REVALIDATIEOVEREENKOMST
Tussen
DE VLAAMSE GEMEENSCHAP
En
V.Z.W. DE DAUW Identificatienummer: 7.74.004.56
Versiedatum
19 december 2023
Departement Zorg Afdeling Eerste Lijn en Gespecialiseerde Zorg Koning Xxxxxx XX – laan 35 bus 33, 1030 BRUSSEL
Versiebeheer
Coördinatie | |
Basisovereenkomst d.d. 12.01.2010 | basisdocument |
Wijzigingsclausule d.d. 01.12.2011 | Art. 1 – aanp. Art. 22 (prijsaanpassing) Art. 2 – nieuwe bijlage Art. 3 – NVT (inhaalforfait tot 31.12.2011) |
Wijzigingsclausule d.d. 11.08.2014 | Art. 1 – aanp. Art. 22 (prijsaanpassing) Art. 2 – nieuwe bijlage |
Wijzigingsclausule d.d. 14.11.2014 | Art. 3 – aanp. art. 22 (Prijsaanpassing 2% loonverhoging artsen) Art. 4 – NVT (inhaalforfait t.e.m. 31.10.2014) |
Wijzigingsclausule d.d. 31.12.2018 | Art. 1 – aanpassing art 22 (Prijsaanpassing – nachtdienst) |
01.01.2019 | Vlaamse revalidatieovereenkomst |
01.05.2019 | - Aanpassing art. 22 §2.Prijs (correctie) - Toevoeging art. 22 §5 inhaalvergoeding (01.01.19-30.04.19) - Aanpassing art. 35 §1. Startdatum overeenkomst 01.05.2019 - Nieuwe bijlage II prijsberekening en berekening inhaalvergoeding |
01.08.2019 | - Aanpassing art. 22 §2. Prijs 01.08.2019 - Aanpassing art. 35 §1. Startdatum overeenkomst 01.08.2019 - Nieuwe bijlage II prijsberekening |
01.10.2019 | - Aanpassing art. 22 §2. Prijs 01.10.2019 (prijscorrectie) - Aanpassing art. 35 §1. Startdatum overeenkomst 01.10.2019 - Nieuwe bijlage II prijsberekening |
01.01.2023 | - Aanpassing art. 22 §2. Prijs 01.01.2023 en §3 index - Toevoeging hoofdstuk X infrastructuur – principiële goedkeuring nieuwbouw - Aanpassing art. 36 §1. Startdatum overeenkomst 01.01.2023 |
21.22.2023 | - Wijzigingen naar aanleiding van inkanteling in de Vlaamse sociale bescherming op 01/10/23 - Wijzigingen naar aanleiding van de fusie van het Agentschap Zorg en Gezondheid en het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin |
Inhoudsopgave
1. VOORWERP VAN DE OVEREENKOMST 4
2. DEFINITIES 4
3. DOELGROEP 5
4. ZORGAANBOD 6
5. REVALIDATIEVERSTREKKINGEN 7
5.1 Aanvragen tegemoetkoming revalidatieverstrekkingen 7
5.2 Vergoedbare verstrekkingen 9
6. EENHEIDSPRIJS EN AFGELEIDEN 10
7. CAPACITEIT VAN DE REVALIDATIEVOORZIENING 11
8. PERSONEEL 13
9. CRITERIA IN HET KADER VAN KWALITEIT 14
10. ALGEMENE BEPALINGEN 18
1. VOORWERP VAN DE OVEREENKOMST
Gelet op het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen, en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging, inzonderheid op artikel 75;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen, en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging, inzonderheid op artikel 157;
Wordt overeengekomen wat volgt tussen:
enerzijds,
De Vlaamse Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering, in de persoon van de minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, hierna te noemen “de Vlaamse Gemeenschap”;
en anderzijds,
de V.Z.W. DE DAUW als raad van bestuur van het Behandelingscentrum voor kinderen/jongeren met
autisme en/of psychotische kwetsbaarheid “De Dauw” – Xxxxxxxxxxxx 0 – 0000 Xxxxxxxx- Xxxxxxx, met HCO nummer 29414.
2. DEFINITIES
In deze overeenkomst wordt verstaan onder:
1° Departement Zorg: het Departement Zorg, verder het Departement, opgericht bij besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2023 over het Departement Zorg
2° DSMV: het diagnostisch en statistisch handboek van psychiatrische aandoeningen uitgegeven door de American Psychiatric Association;
3° Gebruiker: iedere natuurlijke persoon die een beroep doet of kan doen op de Vlaamse sociale bescherming, vermeld in artikel 4 van het decreet VSB.
4° Minister: de Vlaamse minister xxx Xxxxxxx, Volksgezondheid en Gezin;
5° Overnamebesluit: het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging;
6° Overnamedecreet: het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging;
7° Rechthebbende: de rechthebbende zoals vermeld in artikel 2, 13° van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingsinstellingen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging;
8° Revalidatievoorziening: het Behandelingscentrum voor kinderen/jongeren met autisme en/of psychotische kwetsbaarheid "De Dauw", te Wortegem-Petegem wordt in deze overeenkomst de revalidatievoorziening genoemd;
9° VSB-besluit: het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming;
10°: VSB-decreet: het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming.
De tekst van deze overeenkomst werd opgesteld op basis van het therapeutisch project van de revalidatievoorziening dat werd goedgekeurd door het College van geneesheren-directeurs in diens vergadering van 09.12.2009 en aanvaard door het Departement en als bijlage bij deze overeenkomst is gevoegd.
3. DOELGROEP
Artikel 1. §1 Elke rechthebbende in de zin van deze overeenkomst is een rechthebbende die aan al de volgende voorwaarden voldoet:
1. De rechthebbende heeft de leeftijd van 18 jaar nog niet bereikt op de in artikel van deze overeenkomst bedoelde datum dat een periode van tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen aanvat, of dat de verlenging van een periode van tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen aanvat.
2. De rechthebbende vertoont minstens één van de volgende stoornissen die in de DSM-V zijn opgenomen onder de code en benaming:
label/code | omschrijving |
299.00_01 | Autismespectrumstoornis |
299.00_02 | Vroegkinderlijk autisme |
299.00_03 | Andere desintegratiestoornis op kinderleeftijd |
299.00_04 | syndroom van Xxxxxxxx |
299.00_05 | Pervasieve ontwikkelingsstoornis, niet gespecificeerd |
295.70 | Schizo affectieve stoornissen |
295.90_01 | Schizofrenie |
295.90_02 | Paranoïde Schizofrenie |
295.90_03 | Hebefrene schizofrenie (Gedesoriënteerde Schizofrenie) |
295.90_04 | Katatone schizofrenie |
295.90_05 | Ongedifferentieerde Schizofrenie |
295.90_06 | Overige gespecificeerde vormen van schizofrenie (Schizofreniforme stoornis NAO) |
298.8 | Andere gespecifieerde schizofreniespectrum of andere psychotische stoornis |
297.1 | Waanstoornissen |
311 | Andere gespecifieerde / ongespecificeerde depressieve stemmingsstoornis |
318.0 | Verstandelijke beperking (ontwikkelingsstoornis) – matig |
De gebruiker met diagnose 295.90 worden gekenmerkt door:
295.90_01 | Schizofrenie |
295.90_02 | Paranoïde Schizofrenie |
295.90_03 | Hebefrene schizofrenie (Gedesoriënteerde Schizofrenie) |
295.90_04 | Katatone schizofrenie |
295.90_05 | Ongedifferentieerde Schizofrenie |
295.90_06 | Overige gespecificeerde vormen van schizofrenie (Schizofreniforme stoornis NAO) |
De gebruiker met diagnose 299.00 worden gekenmerkt door:
299.00_02 | Vroegkinderlijk autisme |
299.00_03 | Andere desintegratiestoornis op kinderleeftijd |
299.00_04 | syndroom van Xxxxxxxx |
299.00_05 | Pervasieve ontwikkelingsstoornis, niet gespecificeerd |
3. De rechthebbende heeft al eerder minstens een ambulante of internaat behandeling gevolgd die door een multidisciplinair team, een kinderpsychiater en/of een neuropediater werd verstrekt, maar die niet geleid heeft tot een blijvende sociale integratie van de rechthebbende in diens gezin of gezinsvervangende instelling en in een onderwijsvorm die aan zijn of haar pathologische situatie is aangepast. In het medisch-therapeutischdossier van de gebruiker wordt minstens de begin- en einddatum van die andere behandeling(en) vermeld, alsook het aantal verstrekkingen dat in de loop van die behandeling(en) is verricht.
4. Ingevolge punten 2 en 3 heeft de rechthebbende nood aan een multidisciplinaire kinderpsychiatrische revalidatie in een internaat.
§2. Elke rechthebbende wordt in de revalidatievoorziening opgenomen op basis van een medisch voorschrift
- dat opgesteld is door een arts-specialist die geen deel uitmaakt van het personeel van de revalidatievoorziening,
- en dat expliciet de diagnose vermeldt die door deze arts-specialist gesteld is.
Dit medisch voorschrift wordt bij het medisch-therapeutisch dossier van de gebruiker gevoegd.
4. ZORGAANBOD
Artikel 2. Elk individueel revalidatieprogramma dat door de revalidatievoorziening voor de rechthebbende wordt uitgevoerd, heeft als doel de invaliderende gevolgen van zijn of haar stoornis(sen) te verminderen, zodat hij of zij in staat wordt gesteld om op zo kort mogelijke tijd de meest optimale levenskwaliteit en de beste sociale integratie te bereiken die voor hem of haar mogelijk zijn.
Concrete doelstellingen zijn :
- het stimuleren van de intellectuele en emotionele ontwikkeling,
- het ontwikkelen, herstellen of verbeteren van het vermogen om met anderen een band op te bouwen of te communiceren in verschillende situaties van het dagelijks leven, op een zo best mogelijk aangepaste manier, rekening houdende met de eigen beperkingen en mogelijkheden,
- het samen met de personen die dicht bij de rechthebbende staan of zullen staan, voorbereiden van diens toekomstige verblijf binnen het gezin, sociaal netwerk, op school, op het werk...
- het bijgevolg mogelijk maken dat de rechthebbende na zijn opname in de revalidatievoorziening niet meer dient te verblijven in een zorginstelling maar in staat is om zich (opnieuw) te handhaven in een onderwijsinstelling, in een MPI, op een leercontract, binnen een beschutte werkplaats ...
De revalidatie is dus tijdelijk van aard en is volledig gericht op het verdere functioneren van de rechthebbende na zijn verblijf de revalidatievoorziening.
Artikel 3. §1. De gecumuleerde totaalduur van alle revalidatieperiodes waarvoor een beslissing tot goedkeuring voor de tegemoetkoming voor revalidatieverstrekkingen kan worden verleend , mag niet meer dan 5 jaar bedragen.
§2. De bedoelde dagdagelijkse activiteiten en de overgangsmomenten tussen de ateliers en activiteiten worden georganiseerd volgens een vast, voorspelbaar en daardoor voor de gebruiker geruststellend dagschema, waarin de revalidatie-activiteiten en -ateliers worden ingepast. De dagdagelijkse activiteiten en overgangsmomenten dragen bij tot het structureren van tijd en ruimte bij de gebruikers en tot hun socialisatie. Ze vormen de basis voor de continuïteit van het therapeutisch proces.
§3. De revalidatie-activiteiten en -ateliers zijn in het bijzonder bedoeld om het lichaamsschema en lichamelijk functioneren van de rechthebbenden, alsook hun symbolische en cognitieve functies, hun (verbale en non-verbale) uitdrukkings- en communicatievermogen en hun vermogen om een context gebonden sociaal netwerk uit te bouwen, te ontwikkelen of te structureren.
De activiteiten en ateliers zijn multifocaal en multidisciplinair: ze combineren elk meerdere doelstellingen, waarvoor therapeuten uit verschillende disciplines tussen komen.
5. REVALIDATIEVERSTREKKINGEN
5.1 Aanvragen tegemoetkoming revalidatieverstrekkingen
Artikel 4. Conform artikel 534/112 van het VSB-besluit wordt de aanvraag tot tegemoetkoming van revalidatieverstrekkingen opgemaakt aan de hand van de instructies die het Departement Zorg
opmaakt..
Artikel 5. Een aanvraag tot tegemoetkoming van een revalidatieperiode kan gebeuren via een aanvraag “nieuwe revalidatie”, een “herstart” of een “verlenging”.
§1. Een nieuwe revalidatie binnen de revalidatievoorziening moet aangevraagd worden wanneer het gaat over de aanvraag van een revalidatieperiode voor een nieuwe gebruiker in de revalidatievoorziening. De maximaal aan te vragen duur bij een nieuwe revalidatie is gelijk aan één jaar.
§2. Een herstart van een revalidatietraject is een revalidatie die wordt hernomen binnen dezelfde revalidatievoorziening voor een gebruiker die reeds gekend is in de revalidatievoorziening.
Een aanvraag tot herstart is mogelijk:
Wanneer de revalidatie werd stopgezet en nadien opnieuw wordt opgestart in de revalidatievoorziening.
Wanneer de gebruiker zijn revalidatie wil hernemen na een onderbreking en de einddatum van de reeds goedgekeurde periode revalidatie al voorbij is.
De maximaal aan te vragen duur bij een herstart is gelijk aan één jaar.
Wanneer de reeds goedgekeurde periode al de maximaal toegestane revalidatieperiode bedroeg, kan de revalidatie toch herstart worden, op voorwaarde dat:
Tijdig een onderbreking werd gemeld door de revalidatievoorziening.
Er tijdens het lopende revalidatietraject een stopzetting werd geregistreerd.
De maximale leeftijd, zoals bepaald in de revalidatieovereenkomst, niet overschreden wordt.
§3. Een verlenging moet aangevraagd worden wanneer de einddatum van de reeds goedgekeurde periode is verstreken en de revalidatie verderloopt onmiddellijk aansluitend op de einddatum van die reeds goedgekeurde periode.
§4. Het medisch verslag, bedoeld in artikel 534/111, 3° van het VSB-besluit, maakt steeds deel uit van de aanvraag tot tegemoetkoming voor revalidatieverstrekkingen (‘nieuwe revalidatie’, ‘herstart’ of ‘verlenging’).
Het medisch verslag vermeldt:
de behandelend arts,
de herkomst van de gebruiker,
de diagnose aan de hand van een DSM-V-code,
de doelstellingen van de revalidatie,
de reden van verlenging van een revalidatietraject,
de reden van onderbreking van een revalidatietraject,
de reden van einde van een revalidatietraject,
de bestemming na ontslag na een revalidatietraject,
in geval van een aanvraag tot uitzondering bijkomende medische verslagen.
Artikel 6. Een door de zorgkas goedgekeurde revalidatieperiode kan onderbroken worden of stopgezet worden.
§1. Een onderbreking en een stopzetting of einde van de revalidatie, inclusief de reden, worden steeds gemeld via de geattesteerde software zoals vermeld in artikel 534/122, §1, tweede lid
van het VSB-besluit. Bij het beëindigen van de revalidatie wordt de instantie waarnaar de gebruiker wordt doorverwezen vermeld in de software.
§2. Er is sprake van een onderbreking van de revalidatie wanneer de revalidatie (bv in geval van ziekte van de gebruiker) wordt onderbroken. De revalidatie wordt on-hold gezet en kan op een later moment opnieuw verdergezet worden zonder nieuwe aanvraag. Een onderbreking van de revalidatie kan nooit langer duren dan 3 maanden. De maximale duur van de revalidatieperiode kan verlengd worden wanneer er een onderbreking is geregistreerd.
Artikel 7. Een gebruiker kan gedurende een door de zorgkas goedgekeurde revalidatieperiode verlof nemen. Deze tijdelijke afwezigheid, inclusief de reden, wordt steeds gemeld via de software.
5.2 Vergoedbare verstrekkingen
Artikel 8. De op grond van deze overeenkomst revalidatieprestatie die voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komt, is de verpleeg- en revalidatiedag, d.w.z. elke dag tijdens welke de rechthebbende daadwerkelijk in de revalidatievoorziening is opgenomen om aan het revalidatieprogramma van de revalidatievoorziening deel te nemen.
Artikel 9. §1. De rechthebbende moet voor elke verpleeg- en revalidatiedag gedurende minstens 9 uur tussen 6u en 20u én tijdens de daaropvolgende nacht - of in het geval van verpleeg- en revalidatiedagen die gevolgd worden door een sluitingsdag, de daaraan voorafgaande nacht - aanwezig zijn in de revalidatievoorziening.
§2. Elke verpleeg- en revalidatiedag bestaat enerzijds uit specifieke revalidatie-activiteiten en -ateliers en therapeutische begeleiding voor het structureren en zinvol invullen van de vrijetijdsmomenten en anderzijds uit dagdagelijkse activiteiten (bv. wassen, ontbijten, middagmaal, ...) en uit de overgangsmomenten tussen de verschillende voornoemde activiteiten en ateliers.
§3. Elke rechthebbende die sinds minstens 4 maanden is opgenomen in de revalidatievoorziening, neemt per dag gedurende minstens 5 uur deel aan de revalidatie-activiteiten en revalidatie-ateliers. Op de dagen dat de wekelijkse algemene teamvergadering plaats vindt, volstaat het echter dat deze gebruikers gedurende minstens 3 uur deelnemen aan de revalidatie-activiteiten en revalidatie-ateliers.
§4. Afhankelijk van de specifieke therapeutische behoeften van elke rechthebbende, kunnen de revalidatie-activiteiten of -ateliers aangevuld worden met individuele educatieve activiteiten of psychotherapieën. Voor de toepassing van §6 van dit artikel kan de tijd die hieraan besteed wordt, meegeteld worden als tijd dat de rechthebbende deelneemt aan revalidatie-activiteiten.
§5. Voor elke rechthebbende die niet als reguliere student ingeschreven is in een school, maar waarvoor de revalidatievoorziening een schoolgang wil voorbereiden, kunnen, voor de toepassing van
§6 van dit artikel, wekelijks maximum 15 uren aan revalidatie-activiteiten en -ateliers vervangen worden door schoolbezoeken van de rechthebbende als vrije leerling.
§6. Rechthebbenden die als reguliere student zijn ingeschreven in een school dienen op de dagen dat ze lessen volgen in de school, in afwijking van §6 van dit artikel, gedurende minimum 2 uren per dag deel te nemen aan de revalidatie-activiteiten en -ateliers en/of therapeutische begeleiding in de revalidatievoorziening.
Voor deze dagen kan de verpleeg- en revalidatiedag aan 70% worden aangerekend.
§7. Voor de toepassing van dit artikel wordt onderwijs volgen in een multifunctioneel centrum of gelijkaardig instituut gelijkgesteld met schoolgaan.
§8. Contextgesprekken, contextversterking en overleg met relevante betrokken niet-zorg-actoren kunnen deel uitmaken van een factureerbare revalidatieprestatie of kunnen gefactureerd worden als een reguliere revalidatieprestatie indien minstens de minimale duurtijd van een revalidatieprestatie bereikt wordt.
§9. Onder ‘contextgesprek’ wordt verstaan: gesprekken met naasten, ouders, partners, kinderen, familieleden en zorgdrager(s) uit de onmiddellijke leefomgeving van de gebruiker indien hun deelname bijdraagt tot de realisatie van de individuele doelstellingen van de revalidatie van de gebruiker. Een contextgesprek gebeurt al dan niet in aanwezigheid van de gebruiker.
Een contextgesprek kan deel uitmaken van een factureerbare revalidatieprestatie of kan gefactureerd worden als een reguliere revalidatieprestatie indien minstens de minimale duurtijd van een revalidatieprestatie bereikt wordt.
§10. Onder ‘contextversterking’ wordt verstaan: naasten, ouders, partners, kinderen, familieleden, zorgdrager(s) in de onmiddellijke leefomgeving van de gebruiker kunnen ook zelf beroep doen op de revalidatievoorziening in de vorm van vergoedbare revalidatieverstrekkingen, indien dit bijdraagt tot de realisatie van de individuele doelstellingen van de revalidatie van de gebruiker. Contextversterking kan gebeuren binnen de lopende revalidatiegoedkeuring van de gebruiker.
Het versterken en begeleiden van de context kan deel uitmaken van een factureerbare revalidatieprestatie of kan gefactureerd worden als een reguliere revalidatieprestatie indien minstens de minimale duurtijd van een revalidatieprestatie bereikt wordt.
§11. Onder ‘overleg met relevante betrokken niet-zorg-actoren’ wordt verstaan : Overleg met relevante betrokken niet-zorg-actoren zoals leerkrachten, werkgevers, jeugdhulp, jeugdbeweging, sportclub, arbeidsbegeleiders, leerlingbegeleiders, jobcoaches, kinderverzorgers, etc., al dan niet in aanwezigheid van de gebruiker, indien hun deelname bijdraagt tot de realisatie van de individuele doelstellingen van de revalidatie van de gebruiker.
Overleg met relevante betrokken niet-zorg-actoren kan deel uitmaken van een factureerbare revalidatieprestatie of kan gefactureerd worden als een reguliere revalidatieprestatie indien minstens de minimale duurtijd van een revalidatieprestatie bereikt wordt.
6. EENHEIDSPRIJS EN AFGELEIDEN
Artikel 10. Een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen is verschuldigd voor elke verpleeg- en revalidatiedag die voor een rechthebbende gerealiseerd wordt en die beantwoordt aan de voorwaarden van deze overeenkomst.
Artikel 11. §1. De prijs van de verpleeg- en revalidatiedag wordt beschouwd als de basisprijs (100%).
In de gevallen die bedoeld worden in artikel 8, dient de in §4 van dit artikel vastgestelde prijs van de verpleeg- en revalidatiedag verminderd te worden tot 70 %.
§2. Voor het ontvangen van tegemoetkomingen factureert de revalidatievoorziening revalidatieprestaties met de daarvoor voorziene pseudonomenclatuurcodes, zoals opgenomen in de instructies en in de handleiding “eRevaCfin” die gepubliceerd wordt op de website van het Departement Zorg.
§3. Bij de facturatie van de revalidatieprestaties wordt voor elke prestatie een code betrekkelijke verstrekking gebruikt die aangeeft voor welk percentage het pseudonomenclatuurnummer mag aangerekend worden en op welke manier de prestatie is uitgevoerd.
§4. Tabel prijs en soort vergoedbare revalidatieprestaties:
Vergoedbare revalidatieprestatie | Prijs |
verpleeg- en revalidatiedag | 100% |
verpleeg- en revalidatiedag schoolgaande kinderen | 70% |
§5. Rekening houdend met het personeel en de werkingskosten die worden vermeld in bijlage bij deze overeenkomst, wordt de prijs van de verpleeg- en revalidatiedag aan 100 % vastgesteld op:
totaalbedrag | Indexeerbaar gedeelte | Niet – indexeerbaar gedeelte | |
Verpleeg- en revalidatiedag (100 %) | X € | X € | X € |
7. CAPACITEIT VAN DE REVALIDATIEVOORZIENING
Artikel 12. De revalidatievoorziening is 230 dagen per kalenderjaar open. De revalidatievoorziening kan maximaal 19 gebruikers per dag opnemen die al dan niet rechthebbende zijn, met een jaarlijks gemiddelde van 17 interne gebruikers per dag.
Voor de toepassing van dit artikel mag alleen rekening gehouden worden met het werkelijke aantal gebruikers, ongeacht de prijs die voor deze gebruikers kan worden aangerekend.
Artikel 13. §1. De prijs per "verpleeg- en revalidatiedag 100%" vastgesteld in artikel 8 is berekend zoals vermeld in bijlage bij deze overeenkomst, rekening houdende met een bezettingsgraad van 90 % . De prijs van een " verpleeg- en revalidatiedag 100%" werd daarbij beschouwd als de eenheidsprijs waaruit de prijzen van vermelde revalidatieprestaties kunnen afgeleid worden. De “normale facturatiecapaciteit”, zoals gedefinieerd in artikel 534/90, §1, 2° van het VSB-besluit, bedraagt bijgevolg x "verpleeg- en revalidatiedag 100%", wat overeenstemt met een bezettingsgraad van 90 %.
§2. Het “theoretisch aantal eenheidsverstrekkingen”, zoals gedefinieerd in artikel 534/90, §2/3, eerste lid, van het VSB-besluit van de revalidatievoorziening, bedraagt x " verpleeg- en revalidatiedag 100%".
§3. De "maximale facturatiecapaciteit" zoals gedefinieerd in artikel 534/90, §1, 1° van het VSB- besluit, bedraagt x "verpleeg- en revalidatiedag 100%", wat overeenkomt met een 98 % van het theoretisch aantal eenheidsverstrekkingen.
Artikel 14. §1. De volgende regeling is van toepassing tot en met 31 december 2023.
De revalidatievoorziening verbindt er zich toe om, in geval van overschrijding van de "normale facturatiecapaciteit" in de loop van een kalenderjaar, de revalidatieprestaties die boven de “normale facturatiecapaciteit” worden gerealiseerd, te factureren aan een verminderd tarief.
De aan te rekenen verminderde prijs zal in dat kalenderjaar ofwel 50 % , ofwel 25 % bedragen van de normale prijzen van de revalidatieprestaties en dit afhankelijk van het in de vorige kalenderjaren gerealiseerde en vergoede aantal revalidatieprestaties.
§2. De in voorgaande alinea bedoelde verminderde prijzen bedragen:
1. 50 % van de normale prijzen van de revalidatieprestaties:
a) als in het kalenderjaar dat onmiddellijk voorafgaat aan het beschouwde kalenderjaar, de revalidatievoorziening niet meer dan x (aantal = 90 %) revalidatieverstrekkingen, die voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen, heeft gerealiseerd; of
b) als sinds het recentste kalenderjaar waarvoor de "normale facturatiecapaciteit" niet is overschreden, de revalidatievoorziening in geen enkel kalenderjaar meer dan x (aantal = 94 %) revalidatieverstrekkingen, die voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen, heeft gerealiseerd.
2. 25 % van de normale prijs van de revalidatieprestaties:
a) als in het kalenderjaar dat onmiddellijk voorafgaat aan het beschouwde kalenderjaar, de revalidatievoorziening meer dan x (aantal = 94 %) revalidatieverstrekkingen, die voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen, heeft gerealiseerd; of
b) als sinds het recentste kalenderjaar waarvoor de "normale facturatiecapaciteit" niet overschreden werd, in minstens één kalenderjaar de revalidatievoorziening meer dan x (aantal : 94%) revalidatieverstrekkingen, die voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen, heeft gerealiseerd.
§2. Deze volgende regeling start vanaf 1 januari 2024.
De revalidatievoorziening verbindt er zich toe om, in geval van overschrijding van de "normale facturatiecapaciteit" in de loop van een kalenderjaar, de revalidatieprestaties die boven de “normale facturatiecapaciteit” worden gerealiseerd, te factureren aan een verminderd tarief.
Dit aan te rekenen verminderd tarief zal in dat kalenderjaar 50 % bedragen van de eenheidsprijs voor de gerealiseerde prestaties boven 90 % tot 94 % van het theoretisch aantal eenheidsverstrekkingen.
De aan te rekenen verminderde prijs zal in dat kalenderjaar 25 % van de in het vorig lid vermelde basisprijzen bedragen voor de gerealiseerde prestaties boven de 94 % tot 98 % van het theoretisch aantal eenheidsprestaties.
§3. De revalidatieprestaties die de revalidatievoorziening realiseert voor rechthebbenden die geen gebruikers zijn, kunnen aan andere instanties worden aangerekend. Het totaal van alle aan de zorgkassen en aan derden voor een bepaald kalenderjaar aangerekende prestaties, mag echter nooit de realiseerbare capaciteit van de revalidatievoorziening, zijnde het aantal revalidatieprestaties dat de revalidatievoorziening in een bepaald kalenderjaar realiseert als ze een bezettingsgraad van 100 % realiseert, overschrijden. Die realiseerbare capaciteit is vastgelegd op x revalidatieprestaties.
§4. Indien de overeenkomst met de revalidatievoorziening in een bepaald kalenderjaar
slechts een deel van dat kalenderjaar van toepassing is, dienen de in dit artikel vermelde facturatiecapaciteiten voor dat kalenderjaar proportioneel te worden verminderd, rekening gehouden met de termijn dat de overeenkomst in dat kalenderjaar van toepassing is.
§5. De revalidatieprestaties die aan de Vlaamse zorgkassen worden aangerekend voor gebruikers die ten laste zijn van een buitenlandse verzekeringsinstelling, zijn begrepen in de normale en maximale facturatiecapaciteit.
8. PERSONEEL
Artikel 15. §1. Onder "personeelskader" moet verstaan worden het geheel van functies, elk met de daartoe vereiste kwalificatie en, binnen elke functie, het aantal uren per week, voorzien onder de rubriek personeelskosten voor elk van deze functies, opgenomen in bijlage bij deze overeenkomst. De personeelsleden van de revalidatievoorziening zijn de artsen, therapeuten, administratieve bedienden en werknemers die in het personeelskader zijn opgenomen of degenen die hen vervangen overeenkomstig de bepalingen van deze overeenkomst.
§2. Het Departement Zorg kan niet beschouwd worden als partij in de arbeidscontracten die gesloten worden tussen de revalidatievoorziening en haar personeel.
Artikel 16. §1. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe haar personeel minstens te bezoldigen op basis van de principes gebruikt bij de berekening van de kosten; deze berekening is opgenomen in bijlage bij deze overeenkomst.
§2. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe bepaalde voordelen die in het kader van nieuwe C.A.O.'s, gesloten binnen het paritair comité 330.01.41, Vlaamse sector voor de revalidatievoorzieningen, aan het personeel zouden toegekend worden en waarvan de kosten ten gevolge van een beslissing van de minister in de verpleeg- en revalidatiedagprijs zouden opgenomen worden, eveneens toe te kennen aan haar personeel.
§3. De revalidatievoorziening verbindt zich er ook toe elk (loontrekkend of zelfstandig) personeelslid schriftelijk de verplichtingen met betrekking tot zijn bezoldiging mee te delen die vermeld zijn in deze overeenkomst.
De revalidatievoorziening bewaart de stukken waaruit blijkt dat elk personeelslid ingelicht is over die verplichtingen en houdt ze ter beschikking van het Departement Zorg.
De revalidatievoorziening machtigt het Departement Zorg om elk personeelslid dat erom verzoekt, de gegevens mede te delen in verband met de berekeningswijze van zijn loon, voortvloeiend uit die verplichtingen.
§4. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe jaarlijks, ten laatste op 31 maart, aan het Fonds voor de uitbetaling van een vakbondspremie, het in de revalidatiedagprijs verrekend vast bedrag over te maken voor iedere krachtens deze overeenkomst revalidatieprestatie die voor tegemoetkoming in de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwam en die het voorbije kalenderjaar door de zorgkassen uitbetaald werd.
9. CRITERIA IN HET KADER VAN KWALITEIT
Evaluatie
Artikel 17. §1. Per rechthebbende wordt er jaarlijks een grondige klinische evaluatie gerealiseerd, met driemaandelijkse tussentijdse evaluaties.
§2. De eerste evaluatie vindt plaats binnen een termijn van 3 maanden die voorafgaat of volgt op de opname van de rechthebbende in de revalidatievoorziening. Deze eerste evaluatie is bedoeld om de diagnose van de arts die de revalidatie aanvankelijk had voorgeschreven, te verifiëren of te verfijnen en om de gegrondheid te beoordelen van de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen van de rechthebbende in de revalidatie-revalidatievoorziening en om, in voorkomend geval, de inhoud van zijn revalidatieprogramma nader te bepalen.
§3. De daaropvolgende jaarlijkse en tussentijdse evaluaties zijn bedoeld om de evolutie in te schatten van de stoornissen van de gebruiker en van het effect hierop van de revalidatie én om te beoordelen of het nuttig is dat de rechthebbende zijn revalidatie voortzet. In functie van dat laatste wordt beslist of het revalidatieprogramma voortgezet of aangepast wordt, dan wel of de gebruiker opnieuw naar zijn gezin of naar een andere gezinsvervangende instelling kan terugkeren of doorverwezen worden.
§4. Binnen een termijn van 3 maanden die voorafgaat of volgt op de opname van de rechthebbende in de revalidatievoorziening en binnen een termijn van 3 maanden die voorafgaat of volgt op zijn ontslag, wordt de klinische evaluatie aangevuld met een kwantitatieve evaluatie. Deze kwantitatieve evaluatie wordt door de revalidatievoorziening uitgevoerd in samenwerking met een derde die in staat is om via aangepaste psychometrische instrumenten de evolutie van de stoornissen van de rechthebbende te meten en het effect hierop van de revalidatie.
Voor de kwantitatieve evaluaties wordt gebruik gemaakt van wetenschappelijk gevalideerde psychometrische instrumenten.
De derde waarop beroep wordt gedaan voor het uitvoeren van de kwantitatieve evaluatie is bij voorkeur het multidisciplinair team van een dienst voor geestelijke gezondheidszorg of een referentiecentrum voor autismespectrumstoornissen. Indien dit niet het geval is, is deze derde de arts-specialist voor kinderpsychiatrie die de rechthebbende buiten zijn revalidatie volgt en/of die hem naar de revalidatievoorziening heeft doorverwezen. In geen geval kan een personeelslid van de revalidatievoorziening zelf deel uitmaken van het multidisciplinaire team dat in voorkomend geval de kwantitatieve evaluatie uitvoert. Evenmin kan de kwantitatieve evaluatie uitgevoerd worden door de behandelende arts-specialist voor kinderpsychiatrie, indien deze ook deel uitmaakt van het personeelskader van de revalidatievoorziening.
Behalve indien dit om dwingende redenen niet mogelijk is, wordt de evolutie van eenzelfde rechthebbende altijd in samenwerking met hetzelfde multidisciplinaire team of dezelfde arts geëvalueerd.
Indien de effectieve totaalduur van het revalidatieprogramma van de rechthebbende in de revalidatievoorziening minder dan 6 maanden bedraagt, kan de evaluatie bij het ontslag van de rechthebbende door de revalidatievoorziening zelf worden uitgevoerd, zonder medewerking van
een derde.
Samenwerking met de ouders en het netwerk
Artikel 18. §1. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe om de revalidatie te organiseren in samenspraak met de ouders of de wettelijke vertegenwoordigers van de rechthebbende. De modaliteiten van die samenwerking tussen de therapeuten van de revalidatievoorziening en de ouders of de wettelijke vertegenwoordigers van de rechthebbende worden besproken en vervolgens vastgelegd tijdens de intakegesprekken die aan de eigenlijke revalidatieperiode voorafgaan. Deze samenwerking is bedoeld om de ouders of de wettelijke vertegenwoordigers van de rechthebbende bij het therapeutisch proces te betrekken. Enerzijds is het de bedoeling van die samenwerking om de veralgemening van de verworvenheden van de rechthebbende buiten de context van de revalidatievoorziening te vergemakkelijken. Anderzijds is het de bedoeling de betrokkenheid tussen de rechthebbende en zijn leefomgevingen (gezin, school, ... ) in stand te houden. De samenwerking met de ouders of de wettelijke vertegenwoordigers van de rechthebbende is in dat opzicht één van de belangrijkste instrumenten om de sociale re-integratie van de rechthebbende aan het einde van zijn revalidatieperiode mogelijk te maken.
Deze samenwerking vertaalt zich tijdens de revalidatieperiode in wekelijkse of tweewekelijkse ontmoetingen tussen één of meerdere therapeuten van de revalidatievoorziening en de ouders of de wettelijke vertegenwoordigers van de rechthebbende en eventueel de personen die de verantwoordelijkheid zullen dragen voor zijn verdere tenlasteneming.
§2. De tijdelijke terugkeer in de loop van de revalidatieperiode (tijdens weekends, sluitingsperiodes van de revalidatievoorziening, ...) van de rechthebbende in het gezin wordt samen met de ouders of de wettelijke vertegenwoordigers van de rechthebbende voorbereid.
Tijdens haar sluitingsdagen verzekert de revalidatievoorziening een telefonische permanentie, waar de ouders of de verantwoordelijken van de rechthebbenden terecht kunnen bij het zoeken naar concrete oplossingen voor eventuele dringende probleemsituaties die rechtstreeks het gevolg zijn van de stoornissen die de aanleiding hebben gevormd voor de opname van de rechthebbende.
Indien de situatie van de rechthebbende of van zijn gezin dit rechtvaardigt, dient de revalidatievoorziening steeds een aangepaste oplossing voor te kunnen stellen rond de begeleiding van de rechthebbende in zijn thuisomgeving of rond zijn eventuele opname in een aangepaste gezinsvervangende instelling, tijdens de sluitingsdagen van de revalidatievoorziening. Het voorstel om de rechthebbende op te nemen in een gezinsvervangende instelling is vrijblijvend in hoofde van het gezin en wordt enkel door de revalidatievoorziening gedaan in geval van werkelijke onmacht van het gezin om een milieu te bieden waarin de rechthebbende zich kan handhaven of wanneer het gezin manifest niet in staat is om met de symptomen van de rechthebbende om te gaan (in het bijzonder in geval van ernstige gedragsstoornissen). De oplossing die erin bestaat dat de gebruiker tijdelijk opgenomen wordt in een gezinsvervangende instelling, wordt door de revalidatievoorziening voorbereid in overleg met de personen die binnen die gezinsvervangende instelling verantwoordelijk zullen zijn voor de rechthebbende. Behalve in het geval van een gemotiveerde uitzondering wordt de rechthebbende, tijdens sluitingsperiodes van de revalidatievoorziening, altijd in dezelfde gezinsvervangende instelling opgenomen. De revalidatievoorziening onderhoudt alle noodzakelijke contacten met het netwerk van zorgverleners en instellingen om, wanneer nodig, een beroep te kunnen doen op een gezinsvervangende instelling of dienst die aan de behoeften van de rechthebbende beantwoordt. Het centrum verbindt zich ertoe om meerdere samenwerkingsakkoorden af te sluiten met andere instellingen en diensten. Volgens deze
samenwerkingsakkoorden zouden rechthebbenden waarvoor dit noodzakelijk mocht blijken, tijdens de sluitingsdagen van de revalidatievoorziening, steeds binnen 24u opgevangen kunnen worden door deze instellingen of diensten.
§3. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe om de ouders of de wettelijke vertegenwoordigers van de rechthebbende schriftelijk in te lichten over de bepalingen van § 1 en 2 van dit artikel.
Artikel 19. §1. Vanaf de eerste maanden van de revalidatie van een rechthebbende zal de revalidatievoorziening, in samenspraak met diens ouders of wettelijke vertegenwoordiger, nagaan of het noodzakelijk is dat de rechthebbende ná zijn verblijf in de revalidatievoorziening nog elders in behandeling genomen wordt en wat dan de modaliteiten van die verdere behandeling dienen te zijn. Dit wordt telkens opnieuw onderzocht naar aanleiding van de evaluaties.
Indien een verdere behandeling in een andere voorziening aangewezen is, neemt de revalidatievoorziening, zodra de voorwaarden voor die verdere behandeling zijn vastgesteld, contact op met de verantwoordelijken voor deze verdere behandeling, zodat de overgang voor de rechthebbende zo vlot mogelijk kan verlopen.
§2. Het centrum onderhoudt met een voldoende aantal verschillende artsen-specialisten, verzorgingsinstellingen en diensten de noodzakelijke contacten om indien nodig aangepaste, concrete voorstellen te kunnen doen voor de verdere therapeutische behandeling van de rechthebbenden buiten de revalidatievoorziening.
Multidisciplinariteit van de therapeutische equipe
Artikel 20. §1. De revalidatie is een multidisciplinair proces waaraan het volledige therapeutisch personeel van de revalidatievoorziening, weergegeven in bijlage bij deze overeenkomst, deelneemt.
§2. De vergaderingen van het therapeutisch team dragen bij tot het garanderen van de coherente werking van dit team en zijn interventies. De vergaderingen worden geleid door de verantwoordelijke arts.
De vergaderingen gaan inhoudelijk vooral over:
- de opvolging van het functioneren van elke individuele rechthebbende,
- de theoretische principes en de methodologie van de revalidatieprogramma's en in het algemeen elke materie betreffende het behandelen van gebruikers met psychische stoornissen die interessant en relevant is voor het multidisciplinair team met het oog op de verstrekking van de revalidatieprogramma's.
Artikel 21. De directie van de revalidatievoorziening wordt waargenomen door een verantwoordelijke arts en een administratief directeur.
De verantwoordelijke arts staat in voor,
- het actueel houden en de theoretische gefundeerdheid van de principes die de basis vormen van de revalidatieprogramma's;
- de gegrondheid en de klinische coherentie van elk individueel programma.
Hij ziet toe op de correcte toepassing van deze overeenkomst op therapeutisch niveau.
De administratief directeur ziet erop toe dat de personele en werkingsmiddelen van de revalidatievoorziening dusdanig worden ingezet dat de individuele programma's optimaal verlopen en
de organisatie van het centrum zo mogelijk kan bijdragen tot betere resultaten van deze programma's. Hij ziet toe op de correcte toepassing van de overeenkomst op administratief en financieel niveau.
Wetenschappelijke raad
Artikel 22. §1. De wetenschappelijke raad van de revalidatievoorziening bestaat uit minstens 4 leden van wie de klinische en wetenschappelijke competenties op het vlak van kinderpsychiatrie door hun vakgenoten worden erkend. Minstens 2 van die leden kunnen (door hun studie, hun publicaties, hun deelname aan onderzoek... ) een grondige kennis voorleggen van de wetenschappelijke literatuur die een bijdrage heeft geleverd om de bedoelde psychische stoornissen bij kinderen of adolescenten beter te kunnen begrijpen. Onder wetenschappelijke literatuur verstaat men het geheel van peer reviewed publicaties dat in internationale databanken zoals Medline is opgenomen.
§2. De wetenschappelijke raad vergadert minstens een keer per jaar om de verschillende aspecten te bespreken van de theoretische principes die de basis vormen voor de revalidatieprogramma's. Die vergadering kan als een studiedag worden georganiseerd tijdens welke klinische gevalstudies van één of meerdere rechthebbenden worden uiteengezet en besproken. Er wordt een schriftelijke verslag van de vergaderingen opgesteld.
§3. Verschillende revalidatievoorzieningen van de sector van de kinderpsychiatrische revalidatie (identificatienummer 7.74.0) kunnen eenzelfde wetenschappelijke raad hebben. De vergaderingen van de raad kunnen dan gezamenlijk door die revalidatievoorzieningen worden georganiseerd.
Artikel 23. Indien de revalidatievoorziening gebruik maakt van de mogelijkheden om contextgesprekken, contextbegeleiding en overleg met relevante betrokken niet-zorg-actoren te organiseren
en te factureren:
Zet de voorziening in op de ontwikkeling en/of optimalisatie van een familiebeleid met aandacht voor de vier pijlers van een familievriendelijke zorg (bejegenen, informeren, ondersteunen, participeren);
Is dit beleid beschikbaar en de voorziening kan aantonen dat hier organisatiebreed op ingezet wordt;
Zijn de prestaties gericht op het betrekken van de context in lijn met de aanbevelingen uit de Multidisciplinaire richtlijn om naasten sterker te betrekken in de geestelijke gezondheidszorg (xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx);
Engageert de voorziening zich tot het aanbieden of aanreiken van een vormingsaanbod over het betrekken van de context voor alle zorgmedewerkers;
Zet de voorziening in op het creëren van een zorgcultuur waar aandacht voor familie en KOPP/KOAP (Kinderen van Ouders met Psychische of Afhankelijks Problemen) een brede gedragenheid kent;
Wordt er zoveel mogelijk ingezet op het werken in de triade zorgverlener, gebruiker en naaste, waarbij de gelijkwaardigheid van de drie partijen gerespecteerd wordt;
Geeft de voorziening bijzondere aandacht aan de regierol van de gebruiker in functie van het inzetten van contextgerichte interventies. Indien mogelijk gebeuren contextgerichte interventies enkel met toestemming van de gebruiker;
Xxxx de voorziening en diens medewerkers in gesprek met naasten/vertegenwoordigers van naasten om de noden van deze doelgroep in kaart te kunnen brengen en er gepast op in te spelen. Deelname aan de familietevredenheidsmeting (VIP²-project) kan hiertoe bijdragen.
10.ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 24. §1. De revalidatievoorziening stelt productiegegevens op (ofwel het aantal gepresteerde forfaits, per type, vermenigvuldigd met hun respectieve prijzen). De revalidatievoorziening verbindt er zich toe de productiecijfers ter beschikking te houden van het Departement Zorg. De productiecijfers worden, op eenvoudig verzoek van het Departement Zorg, binnen de maand overgemaakt aan het Departement Zorg.
§2. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe op verzoek van het Departement Zorg de aanwezigheidsregisters voor te leggen ter staving van de productiecijfers. Het opzettelijk bijhouden of overmaken van verkeerde productiecijfers zal de onmiddellijke schorsing van betaling door de zorgkassen in het raam van deze overeenkomst tot gevolg hebben.
§3. De revalidatievoorziening verbindt zich tot de nauwgezette naleving van de instructies betreffende het dagelijks bijhouden van de aanwezigheidslijst en de instructies betreffende het correct bijhouden van de productiecijfers.
§4. In geval van niet-naleving van de verplichting om de aanwezigheidsregisters correct in te vullen of de productiecijfers correct bij te houden worden, bij een eerste inbreuk de verstrekkingen verricht op de dag waarop de inbreuk werd vastgesteld, niet vergoed. Bij een tweede inbreuk zal geen enkele verstrekking worden vergoed voor de dagen waarop het aanwezigheidsregister niet correct zal zijn ingevuld en/of de productiecijfers niet correct werden bijgehouden.
Artikel 25. De revalidatievoorziening factureert aan de zorgkassen de factureerbare revalidatieverstrekking aan de hand van een factuur volgens de instructies van het Departement Zorg. Op de factuur worden ook, ter informatie, alle aan de rechthebbende gefactureerde bedragen voor diensten die geen recht geven op een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen, genoteerd. Van elke factuur wordt een afschrift overhandigd aan de rechthebbende of zijn wettelijk vertegenwoordiger.
Artikel 26. Uiterlijk op 31 juli van elk jaar bezorgt de revalidatievoorziening de volgende stukken aan het Departement Zorg:
de boekhoudkundige gegevens die verband houden met de toepassing van deze overeenkomst en die op het voorgaande kalenderjaar betrekking hebben;
de jaarlijkse rapportering van het personeelsoverzicht van de revalidatievoorziening via het E- loket.
Artikel 27. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe alle nuttige maatregelen te nemen op het vlak van de brandveiligheid; zij blijft daartoe bestendig in contact met een bevoegde dienst en voert de door die dienst opgelegde maatregelen en werken onmiddellijk uit.
Artikel 28. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de revalidatie te organiseren zoals voorzien in deze overeenkomst dat zich als bijlage I bij deze overeenkomst bevindt. Aanpassingen aan dit revalidatieprogramma zijn slechts mogelijk mits de procedure tot aanpassing van een revalidatieovereenkomst, zoals vermeld in art. 159 tot en met 190 van het overnamebesluit, wordt gevolgd.
Artikel 29. Om de kwaliteit van de revalidatie te waarborgen, verbindt de revalidatievoorziening zich ertoe elk personeelslid een exemplaar te bezorgen van het revalidatieprogramma dat als bijlage I bij deze overeenkomst gaat, alsmede van elke eventuele wijziging ervan. De revalidatievoorziening bewaart de in dit verband door het personeel ondertekende ontvangstbewijzen en houdt ze ter
beschikking van het Departement Zorg.
Artikel 30. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe het Departement Zorg, de Zorgkassencommissie en de zorgkassen alle informatie te bezorgen die gevraagd wordt op therapeutisch en financieel vlak of met het oog op het algemeen beheer van de revalidatieovereenkomsten. De revalidatievoorziening verbindt zich er tevens toe alle afgevaardigden van het Departement Zorg, de Zorgkassencommissie en de zorgkassen toe te laten de bezoeken af te leggen die zij hiertoe nuttig achten.
Artikel 31. §1. De raad van bestuur van de revalidatievoorziening verbindt zich ertoe om de voorwaarden te creëren die de verantwoordelijk arts, de therapeutische verantwoordelijke en de administratief directeur in staat stellen om alle bepalingen van deze overeenkomst na te leven.
§2. De raad van bestuur van de revalidatievoorziening neemt de gehele verantwoordelijkheid op zich van de eventuele niet naleving van de bepalingen van deze overeenkomst door de revalidatievoorziening en van de financiële gevolgen die daaruit voortvloeien.
Infrastructuur
Artikel 32. §1. Op 12 april 2022 bekwam de revalidatievoorziening een principieel akkoord voor de realisatie van een nieuwbouw. Aan de voorziening wordt de garantie gegeven voor het opnemen van de kosten van een nieuwbouw in de prijzen van de revalidatieverstrekkingen die deze revalidatieovereenkomst voorziet. Bij het finaliseren van de nieuwbouwplannen in oktober 2022 werd de principiële goedkeuring opnieuw bevestigd op 6 november 2022. Op 5 december 2022 heeft de inspecteur van financiën een positief advies gegeven.
Het principieel akkoord is gebaseerd op de gebruikelijke principes van het RIZIV voor bouwdossiers van inrichtingen met een revalidatieovereenkomst.
Volgens de gebouwennota van het Riziv, die van toepassing blijft, zal het verhoogde revalidatieforfait, waarin de kosten van de uitgevoerde werken zijn opgenomen, in werking treden op de eerste dag van de vierde maand die volgt op de datum waarop het Departement het volledige en definitieve dossier van de kosten voor de gebouwen heeft ontvangen, op voorwaarde dat de werken daadwerkelijk zijn uitgevoerd en het gebouw volledig door de inrichting in gebruik is genomen.
De definitieve berekening van het revalidatieforfait zal opnieuw ter advies voorgelegd worden aan de Inspecteur van financiën.
§2. Ieder initiatief, op korte of lange termijn, dat leidt tot het onterecht vergroten van de kosten van het gebouw die via de revalidatieovereenkomst worden vergoed of waardoor de revalidatievoorziening, haar inrichtende macht of eventueel bevriende organisaties van de inrichtende macht winst kunnen maken op basis van de kosten van het gebouw die via de revalidatieovereenkomst worden vergoed, wordt daarom beschouwd als een manifeste overtreding van het doel en de inhoud van dit hoofdstuk. De revalidatievoorziening zal het Departement dan ook steeds transparant informeren over alle initiatieven die een impact hebben op de werkelijke kosten van de nieuwbouw die via de overeenkomst worden ten laste genomen en dit zolang de nieuwbouw niet volledig is afgeschreven.
Artikel 33. §1. Deze overeenkomst, opgemaakt in twee exemplaren en behoorlijk ondertekend door beide partijen, treedt in werking op 1 oktober 2023.
Deze overeenkomst vervangt de overeenkomst d.d. 1 januari 2023 tussen de Vlaamse Gemeenschap
en de VZW De Dauw, als inrichtende macht van het behandelingscentrum voor kinderen/jongeren met autisme en/of psychotische kwetsbaarheid De Dauw.
Deze overeenkomst wordt op therapeutisch vlak beschouwd als een normale verderzetting van de revalidatieprogramma’s zoals bepaald in de overeenkomst van 12 januari 2010, tussen het Comité van de Verzekering voor geneeskundige verzorging van het RIZIV en de revalidatievoorziening.
§2. De bijlagen bij deze overeenkomst maken integrerend deel uit van deze overeenkomst.
Bijlage 1 – therapeutisch project
Bijlage 2 – prijsberekening dd. 01.10.2019
Bijlage 3 – prijswijziging dd. 01.11.2023
Opgemaakt te Brussel op 19 december 2023;
De voorzitter van de raad van bestuur de revalidatievoorziening | De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin |
Xxxxx Xxxxxxx | |
De verantwoordelijke arts van de revalidatievoorziening | |