MTR-7
MTR-7
Bijzondere voorwaarden Motorrijtuigenverzekering
Deze Bijzondere Voorwaarden vormen één geheel met de Algemene Voorwaarden die van toepassing zijn.
Inhoudsopgave
Artikel 1. Begripsomschrijving… 1
Artikel 2. Wijziging van het risico en/of premiebepalende factoren… 3
Artikel 4. De verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid… 4
Artikel 5. Schade aan en verlies van het motorrijtuig (Beperkt Casco- en Volledig Cascoverzekering)… 5 Artikel 6. De Ongevallenverzekering Op-/Inzittenden… 8
Artikel 7. De Schadeverzekering Inzittenden… 10
Artikel 8. Rechtsbijstandverzekering… 11
Artikel 9. Algemene uitsluitingen… 14
Artikel 10. Geldigheidsgebied… 15
Artikel 11. Tijdelijke vervanging van het motorrijtuig… 15
Artikel 12. Kortingen 15
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze verzekering wordt verstaan onder
1.1 Bestuurder:
Degene die met toestemming van een daartoe bevoegd persoon het motorrijtuig daadwerkelijk bestuurt.
1.2 Passagier:
Degene die zich - zonder het motorrijtuig te besturen - met toestemming van een daartoe bevoegd persoon op een voor het vervoer van personen bestemde zitplaats van het motorrijtuig bevindt, dan wel in-, op-, af- of uitstapt, alsmede degene die zich - terwijl hij door het motorrijtuig wordt vervoerd- tijdelijk in de nabijheid van het motorrij- tuig bevindt in verband met het tanken van brandstof, het schoonmaken van ruiten, het verrichten van noodrepara- ties of het daarbij behulpzaam zijn.
1.3 ARAG Rechtsbijstand:
ARAG Rechtsbijstand te Leusden
1.4 EuroCross International:
EuroCross International te Noordwijk;
1.5 WAM:
Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen.
1.6 Gebeurtenis:
Een binnen de geldigheidsduur van de verzekering plaatsvindend schadeveroorzakend voorval, waarbij het motor- rijtuig en/of de aangekoppelde aanhangwagen is betrokken. Een reeks van met elkaar verband houdende voorval- len wordt als een gebeurtenis aangemerkt die geacht wordt te hebben plaatsgevonden op het moment van het eer- ste voorval uit die reeks.
1.7 Brand:
Een vuur buiten een haard, dat veroorzaakt wordt door verbranding, dat met vlammen gepaard gaat en dat in staat is zich uit eigen kracht voort te planten. Dus vallen onder andere de volgende verschijnselen niet onder het woord brand:
− Schroeien, zengen, smelten, verkolen, broeien;
- Doorbranden van elektrische apparaten en motoren;
- Oververhitten, doorbranden, doorbreken van ovens en ketels.
1.8 (In)braak:
Het zich wederrechtelijk toegang verschaffen door afsluitingen zo te verbreken dat er zichtbare beschadiging ach- terblijft.
1.9 Joyriding:
Elk wederrechtelijk gebruik van een motorrijtuig, zonder dat de gebruiker de bedoeling heeft zich dit motorrijtuig toe te eigenen.
1.10 Motorrijtuig:
Het op het polisblad omschreven motorrijtuig met de standaard bijgeleverde onderdelen alsmede accessoires en bijzondere constructies, zoals hieronder omschreven:
− het deel III van het kentekenbewijs (overschrijvingsbewijs) met de kentekenplaten;
− veiligheidsbevorderende voorwerpen zoals brandblusapparaten, sleep- en reddingskabels en gevarendriehoek;
− roestwerende behandeling;
− accessoires: de specifiek bij het motorrijtuig maar niet tot de standaarduitrusting behorende onderdelen;
− bijzondere constructies: voor zover daarmee bij de bepaling van het verzekerd bedrag rekening is gehouden, zoals:
− wijziging van de motor, het chassis of de carrosserie van het motorrijtuig;
− een gasinstallatie, schuif- of roldak, reclamebeschilderingen, metallic-lak, automatische versnellingsbak;
− telecommunicatieapparatuur zoals een carkit;
− ingebouwde audio- en navigatieapparatuur.
Niet tot de accessoires/bijzondere constructies worden gerekend de aan het motorrijtuig bevestigde of daarin mee- gevoerde zaken zoals:
− detectieapparatuur;
− mobiele (tele)communicatieapparatuur die ook afzonderlijk van het motorrijtuig te gebruiken is;
− navigatie- en (hand)computerapparatuur die ook afzonderlijk van het motorrijtuig te gebruiken is;
− losse beeld- en geluidsapparatuur, zendapparatuur, foto- en filmapparatuur, stratenboeken, kleding, para- plu‘s, gereedschappen, reserveonderdelen, dekzeilen.
1.11 Consumentenprijs:
De prijs voor een bestel-, personenauto of motorrijwiel, die geleverd is na 31.12.1992, bestaande uit de netto- cataloguswaarde vermeerderd met de BTW en BPM. In dit bedrag zijn ook de bijzondere constructies en accessoi- res af-fabriek opgenomen. Voor bestel- , personenauto's en motorrijwielen met een bouwjaar voor 1993 is het de cataloguswaarde inclusief de prijs van de bijzondere constructies en accessoires, af-fabriek.
1.12 Nieuwwaarde:
Het bedrag dat nodig is voor het verkrijgen van nieuwe zaken van dezelfde soort en kwaliteit op het moment van de gebeurtenis.
1.13 Aanhangwagen:
Een aan het motorrijtuig gekoppelde of daarvan losgeraakte maar nog niet buiten het verkeer tot stilstand gekomen aanhangwagen, bagagewagen, caravan, boottrailer, oplegger of een ander daarmee volgens de WAM gelijk te stellen object, ongeacht het aantal wielen.
1.14 Verzekerden:
Met betrekking tot de hulpverlening na ongeval en/of pech als bedoeld in artikel 3 van deze bijzondere voorwaar- den:
a) de verzekeringnemer;
b) de eigenaar, de bezitter en de houder van het motorrijtuig;
c) de bestuurder;
d) de passagier.
Met betrekking tot de Wettelijke Aansprakelijkheidsverzekering als bedoeld in artikel 4 van deze bijzondere voor- waarden:
a) de verzekeringnemer;
b) de eigenaar, de bezitter en de houder van het motorrijtuig;
c) de bestuurder;
d) de passagier;
e) de werkgever van de onder lid a t/m d genoemde verzekerden indien hij krachtens artikel 6:170 van het Burger- lijk wetboek aansprakelijk is voor de schade die door de verzekerde veroorzaakt is.
Met betrekking tot de (volledig/beperkt) cascoverzekering als bedoeld in artikel 5 van deze bijzondere voorwaar- den:
− de verzekeringnemer.
Met betrekking tot de ongevallenverzekering op-/inzittenden als bedoeld in artikel 6 van deze bijzondere voor- waarden:
− de bestuurder en de passagiers.
Met betrekking tot de schadeverzekering inzittenden als bedoeld in artikel 7 van deze bijzondere voorwaarden:
− de bestuurder en de passagiers.
Met betrekking tot de rechtsbijstand verhaalsdekking en/of rechtsbijstanddekking motorrijtuigen als bedoeld in arti- kel 8 van deze voorwaarden:
a) de verzekeringnemer in zijn hoedanigheid van eigenaar, bestuurder of passagier van het motorrijtuig;
b) de gemachtigde bestuurder van het motorrijtuig;
c) degenen die zich met toestemming van de verzekeringnemer of gemachtigde bestuurder in- of op het motorrij- tuig bevinden;
d) de in artikel 6:108 van het Burgerlijk Wetboek genoemde nabestaanden van de hierboven genoemde verzeker- den, voor zover het een actie betreft uit genoemde artikelen en geen andere verzekering, al dan niet van oude- re datum, in de behoefte van rechtsbijstand voorziet.
1.15 Omvang van de verzekering:
In artikel 3 t/m 8 van deze Bijzondere Voorwaarden wordt per dekking de omvang van deze verzekering omschre- ven:
− artikel 3 Hulpverlening
− artikel 4 Wettelijke aansprakelijkheid
− artikel 5 Beperkt casco en volledig casco
− artikel 6 Ongevallenverzekering Op-/Inzittenden
− artikel 7 Schadeverzekering Inzittenden
− artikel 8 Rechtsbijstand:
8.3 verhaalsdekking en 8.4 rechtsbijstand motorrijtuigen
De dekkingen genoemd in artikel 4 t/m 8 zijn uitsluitend van kracht indien de dekking op het polisblad is aan- gegeven.
Artikel 2. Wijziging van het risico en/of premiebepalende factoren
De premie en voorwaarden voor deze verzekering zijn onder andere gebaseerd op het gebruik, de gekozen dekking, de woon- of verblijfplaats van de regelmatige bestuurder, de leeftijd van de regelmatige bestuurder en het jaarlijkse met het motorrijtuig te rijden aantal kilometers. Indien zich een wijziging voordoet in één van de gegevens waarop de premie en/of voorwaarden zijn gebaseerd, dan dient de verzekeringnemer zo spoedig mogelijk en uiterlijk binnen 60 dagen daarvan mededeling te doen aan de verzekeraar. Bij wijziging van één van de genoemde premiebepalende factoren heeft de ver- zekeraar het recht de premie aan te passen en/of de voorwaarden te herzien per een door de verzekeraar vast te stellen datum. Een dergelijke premieaanpassing of herziening van de voorwaarden geeft de verzekeringnemer niet het recht de verzekering te beëindigen.
Artikel 3. Hulpverlening
3.1 Overdracht:
Deze dekking wordt uitsluitend gegeven als de verzekeringnemer of een andere verzekerde onmiddellijk na de ge- beurtenis de hulp inroept van EuroCross International aan wie de verzekeraar de organisatie van de hulpverlening heeft overgedragen. De verzekeraar garandeert nakoming door EuroCross International van de in deze voorwaar- den genoemde verplichtingen.
3.2 Hulpverlening na ongeval:
Als de verzekering betrekking heeft op een motorrijtuig waarvoor tenminste het aansprakelijkheidsrisico is gedekt en door een gebeurtenis:
a) het motorrijtuig en/of aangekoppelde aanhangwagen niet meer kan rijden en/of;
b) de bestuurder en geen van de passagiers in staat zijn het motorrijtuig verder te besturen;
heeft de verzekerde recht op hulp en/of vergoeding van kosten onder voorwaarden als hieronder genoemd.
De verzekeraar verleent geen dekking als het tot stilstand komen van het motorrijtuig alleen een gevolg is van een mechanisch gebrek.
3.3 Hulpverlening binnenland: De hulpverlening omvat:
a) het bergen en het vervoeren van het beschadigde motorrijtuig en de eventuele aanhangwagen naar een door de verzekerde te bepalen herstelbedrijf of ander adres in Nederland;
b) het vervoer van de bestuurder en de eventuele passagiers met hun bagage per taxi naar het door de bestuur- der te bepalen adres in Nederland.
3.4 Hulpverlening buitenland: De hulpverlening omvat:
a) 1) het bergen en het vervoeren van het beschadigde motorrijtuig en de eventuele aanhangwagen naar een door de verzekerde te bepalen herstelbedrijf of ander adres in Nederland. Dit recht bestaat alleen als het motorrijtuig en/of de aanhangwagen niet binnen vier werkdagen, eventueel door middel van een noodrepa- ratie, zodanig gerepareerd kan worden, dat de (terug)reis op technisch verantwoorde wijze kan plaatsvin- den. Als dit vervoer meer kost dan de waarde van het motorrijtuig en daarom economisch niet verantwoord is, heeft de verzekerde recht op vergoeding van de betaalde kosten voor de invoering en/of vernietiging van het motorrijtuig en eventueel vervoer van bagage naar Nederland;
2) vergoeding van de noodzakelijke kosten voor bewaken, slepen en stallen naar/bij de dichtstbijzijnde repara- teur waar de schade kan worden hersteld;
b) vergoeding van de kosten van het vervoer van de bestuurder en de eventuele passagiers naar een plaats naar keuze in Nederland. Vergoed worden de kosten van vervoer per:
− taxi naar het dichtstbijzijnde spoorwegstation;
− trein (2e klasse) naar het spoorwegstation in Nederland dat het dichtst ligt bij de plaats van bestemming;
− taxi van dit station in Nederland naar de plaats van bestemming.
3.5 Hulpverlening na ongeval en/of pech:
Als de verzekering betrekking heeft op een motorrijtuig waarvoor tenminste de dekking volledig casco van kracht is geldt dat als het motorrijtuig in het buitenland als gevolg van een mechanisch gebrek tot stilstand komt, de verze- kerde recht heeft op hulp en/of vergoeding van kosten onder voorwaarden als hieronder genoemd.
De hulpverlening omvat:
a) de in artikel 3.4 van deze bijzondere voorwaarden omschreven hulpverlening buitenland;
b) de vergoeding van de noodzakelijke kosten van hulp langs de weg na het tot stilstand komen van het motorrij- tuig als gevolg van pech. De kosten van onderdelen en reparatie komen niet voor vergoeding in aanmerking. De kosten van reparatie bij een reparateur komen eveneens niet voor vergoeding in aanmerking;
c) het bestellen en toezenden van onderdelen die noodzakelijk zijn om het motorrijtuig binnen vier werkdagen rij- klaar te maken, indien deze onderdelen ter plaatse niet (tijdig) verkrijgbaar zijn. De kosten van de onderdelen zelf komen voor rekening van de verzekeringnemer, maar worden door de verzekeraar wel voorgeschoten. De verzekeringnemer is verplicht de door de verzekeraar voorgeschoten kosten binnen dertig dagen na het ver- zoek van de verzekeraar terug te betalen. Indien betaling niet binnen deze termijn heeft plaatsgevonden zal de verzekeraar aanspraak maken op vergoeding van de wettelijke rente over het factuurbedrag, te berekenen van- af de dertigste dag na factuurdatum, en van de gemaakte incassokosten. Bij bedragen boven de € 750,- kan de verzekeraar een betaling vooràf van de verzekerde verlangen.
De dekkingen worden uitsluitend gegeven indien onmiddellijk na de gebeurtenis de hulp wordt ingeroepen van
3.6 Bijzondere uitsluitingen:
De dekking wordt niet gegeven wanneer een van de uitsluitingen genoemd in artikel 9 van deze voorwaarden van toepassing is.
3.7 Eigen risico:
De eigen risico’s die voor deze verzekering gelden, zijn niet van toepassing op deze hulpverlening.
3.8 Samenloop:
De hulpverlening wordt ook uitgevoerd als de verzekerde recht zou hebben op hulp van andere hulpverleningsin- stanties. Wel behoudt de verzekeraar zich het recht voor de kosten eventueel met die andere hulpverleningsinstan- ties te verrekenen. De verzekerde is verplicht hieraan zijn volle medewerking te verlenen.
Artikel 4. De verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid
4.1 WAM-dekking:
Met voorbijgaan aan wat er eventueel anders in de voorwaarden van deze verzekering wordt bepaald, wordt deze verzekering geacht te voldoen aan de door of krachtens de WAM gestelde eisen.
4.2 Omvang van de dekking:
Verzekerd is voor alle verzekerden tezamen tot maximaal het verzekerd bedrag per gebeurtenis de aansprakelijk- heid van de verzekerde voor schade aan personen en zaken - met inbegrip van de daaruit voortvloeiende gevolg- schade - die tijdens de verzekeringsduur met of door het motorrijtuig en/of aanhangwagen is veroorzaakt.
Indien de verzekeraar voor het motorrijtuig het Internationaal Motorrijtuigverzekeringsbewijs (‘groene kaart') heeft afgegeven, zijn tevens de wettelijke bepalingen van dat land betreffende verplichte aansprakelijkheidsverzekering op deze verzekering van toepassing.
4.3 Schade door lading:
Onder de dekking is begrepen schade veroorzaakt door zaken - anders dan bij het laden of lossen - die zich bevin- den in/op dan wel vallen of gevallen zijn uit/van het motorrijtuig en/of de aanhangwagen.
4.4 Vervoer van gewonden:
De verzekering dekt in afwijking van hetgeen in dit artikel bij bijzondere uitsluitingen artikel 4.8 lid a staat vermeld de kosten van reiniging- en indien nodig van vervanging - van de stoffering van het motorrijtuig indien deze is ver- ontreinigd of beschadigd als gevolg van het kosteloos vervoeren van gewonde personen.
4.5 Schade aan andere motorrijtuigen van verzekeringnemer:
a) indien met of door het motorrijtuig schade is toegebracht aan een andere personenauto van verzekeringnemer zal in afwijking van artikel 4.8 lid a de schade aan die andere personenauto wel worden vergoed, indien en voor zover de verzekeraar daartoe krachtens de voorwaarden ook gehouden zou zijn geweest als de schade niet door de verzekeringnemer maar door een willekeurige derde was geleden;
b) indien met of door het motorrijtuig schade wordt toegebracht aan een ander motorrijtuig dan een personenauto geldt de hierboven onder lid a omschreven dekking eveneens mits de schade niet is toegebracht in gebouwen of op terreinen in gebruik bij de verzekeringnemer;
c) schade bestaande uit waardevermindering en/of gevolgschade is uitgesloten.
4.6 Zekerheidstelling:
Indien ter waarborging van de rechten van de benadeelden door een overheid het stellen van zekerheid wordt ver- langd om de opheffing van een op het motorrijtuig gelegd beslag of de invrijheidstelling van een verzekerde te ver- krijgen, zal de verzekeraar deze zekerheid verstrekken tot een maximum van € 25.000 per gebeurtenis, mits de verzekerde ter zake van de gebeurtenis rechten op grond van deze verzekering heeft.
De verzekerden zijn verplicht de verzekeraar te machtigen over de zekerheidstelling te beschikken zodra deze wordt vrijgegeven. De verzekerden zullen alle medewerking moeten verlenen om terugbetaling te verkrijgen.
4.7 Boven het verzekerde bedrag worden vergoed:
a) de kosten van de door de verzekeraar verleende rechtsbijstand in een tegen de verzekerde aanhangig gemaakt strafproces, indien de verzekeraar van de haar in artikel 3 van de algemene voorwaarden gegeven bevoegdhe- den gebruik maakt. Boetes, afkoopsommen en met een strafproces samenhangende gerechtskosten worden niet vergoed;
b) de kosten van verweer in een door de benadeelde tegen de verzekerde, dan wel tegen de verzekeraar aanhan- gig gemaakt burgerlijk proces, voor zover de leiding overeenkomstig artikel 3 van de algemene voorwaarden bij de verzekeraar berust. Ook verzekerd zijn de proceskosten waartoe de verzekerde of de verzekeraar veroor- deeld wordt;
c) de verschuldigde wettelijke rente over het door de verzekering gedekte gedeelte van de hoofdsom.
4.8 Bijzondere uitsluitingen:
Onverminderd de uitsluitingen genoemd in artikel 9 van deze voorwaarden is voorts van de verzekering uitgeslo- ten:
a) de aansprakelijkheid voor schade aan de door het motorrijtuig en/of aanhangwagen vervoerde zaken, alsmede de aansprakelijkheid voor schade aan (roerende en onroerende) zaken die een verzekerde onder zich heeft, met inbegrip van de daaruit voortvloeiende schade. Deze uitsluiting is niet van toepassing in geval van schade aan kleding en handbagage van de passagiers;
b) de aansprakelijkheid van hen die zich door diefstal of geweldpleging de macht over het motorrijtuig hebben ver- schaft en van hen die - dit wetende - het motorrijtuig zonder geldige reden gebruiken;
d) de aansprakelijkheid voor schade die is toegebracht aan degene die het motorrijtuig bestuurt;
e) de aansprakelijkheid voor schade aan personen die zich buiten de normale zitplaatsen op of in het motorrijtuig bevinden.
4.9 Regeling van de schade:
a) de verzekeraar is belast met de regeling en de vaststelling van de schade. Zij heeft het recht benadeelden rechtstreeks schadeloos te stellen en met hen schikkingen te treffen. Zij zal daarbij voor zover mogelijk met de belangen van de verzekerde rekening houden;
b) bestaat de te betalen schadevergoeding uit periodieke uitkeringen en is de waarde van deze uitkeringen met inachtneming van eventuele andere schadevergoedingen hoger dan het verzekerd bedrag, dan wordt de duur of de hoogte van deze uitkeringen, naar keuze van de verzekerde, naar evenredigheid verminderd. Indien het vermoeden bestaat dat de te vergoeden schade het verzekerd bedrag te boven gaat, zal de verzekeraar, alvo- rens een beslissing te nemen, verzekerde hiervan in kennis stellen en na overleg met hem de uitkering van het verzekerd bedrag regelen.
4.10 Verhaalsrecht van de verzekeraar:
a) in alle gevallen waarin de verzekeraar op grond van wettelijke bepalingen een schade moet vergoeden terwijl de verzekerde geen rechten aan deze verzekering kan ontlenen, is de verzekeraar gerechtigd deze schadever- goeding en de kosten te verhalen op de aansprakelijke verzekerde(n) en de verzekeringnemer.
b) de verzekeraar zal van haar verhaalsrecht geen gebruik maken tegenover de verzekerde die aantoont, dat de omstandigheden op grond waarvan hij geen rechten aan deze verzekering kan ontlenen, zich buiten zijn weten en tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem ter zake van deze omstandigheden redelijkerwijs geen verwijt treft;
c) indien de schade van een benadeelde door een ander dan de verzekeringnemer is veroorzaakt, nadat de dek- king volgens artikel 7.5 lid a van de algemene voorwaarden is geëindigd, zal de verzekeraar van haar verhaals- recht tegenover de verzekeringnemer of - in geval van zijn overlijden - zijn erfgenamen geen gebruik maken, mits hij voldaan heeft, respectievelijk zij voldaan hebben, aan de verplichting tot de kennisgeving die krachtens artikel 7.5 lid a op hem respectievelijk op hen rust.
Artikel 5. Schade aan en verlies van het motorrijtuig (Beperkt Casco- en Volledig Cascoverzekering)
5.1 Beperkt cascoverzekering.
Verzekerd is schade aan het motorrijtuig of geheel of gedeeltelijk verlies daarvan ontstaan door:
a) brand, ontploffing, zelfontbranding, kortsluiting, blikseminslag;
b) het vallen van luchtvaartuigen of zaken daaruit;
c) diefstal van het motorrijtuig of onderdelen daarvan, oplichting, verduistering, inbraak of joyriding - door anderen dan de verzekerde - of pogingen daartoe en beschadiging die ontstaan is terwijl het motorrijtuig was ontvreemd. Bij diefstal van de autosleutels wordt vervanging van de sloten vergoed tot maximaal 50% van de vervangings- kosten.
Niet vergoed wordt schade ontstaan door vandalisme, baldadigheid of vernieling.
Er dient altijd aangifte bij de politie plaats te vinden onmiddellijk na ontdekking van de diefstal, oplichting, ver- duistering, inbraak of joyriding.
d) breuk van de ruiten of andere glazen onderdelen (uitgezonderd gloeilampen, koplampen en zonnedak) en schade door de glasscherven. Een en ander mits niet gepaard gaande met andere schade aan het motorrijtuig;
e) storm, waaronder te verstaan wind met een snelheid van ten minste 14 meter per seconde (windkracht 7), waardoor het motorrijtuig – in stilstand – omver waait, of voorwerpen op/tegen het motorrijtuig terechtkomen, dan wel het portier tegen een ander voorwerp of tegen het motorrijtuig zelf openwaait;
f) plotselinge overstroming, vloedgolf, hagel, lawine, vallend gesteente, instorting, aardverschuiving, aardbeving of soortgelijke natuurrampen;
g) botsing met loslopende dieren of met vogels, uitsluitend voor zover de schade rechtstreeks door de botsing met het dier is toegebracht. Schade als gevolg hiervan ontstaan door botsing met andere zaken is uitsluitend onder de volledig casco dekking artikel 5.2 van deze bijzondere voorwaarden verzekerd;
h) rellen, waaronder wordt verstaan incidentele geweldsmanifestaties;
i) een plotseling van buiten komend onheil gedurende de tijd dat het motorrijtuig voor vervoer per auto, schip, trein of vliegtuig aan de zorg van een vervoersonderneming is toevertrouwd, met uitzondering van schade als schrammen, krassen of lakschade;
Ook wordt de schade vergoed indien genoemde onheilen hun oorzaak vinden in slijtage, reparatie, constructie- of materiaalfouten of eigen gebrek. De herstelkosten van slijtage, reparatie, constructie- of materiaalfouten of het ei- gen gebrek zelf worden echter niet vergoed.
5.2 Volledig Cascoverzekering.
Verzekerd is schade aan het motorrijtuig of geheel of gedeeltelijk verlies daarvan ontstaan door:
a) de hiervoor in artikel 5.1 (Beperkt Cascoverzekering) genoemde oorzaken;
b) andere onheilen die plotseling van buiten komen zoals vandalisme, botsen, omslaan, slippen, van de weg of te water raken.
Wanneer een gebeurtenis als hiervoor onder artikel 5.2 genoemd heeft plaatsgevonden en aan het motorrijtuig vervolgens verdere schade ontstaat ten gevolge van bevriezing doordat het motorrijtuig niet tegen bevriezing be- schermd kan worden, zal de verzekeraar deze schade vergoeden. Voor het overige is schade door bevriezing uit- drukkelijk van de dekking uitgesloten.
5.3 Boven het verzekerd bedrag wordt per gebeurtenis vergoed:
a) de gemaakte afleveringskosten voor een vervangend nieuw motorrijtuig, met dien verstande dat vergoeding van afleveringskosten alleen plaatsvindt in de gevallen vermeld in artikel 5.5 lid b en c van deze bijzondere voor- waarden;
b) de noodzakelijke kosten voor bewaking en voorlopige stalling of berging en vervoer van het motorrijtuig naar de dichtstbijzijnde herstelinrichting waar de door deze verzekering gedekte schade naar behoren kan worden her- steld en/of het motorrijtuig kan worden ondergebracht indien die ten gevolge van de schade niet op eigen kracht kan rijden zonder gevaar verdere schade op te lopen of te veroorzaken;
c) de kosten van noodreparatie, exclusief noodruiten;
d) de noodzakelijke kosten van een nieuw compleet kentekenbewijs en van nieuwe gelijksoortige kentekenplaten, doordat deel III van het kentekenbewijs verloren is gegaan door een gebeurtenis genoemd onder artikel 5.1 of
5.2 van deze bijzondere voorwaarden;
e) de bijdrage in averijgrosse;
f) € 15,00 per dag gedurende de tijd dat verzekerde als gevolg van diefstal, oplichting of verduistering van het ge- hele motorrijtuig daarover niet kan beschikken. Voor deze vergoeding geldt een maximum van dertig dagen, ge- rekend vanaf het moment van aangifte van de diefstal of verduistering bij de politie. De uitkeringstermijn wordt verlengd met de reparatieduur indien het motorrijtuig ten gevolge van de diefstal, oplichting of verduistering is beschadigd, met dien verstande dat de totale uitkeringstermijn beperkt blijft tot dertig dagen;
g) tot een maximum van € 1.000 de accessoires en bijzondere constructies, beide voor zover ze na aflevering af- fabriek aan het motorrijtuig zijn toegevoegd. Onder deze dekking voor accessoires zijn ook begrepen cd’s tot een maximum van € 125 per gebeurtenis. Indien een motorrijwiel is verzekerd, worden de motorkleding en de helm van verzekerde en zijn/haar duopassagier ook als accessoires aangemerkt.
5.4 Bijzondere uitsluitingen.
Onverminderd de uitsluitingen genoemd in artikel 9 van deze Bijzondere Voorwaarden is de verzekeraar geen ver- goeding verschuldigd wanneer:
a) de feitelijke bestuurder van het motorrijtuig ten tijde van de gebeurtenis onder zodanige invloed van alcohol- houdende drank of enig bedwelmend of opwekkend middel verkeerde,
- dat hij niet in staat moest worden geacht het motorrijtuig naar behoren te besturen,
- dan wel dat dit hem door de wet of overheid zou zijn verboden.
Als de bestuurder een ademtest, urinetest of bloedproef weigert, staat dat gelijk aan het bepaalde in de vorige zin.
De uitsluiting genoemd in artikel 5.4 lid a geldt niet indien de verzekerde aantoont dat de daarin bedoelde omstan- digheden zich buiten zijn weten en tegen zijn wil hebben voorgedaan én dat hem ter zake van deze omstandighe- den geen verwijt treft.
b) er sprake is van schade die voortvloeit uit of mogelijk geworden is door aan verzekerde te wijten onvoldoende zorg voor de verzekerde zaak. Hiervan is onder meer sprake, als bij verlaten van het verzekerd motorrijtuig:
− de (contact) sleutels daarin zijn achtergelaten;
− kostbare zaken zichtbaar zijn achtergelaten. Dit geldt uitsluitend bij schade door diefstal uit het motorrijtuig en bij poging daartoe.
5.5 Vaststelling van de schadevergoeding:
a) in geval van gedeeltelijke vernietiging of beschadiging van het motorrijtuig vergoedt de verzekeraar de her- stelkosten tot ten hoogste het verschil tussen de waarde van het motorrijtuig onmiddellijk voor de gebeurtenis en de restantwaarde;
b) in geval van algehele vernietiging van het motorrijtuig of indien de herstelkosten hoger zijn dan de waarde van het motorrijtuig onmiddellijk voor de gebeurtenis verminderd met de restantwaarde (totaal verlies), vergoedt de verzekeraar de waarde van het motorrijtuig onmiddellijk voor de gebeurtenis onder aftrek van de restantwaarde.
c) in geval van diefstal, oplichting of verduistering vergoedt de verzekeraar de waarde van het motorrijtuig op ba- sis van algehele vernietiging (totaal verlies). De verzekeraar gaat hiervan uit zodra er dertig dagen zijn verstre- ken sinds de datum van aangifte bij de politie en de verzekerde dan nog steeds niet feitelijk over het motorrij- tuig kan beschikken.
Recht op uitkering bestaat eerst dan nadat de verzekerde aan de verzekeraar zijn eigendom van het motorrij- tuig heeft overgedragen alsmede de kentekenbewijzen deel I, deel II en het kopie deel III/overschrijvingsbewijs en de sleutels heeft overhandigd. Wordt het motorrijtuig daarna teruggevonden, dan is de verzekeraar verplicht dit op verzoek van de verzekerde aan hem over te dragen, mits hij het door de verzekeraar uitgekeerde bedrag, onder aftrek van de herstelkosten van de tijdens de diefstal, oplichting of verduistering ontstane schade, terug- betaalt.
Als verzekerde binnen dertig dagen na de datum van aangifte bij de politie weer feitelijk over het motorrijtuig kan beschikken, dan is verzekerde verplicht het motorrijtuig terug te nemen. Mocht het motorrijtuig bij of na het tijdstip van de diefstal, oplichting of verduistering zijn beschadigd, dan vergoedt de verzekeraar de herstelkos- ten met inachtneming van hetgeen in lid a van dit artikel is vermeld;
d) Nieuwwaarde- en afschrijvingsregeling.
In aansluiting op lid a, b en c geldt voor motorrijtuigen die bij afgifte van het Nederlands kentekenbewijs deel I nieuw waren het volgende:
1) vindt de gedekte gebeurtenis plaats binnen een periode van 12 maanden na de datum van afgifte van het kentekenbewijs deel I, dan wordt de waarde van het motorrijtuig onmiddellijk vóór de gebeurtenis vastge- steld op de nieuwwaarde van dat moment;
2) vindt de gedekte gebeurtenis plaats tussen de 12 en de 60 maanden na de datum van afgifte van het kente- kenbewijs deel I, dan wordt de waarde van het motorrijtuig onmiddellijk vóór de gebeurtenis naar keuze van de verzekeringnemer vastgesteld op:
- de nieuwwaarde van het motorrijtuig, zoals die geldt onmiddellijk vóór de gebeurtenis, voor elke maand of een gedeelte daarvan ingaande na de twaalfde maand verminderd met 1,5%, of
- de dagwaarde van het motorrijtuig zoals omschreven in lid a van dit artikel;
3) indien de herstelkosten meer bedragen dan 2/3 van de waarde van het motorrijtuig als hiervoor onder sub 1 en 2 vastgesteld, dan kan de verzekerde aanspraak maken op vergoeding op basis van totaal verlies als bedoeld in lid b van dit artikel dan wel de schade laten regelen volgens lid a van dit artikel.
De op deze wijze vastgestelde schadevergoeding wordt ook uitgekeerd indien het verzekerd bedrag daardoor wordt overschreden. Deze nieuwwaarderegeling geldt niet voor het tijdelijk vervangend motorrijtuig volgens ar- tikel 11 van deze Bijzondere Voorwaarden. Deze bepalingen gelden niet voor gebeurtenissen welke plaatsvin- den na een periode van 60 maanden na de datum van afgifte van het kentekenbewijs deel 1.
5.6 Regeling van de schade:
a) bij schadevergoeding in geval van totaal verlies van het motorrijtuig (in technische zin) behoudt de verzekeraar zich het recht voor het wrak over te doen dragen aan een door haar aan te wijzen partij. De uitkering van de schadepenningen zal niet eerder plaatsvinden dan nadat de verzekerde alle delen van het bij het motorrijtuig behorende kentekenbewijs en sloopverklaring heeft overhandigd aan de verzekeraar;
b) de verzekerde is verplicht de verzekeraar in de gelegenheid te stellen de schade te laten vaststellen bij een bij BOVAG- of FOCWA-organisatie aangesloten reparatiebedrijf alvorens met reparatie een aanvang wordt ge- maakt;
c) de verzekerde is bevoegd schade tot ten hoogste € 500 direct te laten herstellen, mits de vervangen onderde- len gedurende minimaal 30 dagen worden bewaard en aan verzekeraar een gespecificeerde reparatienota wordt overgelegd;
d) de verzekerde heeft het recht - naast de deskundige die door de verzekeraar wordt aangewezen – ook zelf en op eigen kosten een deskundige aan te wijzen;
e) bij verschil van mening tussen de beide deskundigen benoemen zij samen een derde deskundige, wiens scha- devaststelling binnen de grenzen van de beide taxaties moet blijven en bindend zal zijn. De kosten van een derde deskundige wordt door elk van de partijen voor de helft gedragen. In afwijking van het hierboven bepaal- de zijn de kosten van alle deskundigen voor rekening van de verzekeraar indien de verzekerde door de derde deskundige geheel in het gelijk wordt gesteld;
f) als het verzekerde motorrijtuig wordt gestolen, moet de verzekerde de verzekeraar hierover zo snel als mogelijk informeren. De verzekeraar meldt dan de voertuiggegevens direct aan het Verzekeringsbureau Voertuigcrimina- liteit (VbV), waardoor een snelle registratie en daarmee een grotere kans op terugvinden mogelijk wordt ge- maakt. Vermissing van het motorrijtuig moet de verzekerde tevens zo snel als mogelijk aan de politie melden.
5.7 Eigen risico:
a) van de schade zoals bedoeld in artikel 5.1 lid c en d, (diefstal- en ruitschade) blijft € 135 voor eigen risico van verzekerde, tenzij op het polisblad anders is bepaald;
b) Een eigen risico van € 65 per gebeurtenis geldt indien de bestuurder jonger is dan 24 jaar en de schade is ver- oorzaakt door gebeurtenissen vermeld in artikel 5.2 lid b van deze Bijzondere Voorwaarden;
c) geen eigen risico geldt voor een ruitschade die wordt gerepareerd door middel van een harsinjectie uitgevoerd door een daarin gespecialiseerd bedrijf;
d) bij diefstalschade zoals bedoeld in artikel 5.1 lid c van deze Bijzondere Voorwaarden geldt voor het motorrijtuig het eigen risico niet als deze is voorzien van een diefstalbeveiligingssysteem:
− ingebouwd door de fabrikant of de importeur van het motorrijtuig en volgens hun voorschriften onderhouden; of
− goedgekeurd en erkend door het TNO/SCM en door een erkend bedrijf is ingebouwd en onderhouden.
5.8 Afstand van verhaalsrecht:
De verzekeraar doet ter zake van een krachtens deze verzekering uitbetaalde schade afstand van de haar toeko- mende verhaalsrechten jegens de bestuurder en de passagier en/of diens werkgever, indien hij krachtens artikel 6:170 van het Burgerlijk Wetboek voor hen aansprakelijk is mits zij aan alle voor hen uit de verzekering voortvloei- ende verplichtingen hebben voldaan en zij aantonen, dat zich ten aanzien van hen geen der omstandigheden als bedoeld in artikel 9 lid a, c, d, e en f van deze bijzondere voorwaarden hebben voorgedaan.
Artikel 6. De Ongevallenverzekering Op-/Inzittenden
6.1 In de ongevallenverzekering op-/inzittenden wordt verstaan onder:
6.1.1 Ongeval:
Een plotselinge en rechtstreekse inwerking van een van buiten komend geweld, waardoor lichamelijk letsel, waarvan de aard en plaats geneeskundig zijn vast te stellen, wordt toegebracht. Met een ongeval worden ge- lijkgesteld:
a) het ongewild en plotseling binnenkrijgen van stoffen of voorwerpen, met uitzondering van ziekteverwek- kers of allergenen, in het spijsverteringskanaal, de luchtwegen, de ogen of de gehoororganen, waardoor inwendig letsel ontstaat;
b) acute vergiftiging als gevolg van het plotseling en ongewild binnenkrijgen van gassen, dampen, vloeiba- re of vaste stoffen. Uitgezonderd is vergiftiging die is ontstaan door het gebruik van geneesmiddelen of door het binnenkrijgen van allergenen, ziekteverwekkers en verdovende of opwekkende middelen, tenzij op medisch voorschrift gebruikt in verband met het ongeval;
c) besmetting door ziekteverwekkers of een allergische reactie als gevolg van een onvrijwillige val in het water of enige andere (vloeibare of vaste) stof of ontstaan bij (een poging tot) redding van mens, dier, geld of goederen;
d) wondinfectie, bloedvergiftiging en andere ziekten ontstaan door het binnendringen van ziekteverwekkers ten gevolge van een door het ongeval ontstaan letsel;
e) complicaties en verergeringen van het ongevalsletsel als rechtstreeks gevolg van eerste hulpverlening of van een medisch noodzakelijke behandeling;
f) verdrinking, verstikking, zonnesteek, hitteberoerte, warmtestuwing, verbranding, etsing door bijtende vloeistoffen, bevriezing, blikseminslag of een andere elektrische ontlading;
g) uitputting, verhongering, verdorsting en zonnebrand als gevolg van een ramp;
h) verstuiking, verrekking, ontwrichting en scheuring van spier- en bandweefsel, mits plotseling ontstaan en mits de aard en plaats van het letsel geneeskundig zijn vast te stellen;
i) Post Whiplash klachten zonder objectieve afwijkingen geven recht op een uitkering van 0 tot 5% volgens de richtlijnen van de A.M.A.-guide, aangevuld met de richtlijnen van de Nederlandse Specialistenvereni- ging.
6.1.2 Blijvende invaliditeit:
Blijvend geheel of gedeeltelijk (functie)verlies van een deel of orgaan van het lichaam van de verzekerde.
6.2 Verzekerde ongevallen:
De dekking heeft betrekking op een ongeval een verzekerde overkomen tijdens en ten gevolge van:
a) Het verblijf in het motorrijtuig inclusief het in- en uitstappen;
b) Het zich voor het bijvullen van brandstof ophouden bij een tankstation;
c) Gedurende de rit – langs de weg – aan het motorrijtuig een noodreparatie verrichten of daarbij behulpzaam zijn;
d) Het verlenen van hulp aan slachtoffers na een ongeval waarbij het motorrijtuig betrokken is.
6.3 Omvang van de dekking: A Uitkering bij overlijden:
In geval van overlijden van de verzekerde als rechtstreeks gevolg van een ongeval, wordt het voor overlijden verzekerd bedrag uitgekeerd met inachtneming van artikel 6.4 van deze bijzondere voorwaarden. Een vooraf- gaande uitkering of voorschot wegens blijvende invaliditeit ten gevolge van hetzelfde ongeval wordt daarop in mindering gebracht tot ten hoogste de voor overlijden verzekerde som.
B Uitkering bij blijvende invaliditeit:
1) In geval van blijvende invaliditeit van verzekerde als rechtstreeks gevolg van een ongeval, wordt een uitke- ring wegens blijvende invaliditeit gedaan met inachtneming van artikel 6.4 van deze voorwaarden.
2) De aanwezigheid en de mate van blijvende invaliditeit wordt uitsluitend vastgesteld op basis van rapportage van door de verzekeraar aangewezen medische en (eventueel) andere deskundigen. Voor de bepaling van de mate waarin de verzekerde blijvend invalide is, hanteert de verzekeraar objectieve maatstaven die zoveel mogelijk in overeenstemming zijn met de laatste uitgave van de “Guides to the Evaluation of Permanent Im- pairment” van de American Medical Association (A.M.A.) en de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie en de Nederlandse Orthopaedische Vereniging, tenzij het percentage van blijvende invalidi- teit terug te vinden is in de hieronder in lid 3 vermelde Gliedertaxe.
3) Gliedertaxe
Bij blijvend volledig (functie)verlies van:
Beide ogen .................................................. | 100% |
Een oog………………………………………… | 50% |
Het gehele gehoorvermogen........................ | 60% |
Het gehoorvermogen van een oor…………... | 25% |
Een oorschelp…………………………………. | 5% |
Het spraakvermogen………………………….. | 50% |
De reuk of de smaak………………………….. | 10% |
De neus………………………………………… | 10% |
Een natuurlijk blijvend gebitselement………. | 1% |
De milt…………………………………………… | 10% |
Een nier…………………………………………. | 20% |
Een long… 30%
Beide armen… 100%
Beide handen… 100%
Beide benen… 100%
Beide voeten……………………………………. | 85% |
Een arm of hand en een been of voet………. | 100% |
Een arm in schoudergewricht………………… | 80% |
Een arm in ellebooggewricht…………………. | 75% |
Een hand in polsgewricht…………………….. | 70% |
Een duim……………………………………….. | 25% |
Een wijsvinger…………………………………. | 15% |
Een middelvinger……………………………… | 12% |
Een van de overige vingers………………….. | 10% |
Een been of een voet…………………………. | 70% |
Een grote teen…………………………………. | 10% |
Een van de andere tenen…………………….. | 5% |
Bij blijvend gedeeltelijk (functie) verlies van één of meer van de in de Gliedertaxe genoemde lichaamsdelen of organen, wordt het uitkeringspercentage naar evenredigheid met de hiervoor genoemde percentages vastgesteld.
4) Bij verlies of blijvende onbruikbaarheid van meerdere lichaamsdelen of organen worden de percentages op- geteld tot een maximum van 100%.
5) Voor blijvende invaliditeit ontstaan door één of meerdere ongevallen worden de percentages blijvende inva- liditeit opgeteld tot een maximum van 100%.
6) Bij het vaststellen van de mate van invaliditeit wordt geen rekening gehouden met het beroep van verzeker- de.
7) Bij het vaststellen van de mate van blijvende invaliditeit wordt geen rekening gehouden met psychische aandoeningen, van welke aard ook, tenzij dit medisch aantoonbaar het rechtstreeks gevolg is van bij het ongeval ontstaan hersenletsel.
8) Mocht verzekerde voor het vaststellen van de invaliditeit als gevolg van het ongeval zijn overleden, dan is de verzekeraar geen uitkering verschuldigd voor blijvende invaliditeit.
9) De mate van blijvende invaliditeit wordt vastgesteld zodra van een onveranderlijke toestand kan worden ge- sproken, doch in ieder geval twee jaar na de datum van het ongeval. De hoogte van de uitkering wordt be- paald volgens de op grond van medische rapporten te verwachten definitieve graad van invaliditeit. Deze termijn van twee jaar kan naar keuze van de verzekerde worden verlengd tot drie jaar, wat verzekerde uiter- lijk 30 dagen voor het verstrijken van de termijn van twee jaar schriftelijk aan de verzekeraar dient te berich- ten.
10) Indien binnen één jaar na de ongevalsdatum nog geen blijvende invaliditeit is vastgesteld, wordt de verzeke- raar vanaf de 366e dag na de ongevaIsdatum een rente verschuldigd gelijk aan de wettelijke rente over het uiteindelijk uit te keren bedrag. De rente wordt uitgekeerd gelijk met de uitkering wegens blijvende invalidi- teit. Geen recht op wettelijke rente bestaat indien verzekerde kiest voor verlenging van de termijn omschre- ven in lid 9 gerekend vanaf de 731e dag na het ongeval.
11) Het vaststellen van de mate van invaliditeit vindt plaats in Nederland, ook al is een verzekerde na het onge- val naar het buitenland vertrokken, of bevond deze zich ten tijde van het ongeval in het buitenland. Een ver- zekerde dient in dat geval op eigen kosten naar Nederland (terug) te komen voor het vaststellen van de de- finitieve mate van invaliditeit. Voldoet een verzekerde hieraan niet, dan vervalt daarmee zijn recht op uitke- ring, tenzij anders is overeengekomen.
6.4 Regeling van de schade:
a) de uitkering bij overlijden geschiedt aan de overblijvende echtgeno(o)t(e), de geregistreerde partner van de verzekerde of degene met wie de verzekerde duurzaam samenwoont of - bij ontstentenis daarvan - aan de wet- tige erfgenamen van de verzekerde en wel aan ieder voor een gelijk deel. De Staat der Nederlanden en de schuldeisers die geen erfgenamen zijn, kunnen in geen geval aanspraken maken op deze verzekering;
b) de uitkering bij blijvende invaliditeit geschiedt aan de verzekerde aan wie het ongeval is overkomen;
c) als de gevolgen van het ongeval vergroot zijn door ziekte, gebrekkigheid of een abnormale lichaams- of gees- tesgesteldheid van de verzekerde, dan wordt voor de vaststelling van de uitkering uitgegaan van de gevolgen die het ongeval gehad zou hebben, als de verzekerde geheel valide en gezond zou zijn.
− De voorgaande bepaling is echter niet van toepassing, indien de bestaande ziekte, gebrekkigheid of de ab- normale lichaams- of geestesgesteldheid van de verzekerde het gevolg is van een vroeger ongeval, waar- voor de verzekeraar krachtens deze verzekering al een uitkering heeft verstrekt of nog zal moeten ver- strekken.
− Als een bestaande blijvende invaliditeit door een ongeval wordt verergerd, verleent de verzekeraar hiervoor geen uitkering.
− Indien al vóór het ongeval (functie-)verlies van het betrokken lichaamsdeel of orgaan bestond, wordt de uit- kering voor blijvende invaliditeit naar evenredigheid verlaagd.
6.5 Bijzondere uitsluitingen:
Onverminderd de uitsluitingen genoemd in artikel 9 van deze Bijzondere Voorwaarden is de verzekeraar niet tot uitkering verplicht voor ongevallen die ontstaan of bevorderd zijn of waarvan de gevolgen verergerd zijn door:
a) Het ten tijde van de gebeurtenis onder zodanige invloed van alcoholhoudende drank of enig bedwelmend of opwekkend middel verkeren van de feitelijke bestuurder van het motorrijtuig,
- dat hij niet in staat moest worden geacht het motorrijtuig naar behoren te besturen,
- dan wel dat dit hem door de wet of overheid zou zijn verboden.
Als de bestuurder een ademtest, urinetest of bloedproef weigert, staat dat gelijk aan het bepaalde in de vorige zin.
Deze uitsluiting geldt niet indien de verzekerde aantoont dat de daarin bedoelde omstandigheden zich buiten zijn weten en tegen zijn wil hebben voorgedaan én dat hem ter zake van deze omstandigheden geen verwijt treft.
b) de betrokkenheid van een verzekerde als dader bij een misdrijf of poging daartoe;
c) het ondernemen van een waagstuk waarbij verzekerde zichzelf bewust roekeloos in gevaar brengt tenzij dit re- delijkerwijs noodzakelijk is ter rechtmatige zelfverdediging of bij (een poging tot) redding van mens, dier, geld of goederen;
6.6 Beperking van de uitkering:
a) voor verzekerden, die ten tijde van het ongeval:
1) 70 jaar en ouder zijn, wordt ten hoogste uitgekeerd:
a) bij overlijden 50% van het voor deze rubriek verzekerde bedrag;
b) bij blijvende invaliditeit 50% van het voor deze rubriek uit te keren bedrag dan wel naar keuze van ver- zekerde een rente-uitkering die per jaar gelijk is aan 12% van het uit te keren bedrag;
2) Xxxxxx zijn dan 16 jaar, zaI de uitkering in geval van overlijden ten hoogste € 3.750 bedragen.
b) aantal verzekerden:
Als op het moment van het ongeval het aantal verzekerden groter is dan het op het polisblad vermelde aantal zitplaatsen, dan worden de verzekerde bedragen per verzekerde geacht te zijn verminderd in verhouding van dat aantal zitplaatsen tot het aantal verzekerden;
c) veiligheidsgordel of valhelm:
Wanneer een verzekerde ten tijde van een ongeval geen veiligheidsgordel om had of valhelm droeg, terwijl dit van overheidswege verplicht was, worden de verzekerde bedragen voor overlijden en blijvende invaliditeit ver- minderd met 25%.
6.7 Verplichtingen na een ongeval:
Onverminderd het bepaalde in artikel 3 van de Algemene Voorwaarden gelden de volgende aanvullende verplich- tingen:
a) In geval van overlijden van de verzekerde als gevolg van een ongeval, is de verzekeringnemer of de begunstig- de verplicht dit ten minste 48 uur vóór de begrafenis of crematie bij de verzekeraar te melden;
b) In geval van blijvende invaliditeit van de verzekerde als gevolg van een ongeval zijn zowel de verzekeringnemer als de verzekerden verplicht dit zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen drie maanden na het ongeval, bij de verzekeraar te melden. Indien de aangifte later wordt gedaan, bestaat alleen recht op uitkering indien de belan- gen van de verzekeraar niet zijn geschaad en kan worden aangetoond dat de invaliditeit uitsluitend het gevolg is van het ongeval. Ieder recht op uitkering vervalt wanneer de aangifte meer dan drie jaar na het ongeval wordt gedaan;
c) De verzekerde is bovendien verplicht:
− zich onder geneeskundige behandeling te stellen indien dit redelijkerwijs noodzakelijk is en al het mogelijke te doen om een spoedig herstel te bevorderen onder meer door de voorschriften van de behandelend arts op te volgen;
− zich desgevraagd op kosten van de verzekeraar te laten onderzoeken door een door de verzekeraar aan te wijzen arts;
d) De verzekerde of begunstigde is bovendien verplicht zijn toestemming of medewerking te verlenen tot alle maatregelen die de verzekeraar nodig acht voor het vaststellen van de mate van invaliditeit en/of de doodsoor- zaak.
Artikel 7. De Schadeverzekering Inzittenden
7.1 Onder schade wordt verstaan:
a) schade aan personen: de schade door letsel of aantasting van de gezondheid van de verzekerde, ongeacht of dit de dood tot gevolg heeft;
b) schade aan zaken: de schade door beschadiging en/of vernietiging van zaken die behoren tot de particuliere huishouding van verzekerde en zich in en/of op het motorrijtuig bevinden. Deze zaken mogen echter niet tot de uitrusting of accessoires en/of bijzondere constructies van het motorrijtuig dan wel tot een handelsvoorraad be- horen.
7.2 Omvang van de verzekering.
Verzekerd is, tot maximaal het verzekerd bedrag per gebeurtenis, de schade welke de verzekerden lijden als ge- volg van een verkeersongeval. Sieraden en foto- en filmapparatuur zijn slechts verzekerd tot een maximum van
€ 2.300 per verzekerde per gebeurtenis.
7.3 Bijzondere uitsluitingen.
Onverminderd de uitsluitingen genoemd in artikel 9 van de Bijzondere Voorwaarden is van deze verzekering uitge- sloten:
a) Schade die is ontstaan terwijl de feitelijke bestuurder van het motorrijtuig ten tijde van de gebeurtenis onder zodanige invloed van alcoholhoudende drank of enig bedwelmend of opwekkend middel verkeerde,
- dat hij niet in staat moest worden geacht het motorrijtuig naar behoren te besturen,
- dan wel dat dit hem door de wet of overheid zou zijn verboden.
Als de bestuurder een ademtest, urinetest of bloedproef weigert, staat dat gelijk aan het bepaalde in de vorige zin.
Deze uitsluiting geldt niet indien de verzekerde aantoont dat de daarin bedoelde omstandigheden zich buiten zijn weten en tegen zijn wil hebben voorgedaan én dat hem ter zake van deze omstandigheden geen verwijt treft.
b) Schade die voortvloeit uit diefstal of vermissing van geld, geldswaardig papier, cheques en/of betaalkaarten met eventueel bijbehorende passen, creditcards van banken of andere instellingen.
7.4 Regeling van de schade:
a) Vaststelling vergoeding. Wordt een verzekerde gedood of gewond, dan zal
− bij de vaststelling van de omvang van de vergoeding
− en bij het vaststellen van degenen die recht hebben op vergoeding
het bepaalde in de artikelen 6:107 en 6:108 van het Burgerlijk Wetboek worden toegepast.
b) Veiligheidsgordels. Het in strijd met de wettelijke verplichtingen niet dragen van de in het motorrijtuig aanwezi- ge veiligheidsgordels kan eigen schuld aan de schade opleveren. Die eigen schuld wordt vastgesteld in over- eenstemming met het heersende recht en wordt bij de vaststelling van de schade toegerekend aan de verze- kerde die geen gordel droeg.
c) Rechthebbenden. Op deze verzekering kan uitsluitend een beroep worden gedaan door de rechtstreeks bij het (verkeers)ongeval betrokken benadeelde natuurlijke personen of hun nabestaanden.
d) Overschrijding verzekerd bedrag. Indien meerdere personen aan deze verzekering rechten kunnen ontlenen en als hun schade in totaal het verzekerd bedrag overtreft, zal het verzekerd bedrag naar evenredigheid van hun schade worden verdeeld. Bestaat de vergoeding van schade uit periodieke uitkeringen en is de waarde daar- van, met daarbij opgeteld eventuele andere uitkeringen, hoger dan het verzekerd bedrag, dan wordt de duur of de hoogte van die uitkeringen naar evenredigheid verminderd.
e) Samenloop aansprakelijkheidsverzekering. Indien een van de verzekerden aansprakelijk is voor schade die on- der deze verzekering is gedekt, zal de betaling - voor zover die gevorderd kan worden onder de aansprakelijk- heidsverzekering – gedaan worden volgens de bepalingen van de verzekering voor wettelijke aansprakelijk- heid.
Artikel 8. Rechtsbijstandverzekering
8.1 Overdracht:
De verzekeraar heeft de behandeling van de door verzekerde aangemelde (en verzekerde) voorvallen over- gedragen aan ARAG Rechtsbijstand. De verzekeraar garandeert nakoming door ARAG Rechtsbijstand van de in deze voorwaarden genoemde verplichtingen.
8.2 Rechtsbijstand:
a) aanspraak op rechtsbijstand: de verzekering geeft een verzekerde aanspraak op rechtsbijstand zoals hierna omschreven, indien zich tijdens de verzekeringsduur een gebeurtenis voordoet die voor verzekerde zelf een ju- ridisch probleem doet ontstaan;
b) rechtsbijstand houdt in: de gebeurtenis die een verzekerde heeft aangemeld, voor rekening van de ARAG Rechtsbijstand op zijn juridische gevolgen onderzoeken en ter zake adviseren dan wel de nodige (rechts) maat- regelen nemen of doen nemen, tenzij in redelijkheid niet (meer) het door verzekerde beoogde resultaat kan worden bereikt;
c) bestaande juridische problemen twijfelachtig: indien geen zekerheid bestaat omtrent de oorzaak, de veroorza- ker en/of (de omvang van) de feitelijke of geldelijke gevolgen van de aangemelde gebeurtenis dient de verze- kerde door middel van een rapport van een in overleg met de ARAG Rechtsbijstand te benoemen deskundige dienaangaande uitsluitsel te verschaffen. Geeft het rapport voldoende grond voor een juridische actie, waardoor het door verzekerde beoogde resultaat kan worden bereikt, dan vergoedt de ARAG Rechtsbijstand de kosten van de rapportage;
d) verscheidene belanghebbenden: indien anderen dan verzekerden met betrekking tot de gebeurtenis die de be- hoefte aan rechtshulp heeft doen ontstaan eveneens belang hebben, dan vergoedt de ARAG Rechtsbijstand aan verzekerde(n) slechts de kosten van rechtsbijstand in verhouding van het aantal verzekerden tot het aantal belanghebbenden.
8.3 Omvang van de dekking: Verhaalsdekking:
Deze verzekering verleent aan verzekerde ter zake van een gebeurtenis waarbij het motorrijtuig is betrokken de navolgende rechtsbijstand:
a) verhaalsrechtsbijstand: rechtsbijstand tot het verhalen van de schade die aan verzekerde is toegebracht en waarvoor een derde wettelijk aansprakelijk is. Indien verzekerde de mogelijkheid heeft zich in een strafprocedu- re civiele partij te stellen zonder daardoor rechten prijs te geven, maar hij daaraan niet wil meewerken, dan is ARAG Rechtsbijstand ter zake niet tot verdere rechtsbijstandverlening verplicht.
b) strafrechtsbijstand: rechtsbijstand bij een tegen verzekerde gerichte strafvervolging, bij het daaraan verbonden onderzoek en bij alle in verband daarmee genomen maatregelen.
c) zekerheidstelling: als een buitenlandse overheid in verband met een gedekte gebeurtenis van de verzekerde een borgsom eist:
− voor diens vrijlating of voor de teruggave van hem toebehorende zaken;
− of voor de opheffing van een beslag daarop, schiet ARAG Rechtsbijstand een bedrag voor van ten hoogste
€ 25.000. De verzekerde is verplicht het voorschot zo snel mogelijk terug te betalen, maar in elk geval bin- nen twee jaar nadat het is verstrekt.
8.4 Omvang van de dekking: Rechtsbijstand motorrijtuigen:
Deze verzekering verleent aan verzekerde ter zake van een gebeurtenis waarbij het motorrijtuig is betrokken de navolgende rechtsbijstand:
a) de in artikel 8.3 (verhaalsdekking) omschreven rechtsbijstand.
b) rijbewijsrechtsbijstand: rechtsbijstand ter terugverkrijging van een ingevorderd rij- of kentekenbewijs of van het motorrijtuig, indien dat door de overheid in beslag is genomen, en rechtsbijstand voor problemen in verband met het ongeldig verklaren van het rijbewijs.
c) contractsrechtsbijstand:
1) aan verzekeringnemer wordt rechtsbijstand verleend ter zake van geschillen samenhangende met:
a) koopovereenkomst van een nieuw motorrijtuig of een motorrijtuig met BOVAG- garantie of een andere schriftelijke garantie waar een dealerorganisatie of een importeur achter staat;
b) reparatie- en revisieopdrachten aan een bedrijf mits dat bedrijf is aangesloten bij BOVAG- of FOCWA;
c) financierings- en lease-overeenkomsten ter zake van het motorrijtuig;
d) verzekeringsovereenkomst ter zake van het motorrijtuig;
e) overeenkomst van vervoer van het motorrijtuig;
f) huurovereenkomst van een tijdelijke vervangende personenauto als bedoeld in artikel 11 van deze voor- waarden.
2) de contractsrechtsbijstand geldt voor gebeurtenissen die plaatsvinden na een wachttijd van drie maanden vanaf de ingangsdatum van deze verzekering. Er geldt geen wachttijd:
a) indien deze verzekering is gesloten voordat de levering van het motorrijtuig heeft plaatsgevonden;
b) indien deze verzekering is gesloten aansluitend op een andere soortgelijke verzekering, waarin het des- betreffende risico eveneens was gedekt;
3) de contractsrechtsbijstand motorrijtuigen geldt indien de gebeurtenis in Nederland heeft plaatsgevonden en bovendien de wederpartij in Nederland is gevestigd
4) om voor contractsrechtsbijstand in aanmerking te komen dient de verzekeringnemer bij de zaak een finan- cieel belang te hebben van minimaal € 225.
8.5 Verzekerde kosten van rechtsbijstand:
a) Voor rekening van ARAG Rechtsbijstand komen:
1) de kosten van advies en behandeling door de eigen deskundigen van ARAG Rechtsbijstand;
2) de kosten van de in overleg met ARAG Rechtsbijstand ingeschakelde externe deskundige(n) en van de in diens opdracht in overleg met ARAG Rechtsbijstand genomen maatregelen;
3) de kosten van getuigen, voor zover door de rechter toegewezen;
4) de proceskosten van de verzekerde en van de tegenpartij, voor zover die krachtens een onherroepelijk von- nis ten laste van de verzekerde komen;
5) de kosten van het ten uitvoer leggen van een vonnis gedurende maximaal vijf jaar nadat dit vonnis onher- roepelijk is geworden;
6) de noodzakelijke reis- en verblijfkosten van de verzekerde, indien zijn persoonlijk verschijnen voor een bui- tenlands gerecht door een rechter is bevolen of door de ingeschakelde externe deskundige dringend wordt gewenst.
b) ARAG Rechtsbijstand vergoedt de externe kosten zoals hierboven in lid a onder 2 t/m 6 vermeld tot ten hoogste
€ 10.000 per gebeurtenis. Indien naar aanleiding van een gebeurtenis meerdere aanspraken op rechtsbijstand bestaan, dan geldt dit maximum voor alle aanspraken tezamen. Zodra te verwachten is dat de externe kosten het verzekerd bedrag te boven zullen gaan, zal ARAG Rechtsbijstand verzekerde hiervan op de hoogte stellen en in overleg met hem bezien hoe verder te handelen.
c) Indien het juridische probleem of geschil gedeeltelijk onder de dekking van deze verzekering valt, worden de aan het verlenen van rechtsbijstand verbonden kosten door ARAG Rechtsbijstand slechts pro rata vergoed.
d) Indien de tegenpartij tot vergoeding van kosten, waaronder begrepen buitengerechtelijke kosten, kan worden gehouden, komt het bedrag van deze kosten ten gunste van ARAG Rechtsbijstand.
e) Niet onder de verzekering vallen:
1) BTW- bedragen voor zover de verzekerde deze kan verrekenen met door hem verschuldigde BTW- afdrach- ten;
2) kosten die verzekerde van een ander dan de bij deze verzekering betrokken partijen vergoed kan krijgen. Mocht vergoeding worden geweigerd dan neemt ARAG Rechtsbijstand alle kosten van (buiten) gerechtelijke invordering voor haar rekening. Tot het tijdstip dat deze kosten worden vergoed kan ARAG Rechtsbijstand deze voorschieten aan verzekerde, die zich verplicht deze kosten terug te betalen op het moment dat deze kosten zijn vergoed;
3) aan verzekerde opgelegde geldstraffen, boetes, dwangsommen of door verzekerde te betalen rente;
4) kosten als gevolg van verzuim, nalatigheid of fouten van verzekerde met betrekking tot de behandeling van de zaak;
5) kosten voor zover die voortvloeien uit wettelijke verplichtingen.
8.6 Bijzondere uitsluitingen:
De uitsluitingen genoemd in artikel 9 van deze bijzondere voorwaarden zijn ook voor het verlenen van rechtsbij- stand van kracht. Tevens is ARAG Rechtsbijstand nooit verplicht tot het verlenen van rechtsbijstand indien de ge- beurtenis verband houdt met of indien het betreft:
a) een gebeurtenis waarvoor verzekerde aanspraak kan maken op behartiging van zijn belangen krachtens een aansprakelijkheidsverzekering;
b) een geschil over deze rechtsbijstandverzekering motorrijtuigen met ARAG Rechtsbijstand. De verzekeraar ver- goedt echter alsnog de redelijk gemaakte kosten van rechtsbijstand als de verzekerde in een onherroepelijk vonnis gelijk krijgt.
Voorts is ARAG Rechtsbijstand niet verplicht tot het verlenen van rechtsbijstand in de gevallen vermeld in artikel
8.3 en 8.4 van deze bijzondere voorwaarden indien de gebeurtenis verband houdt met of indien het betreft:
c) Schade die is ontstaan terwijl de bestuurder van het motorrijtuig ten tijde van de gebeurtenis onder zodanige invloed van alcoholhoudende drank of enig bedwelmend of opwekkend middel verkeerde,
- dat hij niet in staat moest worden geacht het motorrijtuig naar behoren te besturen,
- dan wel dat dit hem door de wet of overheid zou zijn verboden.
Als de bestuurder een ademtest, urinetest of bloedproef weigert, staat dat gelijk aan het bepaalde in de vorige zin.
d) fiscale kwesties zoals belastingheffingen, retributies, accijnzen;
e) strafvervolging wegens verdenking van:
1) indien het gaat om een strafzaak waarbij verzekerde wordt verdacht van het plegen van een (voorwaardelijk) opzet- of economisch delict;
2) indien verzekerde (mede) verdacht wordt van overtreding van artikel 7, 8 of 163 Wegenverkeerswet (respec- tievelijk: doorrijden na ongeval, rijden onder invloed, of weigeren zich aan een bloed- en/of ademonderzoek te onderwerpen), dan wel dienovereenkomstige buitenlandse bepalingen.
Bij vrijspraak van het ten laste gelegde, vergoedt ARAG Rechtsbijstand alsnog de redelijk gemaakte kosten. In dat geval dient de zaak zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen een maand na het bekend worden van de rechterlijke uitspraak bij ARAG Rechtsbijstand te worden gemeld. Dit is nodig in verband met een verzoek om de door de verzekerde gemaakte kosten van de Staat vergoed te krijgen.
Geen aanspraak op rechtsbijstand kan worden gemaakt indien verzekerde een overtreding van een verkeers- voorschrift heeft begaan, waarbij afdoening kan plaatsvinden via een administratiefrechtelijke sanctie dan wel betaling van een geldbedrag. (Voorbeeld: snelheidsovertreding of rijden door rood licht.)
f) een onderling geschil tussen verzekerden op dezelfde verzekering. Bestaan tegenstrijdige belangen tussen ver- zekerden dan wordt uitsluitend aan verzekeringnemer rechtsbijstand verleend;
g) bedrijfsmatige exploitatie van het motorrijtuig (bijvoorbeeld door het te verhuren of te gebruiken als taxi of les- voertuig).
8.7 De verplichtingen van de verzekerde:
a) zodra de verzekerde kennis draagt van een gebeurtenis die voor ARAG Rechtsbijstand kan leiden tot een ver- plichting om rechtsbijstand te verlenen, is hij verplicht:
− zo spoedig mogelijk die gebeurtenis bij ARAG Rechtsbijstand of bij Connect Assuradeuren te melden;
− zo spoedig mogelijk alle gegevens en bescheiden te verstrekken;
− zijn volle medewerking te verlenen en alles na te laten wat de belangen van ARAG Rechtsbijstand zou kun- nen benadelen;
− zich op verzoek van ARAG Rechtsbijstand in een strafzaak civiele partij te stellen;
− alle door ARAG Rechtsbijstand verlangde medewerking te verlenen bij het verhalen van gemaakte kosten van rechtsbijstand.
Door de gebeurtenis aan te melden machtigt de verzekerde ARAG Rechtsbijstand, met uitsluiting van ieder an- der, tot het - zowel in als buiten rechte - behartigen van zijn belangen;
b) de verzekering geeft geen dekking indien de verzekerde een van de hiervoor genoemde verplichtingen niet is nagekomen en daardoor de belangen van ARAG Rechtsbijstand heeft geschaad, dan wel indien verzekerde een ander met de behartiging van zijn belangen heeft belast. Het recht op rechtsbijstand vervalt, indien de aanmelding plaatsvindt na een jaar na het moment waarop de verzekerde kennis kreeg of had kunnen krijgen van de gebeurtenis, die voor ARAG Rechtsbijstand tot een verplichting kan leiden
8.8 Behandeling van de zaak en verplichtingen van ARAG Rechtsbijstand:
a) de rechtsbijstand wordt verleend door deskundigen in dienst van ARAG Rechtsbijstand of door externe deskun- digen, indien ARAG Rechtsbijstand dat wenselijk en/of noodzakelijk acht.
b) met externe deskundigen worden bedoeld advocaten en andere ter zake kundigen, die krachtens toepasselijke regels inzake procesbevoegdheid in de (eventuele) gerechtelijke of administratieve procedure de noodzakelijke rechtsbijstand mogen verlenen. In geval een externe deskundige voor het verlenen van rechtsbijstand wordt in- geschakeld, heeft verzekerde het recht deze zelf te kiezen. Heeft de verzekerde geen voorkeur, dan kiest ARAG Rechtsbijstand;
c) het recht om voor het verlenen van rechtsbijstand een externe deskundige te kiezen heeft verzekerde even- eens, indien zowel verzekerde als diens wederpartij jegens de verzekeraar aanspraak op rechtsbijstand hebben voor de behandeling van een tussen hen beiden gerezen en bij ARAG Rechtsbijstand aangemeld geschil;
d) de opdracht aan externe deskundigen wordt uitsluitend namens verzekerde door ARAG Rechtsbijstand gege- ven;
e) gaat het om een zaak waarin een Nederlandse rechter bevoegd is, dan komen uitsluitend externe deskundigen in aanmerking die in Nederland zijn ingeschreven en aldaar kantoor houden. Gaat het om een zaak waarin een buitenlandse rechter bevoegd is, dan komen uitsluitend externe deskundigen in aanmerking die bij het betref- fende buitenlandse gerecht staan ingeschreven;
f) ARAG Rechtsbijstand is nimmer verplicht voor het verlenen of voortzetten van rechtsbijstand tegelijkertijd of achtereenvolgens voor haar rekening meer dan een externe deskundige in te schakelen;
g) ARAG Rechtsbijstand is niet gebonden aan betalingsafspraken die door verzekerde met externe deskundigen gemaakt zijn;
h) ARAG Rechtsbijstand is niet aansprakelijk voor schade welke ontstaat door of verband houdt met de behande- ling van een zaak door een ingeschakelde derde
8.9 Afkoop:
a) indien ARAG Rechtsbijstand of Connect Assuradeuren van mening is dat het financieel belang van de verze- kerde de te maken kosten niet rechtvaardigt, is zij gerechtigd in plaats van (verdere) rechtsbijstand te verlenen verzekerde een bedrag aan te bieden tot grootte van het financieel belang;
b) de rechten die ter zake deze gebeurtenis voor de verzekerde voortvloeien uit de verzekering komen na betaling van het bedrag te vervallen.
8.10 Geschillen:
a) indien verzekerde en ARAG Rechtsbijstand van mening verschillen over de te volgen gedragslijn bij de behan- deling van het juridisch probleem waarvoor verzekerde aanspraak heeft op rechtsbijstand, zal dit meningsver- schil op kosten van ARAG Rechtsbijstand ter beslissing worden vastgelegd aan een door verzekerde te kiezen in Nederland gevestigde advocaat. ARAG Rechtsbijstand zendt de aan partijen bekende stukken aan de advo- caat, die op basis daarvan zijn standpunt bepaalt en dit gemotiveerd schriftelijk aan verzekerde en ARAG Rechtsbijstand toelicht. Indien de advocaat het met verzekerde eens is, wordt de zaak met inachtneming van dit onderdeel voortgezet. Indien de advocaat het met verzekerde niet eens is, kan verzekerde de zaak aan zich trekken. Bereikt hij het door hem beoogde resultaat alsnog, dan vergoedt ARAG Rechtsbijstand de door verze- kerde gemaakte kosten van rechtsbijstand voor zover die voor zijn rekening zijn gekomen.
b) is het verlenen van rechtsbijstand buiten het in lid a genoemd geval opgedragen aan een externe deskundige en de verzekerde verschilt met deze deskundige van mening over de te volgen gedragslijn bij de behandeling van het juridische probleem waarvoor de verzekerde aanspraak heeft op rechtsbijstand, dan kan de verzekerde de zaak aan zich trekken. Bereikt hij het door hem beoogde resultaat alsnog, dan vergoedt ARAG Rechtsbij- stand de gemaakte kosten van rechtsbijstand voor zover die voor zijn rekening zijn gekomen.
8.11 Indexering:
De premie voor de rechtsbijstandverzekering kan jaarlijks per de premievervaldatum worden aangepast aan prijs- ontwikkelingen.
Artikel 9. Algemene uitsluitingen
Van deze verzekering is uitgesloten schade:
a) waarvan de verzekerde over het ontstaan, de aard of de omvang opzettelijk een onvolledige of onware opgave doet;
b) veroorzaakt, toegenomen of verergerd door opzet, roekeloosheid of met goedvinden van een verzekerde of een ander die bij de uitkering belang heeft;
c) veroorzaakt tijdens het deelnemen aan wedstrijden, met uitzondering van die betrouwbaarheids-, oriëntatie- en kaartleesritten, waarvan het traject binnen Nederland en eventueel gedeeltelijk binnen de aangrenzende buurlan- den ligt, de toegestane aangesloten reistijd niet langer is dan 24 uur en waarbij de snelheid over enig deel van het traject geen overwegende factor vormt bij de rangschikking in het eindklassement. Eveneens is uitgesloten schade veroorzaakt tijdens terrein- en/of cross- en/of trail-rijden;
d) veroorzaakt terwijl het motorrijtuig wordt gebruikt voor:
1) verhuur (waaronder leasing);
2) vervoer van personen tegen betaling, waaronder niet wordt verstaan het binnen Nederland bij toerbeurt rijden in het woon- werkverkeer (zgn. carpooling);
3) andere doeleinden dan aan de verzekeraar zijn opgegeven dan wel door de wet zijn toegestaan;
4) het trekken van een aanhangwagen die het wettelijk toegestane gewicht overschrijdt;
5) deelname aan behendigheidsproeven en slipcursussen;
e) veroorzaakt terwijl degene die het motorrijtuig bestuurt:
1) niet in het bezit is van een geldig voor het besturen van het motorrijtuig naar Nederlands recht wettelijk voorge- schreven rijbewijs. Als geldig rijbewijs wordt tevens aangemerkt een rijbewijs dat, ten hoogste 1 jaar, zijn gel- digheid heeft verloren door het verstrijken van de in de wet genoemde geldigheidsduur, tenzij de leeftijd van 70
jaar is bereikt. Degene die het motorrijtuig bestuurt, wordt geacht in het bezit te zijn van een geldig rijbewijs in- dien deze het motorrijtuig bestuurt onder toezicht en daarbij voldaan is aan de wettelijke eisen, mits de toe- zichthouder geen les geeft tegen betaling.
2) op grond van de wet of een rechtelijke uitspraak niet tot het besturen van het motorrijtuig bevoegd is;
De uitsluitingen genoemd in artikel 9 lid a t/m e gelden niet indien de verzekerde aantoont dat de daarin genoemde om- standigheden zich buiten zijn weten en tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem ter zake van deze omstandigheden geen verwijt treft;
f) veroorzaakt gedurende de tijd dat het motorrijtuig in beslag is genomen of wordt gebruikt op grond van een besluit van een overheid.
Naast de uitsluitingen genoemd in dit artikel zijn ook de uitsluitingen opgenomen in de Algemene Voorwaarden van kracht evenals de hiervoor genoemde Bijzondere Uitsluitingen.
Artikel 10. Geldigheidsgebied
a) De verzekering is geldig in de landen vermeld op het door de verzekeraar afgegeven Internationale Verzekerings- bewijs (‘groene kaart'), voor zover zij daarin niet zijn doorgehaald;
b) De verzekering is mede van kracht gedurende het vervoer van het motorrijtuig op welke wijze dan ook, tussen de landen onderling van het geldigheidsgebied.
Artikel 11. Tijdelijke vervanging van het motorrijtuig
De verzekering geldt ook voor een niet aan verzekeringnemer of diens echtgeno(o)t(e)/partner toebehorende personenau- to die het motorrijtuig vervangt zolang dit wegens reparatie, onderhoud of een wettelijk verplichte keuring niet beschikbaar is. Deze dekking geldt slechts gedurende ten hoogste dertig achtereenvolgende dagen en voor de eventuele dekking voor volledig casco en beperkt casco indien de cataloguswaarde van de vervangende personenauto niet hoger is dan die van het verzekerde motorrijtuig. Verder is deze dekking niet van kracht voor zover er voor de vervangende personenauto een andere verzekering - al dan niet van oudere datum - is gesloten. Voor het op het polisblad vermelde motorrijtuig blijft ge- durende het vervangingstijdvak de dekking voor WA, volledig casco, beperkt casco en rechtsbijstand van kracht, voor zover deze dekking op het polisblad staat aangegeven.
Artikel 12. Kortingen
a) Bij de berekening van de premie voor de dekkingen Wettelijke Aansprakelijkheid, Beperkt Casco en Volledig Casco, geldt de hierna omschreven kortings/toeslag regeling, verder aan te duiden als Bonus/MaIus-regeling:
1) De verschuldigde premie wordt bij ingang of wijziging van de verzekering mede berekend aan de hand van de op het polisblad aangegeven B/M- trede. Bij het sluiten van de verzekering stelt de verzekeraar de B/M-trede vast aan de hand van onder meer de gekozen dekking, de woon- of verblijfplaats van de (meest) regelmatige bestuur- der, de leeftijd van de (meest) regelmatige bestuurder en het jaarlijks met het motorrijtuig te rijden aantal kilome- ters. Indien zich een wijziging voordoet in één van de gegevens waarop de trede is gebaseerd, dient de verzeke- ringnemer daarvan mededeling te doen aan de verzekeraar;
2) Vervolgens bepaalt de verzekeraar bij het begin van elk verzekeringsjaar een korting of toeslag op de premie die correspondeert met de toepasselijke B/M-trede volgens de regeling in de van toepassing zijnde tabel;
3) Indien op de polis is aangegeven dat een Bonusgarantiedekking van kracht is, is Bonus/Malusregeling B van toe- passing. Is geen Bonusgarantiedekking van kracht, dan geldt Bonus/Malusregeling A.
4) Iedere melding van een schade in een verzekeringsjaar die is veroorzaakt door gebeurtenissen vermeld in de ar- tikelen 4.2, 4.3, 4.5, 4.6, 4.7 of 5.2 lid b van deze Bijzondere Voorwaarden Motorrijtuigen waaruit voor de verze- keraar een verplichting tot uitkering kan voortvloeien, geldt als een schade die van invloed is op de B/M-trede in het volgende verzekeringsjaar;
5) Iedere melding van een schade in een verzekeringsjaar die is veroorzaakt door gebeurtenissen vermeld in de ar- tikelen 4.2, 4.3, 4.5, 4.6, 4.7 of 5.2 lid b van deze Bijzondere Voorwaarden Motorrijtuigen waaruit voor de verze- keraar een verplichting tot uitkering kan voortvloeien, geldt als een schade die van invloed is op het aantal scha- devrije jaren dat vermeld wordt op een bij beëindiging van de verzekering af te geven B/M-verklaring. Het al dan niet wijzigen van B/M-trede en/of premiepercentage is in dit verband niet van belang.
6) Wijziging van de B/M-trede vindt steeds plaats per hoofdpremievervaldatum na een verzekeringstermijn van ten- minste 180 dagen;
7) Het recht op korting, dan wel hogere korting, vangt eerst weer aan na een ononderbroken schadevrij verzeke- ringsjaar;
b) Een aangemelde schade heeft geen invloed op de inschaling op de B/M-ladder indien;
1) de verzekeraar geen schadevergoeding verschuldigd is of indien de verzekeraar de betaalde schade geheel op een derde heeft verhaald dan wel binnen zes maanden na uitbetaling van de verzekerde heeft terugontvangen. Het recht op korting of de inschaling op de B/M- ladder zal niet worden beïnvloed door met andere verzekeraars gesloten overeenkomsten waarbij verzekeraars over en weer - geheel of gedeeltelijk - afstand hebben gedaan van verhaal;
2) de schade het gevolg is van een aanrijding met een voetganger of fietser, waarbij verzekerde aantoonbaar geen verwijt treft;
3) de verzekeraar de schade niet volledig kan verhalen omdat door de bepalingen in de polis meer werd uitgekeerd dan de werkelijk geleden schade;
4) de verzekeraar de geleden schade uitsluitend op grond van artikel 7:962 BW niet volledig kan verhalen;
5) de uitgaven van de verzekeraar uitsluitend bestaan uit kosten als bedoeld in de Bijzondere Voorwaarden motor- rijtuigen artikel 3 Hulpverlening na ongeval (artikel 3.2) en Hulpverlening na ongeval en/of pech (artikel 3.5);
6) uitsluitend schade door vervoer van gewonden is vergoed.
Bonus/Malusregeling A:
B/M-trede in een volgende periode na:
B/M- Trede | Premie percentage |
18 | 20% |
17 | 20% |
16 | 20% |
15 | 20% |
14 | 20% |
13 | 20% |
12 | 21% |
11 | 22% |
10 | 23% |
9 | 24% |
8 | 25% |
7 | 27,5% |
6 | 30% |
5 | 35% |
4 | 40% |
3 | 50% |
2 | 70% |
1 | 100% |
Schade vrij | Eén schade | Twee schades | Drie of meer schades |
18 | 13 | 9 | 1 |
18 | 12 | 8 | 1 |
17 | 11 | 7 | 1 |
16 | 10 | 6 | 1 |
15 | 9 | 5 | 1 |
14 | 8 | 5 | 1 |
13 | 7 | 4 | 1 |
12 | 6 | 3 | 1 |
11 | 5 | 3 | 1 |
10 | 4 | 3 | 1 |
9 | 4 | 3 | 1 |
8 | 3 | 2 | 1 |
7 | 3 | 2 | 1 |
6 | 3 | 2 | 1 |
5 | 2 | 1 | 1 |
4 | 2 | 1 | 1 |
3 | 1 | 1 | 1 |
2 | 1 | 1 | 1 |
Indien op de polis is aangegeven dat de dekking Bonusgarantie van toepassing is, geldt de onderstaande Bonus/Malusregeling B:
B/M-trede in een volgende periode na:
B/M- Trede | Premie percentage |
18 | 20% |
17 | 20% |
16 | 20% |
15 | 20% |
14 | 20% |
13 | 20% |
12 | 21% |
11 | 22% |
10 | 23% |
9 | 24% |
8 | 25% |
7 | 27,5% |
6 | 30% |
5 | 35% |
4 | 40% |
3 | 50% |
2 | 70% |
1 | 100% |
Schade vrij | Eén schade | Twee schades | Drie scha- des | Vier of meer schades |
18 | 18 | 13 | 9 | 1 |
18 | 17 | 12 | 8 | 1 |
17 | 16 | 11 | 7 | 1 |
16 | 15 | 10 | 6 | 1 |
15 | 14 | 9 | 5 | 1 |
14 | 13 | 8 | 5 | 1 |
13 | 12 | 7 | 4 | 1 |
12 | 11 | 6 | 3 | 1 |
11 | 10 | 5 | 3 | 1 |
10 | 9 | 4 | 3 | 1 |
9 | 8 | 4 | 3 | 1 |
8 | 7 | 3 | 2 | 1 |
7 | 6 | 3 | 2 | 1 |
6 | 5 | 3 | 2 | 1 |
5 | 4 | 2 | 1 | 1 |
4 | 3 | 2 | 1 | 1 |
3 | 2 | 1 | 1 | 1 |
2 | 1 | 1 | 1 | 1 |