OPRICHTING
TB/HH/HH 20210157.01
CONCEPT
Versie d.d. 2 februari 2022
OPRICHTING
Marktfaciliteringsforum (MFF)
Op *, verscheen voor mij, xx Xxxxxxx Xxxxxx Xxxxxxxxxxxx, notaris te 's-Gravenhage:
1. *, hierna te noemen: de "oprichter 1";
2. *, hierna te noemen: de "oprichter 2".
De oprichter 1 en de oprichter 2 hierna tezamen ook te noemen: de "oprichters".
OPRICHTING VERENIGING
De oprichters verklaren een vereniging op te richten en daarvoor de volgende statuten vast te stellen.
STATUTEN INDELING
Deze statuten zijn ingedeeld in de volgende hoofdstukken:
- Hoofdstuk 1. Definities
- Hoofdstuk 2. Naam, zetel, structuur, doel, vermogen
- Hoofdstuk 3. Leden, Groepsleden en Marktrollen.
- Hoofdstuk 4. Bestuur
- Hoofdstuk 5. Algemene Vergadering
- Hoofdstuk 6. Boekjaar, jaarrekening
- Hoofdstuk 7. Statutenwijziging, fusie, splitsing, omzetting, reglementen
- Hoofdstuk 8. Afdelingen algemeen
- Hoofdstuk 9. Afdeling I (Systeemprocessen)
- Hoofdstuk 10. Afdeling II (Datadeelprocessen registers Transmissie- en Distributiesysteembeheerders)
- Hoofdstuk 11. Afdeling III (Datadeelprocessen registers Meetverantwoordelijken)
- Hoofdstuk 12. Afdeling IV (Datadeelprocessen registers Eigenaren Gesloten Distributiesysteem)
- Hoofdstuk 13. Geschillenadviescommissie (escalatie)
- Hoofdstuk 14. Ontbinding
- Hoofdstuk 15. Overgangsbepalingen
HOOFDSTUK 1. DEFINITIES
Artikel 1.1 - Definities
a. Onder de navolgende begrippen wordt in deze statuten verstaan:
- ACM: Autoriteit Consument en Markt;
- Afdeling: een afdeling van de vereniging;
- Afdeling I: de Afdeling als bedoeld in hoofdstuk 9;
- Afdeling II: de Afdeling als bedoeld in hoofdstuk 10;
- Afdeling III: de Afdeling als bedoeld in hoofdstuk 11;
- Afdeling IV: de Afdeling als bedoeld in hoofdstuk 12;
- Afdelingslid: de afdelingsleden van een Afdeling;
- Afdelingsvergadering: het orgaan van een Afdeling dat wordt gevormd door Afdelingsleden van de betreffende Afdeling;
- Afsprakenstelsel: de afspraken die nodig zijn voor een effectieve, efficiënte en betrouwbare elektronische uitwisseling van gegevens, met betrekking tot welke de Energiewet voorschrijft of wordt voorzien dat deze gaat voorschrijven dat Transmissie- en Distributiesysteembeheerders in overleg treden met bepaalde partijen die overeenkomstig die wet voor bepaalde processen gegevens dienen te verwerken om te komen tot die afspraken;
- Algemene Vergadering: het orgaan van de vereniging dat wordt gevormd door de Leden van de vereniging;
- BAS: Beheerder Afsprakenstelsel (BAS) B.V.: een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid statutair gevestigd te Amersfoort, met handelsregisternummer 84811439, die is opgericht als samenwerkingsverband van de transmissie- en distributiesysteembeheerders voor onder meer de gezamenlijke uitvoering van de taken van de Gegevensuitwisselingsentiteit als bepaald in de Energiewet;
- Beheerder gesloten distributiesysteem: de Marktrol als gedefinieerd in artikel
15.3 lid 1 sub h, voor zover niet anders gedefinieerd door de Algemene Vergadering;
- Benoemingsadviescommissie: de commissie als bedoeld in artikel 4.1 lid 4;
- Datagebruiker: de Marktrol als gedefinieerd in artikel 15.3 lid 1 sub b, voor zover niet anders gedefinieerd door de Algemene Vergadering;
. - Datadeelprocessen: de processen niet zijnde de Systeemprocessen met betrekking tot welke de Energiewet voorschrijft dat Transmissie- en Distributiesysteembeheerders in overleg treden ten einde tot afspraken te komen die nodig zijn voor een effectieve, efficiënte en betrouwbare elektronische uitwisseling van gegevens;
- Distributiesysteembeheerder: een netbeheerder, niet zijnde de netbeheerder van het landelijk gastransportnet, die aangewezen is als netbeheerder met de
instemming van de minister als bedoeld in artikel 4 lid 2 van de Gaswet dan wel een netbeheerder, niet zijnde de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet, die is aangewezen als netbeheerder met de instemming van de minister als bedoeld in artikel 12 lid 2 van de Elektriciteitswet 1998;
- Energiewet: de wet die de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet vervangt;
- Geschillenadviescommissie: de commissie als bedoeld in artikel 13.1;
- Gegevensuitwisselingsentiteit: de gegevensuitwisselingsentiteit als voorzien in de Energiewet;
- Groepslid: de rechtspersoon als bedoeld in artikel 3.3;
- Kascontrolecommissie: de commissie als bedoeld in artikel 6.1 lid 3;
- Leden: de leden van de vereniging, ongeacht van welk soort;
- Leden-Transmissie-en-Distributiesysteembeheerder: de personen als bedoeld in artikel 3.1 lid 2 sub a;
- Leden-Systeemmarktpartij: de personen als bedoeld in artikel 3.1 lid 2 sub b;
- Leden-Niet-Systeempartij: de personen als bedoeld in artikel 3.1 lid 2 sub c;
- Leden-Representatief-Zakelijk: de personen als bedoeld in artikel 3.1 lid 2 sub d; Leden-Representatief-Consument: de personen als bedoeld in artikel 3.1 lid 2 sub e;
- Marktrol: een rol die aan de hand van bij of krachtens de Energiewet vastgelegde
rechten en verplichtingen met betrekking tot de elektronische uitwisseling van gegevens ten behoeve van de Datadeelprocessen en Systeemprocessen is te onderscheiden en tevens als zodanig is vastgesteld en gedefinieerd in het Afsprakenstelsel;
− Meetverantwoordelijke: de Marktrol als gedefinieerd in artikel 15.3 lid 1 sub e, voor zover niet anders gedefinieerd door de Algemene Vergadering;
- Niet-Systeempartij: een Datagebruiker, niet zijnde een Transmissiesysteembeheerder, Distributiesysteembeheerder of Systeemmarktpartij;
- Remuneratieadviescommissie: de commissie als bedoeld in artikel 4.2 lid 3;
- Representatieve organisatie consumenten: een rechtspersoon waarvan de statuten voorzien in de belangenbehartiging van afnemers die elektriciteit en gas kopen voor huishoudelijk gebruik en niet voor commerciële en professionele activiteiten en/of afnemers die binnen hun eigen installatie geproduceerde elektriciteit verbruiken, opslaan of deze verkopen of die gebruik maken van flexibiliteits- of energie-efficiëntiediensten, mits die activiteiten niet hun belangrijkste commerciële activiteit vormen, waarbij de organisatie voldoende representatief is en daarnaast nationaal opereert;
- Representatieve organisatie zakelijke gebruikers: een rechtspersoon waarvan de statuten voorzien in de specifieke belangenbehartiging op het gebied van het gebruik van elektriciteit en gas dat niet voor eigen huishoudelijk gebruik is
bestemd, waaronder tevens vallen producenten, industriële afnemers, kleine en middelgrote ondernemingen en grootafnemers, waarbij de organisatie voldoende representatief is en daarnaast nationaal opereert;
- Schriftelijk: bij brief, fax of e-mail, of bij boodschap die via een ander gangbaar communicatiemiddel wordt overgebracht en op schrift kan worden ontvangen op voorwaarde dat de identiteit van de verzender met afdoende zekerheid kan worden vastgesteld;
- Systeempartij: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die minimaal één Marktrol vervult in de Systeemprocessen;
- Systeemmarktpartij: een Systeempartij niet zijnde Transmissiesysteembeheerder of Distributiesysteembeheerder;
- Systeemprocessen: de processen ten behoeve van het functioneren van het energiesysteem, als bepaald in de Energiewet, waarbinnen (onder meer) afnemen, leveren, terugleveren, faciliteren in peer-to-peer-handel, aggregeren, overstappen, produceren, invoeden, opslaan, handelen, balanceren, meten, aansluiten, transporteren en het beheren en onderhouden van systemen in onderlinge samenhang plaatsvindt, met betrekking tot welke de Energiewet voorschrijft dat Transmissie- en Distributiesysteembeheerders in overleg treden om te komen tot afspraken die nodig zijn voor een effectieve, efficiënte en betrouwbare elektronische uitwisseling van gegevens;
- Transmissiesysteembeheerder: de door de minister aangewezen netbeheerder van het landelijk gastransportnet als bedoeld in artikel 2 lid 1 van de Gaswet dan wel de door de minister aangewezen netbeheerder van het landelijke hoogspanningsnet als bedoeld in artikel 10 lid 2 Elektriciteitswet 1998;
b. Onder de navolgende begrippen wordt uitsluitend in het hoofdstuk 9 met betrekking tot Afdeling I in deze statuten verstaan:
- Afdelingsleden-I: de afdelingsleden van Afdeling I, ongeacht welk van soort;
- Afdelingslid-I-Transmissie-en-Distributiesysteembeheerder: de personen als bedoeld in artikel 9.2 lid 2 sub a;
- Afdelingslid-I-Systeemmarktpartij: de personen als bedoeld in artikel 9.2 lid 2 sub b;
- Afdelingslid-I-Representatief-Zakelijk: de personen als bedoeld in artikel 9.2 lid 2 sub c;
- Afdelingslid-I-Representatief-Consument: de personen als bedoeld in artikel
9.2 lid 2 sub d.
- Informatiecode elektriciteit en gas: door de raad van bestuur van ACM vastgestelde voorwaarden als bedoeld in artikel 55 van de Elektriciteitswet 1998 en 23 van de Gaswet.;
- Ingangsdocumentatie: de in te voeren wijzigingen van de marktprocesmodellen, detailprocesmodellen, berichtdefinities en de Informatiecode elektriciteit en gas als
vastgesteld door de Afdelingsvergadering I;
- Release: het daadwerkelijk implementeren van de Ingangsdocumentatie ten behoeve van de gelijktijdige aanpassing van de betrokken (de)centrale systemen;
- Roll Back: de uitvoering van een of meer scenario's waarbij het daadwerkelijk implementeren van de Ingangsdocumentatie wordt gestaakt en de betrokken (de)centrale systemen worden teruggebracht in de toestand van waaruit deze tot implementatie strekkende uitvoeringshandelingen werden gestart
c. Onder de navolgende begrippen wordt in het hoofdstuk 10 met betrekking tot Afdeling II in deze statuten verstaan:
- Afdelingsleden-II: de Afdelingsleden van Afdeling II, ongeacht welk van soort;
- Afdelingsleden-II-Registerbeheerder: de Transmissie- en Distributiesysteembeheerders als bedoeld in artikel 10.2 lid 2 sub a;
- Afdelingslid II-Datagebruiker: de personen als bedoeld in artikel 10.2 lid 2 sub b;
- Afdelingslid-II-Representatief-Zakelijk: de personen als bedoeld in artikel 10.2 lid 2 sub c;
- Afdelingslid II-Representatief-Consument: de personen als bedoeld in artikel
10.2 lid 2 sub d.
d. Onder de navolgende begrippen wordt in het hoofdstuk 11 met betrekking tot Afdeling-III in deze statuten verstaan:
- Afdelingsleden-III: de bij de vereniging geregistreerde Afdelingsleden van Afdeling III, ongeacht welk van soort;
- Afdelingslid-III-Registerbeheerder: de personen als bedoeld in artikel 11.2 lid 2
sub a;
- Afdelingslid III-Datagebruiker: de personen als bedoeld in artikel 11.2 lid 2 sub b;
- Afdelingslid-III-Representatief-Zakelijk: de personen als bedoeld in artikel 11.2 lid 2 sub c;
- Afdelingslid III-Representatief-Consument: de personen als bedoeld in artikel
11.2 lid 2 sub d.
e. Onder de navolgende begrippen wordt in het hoofdstuk 12 met betrekking tot Afdeling-IV in deze statuten verstaan:
- Afdelingsleden-IV: de Afdelingsleden van Afdeling IV, ongeacht welk van soort;
- Afdelingslid-IV-Registerbeheerder: de personen als bedoeld in artikel 12.2 lid 2 sub a;
- Afdelingslid IV-Datagebruiker: de personen als bedoeld in artikel 12.2 lid 2 sub b;
- Afdelingslid-IV-Representatief-Zakelijk: de personen als bedoeld in artikel 12.2 lid 2 sub c;
- Afdelingslid IV-Representatief-Consument: de personen als bedoeld in artikel
12.2 lid 2 sub d.
Artikel 1.2 - Interpretatie
a. Definitieaanduidingen die in het enkelvoud zijn aangegeven omvatten eveneens het meervoud en omgekeerd, tenzij uitdrukkelijk anders aangegeven.
b. Aan de titels en kopjes boven de bepalingen in deze statuten komt geen zelfstandige betekenis toe.
HOOFDSTUK 2. NAAM, ZETEL, DOEL, STRUCTUUR, VERMOGEN
Artikel 2.1 – Naam en zetel
1. De vereniging draagt de naam: Marktfaciliteringsforum (MFF).
2. De vereniging is gevestigd in de gemeente Amersfoort.
Artikel 2.2 – Structuur
1. De vereniging heeft de volgende organen:
- de Algemene Vergadering;
- het Bestuur;
- de commissies;
- de Afdelingen.
2. Een Afdeling heeft de volgende organen:
- de Afdelingsvergadering;
- het Afdelingsbestuur.
3. De vereniging heeft in ieder geval een Geschillenadviescommissie. Voorts kan de vereniging een Benoemingsadviescommissie, een Remuneratieadviescommissie en/of een kascontrolecommissie hebben. De vereniging kan verder geen andere commissies hebben. De Afdelingen hebben geen commissies.
Artikel 2.3 – Doel
1. De vereniging heeft als doel het zorgdragen voor de totstandkoming en invoering van de afspraken die nodig zijn voor een effectieve, efficiënte en betrouwbare elektronische uitwisseling van gegevens, met betrekking tot welke de Energiewet voorschrijft dat Transmissie- en Distributiesysteembeheerders in overleg treden om te komen tot die afspraken en het verrichten van al wat hiermee verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alsmede het indienen bij overheidsinstanties van voorstellen tot wijzigingen van de Energiewet en de bijbehorende regelingen voor zover dit betrekking heeft op de elektronische uitwisseling van gegevens ten behoeve van de Datadeelprocessen en Systeemprocessen. Het voorgaande laat onverlet dat Leden van de vereniging, op eigen titel, voorstellen tot wijziging van wet- en regelgeving kunnen indienen. Wanneer de vereniging voorstellen tot wijziging van wet- en regelgeving indient zal de vereniging ten aanzien van de betreffende overheidsinstanties transparant zijn over de standpunten van haar Leden, inclusief die van de Leden die niet hebben ingestemd met het betreffende voorstel.
2. Tevens heeft de vereniging, tot aan het van kracht worden van de Energiewet, als doel het besluiten over sectorplanning inzake berichtenverkeer en over beleidsvoorstellen, eventueel uitmondend in voorstellen ter besluitvorming aan de ACM, dan wel aan de
gezamenlijke netbeheerders, als bedoeld in de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet. en het verrichten van al wat hiermee verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn.
3. De vereniging tracht haar doel onder meer te bereiken door:
a. het tot stand laten komen, vaststellen en wijzigen van een Afsprakenstelsel, waarvan de bepalingen niet strijdig met de Energiewet, Mededingingswet of andere wetgeving dienen te zijn;
b. het faciliteren van discussies en het documenteren van de behoeften en visies;
c. het sluiten van overeenkomsten met BAS voor ondersteuning door BAS aan de vereniging.
Artikel 2.4 – Vermogen
Het vermogen van de vereniging zal worden gevormd door bijdragen van BAS uit hoofde van een of meer overeenkomsten tussen de vereniging en BAS en overige verkrijgingen en baten.
HOOFDSTUK 3. Leden, Groepsleden en Marktrollen Artikel 3.1 – Leden
1. De vereniging kent de volgende soorten Leden, te weten:
a. Leden-Transmissie-en-Distributiesysteembeheerder;
b. Leden-Systeemmarktpartij;
c. Leden-Niet-Systeempartij;
d. Leden-Representatief-Zakelijk; en
e. Leden-Representatief-Consument.
2. a. Een Lid-Transmissie-en-Distributiesysteembeheerder kan slechts zijn een Distributiesysteembeheerder of een Transmissiesysteembeheerder, welke:
i. door een overeenkomst met BAS is gebonden aan het Afsprakenstelsel; en
ii. is gecertificeerd bij BAS voor de Marktrol(len) die hij heeft geregistreerd bij de vereniging.
b. Een Lid-Systeemmarktpartij kan slechts zijn een Systeemmarktpartij, welke:
i. door een overeenkomst met BAS is gebonden aan het Afsprakenstelsel; en
ii. is gecertificeerd bij BAS voor de Marktrol(len) die hij heeft geregistreerd bij de vereniging.
c. Een Lid-Niet-Systeempartij kan slechts zijn een Niet-Systeempartij, welke:
i. door een overeenkomst met BAS is gebonden aan het Afsprakenstelsel; en
ii. is gecertificeerd bij BAS voor de Marktrol(len) die hij heeft geregistreerd bij de vereniging.
d. Een Lid-Representatief-Zakelijk kan slechts zijn een Representatieve organisatie zakelijke gebruiker.
e. Een Lid-Representatief-Consument kan slechts zijn een Representatieve organisatie consumenten.
3. Voor ieder van de Leden-Transmissie-en-Distributiesysteembeheerder,
Leden-Systeemmarktpartij, Leden-Niet-Systeempartij, is aan het Lidmaatschap de verplichting verbonden om elke bepaling uit het Afsprakenstelsel na te komen.
Artikel 3.2 – Toetreding en ledenregister
1. Leden zijn zij die zich als Lid bij het bestuur hebben aangemeld en door het bestuur als zodanig tot de vereniging zijn toegelaten.
2. Bij de aanmelding bij het bestuur geeft de betreffende persoon op met welke Marktrol(len) hij - na toelating - bij de vereniging moet worden geregistreerd.
Een Lid kan zich alleen laten registreren bij de vereniging met de Marktrol(len) die hij daadwerkelijk vervult. Een Lid kan ervoor kiezen om één of meer van de Marktrollen die hij daadwerkelijk vervult niet te laten registreren bij de vereniging.
Indien een Lid een Marktrol waarmee hij is geregistreerd bij de vereniging niet meer feitelijk vervult, dan is hij verplicht om dit ten spoedigste mede te delen aan het bestuur.
3. De secretaris van het bestuur houdt een ledenregister bij, waarin de namen en adressen van alle Leden zijn opgenomen, met de vermelding van de Marktrol(len) waarmee het Lid is geregistreerd.
Tevens vermeldt het ledenregister ten aanzien van ieder Lid-rechtspersoon welke personen doorlopend bevoegd zijn om het betreffende Lid te vertegenwoordigen in de organen van de vereniging.
Als een Lid heeft ingestemd met de oproeping tot de Algemene Vergadering en de Afdelingsvergaderingen door middel van communicatie langs elektronische weg, wordt het adres dat door het Lid voor dit doel is bekend gemaakt, in het ledenregister opgenomen.
4. Het Lidmaatschap is niet voor overdracht of overgang vatbaar. Als een
Lid-rechtspersoon betrokken is bij een fusie of splitsing en daardoor ophoudt te bestaan, gaat het Lidmaatschap niet over op de verkrijgende rechtspersoon of de rechtspersoon die op grond van de beschrijving bij splitsing daartoe is aangewezen.
Artikel 3.3 - Groepsleden
Indien één of meer bestaande Leden-rechtspersonen behoren tot een groep als bedoeld in artikel 24b, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en er sprake is van een andere groepsmaatschappij binnen dezelfde groep, welke groepsmaatschappij ook voldoet aan de kwaliteitseisen als bedoeld in artikel 3.1 lid 2 sub a, b of c en welke groepsmaatschappij zich ook aanmeldt bij de vereniging, dan geldt het volgende:
a. Deze andere groepsmaatschappij kan alleen als Lid worden toegelaten als zij zich bij de vereniging kan registeren met Marktrol(len) die niet reeds zijn geregistreerd door de bestaande Leden-rechtspersonen van dezelfde groep. Indien alle Marktrol(len) die deze andere groepsmaatschappij feitelijk vervult, reeds zijn geregistreerd door de bestaande Leden-rechtspersonen van dezelfde groep, dan kan deze andere groepsmaatschappij zich slechts aanmelden als Groepslid. Over de toelating van een Groepslid beslist het bestuur.
b. Aan een Groepslid komen alle rechten en verplichtingen van een gewoon Lid toe, evenwel met de uitzondering van het stemrecht in de Algemene Vergadering en het stemrecht in de Afdelingsvergaderingen.
c. Bij de aanmelding van een Groepslid kan aan de aanmeldende groepsmaatschappij evenwel toch het gewone Lidmaatschap worden toegekend, indien één van de bestaande Leden-rechtspersonen, die behoren tot dezelfde groepsmaatschappij, zijn gewone Lidmaatschap beëindigt en Groepslid wordt. In dat geval dienen de betreffende groepsmaatschappijen van dezelfde groep in onderling overleg te bepalen welke groepsmaatschappijen, gewoon Lid kunnen blijven, en voor welke groepsmaatschappij het Lidmaatschap eindigt. Na deze beëindiging van het gewone Lidmaatschap, staat uitsluitend het Groepslidmaatschap voor de betreffende groepsmaatschappij open, tenzij in de nieuwe situatie blijkt dat de betreffende groepsmaatschappij één of meer Marktrollen vervult welke niet zijn geregistreerd door de Leden-rechtspersonen van dezelfde groep. Deze keus moet veertien dagen na de aanmelding aan het bestuur van de vereniging worden medegedeeld. Door het maken van de keus vervalt het Lidmaatschap van de betreffende groepsmaatschappij. In het geval de keus en de bijbehorende tijdige mededeling aan het bestuur achterwege blijft, dan kan de groepsmaatschappij die zich als laatste heeft aangemeld alleen worden toegelaten als Groepslid.
In deze statuten wordt hierna onder "Lid" ook verstaan een "Groepslid", tenzij expliciet anders is aangegeven
Artikel 3.4 - Marktrollen
1. De Algemene Vergadering stelt Marktrollen vast indien noodzakelijk voor het komen tot afspraken die nodig zijn voor een effectieve, efficiënte en betrouwbare elektronische uitwisseling van gegevens, met betrekking tot welke de Energiewet voorschrijft dat Transmissie- en Distributiesysteembeheerders in overleg treden om te komen tot die afspraken.
2. Een besluit van de algemene vergadering tot het vaststellen en definiëren van een nieuwe Marktrol, het wijzigen van de definitie van een bestaande Marktrol of de opheffing van een bestaande Marktrol, moet worden genomen met een meerderheid van ten minste negentig procent (90%) van de uitgebrachte stemmen, in een vergadering waarin ten minste vijfentwintig procent (25%) van de Leden-
Transmissie-en-Distributiesysteembeheerder respectievelijk Leden-Systeemmarktpartij respectievelijk Leden-Niet-Systeempartij aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
Is het vereiste aantal leden niet aanwezig of vertegenwoordigd op de betreffende vergadering, dan is artikel 5.3 lid 2 van toepassing.
3. De (definities van de) Marktrollen, als vastgesteld bij besluit van de Algemene Vergadering, worden overgenomen in het Afsprakenstelsel.
Artikel 3.5 - Schorsing
1. Een Lid kan door het bestuur voor een periode van ten hoogste drie maanden worden
geschorst als een lid in strijd handelt met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging, of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt. Gedurende deze periode van schorsing kan het lid zijn lidmaatschapsrechten niet uitoefenen. Zijn lidmaatschapsverplichtingen blijven bestaan. Indien een Lid wordt geschorst dan stelt het bestuur ook de overige Leden daarvan in kennis.
2. Binnen één maand nadat het Lid van het besluit tot schorsing in kennis is gesteld, kan dat lid tegen dat besluit in beroep gaan bij de Algemene Vergadering en daar verweer voeren. Het bestuur is verplicht hiertoe de Algemene Vergadering bijeen te roepen binnen vier weken na ontvangst van het beroepschrift. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep blijft het lid geschorst.
Artikel 3.6 – Einde lidmaatschap
1. Het Lidmaatschap eindigt door:
a. het overlijden van een Lid;
b. het ophouden te bestaan van een Lid-rechtspersoon, ook als dit het gevolg is van een fusie of splitsing;
c. door ondercuratelestelling van een Lid of onder bewindstelling van zijn gehele vermogen;
d. wanneer het Lid in staat van faillissement wordt verklaard, een regeling in het kader van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen op het Lid van toepassing wordt verklaard of het Lid surseance van betaling verkrijgt;
e. opzegging door het Lid;
f. opzegging door de vereniging;
g. ontzetting.
2. Opzegging van het Lidmaatschap door het Lid kan alleen Schriftelijk en met inachtneming van een opzeggingstermijn van ten minste veertien dagen.
3. Opzegging van het Lidmaatschap door de vereniging vindt plaats door het bestuur, door een Schriftelijk bericht aan het Lid, met vermelding van de reden(en) van opzegging.
Opzegging is mogelijk:
- als een Lid - ondanks Schriftelijke aanmaning door het bestuur - niet (meer) aan een statutaire eis voldoet, daaronder mede begrepen de eis als bedoeld in artikel
3.1 lid 2 sub a, sub b, sub c, sub d en sub e;
- als een Lid - ondanks Schriftelijke aanmaning door het bestuur - niet (meer) aan een statutaire verplichting voldoet, daaronder mede begrepen de verplichting als bedoeld in artikel 3.1 lid 3;
- wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het Lidmaatschap te laten voortduren.
Bij het opzeggingsbesluit wordt ook de datum van beëindiging van het Lidmaatschap vastgesteld.
4. Ontzetting uit het Lidmaatschap vindt plaats door het bestuur, door middel van een
Schriftelijk bericht aan het Lid, met vermelding van de reden(en) van de ontzetting. Ontzetting is alleen mogelijk als een Lid in strijd handelt of heeft gehandeld met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging, of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt of heeft benadeeld.
De ontzetting gaat onmiddellijk in.
5. Binnen één maand nadat het Lid van het besluit tot opzegging of ontzetting in kennis is gesteld, kan dat Xxx tegen dat besluit in beroep gaan bij de Algemene Vergadering en daar verweer voeren. Het bestuur is verplicht hiertoe de Algemene Vergadering bijeen te roepen binnen vier weken na ontvangst van het beroepschrift. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het Lid waarvan het Lidmaatschap is opgezegd geschorst.
Artikel 3.7 - Geen andere sancties
Wanneer een Lid één of meer van de verplichtingen die bij of krachtens deze statuten zijn verbonden aan het lidmaatschap niet naleeft, dan kan de vereniging uitsluitend organisatierechtelijke middelen, zoals schorsing of beëindiging van het lidmaatschap tegenover het betreffende Lid gebruiken. De vereniging en/of de overige Leden kunnen in dat geval geen nakoming of schadevergoeding op grond van Boek 3 of Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek vorderen van het betreffende Lid met betrekking tot verplichtingen die bij of krachtens deze statuten aan het lidmaatschap zijn verbonden.
Het voorgaande laat onverlet hetgeen dat (rechts)personen hierover overeenkomen als contractspartijen bij een overeenkomst betreffende verplichtingen met betrekking tot het Afsprakenstelsel.
Artikel 3.8 – Geen contributie
Leden zijn geen contributie aan de vereniging verschuldigd.
HOOFDSTUK 4. BESTUUR
Artikel 4.1 – Bestuur: samenstelling en benoeming
1. De vereniging wordt bestuurd door een bestuur dat bestaat uit twee natuurlijke personen.
2. De Algemene Vergadering benoemt de bestuursleden, na advies te hebben ingewonnen van de Benoemingsadviescommissie als deze in functie is.
De Algemene Vergadering stelt bij de benoeming van de bestuurder vast of de bestuurder de functie van voorzitter of functie van secretaris heeft.
De bestuurders moeten buiten de Leden worden benoemd.
3. Het bestuur kan uit zijn midden een penningmeester aanwijzen. De functies van penningmeester en voorzitter respectievelijk secretaris kunnen in één persoon worden verenigd.
4. De Algemene Vergadering kan besluiten tot het instellen of opheffen van een Benoemingsadviescommissie. De Benoemingsadviescommissie bestaat uit ten minste twee natuurlijke personen die worden benoemd door de Algemene Vergadering.
De Benoemingsadviescommissie is bevoegd om aan de Algemene Vergadering
personen voor te stellen die geschikt zijn voor de benoeming tot bestuurder.
De Benoemingsadviescommissie stelt een profielschets op voor de samenstelling van het bestuur, rekening houdend met de aard van de vereniging, haar activiteiten en de gewenste deskundigheid en achtergrond van de bestuurders.
Voordat de Benoemingsadviescommissie een persoon als kandidaat voor bestuurder voorstelt, onderzoekt de Benoemingsadviescommissie het werkverleden, de integriteit, de kwaliteit en de geschiktheid van de betreffende persoon voor de bestuursfunctie.
Ook onderzoekt de Benoemingsadviescommissie of er belangentegenstellingen of nevenfuncties als bestuurder zijn. Als de commissie dat voor een juiste vervulling van haar taak noodzakelijk acht, kan zij zich laten bijstaan door een externe deskundige.
5. Iedere bestuurder moet voldoen aan de volgende vereisten:
a. de bestuurder heeft ten minste twee jaren ervaring binnen de energiesector;
b. de bestuurder is niet werkzaam voor (een groepsmaatschappij van) een Lid;
c. de bestuurder is niet anderszins financieel verbonden met (een groepsmaatschappij van) een Lid.
6. De bestuurder met de functie van voorzitter wordt benoemd voor een periode van ten hoogste vier jaar.
De bestuurder met de functie van secretaris wordt benoemd voor een periode van ten hoogste vijf jaar.
Bestuurders treden af volgens een door het bestuur op te maken rooster. Een volgens rooster aftredende bestuurder is:
a. voor wat betreft de voorzitter: slechts éénmaal herbenoembaar;
b. voor wat betreft de secretaris: onbeperkt herbenoembaar.
7. De Algemene Vergadering dient zo spoedig mogelijk in vacatures van het bestuur te voorzien.
Een niet-voltallig bestuur is niet bevoegd, behoudens in het geval van aanwijzing van tijdelijke plaatsvervangers voor de openstaande vacatures als bedoeld in lid 8.
8. Bij belet of ontstentenis van de bestuurder met de functie van voorzitter respectievelijk secretaris kan de Algemene Vergadering een persoon aanwijzen om tijdelijk deze functie te vervullen en om daarbij de bijbehorende bestuursdaden te verrichten. De persoon die de Algemene Vergadering daartoe aanwijst behoeft niet aan de kwaliteitseisen als bedoeld in lid 5 te voldoen.
Bij ontstentenis van een bestuurder geldt dat onverminderd deze aanwijzing van de hiervoor bedoelde tijdelijke plaatsvervanger, de Algemene Vergadering gehouden blijft om zo spoedig mogelijk permanent in de betreffende vacature te voorzien door een gekwalificeerde persoon te benoemen conform het bepaalde in de voorgaande leden van dit artikel.
Onder belet van een bestuurder wordt in elk geval verstaan schorsing en het geval waarin om welke reden ook gedurende een aaneengesloten periode van minimaal tweeënzeventig uur door de vereniging, de medebestuurder of een Lid geen contact
met een bestuurder kan worden verkregen, met dien verstande dat de Algemene Vergadering kan besluiten dat een andere periode van toepassing is.
Artikel 4.2 – Remuneratie
1 Slechts de bestuurders van de vereniging kunnen een bezoldiging en/of een redelijke vergoeding voor hun onkosten ontvangen.
Commissieleden en Afdelingsbestuurders ontvangen geen bezoldiging of onkostenvergoeding.
2. De bezoldiging van een bestuurder kan nimmer meer bedragen dan de maximale bezoldiging van een topfunctionaris van een Distributiesysteembeheerder als bedoeld in de Wet normering topinkomen.
3. De Algemene Vergadering kan besluiten tot het instellen of opheffen van een Remuneratieadviescommissie. De Remuneratieadviescommissie bestaat uit ten minste twee natuurlijke personen die worden benoemd door de Algemene Vergadering. De Remuneratieadviescommissie onderzoekt en vergelijkt de beloningen en de arbeidsvoorwaarden die passend zijn voor bestuurders en brengt daarover advies uit aan de Algemene Vergadering.
4. De Algemene Vergadering stelt, na advies te hebben ingewonnen van de Remuneratieadviescommissie, de bezoldiging van ieder van de bestuurders vast.
Artikel 4.3 – Bestuur: einde functie, schorsing
1. Een bestuurslidmaatschap eindigt:
- door aftreden van een bestuurslid;
- door verloop van de termijn waarvoor het bestuurslid is benoemd;
- door overlijden van een bestuurslid;
- door ondercuratelestelling van een bestuurslid of onder bewindstelling van zijn gehele vermogen;
- als het bestuurslid niet meer voldoet aan de vereisten als opgenomen in artikel
4.1 lid 5;
- door ontslag van het bestuurslid op grond van een besluit van de Algemene Vergadering;
- wanneer het bestuurslid in staat van faillissement wordt verklaard, een regeling in het kader van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen op hem van toepassing wordt verklaard of hij surseance van betaling verkrijgt;
een en ander met inachtneming van het hierna bepaalde.
2. Een bestuurslid kan te allen tijde door de Algemene Vergadering worden geschorst. De schorsing beloopt ten hoogste drie maanden en kan door de Algemene Vergadering eenmaal met die termijn worden verlengd. Volgt gedurende de schorsing geen ontslag, dan is de schorsing na het verloop van de termijn geëindigd. Het bestuurslid wordt in de gelegenheid gesteld zich in de betreffende Algemene Vergadering te verantwoorden en kan zich daarin door een raadsman laten bijstaan.
Artikel 4.4 – Bestuur: bijeenroeping, vergaderingen, besluitvorming
1. Iedere bestuurder is bevoegd een vergadering van het bestuur bijeen te roepen.
2. De bijeenroeping van de vergaderingen van het bestuur vindt Schriftelijkplaats, met inachtneming van een termijn van ten minste zeven dagen, de dag van bijeenroeping en die van de vergadering niet meegerekend, onder opgave van de dag, het aanvangstijdstip en de plaats van de vergadering en van de te behandelen onderwerpen (agenda).
3. De vergaderingen van het bestuur worden gehouden op de plaats te bepalen door degene die de vergadering bijeenroept.
4. Als wordt gehandeld in strijd met een van de bepalingen van de twee vorige leden kan het bestuur toch rechtsgeldige besluiten nemen, als alle bestuurders in de vergadering aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
5. In de vergaderingen van het bestuur heeft iedere bestuurder één stem.
Voor zover in deze statuten geen grotere meerderheid is voorgeschreven, worden de besluiten door het bestuur genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
6. Een bestuurder neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming indien hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de Vereniging en de met haar verbonden onderneming of organisatie. Wanneer hierdoor geen bestuursbesluit zou kunnen worden genomen, wordt het besluit genomen door de Algemene Vergadering.
Artikel 4.5 – Bestuur: leiding van de vergaderingen, notulen, besluitvorming buiten vergadering
1. De voorzitter leidt de vergaderingen van het bestuur; bij zijn afwezigheid voorziet de vergadering zelf in haar leiding.
2. De voorzitter van de vergadering bepaalt de wijze waarop de stemmingen in de vergaderingen worden gehouden.
3. Van het verhandelde in de vergaderingen van het bestuur worden notulen gehouden door de secretaris of een daartoe door de voorzitter van de vergadering aangewezen persoon.
De notulen worden - nadat zij zijn vastgesteld - door de voorzitter en de notulist van de vergadering ondertekend.
4. Het bestuur kan ook op andere wijze dan in een vergadering besluiten nemen als alle bestuurders zich Schriftelijk vóór het voorstel hebben verklaard.
Artikel 4.6 – Bestuur: taken en bevoegdheden
1. Het bestuur is belast met het besturen van de vereniging. Bij de vervulling van hun taak richten de bestuurders zich naar het belang van de vereniging en de met haar verbonden organisatie. Iedere bestuurder is tegenover de vereniging verplicht tot een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging en van alles met betrekking tot de
werkzaamheden van de vereniging, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de vereniging kunnen worden gekend.
Het bestuur is verplicht de bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven jaren te bewaren.
2. De Algemene Vergadering kan bij een daartoe strekkend besluit bepalen dat het bestuur zich moet gedragen naar de aanwijzingen van de Algemene Vergadering. Het bestuur is verplicht de aanwijzingen op te volgen, tenzij deze in strijd zijn met het belang van de vereniging en de met haar verbonden organisatie.
3. Het bestuur heeft de goedkeuring van de Algemene Vergadering nodig voor besluiten tot:
a. het sluiten of wijzigen van overeenkomsten met BAS
b. doen van voorstellen aan overheidsinstanties tot wijzigingen van de Energiewet en/of de bijbehorende regelingen met betrekking tot het uitwisselen van gegevens;
c. het aangaan van andere rechtshandelingen die uitgaan boven het bedrag dat de Algemene Vergadering kan vaststellen;
d. het aangaan, wijzigen of beëindigen van arbeidsovereenkomsten en managementovereenkomsten met bestuurders van de vereniging;
e. het vaststellen van een begroting;
f. het vaststellen of wijzigen van een beleidsplan;
g. het aangaan van een vaststellingsovereenkomst voor de beëindiging van een geschil;
h. het optreden in rechte, met inbegrip van arbitrale procedures, waaronder niet begrepen het nemen van conservatoire maatregelen en andere rechtsmaatregelen die geen uitstel kunnen leiden.
De Algemene Vergadering kan bij een daartoe strekkend besluit duidelijk te omschrijven andere dan hiervoor omschreven besluiten van het bestuur aan haar goedkeuring onderwerpen. Een dergelijk besluit van de Algemene Vergadering wordt onmiddellijk aan het bestuur medegedeeld.
Op het ontbreken van deze goedkeuring kan tegen en door derden geen beroep worden gedaan.
4. Het bestuur is niet bevoegd te besluiten tot:
a. het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding, bezwaring, huur en verhuur van registergoederen,
b. het aangaan van geldleningen en kredietovereenkomsten;
c. het aangaan van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor de schuld van
een derde verbindt
d. het aangaan van arbeidsovereenkomsten en managementovereenkomsten met andere personen dan de bestuurders van de vereniging.
Artikel 4.7 – Vertegenwoordiging
1. Tot vertegenwoordiging van de vereniging zijn bevoegd:
- het gehele bestuur samen;
- een individuele bestuurder.
2. Het bestuur kan besluiten tot het verlenen van incidentele dan wel doorlopende volmacht aan een of meer bestuurders en/of aan anderen, zowel samen als afzonderlijk, om de vereniging binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.
HOOFDSTUK 5. ALGEMENE VERGADERING
Artikel 5.1 – De Algemene Vergadering: oproeping
1. De Algemene Vergadering wordt bijeengeroepen door het bestuur.
Een aantal leden, samen bevoegd tot het uitbrengen van ten minste een/tiende deel van de stemmen, kan het bestuur Schriftelijk verzoeken een Algemene Vergadering bijeen te roepen binnen vier weken na dat verzoek. Als het bestuur niet binnen veertien dagen na ontvangst van dat verzoek de uitnodiging tot de vergadering heeft laten uitgaan, kunnen de verzoekers zelf de vergadering bijeenroepen.
2. De oproeping tot de Algemene Vergadering vindt plaats door middel van een oproepingsbrief verzonden naar de adressen van de Leden volgens het ledenregister. De bijeenroeping kan, als een Lid hiermee instemt, ook plaatsvinden door een langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht aan het adres dat door het lid voor dit doel is bekend gemaakt. De bijeenroeping van de Algemene Vergadering houdt tevens in een oproeping van de afzonderlijke vergaderingen van de Afdelingen.
3. De termijn van oproeping bedraagt ten minste veertien dagen, de dag van de oproeping en de dag van de vergadering niet meegerekend.
4. Naast de plaats, datum en tijd van de vergadering, moet de oproeping een agenda bevatten waaruit blijkt welke onderwerpen aan de orde worden gesteld.
Artikel 5.2 – De algemene vergadering: toegang, stemrecht
1. Toegang tot de Algemene Vergadering hebben alle niet-geschorste Leden en bestuursleden van de vereniging.
De vergadering kan besluiten ook andere personen tot (een deel van) de vergadering toe te laten. Geschorste Leden en Leden van wie het Lidmaatschap is opgezegd of die uit het Lidmaatschap zijn ontzet, hebben toegang tot dat deel van de vergadering waar het beroep tegen schorsing, opzegging of ontzetting aan de orde is.
2. Ieder Xxx heeft stemrecht in de Algemene Vergadering, met dien verstande dat een geschorst Lid geen stemrecht heeft.
3. Het aantal stemmen dat de Xxxxx die aanwezig of vertegenwoordigd zijn op de
Algemene Vergadering kunnen uitbrengen wordt als volgt vastgesteld:
a. Direct voorafgaand aan de stemming over een voorstel dient ieder van de aanwezige of vertegenwoordigde Leden aan te geven of het Lid wel of niet wenst deel te nemen aan de stemming.
b. De Leden die aangeven niet wensen deel te nemen aan de stemming over het voorstel, zijn geen onderdeel meer van de besluitvorming over het betreffende voorstel en zij tellen derhalve niet mee voor de berekening van het aantal uit te brengen stemmen over het voorstel.
c. Het aantal stemmen dat de overige aanwezige of vertegenwoordigde Leden kunnen uitbrengen ten aanzien van het betreffende besluit wordt vervolgens als volgt vastgesteld:
i. Ieder Lid-Transmissie-en-Distributiesysteembeheerder kan een aantal stemmen uitbrengen gelijk aan het getal 25.000 gedeeld door het aantal aanwezige of vertegenwoordigde Leden-Transmissie-en- Distributiesysteembeheerder;
ii. Ieder Lid-Systeemmarktpartij kan een aantal stemmen uitbrengen gelijk aan het getal 25.000 gedeeld door het aantal aanwezige of vertegenwoordigde Leden-Systeemmarktpartij;
iii. Ieder Lid-Niet-Systeemmarktpartij kan een aantal stemmen uitbrengen gelijk aan het getal 25.000 gedeeld door het aantal aanwezige of vertegenwoordigde Leden-Niet-Systeemmarktpartij;
vi. Ieder Lid-Representatief-Zakelijk kan een aantal stemmen uitbrengen gelijk aan het getal 12.500 gedeeld door het aantal aanwezige of vertegenwoordigde Leden-Representatief-Zakelijk;
v. Ieder Lid-Representatief-Consument kan een aantal stemmen uitbrengen gelijk aan het getal 12.500 gedeeld door het aantal aanwezige of vertegenwoordigde Leden-Representatief-Consument,
met dien verstande dat:
- het aantal uit te brengen stemmen naar beneden wordt afgerond op een heel getal;
- indien er Leden zijn die na afronding geen stem zouden kunnen uitbrengen, dan worden alle getallen als bedoeld onder i. tot en met v. met een factor tien (10) vermenigvuldigd en wordt het aantal uit te brengen stemmen door de Leden opnieuw vastgesteld, net zolang totdat elk aanwezig of vertegenwoordigd Lid tenminste één stem kan uitbrengen;
- indien Leden van een bepaalde soort unaniem stemmen, dan wordt het aantal stemmen dat deze gezamenlijke Leden hebben uitgebracht altijd geacht gelijk te zijn aan het in dit sub c voormelde getal met betrekking tot hun soort, ongeacht de eventuele gevolgen van een afronding op hele getallen naar beneden.
4. Een stemgerechtigd Lid kan een beperkte volmacht geven aan een andere
(rechts)persoon om namens hem te stemmen. Deze door het Lid gegeven beperkte volmacht kan slechts betrekking hebben op één algemene vergadering. Deze beperkte volmacht moet Schriftelijk worden gegeven en vóór de stemming aan het bestuur worden overgelegd.
Voorts kan een Lid-rechtspersoon een doorlopende volmacht geven aan een persoon binnen de organisatie van deze Lid-rechtspersoon om namens haar te stemmen.
Deze doorlopende volmacht moet Schriftelijk worden gegeven en aan het bestuur worden overgelegd. Het bestuur registreert de persoon met de doorlopende volmacht in het ledenregister als bedoeld in artikel 3.2 lid 3.
Aan de eis van schriftelijkheid van de volmacht wordt voldaan als de volmacht elektronisch is vastgelegd.
Artikel 5.3 – De Algemene Vergadering: besluitvorming
1. Voor zover in deze statuten niet anders is bepaald, wordt een besluit van de Algemene Vergadering genomen met een meerderheid van ten minste vierenzeventig procent (74%) van de uitgebrachte stemmen. In die vergadering moet ten minste vijfentwintig procent (25%) van de Leden-Transmissie-en- Distributiesysteembeheerder respectievelijk Leden-Systeemmarktpartij respectievelijk Leden-Niet-Systeem-Partij aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
Xxxxxx en ongeldige stemmen gelden als niet uitgebracht en tellen derhalve niet mee voor de besluitvorming en de berekening van de benodigde percentages.
2. Is het vereiste aantal Leden-Transmissie-en-Distributiesysteembeheerder respectievelijk Leden-Systeemmarktpartij respectievelijk Leden-Niet-Systeempartij niet aanwezig of vertegenwoordigd, dan kan een nieuwe Algemene Vergadering bijeengeroepen, niet eerder dan twee weken en niet later dan vier weken na de eerste vergadering, waarin het betreffende besluit kan worden genomen ongeacht het aantal Leden dat aanwezig of vertegenwoordigd is op deze Algemene Vergadering, mits met inachtneming van de vereiste meerderheid van stemmen.
3. Het in de vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter over de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet Schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats als de meerderheid van de vergadering of, als de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of Schriftelijk plaatsvond, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
4. Als bij stemming over de verkiezing van personen bij eerste stemming geen meerderheid wordt verkregen, dan zal een nieuwe stemming plaats hebben. Als ook dan geen meerderheid verkregen wordt, zal bij een tussenstemming worden beslist tussen welke personen zal worden herstemd.
Staken de stemmen bij verkiezing van personen, dan beslist het lot.
Als de stemmen staken over een voorstel dat niet over de verkiezing van personen gaat, is het voorstel verworpen.
5. Stemmingen op de Algemene Vergadering vinden plaats door middel van een aanwezig digitaal stemsysteem bestaande uit een computer met software en randapparatuur, die speciaal is ingericht om de individuele keuze in een stemming direct elektronisch en digitaal vast te leggen, tenzij de voorzitter aangeeft dat de stemming bij ongetekende, gesloten stembriefjes dan wel mondeling plaatsvindt. Voor zover de voorzitter een mondelinge stemming verlangt, zal deze stemming toch door middel van het voormelde digitale stemsysteem dan wel de bedoelde stembriefjes (zulks ter keuze van de voorzitter) plaatsvinden indien een lid bezwaar maakt tegen een mondelinge stemming.
Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk tenzij een lid hoofdelijke stemming verlangt.
6. Een stemgerechtigd Lid kan zijn stemrecht ook uitoefenen door middel van een elektronisch communicatiemiddel, op voorwaarde dat de stemgerechtigde via het elektronisch communicatiemiddel kan worden geïdentificeerd, rechtstreeks kan kennisnemen van de verhandelingen op de vergadering en het stemrecht kan uitoefenen.
Het bestuur kan voorwaarden stellen aan het gebruik van het elektronisch communicatiemiddel. Bovendien is vereist dat de stemgerechtigde via het elektronisch communicatiemiddel kan deelnemen aan de beraadslaging. Deze voorwaarden worden bij de oproeping bekend gemaakt.
7. Een eenstemmig besluit van alle Leden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft dezelfde kracht als een besluit van de Algemene Vergadering, als dit met voorkennis van het bestuur is genomen.
8. Als in een vergadering alle Leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, kunnen - mits met algemene stemmen - geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, ook al is het onderwerp niet of niet op de voorgeschreven wijze bij de oproeping aangekondigd of heeft de oproeping niet op rechtsgeldige wijze plaatsgevonden.
Artikel 5.4 – De Algemene Vergadering: leiding en notulen
1. Een Algemene Vergadering wordt geleid door de voorzitter van de vereniging. Ontbreekt de voorzitter, dan wordt de vergadering geleid door de andere bestuurder indien aanwezig. Xxxxx ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de vergadering zelf in haar leiding.
2. Van het verhandelde in elke Algemene Vergadering worden door de secretaris of een ander door de voorzitter van de vergadering daartoe aangewezen persoon notulen gehouden, die door de voorzitter en de notulist door ondertekening worden vastgesteld.
Artikel 5.5 Wijzigingen in overeenkomst(en) met BAS
De Algemene Vergadering besluit over (toestemming voor) wijzigingen in de
overeenkomst(en) die de Leden hebben gesloten met BAS voor zover die overeenkomst daarin voorziet en dit generieke bepalingen betreffen, die verband houden met de taakstellingen van meerdere Afdelingen dan wel die geen verband houden met de taakstellingen van de Afdelingen.
HOOFDSTUK 6. BOEKJAAR, JAARREKENING
Artikel 6.1 – Verslaggeving en verantwoording
1. Het boekjaar van de vereniging is gelijk aan het kalenderjaar.
2. Het bestuur brengt op een Algemene Vergadering binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, verlenging van deze termijn door de Algemene Vergadering uitgezonderd, een bestuursverslag uit over de gang van zaken in de vereniging en over het gevoerde beleid. Het legt de balans en de staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring aan de vergadering over. Deze stukken worden ondertekend door de bestuurders. Ontbreekt de ondertekening van een of meer van hen, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt.
3. Het bestuur legt de jaarstukken ter goedkeuring voor aan de Algemene Vergadering. Wordt over de getrouwheid van deze stukken geen verklaring van een accountant als bedoeld in artikel 2:393 lid 1 Burgerlijk Wetboek overgelegd, dan worden daaraan voorafgaand de jaarstukken gecontroleerd door een door de Algemene Vergadering te benoemen kascontrolecommissie van ten minste twee leden die geen deel mogen uitmaken van het bestuur. Een lid van de kascontrolecommissie kan ten hoogste twee achtereenvolgende jaren zitting hebben in de kascontrolecommissie.
Het bestuur is verplicht om de kascontrolecommissie inzage te geven in de gehele boekhouding en de daarop betrekking hebbende bescheiden en om alle door haar gewenste inlichtingen te verstrekken. Als de commissie dat voor een juiste vervulling van haar taak noodzakelijk acht, kan zij zich laten bijstaan door een externe deskundige.
De commissie brengt van haar onderzoek verslag uit aan de Algemene Vergadering, vergezeld van een advies tot al of niet goedkeuring van de jaarstukken.
Nadat de jaarstukken zijn goedgekeurd door de Algemene Vergadering wordt het voorstel gedaan om kwijting te verlenen aan het bestuur voor de door hem daarmee afgelegde rekening en verantwoording.
4. In een vergadering te houden twee maanden vóór de afloop van het boekjaar stelt het bestuur een begroting van de baten en lasten van het volgende boekjaar vast.
5. Het bestuur stelt een beleidsplan vast en actualiseert dit beleidsplan periodiek.
Het beleidsplan geeft inzicht in de door de vereniging te verrichten werkzaamheden, de wijze van werving van gelden, het beheer van het vermogen van de vereniging en de besteding daarvan.
HOOFDSTUK 7. STATUTENWIJZIGING, FUSIE, SPLITSING, OMZETTING, REGLEMENTEN
Artikel 7.1 – Statutenwijziging
1. De statuten van de vereniging kunnen worden gewijzigd door een besluit van de Algemene Vergadering. Wanneer aan de Algemene Vergadering een voorstel tot wijziging van de statuten zal worden gedaan, moet dat steeds bij de oproeping tot de Algemene Vergadering worden vermeld.
2. Degenen die de oproeping tot de Algemene Vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste veertien dagen vóór de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgestelde wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen. Bovendien wordt een afschrift als hiervoor bedoeld aan alle Leden toegezonden.
3. Een besluit tot statutenwijziging moet worden genomen met een meerderheid van ten minste negentig procent (90%) van de uitgebrachte stemmen, in een vergadering waarin ten minste vijfentwintig procent (25%) van de Leden-Transmissie-en- Distributiesysteembeheerder respectievelijk Leden-Systeemmarktpartij respectievelijk Leden-Niet-Systeempartij aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
Is het vereiste aantal Leden niet aanwezig of vertegenwoordigd op de betreffende vergadering, dan is artikel 5.3 lid 2 van toepassing.
4. Een statutenwijziging wordt van kracht onmiddellijk nadat deze in een notariële akte is vastgelegd. Iedere bestuurder is bevoegd om een statutenwijziging bij notariële akte vast te leggen.
Een authentiek afschrift van de akte van wijziging en een doorlopende tekst van de gewijzigde statuten moeten worden neergelegd bij het handelsregister.
Artikel 7.2 – Xxxxx, splitsing, omzetting
Een besluit van de Algemene Vergadering tot fusie of splitsing in de zin van titel 7 van Boek 2 Burgerlijk Wetboek en op een besluit van de Algemene Vergadering tot omzetting van de vereniging in een andere rechtsvorm overeenkomstig artikel 2:18 Burgerlijk Wetboek, is het bepaalde in het vorige artikel zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing, onverminderd de eisen van de wet.
Artikel 7.3 – Reglementen
1. De Algemene Vergadering kan een of meer reglementen vaststellen.
2. Een reglement kan nadere regels geven over onder meer het Lidmaatschap, de introductie van nieuwe Leden, de werkzaamheden van het bestuur, de commissies of de vergaderingen.
Een reglement mag niet in strijd zijn met de wet of met de statuten en mag geen bepalingen bevatten die bij statuten behoren te worden geregeld.
Artikel 7.4 - Onvoorziene gevallen
In alle gevallen waarin zowel de wet als de statuten niet voorzien, beslist het bestuur.
HOOFDSTUK 8. AFDELINGEN ALGEMEEN
Artikel 8.1 - Afdelingsstructuur en bevoegdheden
1. De vereniging kent vier Afdelingen, te weten de Afdeling I, Afdeling II, Afdeling III en Afdeling IV.
2. De Afdelingen regelen de aangelegenheden die uitsluitend de eigen Afdeling betreffen.
3. De taken en de bevoegdheden van de Afdelingen zijn vastgelegd in deze statuten.
4. Ten aanzien van hun eigen aangelegenheden hebben de Afdelingen een eigen beslissingsbevoegdheid, als bepaald in deze statuten.
5 Voor zover een besluit dient te worden genomen over een onderwerp van het Afsprakenstelsel dat niet valt binnen de taakstelling van één van de Afdelingen dan wel valt binnen de taakstelling van zowel Afdeling I als één of meer van de andere Afdelingen, dan wordt het betreffende onderwerp geacht te behoren tot de exclusieve taakstelling van Afdeling I.
Niettegenstaande de voorgaande bepaling, kan de Algemene Vergadering, slechts na het verzoek daartoe van Afdeling I, besluiten om een andere Afdeling aan te wijzen tot wiens exclusieve taak het betreffende onderwerp voortaan wordt geacht te behoren.
6. Voor zover een besluit dient te worden genomen over een onderwerp van het Afsprakenstelsel dat niet valt binnen de taakstelling van Afdeling I, maar dat wel valt binnen de taakstelling van ten minste twee van de overige Afdelingen, dan zal de Algemene Vergadering het besluit over dit onderwerp nemen dan wel zal de Algemene Vergadering besluiten om een Afdeling aan te wijzen tot wiens exclusieve taakstelling dit onderwerp voortaan wordt geacht te behoren.
7. De Afdelingen hebben geen rechtspersoonlijkheid.
Artikel 8.2 - Afdelingsleden, Afdelingsbestuur en Afdelingsvergadering
1. Een Lid van de vereniging dat voldoet aan de omschrijving van een Afdelingslid van een Afdeling als gegeven in deze statuten, maakt qualitate qua als Afdelingslid deel uit van de betreffende Afdeling.
2. Elke Afdeling heeft een Afdelingsvergadering en een Afdelingsbestuur.
3. Voor de Afdelingsleden is het bepaalde in artikelen 3.5 tot en met 3.8 voor het lidmaatschap eveneens van toepassing op afdelingslidmaatschap.
4. Op de Afdelingsvergaderingen is dat wat hiervoor in hoofdstuk 5 is bepaald ten aanzien van een Algemene Vergadering van overeenkomstige toepassing, tenzij deze statuten anders bepalen.
5. Op het Afdelingsbestuur is artikel 4.1 tot en met artikel 4.5 van overeenkomstige toepassing, tenzij deze statuten anders bepalen.
6. De benoeming van de Afdelingsbestuurders vindt plaats uit een voordracht uit hoofde van deze statuten:
a. in het geval van een vacature voor de voorzitter van het Afdelingsbestuur, wordt de voorzitter van de vereniging geacht te zijn voorgedragen als voorzitter van het Afdelingsbestuur.
b. in het geval van een vacature voor de secretaris van het Afdelingsbestuur,
wordt de secretaris van de vereniging geacht te zijn voorgedragen als secretaris van het Afdelingsbestuur.
Deze voordracht is bindend en heeft tot gevolg dat de voorgedragen kandidaat tot bestuurder is benoemd, tenzij aan de voordracht het bindende karakter wordt ontnomen door een besluit van de Afdelingsvergadering, genomen met ten minste twee/derden van de uitgebrachte stemmen. Als de Afdelingsvergadering het bindend karakter aan de voordracht heeft ontnomen, dan is zij vrij in de benoeming In dat geval dient het benoemingsbesluit te worden genomen met ten minste twee/derden van de uitgebrachte stemmen.
7. Afdelingsbestuurders worden geschorst en ontslagen door een besluit van de Afdelingsvergadering genomen met ten minste twee/derden van de uitgebrachte stemmen.
Artikel 8.3 - Afdelingsreglementen
1. De Afdelingsvergadering van een Afdeling kan een of meer Afdelingsreglementen vaststellen met betrekking tot deze Afdeling.
2. Een Afdelingsreglement van een Afdeling kan nadere regels geven over onder meer het Afdelingslidmaatschap, de werkzaamheden van het Afdelingsbestuur of de vergaderingen binnen deze Afdeling.
Een Afdelingsreglement mag niet in strijd zijn met de wet of met de statuten en mag geen bepalingen bevatten die bij statuten behoren te worden geregeld.
HOOFDSTUK 9. AFDELING I (SYSTEEMPROCESSEN)
Artikel 9.1. - Taakstelling
De Afdeling I heeft tot exclusieve taken:
a. het zorgdragen voor de totstandkoming en invoering van de afspraken die nodig zijn voor een effectieve, efficiënte en betrouwbare elektronische uitwisseling van gegevens voor de Systeemprocessen, met betrekking tot welke de Energiewet voorschrijft dat Transmissie- en Distributiesysteembeheerders in overleg treden om te komen tot die afspraken;
b. tot aan het van kracht worden van de Energiewet: het besluiten over sectorplanning inzake berichtenverkeer en over beleidsvoorstellen, eventueel uitmondend in voorstellen ter besluitvorming aan de ACM, dan wel aan de gezamenlijke netbeheerders, als bedoeld in de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet.
Artikel 9.2 - Afdelingsleden-I
1. De Afdeling I kent de volgende soorten Afdelingsleden-I, te weten:
a. Afdelingsleden-I-Transmissie-en-Distributiesysteembeheerder;
b. Afdelingsleden-I-Systeemmarktpartij;
c. Afdelingsleden-I-Representatief-Zakelijk;
d. Afdelingsleden-I-Representatief-Consument.
2. a. Ieder Lid-Transmissie-en-Distributiesysteembeheerder van de vereniging is tevens een Afdelingslid-I-Transmissie-en-Distributiesysteembeheerder van de Afdeling I.
b. Ieder Lid-Systeemmarktpartij van de vereniging is tevens een Afdelingslid-I-Systeemmarktpartij van de Afdeling I.
c. Ieder Lid-Representatief-Zakelijk van de vereniging is tevens een Afdelingslid-I-Representatief-Zakelijk van de Afdeling I.
d. Ieder Lid-Representatief-Consument van de vereniging is tevens een Afdelingslid-I-Representatief-Consument van de Afdeling I.
Artikel 9.3 – Afdelingsvergadering I
1. Toegang tot de Afdelingsvergadering I hebben alle niet-geschorste Afdelingsleden-I en de leden van het Afdelingsbestuur I.
2. Het aantal stemmen dat de Afdelingsleden-I die aanwezig of vertegenwoordigd zijn op de Afdelingsvergadering-I wordt als volgt vastgesteld:
a. Direct voorafgaand aan de stemming over een voorstel dient ieder van de aanwezige of vertegenwoordigde Afdelingsleden I aan te geven of het Afdelingslid-I wel of niet wenst deel te nemen aan de stemming.
b. De Afdelingsleden I die aangeven niet wensen deel te nemen aan de stemming over het voorstel, zijn geen onderdeel meer van de besluitvorming over het betreffende voorstel en zij tellen derhalve niet mee voor de berekening van het aantal uit te brengen stemmen over het voorstel.
c. Het aantal stemmen dat de overige aanwezige of vertegenwoordigde Afdelingsleden-I kunnen uitbrengen ten aanzien van het betreffende besluit wordt vervolgens als volgt vastgesteld:
i. Ieder Afdelingslid-I-Transmissie-en-Distributiesysteembeheerder kan een aantal stemmen uitbrengen gelijk aan het getal 40.000 gedeeld door het aantal aanwezige of vertegenwoordigde Afdelingsleden-I-Transmissie-en- Distributiesysteembeheerder;
ii. Ieder Afdelingslid-I-Systeemmarktpartij kan een aantal stemmen uitbrengen gelijk aan het getal 40.000 gedeeld door het aantal aanwezige of vertegenwoordigde Afdelingsleden-I-Systeemmarktpartij;
iii. Ieder Afdelingslid-Representatief-Zakelijk kan een aantal stemmen uitbrengen gelijk aan het getal 10.000 gedeeld door het aantal aanwezige of vertegenwoordigde Afdelingsleden-I-Representatief-Zakelijk;
iv. Ieder Afdelingslid-I-Representatief-Consument kan een aantal stemmen uitbrengen gelijk aan het getal 10.000 gedeeld door het aantal aanwezige of vertegenwoordigde Afdelingsleden-I-Consument,
met dien verstande dat:
- het aantal uit te brengen stemmen naar beneden wordt afgerond op een heel getal;
- indien er Afdelingsleden-I zijn die na afronding geen stem zouden kunnen uitbrengen, dan worden alle getallen als bedoeld onder i. tot en met iv. met een factor tien (10) vermenigvuldigd en wordt het aantal uit te brengen
stemmen door de Afdelingsleden I opnieuw vastgesteld, net zolang totdat elk aanwezig of vertegenwoordigd Afdelingslid-I tenminste één stem kan uitbrengen;
- indien Afdelingsleden-I van een bepaalde soort unaniem stemmen, dan wordt het aantal stemmen dat deze gezamenlijke Afdelingsleden-I hebben uitgebracht altijd geacht gelijk altijd geacht gelijk te zijn aan het in dit sub c voormelde getal met betrekking tot hun soort, ongeacht de eventuele gevolgen van een afronding op hele getallen naar beneden.
3. Een besluit van de Afdelingsvergadering I wordt genomen met een meerderheid van ten minste vijfenvijftig procent (55%) van de uitgebrachte stemmen, ongeacht het aantal Afdelingsleden I dat op deze vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is, tenzij de statuten anders bepalen.
Artikel 9.4 - Wijzigingen overeenkomst(en) BAS
De Afdelingsvergadering I besluit over (toestemming voor) wijzigingen in de overeenkomst(en) die de Leden hebben gesloten met BAS voor zover die overeenkomst daarin voorziet en dit bepalingen betreft die alleen verband houden met de taakstelling van Afdeling I.
Artikel 9.5 - Roll back; bindende procesafspraken en implementatie; volmacht
1. De Afdelingsvergadering I is, onder andere, bevoegd om te besluiten tot:
a. een Release;
b. een Roll Back.
2. Een rechtsgeldig genomen besluit van de Afdelingsvergadering I met betrekking tot de onder artikel 9.1 sub b bedoelde taakstelling van Afdeling I resulteert in voor Ieder Afdelingslid-I-Transmissie-en Distributiesysteembeheerder en ieder
Afdelingslid-I-Systeemmarktpartij bindende procesafspraken en implementatie van bestaande en nieuwe activiteiten, voor zover deze de betreffende taakstelling niet overschrijden.
3. Ieder Afdelingslid-I-Transmissie-en-Distributiesysteembeheerder en ieder Afdelingslid-I-Systeemmarktpartij geeft hierbij de vereniging de volmacht om namens hem, ter uitvoering van rechtsgeldig door de Afdelingsvergadering I genomen besluiten, voorstellen te zenden aan de ACM als bedoeld in artikel 54 lid 1 van de Elektriciteitswet 1998 en artikel 22 lid 1 van de Gaswet.
HOOFDSTUK 10. AFDELING II (DATADEELPROCESSEN REGISTERS TRANSMISSIE- EN DISTRIBUTIESYSTEEMBEHEERDERS)
Artikel 10.1 – Taakstelling
De Afdeling II heeft tot exclusieve taak:
a. het zorgdragen voor de totstandkoming en invoering van de afspraken die nodig zijn voor een effectieve, efficiënte en betrouwbare elektronische uitwisseling van gegevens uit de registers van de Transmissie- of Distributiesysteembeheerders voor de Datadeelprocessen, met betrekking tot welke de Energiewet voorschrijft dat
Transmissie- en Distributiesysteembeheerders in overleg treden om te komen tot die afspraken;
b. tot aan het van kracht worden van de Energiewet: het besluiten over sectorplanning inzake berichtenverkeer en over beleidsvoorstellen die gaan over de processen waarin bij of krachtens artikel 26ab van de Elektriciteitswet 1998 respectievelijk artikel 13b van de Gaswet een Afdelingslid-II-Registerbeheerder op verzoek van een afnemer als bedoeld in de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet toegang verleent tot de gegevens van die afnemer aan een derde.
Artikel 10.2 - Afdelingsleden-II
1. De Afdeling II kent de volgende soorten Afdelingsleden-II, te weten:
a. Afdelingsleden-II-Registerbeheerder;
b. Afdelingsleden-II-Datagebruiker;
c. Afdelingslid-II-Representatief-Zakelijk;
d. Afdelingslid-II-Representatief-Consument.
2. a. Ieder Lid van de vereniging met de hoedanigheid van Transmissie- of Distributiesysteembeheerder is een Afdelingslid-II-Registerbeheerder van de Afdeling II.
b. Ieder Lid, ongeacht welk soort, die niet de hoedanigheid van Transmissie- of Distributiesysteembeheerder heeft, maar wel is geregistreerd als Datagebruiker, is een Afdelingslid-II-Datagebruiker van de Afdeling II.
c. Ieder Lid-Representatief-Zakelijk van de vereniging is tevens een Afdelingslid-II-Representatief-Zakelijk van de Afdeling II.
d. Ieder Lid-Representatief-Consument van de vereniging is tevens een Afdelingslid-II-Representatief-Consument van de Afdeling II.
Artikel 10.3 - Afdelingsvergadering II
1. Toegang tot de Afdelingsvergadering II hebben alle niet-geschorste Afdelingsleden-II en leden van het Afdelingsbestuur II.
2. Het aantal stemmen dat de Afdelingsleden-II die aanwezig of vertegenwoordigd zijn op de Afdelingsvergadering II wordt als volgt vastgesteld:
a. Direct voorafgaand aan de stemming over een voorstel dient ieder van de aanwezige of vertegenwoordigde Afdelingsleden II aan te geven of het Afdelingslid-II wel of niet wenst deel te nemen aan de stemming.
b. De Afdelingsleden-II die aangeven niet wensen deel te nemen aan de stemming over het voorstel, zijn geen onderdeel meer van de besluitvorming over het betreffende voorstel en zij tellen derhalve niet mee voor de berekening van het aantal uit te brengen stemmen over het voorstel.
c. Het aantal stemmen dat de overige aanwezige of vertegenwoordigde Afdelingsleden-II kunnen uitbrengen ten aanzien van het betreffende besluit wordt vervolgens als volgt vastgesteld:
i. Ieder Afdelingslid-II-Registerbeheerder kan een aantal stemmen uitbrengen
gelijk aan het getal 33.333 gedeeld door het aantal aanwezige of vertegenwoordigde Afdelingsleden-II-Registerbeheerder;
ii. Ieder Afdelingslid-II-Datagebruiker kan een aantal stemmen uitbrengen gelijk aan het getal 33.333 gedeeld door het aantal aanwezige of vertegenwoordigde Afdelingsleden-II-Datagebruiker;
iii. Ieder Afdelingslid-II-Representatief-Zakelijk kan een aantal stemmen uitbrengen gelijk aan het getal 16.666 gedeeld door het aantal aanwezige of vertegenwoordigde Afdelingsleden-II-Representatief-Zakelijk;
iv. Ieder Afdelingslid-II-Representatief-Consument kan een aantal stemmen uitbrengen gelijk aan het getal 16.666 gedeeld door het aantal aanwezige of vertegenwoordigde Afdelingsleden-II-Representatief-Zakelijk.
met dien verstande dat:
- het aantal uit te brengen stemmen naar beneden wordt afgerond op een heel getal;
- indien er Afdelingsleden-II zijn die na afronding geen stem zouden kunnen uitbrengen, dan worden alle getallen als bedoeld onder i. tot en met iv. met een factor tien (10) vermenigvuldigd en wordt het aantal uit te brengen stemmen door de Afdelingsleden-II opnieuw vastgesteld, net zolang totdat elk aanwezig of vertegenwoordigd Afdelingslid tenminste één stem kan uitbrengen.
- Indien Afdelingsleden-II van een bepaalde soort unaniem stemmen, dan wordt het aantal stemmen dat deze gezamenlijke Afdelingsleden hebben uitgebracht altijd geacht gelijk te zijn aan het in dit sub c voormelde getal met betrekking tot hun soort, ongeacht de eventuele gevolgen van een afronding op hele getallen naar beneden.
3. Een besluit van de Afdelingsvergadering II wordt genomen met een meerderheid van ten minste vijfenzestig procent (65%) van de uitgebrachte stemmen, ongeacht het aantal Afdelingsleden II dat op deze vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is, tenzij de statuten anders bepalen.
Artikel 10.4 Wijzigingen overeenkomst(en) BAS
De Afdelingsvergadering II besluit over (toestemming voor) wijzigingen in de overeenkomst(en) die de Leden hebben gesloten met BAS voor zover die overeenkomst daarin voorziet en dit bepalingen betreft die alleen verband houden met de taakstelling van Afdeling II.
Artikel 10.5 Bindende procesafspraken en implementatie
Een rechtsgeldig genomen besluit van de Afdelingsvergadering II met betrekking tot de onder artikel 10.1 sub b bedoelde taakstelling van Afdeling II resulteert in voor ieder van de Afdelingsleden-II bindende procesafspraken en implementatie van bestaande en nieuwe activiteiten, voor zover deze de betreffende taakstelling niet overschrijden.
HOOFDSTUK 11. AFDELING III (DATADEELPROCESSEN REGISTERS
MEETVERANTWOORDELIJKEN)
Artikel 11.1 – Taakstelling
De Afdeling III heeft tot exclusieve taak:
a. het zorgdragen voor de totstandkoming en invoering van de afspraken die nodig zijn voor een effectieve, efficiënte en betrouwbare elektronische uitwisseling van gegevens uit de registers van de Meetverantwoordelijken voor de Datadeelprocessen, met betrekking tot welke de Energiewet voorschrijft dat Transmissie- en Distributiesysteembeheerders in overleg treden om te komen tot die afspraken;
b. tot aan het van kracht worden van de Energiewet: het besluiten over sectorplanning inzake berichtenverkeer en over beleidsvoorstellen die gaan over de processen waarin bij of krachtens de Elektriciteitswet 1998 respectievelijk de Gaswet met uitsluiting van de Informatiecode elektriciteit en gas een Afdelingslid-III-Registerbeheerder op verzoek van een afnemer als bedoeld in de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet toegang verleent tot de gegevens van die afnemer aan een derde.
Artikel 11.2 - Afdelingsleden-III
1. De Afdeling III kent de volgende soorten Afdelingsleden-III, te weten:
a. Afdelingsleden-III-Registerbeheerder;
b. Afdelingsleden-III-Datagebruiker;
c. Afdelingslid-III-Representatief-Zakelijk;
d. Afdelingslid-III-Representatief-Consument.
2. a. Ieder Lid van de vereniging die is geregistreerd als Meetverantwoordelijke is een Afdelingslid-III-Registerbeheerder van de Afdeling III.
b. Ieder Lid, ongeacht welk soort, die niet is geregistreerd als Meetverantwoordelijke heeft, maar wel is geregistreerd als Datagebruiker, is een
Afdelingslid-III-Datagebruiker van de Afdeling III.
c. Ieder Lid-Representatief-Zakelijk van de vereniging is tevens een Afdelingslid-III-Representatief-Zakelijk van de Afdeling III.
d. Ieder Lid-Representatief-Consument van de vereniging is tevens een Afdelingslid-III-Representatief-Consument van de Afdeling III.
3. Leden-Transmissie-en-Distributiesysteembeheerders die niet kwalificeren als Afdelingslid-III hebben ook toegang tot de Afdelingsvergadering III en zij hebben de bijbehorende vergaderrechten, evenwel met uitzondering van het stemrecht, in de Afdelingsvergadering III.
Artikel 11.3 - Afdelingsvergadering III
1. Toegang tot de Afdelingsvergadering III hebben alle niet-geschorste Afdelingsleden-III en leden van het Afdelingsbestuur III, alsmede de
Leden-Transmissie-en-Distributiesysteembeheerders].
2. Het aantal stemmen dat de Afdelingsleden-III die aanwezig of vertegenwoordigd zijn op de Afdelingsvergadering III wordt als volgt vastgesteld:
a. Direct voorafgaand aan de stemming over een voorstel dient ieder van de
aanwezige of vertegenwoordigde Afdelingsleden III aan te geven of het Afdelingslid-III wel of niet wenst deel te nemen aan de stemming.
b. De Afdelingsleden-III die aangeven niet wensen deel te nemen aan de stemming over het voorstel, zijn geen onderdeel meer van de besluitvorming over het betreffende voorstel en zij tellen derhalve niet mee voor de berekening van het aantal uit te brengen stemmen over het voorstel.
c. Het aantal stemmen dat de overige aanwezige of vertegenwoordigde Afdelingsleden-III kunnen uitbrengen ten aanzien van het betreffende besluit wordt vervolgens als volgt vastgesteld:
i. Ieder Afdelingslid-III-Registerbeheerder kan een aantal stemmen uitbrengen gelijk aan het getal 33.333 gedeeld door het aantal aanwezige of vertegenwoordigde Afdelingsleden-III-Registerbeheerder;
ii. Ieder Afdelingslid-III-Datagebruiker kan een aantal stemmen uitbrengen gelijk aan het getal 33.333 gedeeld door het aantal aanwezige of vertegenwoordigde Afdelingsleden-III-Datagebruiker;
iii. Ieder Afdelingslid-III-Representatief-Zakelijk kan een aantal stemmen uitbrengen gelijk aan het getal 16.666 gedeeld door het aantal aanwezige of vertegenwoordigde Afdelingsleden-III-Representatief-Zakelijk;
iv. Ieder Afdelingslid-III-Representatief-Consument kan een aantal stemmen uitbrengen gelijk aan het getal 16.666 gedeeld door het aantal aanwezige of vertegenwoordigde Afdelingsleden-III-Representatief-Zakelijk.
met dien verstande dat:
- het aantal uit te brengen stemmen naar beneden wordt afgerond op een heel getal;
- indien er Afdelingsleden-III zijn die na afronding geen stem zouden kunnen uitbrengen, dan worden alle getallen als bedoeld onder i. tot en met iv. met een factor tien (10) vermenigvuldigd en wordt het aantal uit te brengen stemmen door de Afdelingsleden-III opnieuw vastgesteld, net zolang totdat elk aanwezig of vertegenwoordigd Afdelingslid tenminste één stem kan uitbrengen.
- Indien Afdelingsleden-III van een bepaalde soort unaniem stemmen, dan wordt het aantal stemmen dat deze gezamenlijke Afdelingsleden hebben uitgebracht altijd geacht gelijk te zijn aan het in dit sub c voormelde getal met betrekking tot hun soort, ongeacht de eventuele gevolgen van een afronding op hele getallen naar beneden.
3. Een besluit van de Afdelingsvergadering III wordt genomen met een meerderheid van ten minste vijfenzestig procent (65%) van de uitgebrachte stemmen, ongeacht het aantal Afdelingsleden-III dat op deze vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is, tenzij de statuten anders bepalen.
Artikel 11.4 Wijzigingen overeenkomst(en) BAS
De Afdelingsvergadering III besluit over (toestemming voor) wijzigingen in de overeenkomst(en) die de Leden hebben gesloten met BAS voor zover die overeenkomst daarin voorziet en dit bepalingen betreft die alleen verband houden met de taakstelling van Afdeling III.
Artikel 11.5 Bindende procesafspraken en implementatie
Een rechtsgeldig genomen besluit van de Afdelingsvergadering III met betrekking tot de onder artikel 11.1 sub b bedoelde taakstelling van Afdeling III resulteert in voor ieder van de Afdelingsleden-III bindende procesafspraken en implementatie van bestaande en nieuwe activiteiten, voor zover deze de betreffende taakstelling niet overschrijden.
HOOFDSTUK 12. AFDELING IV (DATADEELPROCESSEN REGISTERS EIGENAREN GESLOTEN DISTRIBUTIESYSTEEM)
Artikel 12.1 – Taakstelling
De Afdeling IV heeft tot exclusieve taak:
a. het zorgdragen voor de totstandkoming en invoering van de afspraken die nodig zijn voor een effectieve, efficiënte en betrouwbare elektronische uitwisseling van gegevens uit de registers van de Eigenaren Gesloten Distributiesysteem voor de Datadeelprocessen, met betrekking tot welke de Energiewet voorschrijft dat Transmissie- en Distributiesysteembeheerders in overleg treden om te komen tot die afspraken;
b. tot aan het van kracht worden van de Energiewet: het besluiten over sectorplanning inzake berichtenverkeer en over beleidsvoorstellen die gaan over de processen waarin bij of krachtens de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet met uitsluiting van de Informatiecode elektriciteit en gas een Afdelingslid-IV-Registerbeheerder op verzoek van een afnemer als bedoeld in de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet toegang verleent tot de gegevens van die afnemer aan een derde.
Artikel 12.2 - Afdelingsleden-IV
1. De Afdeling IV kent de volgende soorten Afdelingsleden-IV, te weten:
a. Afdelingsleden-IV-Registerbeheerder;
b. Afdelingsleden-IV-Datagebruiker;
c. Afdelingslid-IV-Representatief-Zakelijk;
d. Afdelingslid-IV-Representatief-Consument.
2. a. Ieder Lid van de vereniging die is geregistreerd als Beheerder Gesloten Distributiesysteem is een Afdelingslid-IV-Registerbeheerder van de Afdeling IV.
b. Ieder Lid, ongeacht welk soort, die niet is geregistreerd als Beheerder Gesloten Distributiesysteem, maar wel is geregistreerd als Datagebruiker, is een Afdelingslid-IV-Datagebruiker van de Afdeling IV.
c. Ieder Lid-Representatief-Zakelijk van de vereniging is tevens een Afdelingslid-IV-Representatief-Zakelijk van de Afdeling IV.
d. Ieder Lid-Representatief-Consument van de vereniging is tevens een Afdelingslid-IV-Representatief-Consument van de Afdeling IV.3.
Leden-Transmissie-en-Distributiesysteembeheerders die niet kwalificeren als Afdelingslid-IV hebben ook toegang tot de Afdelingsvergadering IV en zij hebben de bijbehorende vergaderrechten, evenwel met uitzondering van het stemrecht, in de Afdelingsvergadering IV.
Artikel 12.3 - Afdelingsvergadering IV
1. Toegang tot de Afdelingsvergadering IV hebben alle niet-geschorste Afdelingsleden-IV en leden van het Afdelingsbestuur IV alsmede de Leden-Transmissie-
en-Distributiesysteembeheerders.
2. Het aantal stemmen dat de Afdelingsleden-IV die aanwezig of vertegenwoordigd zijn op de Afdelingsvergadering IV wordt als volgt vastgesteld:
a. Direct voorafgaand aan de stemming over een voorstel dient ieder van de aanwezige of vertegenwoordigde Afdelingsleden IV aan te geven of het Afdelingslid-IV wel of niet wenst deel te nemen aan de stemming.
b. De Afdelingsleden-IV die aangeven niet wensen deel te nemen aan de stemming over het voorstel, zijn geen onderdeel meer van de besluitvorming over het betreffende voorstel en zij tellen derhalve niet mee voor de berekening van het aantal uit te brengen stemmen over het voorstel.
c. Het aantal stemmen dat de overige aanwezige of vertegenwoordigde Afdelingsleden-IV kunnen uitbrengen ten aanzien van het betreffende besluit wordt vervolgens als volgt vastgesteld:
i. Ieder Afdelingslid-IV-Registerbeheerder kan een aantal stemmen uitbrengen gelijk aan het getal 33.333 gedeeld door het aantal aanwezige of vertegenwoordigde Afdelingsleden-II-Registerbeheerder;
ii. Ieder Afdelingslid-IV-Datagebruiker kan een aantal stemmen uitbrengen gelijk aan het getal 33.333 gedeeld door het aantal aanwezige of vertegenwoordigde Afdelingsleden-IV-Datagebruiker;
iii. Ieder Afdelingslid-IV-Representatief-Zakelijk kan een aantal stemmen uitbrengen gelijk aan het getal 16.666 gedeeld door het aantal aanwezige of vertegenwoordigde Afdelingsleden-II-Representatief-Zakelijk;
iv. Ieder Afdelingslid-IV-Representatief-Consument kan een aantal stemmen uitbrengen gelijk aan het getal 16.666 gedeeld door het aantal aanwezige of vertegenwoordigde Afdelingsleden-IV-Representatief-Zakelijk.
met dien verstande dat:
- het aantal uit te brengen stemmen naar beneden wordt afgerond op een heel getal;
- indien er Afdelingsleden-IV zijn die na afronding geen stem zouden kunnen uitbrengen, dan worden alle getallen als bedoeld onder i. tot en met iv. met een factor tien (10) vermenigvuldigd en wordt het aantal uit te brengen stemmen door de Afdelingsleden-IV opnieuw vastgesteld, net zolang totdat elk aanwezig of vertegenwoordigd Afdelingslid tenminste één stem kan
uitbrengen.
- Indien Afdelingsleden-IV van een bepaalde soort unaniem stemmen, dan wordt het aantal stemmen dat deze gezamenlijke Afdelingsleden hebben uitgebracht altijd geacht gelijk te zijn aan het in dit sub c voormelde getal met betrekking tot hun soort, ongeacht de eventuele gevolgen van een afronding op hele getallen naar beneden.
3. Een besluit van de Afdelingsvergadering IV wordt genomen met een meerderheid van ten minste vijfenzestig procent (65%) van de uitgebrachte stemmen, ongeacht het aantal Afdelingsleden II dat op deze vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is, tenzij deze statuten anders bepalen.
Artikel 12.4 Wijzigingen overeenkomst(en) BAS
De Afdelingsvergadering IV besluit over (toestemming voor) wijzigingen in de overeenkomst(en) die de Leden hebben gesloten met BAS voor zover die overeenkomst daarin voorziet en dit bepalingen betreft die alleen verband houden met de taakstelling van Afdeling IV.
Artikel 12.5 bindende procesafspraken en implementatie
Een rechtsgeldig genomen besluit van de Afdelingsvergadering IV met betrekking tot de onder artikel 12.1 sub b bedoelde taakstelling van Afdeling IV resulteert in voor ieder van de Afdelingsleden-IV bindende procesafspraken en implementatie van bestaande en nieuwe activiteiten, voor zover deze de betreffende taakstelling niet overschrijden.
HOOFDSTUK 13. GESCHILLENADVIESCOMMISSIE (ESCALATIE)
Artikel 13.1 – Geschillenadviescommissie
1. De vereniging heeft een Geschillenadviescommissie van ten minste vijf natuurlijke personen welke worden benoemd door de Algemene Vergadering. Een lid van de Geschillenadviescommissie kan ten hoogste drie (3) jaren zitting hebben in de Geschillenadviescommissie.
2. Ieder lid van de Geschillenadviescommissie moet ten minste twee jaren ervaring binnen de energiesector hebben;
3. Indien er een besluit is genomen door de Algemene Vergadering en een Lid vervolgens van mening is dat:
a. er bij het nemen van het besluit sprake is geweest van strijd met de wettelijke of statutaire bepalingen die het tot stand komen van een besluit regelen; en/of
b. het Lid onevenredig in zijn belangen wordt benadeeld door het genomen besluit, kan het desbetreffende Lid binnen één week nadat het betreffende besluit is genomen, Schriftelijk en gemotiveerd de Geschillenadviescommissie op de hoogte stellen van zijn bezwaar.
4. De Geschillenadviescommissie onderzoekt of het bezwaar van het Lid gegrond is. Binnen twee (2) weken na ontvangst van het bezwaar, geeft de Geschillenadviescommissie in een Schriftelijke reactie aan of het bezwaar naar het oordeel van de Geschillenadviescommissie wel of niet gegrond is. Deze Schriftelijke
reactie wordt verstuurd aan alle Leden.
Indien de Geschillenadviescommissie van mening is dat het bezwaar tegen het betreffende besluit gegrond is, kan de Geschillenadviescommissie de Algemene Vergadering adviseren om het betreffende besluit te herroepen.
Indien de Geschillenadviescommissie dit wenst kan zij haar Schriftelijke reactie verder toelichten in de Algemene Vergadering.
5. De bestuurders en de personen die deel uitmaken van de organen van de vereniging verschaffen de leden van de Geschillenadviescommissie tijdig alle verlangde inlichtingen over de zaken van de vereniging.
De Geschillenadviescommissie is bevoegd boeken en bescheiden van de vereniging in te zien voor zover dit noodzakelijk is voor de uitoefening van de taak van de Geschillenadviescommissie en de dat wettelijk is toestaan.
6. Het bepaalde in de leden 3, 4 en 5 is van overeenkomstige toepassing op de besluiten van Afdeling I respectievelijk Afdeling II respectievelijk Afdeling III respectievelijk Afdeling IV en de Afdelingsleden-I respectievelijk de Afdelingsleden-II respectievelijk de Afdelingsleden-III respectievelijk de Afdelingsleden-IV.
HOOFDSTUK 14. ONTBINDING
Artikel 14.1 – Ontbinding
1. De vereniging kan worden ontbonden door een besluit van de Algemene Vergadering. Het in deze statuten bepaalde over een besluit tot statutenwijziging is van overeenkomstige toepassing op een besluit tot ontbinding.
Bij het besluit tot ontbinding wordt de bestemming van een eventueel batig liquidatiesaldo vastgesteld, met dien verstande dat een batig saldo na vereffening moet toekomen aan BAS of aan een andere bestemming die zoveel mogelijk in overeenstemming is met het doel van de vereniging.
2. Als de vereniging op het tijdstip van haar ontbinding geen baten meer heeft, houdt zij op te bestaan. In dat geval doet het bestuur daarvan opgave aan het handelsregister. De boeken en stukken van de ontbonden vereniging blijven gedurende zeven jaren nadat de vereniging heeft opgehouden te bestaan onder bewaring van de door het bestuur bij het besluit tot ontbinding aangewezen persoon. Binnen acht dagen na het ingaan van zijn bewaarplicht moet de aangewezen bewaarder zijn naam en adres opgeven aan het handelsregister.
3. De vereniging wordt bovendien ontbonden door:
- insolventie nadat de vereniging in staat van faillissement is verklaard of door opheffing van het faillissement wegens de toestand van de boedel;
- een daartoe strekkende rechterlijke uitspraak in de bij de wet genoemde gevallen.
Artikel 14.2 – Vereffening
1. Het bestuur is belast met de vereffening van het vermogen van de vereniging, voor zover bij het ontbindingsbesluit geen andere vereffenaar(s) is (zijn) aangewezen.
2. Na het besluit tot ontbinding bevindt de vereniging zich in liquidatie.
De vereniging blijft na haar ontbinding voortbestaan als en voor zover dit voor de vereffening van haar vermogen nodig is.
Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten voor zoveel mogelijk en nodig van kracht.
In stukken en aankondigingen die van de vereniging uitgaan, moet ‘in liquidatie’ aan de naam van de vereniging worden toegevoegd.
3. De vereffening eindigt op het tijdstip waarop geen aan de vereffenaars bekende baten meer aanwezig zijn.
De vereniging houdt bij vereffening op te bestaan op het tijdstip waarop de vereffening eindigt. De vereffenaars doen daarvan opgave aan het handelsregister.
HOOFDSTUK 15. OVERGANGBEPALINGEN
Artikel 15.1 – Eerste boekjaar
Het eerste boekjaar eindigt op eenendertig december tweeduizend drieëntwintig. Dit artikel vervalt op de dag dat het eerste boekjaar eindigt.
Artikel 15.2 - Afwijkende stemvereisten
1. Vaststellen, wijzigen en opheffen van Marktrollen
In afwijking van het bepaalde van artikel 3.4 lid 2 geldt tot het van kracht worden van de Energiewet het volgende:
a. Indien (een definitie van) een vastgestelde Marktrol strijdig is respectievelijk niet overeenkomt met (de voorstellen voor) de Energiewet, of indien het op grond van (de voorstellen voor) de Energiewet anderszins noodzakelijk is om een Marktrol vast te stellen, te wijzigen of op te heffen,
dan wordt een besluit van de algemene vergadering tot het vaststellen en definiëren van een nieuwe Marktrol, het wijzigen van de definitie van een bestaande Marktrol of de opheffing van een bestaande Marktrol, genomen met een meerderheid van ten minste vierenzeventig procent (74%) van de uitgebrachte stemmen, in een vergadering waarin ten minste vijfentwintig procent (25%) van de Leden-Transmissie-en-Distributiesysteembeheerder respectievelijk Leden-Systeemmarktpartij respectievelijk Leden-Niet-Systeempartij aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
Is het vereiste aantal leden niet aanwezig of vertegenwoordigd op de betreffende vergadering, dan is artikel 5.3 lid 2 van toepassing.
b. In alle overige vallen:
moet een besluit van de algemene vergadering tot het vaststellen en definiëren van een nieuwe Marktrol, het wijzigen van de definitie van een bestaande Marktrol of de opheffing van een bestaande Marktrol, genomen met een meerderheid van ten minste van ten minste negentig procent (90%) van de uitgebrachte stemmen, in een vergadering waarin ten minste vijfentwintig procent (25%) van de Leden- Transmissie-en-Distributiesysteembeheerder respectievelijk Leden-
Systeemmarktpartij respectievelijk Leden-Niet-Systeempartij aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
Is het vereiste aantal leden niet aanwezig of vertegenwoordigd op de betreffende vergadering, dan is artikel 5.3 lid 2 van toepassing.
2. Statutenwijziging
In afwijking van het bepaalde van artikel 7.1 lid 3 geldt tot het van kracht worden van de Energiewet het volgende:
a. Indien bepalingen in deze statuten strijdig zijn respectievelijk niet overeenkomen met (de voorstellen voor) de Energiewet, of indien het op grond van (de voorstellen voor) de Energiewet anderszins noodzakelijk is om bepalingen in deze statuten te wijzigen, en het geen wijzigingen van bepalingen in Hoofdstuk 2 (Naam, zetel, structuur, doel, vermogen), Hoofdstuk 3 (Leden, Groepsleden en Marktrollen), Hoofdstuk 4 (Bestuur), Hoofdstuk 5 (Algemene vergadering), Hoofdstuk 7 (Statutenwijziging, splitsing en omzetting) artikel 9.3 (Afdelingsvergadering I), 10.3 (Afdelingsvergadering II), 11.3 (Afdelingsvergadering III), 12.3 (Afdelingsvergadering IV) en dit artikel 15.2 betreffen,
dan wordt een besluit tot wijziging van deze statutaire bepalingen genomen met een meerderheid van ten minste vierenzeventig procent (74%) van de uitgebrachte stemmen, in een vergadering waarin ten minste vijfentwintig procent (25%) van de Leden-Transmissie-en-Distributiesysteembeheerder respectievelijk Leden-Systeemmarktpartij respectievelijk Leden-Niet-Systeempartij aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
Is het vereiste aantal Leden niet aanwezig of vertegenwoordigd op de betreffende vergadering, dan is artikel 5.3 lid 2 van toepassing.
b. In alle overige gevallen:
moet een besluit tot statutenwijziging worden genomen met een meerderheid van ten minste negentig procent (90%) van de uitgebrachte stemmen, in een vergadering waarin ten minste vijfentwintig procent (25%) van de Leden- Transmissie-en-Distributiesysteembeheerder respectievelijk Leden- Systeemmarktpartij respectievelijk Leden-Niet-Systeempartij aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
Is het vereiste aantal Leden niet aanwezig of vertegenwoordigd op de betreffende vergadering, dan is artikel 5.3 lid 2 van toepassing.
3. Dit artikel vervalt op het moment van het van kracht worden van de Energiewet.
Artikel 15.3 – Marktrollen.
1. Bij oprichting kent de vereniging de volgende Marktrollen:
a. Balansverantwoordelijke: een (rechts)persoon, niet zijnde een netbeheerder, of vennootschap, niet zijnde een netbeheerder, aan wie de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet een erkenning heeft verleend als bepaald in artikel
10.2 van de Netcode, zijnde een onderdeel van de voorwaarden, bedoeld in artikel 31 van de Elektriciteitswet 1998 of een ieder aan wie een erkenning is verleend door de netbeheerder van het landelijk gastransportnet als bepaald in artikel 3.2.0 van de Transportcode gas LNB, zijnde een onderdeel van de voorwaarden, bedoeld in artikel 12b van de Gaswet;
b. Datagebruiker een (rechts)persoon die bij of krachtens de Energiewet op verzoek van een ander recht op toegang heeft tot gegevens van die ander, waarbij die ander een aangeslotene, een eindafnemer, een actieve afnemer of een invoeder als bedoeld in de Energiewet betreft,
alsmede - zulks tot aan het van kracht worden van de Energiewet - een persoon of rechtspersoon die bij of krachtens de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet, met uitsluiting van de Informatiecode elektriciteit en gas, op verzoek van een afnemer als bedoeld in de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet toegang verkrijgt tot de gegevens betreffende de afnemer.
c. Distributiesysteembeheerder (als gedefinieerd in artikel 1.1. sub a);
d. Leverancier: een organisatorische eenheid die zich bezighoudt met leveren van elektriciteit als bedoeld in artikel 1 eerste lid, sub f van de Elektriciteitswet 1998 of een organisatorische eenheid die zich bezig houdt met het leveren van gas als bedoeld in artikel 1 eerste lid, sub ah van de Gaswet;
e. Meetverantwoordelijke een (rechts)persoon die erkend is als meetverantwoordelijke als bepaald in bijlage 4 van de Meetcode elektriciteit en/of erkend is als meetverantwoordelijke als bepaald in bijlage 3.2 van de Meetcode gas RNB;
f. Transmissiesysteembeheerder (als gedefinieerd in artikel 1.1. sub a);
g. Vergunninghouder: een leverancier die houder is van een vergunning als bedoeld in artikel 1 lid 1 sub l van de Elektriciteitswet 1998 en/of als bedoeld in artikel 1 lid 1 sub p van de Gaswet;
h. Beheerder gesloten distributiesysteem de beheerder van een gesloten distributiesysteem, als bedoeld in artikel 15 lid 5 van de Elektriciteitswet 1998 of als bedoeld in artikel 2a lid 5 van de Gaswet.
De Algemene Vergadering kan één of meer van bovenbedoelde Marktrollen opheffen, en de algemene vergadering kan nieuwe Marktrollen vaststellen en definiëren, conform het bepaalde in artikel 3.4.
2. Voor zolang het Afsprakenstelsel nog niet is vastgesteld, blijken (de definities van) de Marktrollen slechts uit de overgangsbepaling in lid 1 van dit artikel dan wel uit de notulen van de Algemene Vergadering met de besluiten als bedoeld in artikel 3.4.
Op het moment van vaststelling van het Afsprakenstelsel dienen (de definities) van alle op dat moment van kracht zijnde Martrollen te zijn opgenomen in het Afsprakenstelsel.
3. Dit artikel vervalt per het moment dat het Afsprakenstelsel is vastgesteld.
Artikel 15.4 - Ingang kwaliteitseis en verplichting; afwijkende verplichtingen
1- In afwijking van de voorgaande bepalingen in deze statuten, gelden de vereisten voor een Lid-Transmissie-en-Distributiesysteembeheerder, Lid-Systeemmarktpartij,
Lid-Niet-Systeempartij om gebonden te zijn aan het Afsprakenstelsel respectievelijk gecertificeerd te zijn bij Bas voor de door hem bij de vereniging geregistreerde Marktrollen, als bedoeld in artikel 3.1 lid 2 sub a respectievelijk sub b respectievelijk sub c, pas vanaf het moment van het van kracht worden van de Energiewet.
2 Tot aan het van kracht worden van de Energiewet gelden, in aanvulling op de voorgaande bepalingen van deze statuten, de volgende vereisten:
a. Vereiste voor Leverancier
Voor ieder Lid-Systeemmarktpartij die de Marktrol van Leverancier heeft geregistreerd bij de vereniging, geldt het vereiste dat deze (rechts)persoon reeds aantoonbaar handelt als leverancier.
b. Vereiste voor Datagebruiker
Voor ieder Lid-Systeemmarktpartij respectievelijk Lid-Niet-Systeempartij die de Marktrol van Datagebruiker heeft geregistreerd bij de vereniging, geldt het vereiste dat deze (rechts)persoon thans aantoonbaar in staat is om de activiteiten die behoren bij de Marktrol Datagebruiker uit te voeren dan wel de intentie heeft en aantoonbaar in staat is om vanaf het moment van het van kracht worden van de Energiewet, de activiteiten als Datagebruiker uit te voeren.
3- In afwijking van de voorgaande bepalingen in deze statuten, geldt het de verplichting voor een Lid-Transmissie-en-Distributiesysteembeheerder, Lid-Systeemmarktpartij, Lid-Niet-Systeempartij om elke bepaling uit het Afsprakenstelsel na te komen, als bedoeld in artikel 3.1 lid 3, pas vanaf het moment van het van kracht worden van de Energiewet.
4. Dit artikel vervalt op het moment van het van kracht worden van de Energiewet.
Artikel 15.5 – Afdelingen
1. Per het moment van het van kracht worden van de Energiewet, vervallen artikel 9.1 sub b en artikel 9.5. van deze statuten en komen alle overige verwijzingen naar de (vervallen) taakstelling van Afdeling I als opgenomen in artikel 9.1 sub b te vervallen.
2. Per het moment van het van kracht worden van de Energiewet, vervallen artikel 10.1 sub b en artikel 10.5 van deze statuten.
3. Per het moment van het van kracht worden van de Energiewet, vervallen artikel 11.1 sub b en artikel 11.5 van deze statuten.
4. Per het moment van het van kracht worden van de Energiewet, vervallen artikel 12.1 sub b en artikel 12.5 van deze statuten.
Artikel 15.6 – Geen kwaliteitseisen voor eerste bestuurder
In afwijking van artikel 4 van deze statuten behoeft er in de eerste acht (8) maanden vanaf de oprichting van de vereniging maar één bestuurder in functie te zijn. De betreffende bestuurder, welke bij oprichting is benoemd voor een periode van acht (8) maanden,
behoeft in deze periode niet te voldoen aan de specifieke kwaliteitseisen voor bestuurders als bedoeld in artikel 4.1 lid 4.
De Algemene Vergadering dient voor het verstrijken van deze periode van acht (8) maanden vanaf de oprichting, twee nieuwe bestuurders te benoemen overeenkomstig het bepaalde in artikel 4.
Het voorgaande in dit artikellid geldt mutatis mutandis ook voor de eerste bestuurder van elke Afdeling.
SLOTVERKLARINGEN
De verschenen personen verklaarden ten slotte:
Eerste bestuur
Voor de eerste maal, voor een periode van acht (8) maanden wordt tot bestuurslid benoemd:
[*], als voorzitter
Adres
Het adres van de vereniging is.
SLOT
Deze akte is in minuut opgemaakt en verleden te 's-Gravenhage op de datum vermeld in de aanhef van de akte.
De inhoud van deze akte is door mij, notaris, zakelijk aan de verschenen personen meegedeeld en toegelicht. Vervolgens heb ik, notaris, de verschenen personen gewezen op de gevolgen die uit de inhoud van de akte voortvloeien. De verschenen personen hebben ten slotte verklaard tijdig van de inhoud van deze akte kennis te hebben genomen, met de inhoud van deze akte in te stemmen en op volledige voorlezing daarvan geen prijs te stellen. De verschenen personen zijn mij, notaris, bekend.
Deze akte is na beperkte voorlezing onmiddellijk door de verschenen personen en mij, notaris, ondertekend.