BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID GEZIN
VIVIUM
BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID GEZIN
Algemene voorwaarden
REF. 551/03-2019
VIVIUM is een merk van P&V Verzekeringen CVBA | Maatschappelijke Zetel | Zetel Antwerpen | |
Verzekeringsonderneming toegelaten onder code 0058 BTW BE 0402 236 531 - RPR Xxxxxxx | Xxxxxxxxxxxxx 000 – 0000 Xxxxxxx TEL. x00 (0)0 000 00 00 | Xxxxxxxxxx 00 – 0000 Xxxxxxxxx TEL. x00 (0)0 000 00 00 |
Inhoudsopgave
Deel1 De verzekering Burgerlijke Aansprakelijkheid Privéleven 3
Artikel 1 – Wie zijn de verzekerden? 3
Artikel 2 – Wie zijn derden? 4
Artikel 3 – Wat wordt verstaan onder privéleven? 4
Artikel 4 – Wat wordt verstaan onder schadegeval? 4
Artikel 5 – Wat is het voorwerp van de verzekering Burgerlijke Aansprakelijkheid Privéleven? 4
Artikel 6 – Waar is de verzekering Burgerlijke Aansprakelijkheid Privéleven geldig? 5
Artikel 7 – Welke zijn de verzekerde bedragen? 5
Artikel 8 – Wat is de vrijstelling? 5
Artikel 9 – Omvang van de waarborg in sommige bijzondere gevallen 5
Artikel 10 – Bijkomende waarborgen 9
Deel 2 De verzekering Rechtsbijstand Privéleven 10
Artikel 11 – Wie zijn de verzekerden? 10
Artikel 12 – Wie zijn derden? 10
Artikel 13 – Wat wordt verstaan onder privéleven? 10
Artikel 14 – Wat wordt verstaan onder schadegeval en nood aan rechtsbijstand? 10
Artikel 15 – Wanneer moet het schadegeval zich voordoen om van deze verzekering te genieten? 10
Artikel 16 – Wat is het voorwerp van de verzekering rechtsbijstand? 11
Artikel 17 – Uitbreiding van de waarborg 13
Artikel 18 – Waar is de verzekering rechtsbijstand geldig? 13
Artikel 19 – Tot welk bedrag komt de maatschappij tussen? 13
Artikel 20 – Welke kosten worden ten laste genomen? 13
Artikel 21 – Wat is de drempel voor de tussenkomst? 13
Artikel 22 – Wat zijn de uitsluitingen? 14
Artikel 23 – Wat doet de maatschappij wanneer een schadegeval zich voordoet? 15
Artikel 24 – Recht op minnelijke schikking 15
Artikel 25 – Tussenkomst van een advocaat 15
Artikel 26 – Tussenkomst van een technisch adviseur 15
Artikel 27 – Een meningsverschil tussen de maatschappij en de verzekerde 17
Artikel 28 – Verjaringstermijn 17
Deel 3 De administratieve bepalingen 18
Artikel 29 – De aanvang en de duur van de overeenkomst 18
Artikel 30 – De indexatiemodaliteiten 18
Artikel 31 – De betaling van de premie 18
Artikel 32 – De niet betaling van de premie 18
Artikel 33 – De wijziging van de verzekeringsvoorwaarden 18
Artikel 34 – De opzegging van de overeenkomst 19
Artikel 35 – De informatieplicht van de verzekeringnemer 19
Artikel 36 – De verplichtingen van de verzekerden bij schadegeval 19
Artikel 37 – Leiding van het geschil – Belangen van de verzekerden 20
Artikel 38 – Xxxxxxxxxxxxxxxxxx 00
Artikel 39 – Recht van verhaal 21
Artikel 40 – Niet-tegenstelbaarheid van bepaalde acties 21
Artikel 41 – Verbintenissen aangegaan door de tussenpersoon 21
Artikel 42 – Woonplaats, mededelingen en kennisgevingen 21
Artikel 43 – De bevoegde rechtsmacht 21
Artikel 44 – Hierarchie van de bepalingen in deze overeenkomst 22
Verklarende woordenlijst 23
VIVIUM merk van P&V Verzekeringen CVBA – NBB 0058 – ALGEMENE VOORWAARDEN VIVIUM GEZIN – VIV 551/03-2019
- 2 -
VIVIUM BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID GEZIN
DEEL 1- DE VERZEKERING BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID PRIVELEVEN
DEFINITIES
Artikel 1 – Wie zijn de verzekerden ?
1.1. Als verzekerden worden aanzien, de verzekeringnemer voor zover hij zijn hoofdverblijf in België heeft, de met hem samenwonende partner en de andere personen die bij hem inwonen.
Indien de verzekeringnemer naar het buitenland verhuist, blijft de waarborg aan de verzekerden verworven gedurende 60 dagen te rekenen vanaf de dag van de verhuis.
Zij behouden de hoedanigheid van verzekerden als zij tijdelijk elders verblijven voor beroeps-, studie-, gezondheids-, of andere motieven, of tijdens reizen.
1.2. Voor zover deze overeenkomst in voege is, behouden volgende personen eveneens de hoedanigheid van verzekerde wanneer zij niet bij de verzekeringnemer inwonen:
- de personen die tijdens de looptijd van deze overeenkomst het gezin definitief verlaten om te verhuizen naar een rust- of verzorgingsinstelling,
- de minderjarige kinderen van de verzekeringnemer of van zijn samenwonende partner,
- de meerderjarige kinderen van de verzekeringnemer of van zijn samenwonende partner:
- zonder beperking in de tijd, zolang zij fiscaal ten laste zijn van één van beiden,
- tot de eerstkomende jaarlijkse vervaldag van de overeenkomst en minstens gedurende zes maanden te rekenen vanaf het ogenblik dat ze het gezin verlaten hebben, wanneer zij niet meer fiscaal ten laste zijn van één van beiden.
- de andere personen dan deze hierboven vermeld, tot de eerstkomende jaarlijkse vervaldag van de overeenkomst en minstens gedurende zes maanden te rekenen vanaf het ogenblik dat ze het gezin verlaten hebben.
1.3. Hebben eveneens de hoedanigheid van verzekerde:
- het huispersoneel en de gezinshelpers wanneer zij handelen in de privédienst van een verzekerde. De waarborg blijft verworven wanneer zij bij wijze van nevenactiviteit handelen in dienst van een verzekerde die in het hoofdverblijf van de verzekeringnemer een beroepsactiviteit uitoefent,
- de personen die, buiten elke beroepsactiviteit, al dan niet bezoldigd, belast zijn met de bewaking van de verzekerde kinderen, of van de dieren die in de waarborg van deze overeenkomst zijn opgenomen en die toebehoren aan een verzekerde vermeld in 1.1. of 1.2, als hun aansprakelijkheid ingevolge deze bewaking in het gedrang komt,
- de minderjarige kinderen van een derde wanneer zij, buiten elke beroepsactiviteit, al dan niet bezoldigd, onder de hoede van een verzekerde staan,
- de studenten die, in het kader van een uitwisselingsprogramma, tijdelijk in het gezin van de verzekeringnemer
verblijven,
- de genodigden wanneer zij tijdelijk en gratis bij de verzekeringnemer logeren in het kader van hun privéleven, in zover zij geen beroep kunnen doen op een andere verzekering,
- de personen die op vrijwillige basis een verzekerde vermeld in artikel 1.1 bijstaan bij werken aan het in België gelegen gebouw dat voor de verzekeringnemer als hoofd- of tweede verblijfplaats dient (met uitzondering van afbraakwerken), bij het verhuizen van de privé-inboedel of bij de organisatie of het verloop van familiefeesten.
Artikel 2 – Wie zijn derden ?
Alle personen andere dan deze vermeld in artikel 1.1. hierboven.
De verzekerden vermeld in artikel 1.1. hierboven worden echter toch als derden beschouwd voor hun persoonlijke lichamelijke schade die zij oplopen door een fout van:
- hun huispersoneel en gezinshelpers die op het ogenblik van het schadegeval handelen in hun privédienst, of
- van de minderjarige kinderen van een derde die op het ogenblik van het schadegeval, buiten elke beroepsactiviteit, onder hun hoede staan.
Artikel 3 – Wat wordt verstaan onder « privéleven » ?
Het gaat over alle feiten, daden of verzuimen, met uitsluiting van deze die voortvloeien uit een beroepsactiviteit.
Maakt ook deel uit van de waarborg, de schade veroorzaakt door:
- de verzekerde kinderen die betaalde prestaties uitvoeren tijdens hun schoolvakanties of hun vrije tijd (zelfs in het kader van een arbeidscontract),
- de verzekerden in hun hoedanigheid van vrijwilligers in de zin van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van de vrijwilligers,
- de honden die instaan voor de bewaking van de beroepslokalen.
Bijklussen en deeleconomie: maken onder meer deel uit van het privéleven:
a) verenigingswerk en occasionele diensten tussen burgers in de zin van de bijkluswet,
b) de occasionele diensten die een verzekerde levert aan particulieren, buiten elke beroepsactiviteit en zonder winstoogmerk, al dan niet via een online deeleconomieplatform, in zover:
- de verzekerde voldoet aan de specifieke vereisten die voor het leveren van deze diensten noodzakelijk zijn, zoals onder meer een bekwaamheidsattest, een erkenning of een diploma,
- de inkomsten die de verzekerde uit deze diensten verkrijgt, gecumuleerd met deze uit het verenigingswerk en de occasionele diensten tussen burgers onder a), per jaar niet meer bedragen dan de inkomstengrens zoals bepaald in de bijkluswet (art. 37bis en 90/1 WIB 1992).
Artikel 4 – Wat wordt verstaan onder « schadegeval » ?
Het gaat over alle schade veroorzaakt door een zelfde schadelijk feit.
Schadegevallen die uit eenzelfde gebeurtenis voortvloeien of uit verschillende gebeurtenissen met eenzelfde oorsprong, worden beschouwd als één en hetzelfde schadegeval, dat voorvalt op de dag van de eerste gebeurtenis.
OMVANG VAN DE WAARBORG
Artikel 5 – Wat is het voorwerp van de verzekering Burgerlijke Aansprakelijkheid Privéleven ?
De maatschappij waarborgt de burgerlijke aansprakelijkheid die de verzekerden ten laste kan gelegd worden op basis van de artikelen 1382 tot en met 1386 bis van het Burgerlijk Wetboek en van gelijkaardige bepalingen van buitenlands recht voor schade veroorzaakt aan derden in het kader van het privéleven.
De maatschappij waarborgt eveneens de burgerlijke aansprakelijkheid die de verzekerden in geval van burenhinder kan ten laste gelegd worden in het kader van het privéleven, op basis van artikel 544 van het
Burgerlijk Wetboek of van gelijkaardige bepalingen van buitenlands recht, voor de schade die het rechtstreekse gevolg is van een plotse, onvrijwillige en onvoorziene gebeurtenis in hoofde van een verzekerde.
Artikel 6 – Waar is de verzekering Burgerlijke Aansprakelijkheid Privéleven geldig ?
De verzekering geldt over de hele wereld.
Echter, de verzekering is beperkt:
- tot geografisch Europa: voor de schadegevallen veroorzaakt door het gebouw of het gedeelte van het gebouw dat als tweede verblijf dienst doet of dat - in opbouw, heropbouw of transformatie - bestemd is om het tweede verblijf te worden,
- tot België: voor de schadegevallen veroorzaakt door de tuinen of terreinen groter dan 5HA die niet grenzen aan een verzekerd gebouw.
Artikel 7 – Welke zijn de verzekerde bedragen ?
7.1. De waarborg wordt verleend, per schadegeval, tot beloop van:
- voor lichamelijke schade : 26.000.000 EUR (geïndexeerd),
- voor materiële schade : 7.000.000 EUR (geïndexeerd).
Deze bedragen zijn gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen. Het basisindexcijfer is dit van november 2018, d.i. 108,48 (basis 100 in 2013).
7.2. De maatschappij neemt eveneens ten laste, en dit zelfs boven de verzekerde bedragen:
- de reddingskosten bestemd om schade gedekt door deze overeenkomst te voorkomen of te beperken,
- de intresten op de in hoofdsom verschuldigde schadevergoeding, de kosten betreffende de burgerlijke rechtsvorderingen evenals de erelonen en kosten van advocaten en experten, doch enkel indien deze kosten door haar of met haar toestemming werden gemaakt of, in geval van belangenconflict dat niet aan de verzekerde toe te schrijven is, voorzover deze kosten niet op onredelijke wijze zijn gemaakt.
Boven het verzekerd bedrag van de waarborg is de tussenkomst van de maatschappij, in de reddingskosten
enerzijds en de intresten, de kosten en de erelonen anderzijds, als volgt beperkt:
- tot 495.787,05 EUR indien het verzekerd bedrag van de waarborg lager is dan of gelijk aan 2.478.935,25 EUR,
- tot 495.787,05 EUR plus 20% van het gedeelte van het verzekerd bedrag van de waarborg dat tussen 2.478.935,25 EUR en 12.394.676,24 EUR ligt,
- tot 2.478.935,25 EUR plus 10% van het gedeelte van het verzekerd bedrag van de waarborg dat boven 12.394.676,24 EUR ligt, met een maximumtussenkomst van 9.915.740,99 EUR.
Deze bedragen zijn gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen. Het basisindexcijfer is dit van november 1992, d.i. 113,77 (basis 1988 = 100).
Artikel 8 – Wat is de vrijstelling?
Een vrijstelling van een bedrag van 262,50 EUR (geïndexeerd) per schadegeval wordt ingehouden op het bedrag van de materiële schade.
Dit bedrag is gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen. De basisindex is deze van de consumptieprijzen van november 2018, d.i. 108,48 (basis 100 in 2013).
Artikel 9 – Omvang van de waarborg in sommige bijzondere gevallen
9.1 Dieren
De waarborg is de verzekerden verworven voor de schade veroorzaakt door dieren die zij onder hun bewaking hebben.
Voor rijpaarden waarvan zij eigenaar zijn, geldt de waarborg voor zover hun totaal aantal niet meer bedraagt dan tien.
Is niet verzekerd, de schade door wild en door (al dan niet getemde) wilde dieren, met uitzondering van hertachtigen en roofvogels die in België gehouden mogen worden.
9.2 Verplaatsingen
De waarborg is de verzekerden verworven voor de schade veroorzaakt tijdens verplaatsingen die ondermeer gedaan worden als :
- voetganger,
- eigenaar, houder of gebruiker van:
- rijwielen (m.i.v. rijwielen uitgerust met een elektrische hulpmotor met als enig doel trapondersteuning), rolschaatsen of rollers, gespannen voertuigen of alle andere landvoertuigen zonder motor,
- niet gemotoriseerde voortbewegingstoestellen,
- motorvoertuigen vermeld in artikel 9.5.1 (3de streepje),
- niet gekoppelde aanhangwagens waarvan de maximale toegelaten massa niet meer dan 750 kg bedraagt,
- passagier van om het even welk voertuig (uitgezonderd de gevallen van aansprakelijkheid bepaald door de Belgische of een buitenlandse wetgeving inzake verplichte motorrijtuigenverzekering).
9.3. Vaartuigen
De waarborg is verworven voor de schade veroorzaakt als eigenaar, houder of gebruiker van boten en andere vaartuigen.
De maatschappij waarborgt evenwel niet de schade veroorzaakt door het gebruik van zeilboten van meer dan
300 kg, van motorboten en van jet-skis van meer dan 10 PKDIN, waarvan een verzekerde eigenaar of leasingnemer is.
9.4 Luchtvaartuigen
De maatschappij waarborgt niet de schade veroorzaakt door luchtvaartuigen, waarvan een verzekerde eigenaar, houder, gebruiker of leasingnemer is.
De waarborg is evenwel verworven voor schade veroorzaakt als eigenaar, houder, gebruiker of leasingnemer van:
- parapente, valscherm en deltavlieger (zonder motor),
- onbemande modelluchtvaartuigen (m.i.v. drones met een maximale startmassa van 1 kg in het Belgisch luchtruim, voor zover ze niet vliegen in een straal van 3 km rond een luchthaven, een militair of burgerlijk luchtvaartterrein, boven een industrieel complex, een gevangenis, LNG-terminals, nucleaire installaties of boven een groot aantal mensen in open lucht).
9.5 De aansprakelijkheid onderworpen aan een verplichte verzekering
De maatschappij waarborgt niet de schade voortvloeiend uit:
9.5.1. een aansprakelijkheid die wettelijk verplicht verzekerd moet zijn door de Belgische of buitenlandse wetgeving inzake motorrijtuigen.
De waarborg is evenwel verworven voor schade veroorzaakt:
- door de verzekerde die een motor- of een spoorrijtuig onderworpen aan een wettelijk verplichte verzekering bestuurt, zonder hiertoe de wettelijk vereiste leeftijd te hebben, en zonder medeweten van de ouders en van de personen die de verzekerde onder hun hoede hebben. De maatschappij waarborgt eveneens de materiële schade aan het gebruikte vervoermiddel indien dit aan een derde toebehoort en wanneer het gebruikt werd buiten zijn medeweten,
- door de verzekerde die een motorrijtuig van een derde toevallig bestuurt, met toestemming van de eigenaar of de houder ervan, in zover de verzekerde houder is van een terzake geldig rijbewijs. Deze waarborg is enkel verworven indien de benadeelde geen vergoeding kan ontvangen op basis van een verzekeringsovereenkomst Burgerlijke Aansprakelijkheid Motorrijtuigen. De materiële schade aan het bestuurde motorrijtuig wordt niet gewaarborgd,
- door motorvoertuigen (uitgezonderd bromfietsen) met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van 25 km per uur, ondermeer speelgoed, tuinwerktuigen of andere knutselwerktuigen, voortbewegingstoestellen (zoals voertuigen bestuurd door personen met een handicap), hoverboards, segways, elektrische steps en monowheels.
Indien de waarborg wordt verleend op basis van artikel 9.5.1 2de en 3de streepje, verleent de maatschappij haar waarborg conform de minimumvoorwaarden van de verzekeringsovereenkomsten tot dekking van de verplichte aansprakelijkheid inzake motorrijtuigen, met inbegrip van de vergoedingsplicht voor zwakke weggebruikers. De waarborg is onbeperkt voor lichamelijke schade. Evenwel wordt de waarborg beperkt tot het bedrag dat vermeld wordt in het KB in uitvoering van artikel 3. §2, al.2 van de Wet van 21 november 1989 met betrekking tot de Verplichte Aansprakelijkheidsverzekering voor Motorrijtuigen en dit vanaf de datum van inwerkingtreding van dit KB. Wat de materiële schade betreft wordt de waarborg verleend tot een maximum bedrag van 100.000.000 EUR. Deze bedragen zijn geïndexeerd op de wijze bepaald in artikel 3.§4 van de hierboven geciteerde wet.
9.5.2. elke andere aansprakelijkheid die wettelijk verplicht verzekerd moet zijn.
De waarborg is de verzekerden evenwel verworven voor schade veroorzaakt door het verrichten van occasionele diensten tussen burgers in de zin van de bijkluswet.
9.6 Beoefening van de jacht
De maatschappij waarborgt niet de schade veroorzaakt door het beoefenen van de jacht waarvoor er een wettelijke verzekeringsplicht is, noch de wildschade.
9.7 Jeugdbewegingen en hiermee gelijk te stellen organisaties
De waarborg is de verzekerden verworven in hun hoedanigheid van leider, aangestelde of organisator van jeugdbewegingen of hiermee gelijk te stellen organisaties, zelfs voor de schade veroorzaakt door de personen waarvoor ze in die hoedanigheid aansprakelijk zijn.
De maatschappij waarborgt evenwel niet de persoonlijke aansprakelijkheid van de jongeren die de verzekerden onder hun hoede hebben.
9.8. Gebouwen en hun privé-inboedel
De waarborg is verworven aan de verzekerden voor de schade veroorzaakt door:
1. het gebouw of het gedeelte van het gebouw dat:
a. als hoofdverblijf betrokken wordt, met inbegrip van het deel:
- dat wordt gebruikt voor kantooractiviteiten of voor de uitoefening van een vrij beroep, of
- dat verhuurd of ter beschikking wordt gesteld van derden, voor zover het aantal woongelegenheden waaruit dit deel bestaat niet meer dan drie bedraagt,
b. als tweede of tijdelijk verblijf dienst doet (met inbegrip van wooncaravans),
c. als studentenverblijf betrokken wordt,
d. in opbouw, heropbouw of transformatie is en dat bestemd is om hun hoofd- of tweede verblijfplaats te worden,
e. dat gehuurd of gebruikt wordt ter gelegenheid van een familiefeest.
2. de garages en parkeerplaatsen voor het persoonlijk gebruik van de verzekerden evenals, voor zover er niet meer dan drie zijn, deze die zij verhuren of ter beschikking stellen,
3. de goederen- en personenliften in de verzekerde gebouwen op voorwaarde dat deze het voorwerp uitmaken van een lopend onderhoudscontract met een officieel erkend organisme, dat minstens één jaarlijkse controle voorziet en dit voor zover de verzekerde de aanbevelingen van dit organisme naleeft,
4. de tuinen en terreinen van de verzekerden, ongeacht of deze al dan niet grenzen aan een verzekerd gebouw, met inbegrip van de omheiningen en de beplantingen.
De waarborg geldt onder meer ook voor de binnenplaatsen, toegangen, terrassen, voetpaden, bijgebouwen en bijhorigheden, zwembaden, antennes, masten, vlaggenstokken, uithangborden, panelen (onder meer zonnepanelen), citernes en voor de inboedel die voor privégebruik dient.
Komt de aansprakelijkheid van mede-eigenaars collectief in het gedrang dan is de waarborg verworven in verhouding tot het aandeel van de verzekerde in de mede-eigendom.
De maatschappij dekt evenwel niet:
- de schade veroorzaakt door gebouwen – andere dan de hoofd- of de tweede verblijfplaats (of bestemd om het te worden) - ter gelegenheid van bouw-, heropbouw- of verbouwingswerken,
- de materiële schade veroorzaakt door vuur, door een brand, een ontploffing of door rook ingevolge vuur of een brand die ontstaat in of die overslaat van de gebouwen waarvan de verzekerden eigenaar, huurder of bewoner zijn. De waarborg is evenwel verworven voor de schade waarvan sprake in het punt 9.10. hieronder.
9.9. De bewaakte goederen en dieren
De waarborg is de verzekerden verworven tot beloop van 25.000 EUR per schadegeval, indien ze aansprakelijk zijn, en dit zelfs op contractuele basis, voor schade veroorzaakt aan goederen en dieren die ze tijdelijk onder hun bewaking hebben.
De maatschappij dekt evenwel niet de schade :
- aan geleasde goederen,
- aan gebouwen of gedeelten van gebouwen waarvan de verzekerden huurder of gebruiker zijn, evenals aan de roerende goederen die er zich in bevinden (behalve voor de schade waarvan sprake in het artikel 9.10. hieronder),
- aan gemotoriseerde transportmiddelen (o.a. motorvoertuigen, motorboten, jet-skis, luchtvaartuigen), behalve aan de verzekerde motorvoertuigen overeenkomstig artikel 9.5.1 3de streepje.
Mits specifieke vermelding in de bijzondere voorwaarden kan de waarborg worden uitgebreid tot de burgerlijke aansprakelijkheid (m.i.v. de contractuele aansprakelijkheid) van de verzekerde zoals gedefinieerd in artikel 1.1, voor de materiële schade die hij / zij veroorzaakt aan het voertuig van een derde en dat hij bestuurt in hoedanigheid van XXX.
- aan de overeenkomstig artikel 9.1. niet verzekerde dieren.
9.10 De tijdelijke of toevallige verblijven
De waarborg is de verzekerden verworven indien ze aansprakelijk zijn, en dit zelfs op contractuele basis :
1. voor schade veroorzaakt tijdens een verblijf als patiënt in een ziekenhuis of bij een tijdelijk of toevallig verblijf, privé of beroepshalve, in een hotel of gelijkaardige logementshuizen met hotelservice,
2. voor de schade veroorzaakt door vuur, brand, ontploffing, rook, water of glasbraak aan gebouwen, caravans of tenten evenals aan hun inhoud, die de verzekerden huren of gebruiken ter gelegenheid van een vakantie, een privéreis, een beroepsreis of een familiefeest.
9.11 Het opzettelijk feit
De maatschappij waarborgt niet de persoonlijke burgerlijke aansprakelijkheid van een verzekerde die de leeftijd van 16 jaar bereikt heeft en die opzettelijk schade veroorzaakte.
De maatschappij waarborgt daarentegen wel de burgerlijke aansprakelijkheid van de verzekerden die aansprakelijk zijn voor de personen die deze schade veroorzaakten (tenzij ze zelf deelachtig waren aan deze opzettelijke feiten). In dit geval kan de maatschappij verhaal uitoefenen tegen de veroorzaker van deze schade:
- indien haar netto-uitgaven niet hoger zijn dan 11.000 EUR: integraal,
- indien haar netto-uitgaven hoger zijn dan 11.000 EUR; tot beloop van 11.000 EUR verhoogd met de helft van het gedeelte dat het bedrag van 11.000 EUR overschrijdt, zonder meer te bedragen dan 31.000 EUR.
9.12 De zware fout
De maatschappij waarborgt niet de schade veroorzaakt door een verzekerde die de leeftijd van 18 jaar bereikt heeft, ingevolge één van volgende zware fouten :
- dronkenschap of een vergelijkbare toestand door het nuttigen van andere producten dan alcoholische dranken,
- gewelddaden jegens personen.
9.13 Radioactiviteit of kernenergie
De maatschappij waarborgt niet de schade of de verzwaring van de schade veroorzaakt door :
- wapens of tuigen die bestemd zijn te ontploffen door een structuurwijziging van de atoomkern,
- xxxx xxxxxxxxxxxxx, radioactief product of radioactief afval of elke andere bron van ioniserende stralingen en waarvoor uitsluitend de exploitant van een kerncentrale aansprakelijk is,
- elke bron van ioniserende stralingen (inzonderheid elke radio-isotoop) die wordt gebruikt buiten een kerninstallatie en waarvan de verzekerden of een persoon waarvoor ze instaan eigenaar, bewaarder of gebruiker zijn.
9.14 Terrorisme
De maatschappij waarborgt niet de schade veroorzaakt door een daad van terrorisme.
Artikel 10 – Bijkomende waarborgen
10.1. Vrijwillige hulpverlening door derden
De maatschappij vergoedt, tot beloop van 100.000 EUR per schadegeval en zonder toepassing van de vrijstelling, de schade die derden en hun rechthebbenden hebben opgelopen door bij imminent gevaar bedachtzaam en vrijwillig deel te nemen aan de redding van de verzekerden en hun goederen voor privégebruik, dit zelfs als de aansprakelijkheid van deze laatsten niet in het gedrang komt.
Evenwel kan geen verzekeraar noch een ander organisme, (privé of sociaal), dat naar aanleiding van deze feiten gehouden is tot enige uitkering ten gunste van die derden, zich op deze waarborg beroepen.
10.2 Opsporingskosten verdwenen kinderen
Bij de verdwijning van een verzekerd minderjarig kind gedurende ten minste 24 uur en voor zover de verdwijning binnen de 72 uur gemeld werd aan de autoriteiten, vergoedt de maatschappij tot beloop van 12.500 EUR en onder aftrek van een vrijstelling van 200 EUR volgende uitgaven :
- opsporingskosten gedragen door de verzekerden,
- de kosten en honoraria ingevolge medische of psychologische hulp aan de verzekerden.
De maatschappij komt tussen na uitputting van de tussenkomsten van een organisme van sociale zekerheid, van de autoriteiten of van enig ander organisme.
Deze waarborg is niet verworven indien, het verdwenen kind zelf, een verzekerde of een familielid enigerwijze betrokken was bij de verdwijning.
DEEL 2 DE VERZEKERING RECHTSBIJSTAND PRIVELEVEN
Deze waarborg is enkel verworven indien deze vermeld is in de bijzondere voorwaarden.
DEFINITIES
Artikel 11 – Wie zijn de verzekerden ?
Als verzekerden worden aanzien, de personen vermeld in artikel 1.1. en 1.2.
Wanneer meerdere verzekerden betrokken zijn bij hetzelfde schadegeval, komt het de verzekeringnemer toe de prioriteiten te bepalen volgens welke de maatschappij aan elke betrokkene tot uitputting van de waarborg moet tussenkomen.
Artikel 12 – Wie zijn derden ?
Alle personen andere dan de verzekerden.
Artikel 13 – Wat wordt verstaan onder « privéleven » ?
Deze verzekering geldt in het kader van het privéleven. De definitie van privéleven is deze vermeld in artikel 3.
Artikel 14 – Wat wordt verstaan onder “schadegeval” en “nood aan rechtsbijstand” ?
Een schadegeval doet zich voor wanneer een verzekerde een nood aan rechtsbijstand inroept ten overstaan van een derde, naar aanleiding van een materie die door de waarborg rechtsbijstand is gewaarborgd.
Deze nood aan rechtsbijstand wordt verondersteld te zijn ontstaan, ofwel wanneer er naar aanleiding van een juridische aanspraak een geschil blijkt te zijn tussen een verzekerde en een derde, ofwel wanneer een verzekerde wordt gedagvaard om ter terechtzitting te verschijnen, ofwel wanneer er schade is.
Het geschil wordt geacht zich voor te doen wanneer een verzekerde er niet langer redelijkerwijze aan kan twijfelen dat zijn rechten bedreigd worden. Worden beschouwd als één enkel schadegeval, alle meningsverschillen of geschillen die voortvloeien uit identieke rechtscheppende feiten met een onderling oorzakelijk verband, ongeacht het aantal verzekerden dat een beroep zou doen op de waarborg rechtsbijstand.
Artikel 15 – Wanneer moet het schadegeval zich voordoen om van deze verzekering te genieten?
Het schadegeval moet zich voordoen wanneer de verzekering rechtsbijstand van kracht is. Niettemin is de waarborg:
- niet van toepassing voor schadegevallen die hun oorsprong hebben in een feit dat of omstandigheid die dateert van vóór het afsluiten van de verzekering rechtsbijstand. De dekking wordt echter wel toegekend indien de verzekerde het bewijs voorlegt dat hij vóór de verzekering werd afgesloten, redelijkerwijze niet kon weten dat dit feit of deze omstandigheid een betwistbaar karakter had,
- van toepassing op schadegevallen die zich ten laatste zes maanden na het einde van de verzekering rechtsbijstand voordoen voor zover de gebeurtenis of omstandigheid die aan de oorsprong ligt van het schadegeval, zich heeft voorgedaan terwijl de verzekering nog van kracht was.
OMVANG VAN DE WAARBORG
Artikel 16 – Wat is het voorwerp van de verzekering rechtsbijstand ?
16.1. De strafrechtelijke verdediging
De maatschappij dekt de verdediging van de verzekerden in een strafrechterlijke procedure :
a) hetzij wanneer zij aansprakelijk zijn voor schades die gewaarborgd zijn in deel 1 “burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering privéleven”,
b) hetzij wanneer zij een inbreuk plegen op het Algemeen Reglement op de Politie van het Wegverkeer bij een verzekerde verplaatsing overeenkomstig artikel 9.2.
16.2. Het burgerlijk verhaal tegen de aansprakelijke derden
Wanneer, binnen het kader van zijn privéleven, een verzekerde lichamelijke of materiële schade lijdt, dekt de maatschappij het burgerlijk verhaal tegen de derde aansprakelijke of diens verzekeraar op basis van de hierna volgende bepalingen (of gelijkaardige bepalingen van buitenlands recht):
a. de artikelen 1382 tot 1386bis van het Burgerlijk Wetboek,
b. de Wet van 25/02/1991 betreffende de aansprakelijkheid voor producten met gebreken,
c. de Wet van 21/11/1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering voor motorrijtuigen (artikel 29bis) voor de schade geleden door de verzekerde als zwakke weggebruiker ten gevolge van een verkeersongeval,
d. de Wet van 30/07/1979 met betrekking tot de Preventie van Brand en Ontploffing en betreffende de Verplichte Verzekering van de Burgerrechtelijke Aansprakelijkheid in dergelijke gevallen,
e. het artikel 544 van het Burgerlijk Wetboek bij burenhinder, op voorwaarde dat de hinder in kwestie het rechtstreekse gevolg is van een plotse, abnormale en onvoorspelbare gebeurtenis.
16.3. Het verhaal aangaande medische burgerlijke aansprakelijkheid
De maatschappij dekt elke vordering tot vergoeding van lichamelijke letsels die de verzekerde heeft opgelopen ten gevolge van een raadpleging of medische tussenkomst die de verzekerde als patiënt heeft genoten. Deze waarborg is van kracht ongeacht de aard van de aansprakelijkheid (contractueel of buitencontractueel) van de zorgverlener ten overstaan van de verzekerde. In dit verband zijn de procedures die worden ingeleid voor het Fonds voor de medische ongevallen ook gedekt.
Deze waarborg geldt niet bij esthetische chirurgie.
16.4. De contractuele geschillen met de verzekeraar “burgerlijke aansprakelijkheid”
De maatschappij verleent bijstand wanneer zich een contractueel geschil voordoet over de interpretatie of de toepassing van de algemene voorwaarden van deel 1 (burgerlijke aansprakelijkheid) van deze overeenkomst.
16.5. Administratieve bijstand
De maatschappij verleent administratieve bijstand om de noodzakelijke formaliteiten te vervullen met het oog op het bekomen van een vergoeding door de Commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden, wanneer de verzekerden, ten gevolge van die gewelddaden, een beroep kunnen doen op de waarborg burgerlijk verhaal van deze verzekering.
16.6. Insolventie van derden
Wanneer de derde onvermogend is en zijn onvermogen werd vastgesteld door het mislukken van een procedure van gedwongen tenuitvoerlegging, waarborgt de maatschappij de betaling van het bedrag dat aan de verzekerde in hoofdsom als vergoeding voor zijn schade door een rechtbank werd toegekend.
Echter, deze waarborg wordt pas toegestaan indien de verzekerde kon genieten van de waarborg « burgerlijke verhaal» van deze verzekering in het kader van een vordering tot schadevergoeding gegrond op een burgerrechtelijke buitencontractuele aansprakelijkheid of een wettelijke vergoedingsplicht en onder voorwaarde dat de derde een niet opzettelijke daad beging.
Deze waarborg wordt dus ondermeer niet verleend ingeval van (poging tot) diefstal, afpersing, fraudeof inbraak, noch van agressie, gewelddaden, vandalisme en misbruik van vertrouwen.
Deze vergoeding wordt betaald na aftrek van een vrijstelling van 250 EUR.
16.7. Voorschotten
Wanneer de verzekerde geniet van de dekking «burgerlijk verhaal» van deze verzekering ingevolge een niet opzettelijke daad veroorzaakt door een behoorlijk geïdentificeerde derde, van wie de burgerrechtelijke buitencontractuele aansprakelijkheid of de wettelijke vergoedingsplicht onbetwistbaar vaststaat, betaalt de maatschappij, indien de verzekerde het vraagt, het niet betwiste bedrag vooruit waarop hij recht heeft als vergoeding van zijn schade.
Dit voorschot zal pas toegekend worden nadat de verzekerde schriftelijk zijn akkoord heeft gegeven aan de maatschappij om zijn vordering, tot beloop van de vergoeding aan de maatschappij af te staan of terug te betalen zodra hij ze ontvangt.
Deze waarborg wordt pas toegestaan onder voorwaarde dat de aansprakelijke derde een niet opzettelijke daad beging. Deze waarborg wordt dus ondermeer niet verleend ingeval van (poging tot) diefstal, afpersing, fraudeof inbraak, noch van agressie, gewelddaden, vandalisme en misbruik van vertrouwen.
Dit voorschot zal betaald worden na aftrek van een vrijstelling van 250 EUR.
16.8. De strafrechtelijke borgstelling
Wanneer ingevolge een gebeurtenis waarvoor de verzekerde kan genieten van de waarborg « strafrechtelijke verdediging » van deze verzekering, een strafrechtelijke borgtocht in het buitenland geëist wordt door de plaatselijke overheden teneinde, hetzij zijn invrijheidsstelling te bekomen wanneer hij in voorlopige hechtenis is genomen, hetzij zijn vrijheid te behouden indien hij dreigt in hechtenis te worden genomen, betaalt de maatschappij deze borgtocht vooruit.
Het voorgeschoten bedrag, vermeerderd met de in België geldende wettelijke intresten en met de eventuele terugvorderingskosten, moet terugbetaald worden, zodra de borgtocht is vrijgegeven of zodra de verzekerde definitief is veroordeeld.
16.9. Genadeverzoek
Indien, ten gevolge van een gewaarborgd schadegeval, de verzekerden veroordeeld werden tot een effectieve gevangenisstraf dekt de maatschappij het genadeverzoek.
16.10. Arbeidsongevallen
Bij uitbreiding van het begrip ‘Privéleven’ is de waarborg burgerlijk verhaal eveneens verworven om, tegen een aansprakelijke derde, een vordering in te stellen voor lichamelijke schade wanneer de verzekerden het slachtoffer zijn van een arbeidsongeval in de zin van de Wet van 03/07/1967 en die van 10/04/1971, en dit voor het soort schade die niet vergoedbaar is volgens deze regelgevingen.
Artikel 17 – Uitbreiding van de waarborg
De ouders en verwanten van de verzekerde kunnen ook een beroep doen op de waarborg burgerlijk verhaal om van de aansprakelijke derde een vergoeding te bekomen van hun eigen schade, met inbegrip van de morele schade, die zij lijden door het overlijden van de verzekerde. In dit geval zijn de verzekeringsvoorwaarden die op de verzekerde van toepassing zijn eveneens op hen van toepassing.
Artikel 18 – Waar is de verzekering rechtsbijstand geldig ?
De waarborg is geldig in de hele wereld.
Ze is evenwel beperkt tot geografisch Europa voor:
- het verhaal aangaande de medische burgerlijke aansprakelijkheid (artikel 16.3),
- schadegevallen i.v.m. het gebouw of het gedeelte van het gebouw dat als tweede verblijfplaats van de verzekeringnemer dienst doet of dat - in opbouw, heropbouw of transformatie - bestemd is om zijn tweede verblijfplaats te worden.
Artikel 19 – Tot welk bedrag komt de maatschappij tussen ?
Het maximaal verzekerde bedrag per schadegeval bedraagt 50.000 EUR, alle taksen inbegrepen, en dit ongeacht het aantal verzekerden dat bij dit schadegeval betrokken is.
De verzekerde bedragen worden teruggebracht tot 25.000 EUR voor de strafrechtelijke borgstelling (artikel 16.8), en tot 15.000 EUR voor de waarborgen contractuele geschillen met de verzekeraar “burgerlijke aansprakelijkheid” (artikel 16.4), insolventie van derden (artikel 16.6) en voorschotten (artikel 16.7).
Artikel 20 – Welke kosten worden ten laste genomen ?
De maatschappij neemt ten laste:
- de kosten en erelonen van advocaten, deurwaarders, of ieder ander persoon die de vereiste kwalificaties heeft overeenkomstig de op de procedure toepasselijke wet, die overeenkomstig de voorwaarden van deze verzekering is aangesteld,
- de gerechtskosten, inbegrepen de gerechtskosten in strafzaken of inzake jeugdbescherming, en de kosten van tenuitvoerlegging,
- de kosten en erelonen van de deskundigen, technische adviseurs, bemiddelaars en arbiters noodzakelijk voor de verdediging van de rechten van de verzekerde,
- de verplaatsings- en verblijfkosten wanneer de persoonlijke verschijning van de verzekerde voor een buitenlands Hof of Rechtbank wettelijk vereist is of bevolen wordt, in de mate dat zij op een redelijke wijze werden uitgegeven.
De terugbetaling van de verplaatsingskosten mag niet meer bedragen dan het laagste bedrag dat zou vereist zijn voor de verplaatsing per spoor of per schip in eerste klasse, of de verplaatsing per vliegtuig in economische of gelijkwaardige klasse.
De terugbetaling van de verblijfkosten is beperkt tot de prijs van overnachting inclusief ontbijt.
In de mate van het mogelijke worden deze kosten rechtstreeks betaald zonder dat de verzekerde ze dient voor te schieten. Indien de verzekerde echter btw-plichtig is, wordt deze belasting slechts ten laste genomen in de mate dat ze niet terugvorderbaar is.
Artikel 21 – Wat is de drempel voor de tussenkomst ?
Wanneer een gerechtelijke procedure noodzakelijk is, is de waarborg verworven op voorwaarde dat de inzet van het geschil, indien die becijferbaar is, in hoofdsom 500 EUR overschrijdt.
De drempel wordt gebracht op 2.500 EUR :
- voor de geschillen voor het Hof van Cassatie of voor een vergelijkbare rechtsinstantie in het buitenland;
- voor de eisen ingesteld in de situatie omschreven in artikel 16.10.
Voornoemde bedragen gelden per schadegeval, ongeacht het aantal bij het schadegeval betrokken verzekerden.
Artikel 22 – Wat zijn de uitsluitingen ?
Behalve de uitsluitingen vermeld in een ander artikel van deel 2 “de verzekering rechtsbijstand privéleven”, zijn
eveneens uitgesloten:
1. de kosten en erelonen, verbonden aan opdrachten, gegeven vóór de aangifte van het schadegeval of zonder overleg met de maatschappij, tenzij blijkt dat zij dringend noodzakelijk waren m.b.t. de aangiftedatum of betrekking hadden op dringende bewarende maatregelen,
2. schadegevallen m.b.t. de betwisting van kosten en honoraria van de personen die de belangen van een verzekerde verdedigen in het kader van het door deze verzekering gedekt schadegeval (expert, advokaat, enz),
3. de boetes, opdeciemen en transacties met het Openbaar Ministerie, evenals de bedragen in hoofdsom en de bijkomende bedragen waartoe de verzekerden zouden kunnen veroordeeld worden, waarin ook begrepen zijn de bijdragen tot de bij wet opgerichte speciale fondsen,
4. schadegevallen die onder de bevoegdheid vallen van de internationale of supranationale rechtbanken of van het Grondwettelijk Hof,
5. schadegevallen die het gevolg zijn van een opzettelijk feit dat door een verzekerde van 16 jaar of ouder wordt begaan, ondermeer bij (poging tot) diefstal, afpersing, fraude, oplichting, valsheid in geschriften, ongegronde wanbetaling, inbraak, agressie, gewelddaden, vandalisme en misbruik van vertrouwen,
6. schadegevallen die het gevolg zijn van een geval van grove schuld van een verzekerde van 18 jaar of ouder:
- staat van dronkenschap of een gelijkaardige toestand, gevolg van het gebruik van andere producten dan alcoholische dranken,
- gewelddaden begaan op personen,
- roekeloze en duidelijk gevaarlijke daden, zoals vechtpartijen, ordeverstoring, weddenschappen en uitdagingen, tenzij de verzekerde bewijst dat hij er niet actief aan deelnam en hij niet de aanstoker of uitdager was.
7. schadegevallen die het gevolg zijn van misdaden of gecorrectionaliseerde misdaden van een verzekerde.
Wanneer de verzekerde vervolgd wordt wegens opzettelijke misdrijven, zal de dekking worden verleend voor zover de in kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissing hem vrijspreekt, met uitsluiting van misdaden of gecorrectionaliseerde misdaden,
8. zonder afbreuk aan artikels 16.3 en 16.4, schadegevallen die verband houden met contractuele verplichtingen,
m.i.v. de interpretatie of de uitvoering van de onderhavige verzekering,
9. schadegevallen voortvloeiend uit een oorlog, een burgeroorlog of uit gelijkaardige feiten, evenals uit terrorisme,
10. schadegevallen die voortvloeien uit een staking, een lock-out, oproer of collectieve gewelddaden, behalve indien de verzekerden bewijzen dat zij niet actief hebben deelgenomen aan deze feiten,
11. schadegevallen die het gevolg zijn van het gebruik door de verzekerde:
- van zeilboten van meer dan 300 kg, van motorboten en van jet-skis van meer dan 10 PK DIN, waarvan hij eigenaar of leasingnemer is,
- van luchtvaartuigen, met uitzondering van:
- parapente, valscherm en deltavlieger,
- onbemande modelluchtvaartuigen (m.i.v. drones met een maximale startmassa van 1 kg in het Belgisch luchtruim, voor zover ze niet vliegen in een straal van 3 km rond een luchthaven of een militair of burgerlijk luchtvaartterrein, boven een industrieel complex, een gevangenis, LNG-terminals, nucleaire installaties of boven een groot aantal mensen in open lucht),
12. schadegevallen die het gevolg zijn van het feit dat de verzekerde jaagt, behoudens jachtactiviteiten waarvoor er geen wettelijke verzekeringsplicht is,
13. schadegevallen die verband houden met het gebruik van een motorvoertuig dat op grond van de wet van 21 november 1989 verzekerd moet zijn.
De waarborg is evenwel verworven:
- wat betreft de strafrechtelijke verdediging, wanneer een verzekerde een motorrijtuig te land of een spoorrijtuig bestuurt zonder hiertoe de wettelijk vereiste leeftijd te hebben, en buiten medeweten van zijn ouders en van de personen die de verzekerde onder hun hoede hebben,
- het verhaal als zwakke weggebruiker (artikel 16.2.c),
- het gebruik van motorvoertuigen (uitgezonderd bromfietsen) met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van 25 km per uur, ondermeer gemotoriseerd speelgoed, gemotoriseerde tuinwerktuigen of andere knutselwerktuigen, gemotoriseerde voortbewegingstoestellen (zoals gemotoriseerde voertuigen bestuurd door personen met een handicap), gemotoriseerde rijwielen (zoals hoverboards, segways, elektrische steps) en monowheels.
14. het burgerlijk verhaal dat de verzekerde instelt om een vergoeding te vorderen voor zuiver immateriële schade, dit is economische, financiële (genotsderving, winstverlies, enz) of morele schade die niet het gevolg is van lichamelijke of materiële schade geleden door de verzekerde,
15. schadegevallen die rechtsreeks of onrechtstreeks het gevolg zijn van radioactiviteit of nucleaire energie, zoals omschreven in artikel 9.13.
Wat betreft de waarborg “verhaal aangaande medische burgerlijke aansprakelijkheid”, is deze uitsluiting niet van toepassing voor radioactiviteit of stralingen waaraan de verzekerde in het kader van een medische behandeling blootgesteld werd,
16. schadegevallen die verband houden met onroerende goederen andere dan het gebouw of het gedeelte van het gebouw dat als hoofd- of tweede verblijfplaats van de verzekeringnemer dienst doet of dat - in opbouw, heropbouw of transformatie - bestemd is om zijn hoofd- of tweede verblijfplaats te worden.
17. schadegevallen die voortvloeien uit betwiste rechten (dit zijn rechten die het voorwerp uitmaken van een betwisting) die aan de verzekerde worden overgedragen door successie, afstand of conventionele subrogatie, of aangaande rechten van derden die de verzekerde wil doen gelden in eigen naam,
18. schadegevallen die verband houden met investeringen, met inbegrip van de eigendom, het bezit, het beheer, de aankoop en de verkoop van aandelen en obligaties,
19. schadegevallen die verband houden met het uitoefenen van politieke, syndicale of lucratieve activiteiten buiten het privéleven van de verzekerde in de zin van artikel 3,
20. collectieve acties die uitgaan van een groep van minstens 10 personen.
SCHADEGEVAL
Artikel 23 – Wat doet de maatschappij wanneer een schadegeval zich voordoet ?
De maatschappij neemt de bijstand van de verzekerde op zich door hem te garanderen dat alle middelen zullen aangewend worden om een minnelijke, gerechtelijke, buitengerechtelijke of administratieve oplossing te vinden. Behalve de uitgaven veroorzaakt door het beheer van het schadegeval neemt de maatschappij eveneens op zich, binnen de perken van de waarborg en ten belope van de verzekerde bedragen, de kosten zoals omschreven in artikel 20 met betrekking tot alle stappen, onderzoeken en plichten, van welke aard dan ook, die nodig zijn om de belangen van de verzekerde te verdedigen.
Behalve in het geval van dringende conservatoire maatregelen, zijn deze kosten echter maar gewaarborgd wanneer de stappen en plichten waaruit ze voortvloeien, werden verricht en vervuld met het voorafgaande akkoord van de maatschappij.
Artikel 24 – Recht op minnelijke schikking
Zodra een schadegeval wordt aangegeven, neemt de maatschappij de verdediging van de belangen van de verzekerde op zich.
Samen met de verzekerde gaat de maatschappij na welke maatregelen moeten worden genomen, en verbindt zich ertoe om alles in het werk te stellen om de belangen van deze laatste te verdedigen.
De maatschappij verbindt zich ertoe om alle nodige stappen te ondernemen om tot een minnelijke schikking te komen. Het spreekt voor zich dat geen enkel voorstel of geen enkele transactie wordt aanvaard zonder voorafgaande toestemming van de verzekerde.
Tenzij in hoogdringende gevallen neemt de maatschappij het automatisch beroep doen op een advocaat niet ten laste. Indien de verzekerde een advocaat aanstelt zonder de maatschappij hiervan van tevoren op de hoogte te brengen, heeft deze het recht om te weigeren de kosten en honoraria die nadien van haar worden geëist, te betalen.
Artikel 25 – Tussenkomst van een advocaat
Wanneer moet worden overgegaan tot een gerechtelijke, administratieve of arbitrageprocedure, kan de verzekerde vrij een advocaat of iedere andere persoon kiezen die, krachtens de op de procedure toepasselijke wet, de vereiste kwalificaties heeft om zijn belangen te verdedigen, te vertegenwoordigen of te behartigen.
In het geval van arbitrage, bemiddeling of een andere erkende buitengerechtelijke vorm van geschillenbeslechting, kan de verzekerde vrij een persoon kiezen die de vereiste kwalificaties heeft en die daartoe is aangewezen.
Ook in het geval er zich een belangenconflict voordoet met de maatschappij, is de verzekerde vrij in de keuze van een advocaat of, zo hij er de voorkeur aan geeft, iedere andere persoon die de vereiste kwalificaties heeft krachtens de op de procedure toepasselijke wet om zijn belangen te verdedigen.
Indien de verzekerde aan een advocaat vraagt om te pleiten buiten het land waarmee hij verbonden is, dan blijven de bijkomende kosten en honoraria die hierdoor ontstaan, ten laste van de verzekerde.
De verzekerde verbindt zich ertoe om op verzoek van de maatschappij, de tussenkomst te vragen van de bevoegde overheden om het bedrag van de kosten en honoraria te bepalen van de advocaat die hem heeft bijgestaan voor de verdediging van zijn belangen.
Artikel 26 – Tussenkomst van een technisch adviseur
Indien dat noodzakelijk zou blijken, kan de verzekerde een beroep doen op een technisch adviseur (expert, geneesheer,...) waarvan de tussenkomst gerechtvaardigd is doordat een van de door de verzekering rechtsbijstand voorziene waarborgen wordt uitgevoerd, maar uitsluitend nadat hij van de maatschappij een gunstig advies heeft gekregen betreffende de mogelijkheid om een technisch adviseur in te schakelen. De verzekerde verbindt zich ertoe om vóór de eerste raadpleging aan de maatschappij de gegevens door te geven van de technisch adviseur die hij heeft gekozen.
Indien de verzekerde een beroep doet op een technisch adviseur die gevestigd is in een ander land dan dat waar de opdracht moet worden uitgevoerd, blijven de bijkomende kosten en honoraria die daarvan het gevolg zijn, ten laste van de verzekerde.
Indien de verzekerde een andere technisch adviseur neemt, zal de maatschappij alleen de kosten en honoraria van de eerste technisch adviseur voor zijn rekening nemen, behalve indien deze verandering het gevolg is van redenen die buiten de wil van de verzekerde liggen.
Artikel 27 – Een meningsverschil tussen de maatschappij en de verzekerde
De verzekerde kan de advocaat raadplegen die zich reeds met de zaak bezighoudt. Als die er niet is, kan hij een advocaat (of om het even welke andere persoon die de door de toepasselijke wet vereiste kwalificaties heeft) raadplegen.
Indien de advocaat het standpunt van de maatschappij bevestigt, draagt de verzekerde de helft van de honoraria en kosten van deze raadpleging.
Indien de verzekerde de procedure voortzet ondanks het negatieve advies van de advocaat, dan verbindt de maatschappij zich ertoe om de aangegane kosten terug te betalen indien de verzekerde nadien een beter resultaat heeft bekomen dan dat wat hij zou hebben bekomen had hij het standpunt van de maatschappij aanvaard.
Indien de advocaat het standpunt van de verzekerde bevestigt, geniet deze laatste van de waarborg, ook voor wat de kosten van de raadpleging betreft.
Artikel 28 – Verjaringstermijn
Krachtens artikel 88 van de Wet bedraagt de verjaringstermijn voor elke rechtsvordering voortvloeiend uit een verzekeringsovereenkomst 3 jaar. De termijn begint te lopen vanaf de dag van het voorval dat het vorderingsrecht doet ontstaan. Wanneer echter degene aan wie de rechtsvordering toekomt, bewijst dat hij pas op een later tijdstip van het voorval kennis heeft gekregen, begint de termijn te lopen vanaf dat tijdstip, maar hij verstrijkt in elk geval vijf jaar na het voorval, behoudens bedrog.
DEEL 3 – DE ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN
Artikel 29 – De aanvang en de duur van de overeenkomst
De waarborgen nemen een aanvang om nul uur op de datum vermeld in de bijzondere voorwaarden. De duur van de overeenkomst is 1 jaar. De overeenkomst wordt stilzwijgend verlengd voor opeenvolgende periodes van 1 jaar, tenzij één van de partijen haar opzegt op de wijze zoals voorgeschreven in artikel 34 en ten minste 3 maanden voor het einde van de lopende periode.
Artikel 30 – De indexatiemodaliteiten
Aangaande de verzekering van de burgerlijke aansprakelijkheid privéleven wijzigen de verzekerde bedragen en de vrijstelling op elke jaarlijkse vervaldag overeenkomstig de bestaande verhouding tussen :
- de index van de consumptieprijzen van toepassing op het moment van deze vervaldag, en
- de index van de consumptieprijzen 108,48 van november 2018 (basis 100 in 2013).
Bij schadegeval is de van toepassing zijnde index deze van de maand voorafgaand aan de datum van het schadegeval.
Voor wat de bedragen betreft die geviseerd worden in artikel 9.5 zijn de terzake geldende specifieke indexatiemodaliteiten van kracht.
Artikel 31 – Betaling van de premie
De premie, met inbegrip van taksen en kosten, is vooraf betaalbaar en opeisbaar op de vervaldag.
Indien de premie gefractioneerd wordt betaald (maandelijks, trimestrieel, semestrieel) dan is, in geval van niet betaling van de gefractioneerde premie, de volledige premie tot aan de eerstvolgende jaarvervaldag, onmiddellijk opeisbaar.
Artikel 32 – Niet betaling van de premie
In geval van het niet betalen van de premie, stelt de maatschappij de verzekeringnemer per aangetekend schrijven in gebreke. De forfaitaire administratieve kosten voor deze ingebrekestelling bedragen 2,5 keer het officiële tarief van de aangetekende zending van De Post en zijn verschuldigd door de verzekeringnemer. Na het verstrijken van een termijn van 15 dagen volgend op de betekening van het aangetekend schrijven dat aan de betalingsplicht herinnert, worden de waarborgen geschorst, of wordt de overeenkomst opgezegd volgens de bepalingen vermeld in de ingebrekestelling. In geval van schorsing maakt de betaling door de verzekeringnemer van de achterstallige premies met inbegrip van taksen en kosten, een einde aan de schorsing.
Artikel 33 – Wijziging van de verzekeringsvoorwaarden
Wanneer de maatschappij haar tarief en/of haar voorwaarden wijzigt, past ze deze wijziging toe op de eerstvolgende jaarlijkse vervaldag. De maatschappij stelt de verzekeringnemer hiervan in kennis, minstens 4 maanden voor de jaarlijkse vervaldag van deze overeenkomst, tenzij de verzekeringnemer bij een latere kennisgeving het recht krijgt, de betrokken overeenkomst alsnog op te zeggen binnen een termijn van 3 maanden minstens te rekenen vanaf de dag van die kennisgeving.
Indien de maatschappij de verzekeringnemer minstens 4 maanden voor de jaarlijkse vervaldag in kennis stelt, kan deze de overeenkomst opzeggen binnen de 30 dagen na de datum van kennisgeving van de wijziging. In dat geval eindigt de overeenkomst vanaf de eerstvolgende jaarlijkse vervaldag.
De hierboven vermelde opzegmogelijkheid bestaat niet wanneer de wijziging van de voorwaarden of van het tarief voortvloeit uit een algemene aanpassing die door een bevoegde overheid wordt opgelegd en waarvan de toepassing gelijk is voor alle verzekeringsmaatschappijen.
Artikel 34 – Opzegging van de overeenkomst
De overeenkomst mag geheel of gedeeltelijk opgezegd worden:
Door de verzekeringnemer :
- voor het einde van elke verzekeringsperiode, overeenkomstig artikel 29,
- wanneer, tussen de dag van het afsluiten van de overeenkomst en deze van de inwerkingtreding, meer dan één jaar is verstreken. De opzegging gebeurt uiterlijk drie maanden vóór de inwerkingtreding van de overeenkomst,
- indien de maatschappij één (of meerdere) waarborg(en) vermindert of opzegt,
- na elke schadeaangifte, maar ten laatste één maand na de betaling of de weigering van betaling van de vergoeding. De opzegging gaat in 3 maanden na de kennisgeving ervan,
- in geval van risicovermindering, conform de Wet,
- in geval van overlijden van de verzekeringnemer, conform de Wet,
- in geval van wijziging van het tarief en/of de verzekeringsvoorwaarden, overeenkomstig artikel 33.
Door de maatschappij:
- voor het einde van elke verzekeringsperiode en overeenkomstig artikel 29,
- wanneer, tussen de dag van het afsluiten van de overeenkomst en deze van de inwerkingtreding, meer dan één jaar is verstreken. De opzegging gebeurt uiterlijk drie maanden vóór de inwerkingtreding van de overeenkomst,
- indien de verzekeringnemer de wijziging van de overeenkomst niet aanvaardt in geval van onopzettelijk verzwijgen of onopzettelijk onjuist meedelen van de beschrijving van het risico,
- bij niet-betaling van de premie, overeenkomstig artikel 32;
- in geval van overlijden van de verzekeringnemer, conform de Wet;
- na elke schadeaangifte, maar ten laatste één maand na de betaling of de weigering van betaling van de vergoeding. De opzegging gaat in 3 maanden na de kennisgeving ervan,
De opzegging geschiedt per aangetekend schrijven, bij deurwaardersexploot of door afgifte van de opzegbrief tegen ontvangstbewijs.
Behoudens in de gevallen bedoeld in de artikels 29 en 32 evenals in het geval van opzegging na schadegeval, heeft de opzegging slechts uitwerking na de verstrijking van een termijn van één maand, te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening of de dag volgend op de datum van het ontvangstbewijs of, ingeval van een aangetekende brief, te rekenen van de dag die volgt op zijn afgifte.
Het premiegedeelte dat betrekking heeft op de periode na de datum van het ingaan van de opzegging, wordt terugbetaald, binnen de 15 dagen na de datum waarop de opzegging ingaat.
Artikel 35 – Informatieplicht van de verzekeringnemer
De verzekeringnemer heeft de plicht om, zowel bij het afsluiten van de overeenkomst als tijdens de duur ervan, het risico correct en volledig voor te stellen aan de maatschappij.
De verzekeringnemer moet, in de loop van de overeenkomst, de gegevens meedelen die van die aard zijn dat ze het risico gevoelig en duurzaam verzwaren.
Het niet naleven van deze verplichtingen kan leiden tot een vermindering van de tussenkomst van de
maatschappij, overeenkomstig de bepalingen van de Wet.
Artikel 36 – De verplichtingen van de verzekerden bij schadegeval
Bij schadegeval verbinden de verzekerden zich ertoe :
1. uit eigen beweging geen wijzigingen (zoals herstellingen, vrijwillige afstand,…) aan de beschadigde voorwerpen aan te brengen, waardoor het moeilijk of onmogelijk wordt de oorzaken van het schadegeval te bepalen of de schade te ramen.
Indien de omstandigheden het vereisen, dienen zij alle redelijke maatregelen te treffen om de gevolgen van het schadegeval te voorkomen en te verminderen. In dergelijke gevallen is het onontbeerlijk de materiële bewijzen (foto’s, beschadigde stukken,…) van het schadegeval te bewaren;
2. het schadegeval aan de maatschappij aan te geven uiterlijk binnen de 8 dagen nadat de verzekerden er kennis van hebben gekregen, behoudens het geval dat de aangifte werd gedaan van zodra dit redelijkerwijs mogelijk was;
Wat de verzekering rechtsbijstand privéleven betreft, dient de aangifte van een schadegeval en alle andere mededelingen in verband met een schadegeval te worden gestuurd naar ARCES, zetel van Antwerpen, Xxxxxxxxxx 00 xx 0000 Xxxxxxxxx. ARCES is een merk van de maatschappij.
3. zo spoedig mogelijk, de maatschappij alle nuttige inlichtingen (stavingsstukken van de geleden schade, documenten met betrekking tot het schadegeval,…) te verschaffen en te antwoorden op de vragen die hen gesteld worden, teneinde de omstandigheden en de omvang van de schade te kunnen vaststellen. Gerechtelijke of buitengerechtelijke akten dienen vanaf hun betekening of overhandiging aan de maatschappij te worden overgemaakt.
4. de richtlijnen van de maatschappij te volgen en de stappen die de maatschappij voorschrijft te ondernemen;
5. het bestaan van andere verzekering(en) die dezelfde aansprakelijkheid dekt mededelen;
6. zich te onthouden van elke erkenning van aansprakelijkheid, van xxxx xxxxxx, van elke vaststelling van schade, van elke betaling of belofte van schadevergoeding.
Het erkennen van de feiten of het verstrekken van eerste geldelijke of medische hulp wordt, evenwel, niet als een erkenning van de aansprakelijkheid beschouwd.
Indien deze verplichtingen niet nageleefd worden, kan de maatschappij de vergoeding verminderen met het bedrag van het geleden nadeel.
Indien de verzekerden deze verplichtingen niet nakwamen met bedrieglijk opzet kan de maatschappij de waarborg weigeren.
Artikel 37 – Leiding van het geschil – Belangen van de verzekerden
Aangaande de verzekering van de burgerlijke aansprakelijkheid privéleven, zal de maatschappij, vanaf het ogenblik dat zij tot het geven van dekking is gehouden en voor zover deze wordt ingeroepen, zich achter de verzekerde stellen binnen de grenzen van de waarborg.
De verzekerde verbindt er zich toe actief mee te werken aan de burgerlijke verdediging geleid door de
maatschappij, door aan de maatschappij alle elementen, informatie, antwoorden en documenten mee te delen.
Voor zover de belangen van de maatschappij en van de verzekerde samenvallen, heeft de maatschappij het recht om, in de plaats van de verzekerde, de vordering van de benadeelde te bestrijden, zowel in der minne als in het kader van een procedure.
Voor zover de belangen van de maatschappij en van de verzekerden samenvallen en indien een advocaat moet worden aangesteld voor de verdediging van de belangen van de verzekerde en van de maatschappij, zal deze advocaat worden aangesteld door de maatschappij en op haar kosten. Indien de verzekerde ook een persoonlijke advocaat wenst toe te voegen, doet hij dat op zijn kosten.
Indien de belangen van de maatschappij en van de verzekerde niet of niet meer samenvallen, zal elke partij op zijn eigen kosten een advocaat aanstellen. De partij die niet gedagvaard werd zal vrijwillig verschijnen in de procedure gevoerd tegen de andere partij.
In elk geval kan de maatschappij de benadeelde vergoeden indien daartoe grond bestaat.
Artikel 38 – Indeplaatsstelling
Door het enkel feit van de overeenkomst, stelt de verzekerde de maatschappij in de plaats voor alle rechten die kunnen uitgeoefend worden tegen derden tot beloop van de betaalde vergoeding. De indeplaatsstelling omvat onder meer de vergoeding van de rechtspleging, de gerechtskosten en in de mate van hun terugvorderbaarheid, de kosten en erelonen van advocaten en experten.
Wanneer door toedoen van de verzekerde de indeplaatsstelling niet of slechts beperkt kan gebeuren ten voordele van de maatschappij, kan deze van de verzekerde de terugbetaling van de betaalde schadevergoeding vorderen in de mate van het geleden nadeel.
De maatschappij doet afstand van verhaal – behalve in geval van kwaadwilligheid – tegenover de bloedverwanten van de verzekerden in de rechte opgaande of neerdalende lijn, hun echtgeno(o)t(e) en hun aanverwanten in rechte lijn alsmede tegenover de personen die met hen samenwonen, hun gasten en de leden van hun huispersoneel.
De afstand van verhaal geldt alleen :
- voorzover de aansprakelijke niet door een aansprakelijkheidsverzekering is gewaarborgd,
- voorzover de aansprakelijke zelf geen verhaal kan uitoefenen op elke andere aansprakelijke.
Artikel 39 – Recht van verhaal
Wanneer de maatschappij gehouden is ten aanzien van een benadeelde derde heeft zij, behoudens iedere andere mogelijke vordering waarover zij beschikt, een recht van verhaal op de verzekerden ten belope van hun persoonlijk aandeel in de aansprakelijkheid, voor zover zij volgens de Wet of de overeenkomst haar prestaties had kunnen weigeren of verminderen.
Artikel 40 – Niet-tegenstelbaarheid van bepaalde acties
Elke erkenning van aansprakelijkheid, elke dading, elke vaststelling van schade, elke belofte van schadevergoeding of elke door de verzekerde uitgevoerde betaling, zonder schriftelijke toelating van de maatschappij, is haar niet tegenstelbaar.
Het erkennen van feiten of het verstrekken van eerste geldelijke of medische hulp door de verzekerde kunnen voor de maatschappij geen grond opleveren om haar dekking te weigeren.
Artikel 41 – Verbintenissen aangegaan door de tussenpersoon
Verbintenissen aangegaan door de tussenpersoon zijn niet tegenstelbaar aan de maatschappij indien die niet voorkomen in deze overeenkomst. Geen enkele bijvoeging, wijziging aan de tekst of afwijking van de voorwaarden is geldig indien zij niet bekrachtigd is door de maatschappij.
Artikel 42 – Woonplaats, mededelingen en kennisgevingen
De voor de maatschappij bestemde mededelingen en kennisgevingen moeten worden gedaan aan één van haar exploitatiezetels in België of aan elke met dat doel in de bijzondere voorwaarden aangewezen persoon. De voor de verzekeringnemer, erfgenamen of rechthebbenden bestemde mededelingen en kennisgevingen worden geldig gedaan aan het laatste door de maatschappij gekende adres.
Artikel 43 – De bevoegde rechtsmacht
Deze overeenkomst is onderworpen aan de Belgische wetgeving. Enkel de Belgische rechtsinstanties zijn bevoegd voor geschillen met betrekking tot deze overeenkomst.
Artikel 44 – Hierarchie van de bepalingen in deze overeenkomst
De bijzondere voorwaarden vullen de algemene voorwaarden aan of wijken er van af, in de mate dat zij ermee tegenstrijdig zouden zijn.
VERKLARENDE WOORDENLIJST
Bijkluswet
De wet van 18 juli 2018 betreffende de economische relance en versterking van de sociale cohesie.
Netto-uitgaven
De door de maaschappij uitbetaalde schadevergoedingen in hoofdsom, alsmede de gerechtskosten en interesten, het geheel verminderd met de bedragen die zij heeft kunnen recupereren.
Maatschappij
P&V Verzekeringen CVBA, Xxxxxxxxxxxx 000, 0000 XXXXXXX, verzekeringsonderneming toegelaten onder codenummer 0058 voor het uitoefenen van de takken “Burgerlijke aansprakelijkheid” en “Rechtsbijstand”.
Reddingskosten
De kosten die voortvloeien zowel uit de maatregelen die de maatschappij heeft gevraagd om de gevolgen van het schadegeval te voorkomen of te beperken als uit de dringende en redelijke maatregelen die de verzekerde uit eigen beweging heeft genomen om bij nakend gevaar een schadegeval te voorkomen, of, zodra het schadegeval ontstaat, om de gevolgen ervan te voorkomen of te beperken, mits zij met de zorg van een goed huisvader zijn gemaakt, ook wanneer de aangewende pogingen vruchteloos zijn geweest.
De maatregelen dienen dringend te zijn, dit wil zeggen dat de verzekerde verplicht is ze onmiddellijk te nemen zonder de mogelijkheid de maatschappij te verwittigen en voorafgaand haar akkoord te verkrijgen, op gevaar af de belangen van de maatschappij te schaden.
Het gevaar moet nakend zijn, dit wil zeggen dat er op zeer korte termijn zeker een gedekt schadegeval zou volgen indien de maatregelen niet werden genomen.
Blijven evenwel ten laste van de verzekerde:
- de kosten die voortvloeien uit maatregelen om een gedekt schadegeval te voorkomen bij ontstentenis van nakend gevaar of wanneer het nakend gevaar afgewend is;
- de kosten die voortvloeien uit het laattijdig nemen van maatregelen of uit de nalatigheid om preventiemaatregelen te nemen die vroeger al hadden moeten genomen zijn.
Schorsing
Periode waarin de maatschappij tijdelijk geen dekking meer verleent.
Terrorisme
Onder terrorisme wordt verstaan een clandestien georganiseerde actie of dreiging van actie met ideologische, politieke, etnische of religieuze bedoelingen, individueel of door een groep uitgevoerd, waarbij geweld wordt gepleegd op personen of de economische waarde van een materieel of een immaterieel goed geheel of gedeeltelijk wordt vernield, ofwel om indruk te maken op het publiek, een klimaat van onveiligheid te scheppen of de overheid onder druk te zetten, ofwel om het verkeer of de normale werking van een dienst of een onderneming te belemmeren.
Verzekeringnemer
De persoon die deze overeenkomst afsluit.
Vrijstelling
Het gedeelte van het schadebedrag vermeld in de bijzondere en / of algemene voorwaarden dat bij elk schadegeval ten laste van de verzekerde blijft.
Wet
De Wet van 04 april 2014 betreffende de Verzekeringen.
WETTELIJKE VERMELDINGEN
Algemeen reglement met betrekking tot de gegevensbescherming.
De maatschappij verbindt zich ertoe, als verwerkingsverantwoordelijke, om de persoonsgegevens te verwerken overeenkomstig de geldende privacywetgeving. Voor meer informatie wordt verwezen naar de klantenbrochure of de website van de maatschappij xxxxx://xxx.xx.xx/xxxxxxx.
Datassur
Elke oplichting of poging tot oplichting van de maatschappij brengt niet alleen de toepassing met zich mee van de sancties voorzien in het toepasselijk recht, maar wordt ook strafrechtelijk vervolgd. Daarnaast zal de maatschappij deze informatie doorsturen naar Datassur, een economisch samenwerkingsverband (ESV), opgericht op initiatief van de verzekeringsondernemingen, dat de speciaal op te volgen verzekeringsrisico’s ter herinnering brengt aan de aangesloten leden verzekeraars.
De persoonsgegevens die door de maatschappij aan Datassur worden overgemaakt worden door deze laatste enkel gebruikt binnen het exclusieve kader van de beoordeling van de risico’s en van het beheer van de contracten en ermee verbonden schadegevallen. Iedere persoon die zijn identiteit aantoont, heeft het recht zich tot Datassur te richten om de gegevens die op hem betrekking hebben, in te kijken en, in voorkomend geval, te laten rechtzetten. Om dat recht uit te oefenen moet de persoon in kwestie een gedateerd en ondertekend verzoek, samen met een kopie van zijn identiteitskaart, sturen naar het volgende adres : Datassur, dienst Bestanden, xx Xxxxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx.
Klachten
Voor elke klacht met betrekking tot deze overeenkomst (behoudens de verzekering rechtsbijstand privéleven) kan de verzekeringnemer zich richten tot, in eerste instantie, de dienst Klachtenmanagement van VIVIUM, Xxxxxxxxxxxxx 000, 0000 Xxxxxxx, E-mail: xxxxxx@xxxxxx.xx.
Voor elke klacht die louter betrekking heeft op de verzekering rechtsbijstand privéleven kan de verzekeringnemer zich richten tot, in eerste instantie: de dienst Klachtenbeheer van ARCES, Xxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxxxx, E- mail: xxxxxxxxxxxxxx@xxxxx.xx.
Is hij niet tevreden met het antwoord van de dienst Klachtenmanagement, dan verwijst de maatschappij hem naar de Ombudsman van de Verzekeringen, de Meeûsplantsoen 35, 1000 Brussel, xxx.xxxxxxxxx.xx.
Dergelijke klacht sluit de mogelijkheid om een gerechtelijke procedure te starten niet uit.