SOLIDARITEITSREGLEMENT
SOLIDARITEITSREGLEMENT
I. ALGEMENE BEPALINGEN
Art. 1. Wat is het doel van dit solidariteitsreglement?
Dit reglement bepaalt de rechten en de verplichtingen van de aan- geslotenen en/of hun rechthebbenden en van Curalia, inrichter van het hieronder omschreven solidariteitsstelsel en beschrijft er de werking van.
Art. 2. Wie zijn de aangeslotenen?
De aangeslotenen zijn diegene die een sociale pensioenovereen- komst onderschreven hebben waaraan, overeenkomstig de bepa- lingen van die overeenkomst, dit solidariteitsstelsel verbonden is.
Art. 3. Wat is een solidariteitsbijdrage?
De solidariteitsprestaties worden gefinancierd door een solidari- teitsbijdrage geheven op de op de sociale pensioenovereenkomst gestorte bijdragen. De solidariteitsbijdrage bedraagt 10 % van de gestorte bijdragen, met een minimum van 100 EUR per jaar. Dit minimum kan aangepast worden conform de gezondheidsindex per 1 januari.
Art. 4. Wat is het solidariteitsfonds en waarvoor dient het ?
De solidariteitsbijdragen worden gestort in een door de inrichter afzonderlijk beheerd solidariteitsfonds. Dit fonds wordt enkel ge- debiteerd door betaling van overeenkomstig dit solidariteitsregle- ment verschuldigde prestaties, van de verzekeringspremies voor de dekking van de solidariteitsprestaties en van de administratiekos- ten ten bedrage van 5 % van de solidariteitsbijdrage.
Art. 5. Zijn er medische formaliteiten?
Opdat het solidariteitsstelsel van toepassing zou zijn, moet de aan- geslotene de bijgevoegde medische vragenlijst invullen en onder- tekend terugzenden naar Curalia binnen de 30 dagen te rekenen vanaf de ontvangst van de pensioenovereenkomst. Bij laattijdige terugzending van de medische vragenlijst, zijn de waarborgen ver- worven op basis van de 1ste storting zoals omschreven in artikel 6, maar te rekenen vanaf de dag van ontvangst door Curalia van de vragenlijst. Curalia heeft steeds het recht, na analyse van de medi- sche vragenlijst, bijkomende medische formaliteiten te vragen. De aansluiting bij het solidariteitsstelsel is evenwel niet afhankelijk van het resultaat van het medische onderzoek. De medische vragenlijst en het eventuele medisch onderzoek beogen de correcte evaluatie van de prestaties ten laste van het solidariteitsfonds.
II. SOLIDARITEITSPRESTATIES
Art. 6. Welke solidariteitsprestaties worden geboden?
Dit solidariteitsstelsel voorziet in prestaties:
- bij overlijden;
- bij invaliditeit;
- bij moederschap;
- bij arbeidsongeschiktheid ingevolge ziekte, ongeval of zwangerschap;
xxx xx xxxxxxxxxxxx.
De waarborgen bij overlijden, bij invaliditeit en bij moederschap zijn verworven vanaf 1 januari van het jaar volgend op de 1ste storting. De waarborg bij arbeidsongeschiktheid is verworven vanaf de 1ste van de maand volgend op de 1ste storting.
Het recht op solidariteitsprestaties wordt voortgezet voor zover het voorgaande jaar minimaal 100 EUR gestort werd.
Bij stopzetting wegens niet betaling van de minimale solidariteits- bijdrage, zijn de solidariteitswaarborgen, inbegrepen de waarborg bij arbeidsongeschiktheid, slechts terug verworven voor ziekten, ongevallen of complicaties ingevolge zwangerschap, die zich voor- doen ten vroegste op 1 januari van het jaar volgend op de eerstvol- gende storting.
Art. 7. Omschrijving van de prestatie bij overlijden.
In geval de aangeslotene vóór zijn 60ste verjaardag en ten vroegste op 1 januari van het jaar volgend op de eerste storting overlijdt, wordt bovenop de overlijdensuitkering zoals eventueel voorzien in de pensioenovereenkomst, een bijkomende vergoeding aan de begunstigde(n) uitgekeerd.
Deze vergoeding is gelijk aan de som van de bijdragen die de aange- slotene normaliter nog tot zijn 60ste verjaardag aan de pensioeninstel- ling zou gestort hebben, zijnde (60 - leeftijd bij overlijden) x bijdrage. De bijdrage die in aanmerking wordt genomen voor de berekening van deze bijkomende vergoeding bij overlijden is de som van de bijdragen die op de pensioenovereenkomst gestort werd, na afhou- ding van de solidariteitsbijdrage, in de 3 kalenderjaren voorafgaand aan de datum van overlijden, gedeeld door drie.
De solidariteitsvergoeding bij overlijden wordt enkel uitgekeerd aan de echtgeno(o)t(e) of wettelijk samenwonende, en bij ontstentenis aan de kinderen ten laste bij gelijke delen, zelfs indien in de pensioenovereen- komst een andere begunstigde met naam werd aangeduid.
De vergoeding wordt uitgekeerd in minimum 2 gelijke schijven met een maximum van 20000 EUR per schijf en per jaar. De eerste schijf wordt uitgekeerd van zodra de nodige bewijsstukken voor recht op uitkering worden geleverd, zijnde een uittreksel uit de overlijdens- akte, een medisch attest met vermelding van de doodsoorzaak en een akte van bekendheid tot vaststelling van de rechten van de begunstigde(n), indien deze niet met name werd(en) aangeduid.
Art. 8. Omschrijving van de prestatie bij invaliditeit.
Indien de aangeslotene ingevolge een ziekte of een ongeval dat zich voordoet ten vroegste op 1 januari van het jaar volgend op de eerste storting, langer dan 1 jaar volledig invalide is, wordt na het verstrijken van het eerste jaar invaliditeit, de (verdere) bijdragebe- taling voor de pensioenovereenkomst ten laste genomen, zolang de aangeslotene volledig invalide is en dit tot zijn 60ste verjaardag. Onder volledige invaliditeit wordt een fysiologische invaliditeit van minstens 67 % verstaan of een economische invaliditeit van 100 %. De graad van invaliditeit wordt vastgesteld door een medisch ex- pert aangeduid door Curalia.
De bijdrage die in aanmerking wordt genomen voor de financiering van de verdere pensioenopbouw, is de som van de bijdragen die op de pensioenovereenkomst gestort werd in de 3 kalenderjaren voor- afgaand aan het ongeval of de ziekte die aanleiding heeft gegeven tot de invaliditeit, gedeeld door drie.
De jaarlijkse bijdragebetaling wordt ten laste genomen proportioneel met de duur van invaliditeit gedurende het betrokken kalenderjaar.
Art. 9. Omschrijving van de prestatie bij moederschap.
Indien de aangeslotene, ten vroegste vanaf 1 januari van het jaar vol- gend op de eerste storting, recht heeft op een moederschapsuitke- ring in het kader van de verplichte verzekering voor geneeskundige
verzorging en uitkeringen, draagt het solidariteitsfonds bij in de financiering van de opbouw van het aanvullend rustpensioen ten bedrage van 100 EUR.
Art. 10. Omschrijving van de prestatie bij arbeidsongeschiktheid. Indien de aangeslotene ingevolge een ziekte, ongeval of compli- catie ingevolge zwangerschap of bevalling dewelke zich voordoet ten vroegste de maand volgend op de eerste storting, volledig arbeidsongeschikt is, wordt hem een dagvergoeding uitgekeerd gedurende maximum 1 jaar te rekenen vanaf de aanvang van de ziekte, het ongeval of de complicatie, en dit na het verstrijken van een wachttijd van 30 dagen. Geen enkele vergoeding is verschul- digd gedurende de wachttijd.
De verzekerde periode loopt tot de 65ste verjaardag van de aan- geslotenen en vangt aan de 1ste dag van de maand volgend op de datum van 1ste storting.
Onder volledige arbeidsongeschiktheid wordt een invaliditeit van minstens 67 % verstaan.
Het bedrag van de dagvergoeding wordt bepaald in functie van de som van de bijdragen die op de pensioenovereenkomst gestort werd in de 3 kalenderjaren voorafgaand aan het ongeval, de ziekte of de complicatie die aanleiding heeft gegeven tot de arbeidsongeschikt- heid, gedeeld door drie. Indien dat bedrag kleiner of gelijk is aan 1000 EUR, bedraagt de dagvergoeding 10 EUR. De dagvergoeding wordt verhoogd met 5 EUR per bijkomende bijdrageschijf van 500 EUR. Het jaar van 1ste storting bedraagt de dagvergoeding 10 EUR. Deze dagvergoeding is betaalbaar 5 dagen per week en wordt maandelijks uitgekeerd, voor de eerste maal met een aanvangspro- rata, op de laatste dag van de maand waarin het recht op dagver- goeding ontstaan is, en voor de laatste maal met een eindprorata op de dag dat het recht op dagvergoeding eindigt.
Art. 10 bis. Pas afgestudeerde zorgverleners.
Afwijkend van de bepalingen van de artikels 6 en 10, voor zorgver- leners die de RIZIV tussenkomst toegekend krachtens artikel 54 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskun- dige verzorging en uitkeringen, aan dit contract toewijzen, vangt de verzekerde periode voor wat betreft de solidariteitswaarborg bij arbeidsongeschiktheid, reeds aan de eerste dag van de maand vol- gend op de ontvangst door Curalia van het door de zorgverlener ondertekende contract, op voorwaarde dat het contract onderte- kend wordt het jaar waarin het diploma behaald werd of uiterlijk het daaropvolgende kalenderjaar. Het recht op deze solidariteitspresta- tie wordt voortgezet tot 31 december van het kalenderjaar volgend op het jaar waarin het diploma behaald werd, zelfs zonder betaling van de minimale solidariteitsbijdrage.
Gedurende deze periode bedraagt de dagvergoeding 10 EUR. Indien
de zorgverlener gedurende deze periode een eigen bijdrage stort op zijn contract, wordt het bedrag van de dagvergoeding zoals berekend overeenkomstig de bepalingen van artikel 10, verhoogd met 10 EUR. Vanaf 1 januari van het 2de kalenderjaar volgend op het jaar waarin het diploma behaald werd, wordt het recht op deze solidariteits- waarborg en het bedrag ervan, bepaald overeenkomstig de bepalin- gen van de artikels 6 en 10.
Art. 11. Welke risico’s worden uitgesloten?
Het overlijden, de invaliditeit of arbeidsongeschiktheid is niet ge- waarborgd als die voortvloeit uit:
- feiten omschreven in de algemene voorwaarden als zijnde uitge- sloten bij overlijden;
- alcoholisme, toxicomanie of overmatig gebruik van geneesmiddelen;
- ongevallen overkomen in staat van dronkenschap of een gelijk- aardige toestand die het gevolg is van het gebruik van producten andere dan alcoholische dranken;
- depressies, geestesziekten, geestesstoornissen of psychische aandoeningen en hun gevolgen.
Is evenmin gewaarborgd, de arbeidsongeschiktheid:
- die voortvloeit uit het gebruik van motorfietsen, deelname aan wedstrijden of trainingen voor andere dan loutere ontspannings- doeleinden, archeologische, speleologische of diepzee-explora- ties, vlieg- en gevechtssporten, alpinisme;
- ingevolge zwangerschap of bevalling wat de periode betreft die overeenstemt met de wettelijk voorziene moederschapsrust reke- ning houdend met het sociaal statuut van de aangeslotene.
Art. 12. Aangifte van schadegeval.
Een ziekte of een ongeval dat van aard is een invaliditeit of ar- beidsongeschiktheid te veroorzaken waardoor het recht op soli- dariteitsprestaties ontstaat, moet aan Curalia (Archimedesstraat 61 0000 Xxxxxxx) schriftelijk aangegeven worden binnen de 30 dagen te rekenen vanaf de datum van ongeval of vanaf de datum waarop de ziekte ontstaan is.
De aangifte moet vergezeld zijn van een medisch attest met ver- melding van:
- datum van aanvang en oorzaak van de ongeschiktheid;
- aard van de aandoening;
- vermoedelijke duur en graad van de ongeschiktheid;
- omstandigheden van het ongeval.
Art. 13. Medische controle bij schadegeval.
Curalia heeft het recht de gezondheidstoestand van de aangeslo- tene op ieder ogenblik te controleren.
Indien controle onmogelijk wordt gemaakt door de aangeslotene, mag Curalia de waarborg weigeren of stopzetten.
De aangeslotene machtigt zijn geneesheer om aan de raadgevende geneesheer van Curalia alle inlichtingen mede te delen die deze laatste nuttig acht.
III. SLOTBEPALINGEN
Art. 14. Wat gebeurt er bij verbreking van het evenwicht van het solidariteitsfonds?
In geval van verbreking van het evenwicht legt het solidariteits- fonds aan de CBFA (Commissie voor het Bank- Financïe- en As- surantiewezen) een plan voor met maatregelen ten einde het evenwicht zo snel mogelijk te herstellen.
Indien het herstelplan mislukt, zal overgegaan worden tot de ont- binding en vereffening van het solidariteitsfonds overeenkomstig de statuten van Curalia.
CURALIA | Xxxxxxxxxxxxxxxx 00 - 0000 Xxxxxxx • T. 02/735.80.55 • F. 02/735.13.06 • xxxx@xxxxxxx.xx • xxx.xxxxxxx.xx
Verzekeringsmaatschappij erkend onder nummer 0809 door KB van 4/7/1979 (BS 14/7/1979) om de activiteiten “Leven”, tak 21, te beoefenen - RPR Brussel BTW BE 0406 290 141 Gedrukt op recyclagepapier.