PAGINA
PAGINA
1 van 6
REGLEMENT STIMULERINGSREGELING
Instroom groep a na 1 november 2013 tot 1 september 2015
(versie 1 oktober 2016)
Inhoudsopgave
Artikel 1 Definities 3
Artikel 2 Voorwaarden 3
Artikel 3 Financiële tegemoetkoming 4
Artikel 4 Aanvraag en uitbetaling aanvangssubsidie 4
Artikel 5 Aanvraag en uitbetaling diplomabedrag 5
Artikel 6 Beëindiging, vermindering of terugvordering 5
Artikel 7 Bezwaar 6
Artikel 8 Bijzondere gevallen 6
Artikel 9 Voorschriften 6
Artikel 10 Reglementswijziging 6
Artikel 11 Inwerkingtreding 6
Artikel 1 Definities
1. Het bestuur: het bestuur van de Stichting Volandis Fonds (Volandis), kantoorhoudende te Harderwijk (Xxxxxxx 00, 0000 XX Xxxxxxxxxx).
2. Cao: de xxx Xxxx & Infra.
3. Cao BTER: cao BTER Bouw & Infra, tot 1-1-2016 de CAO Bedrijfstakeigen Regelingen voor de Bouwnijverheid
4. Belanghebbende: het opleidingsbedrijf of individuele leerbedrijf, dat met een leerling-werknemer een beroepspraktijkvormingsovereenkomst (bpvo) en een arbeidsovereenkomst heeft gesloten en daarbij als leerbedrijf overeenkomstig de wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) optreedt.
5. Beroepsbegeleidende leerweg (bbl): leerweg binnen het middelbaar beroepsonderwijs voor leerlingen met zowel een arbeids- als onderwijsovereenkomst die doorgaans vier dagen per week werken bij een erkend leerbedrijf, tijdens het werk een praktijkopleiding krijgen en voor het theorieonderwijs gemiddeld een dag per week naar school (het ROC) gaan.
6. Opleidingsbedrijf: een door meerdere werkgevers in de zin van de cao opgerichte, landelijk of regionaal werkende rechtspersoon, zonder winstoogmerk, die met leerling-werknemers een beroepspraktijkvormingsovereenkomst en een arbeidsovereenkomst sluit en daarbij als leerbedrijf overeenkomstig de WEB optreedt en die een opleidingswerkplaats heeft ingericht en onderhoudt ten behoeve van de uitvoering van het praktijkdeel van de beroepsopleiding bouw of infra.
7. Individueel leerbedrijf: een werkgever in de zin van de cao die met een leerling-werknemer een beroepspraktijkvormingsovereenkomst en een arbeidsovereenkomst sluit en daarbij als leerbedrijf overeenkomstig de WEB optreedt.
8. Beroepspraktijkvormingsovereenkomst (of praktijkovereenkomst): de overeenkomst die bij aanvang van de bbl- opleiding wordt gesloten tussen de leerling-werknemer, het opleidingsbedrijf of individueel leerbedrijf en de betrokken onderwijsinstelling en waarin de rechten en plichten inzake de uitvoering van de beroepspraktijkvorming zijn vastgelegd.
9. Arbeidsovereenkomst: de overeenkomst tussen de leerling-werknemer en het opleidingsbedrijf of individueel leerbedrijf voor minimaal de duur van de opleiding.
10. Onderwijsovereenkomst (OOK): de overeenkomst tussen de onderwijsinstelling en de leerling-werknemer waarin de rechten en plichten van beiden zijn vastgelegd.
11. Xxxxxxxx-werknemer: de werknemer in de zin van de cao die deelneemt aan een beroepsopleiding bouw of infra niveau 2 of niveau 3 via bbl conform de WEB.
12. Beroepsopleiding bouw of infra: een opleiding overeenkomstig de bepalingen van de WEB, die opleidt voor een kwalificatie Techniek en gebouwde omgeving, zoals opgenomen in het Centraal Register Beroepsopleidingen (CREBO) met uitzondering van de kwalificaties voor dakdekker bitumen en kunststof, dakdekker pannen/leien, natuursteenbewerker ambachtelijk en machinaal en dakdekker riet.
Artikel 2 Voorwaarden
1. Een belanghebbende kan in aanmerking komen voor subsidie:
a. (groep a) voor iedere leerling-werknemer die
• in de periode van 1 november 2013 tot en met 31 augustus 2015 met een bbl-3 opleiding begint/is begonnen; én
• vóór 1 september 2015 het diploma voor een bbl-2 opleiding haalt of heeft gehaald.
2. Een belanghebbende kan voor financiële tegemoetkoming in aanmerking komen voor de in lid 1 genoemde leerling-werknemers indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:
a. Belanghebbende valt onder de werkingssfeer van de cao en de cao BTER en voldoet aan de verplichtingen die voortvloeien uit beide cao’s, waaronder het afdragen van premies voor de bedrijfstakfondsen gedurende de opleiding.
b. Belanghebbende is met de leerling-werknemer een beroepspraktijkvormingsovereenkomst en een arbeidsovereenkomst aangegaan voor minimaal de duur van de opleiding en waarop de cao van toepassing is verklaard.
c. Belanghebbende voldoet ten opzichte van de leerling-werknemer aan de verplichtingen zoals vastgelegd in de arbeidsovereenkomst en de beroepspraktijkvormingsovereenkomst en/of onderwijsovereenkomst.
d. Belanghebbende voldoet aan het reglement erkenning leerbedrijven van de stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB).
e. Indien belanghebbende een opleidingsbedrijf is, is de leerling-werknemer geplaatst bij een door de SBB erkend leerbedrijf dat onder de werkingssfeer van de cao en de cao BTER valt.
f. De leerling-werknemer volgt de opleiding daadwerkelijk en is werkzaam in het beroep waarvoor hij de opleiding volgt.
g. Belanghebbende is verplicht inzage te verlenen in alle documenten en verder alle inlichtingen te verstrekken die nodig zijn voor de uitvoering van wat in dit reglement is bepaald
Artikel 3 Financiële tegemoetkoming
1. De financiële tegemoetkoming voor groep a wordt in twee delen toegekend: een startbedrag (bij begin van de opleiding) en een diplomabedrag (bij diplomering). De hoogte van de twee subsidies is gelijk.
2. De subsidie voor groep b bestaat uit alleen het diplomabedrag.
3. De hoogte van de subsidie is door cao-partijen vastgesteld en vastgelegd in onderstaande tabel:
leeftijd | startbedrag | diplomabedrag | ||
17 | € | 1.250 | € | 1.250 |
18 | € | 1.500 | € | 1.500 |
19 | € | 1.750 | € | 1.750 |
20 | € | 2.000 | € | 2.000 |
21 | € | 2.250 | € | 2.250 |
22 plus | € | 2.250 | € | 2.250 |
4. De leeftijd van de leerling-werknemer bij de start van de opleiding is bepalend voor de vaststelling van de van toepassing zijnde start- en diplomabedragen.
5. Belanghebbende is verantwoordelijk voor het aanvragen van de financiële tegemoetkoming, waarbij de bewijslast ten aanzien van de feiten en omstandigheden die recht geven op subsidie rust op belanghebbende.
Artikel 4 Aanvraag en uitbetaling aanvangssubsidie
1. Belanghebbende dient een volledig ingevuld en ondertekend registratieformulier in bij het kantoor van Volandis,
t.a.v. Afdeling Subsidieadministratie, Xxxxxxx 00, 0000 XX Xxxxxxxxxx of te versturen naar het e-mailadres: xxxxxxxxx@xxxxxxxx.xx.
2. Het registratieformulier moet zijn vergezeld van een:
a) kopie van de volledig ingevulde en ondertekende onderwijsovereenkomst (ook);
b) kopie van een wettelijk identiteitsbewijs van de leerling-werknemer;
c) kopie van de arbeidsovereenkomst van de leerling-werknemer;
d) bewijs dat de leerling-werknemer op 1 januari 2013 een bbl-2 opleiding volgde;
e) kopie van het diploma van deze bbl-2 opleiding.
3. Indien aan de voorwaarden is voldaan, wordt het startbedrag na 9 weken na de startdatum van de opleiding betaalbaar gesteld. De belanghebbende ontvangt van Volandis een specificatie van de betaalbaar gestelde financiële tegemoetkoming. Zes weken na dagtekening van de specificatie wordt deze geacht te zijn geaccepteerd door belanghebbende.
4. De belanghebbende bij wie de leerling-werknemer op het moment waarop het recht op het startbedrag ontstaat in dienst is, ontvangt het startbedrag.
5. Het startbedrag moet binnen 6 maanden nadat het recht daarop is ontstaan worden aangevraagd.
Artikel 5 Aanvraag en uitbetaling diplomabedrag
1. Het diplomabedrag kan na minimaal 15 maanden na de startdatum van de opleiding worden aangevraagd.
2. De datum waarop de leerling-werknemer de opleiding daadwerkelijk heeft voltooid wordt gehanteerd als zijnde einde opleiding. Deze datum is de diplomadatum of zoveel eerder als van toepassing.
3. Het recht op het diplomabedrag bestaat voor de werkgever die drie maanden vóór het beëindigen van de opleiding de werkgever is.
4. Het diplomabedrag kan worden aangevraagd door een kopie van het diploma in te dienen bij het kantoor van Volandis, t.a.v. Afdeling Subsidieadministratie, Xxxxxxx 00, 0000 XX Xxxxxxxxxx of te versturen naar het e- mailadres: xxxxxxxxx@xxxxxxxx.xx.
5. Bij de aanvraag van het diplomabedrag voor een leerling-werknemer uit groep b moet het diploma zijn vergezeld van een bewijs dat de leerling-werknemer met deze bbl-3 opleiding is gestart in de periode van 1 mei 2012 tot 1 mei 2013.
6. Indien aan de voorwaarden is voldaan, wordt het diplomabedrag betaalbaar gesteld. De belanghebbende ontvangt van Volandis een specificatie van de betaalbaar gestelde subsidie. Zes weken na dagtekening van de specificatie wordt deze geacht te zijn geaccepteerd door belanghebbende.
7. De belanghebbende bij wie de leerling-werknemer op het moment waarop het recht op het diplomabedrag ontstaat in dienst is, ontvangt het diplomabedrag.
8. Het diplomabedrag moet binnen 6 maanden na ‘einde opleiding’ als bedoeld in lid 2 worden aangevraagd.
Artikel 6 Beëindiging, vermindering of terugvordering
1. Het recht op financiële tegemoetkoming vervalt indien niet dan wel niet langer aan de voorwaarden en verplichtingen die voortvloeien uit dit reglement is voldaan.
2. Het bestuur is gerechtigd een reeds uitbetaalde financiële tegemoetkoming terug te vorderen wanneer het recht op financiële tegemoetkoming is vervallen, dan wel indien een financiële tegemoetkoming ten onrechte is toegekend.
3. Een besluit conform lid 1 en lid 2 wordt schriftelijk medegedeeld.
Artikel 7 Bezwaar
1. Een belanghebbende kan bezwaar maken tegen een besluit zoals bedoeld in artikel 4 lid 3, artikel 5 lid 6 en artikel 6 lid 3.
2. De termijn voor het indienen van bezwaar bedraagt zes weken. Deze termijn vangt aan met ingang van de dag na dagtekening van de specificatie respectievelijk dagtekening van de schriftelijke mededeling. Een na afloop van deze termijn ingediend bezwaar is niet-ontvankelijk en wordt derhalve niet in behandeling genomen.
3. Het bezwaar dient per gewone post of per e-mail xxxxxxxxx@xxxxxxxx.xx te worden ingediend bij het bestuur en dient ten minste te vermelden:
• naam en adres van de bezwaarhebbende;
• de gronden van het bezwaar;
• de dagtekening;
• de ondertekening van de bezwaarhebbende.
4. Bij het bezwaarschrift dient een kopie te worden gevoegd van het besluit waartegen het bezwaar zich richt.
5. Het bestuur doet uitspraak op bezwaar.
6. De bezwaarhebbende heeft geen recht op vergoeding van kosten samenhangende met het bezwaar.
Artikel 8 Bijzondere gevallen
Indien bepalingen van dit reglement in een individueel geval leiden tot niet voorziene of onbedoelde gevolgen, kan het bestuur een regeling treffen om die gevolgen geheel of ten dele te compenseren.
Artikel 9 Voorschriften
Het bestuur is bevoegd nadere voorschriften vast te stellen die nodig zijn voor een verantwoorde uitvoering. Deze voorschriften mogen niet in strijd zijn met de bepalingen in dit reglement.
Artikel 10 Reglementswijziging
Het bestuur is bevoegd het reglement te wijzigen.
Artikel 11 Inwerkingtreding
Dit reglement treedt op 1 november 2013 in werking.