Overnamesteun
Overnamesteun
01.03.2021
De overnamesteun heeft als doel de generatiewissel in de landbouw te bevorderen. De steun kan verkregen worden in het kader van een overnameplan waarbij een jonge landbouwer zich vestigt door een (gedeeltelijke of volledige) overname van een bestaand landbouwbedrijf. De creatie van een nieuw bedrijf kan dus niet worden gesubsidieerd via overnamesteun. De overnemer moet bovendien jonger zijn dan 40 jaar op het einde van de blokperiode waarin de aanvraag tot overnamesteun wordt ingediend.
De selectie en rangschikking van de overnamedossiers gebeurt op basis van 4 criteria/aspecten:
- de overgenomen fractie van het bestaand landbouwbedrijf (zeggenschap);
- de hoedanigheid van de overlater (generatiewissel);
- de graad van verdere activiteit van de overlater (generatiewissel);
- de productiemethode – gangbaar of biologisch.
2.1 UITLEG BEGRIPPEN
2.1.1 Zeggenschap
Wanneer de jonge landbouwer het enige bedrijfshoofd is, heeft hij uiteraard de volledige zeggenschap. Als de jonge landbouwer zich daarentegen niet als enige bedrijfshoofd vestigt, moet de langdurige zeggenschap van de jonge landbouwer gegarandeerd zijn.
Bij een rechtspersoon betekent dit dat de jonge landbouwer beherend vennoot, zaakvoerder of bestuurder moet worden. De statuten mogen geen bepalingen bevatten die de bevoegdheden van de jonge landbouwer beperken.
Bij een maatschap moet de jonge landbouwer zich vestigen als vennoot in de maatschap. Hierdoor beschikt hij over een volmacht om de maatschap te verbinden. Het contract van maatschap mag geen bepalingen bevatten die de bevoegdheden van de jonge landbouwer beperken. De contracten van maatschap mogen wel bepalingen bevatten waarin de aangelegenheden opgesomd worden waarover beslist zal worden in onderling overleg tussen de vennoten.
Het aspect ‘zeggenschap’ is dus enkel aan de orde als er nog mede-bedrijfsleiders of mede-eigenaars van het bedrijf zijn.
DEPARTEMENT
LANDBOUW & VISSERIJ
XXXXXXXXXX.XX/XXXXXXXX
2.1.2 Generatiewissel
Er is sprake van een generatiewissel wanneer de overlater enerzijds landbouwer is én anderzijds zijn landbouwactiviteit stopzet of afbouwt. Voor beide aspecten zijn verschillende gradaties mogelijk.
De overlater kan ofwel:
- nog landbouwer geweest zijn tot op het tijdstip van de overname;
- minder dan 1 jaar gestopt zijn waarbij de bedrijfsopvolging binnen een redelijke termijn geregeld werd (bv door ziekte, ouderdom, overlijden,…);
- al meer dan 1 jaar gestopt zijn waardoor hij louter als kapitaalverstrekker beschouwd wordt (niet- landbouwer);
- altijd uitsluitend kapitaalverstrekker geweest zijn.
De overlater kan zijn activiteiten:
- volledig overlaten en stoppen;
- gedeeltelijk overlaten en het bedrijf voort exploiteren met een vennoot;
- gedeeltelijk overlaten en voort exploiteren met een eigen (gereduceerd) bedrijf.
2.1.3 Productiemethode
De jonge landbouwer kan kiezen voor de gangbare productiemethode of voor de biologische productiemethode.
2.2 BEPALING VAN HET AANDEEL IN DE ONDERNEMING
2.2.1 Bij maatschappen
Om het verworven aandeel bij de overname te bepalen, wordt eerst gekeken naar de volgende bedrijfs- bekleding:
- dieren
- machines
- materieel
- voorraden
- vruchten te velde
- navetten
- plantages (bvb. fruit, asperges, rabarber): de plantage mag maar moet niet overgenomen worden; wanneer de plantage niet overgenomen wordt, moet ze wel gepacht worden.
- betalingsrechten
zonder onroerende goederen en zonder leningen.
Bij loonkweek worden de dieren niet op de inventaris vermeld.
DEPARTEMENT
LANDBOUW & VISSERIJ
XXXXXXXXXX.XX/XXXXXXXX
Wanneer bijvoorbeeld zonnepanelen, een melkkoeltank of een melkinstallatie (die onroerend worden door bestemming) vermeld worden als onderdeel van de bedrijfsbekleding, zijn ze mee bepalend voor het overnamepercentage.
Er moet steeds een inventaris van de bedrijfsbekleding voorgelegd worden. Op de inventaris moet zowel de overgenomen bedrijfsbekleding als de totale bedrijfsbekleding van het overgenomen bedrijf vermeld worden. Elk goed wordt gewaardeerd (boekwaarde of via andere waarderingsmethode) om de overgenomen fractie te kunnen bepalen.
Het is toegelaten dat de overlater bepaalde gesubsidieerde roerende goederen buiten de overname houdt. In die specifieke situatie wordt het aandeel van de jonge landbouwer wél nog steeds uitgedrukt als een fractie van de totale bedrijfsbekleding.
Voorbeeld:
• totale waarde bedrijfsbekleding: 500.000 euro;
• waarde over te nemen bedrijfsbekleding: 400.000 euro;
• waarde bedrijfsbekleding buiten de overname: 100.000 euro;
• overnemer neemt de helft over van de over te nemen bedrijfsbekleding: 200.000 euro;
• aandeel overnemer in bedrijfsbekleding: 40%.
2.2.2 Bij rechtspersonen
Het bezit van aandelen wordt gecontroleerd in het aandelenregister. Het totaal aantal aandelen moet gelijk zijn aan het aantal dat vermeld wordt in de jaarrekening. Bij rechtspersonen die geen jaarrekening publiceren kan het totale aantal aandelen vastgesteld worden aan de hand van de oprichtingsakte en de statutenwijzigingen (kapitaalsverhogingen).
Aandelen kunnen van eigenaar veranderen en het totaal aantal aandelen kan door kapitaalsverhogingen of –verminderingen wijzigen. Deze aandelentransfers worden alleen gecontroleerd met het aandelenregister of een verslag van de algemene vergadering waarin de aandelen worden vermeld.
Kapitaalsverhogingen volgend op de overname van aandelen worden aanvaard op voorwaarde dat het bestuur van de rechtspersoon niet wijzigt. Eerst meedelen dat men enige bedrijfsleider wordt om vervolgens de overlater toch op te nemen in het bestuur, wordt niet aanvaard. Door wie de kapitaalsverhoging gebeurt (vennoot, bestaande mandataris of nieuwe mandataris), is niet belangrijk.
Voorbeeld kapitaalsverhoging:
• waarde aandelen bij overname: 500.000 euro;
• overnemer neemt 50% over en betaalt 250.000 euro aan overlater;
• overlater investeert hiervan 100.000 euro in de rechtspersoon en stelt die middelen ter beschikking onder vorm van kapitaal;
• de totale waarde van de aandelen stijgt tot 600.000 euro;
• voor de selectie blijft het aandeel in de onderneming behouden op 50% omdat de kapitaalsverhoging plaats vindt ná de overname.
Indien de overlater opnieuw mandataris wordt na de kapitaalsverhoging (nadat hij bij de selectie had aangegeven te stoppen als landbouwer), zal de steun geweigerd worden aangezien er een probleem rond het aspect ‘generatiewissel’ ontstaat, waarmee bij de selectie geen rekening kon worden gehouden.
2.2.3 Overname van een afgesplitst gedeelte
Indien er voor de overname van een bedrijf een gedeelte wordt afgesplitst in een andere onderneming, dan gelden volgende bepalingen:
- indien het afgesplitste deel minder dan een boekjaar landbouwactiviteiten uitvoert, moet het overgenomen aandeel bekeken worden t.o.v. de oorspronkelijke onderneming
- indien het afgesplitste deel meer dan een boekjaar landbouwactiviteiten uitvoert, moet het overgenomen aandeel bekeken worden t.o.v. de nieuwe (afgesplitste) onderneming.
2.3 SELECTIECRITERIA
De selectie en rangschikking van de overnamedossiers gebeurt op basis van 4 selectiecriteria.
Criterium 1: de overgenomen fractie van het bestaand landbouwbedrijf (zeggenschap)
Dit aandeel betreft zowel het overgenomen aandeel als het aandeel dat al vroeger verworven was (bv. door erfenis, schenking, aankoop) of dat ter gelegenheid van de vestiging op een andere manier verworven wordt.
Bij een rechtspersoon bepaalt de fractie van de aandelen die de jonge landbouwer in volle eigendom bezit de mate waarin hij eigenaar is. Bij een maatschap is dit de mate waarin de jonge landbouwer eigenaar is van de bedrijfsbekleding (zie 2.2.1).
Volledig overnemen scoort bij de selectie beter dan een deel overnemen en/of het overnemen van een bedrijfstak (bv. enkel grondeloze bedrijfstak).
Criterium 2: de hoedanigheid/statuut van de overlater op het tijdstip van de overname (generatiewissel)
Het overnemen van een landbouwer of een minder dan 1 jaar gestopte landbouwer scoort bij de selectie beter dan het overnemen van een niet-landbouwer (bv. louter kapitaalverstrekker).
Als het bedrijf wordt overgenomen van de echtgenoot van een minder dan 1 jaar gestopte landbouwer die mee eigenaar is door het huwelijksvermogensrecht wordt dit gelijkgesteld met een overname van een landbouwer.
Criterium 3: de graad van verdere activiteit van de overlater (generatiewissel)
Indien de overlater volledig stopt als landbouwer, levert dit een betere score voor de overnemer dan wanneer de overlater niet stopt en samen met de overnemer voort exploiteert.
Indien de overlater verder actief is als landbouwer met een deel van het bedrijf, volledig los van de overnemer, of met een nieuw gestarte activiteit, levert dit de overnemer de laagste score op.
DEPARTEMENT
LANDBOUW & VISSERIJ
XXXXXXXXXX.XX/XXXXXXXX
Criterium 4: productiemethode – gangbaar of biologisch
Wanneer op het bedrijf gekozen wordt voor de biologische productiemethode, scoort dit beter op het vlak van duurzaamheid. Daardoor scoren deze overnamedossiers ook beter bij de selectie.
Dit geldt eveneens voor bedrijven in omschakeling of wanneer bedrijven aangeven dat ze de omschakeling zullen aanvangen binnen het jaar na de overname. Via het omschakelplan moet aangetoond worden dat binnen een periode van 5 jaar minstens 2/3 van de eindproductiewaarde voortkomt uit de biologische teelten/dieren.
De 4 scores per criterium worden opgeteld tot een eindscore. Het dossier moet een minimumscore halen om geselecteerd te worden. Verder worden de dossiers gerangschikt van een hoge naar een lage score.
3.1 OVERNAMEVERRICHTINGEN
Onderstaande overnameverrichtingen komen in aanmerking voor overnamesteun:
- de overname van de bedrijfsbekleding, op basis van geregistreerde overnamecontracten en gedetailleerde inventarissen van de overgenomen goederen, eventueel aangevuld met aankopen gericht op het vervolledigen van die bedrijfsbekleding;
- de aankoop van landbouwbedrijfsgebouwen als aanvulling op overname van bedrijfsbekleding, inclusief de vaste uitrusting en constructies in onroerende staat die minder dan vijftien jaar oud zijn;
- de overname van aandelen van een rechtspersoon, landbouwer op basis van een geregistreerde overeenkomst over de overname van de aandelen.
3.2 OVERNAMEDATUM
De jonge landbouwer kan zich pas vestigen nadat hij een positief selectieresultaat heeft gekregen. De overnamedatum is de datum waarop de landbouwer voor het eerst als zodanig geïdentificeerd wordt door het Departement Landbouw en Visserij of de datum waarop de landbouwer mandataris wordt van de bestaande vennootschap.
Wanneer een kandidaat jonge landbouwer vóór de overnamedatum al een pachtcontract sluit omdat de start van dat contract (veelal 1 oktober) verschilt van het tijdstip waarop hij zich wil vestigen, wordt dit niet beschouwd als een start van het overnamedossier. De overnemer mag de percelen echter ten vroegste in gebruik nemen (zoals aangegeven in de verzamelaanvraag) nadat de selectie van het overnamedossier bekend gemaakt is. Bij wijze van uitzondering en indien noodzakelijk in het kader van andere wettelijke verplichtingen, kunnen percelen door de overnemer reeds in gebruik genomen worden op 1 januari voorafgaand aan de overname.
Wanneer een kandidaat jonge landbouwer vóór de overnamedatum al in overleg is met een kredietinstelling en er al een kredietopening opgemaakt wordt, wordt dit niet beschouwd als een start van het overnamedossier. Het opstellen van een kredietopening leidt immers niet automatisch tot de financiering van het overnamedossier; het kan nog altijd dat de overname niet doorgaat.
Het attest waarmee de overnemer bewijst dat hij is aangesloten bij de sociale kas, mag in principe pas ingaan op het tijdstip van de overname. Wanneer de overnemer al vroeger was aangesloten bij de sociale kas, moet hij hiervoor een verantwoording geven.
3.3 BEDRAG VAN DE OVERNAMESTEUN
Het bedrag van de overnamesteun is afhankelijk van het BBR (brutobedrijfsresultaat) van het overgenomen bedrijf.
- bij een BBR vanaf 40.000 euro per bedrijfsleider is het bedrag van de overnamesteun 40.000 euro;
- bij een BBR vanaf 200.000 euro per bedrijf is het bedrag van de overnamesteun 55.000 euro;
- bij een BBR vanaf 320.000 euro per bedrijf is het bedrag van de overnamesteun 70.000 euro.
Als het landbouwbedrijf dat overgenomen wordt, een brutobedrijfsresultaat per bedrijfsleider heeft van meer dan € 600.000, is er geen overnamesteun mogelijk.
Indien de overnemer meerdere exploitaties overneemt van een landbouwbedrijf, dan wordt het BBR bij overname bepaald door het cumulatief BBR van die exploitaties. Exploitaties die niet worden overgenomen van de overlater worden bij de berekening van het BBR buiten beschouwing gelaten.
Er kan in voorkomend geval rekening gehouden worden met het (bijkomend) aantal vergunde én effectief aanwezige dierplaatsen bovenop de standaardberekening van het BBR, Dit is dan het groeipad- BBR.
Het moet een reële overname zijn en de kosten/lasten moeten minimaal in verhouding staan tot de steun.
De overnamesteun wordt uitbetaald in 5 gelijke delen. De derde en vierde schijf worden uitbetaald nadat aangetoond werd dat aan de inkomensvoorwaarde voldaan is voor alle bedrijfsleiders. Vóór het departement de vijfde en laatste schijf uitbetaalt, controleert het of alle voorwaarden om steun te krijgen, nageleefd worden. Bij de eindcontrole moet de overeenkomst zodanig uitgevoerd zijn zoals bepaald in het overnamecontract, de betaling inbegrepen. Het is daarbij de overnemer die de betalingen in het kader van de overname aan de overlater moet doen.
Als de kandidaat-overnemer overnamesteun wil, moet hij overnameverrichtingen aantonen. Dit gebeurt via een geregistreerd overnamecontract van bedrijfsbekleding of aandelen, en eventueel een aankoopakte van bedrijfsgebouwen.
DEPARTEMENT
LANDBOUW & VISSERIJ
XXXXXXXXXX.XX/XXXXXXXX
In een overnamecontract, een aankoopakte of een factuur wordt een prijs vermeld en wordt de betalingswijze geregeld. Alle subsidiabele overnameverrichtingen brengen kosten mee. Een schenking is toegelaten maar is geen subsidiabele overnameverrichting.
Normaal gezien gaan de meeste overnames gepaard met aanzienlijke kosten en met een belangrijke betaling bij de overname of binnen een periode van één jaar na de overname. Bij een gespreide betaling moet de overnemer een eerste betaling doen bij het afsluiten van de overeenkomst of binnen een periode van één jaar na de overname. Bepalingen in de overeenkomst waarbij de overdracht pas definitief wordt na volledige betaling, worden niet aanvaard.
Het in rekening brengen van het uitgesteld loon wordt niet aanvaard als betalingsbewijs.
3.5 BEDRIJFSZEKERHEID
Bij de overname moet er voldoende bedrijfszekerheid kunnen aangetoond worden. Dit impliceert o.a.:
- voldoende pacht (geen onderpacht) op naam van de overnemer of de rechtspersoon (in overeenstemming met de voorgelegde boekhouding);
- overname van de omgevingsvergunning;
- overname van de nutriëntenemissierechten.
Let bij een overname zeker op de volgende punten:
- in een contract van maatschap maken de vennoten afspraken. De inhoud van het contract moet in overeenstemming zijn met de andere elementen van het overnamedossier en met het overnamecontract in het bijzonder. Als het contract van maatschap bepaalt dat de bekleding voor 50%-50% eigendom is, kan het overnamecontract geen andere verhouding bepalen. Het contract kan bepalen dat goederen overgedragen worden naar de maatschap of dat goederen eigendom blijven van de vennoten en ter beschikking gesteld worden van de maatschap. Als het contract hierover niets bepaalt (wat regelmatig het geval is voor de roerende goederen) wordt er van uitgegaan dat het de bedoeling is om de eigendom van die goederen over te dragen naar de maatschap. Wanneer in het contract staat dat bepaalde goederen eigendom blijven van één van de vennoten en ter beschikking gesteld worden van de maatschap, is dit een inbreng in genot;
- de overdracht van aandelen en roerende bedrijfsbekleding tussen echtgenoten zal bekeken worden in het licht van hun huwelijksvermogensrecht;
- bij een overname van meerdere bedrijven die resulteert in één bedrijf met meerdere exploitaties moet de bedrijfszetel gelegen zijn op één van de overgenomen exploitaties. Om het bedrag van de overnamesteun te bepalen worden de BBR’s van de overgenomen exploitaties samengeteld.
5 WIJZIGINGEN AAN OVERNAMEDOSSIER NA SELECTIE AANVRAAG
De overnamesteun wordt als verworven beschouwd nadat de laatste schijf is uitbetaald. Bepaalde wijzigingen vóór deze laatste uitbetaling kunnen ertoe leiden dat de overnamesteun wordt geweigerd of teruggevorderd. Hiervoor wordt verwezen naar de fiche over behoud en verlies van steun.
Wijzigingen die zouden leiden tot een lagere score bij de selectie worden sowieso niet aanvaard. Het betreft hier de onder 2.3 vermelde selectiecriteria. Het kan o.a. gaan over het aandeel dat de landbouwer in het bedrijf verwerft en of het bedrijf gedeeltelijk of volledig overgenomen wordt.
Disclaimer
Het Vlaamse Gewest heeft deze fiches met de meeste zorg en nauwkeurigheid opgesteld op basis van de meest actuele beschikbare informatie. Het Vlaamse Gewest kan evenwel geen enkele garantie geven omtrent de juistheid of de volledigheid van de informatie in deze fiches. U mag deze informatie niet als een persoonlijk, professioneel of juridisch advies of een equivalent daarvan beschouwen. Het Vlaamse Gewest/de Vlaamse Gemeenschap kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die u zou ondervinden door het gebruik van de informatie die in deze fiches /website is opgenomen.
DEPARTEMENT
LANDBOUW & VISSERIJ
XXXXXXXXXX.XX/XXXXXXXX