GV 2022.09
Productvoorwaarden Gebouwenverzekering
GV 2022.09
Wij vinden het belangrijk dat u weet wat u kunt verwachten als u bij ons verzekerd bent. In deze voorwaarden staan de afspraken tussen u en ons en wat er gebeurt als u zich hier niet aan houdt. Zo weet u precies waar u aan toe bent.
In deze Productvoorwaarden leest u waarvoor u verzekerd bent. Naast deze Productvoorwaarden gelden voor uw verzekering ook de Algemene Voorwaarden, de polis en de eventuele Aanvullende Voorwaarden van de keuzedekkingen en de clausules. Samen vormen deze documenten de inhoud van de verzekeringsovereenkomst.
Als de voorwaarden of clausules op de polis van elkaar afwijken gelden eerst de clausules die op de polis staan. Daarna gelden de voorwaarden die per verzekering gelden. En tenslotte gelden de Algemene Voorwaarden.
Om het u gemakkelijk te maken hebben wij een begrippenlijst gemaakt van de woorden die cursief gedrukt zijn. Zo weet u precies wat we met deze begrippen bedoelen.
Korte omschrijving van de verzekering
Met de gebouwenverzekering is uw gebouw verzekerd tegen risico’s zoals brand, blikseminslag, ontploffing, braak, storm en waterschade.
Onder gebouw verstaan we niet alleen het gebouw zelf, maar ook alle bijgebouwen, de terreinafscheidingen en de funderingen.
U kunt de Gebouwenverzekering uitbreiden met keuzedekkingen. Op uw polis staat welke keuzedekkingen u heeft gekozen.
Bel dan uw verzekeringsadviseur, het telefoonnummer staat op uw polis.
Heeft u schade? Geef dit dan zo snel mogelijk door. Dat kan op verschillende manieren:
▪ U belt naar uw verzekeringsadviseur, het telefoonnummer staat op uw polis.
▪ U geeft de schade schriftelijk of online door met een schadeformulier.
Heeft u glasschade?
▪ Bel dan zo snel mogelijk De Glaslijn op het gratis nummer (0000) 000 00 00.
Inhoudsopgave
Korte omschrijving van de verzekering 2 Heeft u vragen? 2 Hoe geeft u een schade door? 2 Wie is verzekerd? En wie is de verzekeraar? 6
2. Wie zijn wij? Wie is de verzekeraar? 6
3. Wat verstaan wij onder een gebouw? 6 Wanneer is uw gebouw verzekerd? 7 Waarvoor bent u verzekerd? 7
4. Verzekerde gebeurtenissen 7
Waarvoor bent u nog meer verzekerd? 9
7. Andere zaken buiten het gebouw 9 Keuze: verhoging verzekerd bedrag 9
Welke extra kosten zijn naast de schade verzekerd? 10
9. Kosten om acute schade te voorkomen of te beperken (bereddingskosten) 10
13. Kosten door overheidsvoorschriften 11
14. Terugreiskosten voor de eigenaar van het gebouw 11
15. Extra verbruikskosten door water- of gasverlies 11
16. Extra kosten voor duurzame en milieuvriendelijke maatregelen 12
17. Waarvoor bent u niet verzekerd? 12
19. Welke schadeoorzaken zijn niet verzekerd? 12
Hoe vergoeden wij uw schade? 14
22. Schadevergoeding op basis van herstelkosten 14
23. Schadevergoeding op basis van herbouwwaarde 14
24. Schadevergoeding op basis van de verkoopwaarde 14
25. Schadevergoeding op basis van de sloopwaarde 15
Voor welk bedrag bent u verzekerd? 15
27. Verzekerd bedrag en onderverzekering 15
28. Garantie tegen onderverzekering 16
32. Wat is uw aanvullend eigen risico voor stormschade? 17
34. Hoe stellen wij de schade vast? 18
35. Welke wijzigingen moet u aan ons doorgeven? 18
36. Meldt u een wijziging niet of niet op tijd? 19
37. Wat gebeurt bij verkoop van het gebouw of overlijden van de verzekeringnemer? _ 19
38. Het gebouw staat leeg, is buiten gebruik of wordt verbouwd? 19
39. Is het gebouw gekraakt? 19
2. Beplanting en tuinaanleg 19
21. Overstroming van niet-primaire waterkeringen 22
22. Primaire en niet-primaire waterkeringen 22
Wie is verzekerd? En wie is de verzekeraar?
1. Wie is verzekerd?
Verzekerd is de verzekeringnemer.
Met ‘verzekeringnemer’ bedoelen wij de persoon of rechtspersoon die de verzekering bij ons heeft afgesloten, de premie moet betalen en op de polis staat.
Verzekerd zijn ook de andere (rechts)personen voor wie de verzekering is afgesloten.
Met ‘u’ bedoelen wij alle personen die bij ons verzekerd zijn. Als een bepaling niet voor alle verzekerden maar alleen voor de verzekeringnemer geldt, spreken we van ‘u als verzekeringnemer’.
2. Wie zijn wij? Wie is de verzekeraar?
Met ‘ons’, ‘we’ of ‘wij’ bedoelen wij rhion. rhion is een handelsnaam van Rhion Versicherung AG, High Tech Campus 68, 5656 AG in Eindhoven. Wij werken onder een vergunning die is verleend door Bundesanstalt für Finanzdienstleistungsaufsicht (BaFin) en deze is aangemeld bij De Nederlandse Bank (DNB). Wij zijn bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM) ingeschreven in het register financiële dienstverleners onder nummer 12047025. Bij de Kamer van Koophandel zijn we ingeschreven onder nummer 75875837.
Wij worden vertegenwoordigd door de gevolmachtigde die op uw polis staat.
Met deze verzekering bent u verzekerd voor materiële schade aan uw bedrijfsgebouw. Op uw polis staat op welk adres het gebouw is verzekerd en voor welk bedrag.
3. Wat verstaan wij onder een gebouw?
Met gebouw bedoelen wij uw bedrijfsgebouw dat op de polis staat. Tot het gebouw rekenen we ook:
▪ Alles wat onderdeel van een gebouw is. Dus alles wat aan het gebouw vastzit en wat niet verwijderd kan worden zonder het te beschadigen of te verbreken, hoort ook bij het gebouw. Bijvoorbeeld de centrale verwarming.
Let op: Zonnepanelen op of aan het gebouw zijn alleen verzekerd als u deze heeft meeverzekerd. Op uw polis staat of u de keuzedekking zonnepanelen heeft afgesloten.
▪ Alle bijgebouwen en terreinafscheidingen.
▪ De funderingen.
Onder funderingen verstaan we de delen van het gebouw die onder de grond zitten, tot aan de laagste vloer van het gebouw. Ook de leidingen direct onder de laagste vloer horen bij de fundering.
Wat hoort niet bij een gebouw en is niet verzekerd?
▪ De grond onder en om het gebouw.
▪ (Sta)caravans, (zee)containers en andere niet met de grond verankerde of aan de grond verbonden objecten.
Wanneer is uw gebouw verzekerd?
U bent verzekerd als aan alle van de volgende voorwaarden is voldaan:
▪ Het gaat om materiële schade aan uw gebouw. Met schade bedoelen wij beschadiging of vernietiging van het gebouw of diefstal van onderdelen die tot het gebouw behoren en zich in het gebouw bevinden.
▪ De schade is veroorzaakt door een verzekerde gebeurtenis.
▪ De schade moet zijn ontstaan of veroorzaakt door een onverwachte gebeurtenis:
Op het moment dat u de verzekering afsloot of wijzigde kon u niet weten dat deze schade zou ontstaan.
▪ De schade moet zijn ontstaan of veroorzaakt tijdens de looptijd van deze verzekering.
▪ Er geldt geen uitsluiting.
4. Verzekerde gebeurtenissen
Uw gebouw is verzekerd als de schade is ontstaan door één (of meer) van de volgende
gebeurtenissen:
▪ Brand. Ook als deze ontstaat door de aard of een eigen gebrek van de verzekerde zaak.
▪ Het blussen van brand.
▪ Blikseminslag.
▪ Ontploffing.
▪ Implosie.
▪ Diefstal van zaken die tot het gebouw behoren en die zich in het gebouw bevinden. Of als iemand probeert deze zaken te stelen. Dit is alleen verzekerd als de dader het gebouw is binnengekomen door braak van buitenaf.
▪ Een aanrijding of aanvaring tegen het gebouw en daardoor wordt het gebouw beschadigd. Ook voor schade aan het gebouw die bij die aanrijding of aanvaring ontstaat door een voer- of vaartuig of door lading die valt of vloeit uit het voer- of vaartuig.
▪ Glasscherven die door breuk van ruiten en spiegels schade toebrengen aan het gebouw. Het glas zelf is niet verzekerd.
▪ Luchtverkeer, waaronder het neerstorten van een vliegtuig of een ruimtevaartuig op het
gebouw.
▪ Meteorieten die uit de ruimte vallen en op het gebouw neerstorten.
▪ Luchtdruk als gevolg van startende en/of proefdraaiende lucht-of ruimtevaartuigen, of het doorbreken van de geluidsbarrière.
▪ Instorten van (een deel) van een gebouw naast het gebouw.
▪ Vandalisme na braak.
▪ Rel/opstootje, die/dat buiten het gebouw is ontstaan.
▪ Onregelmatigheden bij werkstakingen.
▪ Olie die onvoorzien uit verwarmingsinstallaties of bijbehorende leidingen en tanks lekt.
▪ Omvallende bomen, gebouwen, antennes, heistellingen, hoogwerkers, kranen, vlaggenmasten en windmolens of het losraken van delen daarvan.
▪ Kappen of snoeien van bomen.
▪ Rook of roet die plotseling en onvoorzien uit een kachel, haard of verwarmingsinstallatie wordt uitgestoten. De installatie moet zijn aangesloten op een schoorsteen van het gebouw.
▪ Bijtende stoffen. Dit geldt niet als gevolg van reiniging, bewerking, reparatie of productiefouten.
▪ Storm.
▪ Neerslag: schade door het onvoorzien binnendringen van regen, sneeuw, hagel of smeltwater in het gebouw. Maar niet als dit komt door openstaande ramen, ventilatiegaten, luiken of deuren. De reparatiekosten van daken, dakgoten en regenpijpen zijn niet verzekerd.
▪ Belasting door xxxxx, sneeuw, ijs of (smelt)water op de buitenkant van het gebouw. Let op:
Wij vergoeden niet als de schade ontstaat door opslag van materialen op het dak.
▪ Wateroverlast door water dat het gebouw in stroomt door hevige plaatselijke regenval. Met hevige plaatselijke regenval bedoelen we:
Er is minstens 40 millimeter regen in 24 uur of 53 millimeter in 48 uur of 67 millimeter in 72 uur gevallen op en/of nabij de plaats waar de schade is ontstaan.
▪ Water dat onvoorzien het gebouw is binnengedrongen als gevolg van een overstroming van een niet-primaire waterkering.
Let op: We maken onderscheid tussen primaire en niet-primaire waterkeringen.
▪ Schade door rioolwater dat onverwacht het gebouw binnenstroomt omdat het rioolwater uit de openbare riolering is teruggestroomd. Het rioolwater komt plotseling en onverwacht via de leiding (en een aangesloten toestel) in het gebouw.
▪ Schade door onvoorziene lekkage van water of van stoom die onvoorzien ontsnapt uit
- de waterleiding
- het sanitair
- de verwarmingsinstallatie
- de sprinklerinstallatie. Maar niet tijdens aanleg of reparatie van de sprinkler of bij schade door slechte constructie of aanleg van de sprinkler.
- andere apparaten die altijd op de waterleiding zijn aangesloten.
Maakt u kosten om het lek op te sporen, bijvoorbeeld als hiervoor muren, vloeren of andere delen van het gebouw moeten worden opengebroken? Dan vergoeden wij deze kosten en de daarmee verband houdende kosten om de schade aan het gebouw weer te herstellen. Wij vergoeden ook de kosten voor het herstellen van de beschadigde leidingen, installaties en toestellen.
▪ Schade aan een waterleiding en/of een leiding in het gebouw van een daarop aangesloten toestel door vorst.
Buiten het gebouw bent u niet verzekerd voor schade door vorst.
▪ Water dat onvoorzien is weggestroomd uit een aquarium of waterbed.
▪ Schade ontstaan door paarden en vee.
Waarvoor bent u nog meer verzekerd?
5. Beplanting en tuinaanleg
Xxxx u eigenaar van het gebouw waarvan de beplanting of de tuin is beschadigd? Of is uw terreinafscheiding beschadigd en bestaat deze uit hagen, planten of bomen? En is deze uw eigendom?
Dan is deze schade verzekerd als deze is ontstaan door:
▪ ontploffing
▪ brand en blussen van brand.
Voor deze gebeurtenissen geldt de omschrijving zoals genoemd in artikel 4 van deze Productvoorwaarden.
Wij vergoeden maximaal € 15.000 per gebeurtenis.
6. Vervangen van sloten
Zijn uw sleutels of toegangskaarten van het gebouw gestolen? En kunt u dit bewijzen?
Dan vergoeden wij de kosten voor het vervangen van sloten, cilinders, toegangskaarten en andere afsluitmiddelen standaard tot maximaal € 5.000 per gebeurtenis.
7. Andere zaken buiten het gebouw
Is er schade aan de volgende zaken buiten het gebouw?
▪ Vitrines en eilandetalages zonder de inhoud van de vitrines en eilandetalages en zonder het glas van de vitrines en eilandetalages.
▪ Zonneschermen, markiezen en uithangborden die aan het gebouw zijn bevestigd.
▪ Parkeerautomaten, parkeerinstallaties, laadpalen, antennes en camera’s.
Dan bent u voor deze zaken verzekerd voor de gebeurtenissen uit artikel 4 van deze Productvoorwaarden.
Let op:
▪ Schade die is veroorzaakt door braak, (poging tot) diefstal, vandalisme, opstootjes, rellen en onregelmatigheden bij werkstakingen is niet verzekerd.
Wij vergoeden maximaal € 10.000 in totaal per gebeurtenis.
Keuze: verhoging verzekerd bedrag
Heeft u voor deze zaken een hoger verzekerd bedrag gekozen, dan staat dat op uw polis.
8. Huurderving
▪ Kunt u het gebouw niet (helemaal) meer gebruiken door een verzekerde gebeurtenis? En was het gebouw (helemaal of gedeeltelijk) verhuurd toen de schade ontstond?
Dan vergoeden wij de huurinkomsten die u misloopt tot maximaal 20% van het verzekerd bedrag en voor maximaal 52 weken tijdens de periode die nodig is voor herstel of herbouw.
Herstelt of herbouwt u het gebouw niet? Dan vergoeden wij de huurinkomsten die u misloopt voor maximaal 12 weken. Kosten die u in deze periode bespaart, trekken we van de vergoeding af.
▪ Gebruikt u het gebouw zelf? Dan vergoeden wij u hetzelfde bedrag als de misgelopen huurinkomsten in geval van verhuur.
▪ Had u (een gedeelte van) het gebouw niet in gebruik of stond het leeg? Xxx heeft u geen recht op een vergoeding.
Welke extra kosten zijn naast de schade verzekerd?
Is de schade verzekerd? Dan vergoeden wij naast het verzekerd bedrag ook de volgende kosten. Voor deze kosten geldt geen eigen risico.
9. Kosten om acute schade te voorkomen of te beperken (bereddingskosten)
▪ Dreigt er acuut een plotselinge en directe schade te ontstaan aan het gebouw? En moet u direct maatregelen nemen om die schade te voorkomen of te beperken en maakt u daarvoor kosten? Dan vergoeden wij deze kosten tot maximaal een bedrag dat gelijk is aan het verzekerd bedrag. De kosten moeten wel redelijk en noodzakelijk zijn en de schade moet zijn verzekerd met deze verzekering. Ook de schade aan zaken die u bij de maatregelen inzet, vergoeden wij.
▪ Moeten er kosten gemaakt worden voor een noodoplossing omdat de schade niet direct kan worden hersteld? Dan vergoeden wij deze kosten tot maximaal een bedrag dat gelijk is aan het verzekerd bedrag. Ook in dit geval moet het gaan om noodzakelijke en redelijke kosten.
10. Salvagekosten
De Stichting Salvage biedt eerste ondersteuning na brand, zorgt voor persoonlijke hulp en beperkt de schade zo veel mogelijk (zie xxx.xxxxxxxxxxxxxxxx.xx).
Zijn er door of namens deze stichting kosten gemaakt? Dan vergoeden wij die tot maximaal een bedrag dat gelijk is aan het verzekerd bedrag.
11. Kosten van experts
▪ De expert helpt om de omvang van de schade vast te stellen. Wij vergoeden de kosten van onze eigen expert.
▪ U kunt bij schade ook zelf een expert inschakelen. Wij vergoeden de kosten van uw expert als aan alle van de volgende voorwaarden is voldaan:
- Er is een redelijke aanleiding om een eigen expert in te schakelen. U bent het bijvoorbeeld niet eens met de hoogte van de schade die onze expert heeft vastgesteld.
- De kosten van uw expert zijn redelijk.
De kosten van uw expert vinden wij in ieder geval redelijk tot het bedrag van de kosten van onze eigen expert. Zijn de kosten van uw expert hoger dan de kosten van onze eigen expert? Dan vragen wij u om uit te leggen waarom deze extra kosten in uw specifieke geval redelijk zijn.
- Voordat u een eigen expert inschakelt, laat u dit ons weten.
- Kiest u een eigen expert? Xxx xxxxxxxx uw en onze expert samen een derde expert voordat zij de schade vaststellen.
- Zijn uw en onze expert het niet met elkaar eens? Dan bepaalt de derde expert het bedrag van de schade. Dit bedrag ligt tussen het bedrag dat onze expert noemt en het bedrag dat uw expert noemt. Het bedrag dat de derde expert vaststelt, is bindend.
- Wij vergoeden ook de redelijke kosten van de derde expert.
12. Opruimingskosten
Maakt u kosten voor het afbreken, opruimen en afvoeren van beschadigde verzekerde zaken
door een verzekerde gebeurtenis? En zijn dit noodzakelijke kosten?
Dan vergoeden wij deze opruimingskosten tot een bedrag van maximaal 20% van het verzekerd bedrag.
De opruimingskosten van asbest vergoeden wij tot maximaal € 75.000 per gebeurtenis. Deze kosten vergoeden wij uitsluitend voor asbest afkomstig van het verzekerde gebouw en na een verzekerde schade. Opruimingskosten van asbest dat komt van nabijgelegen gebouwen van iemand anders vergoeden wij niet.
Let op:
Onder opruimingskosten verstaan wij niet:
▪ Kosten voor het opruimen van verontreiniging of aantasting van bodem, water, lucht en overige zaken;
▪ Kosten die u volgens wettelijke voorschriften moet maken voor het verwerken, bewerken, verwijderen of vernietigen van chemische of andere milieugevaarlijke stoffen.
13. Kosten door overheidsvoorschriften
Moet u van de overheid na een verzekerde gebeurtenis noodzakelijke veranderingen of noodvoorzieningen in of aan het gebouw maken?
Dan vergoeden wij deze kosten tot maximaal een bedrag dat gelijk is aan het verzekerd bedrag. Had u deze kosten ook zonder de verzekerde gebeurtenis moeten maken?
Dan vergoeden wij deze kosten niet.
Deze dekking geldt niet voor asbesthoudend materiaal, inclusief de zich daaronder bevindende isolatie en constructie, dat niet door een verzekerde gebeurtenis is beschadigd, maar wel op last van de overheid moet worden verwijderd, afgevoerd of vervangen.
14. Terugreiskosten voor de eigenaar van het gebouw
Maakt u als eigenaar van het gebouw redelijke extra kosten voor het eerder afbreken van een reis als gevolg van een verzekerde gebeurtenis? En gaat het om een reis van tenminste 4 dagen? En veroorzaakt de verzekerde gebeurtenis een schade van tenminste € 25.000?
Dan vergoeden wij deze terugreiskosten tot maximaal € 5.000 per gebeurtenis.
15. Extra verbruikskosten door water- of gasverlies
Heeft u meer water of gas als gevolg van een verzekerde gebeurtenis gebruikt? En heeft u daarvoor van uw water- of gasleveringsbedrijf een hogere rekening gekregen?
Dan vergoeden wij deze extra verbruikskosten tot maximaal € 5.000 per gebeurtenis.
16. Extra kosten voor duurzame en milieuvriendelijke maatregelen
Maakt u bij het vervangen van beschadigde zaken als gevolg van een verzekerde gebeurtenis
extra kosten voor duurzame en milieuvriendelijke maatregelen? Daarmee bedoelen wij extra kosten voor:
▪ duurzame of duurzaam geproduceerde bouwmaterialen, zoals vloerbedekking, verf en isolatiemateriaal,
▪ het overstappen naar het gebruik van hernieuwbare of alternatieve energiebronnen,
▪ de installatie van zonnesystemen, warmte-pompen of intelligente verwarmingssystemen,
▪ de installatie van energiebesparende verlichting, zoals LED-lampen,
▪ de installatie van energie-efficiëntere klimaat-regelingsapparatuur,
▪ de installatie van meer energie-efficiënte apparatuur om het gebouw te koelen,
▪ andere maatregelen die de duurzaamheid of milieuvriendelijkheid dienen. En waren deze extra kosten niet vereist door de autoriteiten?
En betreft het een verzekerde gebeurtenis met een schade van tenminste € 25.000? Dan vergoeden wij deze extra kosten tot maximaal € 25.000 per gebeurtenis.
17. Waarvoor bent u niet verzekerd?
U bent niet verzekerd voor schade in de volgende gevallen:
▪ De schade is uitgesloten volgens onze ‘Algemene Voorwaarden Zakelijk’.
▪ De schade is volgens deze Productvoorwaarden uitgesloten.
▪ De schade is volgens de Aanvullende Voorwaarden van de keuzedekkingen uitgesloten.
▪ Op uw polis of in een clausule(s) staat dat u voor deze schade niet verzekerd bent.
18. Opzet of roekeloosheid
U bent niet verzekerd voor schade die ontstaat door uw opzet of roekeloosheid. Ook als u zich niet bewust was van uw roekeloosheid. Is de schade veroorzaakt door een (rechts)persoon die in uw opdracht of met uw goedkeuring de leiding heeft over uw bedrijf of over een deel daarvan?
En is de schade het gevolg van zijn opzet of roekeloosheid? Ook dan krijgt u geen vergoeding.
19. Welke schadeoorzaken zijn niet verzekerd?
U bent niet verzekerd voor schade door:
▪ Verzakking en/of verschuiving van de grond.
We verzekeren deze schade ook niet als deze verband houdt
- met de aanwezigheid van water als gevolg van een gedekte gebeurtenis of
- met een aardbeving of een sinkhole.
▪ Onvoldoende of slecht onderhoud aan het gebouw.
▪ Fouten in de constructie of het ontwerp van het gebouw, montagefouten of installatiefouten. Ook door het gebruik van onjuiste of gebrekkige materialen.
Ontstaat hierdoor brand of ontploffingsschade? Dan vergoeden wij de schade wel.
▪ Slijtage en normaal gebruik. Bijvoorbeeld vlekken, barsten, krassen, deuken en schrammen.
▪ Corrosie of verrotting.
▪ Ongedierte, plantengroei, schimmels of zwammen.
▪ Onderhouds-, reparatie- of reinigingswerkzaamheden die ondeskundig zijn uitgevoerd.
▪ Overheidsmaatregelen, bijvoorbeeld als de overheid het gebouw in beslag neemt, opeist of beschadigt.
▪ Regen, sneeuw, hagel of smeltwater het gebouw is binnengekomen via openstaande ramen, luiken, ventilatiegaten of deuren.
▪ Vocht door de muren, schoorsteen of vloeren komt.
▪ Dit komt door invloed van het weer over langere tijd.
▪ Grondwater het gebouw binnenkomt.
▪ Bij windschade de windsnelheid minder was dan windkracht 7.
▪ Waterschade die veroorzaakt is door een overstroming die het gevolg is van het bezwijken, beschadigen, overlopen of falen van primaire waterkeringen.
Dan bent u niet verzekerd voor schade door:
- water dat helemaal of gedeeltelijk afkomstig is van de zee;
- overstroming doordat een primaire waterkering is bezweken, is beschadigd, is overgelopen of heeft gefaald;
- water dat buiten de oevers is getreden in buitendijkse gebieden. Bijvoorbeeld in buitendijkse havens, uiterwaarden en gebieden die door de overheid zijn aangewezen voor waterberging;
- overstroming die veroorzaakt wordt door directe actie en/of nalaten van de overheid en/of overheidsinstellingen.
Let op: Vinden er tegelijkertijd overstromingen plaats door het bezwijken, beschadigen, overlopen of falen van niet-primaire waterkering(en) en primaire waterkering(en)? En heeft het water van deze overstromingen zich gemengd? Dan bent u niet verzekerd. U bent wel verzekerd als er geen vermenging van water plaatsvindt en u alleen schade hebt door water afkomstig van de overstroming door het bezwijken, beschadigen, overlopen of falen van een niet-primaire waterkering.
Deze uitsluiting geldt niet voor schade die is veroorzaakt door een brand en ontploffing die is ontstaan door een overstroming.
20. Milieuaantasting
U bent niet verzekerd voor schade door milieuaantasting en schade die daaruit voortvloeit.
21. Lichtreclame
U bent niet verzekerd voor schade aan lichtreclame.
Schade aan het gebouw vergoeden wij in geld. Wij stellen de omvang van uw schade vast op basis van herstelkosten, herbouwwaarde, verkoopwaarde of sloopwaarde.
Welk bedrag wij aan u vergoeden, hangt af van uw beslissing om het gebouw na schade wel of niet te herstellen of te herbouwen.
Loopt er voor uw gebouw een hypotheek? Dan hebben wij voor betaling van schades boven
€ 25.000 schriftelijke toestemming van de hypotheekverstrekker nodig.
22. Schadevergoeding op basis van herstelkosten
Laat u het gebouw herstellen? Dan vergoeden wij de herstelkosten. Bij herstelkosten gaan wij uit van de staat van het gebouw voor de schade (zelfde soort, type materiaal en kwaliteit). Zijn door het herstel delen van het gebouw meer waard geworden? Dan trekken wij deze meerwaarde af van de herstelkosten. Wij vergoeden nooit meer herstelkosten dan de herbouwwaarde van het gebouw.
Is de vergoeding gebaseerd op herstelkosten?
Dan spreken wij met u af hoe wij de schade vergoeden. Meestal vergoeden wij in delen en krijgt u een deel van de vergoeding voordat u met herstel begint. Het laatste deel krijgt u als u klaar bent met herstel en wij het bewijs daarvan hebben ontvangen. Bijvoorbeeld een foto van herstel en de rekening.
U laat ons binnen 12 maanden na de schadedatum weten of u herstelt. Als u gaat herstellen dan moet u binnen 24 maanden na de schade begonnen zijn met het herstel.
23. Schadevergoeding op basis van herbouwwaarde
Is het gebouw zo erg beschadigd dat herstel economisch niet zinvol is? Of heeft u de (wettelijke) verplichting om tot herbouw van het gebouw over te gaan? Dan vergoeden wij de herbouwwaarde. U laat ons binnen 12 maanden na de schadedatum weten of u herbouwt. Als u gaat herbouwen dan moet u binnen 24 maanden na de schade begonnen zijn met de herbouw.
Was het gebouw voordat het werd beschadigd in slechte staat? Dan trekken we daarvoor een redelijk bedrag af van de berekening van wat het kost om het gebouw op dezelfde plaats opnieuw te bouwen.
Van de herbouwwaarde trekken wij de waarde van de restanten van het gebouw af. Het bedrag dat we overhouden vergoeden we.
Hoe betalen wij uit?
40% van de schadevergoeding wordt direct gedaan. De rest volgt in delen nadat u ons de rekeningen heeft laten zien. De herbouw moet binnen 3 jaar na de schadedatum afgerond zijn. Is dit niet het geval? Dan regelen wij de schade op basis van verkoopwaarde (zie artikel 25). Wij stellen ook altijd de verkoopwaarde van het gebouw vast. Is de verkoopwaarde hoger dan de herbouwwaarde van het gebouw? Dan vergoeden wij de herbouwwaarde.
24. Schadevergoeding op basis van de verkoopwaarde
In de volgende situaties vergoeden wij op basis van de verkoopwaarde:
▪ U herbouwt of herstelt uw beschadigde gebouw niet.
▪ U heeft ons niet binnen 12 maanden na de schadedatum laten weten of u het gebouw
herbouwt of herstelt.
▪ U bent niet binnen 24 maanden na de schade begonnen met het herstel of herbouw.
▪ Het gebouw stond te koop voordat u schade kreeg.
▪ Het gebouw stond leeg of was langer dan 9 maanden niet in gebruik.
▪ Het gebouw was gekraakt.
De verkoopwaarde berekenen wij als volgt: wij bepalen eerst wat de verkoopwaarde van het gebouw is direct voor en direct na de schade. Dan bepalen wij het bedrag dat de hoogste bieder voor het gebouw zou betalen. De waarde van de grond telt daarbij niet mee. Het verschil tussen deze twee verkoopwaardes direct voor en direct na de schade is het bedrag dat wij vergoeden.
De verkoopwaarde wordt in één keer uitbetaald.
Wij stellen ook altijd de herstelkosten of de herbouwkosten vast. Is de verkoopwaarde hoger dan de herstelkosten of de herbouwkosten? Dan vergoeden wij de herstelkosten/herbouwkosten.
25. Schadevergoeding op basis van de sloopwaarde
In de volgende situaties vergoeden wij op basis van de sloopwaarde:
▪ Als u het gebouw wilde slopen voordat u schade had.
▪ Als u voor het gebouw een sloopvergunning kreeg voordat u schade had.
▪ Als u het gebouw moest slopen of als u verplicht was het gebouw aan de overheid te verkopen voordat u schade kreeg.
▪ Als de gemeente u voordat u schade kreeg heeft laten weten dat het gebouw te gevaarlijk of onbruikbaar was.
De sloopwaarde berekenen wij als volgt:
Wij bepalen het bedrag dat de nog bruikbare materialen van het gebouw zouden kunnen opleveren. Wij trekken de sloopkosten hiervan af. Het bedrag dat we overhouden vergoeden wij in één keer.
26. Wettelijke rente
Wordt er wettelijke rente over een schadevergoeding gerekend, dan vergoeden wij deze.
Voor welk bedrag bent u verzekerd?
27. Verzekerd bedrag en onderverzekering
U verzekert de herbouwwaarde van elk gebouw dat bij uw bedrijf hoort. Het verzekerd bedrag staat op uw polis.
Blijkt na een gebeurtenis dat het verzekerd bedrag lager is dan de herstelkosten, herbouwwaarde, verkoopwaarde of sloopwaarde? Dan bent u onderverzekerd en krijgt u niet alles vergoed.
Bijvoorbeeld:
Uw verzekerd bedrag is € 200.000.
De herstelkosten, herbouwwaarde, verkoopwaarde of sloopwaarde is € 400.000.
U bent dan onderverzekerd met een percentage van 400.000/200.000 x 100% = 50%. Uw schade is € 100.000.
Dan krijgt u 50% van € 100.000, dus € 50.000 vergoed.
28. Garantie tegen onderverzekering
Hebben wij bij uw aanvraag van de verzekering het verzekerd bedrag vastgesteld met een waardebepaling of een vaste taxatie? Dan geven wij garantie tegen onderverzekering.
Bij garantie tegen onderverzekering vergoeden wij de werkelijke schade. Ook als er een lager verzekerd bedrag op uw polis staat.
Op uw polis staat of u garantie tegen onderverzekering heeft.
29. Indexeren
Ieder jaar passen wij het verzekerd bedrag aan vanaf de verlengingsdatum die op uw polis staat. Dat doen wij op basis van het nieuwste CED-indexcijfer. Hierdoor verandert ook de premie.
De aanpassing van de premie is geen premiewijziging of wijziging van de voorwaarden zoals omschreven in de Algemene Voorwaarden van deze verzekering.
30. Verbrugging
Als u bent onderverzekerd bekijken wij of u van de verbruggingsregeling gebruik kunt maken. Dit is mogelijk als:
▪ uw andere gebouwen of inventaris/goederen ook bij ons zijn verzekerd; en
▪ zich op hetzelfde risicoadres bevinden; en
▪ als het verzekerd bedrag van die verzekeringen hoger is dan de werkelijke waarde daarvan.
U hebt dan voor deze zaken te veel premie betaald. Dit overschot gebruiken we dan voor de onderverzekerde zaken.
De verbruggingsregeling werkt als volgt:
Wij berekenen de premie voor alle te hoog en te laag verzekerde gebouwen of inventaris/goederen opnieuw naar de waarde direct vóór de gebeurtenis. Dit vergelijken wij met de eerder betaalde premie:
Is de premie die u had moeten betalen gelijk of lager dan de eerder betaalde premie? Dan hebben wij al voldoende premie ontvangen om alle gebouwen of inventaris/goederen te kunnen verzekeren. Dan passen we de onderverzekering niet toe.
Is de premie die u had moeten betalen hoger dan de eerder betaalde premie? Dan hebben wij niet voldoende premie ontvangen om alle gebouwen of inventaris/goederen te kunnen verzekeren. In dit geval passen we de onderverzekering wel toe.
Hoe groot de onderverzekering na deze herberekening nog is, hangt af van de verhouding tussen de premie die u in totaal heeft betaald en de premie die wij nodig hebben om alle verzekerde gebouwen of inventaris/goederen te verzekeren.
Let op:
Wij passen verbrugging niet toe bij:
▪ Gebouwen of inventaris/goederen die volgens de polis getaxeerd zijn of waar een waardebepaling heeft plaatsgevonden.
▪ Keuzedekkingen in de Aanvullende Voorwaarden.
31. Eigen risico
Met eigen risico bedoelen wij het bedrag dat voor uw eigen rekening blijft. Voor alle verzekerde schades heeft u standaard een eigen risico.
Op uw polis staat welk bedrag dit is.
Heeft u een verzekerde schade op deze verzekering en ook op onze Inventaris- en Goederenverzekering? Dan geldt voor beide schades een keer het hoogste eigen risico.
Is het schadebedrag lager dan uw eigen risico? Xxx ontvangt u geen vergoeding van ons. Is het schadebedrag hoger? Dan trekken wij het eigen risico daarvan af.
32. Wat is uw aanvullend eigen risico voor stormschade?
Heeft u stormschade? Dan is uw aanvullend eigen risico voor stormschade per gebeurtenis: 0,2% van het verzekerde bedrag, met een minimum van € 250 en een maximum van € 1.250.
Let op: uw aanvullend eigen risico voor storm tellen we op bij het standaard eigen risico (artikel 31).
Heeft u een verzekerde schade op deze verzekering en ook op onze Inventaris- en Goederenverzekering? Dan geldt voor beide schades een keer het hoogste eigen risico.
Bijvoorbeeld:
Door storm heeft u schade aan de inventaris en het gebouw. Schade in totaal: € 25.000.
▪ Standaard eigen risico inventaris: € 500.
▪ Standaard eigen risico gebouwen: € 1.000 plus aanvullend eigen risico stormschade gebouwen € 400 (0,2% van het verzekerde bedrag), opgeteld € 1.400.
▪ Op de schades aan de inventaris en het gebouw brengen wij één keer het hoogste eigen risico op de schadevergoeding in mindering. Dat is € 1.400. Wij vergoeden dan € 23.600.
33. Wat doet u bij schade?
Wij verwachten dat u er alles aan doet om schade te voorkomen. Heeft u toch schade? Dan moet u zich in elk geval houden aan de afspraken die staan genoemd in artikel 25 van de Algemene Voorwaarden Zakelijk. Daarnaast geldt het volgende als u schade heeft:
▪ u moet de schade kunnen aantonen. Bewaar beschadigde zaken zodat wij deze eventueel kunnen opvragen of kunnen laten onderzoeken;
▪ u meldt ons direct als de gestolen, vermiste, verduisterde zaken weer terug zijn;
▪ u moet de schade in ieder geval melden binnen 3 jaar nadat u bekend bent geworden met de schade. Na deze 3 jaar heeft u geen recht meer op vergoeding.
Doet u niet wat wij u vragen? En kunnen wij daardoor de schade niet goed vaststellen? Of wordt de schade daardoor groter? Dan vergoeden wij de schade niet of wij vergoeden minder.
34. Hoe stellen wij de schade vast?
▪ Wij stellen in overleg met u de schade vast.
▪ Of onze expert doet dit.
▪ Of onze expert doet dit samen met een expert van u.
▪ Of een derde expert doet dit.
Meer informatie hierover kunt u lezen in artikel 11 van deze Productvoorwaarden.
Wijzigingen die van belang zijn voor deze verzekering moet u zo snel mogelijk maar uiterlijk binnen 30 dagen na de wijziging aan ons doorgeven.
Zo zorgt u ervoor dat u goed verzekerd bent en blijft. Hieronder leest u welke wijzigingen u in ieder geval moet melden en wat dit voor uw verzekering betekent.
35. Welke wijzigingen moet u aan ons doorgeven?
Belangrijke wijzigingen geeft u via uw adviseur aan ons door.
U leest in de Algemene Voorwaarden welke wijzigingen u moet doorgeven. Verder geeft u in ieder geval aan ons door als:
▪ u het gebouw hebt verkocht en bij de notaris bent geweest voor de overdracht;
▪ de verzekerde bedrijfsactiviteiten, de rechtsvorm, de bedrijfsnaam en /of het adres veranderen;
▪ u andere zaken en/of diensten levert of aanbiedt dan op uw polis staat;
▪ de bestemming, de bouwaard of het gebruik van het gebouw verandert;
▪ het gebouw geheel of gedeeltelijk leeg staat;
▪ het gebouw (naar verwachting) langer dan 2 maanden niet wordt gebruikt;
▪ het gebouw (gedeeltelijk) is gekraakt;
▪ het gebouw wordt verbouwd;
▪ de verzekeringnemer overlijdt.
▪ u het gebouw verbouwt waardoor de oppervlakte groter wordt of een bijgebouw op hetzelfde adres als het gebouw plaatst;
▪ u een andere soort dakbedekking krijgt op het gebouw.
Wij laten u dan weten dat:
▪ wij de verzekering ongewijzigd voortzetten; of
▪ onder welke voorwaarden en/of tegen welke premie wij de verzekering voortzetten; of
▪ wij de verzekering stoppen.
36. Meldt u een wijziging niet of niet op tijd?
Dan leest u in de Algemene Voorwaarden welke gevolgen dit kan hebben.
37. Wat gebeurt bij verkoop van het gebouw of overlijden van de verzekeringnemer?
Heeft u het gebouw verkocht?
Dan is het gebouw nog 30 dagen verzekerd voor de nieuwe eigenaar. Verzekert de nieuwe eigenaar het gebouw elders? Dan stoppen wij de verzekering onmiddellijk.
Na 30 dagen zetten wij de verzekering namens de nieuwe eigenaar alleen voort als wij met de nieuwe eigenaar tot een akkoord zijn gekomen.
Is de verzekeringnemer overleden?
Dan loopt de verzekering nog 2 maanden door. Sluit de nieuwe eigenaar van het gebouw in deze tijd een andere verzekering voor het gebouw af? Dan geldt deze verzekering niet meer.
Let op:
Is de verzekeringnemer en het bedrijf een eenmanszaak? Dan stopt de verzekering zonder opzegging op de dag na overlijden van de verzekeringnemer.
38. Het gebouw staat leeg, is buiten gebruik of wordt verbouwd?
▪ Wordt het gebouw of een gedeelte van het gebouw langer niet gebruikt?
▪ Staat het gebouw geheel of gedeeltelijk leeg? Of:
▪ Wordt het gebouw verbouwd?
Dan bent u vanaf 2 maanden na het ontstaan van deze situatie(s) alleen verzekerd voor schade door brand en het blussen van brand, blikseminslag, ontploffing en (onderdelen van) lucht- of ruimtevaartuigen en meteorieten die neervallen.
39. Is het gebouw gekraakt?
Dan bent u direct vanaf het moment van kraak alleen verzekerd voor schade door brand en het blussen van brand, blikseminslag, ontploffing en het neervallen van (onderdelen van) lucht- of ruimtevaartuigen en meteorieten.
1. Bereddingskosten
De kosten die moet maken om schade te voorkomen of te beperken als er acuut plotselinge en directe schade dreigt te ontstaan. En de schade die ontstaat aan de zaken die u daarbij gebruikt.
2. Beplanting en tuinaanleg
Planten, bomen en bestrating, inclusief terreinafscheiding van struiken, bomen en planten.
3. Blikseminslag
Blikseminslag, onder-/overspanning en inductie door bliksemactiviteiten.
4. Braak
Iemand dringt het gebouw binnen door de afsluitingen aan de buitenkant van het gebouw te verbreken waardoor zichtbare schade aan dat gebouw ontstaat.
5. Brand
Vuur met vlammen dat tot verbranding leidt en in staat is zich uit eigen kracht te verspreiden. Onder brand valt onder andere niet:
▪ Zengen, schroeien, smelten, verkolen, broeien.
▪ Doorbranden van elektrische apparaten en motoren.
▪ Oververhitten, doorbranden of doorbreken van ovens en ketels.
▪ Vuur dat binnen een speciaal daarvoor aangelegde haard blijft.
6. Dak
De gehele dakconstructie. Dat omvat de dakbedekking, de dakbalken, het dakbeschot en de
dakisolatie.
7. Eigen gebrek
Een slechte eigenschap van de zaak zelf die niet is veroorzaakt door een gebeurtenis van buitenaf en die niet het gevolg is van slecht of achterstallig onderhoud of van slijtage.
Bijvoorbeeld: fouten of defecten van het gebruikte materiaal of een ontwerp- of constructiefout.
8. Europa
De landen van de Europese Unie, Andorra, (Turks) Cyprus, IJsland, Kanaaleilanden, Liechtenstein, Monaco, Noorwegen, San Xxxxxx, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk.
9. Funderingen
Met funderingen bedoelen wij: de delen van het gebouw die onder de grond zitten, tot aan de laagste vloer van het gebouw. Ook leidingen direct onder de laagste vloer horen bij de fundering.
10. Gebeurtenis
Een voorval of een reeks van voorvallen die met elkaar verband houden, waardoor schade ontstaat. De gebeurtenis moet onvoorzien plaatsvinden tijdens de looptijd van de verzekering.
11. Gebouw
Uw bedrijfsgebouw dat op de polis genoemd staat. Tot het gebouw rekenen we ook:
▪ Alles wat onderdeel van een gebouw is, aan het gebouw vastzit en wat niet verwijderd kan worden zonder het te beschadigen of te verbreken.
Zonnepanelen op of aan het gebouw zijn alleen verzekerd als deze zijn meeverzekerd.
▪ Alle bijgebouwen en terreinafscheidingen.
▪ De funderingen.
Niet bij een gebouw hoort de grond onder en om het gebouw, (sta)caravans, (zee)containers en andere niet met de grond verankerde of aan de grond verbonden objecten.
12. Glas
Het glas dat onderdeel is van het gebouw en bedoeld is om licht door te laten.
13. Herbouwwaarde
De kosten die nodig zijn om uw eenzelfde gebouw te herbouwen op dezelfde plaats, met eenzelfde bestemming, van dezelfde grootte en met dezelfde soort en type materialen en met dezelfde soort dakbedekking.
14. Herstelkosten
De kosten van het herstel van uw beschadigd gebouw. Bij herstelkosten gaan we uit van de staat van het gebouw voor de schade (zelfde soort, type en kwaliteit).
15. Implosie
Een plotselinge, onvoorzienbare instorting van een hol voorwerp door uitwendige overdruk die het gevolg is van inwendige onderdruk.
16. Leidingen
Leidingen die deel uitmaken van het vaste leidingnetwerk in het gebouw. Dit zijn leidingen die water transporteren en bedoeld zijn om zonder toezicht te functioneren, die zijn aangesloten en die constant dezelfde druk als de waterleiding of de centrale verwarmingsleiding kunnen weerstaan.
Met leidingen bedoelen wij niet:
een elektriciteitsleiding, een vulslang van een CV-installatie of een tuinslang, ook niet als deze is aangesloten op het vaste leidingnet, een gasleiding en een rookgasafvoer.
17. Luchtverkeer
▪ Een vertrekkend, vliegend, landend of vallend lucht- of ruimtevaartuig;
▪ of een hieraan verbonden, hiervan losgeraakt, hieruit geworpen of gevallen projectiel, ontploffingsmiddel of ander voorwerp.
18. Milieuaantasting
Het vrijkomen van gassen, vloeistoffen en/of fijnverdeelde stoffen. Deze stoffen veroorzaken een besmettende, bedervende of verontreinigende werking in of op de lucht, de bodem, het oppervlaktewater of een al dan niet ondergronds(e) water(gang). Dit omvat ook schade veroorzaakt door geluid, hoogenergetisch ioniseren, radiogolven of elektromagnetische velden.
19. Ontploffing
Een plotselinge explosieve reactie van gassen, dampen, vloeibare en/of vaste stoffen.
▪ Is de ontploffing ontstaan buiten een vat?
Dan moet die het directe gevolg zijn van een scheikundige reactie.
▪ Is de ontploffing ontstaan binnen een vat (al dan niet gesloten)?
Dan moet er een opening in de wand van het vat zijn ontstaan door de druk van de gassen of dampen in het vat en door die opening is de druk binnen en buiten het vat plotseling aan elkaar gelijk geworden.
Het maakt niet uit hoe de gassen of dampen zijn ontstaan. En ook niet of deze al vóór de
ontploffing aanwezig waren, of juist niet.
20. Opruimingskosten
De noodzakelijke kosten om de beschadigde verzekerde zaken van het gebouw of een ander verzekerd gebouw af te breken, weg te ruimen en/of daarna af te voeren.
21. Overstroming van niet-primaire waterkeringen
Een overstroming van water uit rivieren, meren, kanalen of sloten door het onvoorzien bezwijken, beschadigen, overlopen of falen van dijken, kaden, sluizen of andere niet-primaire waterkeringen.
Het maakt daarbij niet uit of de overstroming de oorzaak of het gevolg is van een gebeurtenis die verzekerd is. Waterkeringen zijn objecten, werken of constructies die water kunnen tegenhouden in geval van hoogwater. We maken onderscheid tussen primaire en niet-primaire waterkeringen.
Primaire waterkeringen zijn objecten, werken of constructies die bescherming bieden tegen overstroming bij hoogwater vanuit bijvoorbeeld de Noordzee, de Waddenzee, de grote rivieren Rijn, Maas en Westerschelde, de Oosterschelde, het IJsselmeer, het Markermeer, het Volkerak- Zoommeer, het Grevelingenmeer, het getijdedeel van de Hollandsche IJssel en de Veluwerandmeren.
De primaire waterkeringen zijn vastgelegd in de Waterwet en het Nationaal Basisbestand Primaire Waterkeringen.
Niet-primaire waterkeringen zijn objecten, werken of constructies die beveiliging bieden tegen overstroming en die volgens de Waterwet niet als primaire waterkering zijn vastgelegd.
22. Primaire en niet-primaire waterkeringen
Ga naar begrip “Overstroming van niet-primaire waterkeringen”.
23. Rellen en opstootjes
Ongeregeldheden, die kunnen worden omschreven als kortstondige incidentele geweldsuitingen.
24. Storm
Een windsnelheid van ten minste 14 meter per seconde. Dat is windkracht 7 of hoger op de schaal van beaufort.
25. Sloopwaarde
Met sloopwaarde bedoelen wij: Het bedrag dat de nog bruikbare of waardevolle onderdelen van het gebouw zouden kunnen opbrengen. Min de kosten van het laten afbreken, wegruimen, afvoeren, storten of vernietigen.
26. Vandalisme
Het opzettelijk en onrechtmatig vernietigen, beschadigen, bekladden, onbruikbaar maken of wegmaken van eigendom van een ander.
27. Verbouwing
Bouwactiviteiten aan het gebouw op het risicoadres waarbij het gebouw helemaal of voor een deel niet wind- en waterdicht is.
28. Verbrugging
Als bij onderverzekering een overschot van premie voor een andere gebouwen of inventaris/goederen verzekering op hetzelfde adres ten goede komt aan de onderverzekerde inventaris/goederen.
29. Verkoopwaarde
Het bedrag dat de hoogste bieder zou betalen voor het verzekerde gebouw zonder grond.
30. Verzekerde zaken
Alles wat onder het begrip 'Gebouw' valt (zie hiervoor) en alle expliciet in deze Productvoorwaarden benoemde verzekerde zaken zoals bijvoorbeeld vitrines en laadpalen.
31. Werkstakingen
Wanneer werknemers bewust en zonder toestemming van de werkgever het werk neerleggen om actie te voeren.