TE KOOP LANDBOUWBEDRIJF PAPEWEG 2 IN KERKWERVE Kenmerk60245111
TE KOOP |
LANDBOUWBEDRIJF XXXXXXX 0 XX XXXXXXXXX |
Xxxxxxx 00000000 |
Overwater Rentmeesterskantoor biedt namens de eigenaar vrijblijvend te koop aan het landbouwbedrijf met woonhuis, bedrijfshal, werktuigenloods, sleufsilo's, erf, ondergrond, camping en landerijen ter grootte van circa 2.25.00 ha, gelegen te (4321 TK) Xxxxxxxxx, Xxxxxxx 0.
De aangeboden locatie is gelegen ten noorden van Kerkwerve. Kerkwerve ligt in de gemeente Schouwen- Duiveland op het eiland Schouwen-Duiveland (Zeeland). Schouwen-Duiveland is mede bekend als toeristische trekpleister door onder ander de aanwezige natuur en uitgestrekte stranden, die op circa 6 kilometer afstand van de aangeboden boerderij zijn gelegen.
De boerderij ligt circa 1,5 kilometer van Kerkwerve, dat circa 1.000 inwoners telt.
In het dorp zijn beperkte voorzieningen aanwezig, zoals een dorpsschool en twee kerken van de Protestantse Kerk Kerkwerve en de Christelijke Gereformeerde Kerk Kerkwerve. Aan de rand van het dorp is een landbouwmechanisatiebedrijf gevestigd.
De dichtstbijzijnde stad is Zierikzee dat op circa 6 kilometer van de boerderij is gelegen. In Zierikzee zijn vele voorzieningen, zoals (middelbare) scholen, verenigingen, winkels en horeca.
Het bedrijf is gelegen in een open landschap, en is in 1995 volledig nieuw gebouwd. In 2008 zijn de bedrijfshal en de werktuigenberging uitgebreid tot de huidige omvang.
Er is geen NB-vergunning aanwezig voor het bedrijfsmatig houden van vee.
Verkoopbrochure Landbouwbedrijf Xxxxxxx 0 | 60245111 | V05 | sbe | Pagina 2 van 15
Het royale vrijstaande woonhuis is aan de westzijde van het erf gesitueerd. Het is traditioneel gebouwd in 1995 en in 2006 vergroot. Rondom de woning is een ruime siertuin met gazon en bloemperken aangelegd. Aan de achterzijde van het huis is een terras met een prieel gerealiseerd.
Verkoopbrochure Landbouwbedrijf Xxxxxxx 0 | 60245111 | V05 | sbe | Pagina 3 van 15
Kenmerken:
inhoud | circa 655 m³ |
oppervlakte | circa 190 m² (bron: Zien24) |
renovaties | niet recent |
fundering | op staal gefundeerd |
kelders | niet aanwezig |
constructie | traditioneel |
gevels | metselbaksteen spouwmuur |
vloerconstructie | betonvloer |
kapconstructie | geïsoleerde dakplaten met houten gordingen |
thermische isolatie | dak: aanwezig gevel: aanwezig beglazing: aanwezig vloeren: aanwezig |
puien en kozijnen | hardhout voorzien van isolatieglas met roeden |
plafonds | pleisterwerk |
kwaliteit van de materialen | in relatie tot het bouwjaar en ouderdom goed |
indeling | Begane grond: hal met houten trap en schoonmetselwerk wanden, meterkast, royale woonkamer met vloerverwarming met plavuizenvloeren, houten schuifpui, slaapkamer, woonkeuken voorzien van vloerverwarming met plavuizenvloer, moderne keuken met inbouwapparatuur zoals gasfornuis, close-in-boiler, combi-oven-magnetron, koelkast, vaatwasser, kantoor, garderobe ruimte met wasmachineaansluiting, achterentree. Eerste verdieping: overloop, vier slaapkamers waarvan één met inloopkast en één met dakkapel, luxe badkamer met vloerverwarming, ligbad, douche, wastafel, toilet, volledig betegelde wanden en dakkapel, technische ruimte met CV-ketel (2015) en wasmachine/drogeraansluiting. Zolder: open, houten verdiepingsvloer te bereiken met vlizotrap. |
Verkoopbrochure Landbouwbedrijf Xxxxxxx 0 | 60245111 | V05 | sbe | Pagina 4 van 15
Verkoopbrochure Landbouwbedrijf Xxxxxxx 0 | 60245111 | V05 | sbe | Pagina 5 van 15
Verkoopbrochure Landbouwbedrijf Xxxxxxx 0 | 60245111 | V05 | sbe | Pagina 6 van 15
Verkoopbrochure Landbouwbedrijf Xxxxxxx 0 | 60245111 | V05 | sbe | Pagina 7 van 15
De voormalige ligboxenstal is in twee fasen gebouwd en tussentijds enkele keren aangepast. De eerste bouwfase is in 1995 uitgevoerd en in 2008 is het gebouw vergroot.
bouwaard en type | bedrijfshal |
gebruik | voormalige veestal |
bouwjaar | 1995 en 2008 |
oppervlakte (bvo) | circa 2.700 m² (90 m x 30 m) |
nokhoogte | circa 9,1 m |
goothoogte | circa 3,4 m |
renovaties | niet recent |
fundering | niet onderheid |
kelders | circa 5.000 m³, gestorte betonwanden met mixputten |
constructie | traditionele bouwaard |
gevels | Opgetrokken in metselwerk en deels prefabbetonplaten met steenmotief, deels voorzien van space-boarding en deels open met oprolbare zeilen. |
deuren | twee dubbele schuifdeuren (voergang) en meerdere loopdeuren |
vloerconstructie | betonvloer |
kapconstructie | gegalvaniseerde spanten, niet vrij overspannen, houten gordingen |
dakbedekking | golfplaten |
Verkoopbrochure Landbouwbedrijf Xxxxxxx 0 | 60245111 | V05 | sbe | Pagina 8 van 15
kwaliteit van de materialen | in relatie tot het bouwjaar en ouderdom goed |
indeling | Aan de voorzijde is er een berging, een opslagruimte, een kelder voor hwa-opvang circa 60 m³ en een (voormalig) tanklokaal met vaste kastruimte. Open ruimte met dichte betonvloer. |
Verkoopbrochure Landbouwbedrijf Xxxxxxx 0 | 60245111 | V05 | sbe | Pagina 9 van 15
WERKTUIGENSCHUUR MET SANITAIRRUIMTE
De werktuigenschuur is parallel aan de bedrijfshal (oostzijde) gebouwd. In 2008 is de schuur vergroot en is er een sanitaire ruimte voor de campinggasten gemaakt.
bouwaard en type | werktuigenloods, kapschuur |
gebruik | opslagruimte met garage en sanitair gelegenheid |
bouwjaar | 1995 en 2008 |
oppervlakte (bvo) | circa 750 m² (15 m x 50 m) |
nokhoogte | circa 6,4 m |
goothoogte | circa 3,1 m en 4,2 m |
renovaties | niet recent |
fundering | niet onderheid |
kelders | niet aanwezig |
constructie | traditionele bouwaard |
gevels | borstwering tot 0,75 m opgetrokken in metselwerk daarboven stalen damwandprofielplaten |
deuren | twee dubbele stalen deuren en meerdere loopdeuren |
vloerconstructie | betonvloer, monolitisch afgewerkt |
kapconstructie | stalen spanten, niet vrij overspannen, houten gordingen |
dakbedekking | golfplaten |
kwaliteit van de materialen | in relatie tot het bouwjaar en ouderdom goed |
Verkoopbrochure Landbouwbedrijf Xxxxxxx 0 | 60245111 | V05 | sbe | Pagina 10 van 15
indeling | garage, werkplaats, werktuigenberging, sanitair ruimte met toegang naar kampeerterrein, open ruimte |
Er zijn vier sleufsilo's aanwezig. Tussen twee sleufsilo's is een opslag voor co-producten. Twee sleufsilo's hebben gestorte betonnen wanden en twee sleufsilo's hebben prefabbetonnen wanden. De vloeren zijn uitgevoerd met gestort beton.
De sleufsilo's hebben een lengte van 45 m en variëren in breedte van 7,5 tot 12 m. De sleufsilo's verkeren in een goede staat.
Verkoopbrochure Landbouwbedrijf Xxxxxxx 0 | 60245111 | V05 | sbe | Pagina 11 van 15
KAMPEERTERREIN 'T BRUGGETJE
Aan de westzijde van het erfperceel is een kampeerterrein voorzien voor 15 standplaatsen.
Het terrein is omzoomd door bomen en struiken en heeft de beschikking over sanitaire voorzieningen in de werktuigenschuur. Het terrein is uitgerust met een verhard pad, stroomaansluitingen, verlichting en water. Het kampeerterrein is circa 4.500 m² groot.
Het erf is via twee inritten ontsloten naar de openbare weg. Het erfperceel inclusief ondergrond van de gebouwen exclusief camping is circa 1.85.00 ha groot.
aantal inritten | twee |
hekwerken | niet aanwezig |
groenvoorzieningen | wel aanwezig |
terreinverlichting | wel aanwezig |
verhardingen | gestort beton, betonplaten en semiverharding |
kwaliteit | goed |
oppervlakte | circa 2.300 m² |
De locatie is aangesloten op aardgas, water, elektriciteit (220/380 (3x80A)), telefoon en centrale verwarming. Er is een septic tank aanwezig.
Verkoopbrochure Landbouwbedrijf Xxxxxxx 0 | 60245111 | V05 | sbe | Pagina 12 van 15
Het woonobject heeft het energielabel B toegekend gekregen. Het officiële document is in bezit bij de eigenaar.
De locatie is kadastraal bekend
gemeente | sectie | nummer | grootte |
Middenschouwen | H | 541 (gedeeltelijk) | circa 02.25.00 ha |
totaal groot | circa 02.25.00 ha |
Bijlage 1: kadastraal uittreksel en GIS-kaarten (topografische kaart en luchtfoto) Bijlage 2: plattegrond bedrijfsgebouwen
HERINRICHTINGSRENTE/WATERSCHAPSLASTEN
Het aangeboden perceel is belast met een herinrichtingsrente van circa € 5,40 (eindjaar 2037).
Er zijn geen zakelijke rechten op het perceel gevestigd.
Voor de aangeboden locatie vigeert het bestemmingsplan Buitengebied, vastgesteld door de raad op 26 maart 2009.
In 2021 zijn alle wijzigingen in het bestemmingsplan verzameld. De onderhavige locatie is daarin niet vermeld.
In dit bestemmingsplan heeft het perceel de bestemming 'Agrarisch' en 'Bouwstede' voor de locatie. En ook is aanduiding 'Minicamping' van toepassing.
Verkoopbrochure Landbouwbedrijf Xxxxxxx 0 | 60245111 | V05 | sbe | Pagina 13 van 15
Bijlage 3: uittreksel van de bestemmingsplanvoorwaarden
Naar opgave van de gemeente zijn er vooralsnog geen nieuwe planologische ontwikkelingen te verwachten.
Xxxxxxxx heeft recent geen onderzoek verricht of laten verrichten naar de aanwezigheid van stoffen in grond of grondwater, of naar materialen die schadelijk zijn voor mens, milieu of gebouwen, of naar de aanwezigheid van stoffen die de waarde beïnvloeden. Koper kan voor zijn rekening en risico een verkennend bodem- en grondwateronderzoek laten uitvoeren. De milieukundige toestand van bodem- en grondwater moet voldoende zijn voor agrarische exploitatie, dit kan als ontbindende voorwaarde gelden. In de koopovereenkomst zal een clausule worden opgenomen waarin is bepaald dat koper het risico van de bodemkwaliteit van verkoper overneemt.
OPLEVERING EN KOOPMOGELIJKHEDEN
De boerderij wordt in de huidige staat aangeboden en wordt leeg, ontruimd, bezemschoon en met zuiglege putten opgeleverd, tenzij partijen anders overeen zijn gekomen.
Het is onder nader overeen te komen voorwaarden mogelijk om extra grond bij de locatie aan te kopen. De extra oppervlakte is maximaal circa 32.88.20 ha groot. Een kleinere oppervlakte is ook mogelijk, waarbij voor het overblijvende deel te allen tijde een zelfstandige ontsluiting naar de openbare weg behouden blijft.
Ook de kavelvorm van het overblijvende deel dient acceptabel te zijn.
Het verdelen van de koopsom maakt onderdeel uit van de te bereiken finale overeenstemming.
Verkoopbrochure Landbouwbedrijf Xxxxxxx 0 | 60245111 | V05 | sbe | Pagina 14 van 15
Aanvaarding | in overleg |
Bezichtiging | in overleg |
Vraagprijs | op aanvraag |
Hoewel deze informatie met bijlagen met veel zorg is samengesteld, kunnen er onjuistheden in voorkomen. Daarom kunnen er aan deze informatie geen rechten en/of verplichtingen worden ontleend. Alle verstrekte informatie moet uitsluitend worden gezien als een uitnodiging tot nader overleg dan wel tot het uitbrengen van een bieding. Xxxxxxxx stelt nadrukkelijk dat een verkoop niet eerder tot stand komt dan nadat er over alle voorwaarden overeenstemming is bereikt. Het bieden van de vraagprijs houdt niet automatisch in dat er ook een koopovereenkomst tot stand is gekomen. Verkoper behoudt zich te allen tijde het recht van beraad en/of gunning voor, zonder opgaaf van redenen.
Indien koper één of meer voorbehouden wenst, dient hij dat bij de onderhandelingen in te brengen. Voorbehouden ingebracht nadat een overeenkomst tot stand is gekomen, worden niet geaccepteerd tenzij verkoper alsnog met het voorbehoud instemt. Xxxxx heeft een eigen onderzoeksplicht met betrekking tot alle onderwerpen die voor hem van belang zijn of kunnen zijn.
In de bijlage treft u situatieschetsen aan. Ook hier kunnen geen rechten aan worden ontleend. De situatieschetsen zijn niet op schaalgrootte.
Verkoopbrochure Landbouwbedrijf Xxxxxxx 0 | 60245111 | V05 | sbe | Pagina 15 van 15
BIJLAGE 1 |
KADASTRAAL UITTREKSEL EN GIS-KAARTEN (TOPOGRAFISCHE KAART EN LUCHTFOTO) |
BETREFT
Middenschouwen H 541
UW REFERENTIE
60245111
GELEVERD OP
12-10-2021 - 12:18
VOLLEDIG GESIGNALEERD T/M
11-10-2021 - 14:59
BLAD
1 van 1
PRODUCTIEORDERNUMMER
S11109458819
VOLLEDIG BIJGEWERKT T/M
11-10-2021 - 14:59
Eigendomsinformatie
ALGEMEEN
Kadastrale aanduiding | |||
Kadastrale objectidentificatie : 089730054170000 | |||
Locatie | Xxxxxxx 0 0000 XX Xxxxxxxxx | ||
Locatiegegevens zijn ontleend aan de Basisregistratie Adressen en Gebouwen | |||
Kadastrale grootte | 351.320 m² | ||
Grens en grootte | Vastgesteld | ||
Coördinaten | 52710 - 413028 | ||
Omschrijving | Wonen (agrarisch) | ||
Terrein (grasland) | |||
Herinrichtingsrente | € 75,42 | Eindjaar | 2037 |
AANTEKENINGEN
Publiekrechtelijke beperking Basisregistratie Kadaster
Er zijn geen beperkingen bekend in de Basisregistratie Kadaster.
RECHTEN
1 Eigendom (recht van)
Afkomstig uit stuk Hyp4 57908/107 Ingeschreven op 19-02-2010 om 09:00
Is aanvulling op Hyp4 57908/107
Ingeschreven op 12-06-2012 om 14:06
Naam gerechtigde De heer Xxxxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxx xxx Xxxxxx
Adres Xxxxxxx 0
4321 TK KERKWERVE
Geboren 10-10-1966
Persoonsgegevens zijn ontleend aan de Basisregistratie Personen
Burgerlijke staat Gehuwd (ten tijde van verkrijging)
te UDENHOUT
Betrokken persoon Xxxxxxx Xxxxxx Xxxxxxxxxx Xxxxxxxxx Xxxxx xxx Xxxxxx (ten tijde van verkrijging)
Persoonsgegevens zijn ontleend aan de Basisregistratie Personen
Voor een eensluidend uittreksel, de bewaarder van het kadaster en de openbare registers.
De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt ten aanzien van de kadastrale gegevens zich het recht voor als bedoeld in artikel 2 lid 1 juncto artikel 6 lid 3 van de Databankenwet.
Heeft u nog vragen? Neem contact op met de klantenservice.
22500m²
0 187,5 375 Meter
Kenmerk: 60245111|G07|sbe
oktober 2023
Schaal:
1:10.000
Legenda
te verkopen locatie
Xxxxxxx 0 xx Xxxxxxxxx
Hoewel deze informatie met veel zorg is samengesteld, kunnen er onjuistheden in voorkomen. Daarom kunnen er aan deze informatie geen rechten en/of verplichtingen worden ontleend. De situatieschetsen zijn mogelijk niet op schaalgrootte.
22500m²
0 187,5
375 Meter
Esri Nederland, xxxxxxxxxxxxxx.xx
Kenmerk: 60245111|G08|sbe
oktober 2023
Schaal:
1:10.000
Xxxxxxx 0 xx Xxxxxxxxx
Legenda
te verkopen locatie
Hoewel deze informatie met veel zorg is samengesteld, kunnen er onjuistheden in voorkomen. Daarom kunnen er aan deze informatie geen rechten en/of verplichtingen worden ontleend. De situatieschetsen zijn mogelijk niet op schaalgrootte.
BIJLAGE 2 |
PLATTEGROND BEDRIJFSGEBOUWEN |
Plattegrond bedrijfshal:
BIJLAGE 3 |
UITTREKSEL VAN DE BESTEMMINGSPLAN- VOORWAARDEN |
Hoofdstuk II Bestemmingsregels 10
Artikel 3 Agrarisch
regeling | ontheffing | wijziging | |
gebruik | lid 3.1 | lid 3.5 | lid. 3.7 |
bouwen | lid 3.2 | ||
vergroting gebouwen buiten bouwvlak of bouwstede | sublid 3.3.1 | ||
overkappingsconstructies als teeltondersteunende voorzie- ning | sublid 3.3.2 | ||
grotere mestopslagruimte | sublid 3.3.3 | ||
mestopslagruimte buiten het bouwvlak of bouwstede | sublid 3.3.4 | ||
wateropslagruimten | sublid 3.3.5 | ||
niet-grondgebonden neven- takken | sublid 3.3.6 | ||
(vervangende) nieuwbouw NED | sublid 3.3.7 | ||
overschrijden grenzen bouw- vlak | sublid 3.3.8 | ||
eerste agrarische dienstwo- ning | sublid 3.3.9 | ||
windturbine | sublid 3.3.10 |
Ter plaatse van de bestemming Agrarisch gelden voor het gebruik, ontheffingen van het ge- bruik, het bouwen, ontheffingen voor het bouwen, aanlegvergunning en wijzigingsregels, de in de volgende tabel genoemde regels.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
727.007484.00
regeling | ontheffing | wijziging | |
sanitair en/of recreatieruimte mi- nicamping | sublid 3.3.11 | ||
ontheffing hogere bouwwerken, geen gebouwen zijnde | sublid 3.3.12 | ||
ontheffing vergroten bouwhoogte kassen en warmtebuffertanks | sublid 3.3.13 | ||
paardenbak | sublid 3.5.1 | ||
tijdelijke huisvesting seizoensar- beiders | sublid 3.5.2 | ||
mantelzorg | sublid 3.5.3 | ||
gastenverblijf | sublid 3.5.4 | ||
containervelden | sublid 3.5.5 | ||
mestopslagruimten buiten bouw- blok | sublid 3.5.6 | ||
weidegang | sublid 3.5.7 | ||
beplanten van gronden met na- tuurwaarden | sublid 3.6.1 | ||
verbod verwijderen landschape- lijke inpassing minicampings | sublid 3.6.2 | ||
vergroten bouwstede/bouwvlak | sublid 3.7.1 | ||
uitbreiden intensieve veehouderij | sublid 3.7.2 | ||
uitbreiden intensieve veehouderij vanwege dierenwelzijneisen | sublid 3.7.3 | ||
uitbreiden glastuinbouw | sublid 3.7.4 | ||
NED-regeling | sublid 3.7.5 |
regeling | ontheffing | wijziging | |
bestemmingswijziging na be- drijfsbeëindiging | sublid 3.7.6 | ||
nieuwe minicamping | sublid 3.7.7 | ||
uitbreiden minicamping | sublid 3.7.8 | ||
beëindigen minicamping | sublid 3.7.9 | ||
landschapscamping | sublid 3.7.10 | ||
installatie voor duurzame energie | sublid 3.7.11 | ||
nieuwe natuurgebieden | sublid 3.7.12 | ||
stellingen als teeltondersteunen- de voorziening | sublid 3.7.13 | ||
boog- en gaaskassen buiten bouwvlak of bouwstede | sublid 3.7.14 | ||
bassins ten behoeve van aqua- cultuur | sublid 3.7.15 | ||
vergroten bestemmingsvlak niet- agrarische bestemmingen | sublid 3.7.16 | ||
vergroten bestemmingsvlakken verkeer | sublid 3.7.17 | ||
Productiegerichte paardenhoude- rij | sublid 3.7.18 | ||
algemene regels met betrekking tot het bouwen | artikel 28 | artikel 28 | artikel 28 |
3.1. Bestemmingsomschrijving
De op de plankaart voor Xxxxxxxxx aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. grondgebonden agrarische bedrijven;
b. en tevens voor:
1. ter plaatse van de aanduiding 'agrarisch dienstverlening' (ad): een dienstverlenend be- drijf voor agrarische bedrijven;
2. ter plaatse van de aanduiding 'agrarisch loonbedrijf' (al): een agrarisch loonbedrijf;
3. ter plaatse van de aanduiding 'agrarisch hulp- en nevenbedrijf' (an): een agrarisch hulp- en nevenbedrijf;
4. ter plaatse van de aanduiding 'concentratiegebied glastuinbouw' (cg): een concentratie- gebied voor glastuinbouwbedrijven;
5. ter plaatse van de aanduiding 'concentratielocatie glastuinbouw' (clg): een concentratie- locatie voor glastuinbouwbedrijven;
6. ter plaatse van de aanduiding 'caravanstalling' (cs): een caravanstalling;
7. ter plaatse van de aanduiding 'foeragehandel' (fo): een foeragehandel;
8. ter plaatse van de aanduiding 'grondgebonden' (gg): een grondgebonden agrarisch be- drijf met een bouwstede groter dan 1 ha;
9. ter plaatse van de aanduiding 'groothandel akkerbouwproducten' (gh): een groothandel in akkerbouwproducten;
10.ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouwbedrijf' (gt): een agrarisch bedrijf met glas- tuinbouw als hoofdtak, met dien verstande dat het oppervlak aan kassen niet meer be- draagt dan in bijlage 2, in de kolom huidig bedrijfsvloeroppervlak kassen, is aangege- ven;
11.ter plaatse van de aanduiding 'hoveniersbedrijf' (hov): een hoveniersbedrijf;
12.ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij' (iv): een agrarisch bedrijf met in- tensieve veehouderij als hoofdtak, met dien verstande dat het bedrijfsvloeroppervlak in- tensieve veehouderij niet meer bedraagt dan in bijlage 3, in de kolom huidig bedrijfs- vloeroppervlak intensieve veehouderij, is aangegeven;
13.ter plaatse van de aanduiding 'landschapscamping' (lc): een landschapscamping;
14.ter plaatse van de aanduiding 'landbouwmachineverhuur' (lmv): een verhuurbedrijf voor de verhuur van landbouwmachines;
15.ter plaatse van de aanduiding 'manege' (ma): een manege;
16.ter plaatse van de aanduiding 'minicamping' (mic): een minicamping, met ten hoogste het aantal standplaatsen zoals genoemd in bijlage 9 in de kolom aantal standplaatsen;
17.ter plaatse van de aanduiding 'mestopslag' (mo): een mestbassin voor de opslag van dierlijke mest;
18.ter plaatse van de aanduiding 'nieuwe economische drager' (NED): een nieuwe eco- nomische drager als neventak, zoals aangegeven in bijlage 10, in de kolom activiteit, met dien verstande dat het oppervlak niet meer bedraagt dan in bijlage 10, in de kolom oppervlakte, is aangegeven;
19.ter plaatse van de aanduiding 'neventak intensieve veehouderij' (niv): intensieve vee- houderij als neventak, met dien verstande dat het bedrijfsvloeroppervlak intensieve veehouderij niet meer bedraagt dan in bijlage 3, in de kolom huidig bedrijfsvloeropper- vlak intensieve veehouderij, is aangegeven;
20.ter plaatse van de aanduiding 'natuurwaarden' (nw): natuurwaarden; 21.ter plaatse van de aanduiding 'opslag' (op): opslag van goederen; 22.ter plaatse van de aanduiding 'paardenhotel' (pah): een paardenhotel;
23.ter plaatse van de aanduiding 'pension' (pe): een pension met ten hoogste 10 slaap- plaatsen;
24.ter plaatse van de aanduiding 'paardenhouderij' (phr): een productiegerichte paarden- houderij;
25.ter plaatse van de aanduiding 'paardenpension' (pp): een paardenpension; 26.ter plaatse van de aanduiding 'palingrokerij' (pr): een palingrokerij;
27.ter plaatse van de aanduiding 'plattelandswinkel' (pw): een plattelandswinkel;
28.ter plaatse van de aanduiding 'schuur' (sc): een schuur ten behoeve van agrarische ac- tiviteiten;
29.ter plaatse van de aanduiding 'uitbreiding natuur' (un): landbouwgronden waarop na- tuurontwikkeling is voorzien;
30.ter plaatse van de aanduiding 'visserij' (vi): ondersteunende voorzieningen voor visse- rijactiviteiten
31.ter plaatse van de aanduiding 'windturbine' (wt): een windturbine;
c. aan de bestemming ondergeschikte extensieve dagrecreatie met bijbehorende recreatieve fiets- en wandelpaden en voorzieningen;
d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, natuurvriendelijke oevers, water, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen;
e. alsmede voor de landschappelijke karakteristiek zoals beschreven in het Landschappelijk Raamwerk.
3.2. Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels.
3.2.1. Bouwregels voor bouwstedes en bouwvlakken
a. ter plaatse van de aanduidingen 'bouwstede' en 'bouwvlak' mogen gebouwen en bouwwer- ken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
b. kassen en daarbij behorende bouwwerken ten behoeve van de energievoorziening en wa- teropslagruimten zijn slechts toegestaan ter plaatse van de aanduidingen 'glastuinbouw' en 'neventak glastuinbouw';
c. gebouwen ten behoeve van intensieve veehouderij zijn slechts toegestaan ter plaatse van de aanduidingen 'intensieve veehouderij' en 'neventak intensieve veehouderij';
d. bouwvlakken en bouwstedes verbonden door de aanduiding 'één bouwvlak en/ of bouw- stede vormend' vormen één bouwvlak of bouwstede voor één agrarisch bedrijf, met dien verstande dat de op de plankaart aangegeven aanduidingen slechts gelden voor het (deel)bouwvlak of de (deel)bouwstede waarvoor deze zijn aangegeven;
e. voor een bouwstede gelden de volgende regels:
1. een bouwstede heeft de vorm van een rechthoek;
2. de oppervlakte van een bouwstede bedraagt ten hoogste 1 ha;
3. een bouwstede omvat alle bestaande bedrijfsgebouwen, inclusief bedrijfswoning met aan- en uitbouwen en bijgebouwen, op het betreffende erf;
4. de lengte van de kortste zijde van een bouwstede bedraagt ten minste 60 meter;
f. tenzij anders is aangeduid op de plankaart, is per bouwstede of bouwvlak ten hoogste één bedrijfswoning met aan- en uitbouwen en bijgebouwen toegestaan, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'zonder dienstwoning' (zdw) geen bedrijfswoning is toege- staan;
g. indien gebouwen en overkappingen niet aaneen worden gebouwd, bedraagt de onderlinge afstand ten minste 3 meter;
3.2.2. Bouwregels voor gronden buiten bouwstedes en bouwvlakken
Buiten een bouwvlak of bouwstede mogen slechts worden gebouwd:
a. kuilvoerplaten en sleufsilo's, direct aansluitend op bouwstedes en bouwvlakken;
b. terreinafscheidingen;
c. ter plaatse van de aanduidingen 'randzone', 'uitbreiding natuur' en 'natuurwaarden' zijn geen gebouwen en overkappingen toegestaan.
3.2.3. Bouwhoogte, oppervlakte en inhoud
De bouwhoogte, de oppervlakte en/ of de inhoud van een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, bedragen ten hoogste:
bouwwerk | goothoogte | bouwhoogte | oppervlakte/inhoud | |
1 | bedrijfswoning | 6.00 m | 10.00 m | 750 m³ |
2 | bijgebouwen bij een woning, inclu- sief overkappingen | 3.00 m | 6.00 m | 60 m² |
3 | kassen | 6.00 m | 8.00 m | bijlage 2, kolom huidig bedrijfs- vloeroppervlak kassen |
4 | stallen ten behoeve van intensieve veehouderij | 6.00 m | 12.00 m | bijlage 3, kolom huidig bedrijfs- vloeroppervlak in- tensieve veehou- derij |
5 | overige agrarische bedrijfsgebou- wen en overkappingen binnen een | 6.00 m | 12.00 m |
bouwwerk | goothoogte | bouwhoogte | oppervlakte/inhoud | |
bouwstede of bouwvlak | ||||
6 | sanitaire voorzieningen en recreatie- ruimten ter plaatse van de aandui- ding minicamping | 3.00 m | 6.00 m | 100 m² per minicam- ping |
7 | mestopslagruimten als zelfstandige bouwwerken | 5.00 m | 7.00 m | 2.500 m³ |
8 | sleufsilo | 2.00 m | ||
9 | voedersilo | 12.00 m | ||
10 | wateropslagruimte | 6.00 m | ||
11 | windturbine | 15.00 m | ||
12 | kunstobject | 3.00 m | ||
13 | vlaggenmast | 10.00 m | ||
14 | overige bouwwerken of overkappin- gen, geen gebouwen zijnde | 1.00 m |
3.3. Ontheffing van de bouwregels
3.3.1. Ontheffing vergroting gebouwen buiten bouwvlak of bouwstede
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in sublid 3.2.2 voor het bouwen van een gebouw of overkapping, buiten een bouwvlak of bouwstede, met in acht- neming van het volgende:
a. het oppervlak bedraagt ten hoogste 100 m²;
b. de goothoogte bedraagt ten hoogste 4 meter, de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 8 meter;
c. ontheffing wordt verleend indien is aangetoond dat:
1. ontheffing noodzakelijk is voor een doelmatige bedrijfsvoering van het grondgebonden agrarisch bedrijf;
2. plaatsing op het bouwvlak niet mogelijk of doelmatig is;
alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de agrarisch deskundige;
d. voorzien wordt in een afschermende landschappelijke inpassing die bestaat uit een be- plantingsstrook met een afschermende struik- en boomlaag van voornamelijk streekeigen soorten, met een breedte van ten minste 5 meter;
e. ontheffing leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmo- gelijkheden van naastgelegen percelen.
f. ontheffing is noodzakelijk voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering;
g. ontheffing wordt slechts verleend als een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing.
3.3.2. Ontheffing voor overkappingconstructies als teeltondersteunende voorziening Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 3.2 voor het bouwen van overkappingconstructies als teeltondersteunende voorziening buiten een bouwvlak of bouwstede, met in achtneming van het volgende:
a. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 4 meter;
b. ontheffing wordt niet verleend:
1. binnen een afstand van 50 meter van gronden met de bestemming Natuur, of gronden met de bestemming Water en de aanduiding 'deltawater';
2. ter plaatse van de aanduiding 'natuurwaarden';
3. ter plaatse van de aanduiding 'uitbreiding natuur';
4. ter plaatse van de aanduiding 'randzone';
c. ontheffing wordt slechts verleend als daardoor de landschappelijke karakteristiek zoals be- noemd in het Landschappelijk Raamwerk niet onevenredig wordt aangetast; alvorens de
ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de landschaps- en natuurbeschermingsdeskundige;
d. de teeltondersteunende voorziening staat ten dienste aan het grondgebonden agrarisch bedrijf;
e. voorzien wordt in een afschermende landschappelijke inpassing die bestaat uit een be- plantingsstrook met een afschermende struik- en boomlaag van voornamelijk streekeigen soorten, met een breedte van gemiddeld 10 meter;
f. ontheffing wordt slechts verleend ten behoeve van een reëel of volwaardig agrarisch be- drijf; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de agrarisch deskundige;
g. ontheffing leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmoge- lijkheden van naastgelegen percelen;
h. ontheffing wordt slechts verleend als een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing.
3.3.3. Ontheffing grotere mestopslagruimte
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in sublid 3.2.3 on- der 8 voor het bouwen van een mestopslagruimte als zelfstandig bouwwerk, ter plaatse van een bouwvlak of bouwstede, met in achtneming van het volgende:
a. de totale inhoud van mestopslagruimten en mestbassins op het betreffende erf bedraagt:
1. ten hoogste 5.000 m³ bij grondgebonden agrarische bedrijven en agrarische bedrijven met intensieve veehouderij als hoofdtak met een bedrijfsvloeroppervlak intensieve vee- houderij van ten hoogste 5.000 m²;
2. ten hoogste 8.000 m³ bij agrarische bedrijven met intensieve veehouderij als hoofdtak met een bedrijfsvloeroppervlak intensieve veehouderij groter dan 5.000 m²;
b. het gebruik van de mestopslagruimten ten behoeve van handelsdoeleinden is niet toege- staan;
c. ontheffing wordt slechts verleend ten behoeve van een reëel of volwaardig agrarisch be- drijf; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de agrarisch deskundige;
d. ontheffing is noodzakelijk voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering; alvorens de ont- heffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de agrarisch deskundige;
e. voorzien wordt in een afschermende landschappelijke inpassing die bestaat uit een be- plantingsstrook met een afschermende struik- en boomlaag van voornamelijk streekeigen soorten, met een breedte van gemiddeld 10 meter;
f. ontheffing leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmoge- lijkheden van naastgelegen percelen;
g. ontheffing leidt niet tot onevenredige gevolgen voor het waterbeheer; indien het verhard oppervlak toeneemt of kan toenemen met 1.000 m² of meer, vragen burgemeester en wet- houders hierover schriftelijk advies van de waterbeheerder alvorens de ontheffing te verle- nen;
h. ontheffing wordt slechts verleend als een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing.
3.3.4. Ontheffing voor mestopslagruimten aansluitend aan het bouwvlak of de bouwstede Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 3.2 voor het bouwen van een mestopslagruimte als zelfstandig bouwwerk, op gronden zonder de aanduiding 'bouwvlak' of 'bouwstede', met in achtneming van het volgende:
a. ontheffing wordt slechts verleend als de mestopslagruimten aansluitend aan het bouwvlak of de bouwstede worden gerealiseerd;
b. de totale inhoud van mestopslagruimten en mestbassins behorende tot het betreffende agrarische bedrijf bedraagt ten hoogste 5.000 m³;
c. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 6 meter;
d. ontheffing wordt niet verleend:
1. binnen een afstand van 100 meter van gronden met de bestemming Natuur, of gronden met de bestemming Water en de aanduiding 'deltawater';
2. ter plaatse van de aanduiding 'natuurwaarden';
3. ter plaatse van de aanduiding 'uitbreiding natuur';
4. ter plaatse van de aanduiding 'randzone';
e. het gebruik van de mestopslagruimten ten behoeve van handelsdoeleinden is niet toege- staan;
f. ontheffing wordt niet verleend indien op de bij het agrarisch bedrijf behorende bouwstede of het bouwvlak voldoende ruimte aanwezig is om de mestopslagruimte te realiseren;
g. voorzien wordt in een afschermende landschappelijke inpassing die bestaat uit een be- plantingsstrook met een afschermende struik- en boomlaag van voornamelijk streekeigen soorten, met een breedte van gemiddeld 10 meter;
h. ontheffing wordt slechts verleend ten behoeve van een reëel of volwaardig agrarisch be- drijf; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de agrarisch deskundige;
i. ontheffing is noodzakelijk voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering; alvorens de ont- heffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de agrarisch deskundige;
j. ontheffing leidt niet tot onevenredige gevolgen voor het waterbeheer; indien het verhard oppervlak toeneemt of kan toenemen met 1.000 m² of meer, vragen burgemeester en wet- houders hierover schriftelijk advies van de waterbeheerder alvorens de ontheffing te verle- nen;
k. ontheffing leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmo- gelijkheden van naastgelegen percelen;
l. ontheffing wordt slechts verleend als een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing.
3.3.5. Ontheffing voor wateropslagruimten
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 3.2 voor het bouwen van een wateropslagruimte als zelfstandig bouwwerk, buiten een bouwvlak of bouw- stede, met in achtneming van het volgende:
a. wateropslagruimten worden aansluitend aan een bouwvlak of de bouwstede gerealiseerd;
b. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 2 meter;
c. ontheffing wordt niet verleend:
1. binnen een afstand van 100 meter van gronden met de bestemming Natuur, of gronden met de bestemming Water en de aanduiding 'deltawater';
2. ter plaatse van de aanduiding 'natuurwaarden';
3. ter plaatse van de aanduiding 'randzone';
d. voorzien wordt in een afschermende landschappelijke inpassing die bestaat uit een be- plantingsstrook met een afschermende struik- en boomlaag van voornamelijk streekeigen soorten, met een breedte van gemiddeld 10 meter;
e. ontheffing wordt niet verleend indien op de bij het agrarisch bedrijf behorende bouwstede of bouwvlak voldoende ruimte aanwezig is om de wateropslagruimte te realiseren;
f. ontheffing wordt slechts verleend ten behoeve van een reëel of volwaardig agrarisch be- drijf; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de agrarisch deskundige;
g. ontheffing is noodzakelijk voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering; alvorens de ont- heffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de agrarisch deskundige;
h. ontheffing leidt niet tot onevenredige gevolgen voor het waterbeheer; indien het verhard oppervlak toeneemt of kan toenemen met 1.000 m² of meer, vragen burgemeester en wet- houders hierover schriftelijk advies van de waterbeheerder alvorens de ontheffing te verle- nen;
i. ontheffing leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmoge- lijkheden van naastgelegen percelen;
j. ontheffing wordt slechts verleend als een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing.
3.3.6. Ontheffing niet-grondgebonden neventakken
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 3.2 voor het realiseren van een niet-grondgebonden neventak ter plaatse van een bouwvlak of bouwstede, met in achtneming van het volgende:
a. het totale oppervlak aan kassen bedraagt ten hoogste 2.000 m² per bedrijf;
b. het totale bedrijfsvloeroppervlak intensieve veehouderij bedraagt ten hoogste 1.600 m² per bedrijf;
c. ontheffing wordt niet verleend:
1. binnen een afstand van 100 meter van gronden met de bestemming Natuur, of gronden met de bestemming Water en de aanduiding 'deltawater';
2. ter plaatse van de aanduiding 'natuurwaarden';
3. ter plaatse van de aanduiding 'uitbreiding natuur';
4. ter plaatse van de aanduiding 'randzone';
5. voor een intensieve veehouderij ter plaatse van de aanduiding 'geen veehouderij toege- staan' (gvh);
d. een nieuwe neventak intensieve veehouderij is niet toegestaan ter plaatse van een bouw- vlak of bouwstede met de aanduiding 'geen veehouderij toegestaan', 'grond gebonden', 'in- tensieve veehouderij', 'neventak intensieve veehouderij', 'glastuinbouw';
e. een nieuwe neventak glastuinbouw is niet toegestaan ter plaatse van een bouwvlak met de aanduiding 'intensieve veehouderij' en 'glastuinbouw';
f. voorzien wordt in een afschermende landschappelijke inpassing die bestaat uit een be- plantingsstrook met een afschermende struik- en boomlaag van voornamelijk streekeigen soorten, met een breedte van gemiddeld 10 meter;
g. het gebruik van groeibevorderende of conditionerende belichting, zoals assimilatiebelich- ting of cyclische belichting in kassen is niet toegestaan, tenzij de kassen (gevel en dak) aan de binnenzijde volledig zijn afgeschermd tegen horizontale en verticale lichtuitstraling;
h. ontheffing leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelmogelijkheden van omliggende bestemmingen en functies;
i. ontheffing wordt slechts verleend ten behoeve van een reëel of volwaardig agrarisch be- drijf; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de agrarisch deskundige;
j. ontheffing is noodzakelijk voor de continuïteit van het agrarisch bedrijf; alvorens de onthef- fing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies aan de agrarisch deskundige;
k. ontheffing wordt slechts verleend als een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing.
3.3.7. Ontheffing (vervangende) nieuwbouw NED
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 3.2 voor het nieuw bouwen of vervangend nieuw bouwen van een gebouw ten behoeve van een NED ter plaatse van een bouwvlak of bouwstede, met inachtneming van het volgende:
a. ontheffing wordt verleend voor het bouwen van een gebouw ten behoeve van een NED waarbij de oppervlakte van het gebouw ten hoogste de in bijlage 1 genoemde omvang be- draagt;
b. de ontheffing wordt slechts verleend indien ook toepassing is of wordt gegeven aan de wij- zigingsbevoegdheid in lid 3.7.5;
c. ontheffing voor nieuwbouw zonder dat andere gebouwen behorende tot het bouwvlak of de bouwstede worden gesloopt, wordt slechts verleend indien sprake is van een kwalita- tieve verbetering van de inrichting van het erf;
d. voorzien wordt in een afschermende landschappelijke inpassing van het erf die bestaat uit een beplantingsstrook met een afschermende struik- en boomlaag van voornamelijk streekeigen soorten, met een breedte van gemiddeld 10 meter;
e. ontheffing wordt slechts verleend als een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing.
3.3.8. Ontheffing overschrijding grenzen bouwvlak
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 3.2 voor het overschrijden van de grenzen van een bouwvlak met gebouwen, overkappingen en bouwwer- ken, geen gebouwen zijnde, met inachtneming van het volgende:
a. ontheffing wordt verleend indien de uitbreiding van het bouwvlak ten hoogste 15% van de oppervlakte van het op de kaart aangegeven bouwvlak bedraagt, en de overschrijding van de bouwvakgrenzen ten hoogste 15 meter bedraagt;
b. ontheffing wordt niet verleend:
1. binnen een afstand van 100 meter van gronden met de bestemming Natuur, of gronden met de bestemming Water en de aanduiding 'deltawater';
2. ter plaatse van de aanduiding 'natuurwaarden';
3. ter plaatse van de aanduiding 'uitbreiding natuur';
4. ter plaatse van de aanduiding 'randzone';
c. voorzien wordt in een afschermende landschappelijke inpassing die bestaat uit een be- plantingsstrook met een afschermende struik- en boomlaag van voornamelijk streekeigen soorten, met een breedte van gemiddeld 10 meter;
d. ontheffing wordt slechts verleend ten behoeve van een reëel of volwaardig agrarisch be- drijf; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies aan de agrarisch deskundige;
e. ontheffing is noodzakelijk voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering; alvorens de ont- heffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies aan de agrarisch deskundige;
f. ontheffing leidt niet tot onevenredige gevolgen voor het waterbeheer; indien het verhard oppervlak toeneemt of kan toenemen met 1.000 m² of meer, vragen burgemeester en wet- houders hierover schriftelijk advies van de waterbeheerder alvorens de ontheffing te verle- nen;
g. ontheffing wordt slechts verleend als een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing.
3.3.9. Ontheffing bouwen eerste agrarische dienstwoning
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 3.2 voor het bouwen van een agrarische dienstwoning ter plaatse van een bouwvlak of bouwstede met de aanduiding 'zonder dienstwoning' (zdw), met inachtneming van het volgende:
a. ontheffing wordt verleend met inachtneming van de voorkeursgrenswaarde van 48 dB in- gevolge de Wet geluidhinder ten aanzien van wegverkeerslawaai;
b. ontheffing is noodzakelijk in verband met de aard en omvang van de agrarische bedrijfs- voering; alvorens ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de agrarisch deskundige;
c. ontheffing wordt slechts verleend ten behoeve van een reëel of volwaardig agrarisch be- drijf; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies aan de agrarisch deskundige;
d. ontheffing leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmoge- lijkheden van naastgelegen percelen.
3.3.10. Ontheffing bouwen windturbine
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 3.2 voor het bouwen van een windturbine ter plaatse van een bouwvlak of bouwstede, met inachtneming van het volgende:
a. de hoogte van een windturbine bedraagt ten hoogste 15 meter;
b. de afstand van de windturbine tot de weg bedraagt ten minste 20 meter;
c. de afstand van de windturbine tot gebouwen bedraagt ten minste 10 meter;
d. ontheffing wordt niet verleend:
1. binnen een afstand van 100 meter van gronden met de bestemming Natuur, of gronden met de bestemming Water en de aanduiding 'deltawater';
2. ter plaatse van de aanduiding 'natuurwaarden';
3. ter plaatse van de aanduiding 'uitbreiding natuur';
4. ter plaatse van de aanduiding 'randzone';
e. per bouwvlak of bouwstede is ten hoogste 1 windturbine toegestaan;
f. ontheffing wordt slechts verleend als daardoor de landschappelijke karakteristiek zoals be- noemd in het Landschappelijk Raamwerk niet onevenredig wordt aangetast; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de landschaps- en natuurbeschermingsdeskundige;
g. ontheffing leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmoge- lijkheden van naastgelegen percelen.
3.3.11. Ontheffing sanitair en/of recreatieruimte op een minicamping
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 3.2 voor het bouwen van sanitaire voorzieningen en/ of een recreatieruimte ten behoeve van een minicam- ping buiten een bouwvlak of bouwstede, met de aanduiding 'minicamping' met in achtneming van het volgende:
a. de bouwhoogte van het sanitairgebouw en/ of recreatieruimte bedraagt ten hoogste 3,5 meter;
b. het totale oppervlak van een sanitairgebouw en recreatieruimte bedraagt ten hoogste 100 m²;
c. voor privé-sanitair geldt:
1. per standplaats is één gebouw toegestaan;
2. de oppervlakte van een gebouw bedraagt ten hoogste 6 m² per standplaats;
3. een bouwhoogte van ten hoogste 3,5 meter;
d. ontheffing wordt niet verleend:
1. binnen een afstand van 100 meter van gronden met de bestemming Natuur, of gronden met de bestemming Water en de aanduiding 'deltawater';
2. ter plaatse van de aanduiding 'natuurwaarden';
3. ter plaatse van de aanduiding 'uitbreiding natuur';
4. ter plaatse van de aanduiding 'randzone';
5. binnen een afstand van 50 meter ten opzichte van de meest nabij gelegen woning van derden;
e. voorzien wordt in een afschermende landschappelijke inpassing die bestaat uit een be- plantingsstrook met een afschermende struik- en boomlaag van voornamelijk streekeigen soorten, met een breedte van ten minste 5 meter; indien op de minicamping privé-sanitair wordt gerealiseerd geldt een breedte van ten minste 10 meter;
f. ontheffing leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelmogelijkheden van omliggende bestemmingen en functies;
g. ontheffing wordt slechts verleend als een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing.
3.3.12. Ontheffing hogere bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 3.2.3 onder 14 voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde hoger dan 1 meter, met in achtne- ming van het volgende:
a. de bouwhoogte van het bouwwerk, geen gebouw zijnde, bedraagt ten hoogste 2,0 meter;
b. ontheffing is noodzakelijk in verband met de aard en omvang van de agrarische bedrijfs- voering; alvorens ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de agrarisch deskundige;
c. ontheffing leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmoge- lijkheden van naastgelegen percelen.
3.3.13. Ontheffing vergroten bouwhoogte kassen en warmtebuffertanks
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 3.2.3 onder 3 en het bepaalde in lid 3.2.3 onder 14 voor het vergroten van de maximale bouwhoogte ten be- hoeve van een kas en een warmtebuffertank ter plaatse van een bouwvlak met de aanduiding 'concentratiegebied glastuinbouw' of 'concentratielocatie glastuinbouw', met inachtneming van het volgende:
a. ontheffing is noodzakelijk voor de continuïteit van het agrarisch bedrijf; alvorens de onthef- fing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies aan de agrarisch deskundige;
b. de bouwhoogte van een kas bedraagt ten hoogste 11 meter;
c. de bouwhoogte van een warmtebuffertank bedraagt ten hoogste 12 meter;
d. voorzien wordt in een afschermende landschappelijke inpassing die bestaat uit een be- plantingsstrook met een afschermende struik- en boomlaag van voornamelijk streekeigen soorten, met een breedte van gemiddeld 10 meter;
e. ontheffing wordt slechts verleend als een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing.
3.4. Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
a. de opslag van goederen, anders dan agrarische producten afkomstig van het eigen agra- risch bedrijf, buiten een bouwstede of bouwvlak, is niet toegestaan;
b. het huisvesten van seizoensarbeiders, anders dan in een niet-permanent kampeermiddel op een minicamping of anders dan als NED, is niet toegestaan;
c. de opslag van dierlijke mest, anders dan in een mestopslagruimte, in hoeveelheden groter dan 600 m³, is niet toegestaan;
d. de opslag van dierlijke mest ten behoeve van handelsdoeleinden, is niet toegestaan;
e. het gebruik van kuilvoerplaten en sleufsilo's ten behoeve van de opslag van producten die niet afkomstig zijn van, of worden gebruikt op, het eigen agrarisch bedrijf, is niet toege- staan;
f. het gebruik van mestbassins buiten het bouwvlak of de bouwstede, is niet toegestaan;
g. containervelden zijn buiten een bouwvlak of bouwstede niet toegestaan;
h. het gebruik van tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen voor een aaneengesloten pe- riode van langer dan 10 weken is niet toegestaan;
i. het aanbieden van kampeerfaciliteiten op een landschapscamping of minicamping anders dan door middel van een bedrijfsmatige exploitatie van verblijfsrecreatie is niet toegestaan;
j. het gebruiken van meer standplaatsen voor kampeermiddelen op een minicamping dan is aangegeven in bijlage 9, is niet toegestaan;
k. met uitzondering van permanente standplaatsen zoals genoemd in bijlage 9 in de kolom permanent zijn ter plaatse van de gronden met de aanduiding 'minicamping' of met de aanduiding 'landschapscamping' geen stacaravans toegestaan;
l. een minicamping is uitsluitend toegestaan op of aansluitend aan een bouwvlak of bouw- stede met de aanduiding 'minicamping' (mic) of aansluitend aan het bij de betreffende mi- nicamping behorende bouwperceel met de bestemming Wonen en de aanduiding 'mini- camping' (mic);
m. het stallen van kampeermiddelen ter plaatse van een minicamping in het winterseizoen, met uitzondering van de minicampings zoals aangegeven in bijlage 9, is niet toegestaan;
n. het plaatsen van een stacaravan op een niet permanente standplaats is niet toegestaan ter plaatse van een minicamping of landschapscamping;
o. paardenbakken zijn niet toegestaan;
p. bij een paardenbak is het gebruik maken van een geluidsinstallatie, of verlichting door mid- del van lichtmasten niet toegestaan;
q. het gebruik van (een deel van) de gebouwen als seksinrichting is niet toegestaan;
r. detailhandel, anders dan een plattelandswinkel met een oppervlak van ten hoogste 150 m² of het verkopen van boerderij- of streekproducten met een oppervlak van ten hoogste 150 m² per bouwvlak of bouwstede, is niet toegestaan;
s. het uitoefenen van een aan-huis-gebonden beroep met een oppervlak meer dan 50 m² per agrarische bedrijfswoning is niet toegestaan;
t. het aanbieden van meer dan 5 slaapplaatsen ten behoeve van logies met ontbijt per agra- rische bedrijfswoning is niet toegestaan;
u. het gebruiken van een aan- of uitbouw of vrijstaand bijgebouw ten behoeve van het ont- vangen of verlenen van mantelzorg, of als gastenverblijf is niet toegestaan;
v. fruitteelt ter plaatse van gronden die zijn gelegen binnen een afstand van 50 meter van wo- ningen van derden, of terreinen bestemd voor verblijfsrecreatie (minicampings daaronder inbegrepen) is niet toegestaan;
w. het gebruik van groeibevorderende of conditionerende belichting, zoals assimilatiebelich- ting of cyclische belichting in kassen is niet toegestaan, tenzij de kassen (gevel en dak) aan de binnenzijde volledig zijn afgeschermd tegen horizontale en verticale lichtuitstraling;
x. het gebruik van groeibevorderende of conditionerende belichting, zoals assimilatiebelich- ting of cyclische belichting in boog- en gaaskassen is niet toegestaan;
y. ter plaatse van de aanduiding 'geen veehouderij toegestaan' is een veehouderij niet toege- staan.
3.5. Ontheffing van de gebruiksregels
3.5.1. Ontheffing paardenbak
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 3.4 onder n, ten behoeve van een paardenbak, met in achtneming van het volgende:
a. het oppervlak van de paardenbak bedraagt ten hoogste 1.200 m²;
b. ontheffing wordt niet verleend:
1. binnen een afstand van 100 meter van gronden met de bestemming Natuur, of gronden met de bestemming Water en de aanduiding 'deltawater';
2. ter plaatse van de aanduiding 'natuurwaarden';
3. ter plaatse van de aanduiding 'uitbreiding natuur';
4. binnen een afstand van 50 meter ten opzichte van de meest nabij gelegen woning van derden;
c. de paardenbak grenst direct aan een bouwstede, bouwvlak of een bestemmingsvlak waar- binnen een woning is toegestaan;
d. ontheffing leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelmogelijkheden van omliggende bestemmingen en functies;
e. voorzien wordt in een afschermende landschappelijke inpassing die bestaat uit een be- plantingsstrook met een afschermende struik- en boomlaag van voornamelijk streekeigen soorten, met een breedte van ten minste 5 m;
f. ontheffing wordt slechts verleend als een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing.
3.5.2. Ontheffing tijdelijke huisvesting seizoensarbeiders
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 3.1 en lid 3.4 onder b voor het tijdelijk huisvesten van seizoensarbeiders, met in achtneming van het vol- gende:
a. de ontheffing wordt slechts verleend ter plaatse van bouwstedes;
b. de ontheffing wordt slechts verleend voor de plaatsing van verplaatsbare wooneenheden ten behoeve van de huisvesting van aan het betreffende agrarisch bedrijf verbonden sei- zoensarbeiders, met een gezamenlijk oppervlak van ten hoogste 220 m² en een bouw- hoogte van ten hoogste 3,5 meter voor een aaneengesloten periode van ten hoogste 15 weken per kalenderjaar; de ontheffing leidt niet tot onevenredige aantasting van ge- bruiks- en ontwikkelmogelijkheden van naastgelegen percelen.
3.5.3. Ontheffing mantelzorg
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in sublid 3.4 onder t voor het bieden van mantelzorg in een woning, aan- of uitbouw of een bijgebouw, met in acht- neming van het volgende:
a. ontheffing wordt slechts verleend ter plaatse van een bouwperceel waarop krachtens het plan een woning is toegestaan en ook feitelijk aanwezig is;
b. ontheffing wordt slechts verleend indien sprake is van een goed woon- en verblijfsklimaat;
c. ontheffing wordt slechts verleend als een zorgindicatie van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) of een daartoe strekkende doktersverklaring wordt overlegd;
d. per bedrijf is slechts 1 aan- of uitbouw of bijgebouw als mantelzorgwoning toegestaan;
e. ontheffing leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkhe- den van naastgelegen percelen.
3.5.4. Ontheffing gastenverblijf
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in sublid 3.4 onder t voor het inrichten en gebruiken van een aan- of uitbouw of een bijgebouw als gastenverblijf bij de woning, met in achtneming van het volgende:
a. ontheffing wordt slechts verleend ter plaatse een bouwperceel waarop krachtens het plan een woning is toegestaan en ook feitelijk aanwezig is en als de woning permanent wordt bewoond;
b. ontheffing wordt slechts verleend als de aanvrager eigenaar en/ of bewoner is van de on- der a bedoelde woning;
c. ontheffing wordt slechts verleend indien sprake is van een goed woon- en verblijfsklimaat;
d. ontheffing wordt slechts verleend als op eigen terrein voorzien wordt in parkeerruimte voor ten minste één auto;
e. ontheffing wordt slechts verleend als het gastenverblijf uitsluitend voor niet-permanente bewoning wordt gebruikt;
f. per bedrijf is slechts 1 aan- of uitbouw of bijgebouw als gastenverblijf toegestaan;
g. het gastenverblijf uitsluitend niet-commercieel wordt gebruikt;
h. ontheffing leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkhe- den van naastgelegen percelen.
3.5.5. Ontheffing containervelden
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in sublid 3.4 onder g voor het gebruik van gronden als containervelden, met in achtneming van het volgende:
a. het containerveld heeft een oppervlakte van ten hoogste 1 ha;
b. het containerveld is gelegen aansluitend op een bouwvlak of bouwstede;
c. de ontheffing leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelmogelijkhe- den van naastgelegen percelen;
d. voorzien wordt in een afschermende landschappelijke inpassing die bestaat uit een be- plantingsstrook met een afschermende struik- en boomlaag van voornamelijk streekeigen soorten, met een breedte van ten minste 5 m;
e. ontheffing wordt slechts verleend als een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing.
3.5.6. Ontheffing voor mestbassins aansluitend aan het bouwvlak of bouwstede
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 3.4 onder f voor het gebruiken van een mestbassin, geen bouwwerk zijnde, buiten een bouwvlak of bouw- stede, met in achtneming van het volgende:
a. ontheffing wordt verleend voor een mestbassin in de vorm van een mestzak of foliebas- sins;
b. ontheffing wordt slechts verleend als het mestbassin aansluitend aan het bouwvlak of bouwstede wordt gesitueerd;
c. de inhoud van een mestbassin bedraagt ten hoogste 2.500 m³;
d. ontheffing wordt niet verleend:
1. binnen een afstand van 100 meter van gronden met de bestemming Natuur, of gronden met de bestemming Water en de aanduiding 'deltawater';
2. ter plaatse van de aanduiding 'natuurwaarden';
3. ter plaatse van de aanduiding 'uitbreiding natuur';
4. ter plaatse van de aanduiding 'randzone';
e. het gebruik van de mestopslagruimten ten behoeve van handelsdoeleinden is niet toege- staan;
f. ontheffing wordt slechts verleend ten behoeve van een reëel of volwaardig agrarisch be- drijf; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de agrarisch deskundige;
g. ontheffing is noodzakelijk voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering; alvorens de ont- heffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de agrarisch deskundige;
h. ontheffing leidt niet tot onevenredige aantasting van de aanwezige landschapskwaliteiten; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de natuur- en landschapsdeskundige;
i. ontheffing leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmo- gelijkheden van naastgelegen percelen;
j. voorzien wordt in een beschermende landschappelijke inpassing die bestaat uit een be- plantingsstrook met een afschermende struik- en boomlaag van voornamelijk streekeigen soorten, met een breedte van gemiddeld 10 m;
k. ontheffing wordt slechts verleend als een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing.
3.5.7. Ontheffing weidegang
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 1, lid 5, a onder 4, inzake weidegang als criterium voor grondgebonden agrarische bedrijven voor melk- veebedrijven die in plaats van weidegang, voldoende ruwvoer telen, met inachtneming van het volgende:
a. uit het te overleggen ondernemersplan inzake de nieuwe bedrijfssituatie, blijkt het vol- gende:
1. de gronden zijn in overwegende mate in de directe omgeving van het bedrijf gelegen;
2. de gronden worden feitelijk voor ruwvoerteelt voor het bedrijf gebruikt;
3. er wordt voldoende voer geteeld voor de voerbehoefte van het eigen bedrijf, zodanig dat het niet gaat om bijvoedering maar om een hoofdbestanddeel in de voervoorzie- ning;
4. bewerking van de gewassen vindt slechts in ondergeschikte mate plaats en in ieder ge- val op het bedrijf;
b. toepassen van weidegang is vanuit de bedrijfssituatie niet mogelijk of niet gewenst;
c. de continuïteit van voerteelt is ook op langere termijn verzekerd;
d. ontheffing wordt slechts verleend als over de aspecten zoals genoemd in de subleden a tot en met c een schriftelijke overeenkomst met het bedrijf wordt gesloten;
e. alvorens ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders schriftelijk advies over de aspecten die in subleden a tot en met c zijn genoemd en het blijvend grondgebon- den karakter van het bedrijf aan de agrarische deskundige.
3.6. Aanlegvergunning
3.6.1. Aanlegverbod natuurwaarden
Het is verboden op of in gronden met de aanduiding 'natuurwaarden' zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
a. het aanleggen of verharden van wegen of paden en het aanbrengen van andere opper- vlakteverhardingen;
b. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
c. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, men- gen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
d. het aanleggen van boven- of ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
e. het omzetten van grasland in bouwland;
f. het vellen of rooien van struiken of bomen;
g. het beplanten van gronden met opgaande beplanting.
3.6.2. Aanlegverbod landschappelijke inpassing minicampings
Het is verboden op of in gronden met de aanduiding 'minicamping', zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) struiken of bomen dienende als landschappelijke inpassing van de minicamping te vellen of rooien.
3.6.3. Uitzonderingen aanlegverbod
Het verbod van lid 3.6.1 en lid 3.6.2. is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
a. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning.
3.6.4. Voorwaarde voor de aanlegvergunning
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 3.6.1 en lid 3.6.2 zijn slechts toelaatbaar, in- dien daardoor de natuur- en landschapswaarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.
3.6.5. Advisering over de aanlegvergunning
Alvorens te beslissen omtrent een aanlegvergunning als bedoeld in lid 3.6.1 en lid 3.6.2 winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in van de landschaps- en natuurbeschermings- deskundige of aan de voorwaarde als bedoeld in lid 3.6.4 wordt voldaan.
3.7. Wijziging
3.7.1. Wijziging vergroten bouwstede of bouwvlak
Burgemeester en wethouders kunnen de bouwmogelijkheid van een bouwstede of bouwvlak vergroten, door de aanduiding bouwstede te wijzigen in een bouwvlak en/ of het bouwvlak te vergroten, met inachtneming van het volgende:
a. de oppervlakte van het bouwvlak bedraagt ten hoogste 2 ha;
b. wijziging wordt niet toegepast ter plaatse van de aanduiding 'natuurwaarden';
c. wijziging wordt niet toegepast ter plaatse van de aanduiding 'uitbreiding natuur';
d. wijziging is noodzakelijk voor een doelmatige bedrijfsvoering; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies aan de agrarisch deskundige;
e. wijziging wordt slechts toegepast voor een volwaardig agrarisch bedrijf; alvorens wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de agra- risch deskundige;
f. wijziging wordt slechts toegepast als voorzien wordt in een afschermende landschappelijke inpassing die bestaat uit een beplantingsstrook met een afschermende struik- en boom- laag van voornamelijk streekeigen soorten, met een breedte van gemiddeld 10 meter;
g. wijziging wordt slechts verleend als daardoor de landschappelijke karakteristiek zoals be- noemd in het Landschappelijk Raamwerk niet onevenredig wordt aangetast; alvorens het
plan te wijzigen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de landschaps- en natuurbeschermingsdeskundige;
h. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkhe- den van naastgelegen percelen;
i. wijziging leidt niet tot onevenredige gevolgen voor het waterbeheer; indien het verhard op- pervlak toeneemt of kan toenemen met 1.000 m² of meer, vragen burgemeester en wet- houders hierover schriftelijk advies van de waterbeheerder alvorens de wijziging toe te passen;
j. wijziging vindt slechts plaats als een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing.
3.7.2. Wijziging uitbreiden intensieve veehouderij
Burgemeester en wethouders kunnen de bedrijfsvloeroppervlakte intensieve veehouderij van een agrarisch bedrijf met de aanduiding 'intensieve veehouderij' en het bouwvlak op de plan- kaart vergroten, met inachtneming van het volgende:
a. het gezamenlijke bedrijfsvloeroppervlak intensieve veehouderij bedraagt na wijziging ten hoogste het in bijlage 3, in de kolom maximaal toelaatbaar bedrijfsvloeroppervlak inten- sieve veehouderij, genoemde oppervlak;
b. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkhe- den van naastgelegen percelen;
c. wijziging is noodzakelijk voor een doelmatige bedrijfsvoering dan wel op grond van milieu- wetgeving; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hier- over schriftelijk advies aan de agrarisch deskundige;
d. wijziging wordt slechts verleend als daardoor de landschappelijke karakteristiek zoals be- noemd in het Landschappelijk Raamwerk niet onevenredig wordt aangetast; alvorens de wijziging te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de landschaps- en natuurbeschermingsdeskundige;
e. wijziging wordt slechts toegepast als voorzien wordt in een afschermende landschappelijke inpassing die bestaat uit een beplantingsstrook met een afschermende struik- en boom- laag van voornamelijk streekeigen soorten, met een breedte van gemiddeld 10 meter;
f. wijziging leidt niet tot onevenredige gevolgen voor het waterbeheer; indien het verhard op- pervlak toeneemt of kan toenemen met 1.000 m² of meer, vragen burgemeester en wet- houders hierover schriftelijk advies van de waterbeheerder alvorens de wijziging toe te passen;
g. wijziging vindt slechts plaats als zorg wordt gedragen voor ruimtelijke kwaliteitswinst;
h. wijziging vindt slechts plaats als een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing en de ruimtelijke kwaliteitswinst.
3.7.3. Wijziging vergroten intensieve veehouderij in verband met dierenwelzijn
Burgemeester en wethouders kunnen de bedrijfsvloeroppervlakte intensieve veehouderij van een agrarisch bedrijf met de aanduiding 'intensieve veehouderij' en het bouwvlak op de plan- kaart vergroten, met inachtneming van het volgende:
a. wijziging leidt niet tot een toename van het aantal gehouden dieren;
b. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkhe- den van naastgelegen percelen;
c. wijziging is noodzakelijk in verband met de wettelijke eisen voor de huisvesting van vee vanuit het oogpunt van dierenwelzijn; alvorens de wijziging toe te passen vragen burge- meester en wethouders hierover schriftelijk advies aan de agrarisch deskundige;
d. wijziging leidt niet tot onevenredige gevolgen voor het waterbeheer; indien het verhard op- pervlak toeneemt of kan toenemen met 1.000 m² of meer, vragen burgemeester en wet- houders hierover schriftelijk advies van de waterbeheerder alvorens de wijziging toe te passen.
3.7.4. Wijziging vergroten glastuinbouw
Burgemeester en wethouders kunnen de bouwvlakken met de aanduiding 'glastuinbouw' ver- groten, met inachtneming van het volgende:
a. het bedrijfsvloeroppervlak kassen bedraagt niet meer dan het in bijlage 2, in de kolom maximaal toelaatbaar bedrijfsvloeroppervlak kassen, genoemde oppervlak;
b. wijziging is noodzakelijk voor het behoud van een reëel perspectief op continuïteit van de bedrijfsvoering; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies aan de agrarisch deskundige;
c. wijziging wordt slechts verleend als daardoor de landschappelijke karakteristiek zoals be- noemd in het Landschappelijk Raamwerk niet onevenredig wordt aangetast; alvorens de wijziging te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de landschaps- en natuurbeschermingsdeskundige;
d. wijziging wordt slechts toegepast als voorzien wordt in een afschermende landschappelijke inpassing die bestaat uit een beplantingsstrook met een afschermende struik- en boom- laag van voornamelijk streekeigen soorten, met een breedte van gemiddeld 10 meter;
e. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkhe- den van naastgelegen percelen;
f. wijziging leidt niet tot onevenredige gevolgen voor het waterbeheer; indien het verhard op- pervlak toeneemt of kan toenemen met 1.000 m² of meer, vragen burgemeester en wet- houders hierover schriftelijk advies van de waterbeheerder alvorens de wijziging toe te passen;
g. wijziging vindt slechts plaats als zorg wordt gedragen voor ruimtelijke kwaliteitswinst;
h. wijziging vindt slechts plaats als een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing en de ruimtelijke kwaliteitswinst.
3.7.5. Wijziging Nieuwe Economische Dragers (NED's)
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen ten behoeve van het vestigen van een NED door het opnemen van de aanduiding 'NED' op de plankaart en het opnemen van de activiteit en de oppervlakte in de tabel in bijlage 10, met in achtneming van het volgende:
a. wijziging kan worden toegepast voor:
1. een NED die voorkomt in de positieve lijst Nieuwe Economische Dragers zoals opgeno- men in bijlage 1;
2. overige bedrijfsactiviteiten, die naar aard en omvang gelijk te stellen zijn met de NED's zoals vermeld in bijlage 1;
b. de oppervlakte van een NED bedraagt ten hoogste de in bijlage 1 genoemde omvang;
c. tenzij toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in lid 3.3.7 vindt de NED plaats in be- staande gebouwen op een bouwstede of bouwvlak;
d. de NED, of alle NED's tezamen, behorende bij een agrarisch bedrijf, wordt of worden uit- geoefend in een kleinschalige omvang, hetgeen blijkt uit:
1. de arbeidsbehoefte;
2. de ruimtelijke uitstraling;
3. de verkeersaantrekkende werking, waarbij de ontheffing niet tot een onevenredige toe- name leidt van de automobiliteit;
4. de categorie uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten waartoe de activiteit behoort, waarbij geldt dat:
a. de bedrijfsactiviteit ten hoogste tot categorie 2 uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten behoort;
b. de bedrijfsactiviteit ten hoogste tot categorie 3 uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten behoort, mits is aangetoond dat daardoor geen milieuhinder voor aangrenzende percelen ontstaat; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wet- houders hierover schriftelijk advies van de milieudeskundige;
e. de wegcapaciteit, wegconstructie en verkeersveiligheid worden niet negatief beïnvloed, al- vorens wijziging toe te passen winnen burgemeester en wethouders hieromtrent schriftelijk advies in bij de wegbeheerder;
f. wijziging wordt toegepast met inachtneming van de voorkeursgrenswaarde van 48 dB in- gevolge de Wet geluidhinder ten aanzien van wegverkeerslawaai;
g. opslag van goederen ten behoeve van de NED buiten gebouwen is niet toegestaan;
h. nieuwe bouwwerken, geen gebouwen zijnde, lichtmasten en lichtbakken voor reclamedoel- einden daaronder begrepen zijn niet toegestaan;
i. voorzien wordt in een afschermende landschappelijke inpassing van het erf die bestaat uit een beplantingsstrook met een afschermende struik- en boomlaag van voornamelijk streekeigen soorten, met een breedte van gemiddeld 10 meter;
j. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkhe- den van naastgelegen percelen;
k. wijziging wordt niet toegepast alvorens zorg wordt gedragen voor ruimtelijke kwaliteits- winst;
l. wijziging wordt niet toegepast alvorens een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing en de ruimtelijke kwaliteitswinst.
3.7.6. Wijziging na bedrijfsbeëindiging
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming ter plaatse van de aanduiding bouwvlak of bouwstede wijzigen in de bestemming Wonen met de aanduiding 'voormalig agrarisch bedrijf' en/of in de bestemming Wonen met de aanduiding 'zonder gebouwen' en/of in de bestemming Wonen met de aanduiding NED en/ of in de bestemming Agrarisch zonder aanduiding, met in achtneming van het volgende:
a. het agrarisch bedrijf is beëindigd;
b. het gebruik van een bestaande NED mag worden voortgezet;
c. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkhe- den van naastgelegen percelen; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de milieudeskundige.
3.7.7. Wijziging nieuwe minicamping
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen ten behoeve van het vestigen van een nieuwe minicamping door het opnemen van de aanduiding 'minicamping' op de plan- kaart en het opnemen van de minicamping in bijlage 9, met in achtneming van het volgende:
a. het aantal minicampings ten noorden van de Delingsdijk bedraagt ten hoogste 60, het aan- tal minicampings ten zuiden van de Delingsdijk bedraagt ten hoogste 70;
b. het aantal standplaatsen per minicamping bedraagt ten hoogste 25;
c. de wijziging wordt slechts toegepast als buiten het bouwvlak of de bouwstede een terrein van ten minste 1 ha in eigendom of pacht is;
d. de wijziging wordt slechts toegepast als een (dienst)woning op het bouwvlak of de bouw- stede krachtens het plan is toegestaan en ook feitelijk aanwezig is en deze woning perma- nent wordt bewoond door de aanvrager en exploitant van de minicamping;
e. de minicamping ligt op of aansluitend aan het bij de minicamping behorende bouwvlak of de bouwstede;
f. de wegcapaciteit, wegconstructie en verkeersveiligheid worden niet negatief beïnvloed, al- vorens wijziging toe te passen winnen burgemeester en wethouders hieromtrent schriftelijk advies in bij de wegbeheerder;
g. voorzien wordt in voldoende parkeerplaatsen ten behoeve van de minicamping op het ei- gen terrein, waarbij geldt dat het aantal parkeerplaatsen ten minste 110% van het aantal standplaatsen bedraagt;
h. de afstand tussen de minicamping en de meest nabij gelegen woning van derden bedraagt ten minste 50 meter;
i. de afstand tussen de minicamping en de meest nabij gelegen gronden met de bestemming Natuur of de bestemming Water met de aanduiding 'deltawater' bedraagt ten minste 100 meter; gronden met de bestemming Natuur en de aanduiding 'landschapscamping' blijven hierbij buiten beschouwing;
j. wijziging wordt niet toegepast ter plaatse van de aanduiding 'natuurwaarden';
k. wijziging wordt niet toegepast ter plaatse van de aanduiding 'uitbreiding natuur';
l. wijziging wordt niet toegepast ter plaatse van de aanduiding 'randzone';
m. wijziging wordt niet toegepast als de afstand van de minicamping tot de as van de weg per wegvak zoals aangegeven op plankaart 17 minder bedraagt dan de in artikel 28.6.1 in de kolom minicampings aangegeven afstand;
n. voorzien wordt in een afschermende landschappelijke inpassing van de minicamping die bestaat uit een beplantingsstrook met een afschermende struik- en boomlaag van voor- namelijk streekeigen soorten, met een breedte van gemiddeld 5 meter;
o. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkhe- den van naastgelegen percelen;
p. wijziging wordt slechts verleend als daardoor de landschappelijke karakteristiek zoals be- noemd in het Landschappelijk Raamwerk niet onevenredig wordt aangetast; alvorens de wijziging te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de landschaps- en natuurbeschermingsdeskundige;
q. wijziging wordt slechts toegepast als zorg wordt gedragen voor ruimtelijke kwaliteitswinst;
r. wijziging wordt slechts toegepast indien een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing en de ruimtelijke kwaliteitswinst.
3.7.8. Wijziging vergroten aantal standplaatsen minicamping
Burgemeester en wethouders kunnen het aantal standplaatsen op een minicamping vergroten door het aantal niet-permanente standplaatsen zoals genoemd in bijlage 9 te wijzigen, met in achtneming van het volgende:
a. het aantal standplaatsen bedraagt ten hoogste 25;
b. de uitbreiding heeft uitsluitend betrekking op niet-permanente standplaatsen;
c. de uitbreiding is aansluitend op de bestaande minicamping gesitueerd;
d. voorzien wordt in een afschermende landschappelijke inpassing van de minicamping die bestaat uit een beplantingsstrook met een afschermende struik- en boomlaag van voor- namelijk streekeigen soorten, met een breedte van gemiddeld 5 meter;
e. buiten het bestemmingvlak is een terrein van ten minste 1 ha in eigendom of pacht;
f. de wijziging wordt slechts toegepast als een (dienst)woning op het bouwvlak of de bouw- stede krachtens het plan is toegestaan en ook feitelijk aanwezig is en deze woning perma- nent wordt bewoond door de aanvrager en exploitant van de minicamping;
g. de uitbreiding is aansluitend op de bestaande minicamping gesitueerd waarbij de gehele minicamping op of aansluitend aan het bouwvlak of bouwstede is gesitueerd;
h. de wegcapaciteit, wegconstructie en verkeersveiligheid worden niet negatief beïnvloed, al- vorens wijziging toe te passen winnen burgemeester en wethouders hieromtrent schriftelijk advies in bij de wegbeheerder;
i. voorzien wordt in voldoende parkeerplaatsen ten behoeve van de minicamping op het ei- gen terrein, waarbij geldt dat het aantal parkeerplaatsen ten minste 110% van het aantal standplaatsen bedraagt;
j. de afstand tussen de minicamping en de meest nabij gelegen woning van derden bedraagt ten minste 50 meter; indien de afstand van de minicamping tot de meest nabij gelegen woning van derden reeds minder dan 50 meter bedraagt, mag deze afstand door toepas- sen van deze wijzigingsbevoegdheid niet verkleinen;
k. de afstand tussen de minicamping en de meest nabij gelegen gronden met de bestemming Natuur of de bestemming Water met de aanduiding 'deltawater' bedraagt ten minste 100 meter; indien de afstand van de minicamping tot de meest nabij gelegen gronden met de bestemming Natuur of de bestemming Water met de aanduiding 'deltawater' reeds minder dan 100 meter bedraagt, mag deze afstand door toepassen van deze wijzigingsbe- voegdheid niet verkleinen; gronden met de bestemming Natuur en de aanduiding 'land- schapscamping' blijven hierbij buiten beschouwing;
l. de wijzing wordt niet toegepast als de afstand van de nieuwe standplaatsen tot de as van de weg per wegvak zoals aangegeven op plankaart 17 minder bedraagt dan de in artikel
28.6.1 in de kolom minicampings aangegeven afstand, tenzij de bestaande afstand van de minicamping tot de as van de weg per wegvak zoals aangegeven op plankaart 17 kleiner is dan de in artikel 28.6.1 in de kolom minicampings aangegeven afstand en de afstand van standplaatsen tot de as van de weg door de wijzing niet wordt verkleind;
m. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkhe- den van naastgelegen percelen;
n. wijziging wordt slechts toegepast als zorg wordt gedragen voor ruimtelijke kwaliteitswinst;
o. wijziging wordt slechts toegepast indien een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing en de ruimtelijke kwaliteitswinst.
3.7.9. Wijziging beëindigen minicampings
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de aanduiding 'minicamping' van de plankaart te verwijderen en de vermelding van de minicamping in bijlage 9 te laten vervallen, met in achtneming van het volgende:
a. de betreffende minicamping is beëindigd;
b. gelijktijdig met de wijziging wordt de beheersovereenkomst betreffende het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing en de ruimtelijke kwaliteitswinst ten behoeve van de minicamping ontbonden.
3.7.10. Wijziging landschapscampings
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming Recreatie- Verblijfsrecreatie met de aanduiding 'landschapscamping' en, in de bestemming Natuur met aanduiding 'landschapscamping' ten behoeve van het realiseren van een landschapscamping, met in achtneming van het volgende:
a. het aantal standplaatsen bedraagt ten minste 10 en ten hoogste 60 niet-permanente standplaatsen;
b. bij het toepassen van de wijziging wordt het aantal standplaatsen opgenomen in bijlage 4;
c. het aantal standplaatsen bedraagt ten hoogste 30 per bruto ha;
d. per standplaats wordt een oppervlak van ten minste 833 m² aan landschaps- en natuur- waarden gerealiseerd;
e. het bij de landschapscamping behorende oppervlak bedraagt ten minste 2 ha, waarbij geldt dat de verhouding tussen de bij het agrarisch bedrijf behorende landbouwgrond en de gronden van de landschapscamping ten minste 2:1 bedraagt;
f. de landschapscamping sluit aan op het bij het betreffende agrarisch bedrijf behorende bouwvlak of de bouwstede;
g. de inrichting van de landschapscamping past binnen het Landschappelijk Raamwerk en sluit goed aan op de ruimtelijke structuur van de omgeving; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van het Kwali- teitsteam Buitengebied;
h. de wegcapaciteit, wegconstructie en verkeersveiligheid worden niet negatief beïnvloed, al- vorens wijziging toe te passen winnen burgemeester en wethouders hieromtrent schriftelijk advies in bij de wegbeheerder;
i. voorzien wordt in voldoende parkeerplaatsen ten behoeve van de landschapscamping op het eigen terrein, waarbij geldt dat het aantal parkeerplaatsen ten minste 110% van het aantal standplaatsen bedraagt;
j. wijziging wordt toegepast met inachtneming van de voorkeursgrenswaarde van 48 dB in- gevolge de Wet geluidhinder ten aanzien van wegverkeerslawaai;
k. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkhe- den van naastgelegen percelen;
l. voorzien wordt in een afschermende landschappelijke inpassing die bestaat uit een be- plantingsstrook met een afschermende struik- en boomlaag van voornamelijk streekeigen soorten, met een breedte van 10 meter gemiddeld;
m. wijziging wordt niet toegepast alvorens een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing en de landschaps- en natuurwaarden ter plaatse van de landschapscamping.
3.7.11. Wijziging installatie opwekken duurzame energie
Burgemeester en wethouders kunnen de plankaart wijzigen ten behoeve van het realiseren van een installatie voor het opwekken van duurzame energie ten behoeve van het eigen bedrijf, of meerdere samenwerkende agrarische bedrijven, met in achtneming van het volgende:
a. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 12 meter;
b. de installatie wordt gesitueerd op of aansluitend aan het bouwvlak of de bouwstede;
c. de installatie past qua aard, schaal en omvang bij de reeds aanwezige bebouwing op het bouwvlak of bouwstede;
d. in geval de installatie voor meerdere samenwerkende bedrijven wordt benut, dienen deze bedrijven ten hoogste op 1.000 meter afstand van elkaar te zijn gelegen;
e. wijziging wordt niet toegepast:
1. binnen een afstand van 100 meter van gronden met de bestemming Natuur, of gronden met de bestemming Water en de aanduiding 'deltawater';
2. ter plaatse van de aanduiding 'natuurwaarden';
3. ter plaatse van de aanduiding 'uitbreiding natuur';
4. ter plaatse van de aanduiding 'randzone';
f. wijziging leidt niet tot een onevenredige toename van de automobiliteit;
g. voor de omvang van de opslagcapaciteit van mest gelden de elders in dit artikel opgeno- men regels;
h. de verkeersveiligheid wordt niet negatief beïnvloed;
i. de te vergisten producten zijn overwegend afkomstig van het eigen bedrijf of van de sa- menwerkende bedrijven;
j. de reststof (het digestaat) is een meststof die overwegend wordt verwerkt op het eigen be- drijf of op de samenwerkende bedrijven;
k. wijziging wordt slechts verleend als daardoor de landschappelijke karakteristiek zoals be- noemd in het Landschappelijk Raamwerk niet onevenredig wordt aangetast; alvorens het plan te wijzigen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de landschaps- en natuurbeschermingsdeskundige;
l. wijziging wordt slechts toegepast als voorzien wordt in een afschermende landschappelijke inpassing die bestaat uit een beplantingsstrook met een afschermende struik- en boom- laag van voornamelijk streekeigen soorten, met een breedte van gemiddeld 10 meter;
m. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkhe- den van naastgelegen percelen;
n. wijziging vindt slechts plaats als zorg wordt gedragen voor ruimtelijke kwaliteitswinst;
o. wijziging vindt slechts plaats als een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de ruimtelijke kwaliteitswinst.
3.7.12. Wijziging natuurgebieden
Burgemeester en wethouders kunnen gronden met de aanduiding 'uitbreiding natuur' (un) en de aanduiding 'natuurwaarden' (nw), wijzigen in de bestemming Natuur, zonder bouwvlak of bouw- stede, met in achtneming van het volgende:
a. wijziging wordt slechts toegepast als de gronden gebruiksvrij zijn verworven door de na- tuurbeheerder.
3.7.13. Wijziging stellingen als teeltondersteunende voorziening
Burgemeester en wethouders kunnen de plankaart wijzigen door het toekennen van bouwvlak- ken ten behoeve van de bouw van stellingen als teeltondersteunende voorziening, met inacht- neming van het volgende:
a. het bouwvlak grenst aan een bouwstede of een agrarisch bouwvlak;
b. het oppervlak van de stellingen bedraagt ten hoogste 1 ha;
c. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 1,5 meter;
d. wijziging wordt niet toegepast:
1. binnen een afstand van 50 meter van gronden met de bestemming Natuur, of gronden met de bestemming Water en de aanduiding 'deltawater';
2. ter plaatse van de aanduiding 'natuurwaarden';
3. ter plaatse van de aanduiding 'uitbreiding natuur';
4. ter plaatse van de aanduiding 'randzone';
e. de teeltondersteunende voorziening staat ten dienste aan en is bedrijfseconomisch onder- geschikt aan het grondgebonden agrarisch bedrijf;
f. voorzien wordt in een afschermende landschappelijke inpassing die bestaat uit een be- plantingsstrook met een afschermende struik- en boomlaag van voornamelijk streekeigen soorten, met een breedte van gemiddeld 10 meter;
g. wijziging wordt slechts verleend als daardoor de landschappelijke karakteristiek zoals be- noemd in het Landschappelijk Raamwerk niet onevenredig wordt aangetast; alvorens het plan te wijzigen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de landschaps- en natuurbeschermingsdeskundige;
h. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkhe- den van naastgelegen percelen;
i. wijziging is noodzakelijk ten behoeve van een volwaardig agrarisch bedrijf; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies aan de agrarisch deskundige;
j. wijziging wordt niet toegepast alvorens een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing.
3.7.14. Wijziging boog- en gaaskassen buiten het bouwvlak
Burgemeester en wethouders kunnen de plankaart wijzigen door het toekennen van bouwvlak- ken ten behoeve van de bouw van boog- en gaaskassen als teeltondersteunende voorziening, met inachtneming van het volgende:
a. het bouwvlak grenst aan een bouwstede of een agrarisch bouwvlak;
b. het oppervlak van de boog- en gaaskassen bedraagt ten hoogste 1 ha;
c. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 3,5 meter;
d. wijziging wordt niet toegepast:
1. binnen een afstand van 50 meter van gronden met de bestemming Natuur, of gronden met de bestemming Water en de aanduiding 'deltawater';
2. ter plaatse van de aanduiding 'natuurwaarden';
3. ter plaatse van de aanduiding 'uitbreiding natuur';
4. ter plaatse van de aanduiding 'randzone';
e. boog- en gaaskassen staan ten dienste aan en zijn bedrijfseconomisch ondergeschikt aan het grondgebonden agrarisch bedrijf;
f. het gebruik van groeibevorderende of conditionerende belichting, zoals assimilatiebelich- ting of cyclische belichting in boog- en gaaskassen is niet toegestaan.
g. voorzien wordt in een afschermende landschappelijke inpassing die bestaat uit een be- plantingsstrook met een afschermende struik- en boomlaag van voornamelijk streekeigen soorten, met een breedte van gemiddeld 10 meter;
h. wijziging wordt slechts verleend als daardoor de landschappelijke karakteristiek zoals be- noemd in het Landschappelijk Raamwerk niet onevenredig wordt aangetast; alvorens het plan te wijzigen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de landschaps- en natuurbeschermingsdeskundige;
i. wijziging leidt niet tot onevenredige gevolgen voor het waterbeheer; indien het verhard op- pervlak toeneemt of kan toenemen met 1.000 m² of meer, vragen burgemeester en wet- houders hierover schriftelijk advies van de waterbeheerder alvorens de wijziging toe te passen;
j. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmoge- lijkheden van naastgelegen percelen;
k. xxxxxxxxx wordt slechts verleend ten behoeve van volwaardig agrarisch bedrijf; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de agrarisch deskundige;
l. wijziging wordt niet toegepast alvorens een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing.
3.7.15. Wijziging voor bassins ten behoeve van aquacultuur
Burgemeester en wethouders kunnen de plankaart wijzigen door het toekennen van bouwvlak- ken op de plankaart uitsluitend ten behoeve van de bouw van bassins voor aquacultuur inclusief afschermende netconstructies, met inachtneming van het volgende:
a. het oppervlak van de bassins bedraagt per bedrijf van ten hoogste 3 ha;
b. de hoogte van de bassins inclusief afschermende netconstructies bedraagt ten hoogste 0,5 meter;
c. wijziging wordt niet toegepast:
1. binnen een afstand van 100 meter van gronden met de bestemming Natuur;
2. ter plaatse van de aanduiding 'natuurwaarden';
3. ter plaatse van de aanduiding 'uitbreiding natuur';
4. ter plaatse van de aanduiding 'randzone';
d. wijziging wordt slechts toegepast ten behoeve van bassins die aansluiten op een bouwvlak of bouwstede;
e. voorzien wordt in een afschermende landschappelijke inpassing die bestaat uit een met gras begroeide omwalling direct rondom de bassins, met een hoogte die ten minste gelijk is aan de hoogte van de bassins;
f. in afwijking van het bepaalde onder b mag de hoogte van afschermende netconstructies ten hoogste 3 meter bedragen, mits wordt voorzien in een afschermende landschappelijke inpassing die bestaat uit een beplantingsstrook met een afschermende struik- en boom- laag van voornamelijk streekeigen soorten, met een breedte van ten minste 5 meter;
g. wijziging wordt slechts verleend als daardoor de landschappelijke karakteristiek zoals be- noemd in het Landschappelijk Raamwerk niet onevenredig wordt aangetast; alvorens het plan te wijzigen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de landschaps- en natuurbeschermingsdeskundige;
h. wijziging wordt slechts toegepast ten behoeve van een reëel of volwaardig agrarisch be- drijf; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de agrarisch deskundige;
i. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijk- heden van naastgelegen percelen.
3.7.16. Wijziging Agrarisch naar Bedrijf, Detailhandel, Horeca, Maatschappelijk of Recreatie- Verblijfsrecreatie ten behoeve van het vergroten van de bestemmingsvlakken van de bedrijfsbestemming
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Agrarisch wijzigen in de bestemming Be- drijf, Detailhandel, Horeca, Maatschappelijk of Recreatie-Verblijfsrecreatie, met inachtneming van het volgende:
a. de oppervlakte van het bestemmingsvlak bedraagt na wijziging ten hoogste 120% van het oppervlak zoals dat ten tijde van vaststelling van het plan op de plankaart was opgeno- men;
b. wijziging is noodzakelijk voor een doelmatige bedrijfsvoering;
c. voorzien wordt in een afschermende landschappelijke inpassing die bestaat uit een be- plantingsstrook met een afschermende struik- en boomlaag van voornamelijk streekeigen soorten, met een breedte van gemiddeld 10 meter;
d. wijziging wordt slechts verleend als daardoor de landschappelijke karakteristiek zoals be- noemd in het Landschappelijk Raamwerk niet onevenredig wordt aangetast; alvorens het plan te wijzigen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de landschaps- en natuurbeschermingsdeskundige;
e. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkhe- den van naastgelegen percelen;
f. wijziging leidt niet tot onevenredige gevolgen voor het waterbeheer; indien het verhard op- pervlak toeneemt of kan toenemen met 1.000 m² of meer, vragen burgemeester en wet- houders hierover schriftelijk advies van de waterbeheerder alvorens de wijziging toe te passen;
g. wijziging vindt slechts plaats als zorg wordt gedragen voor ruimtelijke kwaliteitswinst;
h. wijziging vindt slechts plaats als een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing en de ruimtelijke kwaliteitswinst.
3.7.17. Wijziging vergroten bestemmingsvlakken Verkeer
Burgemeester en wethouders kunnen bestemmingsvlakken wijzigen in de bestemming Verkeer, ten behoeve van de aanleg van fietspaden, met inachtneming van het volgende:
a. wijziging is noodzakelijk voor de aanleg van een fietspad;
b. de breedte van het nieuwe bestemmingsvlak bedraagt ten hoogste 5 meter;
c. wijziging wordt niet toegepast ter plaatse van de aanduiding 'natuurwaarden';
d. wijziging wordt niet toegepast ter plaatse van de aanduiding 'uitbreiding natuur';
e. wijziging wordt slechts toegepast als de gronden gebruiksvrij zijn verworven door de weg- beheerder.
3.7.18. Wijziging productiegerichte paardenhouderij
Burgemeester en wethouders kunnen de plankaart wijzigen door het toekennen van de aandui- ding 'paardenhouderij' op de plankaart aan een bouwstede of bouwvlak, ten behoeve van de vestiging van een productiegerichte paardenhouderij, met inachtneming van het volgende:
a. gebouwen dienen binnen het bouwvlak of de bouwstede te worden opgericht;
b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals een paardenbak, stapmolen of longeerinstalla- tie, dienen op of aansluitend aan het bouwvlak of bouwstede te worden gesitueerd;
c. de oppervlakte van een paardenbak bedraagt ten hoogste 1.200 m²;
d. bij een paardenbak is het gebruik maken van een geluidsinstallatie, of verlichting door mid- del van lichtmasten niet toegestaan;
e. wijziging wordt niet toegepast ter plaatse van de aanduiding 'natuurwaarden';
f. wijziging wordt niet toegepast ter plaatse van de aanduiding 'uitbreiding natuur';
g. voorzien wordt in een afschermende landschappelijke inpassing die bestaat uit een be- plantingsstrook met een afschermende struik- en boomlaag van voornamelijk streekeigen soorten, met een breedte van gemiddeld 10 meter;
h. wijziging leidt niet tot onevenredige gevolgen voor het waterbeheer; indien het verhard op- pervlak toeneemt of kan toenemen met 1.000 m² of meer, vragen burgemeester en wet- houders hierover schriftelijk advies van de waterbeheerder alvorens de wijziging toe te passen;
i. wijziging vindt slechts plaats als zorg wordt gedragen voor ruimtelijke kwaliteitswinst;