze werkzaamheden plaats te vinden binnen de tijd welke een redelijk handelende en redelijk zorgvuldige Inlandterminal Operator, te rekenen vanaf het moment dat de Inontvangstneming dan wel de Aflevering wordt verzocht, daarvoor nodig heeft. Deze termijn wordt dan geacht de overeengekomen termijn te zijn.
6. Eén of meer contactpersonen aan te wijzen en daarvan opgave te doen aan de Opdrachtgever.
7. De opslag van Containers in het kader van Container Handling en eventuele Bijkomende Werkzaamheden te doen plaatsvinden op de Inland Terminal, dan wel een overeengekomen terrein of daarvoor geschikte ruimten.
8. Ten aanzien van de Container alle, ook niet rechtstreeks uit de Container Handling of Bijkomende Werkzaamheden voortvloeiende, redelijkerwijs noodzakelijke maatregelen op kosten van de Opdrachtgever te nemen en alvorens daartoe over te gaan, indien mogelijk, overleg te plegen met de Opdrachtgever.
9. Zijn aansprakelijkheid ingevolge de wet, alsmede op schriftelijk verzoek van de Opdrachtgever en voor rekening van de Inlandterminal Operator zijn aansprakelijkheid voortvloeiende uit de VITO-multimodale voorwaarden te verzekeren bij een solide verzekeraar en op verzoek een kopie van de polis aan de Opdrachtgever te verstrekken.
10. De Opdrachtgever en de door deze aangewezen personen toe te laten tot het terrein en de ruimten waarin zich de Container bevindt, mits zulks:
- in aanwezigheid van de Inlandterminal Operator plaatsvindt;
- vooraf kenbaar is gemaakt;
- geschiedt conform de huisregels van de Inlandterminal Operator
11. Alvorens een Container die uiterlijk waarneembaar beschadigd is, in ontvangst te nemen, instructies te vragen aan de Opdrachtgever. Indien niet tijdig instructies verkregen kunnen worden, is de Inlandterminal Operator gerechtigd de Inontvangstneming van de beschadigde zaken te weigeren.
12. In te staan voor het door hem gebruikte materiaal ter uitvoering van de Container Handling Overeenkomst en de Bijkomende Werkzaamheden.
13. Xxxxxxxxx derden geheimhouding in acht te nemen ten aanzien van feiten en gegevens, die hem op basis van de Container Handling Overeenkomst en de Bijkomende Werkzaamheden bekend zijn.
ARTIKEL 4
AANSPRAKELIJKHEID VAN DE INLANDTERMINAL OPERATOR
1. Indien door de Inlandterminal Operator ontvangen Container niet in dezelfde dan wel in de overeengekomen staat ter bestemming worden afgeleverd,
is de Inlandterminal Operator behoudens Overmacht en het verder in deze voorwaarden bepaalde, voor de daardoor ontstane zaakschade aansprakelijk. De last de zaakschade te bewijzen rust op de Opdrachtgever.
2. De Inlandterminal Operator is niet aansprakelijk voor schade aan zaken, voor zover die schade het gevolg is van een voor vervoer inadequate verpakking en/of stuwage van zaken in een Container.
3. De aansprakelijkheid van de Inlandterminal Operator voor de in lid 1 bedoelde zaakschade is beperkt tot 8 1/3 speciale trekkingsrechten (S.D.R.) per kilogram vermiste of beschadigde zaken, uitgezonderd de aansprakelijkheid dwingendrechtelijk geregeld bij het vervoer per spoor, per binnenvaartschip of over de weg in respectievelijk het CIM, het CMNI en het CMR.
4. Indien en voor zover dwingendrechtelijke regelingen zich daar niet tegen verzetten, is de aansprakelijkheid van de Inlandterminal Operator in absolute zin beperkt tot een maximum van een nader tussen partijen bij het sluiten van de Container Handling Overeenkomst overeen te komen bedrag. Is een zodanig bedrag niet voor de Container Handeling of Bijkomende Werkzaamheden overeengekomen, dan geldt een maximum bedrag van € 1.000.000,-- per gebeurtenis of reeks van gebeurtenissen met één en dezelfde schadeoorzaak.
5. Indien de Inlandterminal Operator de Container Handling en/of Bijkomende Werk- zaamheden niet op het overeengekomen tijdstip of binnen de overeengekomen termijn, wijze en plaats verricht is hij, onverminderd het bepaalde in lid 1 van dit artikel en behoudens overmacht, verplicht deze activiteiten alsnog zo spoedig mogelijk en niet tegen extra kosten voor de Opdrachtgever, op de overeengekomen wijze te verrichten.
6. Indien tussen de Opdrachtgever en een reder of depothouder demurrage- en /of detention regelingen van toepassing zijn, waardoor kosten, verschuldigd bij overschrijding van een termijn voor het ophalen en/ of retour ontvangen van Containers ten laste van de Opdrachtgever komen, dan is de Inlandterminal Operator alleen aansprakelijk voor deze kosten indien en voor zover een overschrijding van de termijn de Inlandterminal Operator een gebrekkige uitvoering van de Container Handling Overeenkomst valt te verwijten en mits deze regeling haar vooraf schriftelijk bekend is gemaakt. Tenzij anders is overeengekomen is de aansprakelijkheid van de Inlandterminal Operator voor deze kosten beperkt tot € 10,-- per dag per Container te berekenen over een periode ingaande een week nadat de Container beschikbaar is voor vervoer, en die maximaal 2 maanden zal bedragen..
7. Wanneer de Opdrachtgever extra kosten heeft gemaakt in verband met het feit dat de Inlandterminal Operator de Container Handling en/of de Bijkomende Werkzaamheden niet op de overeengekomen wijze, tijdstip en plaats heeft verricht is de Inlandterminal Operator voor deze meerkosten aansprakelijk tot ten hoogste een bij het sluiten van de Container Handling Overeenkomst overeen te komen bedrag.
Indien een zodanig bedrag niet is overeengekomen, zal de aansprakelijkheid van de Inlandterminal Operator voor deze kosten maximaal € 700,-- per gebeurtenis, of meerdere gebeurtenissen met één en dezelfde oorzaak, bedragen.
8. Indien de Inlandterminal Operator verzuimt één of meer contactpersonen aan te wijzen als bedoeld in artikel 3 lid 6 wordt degene, die namens de Inlandterminal Operator de Container Handling Overeenkomst heeft ondertekend of aanvaard, geacht contactpersoon te zijn.
9. De Inlandterminal Operator is niet aansprakelijk voor schade of kosten ontstaan als gevolg van inlichtingen en opdrachten, verstrekt door of aan andere personen dan die bedoeld in lid 8 van dit artikel.
10. Indien de Inlandterminal Operator herhaaldelijk niet voldoet aan zijn verplichtingen kan de Opdrachtgever, onverminderd zijn recht tot vergoeding van schade zoals omschreven in de leden 1, 3, 4, 6 en 7 van dit artikel, de Container Handling Overeenkomst opzeggen, nadat hij de Inlandterminal Operator schriftelijk een uiterste termijn heeft gesteld en de Inlandterminal Operator bij afloop daarvan nog niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan.
11. Behoudens de aansprakelijkheid neergelegd in dit artikel is de Inlandterminal Operator niet aansprakelijk voor enigerlei schade of kosten.
12. De aansprakelijkheidsbeperkingen ten gunste van de Inlandterminal Operator gelden mede ten behoeve van zijn werknemers, hulppersonen en onderaannemers.
ARTIKEL 5 VERPLICHTINGEN VAN DE OPDRACHTGEVER
De Opdrachtgever is verplicht:
1. Eén of meer contactpersonen aan te wijzen en daarvan opgave te doen aan de . Inlandterminal Operator.
2. De Inlandterminal Operator tijdig al die opgaven te doen omtrent de Container waarvan hij weet of behoort te weten dat zij voor de Inlandterminal Operator met het oog op de Container Handling Overeenkomst en Bijkomende Werkzaamheden van belang zijn, tenzij de Inlandterminal Operator deze gegevens kent of behoort te kennen. De Opdrachtgever staat in voor de juistheid van de door hem verstrekte gegevens.
3. Onder de hiervoor genoemde opgaven wordt mede verstaan, eventuele afspraken die de Opdrachtgever met een reder en/of depothouder heeft gemaakt over de uiterlijke datum van ophalen en retourzending van Containers en kosten die bij overschrijding hiervan in rekening worden gebracht.
4. De Container op de overeengekomen plaats, tijd en wijze, vergezeld van een vervoerdocument en de overige door of krachtens de wet van de zijde van de Opdrachtgever vereiste documenten ter beschikking van de Inlandterminal Operator te stellen.
5. Naast de overeengekomen prijs voor de Container Handling en de Bijkomende Werkzaamheden, alsmede de kosten, als bedoeld in artikel 3 de leden 1 en 8, binnen de gestelde betalingstermijn te betalen. Indien de Opdrachtgever aanspraak maakt op vergoeding van kosten, als bedoeld in artikel 4 lid 6 dan dient de Opdrachtgever deze kosten, op straffe van verval van rechten, gespecificeerd binnen 2 maanden nadat zij de Opdrachtgever bekend zijn geworden, bij Inlandterminal Operator in te dienen.
6. De Inlandterminal Operator te vrijwaren tegen aanspraken van derden ter zake van schade, veroorzaakt door een handelen of nalaten van de Opdrachtgever, zijn ondergeschikten, alsmede alle andere personen van wier diensten de Opdrachtgever gebruik maakt.
7. In te staan voor het door hem aan de Inlandterminal Operator ter beschikking gestelde materiaal.
8. Bij beëindiging van de Container Handling Overeenkomst of die terzake van Bijkomende Werkzaamheden de zich nog bij de Inlandterminal Operator bevindende zaken uiterlijk op de laatste werkdag van die overeenkomst in ontvangst te nemen, zulks na betaling van al hetgeen verschuldigd is of zal worden.
9. Voor hetgeen na beëindiging van de Container Handling Overeenkomst verschuldigd zal zijn of worden, zal de Opdrachtgever op eerste schriftelijke verzoek voldoende zekerheid stellen.
10. Xxxxxxxxx derden geheimhouding in acht te nemen ten aanzien van de feiten en gegevens, die hem op basis van de Container Handling Overeenkomst bekend zijn.
ARTIKEL 6 AANSPRAKELIJKHEID VAN DE OPDRACHTGEVER
1. De Opdrachtgever is aansprakelijk voor alle schade, veroorzaakt door personen en/of zaken die de Inlandterminal Operator overeenkomstig artikel 3 lid 10 van deze voorwaarden van de zijde van de Opdrachtgever heeft moeten toelaten op zijn terrein.
2. Indien de Opdrachtgever verzuimt één of meer contactpersonen aan te wijzen als bedoeld in artikel 5 lid 1 van deze voorwaarden, wordt degene die namens de Opdrachtgever de Container Handling Overeenkomst heeft ondertekend geacht contactpersoon te zijn.
3. Indien de Opdrachtgever niet tijdig opgave doet omtrent de Container, alsmede de behandeling daarvan als bedoeld in artikel 5 lid 2 van deze voorwaarden, dan wel de Container niet op het overeengekomen tijdstip of binnen de overeengekomen termijn, wijze en plaats, vergezeld van de vereiste documenten als bedoeld in artikel 5 lid 4 van deze voorwaarden, ter beschikking stelt, is hij verplicht deze activiteiten alsnog zo spoedig mogelijk, kosteloos en op de overeengekomen wijze te verrichten.
Wanneer de Inlandterminal Operator extra kosten heeft gemaakt in verband met het feit dat de Opdrachtgever zijn verplichtingen, als bedoeld in artikel 5 de leden 2 en 4 van deze voorwaarden niet is nagekomen, is de Opdrachtgever voor deze meerkosten aansprakelijk tot ten hoogste een bij het sluiten van de Container Handlings Overeenkomst overeen te komen bedrag. Indien een zodanig bedrag niet is overeengekomen, zal de aansprakelijkheid van de Opdrachtgever voor deze kosten maximaal € 700,-- per gebeurtenis bedragen.
4. De Opdrachtgever is aansprakelijk voor alle vorderingen ter zake van douane- of soortgelijke rechten en heffingen, boetes, kosten en rente, waaronder invoerrechten, accijnzen en kosten voor afvoer en vernietiging die betrekking hebben op zaken die de Inlandterminal Operator uit hoofde van de Containerhandeling onder zich heeft, heeft gehad of zal verkrijgen. De Opdrachtgever zal de Inlandterminal Operator op eerste verzoek vrijwaren voor genoemde vorderingen en afdoende zekerheid ten gunste van de Inlandterminal Operator of de betrokken douaneautoriteit stellen, inclusief die voor redelijke kosten van verweer
5. Indien de Opdrachtgever herhaaldelijk niet voldoet aan zijn verplichtingen kan de Inlandterminal Operator, onverminderd zijn recht tot vergoeding van schade, de overeenkomst tot Container Handling opzeggen, nadat hij de Opdrachtgever schriftelijk een uiterste termijn heeft gesteld en de Opdrachtgever bij afloop daarvan nog niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan.
6. De Opdrachtgever zal de Inlandterminal Operator op eerste verzoek vrijwaren tegen alle vorderingen of aanspraken van derden direct of indirect verband houdend met de Container Handling Overeenkomst voor zover deze de aansprakelijkheid van de Inlandterminal Operator uit hoofde van de Container Handling Overeenkomst en de VITO- multimodale voorwaarden overstijgen.
ARTIKEL 7 VERJARING
1. Alle vorderingen uit hoofde van de Container Handling overeenkomst verjaren na verloop van twaalf maanden.
2. De verjaring loopt vanaf de dag, volgende op de dag, waarop de Container werd afgeleverd of hadden moeten zijn afgeleverd. In alle andere gevallen loopt de verjaring vanaf de dag dat de vordering is ontstaan.
ARTIKEL 8 BETALINGSVOORWAARDEN
1. Alle door de Inlandterminal Operator en de Opdrachtgever verschuldigde bedragen, uit welken hoofde ook, zullen worden betaald, met inachtneming van de overeengekomen termijn of bij gebreke aan een overeengekomen termijn binnen veertien dagen na de factuurdatum.
2. Indien de Opdrachtgever danwel de Inlandterminal Operator enig verschuldigd bedrag niet binnen de overeengekomen termijn of bij gebreke van een overeengekomen termijn binnen dertig dagen na de factuurdatum betaalt, is hij gehouden daarover de wettelijke handelsrente te betalen op voet van artikel 6: 119 a BW, met ingang van de dag, waarop deze betalingen hadden moeten geschieden tot aan de dag van betaling.
3. De Inlandterminal Operator danwel de Opdrachtgever is gehouden om de werkelijk gemaakte buitengerechtelijke kosten ter incasso van de bedragen, zoals vermeld in lid 1 van dit artikel, aan de Opdrachtgever danwel de Inlandterminal Operator te betalen. De buitengerechtelijke incassokosten zijn verschuldigd vanaf het moment dat de Opdrachtgever danwel de Inlandterminal Operator in verzuim is èn de vordering ter incasso uit handen is gegeven.
4. De verrekening van vorderingen is niet toegestaan.
5. Alle bedragen als bedoeld in lid 1 van dit artikel, zullen terstond opeisbaar en in afwijking van lid 4 van dit artikel vatbaar zijn voor verrekening indien:
a. één der Partijen in staat van faillissement verkeert, dan wel aan één der Partijen surseance van betaling is verleend;
b. één der Partijen: :
1. een akkoord aan zijn schuldeisers aanbiedt;
2. de Container Handling overeenkomst opzegt op grond van artikel 4 lid 7 dan wel artikel 6 lid 5 van deze voorwaarden;
3. ophoudt zijn bedrijf uit te oefenen of - ingeval van een rechtspersoon of vennootschap - indien deze ontbonden wordt.
ARTIKEL 9 ZEKERHEDEN
1. De Inlandterminal Operator heeft jegens ieder, die daarvan afgifte verlangt, een retentierecht op zaken en documenten, die hij in verband met de Container Handling onder zich heeft. Dit recht komt hem niet toe, indien hij op het tijdstip dat hij de Containers ontving, reden had te twijfelen aan de bevoegdheid van de Opdrachtgever de Containers ter beschikking te stellen.
2. Tegenover de Opdrachtgever kan de Inlandterminal Operator het retentierecht eveneens uitoefenen voor hetgeen hem nog verschuldigd is in verband met voorgaande opdrachten.
3. Tegenover de Geadresseerde, die in die hoedanigheid tot voorgaande Container Handling Overeenkomsten toetrad, kan de Inlandterminal Operator het retentierecht eveneens uitoefenen voor hetgeen hem nog verschuldigd is in verband met die voorgaande overeenkomsten.
4. Indien bij de afrekening geschil ontstaat over het verschuldigde bedrag of ter bepaling daarvan een niet spoedig uit te voeren berekening nodig is, is hij die Aflevering vordert, verplicht het gedeelte over welks verschuldigdheid partijen het niet eens zijn, terstond te voldoen en voor de betaling van het door hem betwiste gedeelte of van het gedeelte, waarvan het bedrag nog niet vaststaat, zekerheid te stellen.
5. Alle zaken, documenten en gelden, die de Inlandterminal Operator in verband met de Container Handling Overeenkomst onder zich heeft, strekken hem tot pand voor alle vorderingen, die hij ten laste van de Opdrachtgever heeft.
6. Behoudens in de gevallen dat de Opdrachtgever in staat van faillissement verkeert, hem surséance van betaling is verleend of ten aanzien van hem de schuldsanerings- regeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, heeft de Inlandterminal Operator nimmer het recht de verpande zaken te verkopen zonder toestemming van de rechter, overeenkomstig artikel 3: 248 lid 2 BW.
ARTIKEL 10
TOEPASSELIJK RECHT EN GESCHILLENBESLECHTING
1. Alle overeenkomsten tussen partijen zullen onderworpen zijn aan het Nederlands recht.
2. Alle geschillen die tussen partijen ontstaan en die niet in goed overleg kunnen worden beslecht, zullen bij uitsluiting van de gewone rechter worden beslecht door middel van arbitrage te Rotterdam overeenkomstig het XXXXXX Xxxxxxxxx Reglement.
Het scheidsgericht zal bestaan uit drie arbiters tenzij partijen alsnog een enig arbiter overeenkomen. De procedure zal worden gevoerd in de Nederlandse taal.
3. De Inlandterminal Operator is gerechtigd om voor de inning van opeisbare geldvorderingen afstand te doen van arbitrage en deze voor te leggen aan de gewone rechter
ARTIKEL 11 – CITEERTITEL EN AUTHENTIEKE TEKST
1. De voorwaarden kunnen worden aangehaald als de “VITO multimodale Voorwaarden”.
2. Bij verschillen tussen de Nederlandse tekst van de Voorwaarden en een vertaling daarvan iin een vreemde taal prevaleert de Nederlandse tekst.