Polisa Autoverzekering Algemene voorwaarden Versie PA 2023-1 Datum Juni 2023 Pagina 1 – 75 Polisa Assurance Auto Conditions générales Version PA 2023-1 Date Juin 2023 Page 76-146
Algemene voorwaarden | |
Versie | PA 2023-1 |
Datum | Juni 2023 |
Pagina | 1 – 75 |
Polisa Assurance Auto | |
Conditions générales | |
Version | PA 2023-1 |
Date | Juin 2023 |
Page | 76-146 |
Algemene voorwaarden
Polisa B.V., naar Nederlands recht, gerechtigd om te bemiddelen in verzekeringen in België, verzekeringssubagent ingeschreven in België bij de FSMA onder het codenummer 12042369. Vennootschapszetel: Xxxxxxxxxxxxx Xxxxxxxxxxxxxxx 00, 0000XX 'x-Xxxxxxxxxxxxx, Xxxxxxxxx - KvK 68724209, onder toezicht van de Autoriteit Financiële Markten/AFM. Polisa B.V. kan bemiddelen in verzekeringen in België op grond van het vrij verkeer van diensten.
Nederlandse Assuradeuren B.V., naar Nederlands recht, gerechtigd om te bemiddelen in verzekeringen in België, verzekeringssubagent ingeschreven in België bij de FSMA onder het codenummer 12042369.
Vennootschapszetel: Xxxxxxxxxxxxx Xxxxxxxxxxxxxxx 00, 0000XX 'x-Xxxxxxxxxxxxx, Xxxxxxxxx - KvK 66214637, onder toezicht van de Autoriteit Financiële Markten/AFM. Nederlandse Assuradeuren B.V. kan bemiddelen in verzekeringen in België op grond van het vrij verkeer van diensten. xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx
Alle waarborgen die de verzekeraar wil verzekeren, worden opgesomd en omschreven. De bijzondere voorwaarden vermelden welke waarborgen door de verzekeringnemer werden onderschreven.
Voor de basiswaarborgen kan de verzekeringnemer kiezen uit een van de volgende formules:
• Burgerlijke Aansprakelijkheid
• Burgerlijke Aansprakelijkheid + Mini-Omnium
• Burgerlijke Aansprakelijkheid + Omnium
De waarborg Service bij schade maakt deel uit van de basiswaarborgen ongeacht de gekozen formule.
Bovenop de gekozen basiswaarborgen kan de verzekeringnemer de volgende optionele waarborgen als optie onderschrijven:
• Bestuurdersverzekering
• Rechtsbijstand
• Bijstand pech in België
• Bijstand pech in België en het buitenland
De verzekeringspolis is een overeenkomst die in gemeenschappelijk overleg tussen de verzekeringnemer en de verzekeraar wordt gesloten. Ze bestaat uit twee onlosmakelijk verbonden delen, met name:
De algemene voorwaarden PA 2020-1
Die bevatten in hoofdzaak:
• de beschrijving van de door de verzekeraar gedekte voorvallen;
• alle wettelijke regels met betrekking tot de verzekering, zowel voor de verzekeraar als voor de verzekerde.
• De voorwaarden zijn identiek voor alle verzekerden.
Samen met het verzekeringsvoorstel, als er een is, beschrijven ze:
• de identificatiegegevens van de verzekeringnemer en de gebruikelijke bestuurder;
• zijn verklaringen;
• de door hem gekozen waarborgen;
• de te betalen premies.
Hoewel de bijzondere voorwaarden naar de algemene voorwaarden verwijzen, kunnen ze ervan afwijken om de polis aan de persoonlijke situatie van de verzekeringnemer aan te passen.
Vragen over uw contract?
• Schrijf naar: Polisa, Xxxxxxxxxxxx Xxxxxxxxxxxxxxx 00,
0000 XX, ‘x-Xxxxxxxxxxxxx, Xxxxxxxxx.
Hebt u een schade?
Bel Polisa op het nummer x00 00 0000000, tijdens de kantooruren.
Dringende bijstand nodig?
Bel NN Assistline op het nummer x00 0 000 00 00, 24 uur per dag, 7 dagen per week.
De algemene voorwaarden PA 2020-1 4
A. Burgerlijke aansprakelijkheid 6
B. Aanvullende basiswaarborgen 39
III. Gemeenschappelijke bepalingen 72
Artikel 496 van het Strafwetboek 74
A. Burgerlijke aansprakelijkheid
De voorwaarden van de basiswaarborg Burgerlijke Aansprakelijkheid worden volledig door de wet voorgeschreven. De tekst van die basiswaarborg beantwoordt dan ook aan de minimumvoorwaarden burgerlijke aansprakelijkheid (Wet van 21 november 1989 KB 16 April 2018).
Bepalingen van toepassing op de volledige overeenkomst
Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:
1° De verzekeraar: de verzekeringsonderneming waarmee de overeenkomst gesloten wordt; 2° De verzekeringnemer: de persoon die de overeenkomst met de verzekeraar sluit;
3° De verzekerde: iedere persoon van wie de aansprakelijkheid door de overeenkomst gedekt is;
4° De benadeelde: de persoon die schade heeft geleden welke aanleiding geeft tot toepassing van de overeenkomst alsook zijn rechthebbenden;
5° Een motorrijtuig: rijtuig, bestemd om zich over de grond te bewegen en die door een mechanische kracht kan worden gedreven zonder aan spoorstaven te zijn gebonden, ongeacht het type van aandrijvingskracht of de maximale snelheid;
6° De aanhangwagen: elk rijtuig dat uitgerust en bestemd is om door een ander rijtuig te worden voortbewogen;
7° Het omschreven motorrijtuig:
a. het motorrijtuig dat in de overeenkomst omschreven is; al wat eraan gekoppeld is, wordt beschouwd als een deel ervan;
b. de niet-gekoppelde aanhangwagen die in de overeenkomst omschreven is; 8° Het verzekerde motorrijtuig:
a. het omschreven motorrijtuig;
b. volgens de in de overeenkomst vermelde voorwaarden en beperkingen:
- het tijdelijke vervangingsmotorrijtuig;
- het omschreven motorrijtuig dat in eigendom werd overgedragen en het motorrijtuig dat in vervanging komt van dit motorrijtuig.
Al wat aan voornoemde motorrijtuigen gekoppeld is, wordt beschouwd als een deel ervan;
9° Het schadegeval: ieder feit dat schade veroorzaakt heeft en dat aanleiding kan geven tot de toepassing van de overeenkomst;
10° Het verzekeringsbewijs: het document dat de verzekeraar, overeenkomstig de geldende wetgeving, aan de verzekeringnemer geeft als bewijs van verzekering.
De overeenkomst
Door de verzekeringnemer verplicht mee te delen gegevens bij het sluiten van de overeenkomst.
Mee te delen gegevens
De verzekeringnemer is verplicht bij het sluiten van de overeenkomst alle hem bekende omstandigheden nauwkeurig mee te delen die hij redelijkerwijs moet beschouwen als gegevens die van invloed kunnen zijn op de beoordeling van het risico door de verzekeraar. Hij moet de verzekeraar echter geen omstandigheden meedelen die deze laatste reeds kende of redelijkerwijs had moeten kennen. Indien op sommige schriftelijke vragen van de verzekeraar niet is geantwoord, en indien deze toch de overeenkomst heeft gesloten, kan de verzekeraar zich, behalve in geval van bedrog, later niet meer op dat verzuim beroepen.
Opzettelijk verzwijgen of opzettelijk onjuist meedelen
§1. Nietigheid van de overeenkomst
Wanneer het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist meedelen van gegevens over het risico de verzekeraar misleidt bij de beoordeling van dat risico, kan de verzekeraar de nietigheid van de overeenkomst vragen.
Wanneer de nietigheid is uitgesproken, komen de premies, die vervallen zijn tot op het ogenblik waarop de verzekeraar kennis heeft gekregen van het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist meedelen van gegevens over het risico, hem toe.
§ 2. Verhaal van de verzekeraar
Wanneer het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist meedelen van gegevens over het risico de verzekeraar misleidt bij de beoordeling van dat risico, heeft de verzekeraar een recht van verhaal op de verzekeringnemer overeenkomstig de artikelen 45, 2°, 55 en 63.
Onopzettelijk verzwijgen of onopzettelijk onjuist meedelen
§1. Wijziging van de overeenkomst
Wanneer het verzwijgen of het onjuist meedelen van gegevens niet opzettelijk geschiedt, is de overeenkomst niet nietig.
De verzekeraar stelt, binnen de termijn van een maand, te rekenen van de dag waarop hij van het verzwijgen of van het onjuist meedelen van gegevens kennis heeft gekregen, voor de overeenkomst te wijzigen met uitwerking op de dag waarop hij kennis heeft gekregen van het verzwijgen of van het onjuist meedelen.
§ 2. Opzegging van de overeenkomst
Indien het voorstel tot wijziging van de overeenkomst door de verzekeringnemer wordt geweigerd of indien, na het verstrijken van de termijn van een maand te rekenen vanaf de
ontvangst van dit voorstel, dit laatste niet aanvaard wordt, kan de verzekeraar de overeenkomst opzeggen binnen vijftien dagen, overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 5, eerste lid, 1°.
Indien de verzekeraar het bewijs levert dat hij het risico nooit zou hebben verzekerd, kan hij de overeenkomst opzeggen binnen de termijn van een maand, te rekenen van de dag waarop hij van het verzwijgen of van het onjuist meedelen van gegevens kennis heeft gekregen, overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 5, eerste lid, 1°.
§3. Gebrek aan reactie van de verzekeraar
De verzekeraar die binnen de in de vorige paragrafen bepaalde termijnen de overeenkomst niet heeft opgezegd, noch een wijziging heeft voorgesteld, kan zich nadien niet meer beroepen op feiten die hem bekend waren.
§4. Verhaal van de verzekeraar
Wanneer het onopzettelijk verzwijgen of het onopzettelijk onjuist meedelen van gegevens over het risico aan de verzekeringnemer kan verweten worden, heeft de verzekeraar een recht van verhaal op de verzekeringnemer overeenkomstig de artikelen 45, 3° en 63.
Door de verzekeringnemer verplicht mee te delen gegevens in de loop van de overeenkomst
Informatieverplichting van de verzekeringnemer
De verzekeringnemer is verplicht aan de verzekeraar mede te delen:
1° de overdracht van eigendom onder levenden van het omschreven motorrijtuig;
2° de kenmerken van het motorrijtuig dat in vervanging komt van het omschreven motorrijtuig, behoudens deze van het tijdelijk vervangingsmotorrijtuig bedoeld in artikel 56;
3° de inschrijving van het omschreven motor- rijtuig in een ander land;
4° het in het verkeer brengen van het omschreven of enig ander motorrijtuig tijdens de schorsing van de overeenkomst;
5° iedere wijziging van adres;
6° de gegevens bedoeld in de artikelen 6, 7 en 8.
Aanmerkelijke en blijvende verzwaring van het risico
§ 1. Mee te delen gegevens
In de loop van de overeenkomst heeft de verzekeringnemer de verplichting om onder de voorwaarden van artikel 2 de nieuwe omstandigheden of de wijzigingen van de omstandigheden aan te geven die van aard zijn om een aanmerkelijke en blijvende verzwaring van het risico dat het verzekerde voorval zich voordoet, te bewerkstelligen.
§ 2. Wijziging van de overeenkomst
Wanneer het risico dat het verzekerde voorval zich voordoet dermate verzwaard is dat de verzekeraar, indien die verzwaring bij het sluiten van de overeenkomst had bestaan, onder
andere voorwaarden zou hebben verzekerd, moet hij binnen een termijn van een maand, te rekenen vanaf de dag waarop hij van de verzwaring kennis heeft gekregen, de wijziging van de overeenkomst voorstellen met terugwerkende kracht tot de dag van de verzwaring.
§3. Opzegging van de overeenkomst
Indien het voorstel tot wijziging van de overeenkomst door de verzekeringnemer wordt geweigerd of indien, bij het verstrijken van een termijn van een maand te rekenen vanaf de ontvangst van dit voorstel, dit laatste niet wordt aanvaard, kan de verzekeraar de overeenkomst opzeggen binnen vijftien dagen, overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 5, eerste lid, 2°.
Indien de verzekeraar het bewijs levert dat hij het verzwaarde risico in geen geval zou hebben verzekerd, kan hij de overeenkomst opzeggen binnen de termijn van een maand, te rekenen vanaf de dag waarop hij van de verzwaring kennis heeft gekregen overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 5, eerste lid, 2°.
§4. Gebrek aan reactie van de verzekeraar
De verzekeraar die, binnen de in de vorige paragrafen bepaalde termijnen, de overeenkomst niet heeft opgezegd, noch een wijziging heeft voorgesteld, kan zich nadien niet meer beroepen op de verzwaring van het risico.
§5. Verhaal van de verzekeraar
Wanneer het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist meedelen van gegevens over het risico de verzekeraar misleidt bij de beoordeling van dat risico heeft hij een recht van verhaal op de verzekeringnemer overeenkomstig de artikelen 45, 2° en 63.
Wanneer het onopzettelijk verzwijgen of het onopzettelijk onjuist meedelen van gegevens over het risico aan de verzekeringnemer kan verweten worden, heeft de verzekeraar een recht van verhaal op de verzekeringnemer overeenkomstig de artikelen 45, 3° en 63.
Aanzienlijke en blijvende vermindering van het risico
§1. Wijziging van de overeenkomst
Wanneer in de loop van de overeenkomst, het risico dat het verzekerde voorval zich voordoet, aanzienlijk en blijvend verminderd is en wel zo dat de verzekeraar, indien die vermindering bij het sluiten van de overeenkomst had bestaan, onder andere voorwaarden zou hebben verzekerd, staat hij een dienovereenkomstige vermindering van de premie toe vanaf de dag waarop hij van de vermindering van het risico kennis heeft gekregen.
§2. Opzegging van de overeenkomst
Indien beide partijen het over de nieuwe premie niet eens worden binnen een maand na de aanvraag tot vermindering door de verzekeringnemer, kan deze laatste de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 7.
Onbekende omstandigheden bij het sluiten van de overeenkomst
Wanneer gedurende de loop van de verzekering een omstandigheid bekend wordt die beide partijen op het ogenblik van het sluiten van de overeenkomst onbekend was, worden de artikelen 6 en 7
toegepast, voor zover die omstandigheid een vermindering of een verzwaring van het verzekerde risico tot gevolg heeft.
Verblijf in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte
Geen enkel verblijf van het omschreven motorrijtuig in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte gedurende de duur van de overeenkomst kan worden aanzien als een verzwaring of een vermindering van risico bedoeld in de artikelen 6 en 7 en geeft geen aanleiding tot wijziging van de overeenkomst.
Van zodra het omschreven motorrijtuig ingeschreven is in een andere staat dan België is de overeenkomst van rechtswege beëindigd.
Wijzigingen inzake het omschreven motorrijtuig
Overdracht van de eigendom
§1. Overdracht van de eigendom onder levenden zonder vervanging van het omschreven motorrijtuig
Indien bij overdracht van de eigendom onder levenden van het omschreven motorrijtuig dit motorrijtuig niet vervangen wordt binnen een termijn van zestien dagen vanaf de dag volgend op de overdracht of binnen die termijn de vervanging niet wordt gemeld, is de overeenkomst geschorst vanaf de dag volgend op het verstrijken van voornoemde termijn en worden de artikelen 23 tot en met 25 toegepast.
De premie blijft aan de verzekeraar verworven tot op het ogenblik dat de overdracht van eigendom aan hem ter kennis wordt gebracht. Indien het overgedragen motorrijtuig aan het verkeer deelneemt onder de kentekenplaat die het vóór de overdracht droeg, zelfs op ongeoorloofde wijze, blijft de dekking voor dit motorrijtuig verworven gedurende voornoemde termijn van zestien dagen, voor zover geen enkele andere verzekering hetzelfde risico dekt.
De verzekeraar kan evenwel verhaal uitoefenen overeenkomstig artikelen 44 en 48 indien de schade berokkend wordt door een verzekerde andere dan:
1° de verzekeringnemer;
2° alle personen die bij de verzekeringnemer inwonen, met inbegrip van zij die om studieredenen buiten het hoofdverblijf van de verzekeringnemer verblijven.
Indien het om een rechtspersoon gaat, is de verzekeringnemer, bedoeld in vorig lid, de gemachtigde bestuurder.
§2. Overdracht van de eigendom onder levenden met vervanging van het omschreven motorrijtuig door een motorrijtuig dat geen eigendom is van de verzekeringnemer of van de eigenaar van het overgedragen motorrijtuig
Bij vervanging van het overgedragen motorrijtuig door een motorrijtuig dat geen eigendom is van de verzekeringnemer of van de eigenaar van het overgedragen motorrijtuig gelden voor het overgedragen motorrijtuig de bepalingen van paragraaf 1.
Voor het motorrijtuig dat in vervanging komt, biedt de overeenkomst geen dekking behoudens akkoord tussen de verzekeraar en de verzekeringnemer.
§3. Overdracht van de eigendom onder levenden met vervanging van het omschreven motorrijtuig door een motorrijtuig dat eigendom is van de verzekeringnemer of van de eigenaar van het overgedragen motorrijtuig
Indien bij overdracht van de eigendom onder levenden van het omschreven motorrijtuig dit motorrijtuig vóór schorsing van de overeenkomst vervangen wordt door een motorrijtuig dat eigendom is van de verzekeringnemer of van de eigenaar van het overgedragen motorrijtuig, blijft de dekking verworven voor het overgedragen motorrijtuig, overeenkomstig paragraaf 1 gedurende de termijn van zestien dagen vanaf de dag volgend op de overdracht van de eigendom van het omschreven motorrijtuig.
Dezelfde dekking van zestien dagen is eveneens aan alle verzekerden verworven voor het motorrijtuig dat in vervanging komt en dat deelneemt aan het verkeer onder de kentekenplaat van het overgedragen motorrijtuig, zelfs op ongeoorloofde wijze.
Deze dekkingen zijn verworven zonder enige mededeling.
Bij mededeling van de vervanging van het motorrijtuig binnen voornoemde termijn van zestien dagen blijft de overeenkomst bestaan overeenkomstig de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van het tarief, van toepassing bij de verzekeraar op het ogenblik van de vervanging en in functie van het nieuwe risico.
Indien de verzekeringnemer de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, niet aanvaardt, dient hij de overeenkomst op te zeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 9.
Indien de verzekeraar het bewijs levert dat het nieuwe risico kenmerken vertoont die niet vallen binnen zijn aanvaardings-criteria die gelden op het moment van de vervanging van het motorrijtuig, kan hij de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 11.
In geval van opzegging blijven de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, die van toepassing waren vóór de vervanging van het motorrijtuig gelden tot op het ogenblik dat de opzegging ingaat.
§4. Overdracht van de eigendom van het omschreven motorrijtuig bij overlijden van de verzekeringnemer
In geval van overdracht van de eigendom van het omschreven motorrijtuig bij overlijden van de verzekeringnemer blijft de overeenkomst bestaan overeenkomstig artikel 22.
Diefstal of verduistering
§1. Diefstal of verduistering van het omschreven motorrijtuig zonder vervanging
Indien het omschreven motorrijtuig gestolen of verduisterd is en niet vervangen wordt, kan de verzekeringnemer vragen om de overeenkomst te schorsen. In dat geval gaat de schorsing in vanaf de datum van aanvraag maar ten vroegste na het verstrijken van een termijn van zestien dagen vanaf de dag volgend op de diefstal of verduistering en worden de artikelen 23 tot en met 25 toegepast.
De premie blijft aan de verzekeraar verworven tot op het ogenblik van de inwerkingtreding van de schorsing.
Indien de schorsing niet gevraagd wordt, blijft de dekking verworven ten aanzien van het gestolen of verduisterde motorrijtuig behalve voor de schade veroorzaakt door personen die zich door diefstal, geweldpleging of heling de macht over het verzekerde motorrijtuig hebben verschaft.
§2. Diefstal of verduistering van het omschreven motorrijtuig met vervanging door een motorrijtuig dat geen eigendom is van de verzekeringnemer
Bij vervanging van het gestolen of verduisterde motorrijtuig door een motorrijtuig dat geen eigendom is van de verzekeringnemer of van de eigenaar van het gestolen of verduisterde motorrijtuig geldt paragraaf 1.
Voor het motorrijtuig dat in vervanging komt biedt deze overeenkomst geen dekking behoudens akkoord tussen de verzekeraar en de verzekeringnemer.
§3. Diefstal of verduistering van het omschreven motorrijtuig met vervanging door een motorrijtuig dat eigendom is van de verzekeringnemer
Indien het omschreven motorrijtuig gestolen of verduisterd is en vóór schorsing van de overeenkomst vervangen wordt door een motorrijtuig dat eigendom is van de verzekeringnemer of van de eigenaar van het gestolen of verduisterde motorrijtuig, blijft de dekking verworven voor het gestolen of verduisterde motorrijtuig, behalve voor de schade veroorzaakt door de personen die zich door diefstal, geweldpleging of heling de macht over het verzekerde motorrijtuig hebben verschaft. In geval van opzegging van de overeenkomst vervalt deze dekking op het ogenblik dat de opzegging van de overeenkomst ingaat.
Bij mededeling van de vervanging van het motorrijtuig blijft de overeenkomst bestaan voor het motorrijtuig dat in vervanging komt van het gestolen of verduisterde motorrijtuig, overeenkomstig de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van het tarief, van toepassing bij de verzekeraar op het ogenblik van de vervanging en in functie van het nieuwe risico.
Indien de verzekeringnemer de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, niet aanvaardt, dient hij de overeenkomst op te zeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 9.
Indien de verzekeraar het bewijs levert dat het nieuwe risico kenmerken vertoont die niet vallen binnen zijn aanvaardingscriteria die gelden op het moment van de vervanging van het motorrijtuig, kan hij de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 11.
In geval van opzegging blijven de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, die van toepassing waren vóór de vervanging van het motorrijtuig gelden tot op het ogenblik dat de opzegging ingaat.
Andere situaties van verdwijning van risico
§1. Verdwijning van het risico zonder vervanging van het omschreven motorrijtuig
Indien het risico niet meer bestaat en het omschreven motorrijtuig niet vervangen wordt, kan de verzekeringnemer vragen om de overeenkomst te schorsen. In dat geval gaat de schorsing in op datum van de mededeling en worden de artikelen 23 tot en met 25
toegepast, behoudens in de gevallen van overdracht van eigendom, diefstal of verduistering van het omschreven motorrijtuig bedoeld in de artikelen 10 en 11.
§2. Verdwijning van het risico met vervanging van het omschreven motorrijtuig door een motorrijtuig dat geen eigendom is van de verzekeringnemer
Na mededeling van de vervanging van het omschreven motorrijtuig door een motorrijtuig dat geen eigendom is van de verzekeringnemer of van de eigenaar van het omschreven motorrijtuig vóór de schorsing van de overeenkomst, biedt deze overeenkomst geen dekking behoudens akkoord tussen de verzekeraar en de verzekeringnemer.
§3. Verdwijning van het risico met vervanging van het omschreven motorrijtuig door een motorrijtuig dat eigendom is van de verzekeringnemer
Na mededeling van de vervanging van het omschreven motorrijtuig door een motorrijtuig dat eigendom is van de verzekeringnemer of van de eigenaar van het omschreven motorrijtuig vóór de schorsing van de overeenkomst, gaat de dekking slechts over op het motorrijtuig dat in vervanging komt op het door de verzekeringnemer gewenste ogenblik.
Op hetzelfde ogenblik eindigt de dekking ten aanzien van het omschreven motorrijtuig.
Met betrekking tot het motorrijtuig dat in vervanging komt, blijft de overeenkomst bestaan overeenkomstig de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van het tarief, van toepassing bij de verzekeraar op het ogenblik van de vervanging en in functie van dit nieuwe risico.
Indien de verzekeringnemer de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, niet aanvaardt, dient hij de overeenkomst op te zeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 9.
Indien de verzekeraar het bewijs levert dat het nieuwe risico kenmerken vertoont die niet vallen binnen zijn aanvaardings-criteria die gelden op het moment van de vervanging van het motorrijtuig, kan hij de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 11.
In geval van opzegging blijven de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, die van toepassing waren vóór de vervanging van het motorrijtuig gelden tot op het ogenblik dat de opzegging ingaat.
De bepalingen van artikel 10 zijn eveneens van toepassing in geval van beëindiging van de rechten van de verzekeringnemer op het omschreven motorrijtuig dat hij verkregen heeft ter uitvoering van een huurovereenkomst of een gelijkaardige overeenkomst.
Opvordering door de overheid
Wanneer het omschreven motorrijtuig in eigendom of in huur wordt opgevorderd, wordt de overeenkomst geschorst door het enkel feit dat de opvorderende overheid het motorrijtuig in bezit neemt.
Beide partijen kunnen de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 8 of 30, § 8.
Duur - Premie - Wijzigingen van verzekeringsvoorwaarden en premie
Duur van de overeenkomst
§ 1. Maximumduur
De duur van de overeenkomst mag niet langer zijn dan één jaar.
§ 2. Stilzwijgende verlenging
Behalve wanneer één van de partijen zich er ten minste drie maanden vóór de vervaldag van de overeenkomst tegen verzet, overeenkomstig de artikelen 26, 27, § 2 en 30, § 2, wordt de overeenkomst stilzwijgend verlengd voor opeenvolgende periodes van één jaar.
§ 3. Korte termijn
Overeenkomsten waarvan de duur korter is dan één jaar, worden niet stilzwijgend verlengd tenzij anders is overeengekomen.
De betaling van de premie
De premie, verhoogd met de taksen en bijdragen, moet ten laatste op de premievervaldag betaald worden op verzoek van de verzekeraar.
Wanneer de premie niet rechtstreeks aan de verzekeraar wordt betaald, is de premiebetaling aan een derde bevrijdend indien deze de betaling vordert en hij voor de inning van de premie klaarblijkelijk als lasthebber van de verzekeraar optreedt.
Het verzekeringsbewijs
Zodra de verzekeringsdekking aan de verzekeringnemer verleend wordt, geeft de verzekeraar hem een verzekeringsbewijs waaruit het bestaan van de overeenkomst blijkt.
Het verzekeringsbewijs is niet geldig bij de nietigverklaring van de overeenkomst en houdt op geldig te zijn vanaf de beëindiging van de overeenkomst of vanaf het ogenblik van de opzegging of schorsing van de overeenkomst.
Niet-betaling van de premie
§ 1. Ingebrekestelling
De verzekeraar kan bij niet-betaling van de premie op de vervaldag de dekking schorsen of de overeenkomst opzeggen indien de verzekeringnemer in gebreke is gesteld bij deurwaardersexploot of bij een aangetekende zending.
§ 2. Schorsing van de dekking
De schorsing van de dekking gaat in na het verstrijken van de termijn vermeld in de ingebrekestelling maar die niet korter mag zijn dan vijftien dagen, te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening of de dag volgend op de afgifte van de aangetekende zending.
Als de dekking geschorst werd, maakt de betaling door de verzekeringnemer van de achterstallige premies, zoals nader bepaald in de laatste ingebrekestelling of gerechtelijke uitspraak, een einde aan die schorsing.
De schorsing van de dekking doet geen afbreuk aan het recht van de verzekeraar de later nog te vervallen premies te eisen op voorwaarde dat de verzekeringnemer in gebreke werd gesteld overeenkomstig paragraaf 1 en de ingebrekestelling herinnert aan de schorsing van de dekking. Het recht van de verzekeraar wordt evenwel beperkt tot de premies voor twee opeenvolgende jaren.
§ 3. Verhaal van de verzekeraar
In geval van schorsing van de dekking wegens niet-betaling van de premie heeft de verzekeraar een recht van verhaal op de verzekeringnemer, overeenkomstig de artikelen 44, 45, 1°, 55 en 63.
§ 4. Opzegging van de overeenkomst
In geval van niet-betaling van de premie kan de verzekeraar de overeenkomst opzeggen, overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 3.
Wijziging van de premie
Indien de verzekeraar de premie verhoogt, kan de verzekeringnemer de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 3.
De mededeling van de premiewijziging gebeurt overeenkomstig de geldende wetgeving.
Indien de premie wijzigt ingevolge een duidelijk en nauwkeurig omschreven bepaling in de verzekeringsovereenkomst beschikt de verzekeringnemer niet over een opzeggingsrecht. Deze bepaling doet geen afbreuk aan het opzeggingsrecht vermeld in artikel 27, §§ 7 en 9.
Wijziging van de verzekeringsvoorwaarden
§1. Wijziging van de verzekeringsvoorwaarden ten gunste van de verzekeringnemer, de verzekerde of elke derde die bij de uitvoering van de overeenkomst betrokken is
De verzekeraar kan de verzekeringsvoorwaarden volledig ten gunste van de verzekeringnemer, de verzekerde of elke derde die bij de uitvoering van de overeenkomst betrokken is, wijzigen.
Wanneer de premie verhoogt, kan de verzekeringnemer de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 3.
§2. Wijziging van bepalingen die een invloed kunnen hebben op de premie of de vrijstelling
Indien de verzekeraar de verzekeringsvoorwaarden met betrekking tot de wijziging van de premie in functie van de schadegevallen die zich hebben voorgedaan, of tot de vrijstelling wijzigt en die wijziging niet volledig ten gunste van de verzekeringnemer of de verzekerde is, kan de verzekeringnemer de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27,
§ 3.
Indien de vrijstelling wijzigt ingevolge een duidelijk en nauwkeurig omschreven bepaling in de verzekeringsovereenkomst beschikt de verzekeringnemer niet over een opzeggingsrecht.
§3. Wijziging ingevolge een wetgevende beslissing van een overheid
Indien de verzekeraar de verzekeringsvoorwaarden wijzigt ingevolge een wetgevende beslissing van een overheid, licht de verzekeraar de verzekeringnemer hierover duidelijk in.
Wanneer de wijziging een premieverhoging tot gevolg heeft, of indien de wijziging niet uniform is voor alle verzekeraars, kan de verzekeringnemer de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 3.
Bij gebreke aan duidelijke informatie is de hoogst mogelijke uit de wetgeving voortvloeiende waarborg van toepassing en kan de verzekeringnemer de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 3.
De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 7 indien hij het bewijs levert dat hij het risico, - zoals dit volgt uit het nieuwe wettelijke kader, in geen geval zou verzekerd hebben.
§4. Andere wijzigingen
Indien de verzekeraar andere wijzigingen voorstelt dan deze bedoeld in de §§ 1 tot 3, licht hij de verzekeringnemer hierover op duidelijke wijze in.
De verzekeringnemer kan de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27,
§ 3.
De verzekeringnemer heeft eveneens een opzeggingsrecht indien hij van de verzekeraar geen duidelijke informatie ontvangen heeft over de wijziging.
§ 5. Wijze van meedelen
De mededeling van de wijziging van de verzekeringsvoorwaarden en van de premie gebeurt overeenkomstig de geldende wetgeving.
Faillissement van de verzekeringnemer
§ 1. Behoud van de overeenkomst
In geval van faillissement van de verzekeringnemer blijft de overeenkomst bestaan ten voordele van de massa van de schuldeisers die de verzekeraar het bedrag verschuldigd is van de premies vervallen vanaf de faillietverklaring.
§ 2. Opzegging van de overeenkomst
De curator van het faillissement en de verzekeraar hebben het recht om de overeenkomst op te zeggen overeenkomstig de artikelen 26, 28 en 30, § 9.
Overlijden van de verzekeringnemer
§ 1. Behoud van de overeenkomst
In geval van overlijden van de verzekeringnemer blijft de overeenkomst voortbestaan ten voordele van de erfgenamen die verplicht zijn de premies te betalen.
Indien het omschreven motorrijtuig de volle eigendom wordt van één van de erfgenamen of van een legataris van de verzekeringnemer, blijft de overeenkomst voortbestaan in zijn voordeel.
§ 2. Opzegging van de overeenkomst
De erfgenamen kunnen de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 29, eerste lid.
De erfgenaam of legataris, die het omschreven motorrijtuig in volle eigendom verkregen heeft, kan de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 29, tweede lid.
De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 10.
Schorsing van de overeenkomst
Tegenstelbaarheid van de schorsing
De schorsing van de overeenkomst is tegenstelbaar aan de benadeelde persoon.
Wederinverkeerstelling van het omschreven motorrijtuig
Bij mededeling van de wederinverkeerstelling van het omschreven motorrijtuig wordt de overeenkomst opnieuw in werking gesteld met toepassing van de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van het tarief, die op dat ogenblik gelden.
Bij de wederinwerkingstelling van de overeenkomst wordt het niet-verbruikte premiegedeelte verrekend.
Indien de verzekeringsvoorwaarden gewijzigd zijn of de premie verhoogd is, kan de verzekering- nemer de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 3.
In geval van opzegging blijven de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, die van toepassing waren vóór de schorsing van de overeenkomst gelden tot op het ogenblik dat de opzegging ingaat.
In verkeerstelling van enig ander motorrijtuig
Bij mededeling van het in het verkeer brengen van enig ander motorrijtuig dat eigendom is van de verzekeringnemer of van de eigenaar van het vorig omschreven motorrijtuig, wordt de overeenkomst opnieuw in werking gesteld met toepassing van de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van het tarief, die op dat ogenblik gelden en in functie van het nieuwe risico.
Bij de wederinwerkingstelling van de overeenkomst wordt het niet-verbruikte premiegedeelte verrekend.
Indien de verzekeringnemer de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, niet aanvaardt, dient hij de overeenkomst op te zeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 9.
Indien de verzekeraar het bewijs levert dat het nieuwe risico kenmerken vertoont die niet vallen binnen zijn aanvaardingscriteria die gelden op het moment van de aanvraag van de weder- inwerkingstelling van de overeenkomst, kan hij de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 11.
In geval van opzegging blijven de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, die van toepassing waren vóór de schorsing van de overeenkomst gelden tot op het ogenblik dat de opzegging ingaat.
Einde van de overeenkomst
Artikel 26 Opzeggingsmodaliteiten
§ 1. Opzeggingswijze
De opzegging geschiedt bij deurwaarders- exploot, per aangetekende zending of door afgifte van de opzeggingsbrief tegen ontvangstbewijs.
De opzegging wegens niet-betaling van de premie kan niet gebeuren door middel van afgifte van de opzeggingsbrief tegen ontvangstbewijs.
§ 2. Uitwerking van de opzegging
Tenzij anders vermeld in de artikelen 27 en 30, gaat de opzegging in na het verstrijken van een termijn van een maand, te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening van het deurwaardersexploot, of in het geval van een aangetekende zending te rekenen van de dag die volgt op zijn afgifte, of vanaf de dag volgend op de datum van het ontvangstbewijs.
§ 3. Premiekrediet
Het premiegedeelte dat betrekking heeft op de periode na de datum van het van kracht worden van de opzegging, wordt door de verzekeraar terugbetaald binnen een termijn van dertig dagen vanaf de inwerkingtreding van de opzegging.
Artikel 27. Opzeggingsmogelijkheden voor de verzekeringnemer
§1. Voor de aanvang van de overeenkomst
De verzekeringnemer kan de overeenkomst opzeggen wanneer tussen de datum van het sluiten en die van de inwerkingtreding ervan een termijn van meer dan een jaar verloopt. Van deze opzegging moet uiterlijk drie maanden vóór de aanvangsdatum van de overeenkomst kennis gegeven worden.
De opzegging gaat in op de aanvangsdatum van de overeenkomst.
§2. Op het einde van elke verzekeringsperiode
De verzekeringnemer kan op het einde van elke verzekeringsperiode de overeenkomst opzeggen ten minste drie maanden vóór haar vervaldag.
De opzegging gaat in op die vervaldag.
§3. Wijziging van de verzekeringsvoorwaarden en van de premie
De verzekeringnemer kan de overeenkomst opzeggen indien de premie, de verzekeringsvoorwaarden of de vrijstelling wijzigen, zoals bedoeld in de artikelen 19 en 20.
De verzekeringnemer kan de overeenkomst eveneens opzeggen indien hij van de verzekeraar geen duidelijke informatie ontvangen heeft over de wijziging, zoals bedoeld in artikel 20.
§ 4. Na schadegeval
De verzekeringnemer kan de overeenkomst opzeggen na een schadegeval waarbij schadeloosstellingen ten gunste van de benadeelden zijn betaald of zullen moeten worden betaald, met uitzondering van de betalingen overeenkomstig artikel 50.
De opzegging dient te gebeuren uiterlijk een maand na de uitbetaling van de schadevergoeding. De opzegging gaat in na het verstrijken van een termijn van drie maanden, te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening van het deurwaardersexploot of de dag volgend op de datum van het ontvangstbewijs of, in het geval van een aangetekende zending te rekenen van de dag die volgt op zijn afgifte.
§ 5. Wijziging van verzekeraar
De verzekeringnemer kan de overeenkomst opzeggen in geval van overdracht door de verzekeraar van de rechten en verplichtingen- die voortvloeien uit de overeenkomst.
De opzegging dient te gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de publicatie in het Belgisch Staatsblad van de beslissing van de Nationale Bank van België tot goedkeuring van de overdracht.
De opzegging gaat in na het verstrijken van een termijn van een maand, te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening van het deurwaardersexploot of de dag volgend op de datum van het ontvangstbewijs of, in het geval van een aangetekende zending, te rekenen van de dag die volgt op de afgifte, of op de jaarlijkse premievervaldag indien deze vóór het verstrijken van de voornoemde termijn van een maand valt.
Deze opzegmogelijkheid is niet van toepassing op fusies en splitsingen van verzekeringsondernemingen, noch op overdrachten uitgevoerd in het kader van een inbreng van de algemeenheid van goederen of van een tak van werkzaamheid, noch op andere overdrachten tussen verzekeraars die deel uitmaken van eenzelfde geconsolideerd geheel.
§6. Stopzetting van de activiteiten van de verzekeraar
De verzekeringnemer kan de overeenkomst opzeggen in geval van faillissement, gerechtelijke reorganisatie of intrekking van de toelating van de verzekeraar.
§7. Vermindering van risico
De verzekeringnemer kan de overeenkomst opzeggen indien er bij vermindering van het risico geen akkoord is over het bedrag van de nieuwe premie binnen de maand na de aanvraag tot vermindering van de premie.
§ 8. Opvordering door de overheid
De verzekeringnemer kan de overeenkomst opzeggen wanneer deze geschorst is omwille van een opvordering door de overheid in eigendom of in huur van het omschreven motorrijtuig.
§9. Vervanging van motorrijtuig of weder inwerkingstelling van de geschorste overeenkomst
Indien de verzekeringnemer bij een vervanging van motorrijtuig of wederinwerkingstelling van de geschorste overeenkomst de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie,
niet aanvaardt, dient hij de overeenkomst op te zeggen binnen een termijn van een maand te rekenen vanaf de ontvangst van de kennisgeving ervan.
§10. Combinatiepolis
Wanneer de verzekeraar één of meer waarborgen andere dan deze bedoeld in de artikelen 38, 50, 56 tot en met 59 opzegt, kan de verzekeringnemer de gehele overeenkomst opzeggen.
Opzegging door de curator
De curator kan de overeenkomst opzeggen binnen drie maanden die volgen op de failliet- verklaring.
Opzegging door de erfgenamen of legataris
De erfgenamen van de verzekeringnemer kunnen de overeenkomst opzeggen binnen drie maanden en veertig dagen na het overlijden van de verzekeringnemer.
De erfgenaam of legataris van de verzekeringnemer, die het omschreven motorrijtuig in volle eigendom heeft verkregen, kan de overeenkomst opzeggen binnen de maand te rekenen vanaf de dag dat het motorrijtuig hem werd toebedeeld. Deze termijn van een maand doet geen afbreuk aan de termijn van drie maanden en veertig dagen.
Opzeggingsmogelijkheden voor de verzekeraar
§1. Voor de aanvang van de overeenkomst
De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen wanneer tussen de datum van het sluiten en die van de inwerkingtreding ervan een termijn van meer dan een jaar verloopt. Van deze opzegging moet uiterlijk drie maanden vóór de aanvangsdatum van de overeenkomst kennis gegeven worden.
De opzegging gaat in op de aanvangsdatum van de overeenkomst.
§2. Op het einde van elke verzekeringsperiode
De verzekeraar kan op het einde van elke verzekeringsperiode de overeenkomst opzeggen ten minste drie maanden vóór haar vervaldag.
De opzegging gaat in op die vervaldag.
§3. In geval van niet-betaling van de premie
De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen in geval van niet-betaling van de premie, zelfs zonder voorafgaande schorsing van de dekking, indien de verzekeringnemer in gebreke gesteld is.
De opzegging gaat in na het verstrijken van de termijn vermeld in de ingebrekestelling, maar ten vroegste vijftien dagen te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening of de dag volgend op de afgifte van de aangetekende zending.
De verzekeraar kan zijn verplichting tot het verlenen van dekking schorsen en de overeenkomst opzeggen indien hij dit heeft bepaald in dezelfde ingebrekestelling.
In dat geval gaat de opzegging in na het verstrijken van de termijn door de verzekeraar bepaald, maar ten vroegste vijftien dagen te rekenen vanaf de eerste dag van de schorsing van de dekking.
Wanneer de verzekeraar zijn verplichting tot het verlenen van dekking geschorst heeft en de overeenkomst niet is opgezegd in dezelfde ingebrekestelling, kan de opzegging enkel geschieden mits een nieuwe ingebrekestelling.
In dat geval gaat de opzegging in na het verstrijken van de termijn vermeld in de ingebrekestelling, maar ten vroegste vijftien dagen te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening of de dag volgend op de afgifte van de aangetekende zending.
§ 4. Na schadegeval
1° De verzekeraar kan de overeenkomst slechts opzeggen na een schadegeval waarbij schadeloosstellingen ten gunste van de benadeelden zijn betaald of zullen moeten worden betaald, met uitzondering van de betalingen ingevolge artikel 50.
De opzegging dient te gebeuren uiterlijk een maand na de uitbetaling van de schadevergoeding.
De opzegging gaat in na het verstrijken van een termijn van drie maanden, te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening van het deurwaardersexploot of dag volgend op de datum van het ontvangstbewijs of, in het geval van een aangetekende zending, te rekenen van de dag die volgt op zijn afgifte.
De opzegging na schadegeval van één of meer waarborgen andere dan deze bedoeld in de artikelen 38, 50, 56 tot en met 59, geeft de verzekeraar geen recht om deze waarborgen op te zeggen.
2° De verzekeraar kan, ten allen tijde, de overeenkomst opzeggen na een schadegeval, wanneer de verzekeringnemer of de verzekerde één van zijn verplichtingen, ontstaan door het schadegeval, niet is nagekomen met de bedoeling de verzekeraar te misleiden, zodra de verzekeraar bij de onderzoeksrechter een klacht met burgerlijke partijstelling heeft ingediend tegen één van deze personen of hem voor het vonnis- gerecht heeft gedagvaard, op basis van de artikelen 193, 196, 197, 496 of 510 tot 520 van het Strafwetboek. Indien de verzekeraar afstand doet van zijn vordering of indien de strafvordering uitmondt in een buiten- vervolgingstelling of een vrijspraak, moet de verzekeraar de schade als gevolg van die opzegging vergoeden.
De opzegging gaat in ten vroegste een maand te rekenen van de dag volgend op de betekening, de dag volgend op de datum van het ontvangstbewijs of, ingeval van een aangetekende zending vanaf de dag die volgt op zijn afgifte.
§5. Verzwijging, onjuiste mededeling en verzwaring van het risico
De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen in geval van:
1° onopzettelijke verzwijging of onopzettelijke onjuiste mededeling van gegevens over het risico bij het sluiten van de overeenkomst bedoeld in artikel 4;
2° aanmerkelijke en blijvende verzwaring van het risico in de loop van de overeenkomst bedoeld in artikel 6.
§6. Technische eisen van het motorrijtuig
De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen wanneer:
1° het motorrijtuig niet beantwoordt aan de reglementering op de technische eisen van de motorrijtuigen;
2° het motorrijtuig, onderworpen aan de technische controle, niet of niet meer voorzien is van een geldig keuringsbewijs.
§ 7. Nieuwe wettelijke bepalingen
De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen indien hij het bewijs levert dat hij het risico, zoals dit volgt uit de wijziging van de verzekeringsvoorwaarden door een beslissing van de overheid bedoeld in artikel 20 in geen geval zou verzekerd hebben.
§ 8. Opvordering door de overheid
De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen wanneer deze geschorst is omwille van een opvordering door de overheid in eigendom of in huur van het omschreven motorrijtuig.
§ 9. Faillissement van de verzekeringnemer
De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen in geval van faillissement van de verzekeringnemer ten vroegste drie maanden na de faillietverklaring.
§ 10. Overlijden van de verzekeringnemer
De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen na het overlijden van de verzekeringnemer binnen drie maanden te rekenen vanaf de dag waarop de verzekeraar kennis kreeg van het overlijden.
§11. Vervanging van motorrijtuig of weder- inwerkingstelling van de geschorste overeenkomst
Indien de verzekeraar het bewijs levert dat het nieuwe risico kenmerken vertoont die niet vallen binnen zijn aanvaardingscriteria die gelden op het moment van de vervanging of wederinwerkingstelling, kan hij de overeenkomst opzeggen binnen een termijn van een maand te rekenen vanaf de dag waarop hij kennis heeft gekregen van de kenmerken van het nieuwe risico.
Einde van de overeenkomst na schorsing
Indien de geschorste overeenkomst vóór haar vervaldag niet opnieuw in werking wordt gesteld, neemt zij een einde op die vervaldag.
Indien de overeenkomst geschorst wordt binnen de drie maanden voor die vervaldag, neemt de overeenkomst een einde op de volgende vervaldag.
Het niet-verbruikte premiegedeelte wordt terugbetaald binnen een termijn van dertig dagen vanaf de eindvervaldag.
Aangifte van een schadegeval
§ 1. Termijn van aangifte
Ieder schadegeval moet onmiddellijk en ten laatste binnen acht dagen nadat het is voorgevallen, schriftelijk worden aangegeven aan de verzekeraar of aan elke met dat doel in de overeenkomst aangewezen persoon. De verzekeraar kan er zich echter niet op beroepen dat deze termijn niet in acht is genomen, indien die mededeling zo spoedig als redelijkerwijze mogelijk is geschied.
Deze verplichting rust op alle verzekerden.
§ 2. Inhoud van de aangifte
De schadeaangifte moet in de mate van het mogelijke de oorzaken, de omstandigheden en de vermoedelijke gevolgen van het schadegeval vermelden, evenals de naam, de voornaam en de woonplaats van de getuigen en de benadeelden. Voor zover mogelijk wordt hiervoor gebruik gemaakt van het formulier dat de verzekeraar ter beschikking stelt van de verzekeringnemer.
§ 3. Bijkomende meldingen
De verzekeringnemer en de overige verzekerden verschaffen de verzekeraar, of elke met dat doel in de overeenkomst aangewezen persoon, zonder verwijl alle door hem gevraagde nuttige inlichtingen en documenten. Alle dagvaardingen en in het algemeen alle gerechtelijke en buitengerechtelijke documenten moeten door de verzekerde aan de verzekeraar, of elke met dat doel in de overeenkomst aangewezen persoon overgemaakt worden binnen 48 uur nadat zij aan de verzekerde werden afgegeven of betekend.
Erkenning van aansprakelijkheid door de verzekerde
Elke erkenning van aansprakelijkheid, elke dading, elke vaststelling van schade, elke belofte van schadevergoeding of elke door de verzekerde gedane betaling, zonder schriftelijke toestemming van de verzekeraar, is hem niet tegenwerpbaar.
Het erkennen van feiten of het verstrekken van eerste geldelijke of medische hulp door de verzekerde kunnen voor de verzekeraar geen grond opleveren om zijn dekking te weigeren.
Prestatie van de verzekeraar bij schade
§ 1. Schadevergoeding
De verzekeraar betaalt de in hoofdsom verschuldigde schadevergoeding volgens de bepalingen van de overeenkomst.
De verzekeraar betaalt, zelfs boven de vergoedingsgrenzen de intrest op de in hoofdsom verschuldigde schadevergoeding, de kosten betreffende burgerrechtelijke rechtsvorderingen, met inbegrip van de rechtsplegingvergoeding in strafzaken, alsook de erelonen en de kosten van de advocaten en de deskundigen, maar alleen in zover die kosten door hem of met zijn toestemming zijn gemaakt of, in geval van belangenconflict dat niet te wijten is aan de verzekerde, voor zover die kosten niet onredelijk zijn gemaakt. De kosten gerecupereerd ten laste van derden en de rechtsplegingvergoeding moeten aan de verzekeraar worden terugbetaald.
§ 2. Vergoedingsgrenzen
Er is geen vergoedingsgrens voor schade voortvloeiend uit lichamelijke letsels. De vergoedingsgrens voor stoffelijke schade bedraagt 100 miljoen euro per schadegeval. Dit bedrag wordt geïndexeerd overeenkomstig artikel 3 van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen.
§ 3. Leiding van het geschil
Vanaf het ogenblik dat de verzekeraar tot tussenkomst is gehouden en voor zover deze wordt ingeroepen, is hij verplicht zich achter de verzekerde te stellen volgens de bepalingen van de overeenkomst. Ten aanzien van de burgerrechtelijke belangen en in zover de belangen van de verzekeraar en van de verzekerde samenvallen, heeft de verzekeraar het recht om, in de plaats van de verzekerde de vordering van de benadeelde te bestrijden. De verzekeraar kan deze laatste vergoeden indien daartoe grond bestaat.
§ 4. Vrijwaring van de rechten van de verzekerde
De tussenkomsten van de verzekeraar houden geen enkele erkenning in van aansprakelijkheid vanwege de verzekerde en zij mogen hem geen nadeel berokkenen.
§ 5. Mededeling van de schadeafhandeling
De definitieve schadevergoeding of de weigering om te vergoeden worden zo spoedig mogelijk aan de verzekeringnemer meegedeeld.
§ 6. Indeplaatsstelling
De verzekeraar die schadevergoeding betaald heeft, treedt ten belope van het bedrag van die vergoeding in de rechten en de rechtsvorderingen van de verzekerde tegen de aansprakelijke derden.
De verzekeraar die schadevergoeding betaald heeft overeenkomstig artikel 50, treedt ten belope van het bedrag van die vergoeding in de rechten en de rechts- vorderingen van de benadeelde tegen de aansprakelijke derden.
Strafrechtelijke vervolging
§ 1. Verdedigingsmiddelen
Indien een schadegeval aanleiding geeft tot strafrechtelijke vervolgingen tegen de verzekerde, zelfs indien over de burgerrechtelijke belangen nog geen regeling getroffen is, kan de verzekerde vrij, op eigen kosten, zijn verdedigingsmiddelen kiezen.
De verzekeraar moet zich beperken tot het bepalen van de verdedigingsmiddelen met betrekking tot de omvang van de aansprakelijkheid van de verzekerde en de hoogte van de door de benadeelde partij geëiste bedragen, onverminderd artikel 34 wat de burgerrechtelijke belangen betreft.
De verzekerde is verplicht persoonlijk te verschijnen wanneer de procedure dit vergt.
§2. Rechtsmiddelen na veroordeling
Wanneer de verzekerde strafrechtelijk wordt veroordeeld, mag de verzekeraar er zich noch tegen verzetten dat hij op eigen kosten gebruik maakt van elk mogelijk rechtsmiddel, noch mag hij tussenkomen in de keuze van de rechtsmiddelen in strafzaken.
De verzekeraar heeft het recht om de schadevergoedingen te betalen indien daartoe grond bestaat.
Wanneer de verzekeraar vrijwillig is tussengekomen, moet hij de verzekerde tijdig op de hoogte brengen van elk rechtsmiddel dat de verzekeraar tegen de gerechtelijke beslissing met betrekking tot de omvang van de aansprakelijkheid van de verzekerde instelt; de verzekerde beslist op eigen risico of hij al dan niet het door de verzekeraar ingestelde rechtsmiddel volgt.
§ 3. Boetes, minnelijke schikkingen en kosten
De geldboetes, de minnelijke schikkingen in strafzaken en de gerechtskosten in strafzaken, onverminderd artikel 34, § 1, tweede lid, zijn niet ten laste van de verzekeraar.
Verklaring over de schadegevallen die zich hebben voorgedaan
Verplichting van de verzekeraar
De verzekeraar maakt binnen vijftien dagen die volgen op iedere vraag van de verzekeringnemer en op het einde van de overeenkomst, aan deze laatste een verklaring over de schadegevallen die zich hebben voorgedaan over met vermelding van de gegevens waarin de reglementering voorziet.
Bestemmeling van de mededelingen
§ 1. De verzekeraar
De voor de verzekeraar bestemde mededelingen en kennisgevingen moeten gedaan worden aan zijn adres, zijn elektronisch adres of aan elke met dat doel in de overeenkomst aangewezen persoon.
§ 2. De verzekeringnemer
De voor de verzekeringnemer bestemde mededelingen en kennisgevingen moeten worden gedaan aan het laatste door de verzekeraar gekende adres. Deze mededelingen en kennisgevingen kunnen met de instemming van de verzekeringnemer eveneens gebeuren via elektronische post op het laatste door hem aangegeven adres.
Bepalingen van toepassing op de waarborg wettelijke burgerrechtelijke aansprakelijkheid
Voorwerp van de verzekering
Met deze overeenkomst dekt de verzekeraar overeenkomstig voornoemde wet van 21 november 1989 of in voorkomend geval de toepasselijke buitenlandse wetgeving en volgens de bepalingen van deze overeenkomst, de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de verzekerden als gevolg van een door het verzekerde motorrijtuig veroorzaakt schadegeval.
Artikel 39 Territoriale dekking
De dekking wordt verleend voor een schadegeval dat zich heeft voorgedaan in enig land waarvoor de dekking verleend wordt volgens het verzekeringsbewijs.
Deze dekking wordt verleend voor de schadegevallen die zich hebben voorgedaan op de openbare weg of op de openbare of de privéterreinen.
Schadegeval in het buitenland
Wanneer het schadegeval zich heeft voorgedaan buiten het Belgische grondgebied, is de door de verzekeraar verleende dekking die waarin is voorzien door de wetgeving op de verplichte motorrijtuigenverzekering van de Staat op het grondgebied waarvan het schadegeval zich heeft voorgedaan.
De toepassing van die buitenlandse wet mag de verzekerde evenwel niet de ruimere dekking ontnemen die de Belgische wet hem verleent.
Artikel 41 Verzekerde personen
Gedekt wordt de burgerrechtelijke aansprakelijkheid:
1° van de verzekeringnemer;
2° van de eigenaar, van iedere houder, van iedere bestuurder van het omschreven motorrijtuig en van iedere persoon erdoor vervoerd;
3° van de eigenaar, van iedere houder, van iedere bestuurder en van iedere persoon vervoerd door een verzekerd motorrijtuig bedoeld in de artikelen 10 en 11 volgens de daarin bepaalde voorwaarden;
4° van de persoon die burgerrechtelijk aansprakelijk is voor de voornoemde personen.
Artikel 42 Uitgesloten personen
Zijn van het recht op schadevergoeding uitgesloten:
1° de voor de schade aansprakelijke persoon, behalve indien het de aansprakelijkheid voor andermans daad betreft;
2° de persoon die en in zoverre hij krachtens een wettelijke of reglementaire bepaling van aansprakelijkheid is ontheven.
Voor de toepassing van dit artikel blijft het recht op schadevergoeding evenwel verworven ten voordele van de gedeeltelijk aansprakelijke persoon tot beloop van het deel van zijn schade toe te schrijven aan een verzekerde.
Van vergoeding uitgesloten schade
§ 1. Het verzekerde motorrijtuig
De schade aan het verzekerde motorrijtuig is uitgesloten.
§ 2. De vervoerde goederen
De schade aan goederen die door het verzekerde motorrijtuig beroepsmatig en onder bezwarende titel vervoerd worden, is uitgesloten, behoudens de kleding en bagage die persoonlijk toebehoren aan de vervoerde personen.
§ 3. Schade door vervoerde goederen
De schade die niet veroorzaakt wordt door het gebruik van het verzekerde motorrijtuig maar die enkel te wijten is aan de vervoerde goederen of aan de handelingen die vereist zijn voor dit vervoer is uitgesloten.
§ 4. Vergunde wedstrijden
De schade die voortvloeit uit de deelname van het verzekerde motorrijtuig aan snelheids-, regelmatigheids- of behendigheidsritten of -wedstrijden waartoe van overheidswege toestemming is verleend, is uitgesloten.
§ 5. Kernenergie
De schade te vergoeden overeenkomstig de wetgeving betreffende de burgerrechtelijke aansprakelijkheid inzake de kernenergie is uitgesloten.
§6. Diefstal van het verzekerde motorrijtuig
De schade veroorzaakt door de personen die zich door diefstal, geweldpleging of heling de macht over het verzekerd motorrijtuig hebben verschaft, is uitgesloten.
Het recht van verhaal van de verzekeraar
Bepaling van de bedragen die kunnen verhaald worden
Wanneer de verzekeraar gehouden is ten aanzien van de benadeelden heeft hij een recht van verhaal dat betrekking heeft op de netto-uitgaven van de verzekeraar, zijnde de schadevergoedingen in hoofdsom, de gerechtskosten en intresten, verminderd met de eventuele vrijstellingen en de bedragen die hij heeft kunnen recupereren.
Dit recht van verhaal kan enkel toegepast worden in de gevallen en op de personen vermeld in de artikelen 45 tot en met 48, ten belope van het bedrag van het persoonlijk aandeel in de aansprakelijkheid van de verzekerde.
Dit verhaal wordt als volgt bepaald behoudens anders vermeld in de artikelen 45 tot en met 47:
1° indien de netto-uitgaven niet hoger zijn dan 11.000 euro is het bedrag van het verhaal integraal;
2° indien de netto-uitgaven hoger zijn dan 11.000 euro wordt dit laatste bedrag verhoogd met de helft van het gedeelte dat het bedrag van 11.000 euro overschrijdt. Dit verhaal bedraagt maximum 31.000 euro.
Verhaal op de verzekeringnemer
De verzekeraar heeft een recht van verhaal op de verzekeringnemer:
1° in geval de dekking van de overeenkomst geschorst is wegens niet-betaling van de premie overeenkomstig artikel 18;
2° voor het totale bedrag van zijn netto-uitgaven, bedoeld in artikel 44, tweede lid, in geval van opzettelijk verzwijgen of opzettelijk onjuist meedelen van gegevens betreffende het risico bij het sluiten, overeenkomstig artikel 3, of in de loop van de overeenkomst, overeenkomstig artikel 6;
3° voor een bedrag van de netto-uitgaven zoals bepaald in artikel 44, tweede lid, met een maximum van 250 euro in geval van onopzettelijk verzwijgen of onopzettelijk onjuist meedelen van gegevens betreffende het risico zowel bij het sluiten, overeenkomstig artikel 4, als in de loop van de overeenkomst, overeenkomstig artikel 6.
Verhaal op de verzekerde
De verzekeraar heeft een recht van verhaal op de verzekerde:
1° wanneer hij bewijst dat deze het schadegeval opzettelijk heeft veroorzaakt, voor het totale bedrag van zijn netto-uitgaven, bedoeld in artikel 44, tweede lid;
2° wanneer hij bewijst dat deze het schadegeval veroorzaakt heeft in één van de volgende gevallen van xxxxx schuld en voor zover de verzekeraar aantoont dat er een oorzakelijk verband bestaat met het schadegeval:
a. rijden in staat van dronkenschap;
b. rijden onder invloed van drugs, medicijnen of hallucinogene stoffen, waardoor de verzekerde niet meer beschikt over de controle van zijn daden;
3° wanneer hij bewijst dat deze het schadegeval veroorzaakt heeft en dader of medeplichtige is van het misdrijf van misbruik van vertrouwen, oplichting of verduistering met betrekking tot het gebruik van het motorrijtuig;
4° in de mate waarin de verzekeraar bewijst dat hij schade geleden heeft wanneer de verzekerde een bepaalde handeling niet verricht heeft binnen een door de overeenkomst vastgestelde termijn. Dit verhaalrecht kan niet uitgeoefend worden indien de verzekerde bewijst dat hij die handeling zo spoedig als redelijkerwijze mogelijk verricht heeft.
Verhaal op de verzekeringnemer en de verzekerde
§ 1. Verhaal met oorzakelijk verband
De verzekeraar heeft een recht van verhaal op de verzekeringnemer en, indien daartoe grond bestaat, op de verzekerde die niet de verzekeringnemer is:
1° wanneer op het ogenblik van het schadegeval het omschreven motorrijtuig, dat onderworpen is aan de Belgische reglementering op de technische controle, niet voldoet aan deze reglementering en in het verkeer gebracht wordt buiten het toegelaten traject. Dit verhaal kan enkel worden toegepast voor zover de verzekeraar aantoont dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen de staat van het motorrijtuig en het schadegeval;
2° wanneer het schadegeval zich voordoet tijdens de deelname van het verzekerde motorrijtuig aan een snelheids-, regelmatigheids- of behendigheidsrit of -wedstrijd, waartoe van overheidswege geen toestemming is verleend. Dit verhaal kan enkel worden toegepast voor zover de verzekeraar aantoont dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen de deelname aan een dergelijke rit of wedstrijd en het schadegeval;
3° wanneer het schadegeval zich voordoet, terwijl het reglementair of contractueel maximum toegelaten aantal passagiers overschreden is.
Dit verhaal is beperkt tot de uitgaven die betrekking hebben op de passagiers en dit evenredig aan de verhouding van het aantal overtallige passagiers tot het aantal werkelijk vervoerde passagiers, onverminderd de toepassing van artikel 44. Dit verhaal kan enkel worden toegepast voor zover de verzekeraar aantoont dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen de overschrijding van het toegelaten aantal passagiers en het schadegeval;
4° wanneer het schadegeval zich voordoet, terwijl de vervoerde personen plaatsen innemen in strijd met de reglementaire of contractuele bepalingen, met uitzondering van het overschrijden van het maximum aantal toegelaten passagiers, wordt het verhaal uitgeoefend voor het totaal van de uitgaven die betrekking hebben op deze vervoerde personen, onverminderd de toepassing van artikel 44. Dit verhaal kan enkel worden toegepast voor zover de verzekeraar aantoont dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen het innemen van een niet-conforme plaats in het motorrijtuig en het schadegeval.
§ 2. Verhaal zonder oorzakelijk verband
De verzekeraar heeft een recht van verhaal op de verzekeringnemer en, indien daartoe grond bestaat, op de verzekerde die niet de verzekeringnemer is, wanneer hij bewijst dat, op het ogenblik van het schadegeval, het verzekerde motorrijtuig bestuurd wordt:
a. door een persoon die niet voldoet aan de Belgische wettelijke vereiste minimumleeftijd om dat motorrijtuig te besturen;
b. door een persoon die niet beschikt over een geldig rijbewijs om dat motorrijtuig te besturen;
c. door een persoon die specifieke beperkingen inzake het besturen van het motorrijtuig vermeld op zijn rijbewijs niet naleeft;
d. door een persoon die in België een rijverbod heeft zelfs indien het schadegeval zich voordoet in het buitenland.
Er is geen recht van verhaal voor de punten a, b en c wanneer de persoon, die in het buitenland het motorrijtuig bestuurt, aan de voorwaarden voldoet voorgeschreven door de plaatselijke wet en reglementen om het motorrijtuig te besturen.
Er is geen recht van verhaal voor de punten b, c en d indien de verzekerde aantoont dat deze situatie te wijten is aan het niet naleven van een louter administratieve formaliteit.
§ 3. Aanvechten van het verhaal
De verzekeraar kan echter voor alle situaties vermeld in dit artikel geen verhaal uitoefenen op een verzekerde indien deze aantoont dat de tekortkomingen of de feiten waarop het verhaal gesteund is, te wijten zijn aan een andere verzekerde en dat ze zich hebben voorgedaan in strijd met zijn onderrichtingen of buiten zijn medeweten.
Verhaal op de dader of de burgerrechtelijk aansprakelijke
De verzekeraar heeft een recht van verhaal op de dader van het schadegeval of de burgerrechtelijk aansprakelijke in het geval van overdracht van de eigendom voor zover hij bewijst dat deze verzekerde een andere persoon is dan deze bedoeld in artikel 10, § 1, vierde lid.
Toepassing van een vrijstelling
De verzekeringnemer betaalt aan de verzekeraar het bedrag van de toepasselijke vrijstellingen voorzien in de overeenkomst. Deze betaling overschrijdt nooit de uitgaven van de verzekeraar.
De toepassing van de vrijstellingen dient te worden uitgevoerd vóór de toepassing van een eventueel verhaal.
Bepalingen van toepassing op de vergoeding van bepaalde slachtoffers van verkeersongevallen
De vergoedingsplicht
Vergoeding van zwakke weggebruikers
De verzekeraar is verplicht, overeenkomstig artikel 29bis van voornoemde wet van 21 november 1989, alle schade te vergoeden zoals omschreven in vermeld artikel.
Vergoeding van onschuldige slachtoffers
De verzekeraar is verplicht, overeenkomstig artikel 29ter van voornoemde wet van 21 november 1989, alle schade te vergoeden zoals omschreven in dit artikel.
Territoriale afbakening van de vergoedingsplicht
Territoriale afbakening van de vergoedingsplicht van zwakke gebruikers
Deze vergoedingsplicht, bedoeld in artikel 50, is van toepassing voor het verzekerde motorrijtuig van zodra het Belgisch recht van toepassing is, met uitsluiting van de ongevallen die zijn voorgevallen in een land dat niet vermeld staat op het verzekeringsbewijs.
De vergoedingsplicht is van toepassing op schadegevallen die zich hebben voorgedaan op de openbare weg of op terreinen die toegankelijk zijn voor het publiek of slechts voor een zeker aantal personen die het recht hebben om er te komen.
Territoriale afbakening van de vergoedingsplicht van onschuldige slachtoffers
De vergoedingsplicht, bedoeld in artikel 51, is enkel van toepassing voor ongevallen die zijn gebeurd op het Belgisch grondgebied.
De vergoedingsplicht is van toepassing op schadegevallen die zich hebben voorgedaan op de openbare weg of op terreinen die toegankelijk zijn voor het publiek of slechts voor een zeker aantal personen die het recht hebben om er te komen.
Van vergoeding uitgesloten schade
§ 1. Vergunde wedstrijden
De schade die voortvloeit uit het deelnemen van het verzekerde motorrijtuig aan snelheids-, regelmatigheids- of behendigheidsritten of -wedstrijden waartoe van overheidswege toestemming is verleend, is uitgesloten.
§ 2. Kernenergie
De schade te vergoeden overeenkomstig de wetgeving betreffende de burgerrechtelijke aansprakelijkheid inzake de kernenergie, is uitgesloten.
§3. Diefstal van het verzekerde motorrijtuig
De schade die voortvloeit uit de betrokkenheid van het verzekerde motorrijtuig nadat personen door diefstal, geweldpleging of heling de macht erover hebben verkregen, is uitgesloten.
Het recht van verhaal van de verzekeraar
Verhaal op de verzekeringnemer en de verzekerde
De verzekeraar heeft geen recht van verhaal op de verzekeringnemer, of op de verzekerde, tenzij de verzekeringnemer of de verzekerde geheel of gedeeltelijk aansprakelijk is voor het ongeval.
In dat geval kan de verzekeraar verhaal uitoefenen overeenkomstig de artikelen 44 tot en met 49.
Bepalingen van toepassing op de bijkomende waarborgen
De waarborgen
Tijdelijk vervangingsmotorrijtuig
§ 1. Toepassingsgebied
De dekking strekt zich uit, onder de voorwaarden in dit artikel, tot het gebruik van een aan een derde toebehorend motorrijtuig ander dan het omschreven motorrijtuig, zonder dat hiervoor een mededeling vereist is aan de verzekeraar.
Zijn geen derden, bedoeld in het eerste lid: de verzekeringnemer of, wanneer de verzekeringnemer een rechtspersoon is, elke bestuurder van het omschreven motorrijtuig waarvan de naam aan de verzekeraar is meegedeeld, de personen die bij voornoemde personen inwonen, met inbegrip van zij die om studieredenen buiten het hoofdverblijf van de verzekeringnemer verblijven, de eigenaar of de gebruikelijke houder van het omschreven motorrijtuig.
Deze dekking geldt voor het motorrijtuig dat in vervanging komt van het omschreven motorrijtuig en tot hetzelfde gebruik bestemd is wanneer het omschreven motorrijtuig definitief of tijdelijk onbruikbaar is, wegens onderhoud, aanpassingen, herstellingen, technische keuring of technisch totaal verlies.
Wanneer het omschreven motorrijtuig een twee- of driewieler is, kan de dekking in geen geval slaan op een motorrijtuig op vier of meer wielen.
§ 2. Verzekerde personen
In hun hoedanigheid van bestuurder, houder of passagier van het vervangingsmotorrij-tuig, of van burgerrechtelijk aansprakelijke voor de bestuurder, houder of passagier wordt de burgerrechtelijke aansprakelijkheid gedekt van:
de eigenaar van het omschreven motorrijtuig; de verzekeringnemer en wanneer de verzekeringnemer een rechtspersoon is, van de gemachtigde bestuurder van het omschreven motorrijtuig;
alle personen die bij voornoemde verzekerden inwonen, met inbegrip van zij die om studieredenen buiten het hoofdverblijf van de verzekeringnemer of de eigenaar verblijven; iedere persoon waarvan de naam in de overeenkomst vermeld is.
§ 3. Inwerkingtreding en duur van de dekking
Deze dekking treedt in werking op het ogenblik dat het omschreven motorrijtuig niet meer kan worden gebruikt en eindigt wanneer het vervangingsmotorrijtuig aan de eigenaar of aan een door deze aangewezen persoon is terugbezorgd.
Het motorrijtuig moet worden terugbezorgd binnen een redelijke termijn na ontvangst van het bericht dat het omschreven motorrijtuig ter beschikking is.
De dekking geldt nooit meer dan dertig dagen.
§ 4. Dekkingsuitbreiding bij verhaal
Bij het gebruik van een motorrijtuig onder de voorwaarden bedoeld in dit artikel is de dekking eveneens verworven in het geval dat de verzekerde verplicht wordt om de vergoedingen, die aan de benadeelden betaald werden in uitvoering van een andere verzekeringsovereenkomst, terug te betalen ingevolge en overeenkomstig de toepassing van het verhaalsrecht bedoeld in de artikelen 44, 47, § 1, 1°, en 48.
Slepen van een motorrijtuig
Wanneer het verzekerde motorrijtuig occasioneel om het even welk motorrijtuig met pech sleept, wordt de burgerrechtelijke aansprakelijkheid gedekt van de persoon die de ketting, de tros, het touw, de stang of enige andere benodigdheid voor het slepen, heeft geleverd. In dit geval is de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van die persoon eveneens gedekt voor de schade veroorzaakt aan het gesleepte motorrijtuig.
Indien het verzekerde motorrijtuig occasioneel een ander motorrijtuig, dat geen aanhangwagen is, met pech sleept, is de schade veroorzaakt door het trekkende motorrijtuig aan het gesleepte motorrijtuig gedekt.
Indien een ander motorrijtuig het verzekerde motorrijtuig occasioneel met pech sleept, is de schade veroorzaakt door het gesleepte motorrijtuig aan het trekkende motorrijtuig gedekt.
Voor de waarborg in het tweede en derde lid wordt de burgerlijke aansprakelijkheid van de personen bedoeld in artikel 41 gedekt.
Reinigen en herstellen van de binnenbekleding van het verzekerde motorrijtuig
De verzekeraar vergoedt de kosten die de verzekerde werkelijk gemaakt heeft voor de reiniging en de herstelling van de binnenbekleding van het verzekerde motorrijtuig wanneer die kosten voortvloeien uit het kosteloze vervoer van door een verkeersongeval gewonde personen.
§ 1. Eis van een buitenlandse overheid
Eist een buitenlandse overheid, naar aanleiding van een schadegeval dat zich heeft voorgedaan in één van de landen waarvoor de dekking verleend wordt volgens het verzekeringsbewijs, met uitzondering van België, dat ter beveiliging van de rechten van de benadeelden, een bedrag wordt gedeponeerd voor de opheffing van een op het omschreven motorrijtuig gelegd beslag of voor de invrijheidstelling onder borg van de verzekerde, dan schiet de verzekeraar de geëiste borgsom voor of stelt hij zijn persoonlijke borg tot ten hoogste 62.000 euro voor het omschreven motorrijtuig en voor alle verzekerden samen, verhoogd met de kosten van de samenstelling en terugvordering van de borgsom, die ten laste zijn van de verzekeraar.
§ 2. Borgsom betaald door de verzekerde
Werd de borgsom door de verzekerde betaald, dan stelt de verzekeraar zijn persoonlijke borg in de plaats of betaalt hij, indien de borg niet aanvaard wordt, het bedrag van de borgsom aan de verzekerde terug.
§ 3. Einde van de borgstelling
Zodra de bevoegde overheid aanvaardt de betaalde borgsom vrij te geven of de borgstelling door de verzekeraar op te heffen, moet de verzekerde op vraag van de verzekeraar alle
formaliteiten vervullen die van hem gevergd kunnen worden voor de vrijgave of de opheffing van de borgstelling.
§ 4. Verbeurdverklaring
Wanneer de bevoegde overheid de borgsom gestort door de verzekeraar geheel of gedeeltelijk verbeurd verklaart of aanwendt tot betaling van een geldboete, van een strafrechtelijke dading of van gerechtskosten in strafzaken, dan is de verzekerde gehouden de verzekeraar, op zijn eenvoudig verzoek, terug te betalen.
Artikel 60 Territoriale dekking
Deze bijkomende waarborgen worden verleend overeenkomstig artikel 39.
Schadegeval in het buitenland
Deze bijkomende waarborgen worden verleend overeenkomstig artikel 40.
Voor deze bijkomende waarborgen zijn de uitsluitingen bedoeld in de artikelen 42 en 43 van toepassing.
Het recht van verhaal van de verzekeraar
Verhaal en vrijstelling
Het recht van verhaal van de verzekeraar bedoeld in de artikelen 44 tot en met 48 en de toepassing van de vrijstelling bedoeld in artikel 49 zijn van toepassing op de artikelen 56 en 57.
Bepaling van toepassing op de vergoeding van bepaalde slachtoffers van verkeersongevallen
Tijdelijk vervangingsmotorrijtuig
Bij gebruik van een motorrijtuig volgens de voorwaarden van artikel 54 zijn de artikelen 50 tot en met 55 van toepassing.
Premievaststelling - Vergoeding van bepaalde slachtoffers van verkeersongevallen –
Schadeattest
Hoofdstuk I Premievaststelling
1. Factoren die de premievaststelling beïnvloeden:
a. kenmerken van de verzekeringnemer en/ of de gebruikelijke bestuurder zoals leeftijd en woon- of vestigingsadres, woonsituatie;
b. technische kenmerken, gebruik en jaarkilometrage van het verzekerde voertuig;
c. schadeverleden;
d. prijs- en schadelastontwikkelingen;
e. de schadevrije jaren van toepassing bij de verzekeraar.
2. Toelichting schadevrije jaren van toepassing bij de verzekeraar
a. Toetredingsmechanisme
De inschaling gebeurt op basis van het schadeverleden van de verzekeringnemer en de gebruikelijke bestuurder.
b. Geobserveerde verzekeringsperiode
De geobserveerde verzekeringsperiode wordt elk jaar afgesloten uiterlijk op de 15e van de maand die aan de maand van de jaarlijkse premievervaldag voorafgaat. Als zij, om welke reden ook, korter is dan 9,5 maanden, zal zij bij de volgende observatieperiode gevoegd worden.
c. Verplaatsingsmechanisme
De premie die u verschuldigd bent bij de onderschrijving voor uw waarborg Burgerlijke Aansprakelijkheid van de polis wordt op de jaarlijkse vervaldag gewijzigd in functie van het aantal schadegevallen dat al of niet heeft plaatsgevonden in het afgelopen verzekeringsjaar. Enkel schadegevallen waarvoor u aansprakelijk werd gesteld en waarvoor wij een vergoeding aan de benadeelden moeten betalen zullen aanleiding geven tot een verhoging van de premie.
Deze wijziging van de premie gebeurt als volgt :
• U ontvangt een korting ‘schadevrij rijden’ als op de jaarlijkse vervaldag blijkt dat u het afgelopen jaar geen schade veroorzaakte. De maximale korting is gesteund op 5 schadevrije jaren.
• Uw korting “schadevrij rijden” zal gewijzigd worden als u tegen de volgende jaarlijkse vervaldag een schade heeft gehad. Bij de verhoging van deze premie maken we een differentiatie in functie van het aantal schadevrije jaren en van één of meerdere schadegevallen per jaar. Indien u meerdere schadegevallen had het afgelopen jaar zal een hogere premiestijging worden toegepast.
Als op de jaarlijkse vervaldag blijkt dat u de voorbije 5 jaar meerdere schades had, verliest u niet alleen uw korting ‘schadevrij rijden’, maar verhogen wij uw premie daarenboven met 25%.
Voorbeeld
Voorbeeld op een fictieve premie voor BA.
Aantal jaren sinds laatste schade | BA |
Meer dan 5 jaar | 100 euro |
4 tot 5 | 106 euro |
3 tot 4 | 112 euro |
2 tot 3 | 119 euro |
1 tot 2 | 127 euro |
0 tot 1 | 135 euro |
d. Premieontwikkeling
De bijzondere voorwaarden vermelden de impact op de premie voor de basiswaarborg Burgerlijke Aansprakelijkheid volgens het hierboven beschreven verplaatsingsmechanisme.
e. Verbetering van het aantal schadevrije jaren
Als blijkt dat het aantal schadevrije jaren van een verzekeringnemer verkeerd bepaald of gewijzigd werd, wordt het juiste aantal schadevrije jaren bepaald en worden de premieverschillen die eruit voortvloeien, respectievelijk aan de verzekeringnemer terugbetaald of door de verzekeraar opgeëist. Het door de verzekeraar terugbetaalde bedrag wordt verhoogd met de wettelijke interest als de verbetering meer dan een jaar na de toekenning van het verkeerde aantal schadevrije jaren gebeurd is.
Die intrest loopt vanaf het ogenblik dat het verkeerde aantal schadevrije jaren werd toegepast.
f. Verandering van voertuig
De verandering van voertuig heeft geen enkele invloed op het aantal schadevrije jaren.
g. Opnieuw van kracht worden
Als een geschorste overeenkomst opnieuw van kracht wordt, blijft het op het ogenblik van de schorsing bereikte aantal schadevrije jaren van toepassing.
h. Verandering van verzekeraar
Als de verzekeringnemer, voor het sluiten van de overeenkomst, door een andere verzekeraar verzekerd werd met toepassing van een a posteriori personalisatie- stelsel, is hij verplicht aan de verzekeraar de schadegevallen aan te geven die voorgekomen zijn sinds de datum van het door de andere verzekeraar afgeleverde attest tot op de aanvangsdatum van de overeenkomst.
i. Voordien in een ander land van de Europese Economische Ruimte onderschreven overeenkomst
Als de overeenkomst onderschreven wordt door een persoon die in de loop van de laatste 5 jaar al een overeenkomst onderschreven had overeenkomstig de wetgeving van een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte, dan wordt het aantal schadevrije jaren bepaald waarbij rekening gehouden wordt, voor de laatste 5 verzekeringsjaren voorafgaand aan de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst, met het aantal schadegevallen per verzekeringsjaar waarvoor de buitenlandse verzekeraar schadevergoedingen ten voordele van de benadeelden heeft betaald of zal moeten betalen. De verzekeringnemer dient de nodige bewijsstukken voor te leggen.
Vergoeding van bepaalde slachtoffers van verkeersongevallen
1. Bij een verkeersongeval waarbij het verzekerde motorrijtuig betrokken is, wordt conform artikel 50, met uitzondering van de stoffelijke schade, alle schade veroorzaakt aan elk verkeersslachtoffer of aan zijn rechthebbenden en voortvloeiend uit lichamelijke letsels of het overlijden, vergoed door de verzekeraar, overeenkomstig artikel 29bis van de wet van 21 november 1989 met betrekking tot het stelsel van de automatische vergoeding van de schade geleden door zwakke weg- gebruikers en passagiers van motorrijtuigen. Kledijschade wordt evenwel ook vergoed overeenkomstig hetzelfde artikel. Schade aan functionele prothesen wordt beschouwd als lichamelijke schade.
Onder functionele prothesen wordt begrepen de door het slachtoffer gebruikte middelen om lichamelijke gebreken te compenseren. Slachtoffers ouder dan 14 jaar die het ongeval en zijn gevolgen hebben gewild, kunnen zich niet beroepen op de bepalingen vermeld in de eerste paragraaf. De vergoedingsplicht wordt uitgevoerd overeenkomstig de wettelijke bepalingen betreffende de aansprakelijkheidsverzekering in het algemeen en de aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen in het bijzonder, voor zover daarvan in dit hoofdstuk niet wordt afgeweken.
2. De bestuurder van een motorrijtuig en zijn rechthebbenden kunnen zich niet beroepen op de bepalingen van dit hoofdstuk, tenzij de bestuurder optreedt als rechthebbende van een slachtoffer dat geen bestuurder was en op voorwaarde dat hij de schade niet opzet-telijk heeft veroorzaakt.
3. Voor de toepassing van dit hoofdstuk moet onder motorrijtuig worden verstaan ieder motorrijtuig met uitzondering van rolstoelen met een eigen aandrijving die door gehandicapten in het verkeer kunnen worden gebracht.
4. Alle hoofdstukken van de overeenkomst zijn van toepassing, behalve de artikelen artikel 34
§2, artikelen 38 tot 41, artikel 43 §2 en §5, artikel 57 en artikelen 59 tot 61. De verzekeraar heeft een recht van verhaal voor de gevallen die in artikel 18 §3, artikel 47 § 2 en, wat de aan de vervoerde personen uitgekeerde vergoedingen betreft, in 47 §1, 3° en 4° bedoeld zijn. Zij beschikt eveneens over een recht van verhaal in alle andere in artikel 3 §2, artikel 4 §4, artikel 6 §5, artikel 18 §3, en artikelen 45 tot 48 bedoelde gevallen, maar alleen wanneer zij op basis van de burgerlijke aansprakelijkheidsregels de aansprakelijkheid van een verzekerde aantoont, en dat in de mate dat de verzekerde aansprakelijk is. Voor de toepassing van de bepalingen van artikel 65 (Premievaststelling) wordt de betaling die in uitvoering van artikel
66.1 is gedaan, niet beschouwd als een schadegeval dat aanleiding geeft tot een stijging van de premie, op grond van de regels van de burgerlijke aansprakelijkheid, als geen enkele verzekerde aansprakelijk is. De verzekeraar moet de aansprakelijkheid van de verzekerde bewijzen.
5. Voor de toepassing van dit hoofdstuk en in afwijking van artikel 32 §1 en §2, berust de verplichting tot schadeaangifte bij de verzekeringnemer, ook al zou hij niet aansprakelijk kunnen worden gesteld, voor zover hij van het voorgevallen schadegeval kennis had.
Definitie van terrorisme
Onder terrorisme wordt verstaan: een clandestien georganiseerde actie of dreiging van actie met ideologische, politieke, etnische of religieuze bedoelingen, individueel of door een groep uitgevoerd, waarbij geweld wordt gepleegd op personen of waarbij de economische waarde van een materieel of immaterieel goed geheel of gedeeltelijk wordt vernield, ofwel om indruk te maken op het publiek, een klimaat van onveiligheid te scheppen of de overheid onder druk te zetten, ofwel om het verkeer of de normale werking van een dienst of een onderneming te belemmeren.
NN Non-life dekt de schade veroorzaakt door terrorisme. NN Non-life is hiertoe lid van de vzw TRIP (Terrorism Reinsurance and Insurance Pool). Overeenkomstig de wet van 1 april 2007 betreffende de verzekering tegen schade veroorzaakt door terrorisme, die in werking getreden is op 1 mei 2008, wordt de uitvoering van alle verbintenissen van alle verzekeringsondernemingen die lid zijn van de vzw, beperkt tot 1 miljard euro per kalenderjaar voor de schade veroorzaakt door alle gebeurtenissen erkend als terrorisme voorgevallen tijdens dat kalenderjaar. Dit bedrag wordt elk jaar aangepast op 1 januari volgens de ontwikkeling van het indexcijfer der consumptieprijzen, met als basis het indexcijfer van december 2005. Xxxxxxx xxx xxxxxxxxxx of reglementaire wijziging van dit basisbedrag, zal het gewijzigde bedrag automatisch van toepassing zijn vanaf de eerstvolgende vervaldag na de wijziging, tenzij de wetgever uitdrukkelijk in een andere overgangsregel voorziet.
Overeenkomstig voornoemde wet van 1 april 2007 beslist het Comité of een gebeurtenis beantwoordt aan de definitie van terrorisme. Opdat het bedrag genoemd in dit artikel niet zou worden overschrijden, bepaalt dit Comité ten laatste 6 maanden na de gebeurtenis het percentage van de schadevergoeding dat door NN Non-life ingevolge de gebeurtenis dient te worden vergoed. Het Comité kan dat percentage herzien. Ten laatste op 31 december van het derde jaar volgend op het jaar van de gebeurtenis neemt het Comité een definitieve beslissing omtrent het uit te betalen percentage van schadevergoeding.
De verzekerde of de begunstigde(n) kan tegenover NN Non-life pas aanspraak maken op de schadevergoeding nadat het Comité het percentage heeft vastgesteld.
NN Non-life betaalt het verzekerde bedrag uit, overeenkomstig het percentage vastgesteld door het Comité. In afwijking van het voorgaande zal NN Non-life, indien bij koninklijk besluit een ander percentage wordt vastgesteld, overeenkomstig dit percentage uitbetalen.
Indien het Comité het percentage verlaagt, zal de verlaging van de schadevergoeding niet gelden voor de reeds uitgekeerde schadevergoedingen, noch voor de nog uit te keren schadevergoedingen waarvoor NN Non-life reeds een beslissing aan de verzekerde of de begunstigde(n) heeft meegedeeld. Indien het Comité het percentage verhoogt, geldt de verhoging van de schadevergoeding voor alle aangegeven schadegevallen voortvloeiend uit de gebeurtenis erkend als terrorisme.
NN Non-life dekt nooit de schade veroorzaakt door wapens of tuigen die bestemd zijn om te ontploffen door de structuurwijziging van de atoomkern.
B. Aanvullende basiswaarborgen
De aanvullende basiswaarborgen zijn pas verworven als de verzekeringnemer de formule Burgerlijke Aansprakelijkheid + Omnium of Burgerlijke Aansprakelijkheid + Mini-Omnium onderschreven heeft en ze uitdrukkelijk vermeld zijn in de bijzondere voorwaarden.
Waaruit bestaan de aanvullende basiswaarborgen?
1. Gemeenschappelijke bepalingen
Deze bepalingen zijn zowel op de aanvullende basiswaarborg Omnium als op de aanvullende basiswaarborg Mini-Omnium van toepassing.
2. Wat is verzekerd bij Mini-Omnium?
Hier worden de deelwaarborgen opgesomd die samen de Mini-Omnium vormen. Elke deelwaarborg wordt afzonderlijk beschreven in hoofdstuk B.4 “Beschrijving van de aanvullende basiswaarborgen”.
3. Wat is verzekerd bij Omnium?
Hier worden de deelwaarborgen opgesomd die samen de Omnium vormen. Elke deel- waarborg wordt afzonderlijk beschreven in hoofdstuk B.4 “Beschrijving van de aanvullende basiswaarborgen”.
4. Beschrijving van de deelwaarborgen
In hoofdstuk B.4 wordt voor elk van de deelwaarborgen een volledige beschrijving van de dekking en van de uitsluitingen gegeven.
B1. Gemeenschappelijke bepalingen
De voorwaarden van de aanvullende basiswaarborgen vallen onder het toepassingsgebied van de Wet betreffende de verzekeringen van 4 april 2014.
Op deze aanvullende basiswaarborgen zijn van toepassing:
de voorwaarden vervat in artikel 2, artikel 12, artikel 14 artikelen 16 tot 21, artikel 30, artikel 32 §1
en §2, artikel 37 en artikel 65 van de basiswaarborg Burgerlijke Aansprakelijkheid.”
Waar is de verzekering geldig?
De aanvullende basiswaarborgen zijn verworven in de landen vermeld op de groene kaart van het verzekerde voertuig of in de landen vermeld in artikelen 38 tot 40 en artikelen 60 tot 61 van de basiswaarborg Burgerlijke Aansprakelijkheid.
1. De verzekerde: iedere natuurlijke en rechtspersoon die door de overeenkomst gedekt is tegen vermogenschade.
2. De begunstigde: de eigenaar van het voertuig.
3. Het verzekerde voertuig: is het in de bijzondere voorwaarden omschreven voertuig met inbegrip van het aangegeven toebehoren. Wanneer het in de bijzondere voorwaarden omschreven voertuig tijdelijk onbruikbaar is: voor een overeengekomen periode van maximaal 30 dagen en mits de verzekeraar voorafgaandelijk toestemming geeft, het tijdelijke vervangingsvoertuig. De vergoeding voor het tijdelijke vervangingsvoertuig wordt altijd bepaald op basis van de werkelijke waarde zoals omschreven in artikel 3.8.b en is begrensd tot de waarde vóór ongeval van het in de bijzondere voorwaarden omschreven voertuig op het ogenblik van het schadegeval. Die waarborg is niet van toepassing als het vervangingsvoertuig bestuurd wordt door een andere persoon dan de verzekeringnemer, de gebruikelijke bestuurder of personen die bij hen inwonen.
4. Toebehoren: uitrusting die niet standaard door de fabrikant wordt meegeleverd en onlosmakelijk deel uitmaakt van het in de bijzondere voorwaarden omschreven voertuig. De uitrusting is op een definitieve manier gemonteerd en kan niet onafhankelijk van het voertuig gebruikt worden.
5. De aan te geven waarden
a. de cataloguswaarde van het in de bijzondere voorwaarden omschreven motorrijtuig bij de eerste inverkeerstelling inclusief de uitrusting die door de fabrikant standaard wordt meegeleverd, de btw en biv niet inbegrepen en zonder rekening te houden met eventuele verleende kortingen.
b. de cataloguswaarde van het toebehoren voor zover het totaalbedrag van het mee te verzekeren toebehoren de cataloguswaarde van 1.500 euro te boven gaat (btw niet inbegrepen en zonder rekening te houden met eventuele verleende kortingen). Het totaalbedrag aan toebehoren tot 1.500 euro is gratis meeverzekerd. In de gratis dekking is ook het toebehoren inbegrepen dat is aangebracht na het afsluiten van de huidige overeenkomst.
c. de cataloguswaarde van de antidiefstal-installatie moet niet aangegeven worden aangezien ze ook gratis verzekerd wordt.
6. Onderverzekering: er is onderverzekering als de aangegeven waarde bij artikel 3.5.a kleiner is dan de daar aan te geven waarde; zij leidt tot toepassing van de evenredigheidsregel.
7. Evenredigheidsregel: de vermindering van de vergoedingen volgens de verhouding tussen de aangegeven waarde en de aan te geven waarde. De regel wordt toegepast wanneer er sprake is van onderverzekering.
8. De waarde vóór ongeval: de basis voor het berekenen van de vergoeding in geval van totaal verlies van het voertuig of in geval van vernieling van het toebehoren. De waarde vóór ongeval wordt als volgt berekend:
a. Aangenomen waarde
Als het ongeval vóór de 61e maand na de eerste inverkeerstelling plaatsvindt, wordt de waarde vóór ongeval vastgesteld op basis van de aangenomen waarde van het verzekerde voertuig. De aangenomen waarde is de aan te geven waarde van het verzekerde voertuig vermeerderd met de cataloguswaarde voor het toebehoren, in zoverre correct verzekerd overeenkomstig artikel 3.5.b en rekening houdend met de volgende waardevermindering:
• tijdens de eerste 24 maanden na de inverkeerstelling wordt geen waarde
vermindering toegepast;
• na de 24e maand geldt een afschrijving van 1,1% per maand, te rekenen vanaf de 13e maand na de eerste inverkeerstelling tot de dag van het ongeval.
De toegepaste waardevermindering voor het toebehoren, al dan niet gelijktijdig aangekocht met het omschreven motorrijtuig, is identiek aan deze toegepast voor het omschreven motorrijtuig.
Voor voertuigen die met een commerciële plaat (handelaars- of proefrittenplaat) gereden hebben voor de eerste inverkeerstelling, zoals directie- of demonstratie- voertuigen, wordt de vermindering toegepast vanaf de 7e maand na de eerste inverkeerstelling tot de dag van het ongeval.
b. Werkelijke waarde
Als het ongeval vanaf de 61e maand na de eerste inverkeerstelling plaatsvindt, wordt de waarde vóór ongeval vastgesteld op basis van de werkelijke waarde van het verzekerde voertuig inclusief het toebehoren. Dat is de waarde (exclusief btw) van het verzekerde voertuig de dag van het ongeval, bepaald door de expert(en), met als maximum de aan te geven waarde. Wanneer de waarde vóór ongeval van het verzekerde voertuig
berekend volgens artikel 3.8.a kleiner is dan de waarde vóór ongeval berekend volgens artikel 3.8.b, wordt de laatste gebruikt voor het berekenen van de vergoeding.
9. Berekening van de vergoeding
a. Vergoeding bij gedeeltelijke schade
De verzekeraar betaalt de werkellingskosten, vermeerderd met de daarop verschuldigde en niet-terugvorderbare btw. In geval van onderverzekering zal de evenredigheidsregel toegepast worden. Dat bedrag wordt verminderd met de in de bijzondere voorwaarden vermelde vrijstelling.
b. Vergoeding bij totaal verlies
Bij totaal verlies betaalt de verzekeraar de waarde vóór ongeval zoals beschreven in art. 3.8. Als de waarde wordt bepaald conform artikel 3.8.a dan worden de herstellingskosten (exclusief btw) van voorafbestaande niet-herstelde schade aan het verzekerde voertuig afgetrokken. Het verkregen bedrag wordt betaald, vermeerderd met:
• de btw op dat bedrag, berekend volgens het stelsel dat van toepassing was bij aankoop van het verzekerde voertuig en in de mate dat ze niet terugvorderbaar is. Het BTW-bedrag kan nooit meer bedragen dan de bij aankoop betaalde BTW vermeld op de aankoopfactuur van het omschreven motorrijtuig of het toebehoren. Werd het voertuig aangekocht met toepassing van het belastingstelsel op de winstmarge, dan wordt de bij aankoop betaalde BTW forfaitair vastgesteld op 3,15 %, nl. 21 % op een winstmarge van 15 %.
• de vergoeding voor de biv die betaald werd bij aankoop van het verzekerde voertuig, berekend volgens de formule:
𝑏𝑖𝑣 𝑏𝑖𝑗 𝑎𝑎𝑛𝑘𝑜𝑜𝑝 × 𝑤𝑎𝑎𝑟𝑑𝑒 𝑣óó𝑟 𝑜𝑛𝑔𝑒𝑣𝑎𝑙
𝑎𝑎𝑛 𝑡𝑒 𝑔𝑒𝑣𝑒𝑛 𝑤𝑎𝑎𝑟𝑑𝑒
Daarop wordt de evenredigheidsregel toegepast in geval van onderverzekering. Dat bedrag wordt verminderd met:
• de waarde van het wrak, wanneer de verzekerde geen afstand doet van de opbrengst van de verkoop van het wrak in het voordeel van de verzekeraar;
• de franchise.
Wanneer is er sprake van totaal verlies?
Technisch totaal verlies:
Wanneer de herstelling van de schade technisch niet verantwoord is.
Economisch totaal verlies:
Wanneer de herstellingskosten exclusief btw hoger oplopen dan de waarde vóór ongeval van het verzekerde voertuig in werkelijke waarde, exclusief taksen, onder aftrek van de waarde van het wrak.
De 2/3 regel:
De verzekerde kan bovendien opteren voor totaal verlies als de
herstellingskosten gelijk zijn of hoger dan twee derde van de werkelijke waarde van het voertuig.
Bij diefstal:
• wanneer het gestolen voertuig niet binnen 15 dagen wordt teruggevonden;
• wanneer het gestolen voertuig binnen 15 dagen wordt teruggevonden, op voorwaarde dat het niet binnen 30 dagen ter beschikking wordt gesteld van de verzekeringnemer verzekerd in België.
De termijnen worden berekend vanaf de dag van ontvangst van de diefstalaangifte bij de verzekeraar en de bevoegde instanties. Onder “terbeschikkingstelling” wordt de vrijgave van het gestolen voertuig door de bevoegde instanties bedoeld.
Wat zijn de waarborguitbreidingen?
Bij een gedekt schadegeval gelden de volgende waarborguitbreidingen:
1. De verzekeraar vergoedt bovendien:
• de kosten die gepaard gaan met de aanvraag van de vervanging van een reeds bestaande nummerplaat;
• ten belope van maximaal 1.500 euro voor de totaliteit van de onderstaande uitbreidingen, exclusief btw:
• sleep- en repatriëringskosten van het voertuig, voor zover het niet rijvaardig is;
• de tijdelijke berging gedurende maximaal 30 dagen;
• de kosten voor het demonteren van het voertuig als de expert het nodig acht;
• de kosten voor het opmaken van een bestek na demontage;
• de kosten aangerekend door de auto- mobielinspectie als het verzekerde voertuig na herstelling moet worden gekeurd.
2. De dringende herstelling
Als er een dringende reden is tot herstelling van het verzekerde voertuig, mag de verzekerde ze, zonder voorafgaande toestemming van de verzekeraar, laten uitvoeren op voorwaarde dat het bedrag van de herstelling, exclusief btw, de 1.500 euro niet overschrijdt en de uitgaven door een factuur worden gestaafd.
3. De verzekeraar vergoedt ook de kosten die redelijkerwijs gemaakt worden om een dreigend schadegeval te voorkomen of de gevolgen te beperken zoals blussings- en reddings-kosten. De verzekeraar vergoedt eveneens de kosten voor het reinigen en herstellen van de binnenbekleding van het voertuig en de kledij van inzittenden en bestuurder, als ze het gevolg zijn van het kosteloze en toevallige vervoer van personen die dringend medische hulp nodig hebben.
Wat is niet verzekerd?
Er is uitsluiting van dekking:
1. als de dekking van de overeenkomst geschorst is wegens niet-betaling van de premie;
2. in geval van opzettelijk verzwijgen of opzettelijk onjuist meedelen van gegevens betreffende het risico zowel bij het sluiten als in de loop van de overeenkomst. In geval van onopzettelijk verzwijgen of onopzettelijk onjuist meedelen van gegevens betreffende het risico - zowel bij het sluiten als in de loop van de overeenkomst - die aan de verzekeringnemer kunnen verweten worden, wordt het bedrag van de tussenkomst beperkt volgens de verhouding tussen de betaalde premie en de premie die de verzekeringnemer zou hebben moeten betalen als hij het risico naar behoren had meegedeeld. Als de verzekeraar bij een schadegeval het bewijs levert dat hij het risico in geen geval zou hebben verzekerd, beperkt zijn tussenkomst zich tot het terugbetalen van de gestorte premies;
3. als het schadegeval opzettelijk veroorzaakt is door de verzekeringnemer, de eigenaar, de houder, de bestuurder of de vervoerde personen of hun gezinsleden;
4. als het schadegeval het gevolg is van een van de volgende gevallen van grove schuld:
• rijden in staat van strafbare alcoholintoxicatie;
• rijden in staat van dronkenschap of in een gelijkaardige toestand die het gevolg is van het gebruik van producten andere dan alcoholische dranken;
• klaarblijkelijk slecht onderhoud of niet tijdig vervangen van essentiële onderdelen;
5. als het verzekerde voertuig, dat onderworpen is aan de Belgische reglementering op de technische controle, op het ogenblik van het schadegeval niet of niet meer voorzien is van een geldig keuringsbewijs, behalve als het schadegeval zich voordoet tijdens het normale traject naar de keuring of als men in geval van afgifte van een bewijs met de vermelding “verboden tot het verkeer” zich van het keuringstation naar zijn woonplaats en/of naar de hersteller begeeft en na de herstelling naar het keuringstation rijdt;
6. als het schadegeval zich voordoet tijdens de oefening voor of de deelname aan een snelheids-, regelmatigheids- of behendigheidsrit of -wedstrijd. Xxxxxx toeristische rondritten vallen niet onder deze uitsluiting;
7. als het schadegeval zich voordoet ter gelegenheid van weddenschappen of uitdagingen;
8. als op het ogenblik van het schadegeval het rijtuig bestuurd wordt door een persoon die niet voldoet aan de voorwaarden die de Belgische wet en reglementen voorschrijven om dat voertuig te besturen;
9. als het schadegeval voortvloeit uit oorlog, burgeroorlog of gelijkaardige feiten. Als die feiten zich voordoen in het buitenland en als het voertuig zich bij de aanvang van die feiten in dat land bevindt, blijft de dekking verworven gedurende een periode van maximaal 15 dagen;
10. als het schadegeval voortvloeit uit staking, oproer of gewelddaden van collectieve inspiratie, en de verzekeraar bewijst dat de verzekerde actief aan die gebeurtenissen heeft deelgenomen;
11. als het schadegeval te wijten is aan oorzaken van radioactieve aard;
12. als het voertuig verhuurd of geleased wordt aan personen die niet in de overeenkomst vermeld zijn;
13. als het voertuig opgeëist wordt
14. als de schade het rechtstreeks of onrechtstreeks gevolg is van een daad van terrorisme. Onder terrorisme wordt verstaan een clandestien georganiseerde actie of dreiging van actie met
ideologische, politieke, etnische of religieuze bedoelingen, individueel of door een groep uitgevoerd, waarbij geweld wordt gepleegd op personen of de economische waarde van een materieel of immaterieel goed geheel of gedeeltelijk wordt vernield, ofwel om indruk te maken op het publiek, een klimaat van onveiligheid te scheppen of waarbij de overheid onder druk te zetten, ofwel om het verkeer of de normale werking van een dienst of een onderneming te belemmeren.
In de gevallen bedoeld in artikelen 5.3, 4, 6, 7 en 8 wordt de dekking evenwel verleend aan de verzekeringnemer:
• voor zover de verzekeringnemer een natuurlijk persoon is: als de feiten gebeurden in afwezigheid en zonder medeweten van noch de verzekeringnemer noch de gebruikelijke bestuurder van het verzekerde voertuig, noch een inwonend gezinslid van die personen.
• voor zover de verzekeringnemer een rechtspersoon is: als de feiten gebeurden in afwezigheid en zonder medeweten van:
– noch de vennoten, zaakvoerders, beheerders of commissarissen van de verzekeringnemer;
– noch de gebruikelijke bestuurder van het verzekerde voertuig of een inwonend gezinslid.
15. voor de retributie voor het aanvragen van een gepersonaliseerd opschrift van de kentekenplaat die een gewone nummerplaat vervangt.
Is er indeplaatsstelling?
De indeplaatsstelling (of subrogatie) betekent dat de verzekeraar, zodra hij de vergoeding heeft betaald, tot het bedrag van die vergoeding, in de rechten en rechtsvorderingen treedt van de verzekerde of de begunstigde tegen de voor de schade aansprakelijke derde. Nochtans kan geen terugbetaling geëist worden van de verzekeringnemer, eigenaar, houder of toegelaten bestuurder van het voertuig, van diens bloed- en aanverwanten in rechte lijn, de personen die met hem samenwonen, en zijn huispersoneel behalve in de gevallen bepaald in artikelen 5.3, 4, 6, 7 en 8 of voor zover de aansprakelijkheid daadwerkelijk door de verzekeringsovereenkomst is gedekt. Deze afstand van verhaal mag niet ingeroepen worden door garagehouders, sleepdiensten of herstellers aan wie het voertuig om welke reden ook werd toevertrouwd.
Hoe wordt de schade vastgesteld?
Bij gedekt schadegeval zal de verzekeraar de schade door zijn expert laten vaststellen.
In geval van glasbreuk van voorruiten dient de schade te worden vastgesteld bij expertise, tenzij de herstelling/vervanging gebeurt door een door de verzekeraar erkende hersteller.
In geval van onenigheid aangaande het bedrag van de schade, zal dat bij tegensprekelijke schatting worden vastgesteld door twee experten, de ene aangesteld door de verzekeringnemer, de andere door de verzekeraar. Als de experten het niet eens worden, dan kiezen zij een derde expert. Als de twee experten het niet eens worden over de keuze van een derde expert, dan wordt hij op verzoek van de meest gerede partij door de rechtbank van de woonplaats van de verzekeringnemer aangesteld. Elke partij draagt de kosten en erelonen van haar expert. Die van de derde expert worden door elk voor de helft gedragen. De experten zijn ontslagen van alle gerechtelijke formaliteiten.
Wat is de duurtijd van het contract?
De overeenkomst voor de aanvullende basis-waarborgen wordt afgesloten voor een duurtijd van één jaar. Op het einde van de verzekerings-periode wordt de overeenkomst stilzwijgend van jaar tot jaar
vernieuwd, tenzij zij door een van de partijen ten minste 3 maanden voor het verstrijken van de lopende periode werd opgezegd. In geval van overdracht onder levenden van het verzekerde voertuig wordt de waarborg geschorst vanaf het tijdstip van de overdracht en wordt de niet- verbruikte premie terugbetaald.
B2. Wat is verzekerd bij Mini-Omnium?
De verzekeraar verbindt zich ertoe, tegen premiebetaling en binnen de perken van dit contract, de eigenaar van het verzekerde voertuig te vergoeden bij schade aan zijn voertuig ten gevolge van een gedekt schadegeval.
De volgende schadegevallen zijn gedekt:
• de schade aan het verzekerde voertuig ingevolge brand (deelwaarborg Brand);
• de verdwijning of beschadiging van het verzekerde voertuig ingevolge diefstal of een poging tot diefstal (deelwaarborg Diefstal);
• de schade aan de ruiten van het verzekerde voertuig (deelwaarborg Glasbreuk);
• de schade aan het verzekerde voertuig die het gevolg is van direct contact met dieren of van natuurrampen (deelwaarborg Schade door dieren en natuurrampen).
Een volledige beschrijving van de dekkingen en uitsluitingen van elke deelwaarborg vindt u onder hoofdstuk B4. “Beschrijving van de deelwaarborgen”.
B3. Wat is verzekerd bij Omnium?
De verzekeraar verbindt zich ertoe, tegen premiebetaling en binnen de perken van dit contract, de eigenaar van het verzekerde voertuig te vergoeden bij schade aan zijn voertuig ten gevolge van een gedekt schadegeval.
De volgende schadegevallen zijn gedekt:
• de schade aan het verzekerde voertuig ingevolge brand (deelwaarborg Brand);
• de verdwijning of beschadiging van het verzekerde voertuig ingevolge diefstal of een poging tot diefstal (deelwaarborg Diefstal);
• de schade aan de ruiten van het verzekerde voertuig (deelwaarborg Glasbreuk);
• de schade aan het verzekerde voertuig die het gevolg is van direct contact met dieren of van natuurrampen (deelwaarborg Schade door dieren en natuurrampen);
• de eigen schade aan het verzekerde voertuig (deelwaarborg Eigen schade).
• Een volledige beschrijving van de dekkingen en uitsluitingen van elke deelwaarborg vindt u
onder hoofdstuk B4. “Beschrijving van de deel-waarborgen”.
B4. Beschrijving van de deelwaarborgen
Wat is verzekerd?
De verzekeraar dekt het verzekerde voertuig tegen de beschadiging of vernieling door brand, ontploffing, kortsluiting en blikseminslag, evenals de kosten voor het blussen en het redden van het voertuig. De schade die veroorzaakt of vergroot wordt door laden, lossen of vervoer van gemakkelijk ontvlambare, ontplofbare of bijtende stoffen of voorwerpen, is slechts gewaarborgd als dat vervoer gebeurt voor privédoeleinden.
Wat is niet verzekerd?
De schroeischade zonder brand of ontploffing;
• de schade aan banden, tenzij ontstaan samen met andere gedekte schade;
• de brand na diefstal; die komt echter wel in aanmerking binnen de deelwaarborg Diefstal voor zover de deelwaarborg is verworven.
Wat is verzekerd?
De verzekeraar dekt het verzekerde voertuig tegen verdwijning of beschadiging ten gevolge van diefstal of poging tot diefstal van het verzekerde voertuig, met inbegrip van:
• carjacking;
• homejacking;
• vandalisme, gepaard gaande met diefstal of poging tot diefstal van het verzekerde voertuig.
Bovendien vergoedt de verzekeraar in geval van diefstal van de sleutel(s) en/of (keyless) afstandsbedieningen van het voertuig en voor zover de verzekeringnemer/verzekerde binnen 24 uur klacht heeft ingediend bij de bevoegde overheid:
• de kosten voor het vervangen van de sloten / (keyless) afstandsbedieningen;
• de kosten voor het herprogrammeren van het vergrendelingssysteem;
Zijn eveneens gedekt tot beloop van 500 euro: Niet onlosmakelijk deel uitmakend toebehoren voor zover het verzekerde voertuig zich in een gesloten garage bevindt en er in de garage werd ingebroken. Deze dekking geldt onder dezelfde voorwaarden voor persoonlijke voorwerpen die zich in het voertuig bevinden.
Wat is niet verzekerd?
• De schade ten gevolge van verduistering of misbruik van vertrouwen;
• De schade door diefstal of poging tot diefstal als:
- de dader(s) of de medeplichtige(n) verzekeringnemer(s) zijn of verblijvend zijn bij of aangestelden zijn door verzekeringnemer, eigenaar of houder van het voertuig;
- de deuren of de koffer niet op slot zijn, als het dak of het raam niet afgesloten is, als de sleutels en/of (keyless) afstandsbedieningen in of op het voertuig werden achtergelaten; tenzij het voertuig zich op het ogenblik van de feiten in een individuele afgesloten garage bevond;
- de sleutels en/of (keyless) afstandsbedieningen zichtbaar werden achtergelaten op een voor het publiek toegankelijke plaats;
- het in de bijzondere voorwaarden verplicht gestelde antidiefstalsysteem en/of na-dief- stalsysteem niet in werking was gesteld;
Hoe wordt de schade geregeld?
In geval van diefstal of van poging tot diefstal is de deelwaarborg Diefstal slechts verworven voor zover de verzekeringnemer/verzekerde binnen 24 uur nadat hij ervan in kennis werd gesteld, ter plaatse aangifte doet bij de bevoegde overheid. In geval van diefstal van het voertuig in het
buitenland moet de verzekeringnemer/verzekerde, zodra hij in België is teruggekeerd, eveneens aangifte doen bij de bevoegde Belgische overheid.
Als het gestolen voertuig niet teruggevonden wordt binnen 15 dagen of als het wel teruggevonden wordt binnen 15 dagen, maar niet in België ter beschikking staat van de verzekeringnemer/verzekerde binnen 30 dagen, te rekenen vanaf de dag van ontvangst van de diefstalaangifte bij de verzekeraar én de bevoegde overheden, betaalt de verzekeraar de vergoeding zoals vastgesteld in geval van totaal verlies.
Deze termijnen zijn niet van toepassing indien de begunstigde aan de verzekeraar de sleutels en/of (keyless) afstandsbedieningen van het voertuig niet kan overhandigen.
Bij diefstal zal slechts tot betaling overgegaan worden als de begunstigde aan de verzekeraar het gelijkvormigheidsattest en het inschrijvingsbewijs van het voertuig overhandigt. Bij gebreke daaraan dient een originele aangifte van onvrijwillig verlies van inschrijvingsbewijs en gelijkvormigheidsattest afgeleverd door de bevoegde overheden te worden overgemaakt. Als de verzekeringnemer/verzekerde niet alle door de verzekeraar gevraagde nuttige inlichtingen en documenten verschaft, worden de vermelde termijnen van 15 en 30 dagen geschorst. Tijdens een dergelijke schorsingsperiode vervalt het recht op een vervangwagen zoals vermeld in artikel 4 van de aanvullende basiswaarborg Service bij schade.
Als het gestolen voertuig teruggevonden wordt na de termijn van 15 dagen of als het teruggevonden wordt binnen de termijn van 15 dagen, maar niet in België ter beschikking stond van de verzekeringnemer/ verzekerde binnen de termijn van 30 dagen, kan de begunstigde het voertuig terugnemen mits terugbetaling van de ontvangen schadevergoeding verminderd met het bedrag van de gebeurlijke noodzakelijke herstellingskosten. Onder “terbeschikkingstelling” wordt het vrijgeven van het gestolen voertuig door de overheid verstaan.
Wat is verzekerd?
De verzekeraar dekt het verzekerde voertuig tegen het breken van voor-, zij- en achterruiten of het glas van zonne- en panoramadaken. Er is geen franchise als de herstelling of vervanging gebeurt bij een door de verzekeraar erkende hersteller. Er wordt een franchise van 70 euro toegepast bij een herstelling of vervanging bij een andere hersteller.
Deelwaarborg schade door dieren en natuurrampen
Wat is verzekerd?
De verzekeraar dekt het verzekerde voertuig tegen:
• contact met vogels en/of loslopende dieren, vastgesteld door expertise. De dekking geldt voor schade die het gevolg is van het direct contact met vogels en/of loslopende dieren, op plaatsen toegankelijk voor het publiek en mits binnen 48 uur bericht wordt gegeven aan de bevoegde overheid van de plaats van het schadegeval bij gebreke waaraan een vrijstelling van 500 euro van toepassing is.
• de schade die het gevolg is van de hiernavolgende natuurrampen (deze lijst is limitatief): neerstortende rotsen, neervallende stenen, grondverschuivingen, lawines, druk van een
sneeuwmassa, orkaan, storm met windsnel- heden van minstens 80 km/u, hagel, springvloed of overstroming, aardbeving.
Wat is niet verzekerd?
Schade door dieren aangebracht aan het interieur van het verzekerde voertuig.
Wat is gedekt?
De verzekeraar dekt het verzekerde voertuig tegen stoffelijke schade ten gevolge van:
• een ongeval, ook tijdens het vervoer van het voertuig, inclusief het op- en afladen ervan;
• kwade opzet en vandalisme;
• De schade aan het voertuig als rechtstreeks gevolg van het gebruik van een foutieve of vervuilde brandstof, ongeacht of dit foutieve gebruik de verzekerde verwijtbaar is. De verzekerde dient onmiddellijk na de vaststelling zijn voertuig tot stilstand te brengen teneinde de schade te beperken.
De in de bijzondere voorwaarden bepaalde franchise- wordt van de vergoeding afgetrokken. Een extra franchise van 250 euro wordt toegepast voor elke schade vallend onder deze deelwaarborg als op het moment van die schade het motorrijtuig werd bestuurd door een persoon jonger dan 23 jaar die niet de gebruikelijke bestuurder is.
Wat is niet gedekt?
De verzekeraar dekt niet de schade:
• aan de onderdelen van het voertuig ten gevolge van slijtage, van een mechanisch defect of van een constructiefout;
• veroorzaakt of verergerd door mechanische defecten;
• veroorzaakt of verergerd door de vervoerde voorwerpen of dieren, het opladen of afladen ervan, alsook door de overbelasting van het voertuig;
• die onder toepassing valt van de deelwaar- borgen Brand of Diefstal;
• aan banden, tenzij ontstaan samen met andere gedekte schade of ten gevolge van vandalisme;
• Schade veroorzaakt aan het voertuig wegens het gebruik van illegale brandstof;
• De kostprijs van de verkeerd gebruikte of vervuilde brandstof.
Artikel 3 Verplaatsingsmechanisme
De premie die u verschuldigd bent bij de onderschrijving voor uw waarborg Eigen Schade van de polis
wordt op de jaarlijkse vervaldag gewijzigd in functie van het aantal schadegevallen dat al of niet heeft plaatsgevonden in het afgelopen verzekeringsjaar. Het aantal schadevrije jaren wordt per geobserveerde verzekeringsperiode onvoorwaardelijk verhoogd met 1 jaar. Ieder schadegeval per geobserveerde verzekeringsperiode leidt op de eerstvolgende hoofdvervaldag tot een daling van het aantal schadevrije jaren met 5 jaar per schadegeval. Onder een schadegeval wordt verstaan:
Een schade in fout onder de basiswaarborg Burgerlijke Aansprakelijkheid. Een schadegeval waartoe de verzekeraar conform artikel 66 verplicht is de schade te vergoeden, heeft slechts invloed als de verzekerde aansprakelijk is voor het schadegeval;
Wat is Service bij schade?
Na een ongeval in België kan de verzekerde een beroep doen op de bijstandsverlening “Service bij schade”. Die dienst is 7 dagen per week en 24 uur per dag bereikbaar op het nummer
x00 0 000 00 00 van de NN Assistline.
Wanneer kan de verzekerde een beroep doen op de waarborg Service bij schade?
Als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
• de verzekerde heeft minstens een van de volgende basiswaarborgen verworven:
- Burgerlijke Aansprakelijkheid
- Mini-Omnium
- Omnium
• het betrokken voertuig is het verzekerde voertuig dat een personenwagen of een lichte vrachtwagen (MTG 3,5 ton) is;
• als het verzekerde voertuig betrokken is bij een ongeval in België;
• de verzekerde doet aangifte bij NN Assistline op het nummer x00 0 000 00 00.
Op welke diensten kan de verzekerde een beroep doen?
• Slepen van het verzekerde voertuig
Als het voertuig door een ongeval in België niet meer rijvaardig is, organiseert en betaalt de verzekeraar het slepen van het verzekerde voertuig naar een door NN erkende garage of naar een garage die door de verzekerde wordt aangeduid. Als de verzekeraar het slepen niet kon organiseren omdat de verzekerde in de onmogelijkheid verkeert contact met NN Assistline op te nemen (zoals interventie van de verbaliserende overheid of vervoer per ziekenwagen), vergoedt de verzekeraar toch de kosten van het slepen van het verzekerde voertuig op voorlegging van de factuur van de opgeroepen sleepdienst.
• Vervoer van inzittenden
De verzekeraar organiseert en betaalt het vervoer van de bestuurder en de passagiers naar hun woon- of werkplaats of naar hun oorspronkelijke bestemming in België.
• Verwittiging
De verzekeraar brengt, op vraag van de verzekerde, de naaste familieleden en de werkgever op de hoogte van het ongeval.
• Totaaldiefstal
Als de verzekerde de basiswaarborg Mini-Omnium of Omnium heeft verworven, zal de verzekeraar in geval van aangifte van totaal-diefstal van het verzekerde voertuig ingeschreven als personenwagen of lichte vrachtwagen (MTG 3,5 ton) een vervangwagen van
klasse A ter beschikking stellen bij de woonplaats van de verzekerde in België gedurende maximaal 30 dagen, te rekenen vanaf de dag van ontvangst van aangifte door de verzekeraar. De periode van terbeschikkingstelling van een vervang-wagen wordt in ieder geval beëindigd de dag wanneer er vergoed wordt in totaal verlies of wanneer het gestolen voertuig opnieuw ter beschikking staat van de verzekerde.
Welke voordelen worden toegekend wanneer de verzekerde een door NN erkende garage kiest?
• Als het verzekerde voertuig een personen- wagen of een lichte vrachtwagen (MTG 3,5 ton) is, dan kan de verzekerde kiezen de herstelling toe te vertrouwen aan een door NN erkende garage. De verzekerde heeft dan de volgende bijkomende voordelen:
• Bij herstel gratis vervangvoertuig tijdens de duurtijd van de herstelling
Wordt uw voertuig door een NN erkende garage hersteld, dan krijgt u gratis een vervangwagen van de klasse A ter beschikking gesteld, gedurende de volledige herstellingsduur.
• Bij schade waarbij het voertuig niet meer gebruikt kan worden geldt de Mobiliteitsgarantie; bij totaal verlies tot 12 (6 + 6) dagen vervangvoertuig
Als het verzekerde voertuig geïmmobiliseerd is door een ongeval in België, dan zal de verzekeraar onmiddellijk een vervangvoertuig van klasse A ter beschikking stellen aan de verzekerde, voor de duur van maximaal 6 kalenderdagen.
De periode van 6 kalenderdagen dient er voor om vast te stellen of het voertuig hersteld gaat worden, of dat er sprake is van totaal verlies. Bij herstel ontvangt de verzekerde een vervangvoertuig voor de volledige herstellingsduur, gerekend vanaf het moment dat er begonnen wordt met het herstel.
Bij totaal verlies, bevestigd door de door NN aangestelde expert, wordt naast de eerste 6 kalenderdagen nogmaals tot 6 kalenderdagen een vervangvoertuig ter beschikking gesteld: in totaal tot 12 dagen een vervangvoertuig.
• Afhalen en terugbrengen
Op eenvoudig verzoek wordt het beschadigde voertuig afgehaald en teruggebracht naar de woon- of werkplaats van de verzekerde.
• Afspraken
De verzekeraar regelt alle afspraken, ook die met de expert.
• Garantie
De verzekerde heeft minstens 2 jaar garantie op de herstelling.
Bovendien, als de verzekerde de basiswaarborgen Burgerlijke Aansprakelijkheid + Omnium of Burgerlijke Aansprakelijkheid + Mini-Omnium heeft verworven of als hij enkel de basiswaarborg Burgerlijke Aansprakelijkheid heeft verworven en het vaststaat dat de verzekeraar toepassing kan maken van de directe schaderegelingsovereenkomst “RDR”:
• Systeem derde betaler
Bij een gedekt schadegeval betaalt de verzekeraar het bedrag van de herstelling rechtstreeks aan de hersteller. De terugvorderbare btw en de verminderde franchise die van toepassing is, blijven ten laste van de verzekeringnemer.
Aanvullende voorwaarden terbeschikkingstelling vervangwagen
De terbeschikkingstelling van een vervangwagen is ondergeschikt aan de naleving van de voorwaarden en regels voorgeschreven door de verzekeraar en de firma die het voertuig levert. Die voorwaarden voor de verzekerde zijn:
• de verzekeraar onmiddellijk op de hoogte brengen als zijn voertuig bij diefstal teruggevonden is;
• zijn voertuig na herstelling zo vlug mogelijk weer in zijn bezit krijgen;
• de kosten voor brandstof, bijkomende verzekeringen, tol en de opgelopen boetes voor zijn rekening nemen.
• een waarborg ter beschikking stellen aan de verhuurfirma tijdens de duur van het gebruik van de vervangwagen.
De optionele waarborgen zijn pas verworven als ze uitdrukkelijk vermeld staan in de bijzondere voorwaarden.
Wat is het voorwerp van de verzekering?
In geval van een schadegeval met letsels, voortspruitend uit het gebruik van het motorrijtuig dat vermeld is in de bijzondere voorwaarden, waarborgt de verzekeraar aan de bestuurder of aan zijn rechthebbenden de betaling van de vergoedingen “Gemeen Recht” voor zijn lichamelijke schade onder aftrek van de hieronder vermelde tussenkomsten van derde betalers en binnen de grenzen bepaald in artikel 4. Bij uitbreiding wordt in dat contract gewaarborgd: het overlijden van de verzekerde ingevolge euthanasie toegepast wegens een zware en ongeneeslijke aandoening die het rechtstreekse gevolg is van een ongeval dat gewaarborgd is in dat contract. Het overlijden ingevolge euthanasie dat niet voldoet aan die voorwaarden valt buiten de waarborg.
Voor de toepassing van deze waarborg wordt verstaan onder:
Gemeen recht: de vergoedingen zullen vastgesteld worden op het tijdstip van het schadegeval volgens de regels van het gemeen recht, dat wil zeggen alsof de vergoedingen zouden verschuldigd zijn door een aansprakelijke derde.
Tussenkomsten van derde betalers die in mindering komen:
• de tussenkomsten voor gezondheidszorgen, verschuldigd door het ziekenfonds of door een verzekeraar;
• de vergoedingen voor primaire arbeidsongeschiktheid of voor invaliditeit, verschuldigd door het ziekenfonds;
• de vergoedingen verschuldigd door een verzekeraar arbeidsongevallen;
• de wettelijke overlevingspensioenen;
• elke andere betaling die de aard heeft van een schadevergoeding of van vervangingsinkom- sten en gedaan wordt door de werkgever of diens verzekeraar.
De tussenkomsten van derde betalers zullen slechts afgetrokken worden van de vergoedingen voor materiële lichamelijke schade;
de vergoedingen voor morele schade worden dus niet in aanmerking genomen voor die berekening.
Lichamelijk ongeval: ieder verkeersongeval, iedere diefstal of poging tot diefstal van het verzekerde rijtuig, met lichamelijke letsels of overlijden tot gevolg.
Bestuurder: de persoon die zich aan het stuur van het motorrijtuig bevindt, op voorwaarde dat hij zich op maximaal één meter van het motorrijtuig bevindt, blijft de waarborg verworven aan die persoon terwijl hij:
• instapt om plaats te nemen aan het stuur;
• zijn plaats aan het stuur verlaat;
• bagage in- of uitlaadt;
• onderweg herstellingen uitvoert.
Verzekerde rijtuig: het in de bijzondere voorwaarden omschreven rijtuig. De waarborg wordt uitgebreid naar een motorrijtuig van hetzelfde type dat niet toebehoort aan de verzekeringnemer of aan een inwonend familielid, dat voor hetzelfde doel gebruikt wordt als het omschreven rijtuig, als dat rijtuig gedurende een periode van maximaal 30 dagen het omschreven rijtuig vervangt dat tijdelijk of definitief onbruikbaar zou zijn (behalve in geval van overdracht van eigendom van het omschreven rijtuig). Voormelde periode begint op de dag zelf waarop het omschreven rijtuig onbruikbaar wordt.
Een voertuig toebehorend aan een derde dat men occasioneel bestuurt of een voertuig dat men
xxxxxxxxxxx bestuurt in het buitenland, met uitsluiting van huurauto’s, is ook gedekt.
Wie is de verzekerde?
Elke persoon, woonachtig en met zijn hoofd- verblijfplaats in België, die het motorrijtuig vermeld in de bijzondere voorwaarden, bestuurt. Is nochtans uitgesloten de bestuurder:
• aan wie het motorrijtuig werd toevertrouwd om er onderhoudswerken, herstellingswerken of andere aan uit te voeren;
• die niet voldoet aan de in België wettelijk vereiste voorwaarden om een motorrijtuig te besturen;
• die gebruikmaakt van het motorrijtuig zonder de toestemming van de eigenaar of van de houder.
Wie zijn de begunstigden?
• In geval van verwondingen: de verzekerde, bij uitsluiting van elke in de plaats gestelde partij.
• In geval van overlijden: de rechthebbenden die aanspraak kunnen maken op een vergoeding zijn de noch wettelijk, noch feitelijk gescheiden echtgeno(o)t(e), de persoon met wie de verzekerde wettelijk samenwoont, de kinderen en de ouders van de verzekerde bij uitsluiting van elke in de plaats gestelde partij.
Wat zijn de begrenzingen van de vergoedingen?
• In geval van tijdelijke ongeschiktheid blijft de eerste maand ongeschiktheid ten laste van de verzekerde.
• In geval van blijvende invaliditeit zal de vaststelling van de vergoeding geschieden rekening houdend met de fysiologische invaliditeit vastgesteld in België op basis van de officiële
Belgische schaal van invaliditeitsgraden, zonder bij de berekening rekening te houden met het hogere of lagere percentage van een eventuele economische arbeidsongeschiktheid.
• Nochtans zal voor invaliditeitsgraden tot en met 5% geen vergoeding worden toegekend; invaliditeitsgraden van 10% en meer zullen volledig vergoed worden; invaliditeitsgraden tussen 5% en 10% zullen vergoed worden volgens de formule: te vergoeden blijvende invaliditeit = (x% - 5%) × 2, waarbij x de vast- gestelde invaliditeitsgraad is.
• Telkens de vergoeding berekend wordt op basis van het inkomen uit arbeid, zal het in aanmerking te nemen inkomen datgene zijn van de laatste 12 maanden vóór het schadegeval. Er zal geen rekening gehouden worden met een eventuele muntontwaarding of indexering tussen het tijdstip van het schadegeval en de regeling.
• Bij niet-naleving van het verplicht dragen van de veiligheidsgordel zal de uit te keren vergoeding verminderd worden volgens de verhouding tussen de omvang van de schade die zou zijn opgelopen bij het dragen van de veiligheidsgordel en de thans werkelijk geleden schade.
• Het geheel van vergoedingen is beperkt tot 1.500.000 euro per schadegeval, intresten inbegrepen.
Wat is niet gedekt?
Uit de waarborg worden uitgesloten de door de opzettelijke daad of met de instemming van de verzekerde of van zijn rechthebbenden veroorzaakte schadegevallen. Tevens worden de volgende gevallen van grove schuld uitgesloten, namelijk schadegevallen:
a. gebeurd wanneer de bestuurder in staat van dronkenschap verkeerde, of in een staat van strafbare alcoholintoxicatie of in een vergelijkbare toestand veroorzaakt door het gebruik van andere producten dan alcoholische dranken;
b. gebeurd wanneer het omschreven rijtuig niet of niet meer voorzien is van een geldig keuringsbewijs, of niet meer voldoet aan de voorwaarden om een geldig keuringsbewijs te verkrijgen.
Tevens worden de volgende schadegevallen uitgesloten:
c. als het schadegeval voortvloeit uit oorlog, burgeroorlog of gelijkaardige feiten. Als die feiten zich voordoen in het buitenland en als het voertuig zich bij de aanvang van die feiten in dat land bevindt, blijft de dekking verworven gedurende een periode van maximaal 15 dagen;
d. als het schadegeval voortvloeit uit staking, oproer of gewelddaden van collectieve inspiratie en de verzekeraar bewijst dat de verzekerde actief aan die gebeurtenissen heeft deelgenomen;
e. wanneer het schadegeval voortvloeit uit aardbevingen, vulkanische uitbarstingen, vloedgolf of andere natuurrampen;
f. wanneer het schadegeval te wijten is aan oorzaken van nucleaire of radioactieve aard;
g. voor de schade veroorzaakt of mogelijk gemaakt door een risicoverzwarende fysieke toestand, zijnde diabetes, epilepsie of hartkwaal, of door een risicoverzwarende mentale toestand;
h. voor de schade veroorzaakt terwijl de verzekerde deelnam aan wedstrijden, snelheids-, uithoudings- en regelmatigheidscompetities of tijdens de training voor dergelijke competities. Toeristische rally’s blijven nochtans gedekt.
Is er indeplaatsstelling bij aansprakelijkheid van een derde?
De verzekeraar treedt van rechtswege in de rechten van de verzekerde of van zijn rechthebbenden ten belope van de betaalde bedragen en in de mate van de aansprakelijkheid van de derde. De betaalde vergoeding wordt beschouwd als één en ondeelbaar en als een globaal voorschot op een later verhaal. In geval van gedeelde aansprakelijkheid zal de verzekeraar zijn verhaal uitoefenen ten belope van het deel van zijn uitgaven dat overeenstemt met het deel van de aansprakelijkheid dat ten laste van de derde wordt gelegd.
Wat is de regelingsprocedure?
a. Tijdens de tijdelijke arbeidsongeschiktheid
Op voorwaarde dat de verzekerde zich ertoe verbindt aan de verzekeraar alle betaalde bedragen terug te betalen als zou blijken, na lezing van het strafrechtelijk dossier of na onderzoek, dat het schadegeval niet gedekt is, verbindt de verzekeraar zich ertoe een eerste voorschot te betalen binnen de twee weken die volgen op de ontvangst van de noodzakelijke medische en inkomstendocumenten. Het voorschot zal de schade dekken gedurende de reeds verlopen periode van tijdelijke arbeidsongeschiktheid, alsmede de waarschijnlijke schade voor een toekomstige periode van arbeidsongeschiktheid. Het voorschot zal eventueel hernieuwd worden. De betaling van die voorschotten en van de hieronder bepaalde vergoedingen kan slechts uitgesteld worden als omwille van ernstige elementen welbepaalde vermoedens bestaan die toelaten redelijkerwijze te twijfelen aan de verzekeringswaarborg.
b. Na de genezing of de consolidatie
Zodra men zal kunnen aannemen dat de genezing van de letsels of de consolidatie van de toestand van de verzekerde bereikt is, verbindt de verzekeraar zich ertoe een voorstel tot definitieve regeling te maken binnen de 2 maanden die volgen op de datum waarop hij op de hoogte gesteld is van de genezing of van de consolidatie. De verzekerde zal nochtans van tevoren aan de verzekeraar alle inlichtingen moeten overmaken om de omvang van de schade te bepalen.
In geval van weigering van het voorstel zal de verzekeraar samen met zijn verzekerde een andere mogelijkheid tot definitieve regeling zoeken. Te dien einde verbindt de verzekeraar zich ertoe binnen een termijn van 2 maanden na de mededeling van de weigering een nieuw voorschot te storten dat de voortzetting van de onderhandelingen met betrekking tot een definitieve regeling zal toelaten.
c. In geval van overlijden
Binnen de twee maanden die volgen op de datum waarop de verzekeraar in bezit zal gesteld zijn van de inlichtingen die toelaten de omvang van de schade te bepalen, verbindt de verzekeraar zich ertoe te werk te gaan op de wijze zoals bepaald onder artikel 7.b.
Dat alles op voorwaarde dat de rechthebbenden zich ertoe verbinden aan de verzekeraar alle betaalde bedragen terug te betalen als na de lezing van het strafrechtelijk dossier of na onderzoek zou blijken dat het ongeval niet gedekt is.
Is er medische expertise vereist?
Betwistingen over medische aangelegenheden kunnen mits wederzijdse instemming worden beslecht in een bindende minnelijke medische expertise. Beide partijen duiden elk een eigen geneesheer aan. Deze twee aangeduide geneesheren stellen samen een derde geneesheer aan. Elke partij zal de erelonen en kosten van zijn arts ten laste nemen; die van de derde geneesheer en van de gespecialiseerde onderzoeken zullen gelijk verdeeld worden.
Wat zijn de territoriale beperkingen?
De dekking wordt ook verleend voor een schade- geval dat zich heeft voorgedaan in een land van de Europese Unie, in de vorstendommen Andorra en Monaco, in Vaticaanstad, IJsland, Liechtenstein, Noorwegen, Xxx Xxxxxx, Xxxxxxxxxxx, Xxxxxxx, Xxxxxxx, Xxxxxxx, Xxxxxxxx Xxxxxxxxxx alsook in elk land dat door de Koning bepaald wordt krachtens artikel 3, § 1, van de wet van 21 november 1989.
Wat zijn de verplichtingen van verzekerde en rechthebbenden?
• Wanneer een minnelijke medische expertise nodig blijkt, zal de verzekeraar de eventuele aansprakelijke derde en zijn verzekeraar uitnodigen daaraan deel te nemen; de verzekerde kan zich niet verzetten tegen die deelneming.
• In geval van minnelijke medische expertise tussen de verzekerde en de derde, zijn verzekeraar of een andere partij en in geval van gerechtelijke expertise, verbindt de verzekerde zich ertoe de verzekeraar uit te nodigen de expertise te volgen en eraan deel te nemen.
• De verzekerde en zijn rechthebbenden verbinden zich ertoe de verzekeraar uit te nodigen deel te nemen aan de dading met de aansprakelijke derde of hem op de hoogte te houden van de procedure in geval van een rechtsgeding.
• De verzekerde of zijn rechthebbenden dienen de verzekeraar binnen 8 dagen op de hoogte te brengen van elk schadegeval, behoudens overmacht. Die aangifte dient vergezeld te zijn van een gedetailleerd medisch attest, afgeleverd door de arts die het slachtoffer verzorgd heeft. Een dodelijk schadegeval dient te worden aangegeven binnen 24 uur.
Daarbij heeft de verzekeraar het recht op zijn kosten een lijkschouwing te laten uitvoeren. Als daarvoor de toelating geweigerd wordt door gelijk wie, heeft de verzekeraar het recht zijn tussenkomst te beperken in verhouding tot het geleden nadeel, behalve bij bedrieglijk opzet waarbij hij de dekking weigert.
• Elke inlichting of elk attest met betrekking tot het verloop van de behandeling of op de gezondheidstoestand vóór en na het schadegeval dient te worden bezorgd binnen 8 dagen. Zodra zijn toestand het zal toelaten, is het slachtoffer gehouden elke oproep van de raadsgeneesheer van de verzekeraar te beantwoorden.
• Behalve in geval van overmacht zijn de verzekerde of de rechthebbenden die niet aan die verplichtingen zullen hebben voldaan, uitgesloten van alle waarborgen. Elke erkenning van aansprakelijkheid zonder toestemming van de verzekeraar ontslaat hem van zijn verplichtingen in de mate van het geleden nadeel. In beide gevallen zal de verzekeraar gerechtigd zijn de terugbetaling van de betaalde sommen te vorderen in verhouding met het geleden nadeel behalve bij bedrieglijk opzet waarbij hij automatisch het geheel kan terugvorderen.
Wanneer gaat de verzekering in?
De waarborg gaat in vanaf de datum vermeld in de bijzondere voorwaarden en op voorwaarde dat de eerste premie betaald werd, behalve wanneer uitdrukkelijk een voorlopige dekking verleend werd door de verzekeraar.
Welke andere bepalingen zijn van toepassing?
Artikel 2, artikel 14, artikel 16, artikelen 18 tot 22, artikelen 26 tot 30, artikel 37 en artikelen 67 tot 70 van de basiswaarborg Burgerlijke Aansprakelijkheid zijn van toepassing. Beide partijen kunnen deze optionele waarborg jaarlijks en afzonderlijk van de andere waarborgen opzeggen, per aangetekend schrijven uiterlijk 3 maanden vóór de vervaldag van de lopende periode.
Begripsbepaling
Voor de toepassing van deze waarborg wordt verstaan onder:
De verzekeringnemer: de persoon die de overeenkomst met de verzekeraar sluit.
De verzekerde:
• de verzekeringnemer;
• de familieleden van de verzekeringnemer, dit wil zeggen, de samenwonende echtgeno(o)t(e) of samenwonende levenspartner evenals alle personen die op hetzelfde adres als de verzekeringnemer wonen;
• de kinderen van de verzekeringnemer en de kinderen van de samenwonende echtgeno(o) t(e) of levenspartner wanneer zij niet meer met de verzekeringnemer samenwonen maar indien zij fiscaal ten laste of voor hun bestaansmiddelen afhankelijk zijn van de verzekering- nemer en/ of van de samenwonende echt- geno(o)te of levenspartner en/of ex-partner;
• de eigenaar, houder en de toegelaten bestuurder van het verzekerde motorrijtuig;
• de personen die op de voor het personenvervoer bestemde plaatsen vervoerd worden in het verzekerde motorrijtuig, voor zover het reglementair of contractueel aantal vervoerde personen niet overschreden wordt.
Het omschreven rijtuig: het in de bijzondere voorwaarden aangeduide motorrijtuig en ieder motorrijtuig, dat in toepassing van artikel 56 §1 tot §3 van de basiswaarborg Burgerlijke Aansprakelijkheid voorwerp kan uitmaken van die basiswaarborg.
Het gewaarborgde schadegeval: schade veroorzaakt tijdens het gebruik van het verzekerde motorrijtuig.
a. Enkel de verzekeringnemer en de personen die met hem in gezinsverband samenleven, kunnen een beroep doen op de waarborg Rechtsbijstand om een vordering tot het verkrijgen van een schadevergoeding in te stellen tegen een andere verzekerde.
Voor dergelijke vordering is de waarborg “onvermogen van derden” niet van
toepassing.
b. De dekking wordt ook verleend voor een schadegeval dat zich heeft voorgedaan in een land van de Europese Unie, in de vorstendommen Andorra en Monaco, in Vaticaanstad, IJsland, Liechtenstein, Noorwegen, Xxx Xxxxxx, Xxxxxxxxxxx, Xxxxxxx, Xxxxxxx, Xxxxxxx, Xxxxxxxx Xxxxxxxxxx alsook in elk land dat door de Koning bepaald wordt krachtens artikel 3, § 1, van de wet van 21 november 1989.
c. Op deze waarborg zijn van toepassing de voorwaarden van artikel 2, artikelen 10 tot 14, artikelen 16 tot 20, artikel 22, artikelen 26 en 27, artikelen 29 en 30, artikelen 32 en 33, en artikel 37 van de basiswaarborg Burgerlijke Aansprakelijkheid.
Wat is het voorwerp van de waarborg?
a. De verzekeraar zal zelf een minnelijke schikking nastreven en de kosten ervan ten laste nemen.
b. Wanneer geen minnelijke regeling kan bereikt worden of als de verzekerde buiten zijn wil betrokken raakt in een procedure, zal de verzekeraar zijn verzekerde laten verdedigen of doen vertegenwoordigen voor de rechtbank.
Wat zijn de verplichtingen van de verzekerde?
De verzekerde moet zo spoedig mogelijk de verzekeraar schriftelijk op de hoogte brengen van het geschil. Hij zal spontaan alle voor het dossier nuttige inlichtingen doorgeven en alle gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in verband met het geschil aan de verzekeraar overmaken. De verzekeraar zal niet tussenkomen voor kosten en honoraria die verschuldigd zijn door de verzekerde voor prestaties waarvan hij niet vooraf in kennis werd gesteld.
Wat is de omvang van de waarborg?
a. De verzekeraar verdedigt de belangen van zijn verzekerde en neemt de eraan verbonden kosten voor zijn rekening. Daarin zijn de erelonen en kosten voor onderzoek, expertise en procedure inbegrepen. Indien de verzekerde verkiest de keuze van een advocaat aan de verzekeraar over te laten, zal de verzekeraar een advocaat aanstellen die gespecialiseerd is in de betreffende materie.
b. De verzekerde is vrij in de keuze van een advocaat of van iedere andere persoon die de vereiste kwalificaties heeft krachtens de op de procedure toepasselijke wet om zijn belangen te verdedigen, te vertegenwoordigen of te behartigen.
De vrije keuze geldt eveneens bij een belangenconflict tussen de verzekerde en de rechtsbijstandverzekeraar, voor zover dit conflict reëel en concreet is, bijvoorbeeld indien zowel de verzekerde als de tegenpartij in rechtsbijstand verzekerd zijn bij de verzekeraar. De betaling van de kosten en erelonen van diegenen die door de verzekerde krachtens de rechtsbijstandsverzekering vrij werden gekozen wordt hetzij rechtstreeks door de verzekeraar, hetzij door de verzekerde - na voorafgaande en uitdrukkelijke goedkeuring door de verzekeraar - uitgevoerd. Als de verzekeraar de staat van kosten en erelonen overdreven vindt, zal de verzekerde op kosten van de verzekeraar die dan de betwisting leidt, de betwiste staat voorleggen aan het bevoegde gezag.
c. Zonder afbreuk te doen aan hetgeen hierna onder artikel 3.d bepaald wordt, mag de verzekeraar zijn medewerking weigeren of zijn tussenkomst stopzetten:
• wanneer hij meent dat een voorstel tot regeling billijk is;
• wanneer hij meent dat een rechtsvordering of een verhaal tegen een gerechtelijke beslissing geen ernstige kansen op succes heeft;
• wanneer blijkt dat de als aansprakelijke beschouwde derde onvermogend is;
• wanneer de verzekerde niet verschijnt voor de rechtbank, terwijl zijn persoonlijke verschijning door de rechtspleging vereist wordt.
d. Nadat de verzekeraar schriftelijk zijn standpunt over de te volgen gedragslijn heeft meegedeeld, mag de verzekerde een advocaat van zijn keuze raadplegen als hij het niet eens is met de verzekeraar.
Uiteraard doet dat geen afbreuk aan het recht van de verzekerde om over het meningsverschil een rechtsvordering in te stellen. Als de advocaat het standpunt van de verzekeraar bevestigt, betaalt de verzekeraar de helft van de erelonen en kosten van de raadpleging terug. Als de verzekerde tegen het advies van de advocaat op eigen kosten een procedure begint en een beter resultaat behaalt dan wat hij zou hebben bereikt door het standpunt van de verzekeraar te volgen, betaalt de verzekeraar de kosten van de procedure en de raadpleging terug. Als de geraadpleegde advocaat echter de stelling van de verzekerde bevestigt, neemt de verzekeraar, ongeacht de afloop van de procedure, de kosten en erelonen van de raadpleging voor zijn rekening en verleent hij de waarborg.
Wat is de maximale tussenkomst?
De verzekeraar komt tussen tot een bedrag van 50.000 euro per schadegeval, zonder toepassing van enige franchise. Voor geschillen over contractuele verplichtingen neemt de verzekeraar maximaal
9.000 euro per schadegeval te haren laste. Voor het bepalen van dat bedrag wordt geen rekening gehouden met de kosten van intern dossierbeheer op de verzekeraar of met de kosten en erelonen, veroorzaakt door de toepassing van artikel 3.d.
Als het verzekerde bedrag ontoereikend is, zullen de verzekeringnemer en de personen, die met hem in gezinsverband samenleven de voorrang hebben op de andere verzekerden.
Wat zijn de beperkingen?
De waarborg geldt niet:
a. voor boetes en minnelijke schikkingen met het Openbaar Ministerie noch voor kosten met betrekking tot de ademtest en de bloedanalyse;
b. voor schade die voortvloeit uit oorlog, burger- oorlog of gelijkaardige feiten;
c. voor schade die voortvloeit uit staking, oproer of gewelddaden van collectieve inspiratie, en de verzekeraar bewijst dat de verzekerde actief aan die gebeurtenissen heeft deel- genomen;
d. voor de kosten en erelonen voor de rechtsvordering, wanneer het schadebedrag dat moet verhaald worden, in hoofdsom 120 euro of minder bedraagt;
e. voor een procedure voor het Hof van Cassatie, wanneer het bedrag van de schade, dat moet verhaald worden in hoofdsom 1.200 euro of minder bedraagt;
f. wanneer de verzekerde opzettelijk het gewaarborgde schadegeval heeft veroorzaakt; opzettelijk verzwijgt of opzettelijk onjuiste gegevens meedeelt en daardoor de verzekeraar misleid wordt over het verdere verloop van het schadegeval. De
verzekeraar verleent wel zijn waarborg voor niet-opzettelijke zware fouten zoals dronkenschap en alcoholintoxicatie;
g. zonder afbreuk te doen aan hetgeen bepaald wordt in artikel 6.e, voor geschillen betreffende contractuele verplichtingen, met inbegrip van de geschillen over de toepasselijkheid van de waarborg Rechtsbijstand;
h. voor de schade die het rechtstreekse of onrechtstreekse gevolg is van een daad van terrorisme. Onder terrorisme wordt verstaan een clandestien georganiseerde handeling of een reeks van handelingen, in tijd en oogmerk met elkaar samenhangend en individueel of in groep uitgevoerd vanuit ideologische, religieuze, politieke, economische of sociale bedoelingen. Die handelingen beogen het aantasten van de fysieke integriteit van personen of het beschadigen van goederen met het oogmerk indruk te maken op het publiek of een overheid en een klimaat van onveiligheid te scheppen.
Wat zijn de uitbreidingen?
a. Onvermogen van derden
Als de verzekerde bij een gewaarborgd schadegeval, dat in België gebeurde, geen volledige vergoeding kan verkrijgen omdat de aansprakelijke totaal onvermogend is, zal de verzekeraar zelf de verzekerde tot een maximum van 6.200 euro per schadegeval schadeloosstellen. Op de schade, die niet kan worden verhaald op de onvermogende aansprakelijke, worden al de sommen die de verzekerde verkregen heeft of kan krijgen in mindering gebracht. Deze uitbreiding geldt evenwel niet voor contractuele geschillen. Deze waarborg geldt evenmin voor schade, geleden door of na de (poging tot) diefstal of ontvreemding van het omschreven rijtuig, zijn toebehoren of persoonlijke voorwerpen.
b. Voorschotten
Bij een gewaarborgd schadegeval in België veroorzaakt door een geïdentificeerde derde, wiens aansprakelijkheid door diens verzekeraar Burgerlijke Aansprakelijkheid wordt erkend, zal de verzekeraar per schadegeval maximaal 6.200 euro aan voorschotten aan zijn verzekerden uitkeren voor de verhaalbare schade.
De verzekeraar treedt van rechtswege in de rechten van de verzekerde of van zijn rechthebbenden ten belope van de betaalde bedragen en in de mate van de aansprakelijkheid van de derde. De betaalde vergoeding wordt beschouwd als één en ondeelbaar en als een globaal voorschot op een later verhaal.
c. Buitenlandse procedures
Wanneer de verzekerde naar aanleiding van een gewaarborgd schadegeval als gedaagde verplicht is te verschijnen voor een buitenlandse rechtbank, neemt de verzekeraar de daardoor veroorzaakte kosten van verplaatsing en verblijf voor zijn rekening, voor zover deze redelijk en verantwoord zijn.
d. Strafrechtelijke verdediging
De verzekeraar neemt, zelfs wanneer geen schade werd veroorzaakt, de kosten voor de verdediging van de verzekerde op strafrechtelijk vlak voor zijn rekening bij vervolging van de verzekerde wegens inbreuk op de wetten en verordeningen betreffende de politie van het wegverkeer en bij onopzettelijke misdrijven, begaan met het verzekerde motorrijtuig.
e. Contractuele geschillen
Er wordt dekking verleend voor:
• geschillen met verzekeringsmaatschappijen over schadegevallen in verband met verzekeringen afgesloten betreffende het in de bijzondere voorwaarden aangeduide motorrijtuig;
• geschillen met in België gevestigde professionele verkopers en herstellers waarbij de verzekerde schadevergoeding vordert op grond van de wettelijke of contractuele waarborg, naar aanleiding van de koop of een tussenkomst zoals herstelling, aanpassing of onderhoud van het in de bijzondere voorwaarden aangeduide motorrijtuig.
f. Genadeverzoek
Zonder rekening te houden met de maximale tussenkomst, zal de verzekeraar de kosten van het genadeverzoek ten laste nemen als de verzekerde bij een gewaarborgd schadegeval tot een effectieve vrijheidsstraf veroordeeld werd.
Wat is de duur van de verzekering?
De rechtsbijstandsverzekering wordt afgesloten voor de duur van één jaar. Op het einde van de verzekeringsperiode wordt de overeenkomst stilzwijgend van jaar tot jaar vernieuwd, tenzij zij door een van de partijen ten minste drie maanden voor het verstrijken van de lopende periode werd opgezegd. Als een van de partijen de rechtsbijstandsverzekering opzegt, is de andere partij gerechtigd om de overige waarborgen van de polis tegen dezelfde einddatum op te zeggen.
De verzekerde kan een beroep doen op deze optionele waarborg door contact op te nemen met het nummer x00 0 000 00 00 van NN Assistline. De dienst is 7 dagen per week en 24 uur per dag bereikbaar.
Begripsbepaling
Voor de toepassing van deze waarborg wordt verstaan onder:
De verzekeraar: de bijstandsprestaties worden verzekerd door de verzekeraar Inter Partner Assistance nv, toegelaten door de FSMA onder het codenummer 0487. Maatschappelijke zetel: Xxxxxxxxxx 000 xxx 0, 0000 Xxxxxxx, Xxxxxx. Inter Partner Assistance verleent volmacht aan NN Non-life voor alles wat betrekking heeft op de aanvaarding van risico’s en het beheer van de contracten, met uitsluiting van de schadegevallen.
De tussenpersoon: Polisa B.V., naar Nederlands recht, gerechtigd om te bemiddelen in verzekeringen in België, verzekeringssubagent ingeschreven in België bij FSMA onder het codenummer 12042369.
Vennootschapszetel: Xxxxxxxxxxxx Xxxxxxxxxxxxxxx 00, 0000 XX, ’x-Xxxxxxxxxxxxx, Xxxxxxxxx – Handelsregisternummer 68724209, onder toezicht van de Autoriteit Financiële Markten/AFM. Polisa B.V. kan bemiddelen in verzekeringen in België op grond van het vrij verkeer van diensten. xxx.xxxxxx.xx
Verzekeringnemer: de persoon die de overeenkomst met de verzekeraar sluit.
Verzekerde: de verzekeringnemer, de gebruikelijke bestuurder en elke andere gemachtigde bestuurder of inzittende van het verzekerde voertuig met uitzondering van lifters. Voor zover de verzekerde in België gedomicilieerd is en er gewoonlijk verblijft.
Verzekerde voertuig:
het motorrijtuig dat in de bijzondere voorwaarden omschreven is en voor zover dat motorrijtuig:
• niet ouder is dan 10 jaar op de ingangsdatum van de waarborg;
• het MTG niet meer dan 3,5 ton bedraagt;
• de lengte maximaal 6 meter bedraagt;
• de aan het motorrijtuig gekoppelde caravan, campingcar of aanhangwagen voor privégebruik als het MTG niet meer dan 3,5 ton en de lengte maximaal 6 meter bedraagt;
• een tijdelijk vervangingsvoertuig
Onder “tijdelijk vervangingsvoertuig” wordt verstaan, een motorrijtuig dat aan een derde toebehoort en dat voor hetzelfde gebruik bestemd is als het omschreven voertuig en dat als vervangwagen dient voor dat voertuig, dat om welke reden dan ook, definitief of tijdelijk onderhoud, aanpassingen, herstellingen of technische keuring. Het MTG van het tijdelijke vervangingsvoertuig bedraagt niet meer dan 3,5 ton en de lengte is maximaal 6 meter.
Ongeval: onder ongeval wordt verstaan:
• een verkeersongeval,
• een poging tot diefstal of vandalisme,
• een brand, explosie, implosie, vlammen en/of bliksem,
• contact met vogels of loslopende dieren,
• schade door natuurrampen.
Bijstand na ongeval in België
a. Slepen
Als het verzekerde voertuig geïmmobiliseerd wordt door een ongeval in België, organiseert en betaalt de verzekeraar het slepen van het verzekerde voertuig naar een garage die door de verzekerde wordt aangeduid.
b. Verwittigen
Op vraag van de verzekerde worden familieleden of werkgever van het ongeval verwittigd.
Bijstand na pech in België
Als het verzekerde voertuig geïmmobiliseerd wordt door een mechanisch defect, organiseert en neemt de verzekeraar ten laste het ter plaatse sturen van een hersteller en het eventuele slepen van het voertuig naar de garage van de klant naar de dichtstbijzijnde garage. Als de verzekerde geen beroep doet op de verzekeraar voor pechbestrijding en slepen van zijn voertuig, dan betaalt de verzekeraar hem tot maximaal 200 euro terug op voorleggen van de factuur van de opgeroepen sleepdienst. Behalve bij mechanische defecten komt de verzekeraar ook tussen in geval van:
1. Brandstoftekort
De hulpverlening omvat in dat geval het slepen van het voertuig naar het dichtstbijzijnde benzinestation. De kosten van de brandstof blijven ten laste van de verzekerde.
2. Tanken van verkeerde brandstof
De hulpverlening omvat in dat geval het
slepen van het voertuig naar het dichtstbijzijnde benzinestation en de lozing van de tank. De kosten van de brandstof en werkuren blijven ten laste van de verzekerde.
3. Bandenpech
De hulpverlening omvat in dat geval het verslepen van het voertuig naar de dichtstbijzijnde garage.
4. Vergeten sleutels in vergrendeld voertuig
De hulpverlening omvat in dat geval het openen van de portieren van het voertuig, nadat een identiteitsbewijs van de verzekerde werd voorgelegd. Deze prestatie hoeft niet geleverd te worden als het openen van de portieren schade kan toebrengen aan het voertuig.
5. Verlies of diefstal van de sleutels van het verzekerde voertuig
De hulpverlening omvat in dat geval:
• als er een dubbel is op de domicilie van de verzekerde en als de verzekerde in de onmogelijkheid verkeert om naar zijn woonplaats terug te keren, de kosten voor een taxi (heen en terug) van de plaats van immobilisatie naar de domicilie van de verzekerde tot maximaal 65 euro;
• als er geen dubbel is op de domicilie van de verzekerde licht de verzekeraar de verzekerde in over de te nemen stappen bij de constructeur om een nieuwe sleutel te verkrijgen.
Alle herstellingskosten blijven voor rekening van de verzekerde.
Aanvullende bijstand na ongeval of pech in België
• Vervoer inzittenden
De inzittenden worden in de cabine van de takeldienst of met een taxi naar hun woon plaats of hun nabije stemming gebracht.
• Inzet vervangwagen
De verzekeraar stelt de verzekerde voor de duur van de herstelling een vervangwagen ter beschikking. Onder de duur van de herstelling wordt de normale herstelduur verstaan.
Bij totaal verlies stelt de verzekeraar een vervangwagen ter beschikking voor de duur dat de verzekerde geïmmobiliseerd is. De periode van terbeschikkingstelling bedraagt in elk geval maximaal 30 dagen.
Bijstand na diefstal, carjacking of homejacking in België
1. Inzet vervangwagen in België
Bij diefstal, carjacking of homejacking van het verzekerde voertuig in België stelt de
verzekeraar na ontvangst van de aangifte van de verzekerde een vervangwagen in België ter beschikking tot op het ogenblik dat het voertuig wordt teruggevonden met een maximumduur van 30 dagen. Als het voertuig evenwel wordt teruggevonden binnen die 30 dagen en als blijkt dat het voertuig dient hersteld te worden, wordt de termijn verlengd voor maximaal de duur van de herstelling met opnieuw een maximum van 30 dagen.
2. Bijstand nadat het voertuig is teruggevonden
Als het gestolen voertuig wordt teruggevonden binnen een termijn van 6 maanden, zorgt de verzekeraar voor de organisatie en tenlasteneming, naargelang de staat van het voertuig, van hetgeen volgt
• Als het voertuig rijklaar is, het ter beschikking stellen aan de verzekerde van een eersteklastreinbiljet of een vliegtuigbiljet (economy class) tot de plaats waar het voertuig zich bevindt.
Territoriale uitgestrektheid
De dekking wordt verleend in België.
Voorwaarden terbeschikkingstelling vervangwagen in België
De terbeschikkingstelling van een vervang- wagen is ondergeschikt aan de naleving van de voorwaarden en regels voorgeschreven door de verzekeraar en de firma die het voertuig levert. Die voorwaarden zijn:
• het voorafgaande beroep van de verzekerde op de verzekeraar;
• de vervangwagen is van klasse B (bijvoorbeeld Peugeot 208);
• de verzekerde dient erop toe te zien dat een herstelling zo spoedig mogelijk wordt uitgevoerd en na de herstelling zijn voertuig zo vlug mogelijk weer in zijn bezit krijgt;
• de verzekeraar onmiddellijk op de hoogte brengen als het verzekerde voertuig hersteld is of - bij diefstal - teruggevonden is;
• een waarborg ter beschikking stellen aan de verhuurfirma tijdens de duur van het gebruik van de vervangwagen;
• met de vervangwagen niet van België naar het buitenland of niet van het buitenland naar België reizen als het contract met de verhuur-firma dat uitdrukkelijk vermeldt;
• sedert meer dan een jaar in het bezit zijn van een rijbewijs van het type B;
• in het jaar dat aan de huuraanvraag voorafgaat, niet vervallen verklaard zijn van het recht tot besturen;
• de kosten voor brandstof, bijkomende verzekeringen, tol en de opgelopen boetes blijven steeds ten laste van de verzekerde.
De verzekeraar neemt de eventuele verplaatsingskosten ten laste die de verzekerde heeft gemaakt voor de uitvoering van de formaliteiten voor de ontvangst en de teruggave van het voertuig.
Wat is niet gedekt?
Uit de waarborg worden uitgesloten, de door de opzettelijke daad of met de instemming van de verzekerde of van zijn rechthebbenden veroorzaakte schadegevallen.
Tevens worden de volgende gevallen van grove schuld uitgesloten, namelijk schadegevallen:
a. gebeurd wanneer de bestuurder in een staat verkeerde van dronkenschap, in een staat van strafbare alcoholintoxicatie of in een vergelijkbare toestand veroorzaakt door het gebruik van andere producten dan alcoholische dranken;
b. gebeurd wanneer het verzekerde voertuig niet of niet meer voorzien is van een geldig keuringsbewijs, of niet meer voldoet aan de voorwaarden om een geldig keuringsbewijs te verkrijgen.
Tevens worden de volgende schadegevallen uitgesloten:
c. als het schadegeval voortvloeit uit oorlog, burgeroorlog of gelijkaardige feiten;
d. als het schadegeval voortvloeit uit staking, oproer of gewelddaden van collectieve inspiratie en de verzekeraar bewijst dat de verzekerde actief aan die gebeurtenissen heeft deelgenomen;
e. wanneer het schadegeval voortvloeit uit aardbevingen, vulkanische uitbarstingen, vloedgolf of andere natuurrampen en tussen- komst onmogelijk blijkt om redenen onafhankelijk van de wil van de verzekeraar;
f. wanneer het schadegeval te wijten is aan oorzaken van nucleaire of radioactieve aard;
g. als de schade het rechtstreekse of onrechtstreekse gevolg is van een daad van terrorisme. Onder terrorisme wordt verstaan een clandestien georganiseerde actie of dreiging van actie met ideologische, politieke, etnische of religieuze bedoelingen, individueel of door een groep uitgevoerd, waarbij geweld wordt gepleegd op personen of waarbij de economische waarde van een materieel of immaterieel goed geheel of gedeeltelijk wordt vernield, ofwel om indruk te maken op het publiek, een klimaat van onveiligheid te scheppen of de overheid onder druk te zetten, ofwel om het verkeer of de normale werking van een dienst of een onderneming te belemmeren.
h. voor de schade veroorzaakt terwijl de verzekerde deelnam aan wedstrijden, snelheids-, uithoudings- en regelmatigheids- competities of tijdens de training voor dergelijke competities. Toeristische rally’s blijven nochtans gedekt;
i. de immobilisatie van het voertuig met het oog op onderhoudswerkzaamheden;
j. herhaalde defecten als gevolg van het niet herstellen of onderhouden van het voertuig als in de twaalf voorafgaande maanden de verzekeraar reeds naar aanleiding van twee gelijkaardige of zelfde defecten is tussen- gekomen;
k. ontstaan terwijl de duur van het verblijf in het buitenland meer dan 90 aaneengesloten dagen bedraagt.
Welke andere bepalingen zijn van toepassing?
Artikel 2, artikel 10 §4, artikel 14, artikel 16, artikelen 18 tot 22, artikelen 26 tot 30 en artikel 37 van de basiswaarborg Burgerlijke Aansprakelijkheid zijn van toepassing.
2. Bijstand pech in België en het buitenland
Bijstand na ongeval in België of het buitenland
a. Slepen
Als het verzekerde voertuig geïmmobiliseerd wordt door een ongeval in België, organiseert en betaalt de verzekeraar het slepen van het verzekerde voertuig naar een garage die door
de verzekerde wordt aangeduid. Als het verzekerde voertuig geïmmobiliseerd wordt door een ongeval in het buitenland, organiseert en betaalt de verzekeraar het slepen van het verzekerde voertuig naar de dichtstbijzijnde garage.
b. Verwittigen
Op vraag van de verzekerde worden familieleden of werkgever van het ongeval verwittigd.
Bijstand na pech in België of het buitenland
Als het verzekerde voertuig geïmmobiliseerd wordt door een mechanisch defect, organiseert en neemt de verzekeraar ten laste het ter plaatse sturen van een hersteller en het eventuele slepen van het voertuig naar de garage van de klant of in het buitenland naar de dichtstbijzijnde garage. Als de verzekerde geen beroep doet op de verzekeraar voor pechbestrijding en slepen van zijn voertuig, dan betaalt de verzekeraar hem tot maximaal 200 euro terug op voorleggen van de factuur van de opgeroepen sleepdienst. Behalve bij mechanische defecten komt de verzekeraar ook tussen in geval van:
1. Brandstoftekort
De hulpverlening omvat in dat geval het slepen van het voertuig naar het dichtstbijzijnde benzinestation. De kosten van de brandstof blijven ten laste van de verzekerde.
2. Tanken van verkeerde brandstof
De hulpverlening omvat in dat geval het slepen van het voertuig naar het dichtstbijzijnde benzinestation en de lozing van de tank. De kosten van de brandstof en werkuren blijven ten laste van de verzekerde.
3. Bandenpech
De hulpverlening omvat in dat geval het verslepen van het voertuig naar de dichtstbijzijnde garage.
4. Vergeten sleutels in vergrendeld voertuig
De hulpverlening omvat in dat geval het openen van de portieren van het voertuig, nadat een identiteitsbewijs van de verzekerde werd voorgelegd. Deze prestatie hoeft niet geleverd te worden als het openen van de portieren schade kan toebrengen aan het voertuig.
5. Verlies of diefstal van de sleutels van het verzekerde voertuig
De hulpverlening omvat in dat geval:
• als er een dubbel is op de domicilie van de verzekerde en als de verzekerde in de onmogelijkheid verkeert om naar zijn woonplaats terug te keren, de kosten voor een taxi (heen en terug) van de plaats van immobilisatie naar de domicilie van de verzekerde tot maximaal 65 euro;
• als er geen dubbel is op de domicilie van de verzekerde licht de verzekeraar de verzekerde in over de te nemen stappen bij de constructeur om een nieuwe sleutel te verkrijgen.
Alle herstellingskosten blijven voor rekening van de verzekerde.
Aanvullende bijstand na ongeval of pech in België
• Vervoer inzittenden
De inzittenden worden in de cabine van de takeldienst of met een taxi naar hun woon plaats of hun nabije stemming gebracht.
• Inzet vervangwagen
De verzekeraar stelt de verzekerde voor de duur van de herstelling een vervangwagen ter beschikking. Onder de duur van de herstelling wordt de normale herstelduur verstaan.
Bij totaal verlies stelt de verzekeraar een ver vangwagen ter beschikking voor de duur dat de verzekerde geïmmobiliseerd is. De periode van terbeschikkingstelling bedraagt in elk geval maximaal 30 dagen.
Aanvullende bijstand na ongeval of pech in het buitenland
a. Aanvullende bijstand bij herstelling ter plaatse
1. Toesturen van onderdelen
De verzekeraar zendt via de snelste en meest economische weg de onderdelen die onontbeerlijk zijn voor de goede en veilige werking van het voertuig, als ze niet ter plaatse kunnen worden gevonden. De verzekerde betaalt uitsluitend de prijs terug van de onderdelen die de verzekeraar hem op zijn verzoek heeft toegezonden.
De verzekeraar behoudt zich het recht voor om een voorschot aan de verzekerde te vragen als de waarde van de toe te zenden onderdelen meer bedraagt dan 750 euro.
2. Bijstand aan de geïmmobiliseerde verzekerden.
De verzekeraar zorgt naar keuze van de verzekerden voor de organisatie en tenlasteneming in het buitenland van:
a. de eventuele kosten voor een taxi of huurvoertuig tot 125 euro om de verzekerden in staat te stellen hun plaats van bestemming in het buitenland te bereiken of
x.xx hotelkosten (kamer + ontbijt) in afwachting van de herstelling, tot maximaal 65 euro per verzekerde of
c. als het verzekerde voertuig voor minstens 24 uur geïmmobiliseerd is, en met voorafgaand akkoord van de verzekeraar, het ter beschikking stellen en ten laste nemen door de verzekeraar van de kosten voor een huurwagen gedurende maximaal 5 opeenvolgende dagen zodat de verzekerde mobiel is op de plaats van bestemming.
b. Aanvullende bijstand in geval van niet-herstelling ter plaatse
Als het verzekerde voertuig niet binnen een termijn van 2 werkdagen kan worden hersteld, zorgt de verzekeraar voor:
1. Repatriëring van het geïmmobiliseerde voertuig
De verzekeraar zorgt voor de organisatie en tenlasteneming van het vervoer en de repatriëring naar de door de verzekerde gekozen garage in de nabijheid van zijn
domicilie. Om dat transport op korte termijn mogelijk te maken, verbindt de verzekerde zich ertoe zich te schikken naar de richtlijnen van de verzekeraar, de nodige stappen te ondernemen en de nodige documenten aan de verzekeraar te bezorgen. De kosten van transport ten laste van de verzekeraar kunnen niet meer bedragen dan het bedrag van de restwaarde van het verzekerde voertuig (met als referentie “Eurotax”, een uitgave van Eurotax Belgium nv).
Een eerste staat van beschrijving van het voertuig zal worden opgemaakt op het ogenblik dat het wordt opgehaald en een tweede bij aflevering van het voertuig.
De eventuele schade veroorzaakt tijdens het transport komt ten laste van de verzekeraar. De verzekeraar kan niet aansprakelijk worden gesteld voor diefstal van voorwerpen of bijhorigheden die zich binnen of buiten het voertuig zouden bevinden. De kosten voor bewaring van het voertuig vanaf de dag van de onbruikbaarheid tot de dag waarop het wordt afgehaald met het oog op het transport of de repatriëring ervan, worden ten laste genomen van de verzekeraar.
2. Bijstand aan de geïmmobiliseerde verzekerden
a. de terugkeer, onmiddellijk of op een overeengekomen datum, van de verzekerden per trein (eerste klasse) of per lijnvliegtuig (economy class) of
x.xx eventuele kosten voor een taxi of een huurwagen tot maximaal 125 euro om het hen mogelijk te maken de plaats van bestemming te bereiken of
c. het ter beschikking stellen en ten laste nemen door de verzekeraar van de kosten voor een vervangwagen in het buitenland voor maximaal 5 opeenvolgende dagen zodat de verzekerde zijn bestemming of woonplaats kan bereiken en/of mobiel kan zijn op de plaats van bestemming;
d.het in België aan de verzekerde een vervangwagen ter beschikking stellen tot het ogenblik dat het voertuig gerepatrieerd is.
c. Aanvullende bijstand ingeval de verzekerde de herstelling van meer dan 2 werkdagen niet afwacht
Als het verzekerde voertuig wel ter plaatse wordt hersteld, maar de herstelling duurt meer dan 2 werkdagen en de verzekerde wacht het einde van herstel niet af, zorgt de verzekeraar voor:
1. Repatriëring van het geïmmobiliseerde voertuig
a. repatriëring van het geïmmobiliseerde voertuig zoals vermeld in artikel 4.b.1 of
b.het ter beschikking stellen aan de verzekerde van een eersteklastreinbiljet of een vliegtuigbiljet (economy class) tot de plaats waar het voertuig zich bevindt. Wanneer nodig betaalt de verzekeraar een hotel voor 1 nacht in het buitenland voor maximaal 65 euro.
2. Bijstand aan de geïmmobiliseerde verzekerden zoals vermeld in artikel 4.b.2
d. Aanvullende bijstand in geval de verzekerde de herstelling binnen 2 werkdagen niet afwacht
Als het verzekerde voertuig minstens 24 uur geïmmobiliseerd is en binnen een termijn van 2 werkdagen kan worden hersteld, maar de verzekerde de herstelling ter plaatse niet afwacht, zorgt de verzekeraar voor bijstand zoals vermeld in artikel 4.c. Daarbij geldt als aanvullende voorwaarde dat
de bijstand wordt verleend naar keuze van de verzekeraar en na uitdrukkelijke toestemming van de verzekeraar.
Bijstand na diefstal, carjacking of homejacking in België of het buitenland
a. Bijstand aan de geïmmobiliseerde verzekerden
Als de verzekerden geïmmobiliseerd worden ten gevolge van diefstal, carjacking of homejacking in het buitenland, dan hebben de verzekerden recht op bijstand zoals vermeld in artikel 4.b.2.a, b en c.
b. Inzet vervangwagen in België
Bij diefstal, carjacking of homejacking van het verzekerde voertuig in België of het buitenland, stelt de verzekeraar na ontvangst van de aangifte van de verzekerde een vervang-wagen in België ter beschikking tot op het ogenblik dat het voertuig wordt teruggevonden met een maximumduur van 30 dagen. Als het voertuig evenwel wordt teruggevonden binnen die 30 dagen en als blijkt dat het voertuig dient hersteld te worden, wordt de termijn verlengd voor maximaal de duur van de herstelling met opnieuw een maximum van 30 dagen.
c. Bijstand nadat het voertuig is teruggevonden
Als het gestolen voertuig wordt teruggevonden binnen een termijn van 6 maanden, zorgt de verzekeraar voor de organisatie en tenlasteneming, naargelang de staat van het voertuig, van hetgeen volgt
• Als het voertuig rijklaar is, het ter beschikking stellen aan de verzekerde van een eersteklastreinbiljet of een vliegtuigbiljet (economy class) tot de plaats waar het voertuig zich bevindt. Wanneer nodig betaalt de verzekeraar een hotel voor 1 nacht in het buitenland voor maximaal 65 euro.
Als het voertuig niet rijklaar is, wordt de repatriëring georganiseerd overeenkomstig artikel 4.b.1
“Repatriëring van het geïmmobiliseerde voertuig”.
Uitval bestuurder in het buitenland
Als geen enkele inzittende het verzekerde voertuig mag besturen na overlijden of door ernstige ziekte of door een ongeval van de bestuurder of bestuurders, zal de verzekeraar overgaan tot het terugbrengen van het verzekerde voertuig naar de domicilie van de verzekerde in België. Bij ernstige ziekte of na een ongeval zal dat pas gebeuren als het herstel van de bestuurder of bestuurders volgens de verzekeraar langer dan 5 dagen zal duren. Naar keuze van de verzekeraar zal dat gebeuren door een chauffeur van de verzekeraar in te zetten of door het vervoer en de repatriëring van het voertuig te organiseren en ten laste te nemen.
Territoriale uitgestrektheid
De dekking wordt verleend in België en andere landen en eilanden van geografisch Europa.
Voorwaarden terbeschikkingstelling vervangwagen in België en buitenland
De terbeschikkingstelling van een vervang- wagen is ondergeschikt aan de naleving van de voorwaarden en regels voorgeschreven door de verzekeraar en de firma die het voertuig levert. Die voorwaarden zijn:
• het voorafgaande beroep van de verzekerde op de verzekeraar;
• de vervangwagen is van klasse B (bijvoorbeeld Peugeot 208);
• de verzekerde dient erop toe te zien dat een herstelling zo spoedig mogelijk wordt uitgevoerd en na de herstelling zijn voertuig zo vlug mogelijk weer in zijn bezit krijgt;
• de verzekeraar onmiddellijk op de hoogte brengen als het verzekerde voertuig hersteld is of - bij diefstal - teruggevonden is;
• een waarborg ter beschikking stellen aan de verhuurfirma tijdens de duur van het gebruik van de vervangwagen;
• met de vervangwagen niet van België naar het buitenland of niet van het buitenland naar België reizen als het contract met de verhuur-firma dat uitdrukkelijk vermeldt;
• sedert meer dan een jaar in het bezit zijn van een rijbewijs van het type B;
• in het jaar dat aan de huuraanvraag voorafgaat, niet vervallen verklaard zijn van het recht tot besturen;
• de kosten voor brandstof, bijkomende verzekeringen, tol en de opgelopen boetes blijven steeds ten laste van de verzekerde.
De verzekeraar neemt de eventuele verplaatsingskosten ten laste die de verzekerde heeft gemaakt voor de uitvoering van de formaliteiten voor de ontvangst en de teruggave van het voertuig.
Wat is niet gedekt?
Uit de waarborg worden uitgesloten, de door de opzettelijke daad of met de instemming van de verzekerde of van zijn rechthebbenden veroorzaakte schadegevallen.
Tevens worden de volgende gevallen van grove schuld uitgesloten, namelijk schadegevallen:
a. gebeurd wanneer de bestuurder in een staat verkeerde van dronkenschap, in een staat van strafbare alcoholintoxicatie of in een vergelijkbare toestand veroorzaakt door het gebruik van andere producten dan alcoholische dranken;
b. gebeurd wanneer het verzekerde voertuig niet of niet meer voorzien is van een geldig keuringsbewijs, of niet meer voldoet aan de voorwaarden om een geldig keuringsbewijs te verkrijgen.
Tevens worden de volgende schadegevallen uitgesloten:
c. als het schadegeval voortvloeit uit oorlog, burgeroorlog of gelijkaardige feiten;
d. als het schadegeval voortvloeit uit staking, oproer of gewelddaden van collectieve inspiratie en de verzekeraar bewijst dat de verzekerde actief aan die gebeurtenissen heeft deelgenomen;
e. wanneer het schadegeval voortvloeit uit aardbevingen, vulkanische uitbarstingen, vloedgolf of andere natuurrampen en tussen- komst onmogelijk blijkt om redenen onafhankelijk van de wil van de verzekeraar;
f. wanneer het schadegeval te wijten is aan oorzaken van nucleaire of radioactieve aard;
g. als de schade het rechtstreekse of onrechtstreekse gevolg is van een daad van terrorisme. Onder terrorisme wordt verstaan een clandestien georganiseerde actie of dreiging van actie met ideologische, politieke, etnische of religieuze bedoelingen, individueel of door een groep uitgevoerd, waarbij geweld wordt gepleegd op personen of waarbij de economische waarde van een materieel of immaterieel goed geheel of gedeeltelijk wordt vernield, ofwel om indruk te maken op het publiek, een klimaat van onveiligheid te scheppen of de overheid onder druk te zetten, ofwel om
het verkeer of de normale werking van een dienst of een onderneming te belemmeren
h. voor de schade veroorzaakt terwijl de verzekerde deelnam aan wedstrijden, snelheids-, uithoudings- en regelmatigheids- competities of tijdens de training voor dergelijke competities. Toeristische rally’s blijven nochtans gedekt;
i. de immobilisatie van het voertuig met het oog op onderhoudswerkzaamheden;
j. herhaalde defecten als gevolg van het niet herstellen of onderhouden van het voertuig als in de twaalf voorafgaande maanden de verzekeraar reeds naar aanleiding van twee gelijkaardige of zelfde defecten is tussen- gekomen;
k. ontstaan terwijl de duur van het verblijf in het buitenland meer dan 90 aaneengesloten dagen bedraagt.
Welke andere bepalingen zijn van toepassing?
Artikel 2, artikel 10 §4, artikel 14, artikel 16, artikelen 18 tot 22, artikelen 26 tot 30 en artikel 37 van de basiswaarborg Burgerlijke Aansprakelijkheid zijn van toepassing.
III. Gemeenschappelijke bepalingen
De hierna vermelde gemeenschappelijk bepalingen zijn van toepassing zowel op de basiswaarborgen als de optionele waarborgen.
In geval van niet-betaling van de op vervaldag verschuldigde bedragen, zal een forfaitaire vergoeding ten belope van 12,50 EUR door u automatisch verschuldigd zijn aan de verzekeraar, van rechtswege en zonder dat wij u hiervoor in gebreke moeten stellen.
Deze verzekeringsovereenkomst valt onder het toepassingsgebied van de Wet betreffende de verzekeringen van 4 april 2014, de wetten en Koninklijke Besluiten die op de verzekeringsovereenkomst van toepassing zijn. Op deze verzekering is het Belgisch recht van toepassing.
Wij moeten voldoen aan de nationale en internationale sanctiewetgeving. Dit betekent dat wij enkel een verzekeringsovereenkomst kunnen sluiten voor zover blijkt dat het niet verboden is om financiële diensten te verlenen voor of aan:
• de verzekeringnemer, dit is de persoon die de verzekering heeft afgesloten;
• de UBO (uiteindelijke begunstigde) van de rechtspersoon die de verzekering heeft afgesloten;
• verzekerden en andere (rechts)personen die voordeel zouden kunnen hebben bij het bestaan van
de overeenkomst.
Wij controleren voor en na het afsluiten van de verzekeringsovereenkomst of de voormelde personen voorkomen op een nationale of internationale sanctielijst. De verzekeringnemer dient ons hiervoor in het bezit te stellen van de informatie die wij vragen. Komen de voormelde personen niet voor op de sanctielijst dan kan de overeenkomst geldig afgesloten worden voor zover de overige acceptatie en verzekeringsvoorwaarden ook zijn gerespecteerd. Komen één of meerdere voormelde personen wel voor op een sanctielijst, dan kan de verzekering niet worden afgesloten.
Indien de verzekeringsovereenkomst werd gesloten dan informeren wij de verzekeringnemer dat de polis vanaf de kennisname van de melding op de sanctielijst zal eindigen of welke gevolgen dit heeft indien de persoon, die op de sanctielijst vermeld wordt, niet de verzekeringnemer is. Wij berichten de verzekeringnemer binnen de 10 dagen na de kennisname van de vermelding van de hiervoor voormelde personen op een sanctielijst.
Indien we op grond van de sanctiewetgeving geen dekking mogen verlenen aan één van de voormelde (rechts)personen dan kunnen deze vanaf die datum geen vergoeding van schade meer ontvangen;
Indien we op grond van de sanctiewetgeving ook geen vergoeding aan bepaalde specifieke personen mogen verlenen dan zullen wij vanaf deze datum geen schade in hoofde van deze personen vergoeden;
Indien de sancties worden opgeheven en de schade is ontstaan in de periode dat een van de voornoemde (rechts)personen of een derde op een sanctielijst stond kunnen we niet verplicht worden om de schade te vergoeden.
Wij hebben ook geen verplichting tot het verlenen van dekking of het betalen van schade of een vergoeding als :
• er geen medewerking wordt verleend aan het vaststellen van de uiteindelijk belanghebbende,
bijvoorbeeld door het niet invullen van een UBO-formulier;
• je een rechtspersoon bent en onder controle staat van een persoon (natuurlijk of rechtspersoon) die op de sanctielijst voorkomt;
• je een rechtspersoon bent en je UBO of houder van minstens 25 % van de aandelen op de
sanctielijst voorkomt.
Wij geven de wettelijke bepalingen in zo begrijpelijk mogelijke taal weer. Indien een vermelding in de verzekeringsovereenkomst in tegenstrijd is met voornoemde wettelijke bepalingen, dan zijn deze laatste van toepassing.
We hebben deze voorwaarden geschreven om ze duidelijk en begrijpelijk te maken voor al onze klanten. Wij leveren onze klanten een vertaling van onze algemene voorwaarden in het Frans. Wij hebben er zorg voor gedragen dat deze vertaling in overeenstemming is met de officiële versies van de algemene voorwaarden. Het is echter mogelijk dat sommige bepalingen voor interpretatie vatbaar blijven en tot dubbelzinnigheid leiden. In geval van onduidelijkheid zal de officiële Nederlandse versie de enige juiste en belangrijkste versie zijn.
Bent u niet tevreden, contacteer ons dan op één van de bovenstaande manieren. Komen wij er met u niet uit, dan kunt u contact opnemen:
• ofwel met de klachtencoördinator/klachtenmanager van Polisa, te bereiken via xxxx@xxxxxx.xx of op het nummer x00 00 0000000;
• ofwel de klachtencoördinator/klachtenmanager van NN, te bereiken via xxxxxxxxxxx@xx.xx of op het nummer x00 0 000 00 00;
• hetzij de Ombudsman van de Verzekeringen, de Meeûssquare 35, X-0000 Xxxxxxx (xxx.xxxxxxxxx.xx – xxxx@xxxxxxxxx.xx.
Tel. + 00 0 000 00 00 – Fax: + 00 0 000 00 00).
Dit doet geen afbreuk aan de mogelijkheid om een gerechtelijke procedure aan te spannen.
De persoonsgegevens die u in het kader van deze overeenkomst meedeelt worden verwerkt door:
• Polisa b.v., Xxxxxxxxxxxx Xxxxxxxxxxxxxxx 00, 0000 XX, ‘x-Xxxxxxxxxxxxx, Xxxxxxxxx, met het oog op het centraal beheer van de cliënten, beheer van rekeningen en betalingen, bemiddeling (o.a. verzekeringen), kredieten (in voorkomend geval), vermogensbeheer, marketing van bank- en verzekeringsdiensten (tenzij u zich ertegen verzet hebt), globaal overzicht van de cliënteel, controle op de verrichtingen en preventie van onregelmatigheden.
• NN Non-life, Xxxxxxx Xxxxxxxxxxx 00 xx 0000 XX ‘x-Xxxxxxxxxx, Xxxxxxxxx, met het oog op het centraal beheer van de cliënten, productie en beheer van de verzekeringen, marketing van verzekeringsdiensten (met uitzondering van direct marketing), globaal overzicht van de cliënteel, controle op de verrichtingen en preventie van onregelmatigheden.
• Inter Partner Assistance nv, Xxxxxxxxxx 000 XX 1 in 0000 Xxxxxxx, met het oog op het centraal beheer van de cliënten, productie en beheer van verzekeringen, marketing van verzekeringsdiensten (met uitzondering van direct marketing), globaal overzicht van de cliënteel, controle op de verrichtingen en preventie van onregelmatigheden.
• NN Insurance Services Belgium nv , Fonsnylaan 38 in 0000 Xxxxxxx, met het oog op het centraal beheer van de cliënten, productie en beheer van verzekeringen, marketing van verzekeringsdiensten (met uitzondering van direct marketing), globaal overzicht van de cliënteel, controle op de verrichtingen en preventie van onregelmatigheden. De
privacyverklaring is van toepassing op de verwerking van uw persoonsgegevens. U kunt deze vinden op xxx.xx.xx/xxxx.
• Zij worden aan de andere vennootschappen van Polisa b.v. in België (lijst op aanvraag) meegedeeld met het oog op het centraal beheer van de cliënten, marketing, globaal overzicht van de cliënteel, verstrekken van hun diensten (in voorkomend geval) en controle van de regelmatigheid van verrichtingen (met inbegrip van het voorkomen van onregelmatigheden). Elke natuurlijke persoon kan kennisnemen van de gegevens die op hem betrekking hebben en ze laten verbeteren.
Hij kan zich, op verzoek en gratis, verzetten tegen de verwerking van gegevens die op hem betrekking hebben door Polisa b.v. met het oog op direct marketing en/of tegen de mededelingen van die gegevens aan andere vennootschappen van de groep Polisa b.v. in België voor dezelfde doeleinden.
• Inter Partner Assistance nv, Xxxxxxxxxx 000, XX 0, 0000 Xxxxxxx, met het oog op het centraal beheer van de cliënten, productie en beheer van persoonsverzekeringen en verzekeringen tegen ongevallen en allerlei gevaren, marketing van verzekeringsdiensten, globaal overzicht van de cliënteel, controle op verrichtingen en preventie van onregelmatigheden. De persoonsgegevens kunnen door Inter Partner Assistance als mede-verantwoordelijke voor de verwerking worden doorgegeven aan de dienstverleners die al dan niet gevestigd zijn in een lidstaat van de Europese Unie en van wie de tussenkomst noodzakelijk of nuttig is om het voormelde doel te verwezenlijken, waaronder AXA Business Services in India (lijst op aanvraag).
Artikel 496 van het Strafwetboek
Elke oplichting of poging tot oplichting van de verzekeraar brengt niet alleen de nietigheid van de verzekeringsovereenkomst mee, maar kan ook strafrechtelijk worden vervolgd op grond van artikel 496 van het Strafwetboek. De betrokkene zal bovendien opgenomen worden in het bestand van ESV Datassur, dat de speciaal op te volgen verzekeringsrisico’s in herinnering brengt aan de aangesloten ledenverzekeraars.
De verzekeringsonderneming NN Non-life deelt aan ESV Datassur persoons-gegevens mee die
relevant zijn in het exclusieve kader van de beoordeling van de risico’s en van het beheer van de contracten en desbetreffende schadegevallen. Iedere persoon die zijn identiteit aantoont, heeft het recht zich tot Datassur te richten om de gegevens die op hem betrekking hebben, in te zien en, in voorkomend geval, te laten rechtzetten.
Om dat recht uit te oefenen moet de persoon in kwestie een gedateerd en ondertekend verzoek, samen met een kopie van zijn identiteitskaart sturen naar het volgende adres: Datassur, dienst Bestanden, de Xxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx.
De Schadedatabank wordt beheerd door Alfa Belgium (1000 Xxxxxxx, xx Xxxxxxxxxxx 00, KBO- nummer 0000.000.000), de verwerkingsverantwoordelijke. Na de melding van een schadegeval in de tak motorrijtuigen zullen een beperkt aantal persoonsgegevens van de verzekerde, bestuurder en tegenpartij die bij het schadegeval betrokken zijn in het gerechtvaardigd belang van de leden van Alfa Belgium worden meegedeeld aan Alfa Belgium voor opname in de Schadedatabank. De leden van Alfa Belgium zijn de verzekeraars, het BGWF en het BBAV. Het doel van de Schadedatabank is de bestrijding van (georganiseerde) verzekeringsfraude. De functionaliteit van de Schadedatabank is
beperkt tot het verstrekken van neutrale informatie, zonder enige analyse of onderzoek naar mogelijke fraude. Op basis van het resultatenbestand kunnen de leden van Alfa Belgium mogelijke verbanden vaststellen tussen schadedossiers. De analyse van het resultatenbestand en het verdere onderzoek blijven de exclusieve bevoegdheid en verantwoordelijkheid van de leden van Alfa Belgium. Een verzekeraar mag geen beslissing nemen die uitsluitend is gebaseerd op informatie uit de Schadedatabank.
Verzekeringstussenpersonen
Polisa B.V., naar Nederlands recht, gerechtigd om te bemiddelen in verzekeringen in België, verzekeringssubagent ingeschreven in België bij de FSMA onder het codenummer 12042369.
Vennootschapszetel: Xxxxxxxxxxxxx Xxxxxxxxxxxxxxx 00, 0000XX 'x-Xxxxxxxxxxxxx, Xxxxxxxxx - KvK 68724209, onder toezicht van de Autoriteit Financiële Markten/AFM. Polisa B.V. kan bemiddelen in verzekeringen in België op grond van het vrij verkeer van diensten.
Nederlandse Assuradeuren B.V., naar Nederlands recht, gerechtigd om te bemiddelen in verzekeringen in België, verzekeringssubagent ingeschreven in België bij de FSMA onder het codenummer 12042369.
Vennootschapszetel: Xxxxxxxxxxxxx Xxxxxxxxxxxxxxx 00, 0000XX 'x-Xxxxxxxxxxxxx, Xxxxxxxxx - KvK 66214637, onder toezicht van de Autoriteit Financiële Markten/AFM. Nederlandse Assuradeuren B.V. kan bemiddelen in verzekeringen in België op grond van het vrij verkeer van diensten.
xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx
Verzekeraar
NN Non-life – BTW nr. BE 0801.866.930 RPR Brussel gelegen te 0000 Xxxxxxx, Fonsnylaan 38, onder toezicht van de NBB erkend onder code 2925 en gemachtigd om in België op grond van vrijheid van vestiging in België verzekeringen te onderschrijven. Belgisch bijkantoor van Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V., verzekeringsmaatschappij naar Nederlands recht, onder toezicht van de DNB en toegelaten onder code nummer van de NBB 2925, met maatschappelijke zetel te Xxxxxxx Xxxxxxxxxxx 00, 0000 XX ‘x-Xxxxxxxxxx, Xxxxxxxxx – KVK nummer 27023707 (afgekort NN Non-life).
Polisa Assurance Auto
Conditions générales
d’assurances inscrit à la FSMA sous le numéro de code 12042369.
Siège social: Xxxxxxxxxxxxx Xxxxxxxxxxxxxxx 00, 0000 XX, ‘s-Hertogenbosch, Pays Bas – KvK 68724209, sous le contrôle de l’autorité néerlandaise des marchés financiers/AFM. Polisa SA peut agir en Belgique sur la base de la libre circulation des services.
Nederlandse Assuradeuren SA, société de droit néerlandais, autorisée à intervenir en assurances en Belgique, sous-agent d’assurances inscrit à la FSMA sous le numéro de code 12042369.
Siège social: Xxxxxxxxxxxxx Xxxxxxxxxxxxxxx 00, 0000 XX, ‘s-Hertogenbosch, Pays Bas - KvK 68724209, sous le contrôle de l’autorité néerlandaise des marchés financiers/AFM. Nederlandse Assuradeuren SA peut agir en Belgique sur la base de la libre circulation des services. xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx
Les garanties
Toutes les garanties que l’assureur est disposé à assurer sont énumérées et décrites.
Les conditions particulières mentionnent les garanties souscrites par le preneur d’assurance.
En ce qui concerne les garanties de base, le preneur d’assurance a le choix parmi les formules
suivantes :
• Responsabilité civile
• Responsabilité civile + Mini-Omnium
• Responsabilité civile + Omnium
La garantie Service en cas de sinistre fait partie intégrante des garanties de base, quelle que soit la formule choisie.
Outre les garanties de base choisies, le preneur d’assurance peut souscrire en option aux garanties
complémentaires suivantes :
• Assurance conducteur
• Protection juridique
• Assistance panne en Belgique
• Assistance panne en Belgique et à l’étranger
La police d’assurance est un contrat conclu de commun accord entre le preneur d’assurance et l’assureur. Elle se compose de deux parties indissociablement liées, à savoir :
Les conditions générales PA 2020-1
Elles contiennent, en substance :
• la description des sinistres couverts par l’assureur;
• toutes les règles légales relatives à l’assurance, tant pour l’assureur que pour l’assuré.
• Les conditions sont identiques pour tous les assurés.
Conjointement à la proposition d’assurance, s’il en existe une, elles décrivent :
• les données d’identification du preneur d’assurance et du conducteur habituel;
• ses déclarations;
• les garanties qu’il a choisies;
• les primes à payer.
Bien que les conditions particulières renvoient aux conditions générales, elles peuvent y déroger afin
d’adapter la police à la situation personnelle du preneur d’assurance.
Questions concernant votre contrat ?
• Envoyez votre e-mail à: xxxx@xxxxxx.xx
• Envoyez votre lettre à: Polisa, Xxxxxxxxxxxx Xxxxxxxxxxxxxxx 00, 0000 XX,
‘s-Hertogenbosch, Pays-Bas.
Sinistre ou accident?
Téléphonez Polisa au numéro x00 00 0000000,
pendant les heures d’ouverture.
Besoin d’assistance urgente?
Téléphonez NN Assistline au numéro x00 0 000 00 00,
24 heures sur 24, 7 jours sur 7.
Intermédiaires d’assurances 78
Les conditions générales PA 2020-1 80
Les conditions particulières 80
B. Garanties de base complémentaires 114
C. Service en cas de sinistre 124
II. Garanties optionnelles 127
A. Assurance conducteur 127
B. Protection juridique 131
C. Assistance panne 135
III. Dispositions communes 145
Frais administratifs 145
Cadre juridique 145
Traduction 146
Plaintes 146
Vie privée 146
Article 496 147
Datassur 147
Les conditions de la garantie de base Responsabilité civile sont intégralement dictées par la Loi. Le texte de cette garantie de base correspond donc aussi aux conditions minimales Responsabilité civile (Loi du 21 novembre 1989 A.R. 16 avril 2018).
Dispositions applicables à tout le contrat
Pour l’application du présent contrat, on entend par :
1° L’assureur : l’entreprise d’assurances avec laquelle le contrat est conclu ;
2° Le preneur d’assurance : la personne qui conclut le contrat avec l’assureur ;
3° L’assuré : toute personne dont la responsabilité est couverte par le contrat ;
4° La personne lésée: la personne qui a subi un dommage donnant lieu à l’application du
contrat ainsi que ses ayants droit ;
5° Un véhicule automoteur : véhicule destiné à circuler sur le sol et qui peut être actionné par une force mécanique sans être lié à une voie ferrée, indépendamment du type de force motrice et de la vitesse maximale ;
6° La remorque: tout véhicule équipé pour et destiné à être tiré par un autre véhicule ;
7° Le véhicule automoteur désigné:
a. le véhicule automoteur décrit dans le contrat; tout ce qui lui est attelé est considéré comme en faisant partie ;
b. la remorque non attelée décrite au contrat
8° Le véhicule automoteur assuré:
a. le véhicule automoteur désigné ;
b. conformément aux conditions et limites mentionnées dans le contrat :
- le véhicule automoteur de remplacement temporaire ;
- le véhicule automoteur désigné dont la propriété a été transférée et le véhicule automoteur qui remplace ce véhicule automoteur.
Tout ce qui est attelé aux véhicules automoteurs précités est considéré comme en faisant partie ;
9° Le sinistre: tout fait ayant causé un dommage et pouvant donner lieu à l’application du
contrat ;
10° Le certificat d’assurance: le document que l’assureur délivre au preneur d’assurance comme preuve de l’assurance, conformément à la législation en vigueur.
Xxxxxxx à déclarer obligatoirement par le preneur d’assurance lors de la conclusion du contrat
Données à déclarer
Le preneur d’assurance a l’obligation de déclarer précisément, lors de la conclusion du contrat,
toutes les circonstances qui lui sont connues et qu’il doit raisonnablement considérer comme
constituant pour l’assureur des éléments d’appréciation du risque. Toutefois, il ne doit pas déclarer à l’assureur les circonstances déjà connues de celui-ci ou que celui-ci aurait raisonnablement dû connaître. S’il n’ a point été répondu à certaines questions écrites de l’assureur et si celui-ci a néanmoins conclu le contrat, l’assureur ne peut, hormis le cas de fraude, se prévaloir ultérieurement de cette omission.
Omission ou inexactitude intentionnelles
§ 1er. Nullité du contrat
Lorsque l’omission ou l’inexactitude intentionnelles dans la déclaration des données relatives au risque induit l’assureur en erreur xxx xxx xxxxxxxx x’xxxxxxxxxxxx xx xxxxxx, x’assureur peut demander la nullité du contrat.
Xxxxxxx xx xxxxxxx xxx xxxxxxxx, xxx xxxxxx xxxxxx xxxxx’xx moment où l’assureur a eu connaissance de l’omission ou de l’inexactitude intentionnelles dans la déclaration des données relatives au risque lui sont dues.
§ 2. Recours de l’assureur
Lorsque l’omission ou l’inexactitude intentionnelles dans la déclaration des données relatives au risque induit l’assureur en erreur sur les éléments d’appréciation du risque, l’assureur dispose d’un droit de recours contre le preneur d’assurance conformément aux articles 45, 2°, 55 et 63.
Omission ou inexactitude non intentionnelles
§ 1er. Modification du contrat
Lorsque l’omission ou l’inexactitude dans la déclaration des données n’est pas intentionnelle, le contrat n’est pas nul. L’assureur propose, dans le délai d’un mois à compter du jour où il a eu connaissance de l’omission ou de l’inexactitude dans la déclaration des données, la
modification du contrat avec effet au jour où il a eu connaissance de l’omission ou de
l’inexactitude dans la déclaration des données.
§2. Résiliation du contrat
Si la proposition de modification du contrat est refusée par le preneur d’assurance ou si, au terme d’un délai d’un mois à compter de la réception de cette proposition, cette dernière n’est pas acceptée, l’assureur peut résilier le contrat dans les quinze jours, conformément aux articles 26 et 30, § 5, alinéa 1er, 1°.
Si l’assureur apporte la preuve qu’il n’aurait en aucun cas assuré le risque, il peut résilier le contrat dans le délai d’un mois à compter du jour où il a eu connaissance de l’omission ou de l’inexactitude dans la déclaration des données, conformément aux articles 26 et 30, § 5, alinéa 1er, 1°.
§ 3. Absence de réaction de l’assureur
L’assureur qui n’a pas résilié le contrat, ni proposé une modification dans les délais déterminés aux précédents paragraphes ne peut plus se prévaloir ultérieurement des faits qui lui étaient connus.
§ 4. Recours de l’assureur
Lorsque l’omission ou l’inexactitude non intentionnelles dans la déclaration des données
relatives au risque peut être reprochée au preneur d’assurance, l’assureur dispose d’un droit de recours contre le preneur d’assurance conformément aux articles 45, 3° et 63
Données à déclarer obligatoirement par le preneur d’assurance en cours de contrat
Obligation d’information dans le chef du preneur d’assurance
Le preneur d’assurance est obligé de déclarer à l’assureur :
1° le transfert de propriété entre vifs du véhicule automoteur désigné ;
2° les caractéristiques du véhicule automoteur qui remplace le véhicule automoteur désigné, hormis
celles du véhicule automoteur utilisé temporairement en remplacement visé à l’article 56; 3° l’immatriculation du véhicule automoteur désigné dans un autre pays ;
4° la mise en circulation du véhicule automoteur désigné ou tout autre véhicule automoteur pendant la période de suspension du contrat;
5° chaque changement d’adresse ;
6° les données visées aux articles 6, 7 et 8.
Aggravation sensible et durable du risque
§ 1er. Données à déclarer
En cours de contrat, le preneur d’assurance a l’obligation de déclarer, dans les conditions de l’article 2, les circonstances nouvelles ou les modifications de circonstances qui sont de
nature à entraîner une aggravation sensible et durable du risque de survenance de
l’événement assuré.
§ 2. Modification du contrat
Lorsque le risque de survenance de l’événement assuré s’est aggravé de telle sorte que, si
l’aggravation avait existé au moment de la conclusion du contrat, l’assureur n’aurait consenti l’assurance qu’à d’autres conditions, celui-ci doit, dans le délai d’un mois à compter du jour où il a eu connaissance de l’aggravation du risque, proposer la modification du contrat avec effet rétroactif au jour de l’aggravation.
§ 3. Résiliation du contrat
Si la proposition de modification du contrat est refusée par le preneur d’assurance ou si, au terme d’un délai d’un mois à compter de la réception de cette proposition, cette dernière n’est pas acceptée, l’assureur peut résilier le contrat dans les quinze jours conformément aux articles 26 et 30, § 5, alinéa 1er, 2°.
Si l’assureur apporte la preuve qu’il n’aurait en aucun cas assuré le risque aggravé, il peut résilier le contrat dans le délai d’un mois à compter du jour où il a eu connaissance de
l’aggravation du risque, conformément aux articles 26 et 30, § 5, alinéa 1er, 2°.
§ 4. Absence de réaction de l’assureur
L’assureur qui n’a pas résilié le contrat ni proposé une modification dans les délais déterminés aux précédents paragraphes ne peut plus se prévaloir ultérieurement de l’aggravation du risque.
§ 5. Recours de l’assureur
Lorsque l’omission ou l’inexactitude intentionnelles dans la déclaration des données relatives au risque induisent l’assureur en erreur xxx xxx xxxxxxxx x’xxxxxxxxxxxx xx xxxxxx, xxxxx-xx dispose d’un droit de recours contre le preneur d’assurance conformément aux articles 45, 2° et 63.
Lorsque l’omission ou l’inexactitude non intentionnelles dans la déclaration des données relatives au risque peut être reprochée au preneur d’assurance, l’assureur dispose d’un droit de recours contre le preneur d’assurance conformément aux articles 45, 3° et 63.
Diminution sensible et durable du risque
§ 1er. Modification du contrat
Lorsqu’au cours de l’exécution du contrat, le risque de survenance de l’événement assuré a diminué d’une façon sensible et durable au point que, si la diminution avait existé au moment de la conclusion du contrat, l’assureur aurait consenti l’assurance à d’autres
conditions, celui-ci accorde une diminution de la prime à due concurrence à partir du jour où il a eu connaissance de la diminution du risque.
§ 2. Résiliation du contrat
Si les deux parties ne parviennent pas à un accord sur la prime nouvelle dans un délai d’un mois à compter de la demande de diminution du preneur d’assurance, celui-ci peut résilier le contrat conformément aux articles 26 et 27, § 7.
Circonstances inconnues à la conclusion du contrat
Lorsqu’une circonstance vient à être connue en cours de contrat alors même qu’elle était inconnue des deux parties au moment de la conclusion du contrat, les articles 6 et 7 sont applicables pour autant que la circonstance soit de nature à entraîner une diminution ou une aggravation du risque assuré.
Séjour dans un autre Etat membre de l’Espace Economique Européen
Aucun séjour du véhicule automoteur désigné dans un autre Etat membre de l’Espace Economique Européen pendant la durée du contrat ne peut être considéré comme une aggravation ou une diminution du risque au sens des articles 6 et 7 et ne peut donner lieu à une modification du contrat.
Dès que le véhicule automoteur désigné est immatriculé dans un autre Etat que la Belgique, le contrat prend fin de plein droit.
Modifications concernant le véhicule automoteur désigné
Transfert de propriété
§ 1er. Transfert de propriété entre vifs sans remplacement du véhicule automoteur désigné
Si lors du transfert de propriété entre vifs du véhicule automoteur désigné, ce véhicule automoteur n’est pas remplacé dans un délai de seize jours à compter du lendemain du transfert ou, si dans ce délai, le remplacement n’est pas déclaré, le contrat est suspendu à compter du lendemain de l’expiration du délai précité et les articles 23 à 25 inclus sont appliqués.
La prime reste acquise à l’assureur jusqu’au moment où le transfert de propriété est porté à
sa connaissance.
Lorsque le véhicule automoteur transféré prend part à la circulation sous la marque d’immatriculation qu’il portait avant le transfert, même illicitement, la couverture reste acquise pour ce véhicule automoteur pendant le délai précité de seize jours pour autant qu’aucune autre assurance ne couvre le même risque.
L’assureur peut cependant exercer un recours conformément aux articles 44 et 48 si le
dommage est occasionné par un assuré autre que :
1° le preneur d’assurance ;
2° toutes les personnes qui habitent sous le même toit que le preneur d’assurance en ce compris ceux qui, pour les besoins de leurs études, séjournent en dehors de la résidence principale du preneur d’assurance.
Lorsqu’il s’agit d’une personne morale, le preneur d’assurance visé à l’alinéa précédent
est le conducteur autorisé.
§2. Transfert de propriété entre vifs avec remplacement du véhicule automoteur désigné par un véhicule automoteur qui n’est pas la propriété du preneur d’assurance ou du propriétaire du véhicule automoteur transféré
En cas de remplacement du véhicule automoteur transféré par un véhicule automoteur qui n’appartient pas au preneur d’assurance ou au propriétaire du véhicule automoteur transféré, les dispositions du paragraphe 1er s’appliquent pour le véhicule automoteur transféré.
Pour le véhicule automoteur qui vient en remplacement, le contrat n’offre aucune couverture sauf accord entre l’assureur et le preneur d’assurance.
§ 3. Transfert de propriété entre vifs avec remplacement du véhicule automoteur désigné par un véhicule automoteur qui est la propriété du preneur d’assurance ou du propriétaire du véhicule automoteur transféré
Si lors du transfert de propriété entre vifs du véhicule automoteur désigné, ce véhicule automoteur est remplacé avant la suspension du contrat par un véhicule automoteur qui appartient au preneur d’assurance ou au propriétaire du véhicule automoteur transféré, la couverture reste acquise pour le véhicule automoteur transféré conformément au paragraphe 1er pendant un délai de seize jours à compter du lendemain du transfert de propriété du véhicule automoteur désigné.
Cette même couverture de seize jours est également acquise à tous les assurés pour le véhicule automoteur qui vient en remplacement et qui prend part à la circulation sous la marque d’immatriculation du véhicule automoteur transféré, même illicitement.
Ces couvertures sont acquises sans aucune déclaration.
En cas de déclaration du remplacement du véhicule automoteur dans le délai précité de seize jours le contrat subsiste aux conditions d’assurance, en ce compris le tarif, en vigueur auprès de l’assureur au moment du remplacement et en fonction du nouveau risque.
Si le preneur d’assurance n’accepte pas les conditions d’assurance en ce compris la prime, il
doit résilier le contrat conformément aux articles 26 et 27, § 9.
Si l’assureur apporte la preuve que le nouveau risque présente des caractéristiques qui n’entrent pas dans ses critères d’acceptation en vigueur au moment du remplacement du véhicule automoteur, il peut résilier le contrat conformément aux articles 26 et 30, § 11.
En cas de résiliation, les conditions d’assurance, en ce compris la prime, qui étaient en vigueur avant le remplacement du véhicule automoteur restent applicables jusqu’à la prise d’effet de la résiliation.
§ 4. Transfert de propriété du véhicule automoteur désigné au décès du preneur d’assurance
En cas de transfert de propriété du véhicule automoteur désigné au décès du preneur
d’assurance, le contrat subsiste conformément à l’article 22.
Vol ou détournement
§ 1er. Vol ou détournement du véhicule automoteur désigné sans remplacement
Si le véhicule automoteur désigné est volé ou détourné et non remplacé, le preneur
d’assurance peut demander de suspendre le contrat. Dans ce cas, la suspension prend effet à
la date de la demande mais au plus tôt à l’expiration du délai de seize jours à compter du
lendemain du vol ou du détournement et les articles 23 à 25 inclus sont appliqués.
La prime reste acquise à l’assureur jusqu’à la prise d’effet de la suspension.
Si la suspension n’est pas demandée, la couverture reste acquise pour le véhicule automoteur volé ou détourné sauf pour les dommages occasionnés par les personnes qui se sont rendues maîtres du véhicule automoteur assuré par vol, violence ou par suite de recel.
§ 2. Vol ou détournement du véhicule automoteur désigné avec remplacement par un véhicule
automoteur qui n’est pas la propriété du preneur d’assurance
En cas de remplacement du véhicule automoteur volé ou détourné par un véhicule automoteur qui n’appartient pas au preneur d’assurance ou au propriétaire du véhicule automoteur volé ou détourné le paragraphe 1ers’applique.
Pour le véhicule automoteur qui vient en remplacement, le présent contrat n’offre aucune couverture sauf accord entre l’assureur et le preneur d’assurance.
§ 3. Vol ou détournement du véhicule automoteur désigné avec remplacement par un véhicule automoteur qui est la propriété du preneur d’assurance
Si le véhicule automoteur désigné est volé ou détourné et si, avant la suspension du contrat, il est remplacé par un véhicule automoteur qui appartient au preneur d’assurance ou au propriétaire du véhicule automoteur volé ou détourné, la couverture reste acquise pour le véhicule automoteur volé ou détourné, sauf pour les dommages occasionnés par les personnes qui se sont rendues maîtres du véhicule automoteur assuré par vol, violence ou par suite de recel. En cas de résiliation du contrat, cette couverture prend fin à la prise d’effet de la résiliation du contrat.
En cas de déclaration du remplacement du véhicule automoteur, le contrat subsiste pour le véhicule automoteur qui remplace le véhicule automoteur volé ou détourné aux conditions d’assurance, en ce compris le tarif, en vigueur auprès de l’assureur au moment du remplacement du véhicule automoteur et en fonction du nouveau risque.
Si le preneur d’assurance n’accepte pas les conditions d’assurance, en ce compris la prime, il doit résilier le contrat conformément aux articles 26 et 27, § 9.
Si l’assureur apporte la preuve que le nouveau risque présente des caractéristiques qui n’entrent pas dans ses critères d’acceptation en vigueur au moment du remplacement du véhicule automoteur, il peut résilier le contrat conformément aux articles 26 et 30, § 11.
En cas de résiliation, les conditions, en ce compris la prime, qui étaient en vigueur avant le remplacement du véhicule automoteur restent applicables jusqu’à la prise d’effet de la résiliation.
Autres situations de disparition du risque
§ 1er. Disparition du risque sans remplacement du véhicule automoteur désigné
Si le risque n’existe plus et si le véhicule automoteur désigné n’est pas remplacé, le preneur d’assurance peut demander de suspendre le contrat. Dans ce cas, la suspension prend effet à la date de la déclaration et les articles 23 à 25 inclus sont appliqués, sauf dans les cas de
transfert de propriété, vol ou détournement du véhicule automoteur désigné visés aux articles 10 et 11.
§ 2. Disparition du risque avec remplacement du véhicule automoteur désigné par un véhicule
automoteur qui n’est pas la propriété du preneur d’assurance
Après la déclaration du remplacement du véhicule automoteur désigné par un véhicule automoteur qui n’appartient pas au preneur d’assurance ou au propriétaire du véhicule automoteur désigné avant la suspension du contrat, le contrat n’offre aucune couverture sauf accord entre l’assureur et le preneur d’assurance.
§ 3. Disparition du risque avec remplacement du véhicule automoteur désigné par un véhicule
automoteur qui est la propriété du preneur d’assurance
Après la déclaration du remplacement du véhicule automoteur désigné par un véhicule automoteur qui appartient au preneur d’assurance ou au propriétaire du véhicule automoteur désigné avant la suspension du contrat, la couverture n’est transférée au profit du véhicule automoteur qui vient en remplacement qu’au moment souhaité par le preneur d’assurance. Au même moment, la couverture du véhicule automoteur désigné prend fin.
En ce qui concerne le véhicule automoteur qui vient en remplacement, le contrat subsiste aux conditions d’assurance, en ce compris le tarif, en vigueur chez l’assureur au moment du remplacement et en fonction de ce nouveau risque.
Si le preneur d’assurance n’accepte pas les conditions d’assurance, en ce compris la prime, il
doit résilier le contrat conformément aux articles 26 et 27, § 9.
Si l’assureur apporte la preuve que le nouveau risque présente des caractéristiques qui n’entrent pas dans ses critères d’acceptation en vigueur au moment du remplacement du véhicule automoteur, il peut résilier le contrat conformément aux articles 26 et 30, § 11.
En cas de résiliation, les conditions d’assurance, en ce compris la prime, qui étaient en
vigueur avant le remplacement du véhicule automoteur restent applicables jusqu’à la prise d’effet de la résiliation.
Contrat de bail
Les dispositions de l’article 10 sont également applicables en cas d’extinction des droits du preneur d’assurance sur le véhicule automoteur désigné qu’il a reçu en exécution d’un contrat de bail ou d’un contrat analogue.
Réquisition par les autorités
En cas de réquisition en propriété ou en location du véhicule automoteur désigné, le contrat est suspendu par le seul fait de la prise de possession du véhicule automoteur par les autorités requérantes.
Les deux parties peuvent résilier le contrat conformément aux articles 26 et 27, § 8 ou 30, §8
Xxxxx. -Prime - Modification de la prime et des conditions d’assurance
Durée du contrat
§ 1er. Durée maximale
La durée du contrat ne peut excéder un an.
§ 2. Reconduction tacite
Sauf si l’une des parties s’y oppose au moins trois mois avant l’arrivée du terme du contrat conformément aux articles 26, 27, § 2 et 30, § 2, le contrat est reconduit tacitement pour des périodes successives d’un an.
§ 3. Court terme
Les contrats d’une durée inférieure à un an ne sont pas reconduits tacitement, sauf
convention contraire.
Paiement de la prime
La prime, majorée des taxes et contributions, est payable au plus tard à la date d’échéance de la prime, sur demande de l’assureur.
Si la prime n’est pas directement payée à l’assureur, est libératoire le paiement de la prime fait au
tiers qui le requiert et qui apparaît comme le mandataire de l’assureur pour le recevoir.
Le certificat d’assurance
Dès que la couverture d’assurance est accordée au preneur d’assurance, l’assureur lui délivre un certificat d’assurance justifiant l’existence du contrat.
Le certificat d’assurance n’est pas valable en cas d’annulation du contrat et cesse de l’être dès la fin du contrat ou dès la prise d’effet de la résiliation ou de la suspension du contrat.
Défaut de paiement de la prime
§ 1er. Mise en demeure
En cas de défaut de paiement de la prime à la date d’échéance, l’assureur peut suspendre la couverture ou résilier le contrat à condition que le preneur d’assurance ait été mis en
demeure, soit par exploit d’huissier, soit par envoi recommandé.
§ 2. Suspension de la garantie
La suspension de la garantie prend effet à l’expiration du délai mentionné dans la mise en demeure mais qui ne peut pas être inférieur à quinze jours à compter du lendemain de la signification ou du lendemain du dépôt de l’envoi recommandé.
Si la garantie a été suspendue, le paiement par le preneur d’assurance des primes échues, comme spécifié dans la dernière mise en demeure ou décision judiciaire, met fin à cette suspension.
La suspension de la garantie ne porte pas préjudice au droit de l’assureur de réclamer les primes qui viennent ultérieurement à échéance à condition que le preneur d’assurance ait
été mis en demeure conformément au paragraphe 1er et que la mise en demeure rappelle la
suspension de la garantie. Le droit de l’assureur est toutefois limité aux primes afférentes à
deux années consécutives.
§ 3. Recours de l’assureur
En cas de suspension de la garantie pour défaut de paiement de la prime, l’assureur dispose d’un droit de recours contre le preneur d’assurance conformément aux articles 44, 45, 1°, 55 et 63.
§ 4. Résiliation du contrat
En cas de défaut de paiement de la prime, l’assureur peut résilier le contrat conformément aux
articles 26 et 30, § 3.
Modification de la prime
Si l’assureur augmente la prime, le preneur d’assurance peut résilier le contrat conformément aux
articles 26 et 27, § 3.
La communication de l’adaptation de la prime a lieu conformément à la législation en vigueur.
Si le montant de la prime est modifié conformément à une disposition claire et précise du contrat d’assurance, le preneur d’assurance ne dispose pas d’un droit de résiliation. Cette disposition ne porte pas atteinte au droit de résiliation prévu à l’article 27, §§ 7 et 9.
Modification des conditions d’assurance
§ 1er. Modification des conditions d’assurance en faveur du preneur d’assurance, de l’assuré ou de tout tiers impliqué dans l’exécution du contrat
L’assureur peut modifier les conditions d’assurance entièrement au profit du preneur
d’assurance, de l’assuré ou de tout tiers impliqué dans l’exécution du contrat.
Lorsque la prime augmente, le preneur d’assurance peut résilier le contrat conformé
mentaux articles 26 et 27, § 3.
§ 2. Modification de dispositions susceptible d’avoir une influence sur la prime ou la franchise
Si l’assureur modifie les conditions d’assurance relatives à la modification de la prime en fonction des sinistres qui se sont produits, ou celles relatives à la franchise, et que cette modification n’est pas entièrement en faveur du preneur d’assurance ou de l’assuré, le preneur peut résilier le contrat conformément aux articles 26 et 27, § 3.
Si la franchise est modifiée conformément à une disposition claire et précise du contrat
d’assurance, le preneur d’assurance ne dispose pas d’un droit de résiliation.
§ 3. Modification conformément à une décision législative d’une autorité
Si l’assureur modifie les conditions d’assurance conformément à une décision législative d’une autorité, il en informe clairement le preneur d’assurance.
Lorsque la modification entraîne une majoration de la prime, ou si la modification n’est pas uniforme pour tous les assureurs, le preneur d’assurance peut résilier le contrat conformément aux articles 26 et 27, § 3.
A défaut d’une information claire, c’est la garantie la plus étendue, résultant de la législation qui est d’application et le preneur d’assurance peut résilier le contrat conformément aux articles 26 et 27, § 3.
L’assureur peut résilier le contrat conformément aux articles 26 et 30, § 7 s’il apporte la preuve qu’il n’aurait en aucun cas assuré le risque résultant du nouveau cadre légal.
§ 4. Autres modifications
Si l’assureur propose d’autres modifications que celles visées aux §§ 1 et 3, il en informe
clairement le preneur d’assurance.
Le preneur d’assurance peut résilier le contrat conformément aux articles 26 et 27, § 3.
Le preneur d’assurance dispose également d’un droit de résiliation s’il n’a pas reçu une information claire de l’assureur au sujet de la modification.
§ 5. Mode de communication
La communication de la modification des conditions d’assurance et de la prime a lieu
conformément à la législation en vigueur.
Faillite du preneur d’assurance
§ 1er. Maintien du contrat
En cas de faillite du preneur d’assurance, le contrat subsiste au profit de la masse des
créanciers qui devient débitrice envers l’assureur du montant des primes à échoir à partir de
la déclaration de la faillite.
§ 2. Résiliation du contrat
Le curateur de la faillite et l’assureur ont le droit de résilier le contrat conformément aux articles 26, 28 et 30, § 9.
Décès du preneur d’assurance
§ 1er. Maintien du contrat
En cas de décès du preneur d’assurance, le contrat subsiste au profit des héritiers qui sont
tenus au paiement des primes.
Lorsque le véhicule automoteur désigné est attribué en pleine propriété à l’un des héritiers ou à un légataire du preneur d’assurance, le contrat subsiste en sa faveur.
§ 2. Résiliation du contrat
Les héritiers peuvent résilier le contrat conformément aux articles 26 et 29, alinéa 1er.
L’héritier ou le légataire qui a reçu le véhicule automoteur désigné en pleine propriété peut
résilier le contrat conformément aux articles 26 et 29, alinéa 2.
L’assureur peut résilier le contrat conformément aux articles 26 et 30, § 10.
Suspension du contrat
Opposabilité de la suspension
La suspension du contrat est opposable à la personne lésée.
Remise en circulation du véhicule automoteur désigné
Lors de la déclaration de la remise en circulation du véhicule automoteur désigné, le contrat est
remis en vigueur aux conditions d’assurance, en ce compris le tarif, en vigueur à ce moment.
Lors de la remise en vigueur du contrat la portion de prime non-absorbée vient en compensation de la nouvelle prime.
Si les conditions d’assurance ont été modifiées ou si la prime a été augmentée, le preneur d’assurance peut résilier le contrat conformément aux articles 26 et 27, § 3.
En cas de résiliation, les conditions d’assurance, en ce compris la prime, qui étaient applicables avant la suspension du contrat restent valables jusqu’à la prise d’effet de la résiliation.
Art. 25. Mise en circulation de tout autre véhicule automoteur
Lors de la déclaration de la mise en circulation de tout autre véhicule automoteur qui appartient au preneur d’assurance ou au propriétaire du véhicule automoteur désigné auparavant, le contrat est remis en vigueur aux conditions d’assurance, en ce compris le tarif, en vigueur à ce moment et en fonction du nouveau risque.
Lors de la remise en vigueur du contrat la portion de prime non-absorbée vient en compensation de la nouvelle prime.
Si le preneur d’assurance n’accepte pas les conditions d’assurance, en ce compris la prime, il doit
résilier le contrat conformément aux articles 26 et 27, § 9.
Si l’assureur apporte la preuve que le nouveau risque présente des caractéristiques qui n’entrent pas dans ses critères d’acceptation en vigueur au moment de la demande de remise en vigueur ducontrat, il peut résilier le contrat conformément aux articles 26 et 30, § 11.
En cas de résiliation, les conditions d’assurance,en ce compris la prime, qui étaient en vigueur avant la suspension du contrat restent applicables jusqu’à la prise d’effet de la résiliation.
Fin du contrat
Modalités de résiliation
§ 1er. Forme de la résiliation
La résiliation se fait par exploit d’huissier de justice, par envoi recommandé ou par remise de
la lettre de résiliation contre récépissé.
La résiliation pour défaut de paiement de la prime ne peut se faire par remise de la lettre de résiliation contre récépissé.
§ 2. Prise d’effet de la résiliation
Sauf mention contraire aux articles 27 et 30, la résiliation prend effet à l’expiration d’un délai d’un mois à compter du lendemain de la signification par exploit d’huissier ou, dans le cas d’un envoi recommandé, à compter du lendemain de son dépôt ou à compter du lendemain de la date du récépissé.
§ 3. Crédit de prime
La portion de prime afférente à la période postérieure à la date de prise d’effet de la
résiliation est remboursée par l’assureur dans un délai de trente jours à compter de la prise d’effet de la résiliation.
Facultés de résiliation pour le preneur d’assurance
§ 1er. Avant la prise d’effet du contrat
Le preneur d’assurance peut résilier le contrat lorsque, entre la date de sa conclusion et celle de sa prise d’effet s’écoule un délai supérieur à un an. Cette résiliation doit être notifiée au plus tard trois mois avant la prise d’effet du contrat.
La résiliation prend effet à la date de prise d’effet du contrat.
§ 2. A la fin de chaque période d’assurance
Le preneur d’assurance peut résilier le contrat à la fin de chaque période d’assurance mais au
plus tard trois mois avant la date de son échéance. La résiliation prend effet à la date de cette échéance.
§ 3. Modification des conditions d’assurance et de la prime
Le preneur d’assurance peut résilier le contrat en cas de modification, visée aux articles 19 et
20, de la prime, des conditions d’assurance ou de la franchise.
Le preneur d’assurance peut également résilier le contrat s’il n’a reçu aucune information claire de l’assureur au sujet de la modification visée à l’article 20.
§ 4. Après sinistre
Le preneur d’assurance peut résilier le contrat après un sinistre pour lequel des indemnités en faveur des personnes lésées ont été payées ou devront être payées, à l’exception des paiements effectués conformément à l’article 50.
La résiliation doit s’effectuer au plus tard un mois après le paiement de l’indemnité. La
résiliation prend effet à l’expiration d’un délai de trois mois à compter du lendemain de la signification par exploit d’huissier ou du lendemain de la date du récépissé ou, dans le cas d’un envoi recommandé à compter du lendemain de son dépôt.
§ 5. Changement d’assureur
Le preneur d’assurance peut résilier le contrat en cas de cession par l’assureur de droits et
obligations résultant du contrat.
La résiliation doit s’effectuer dans un délai de trois mois à compter de la publication au Moniteur belge de la décision de la Banque nationale de Belgique d’approbation de la cession.
La résiliation prend effet à l’expiration d’un délai d’un mois à compter du lendemain de la signification par exploit d’huissier ou du lendemain de la date du récépissé ou, dans le cas d’un envoi recommandé, à compter du lendemain de son dépôt, ou à la date d’échéance annuelle de la prime lorsque celle-ci se situe avant l’expiration du délai d’un mois précité.
Cette faculté de résiliation ne s’applique pas aux fusions et scissions d’entreprises d’assurances, ni aux cessions effectuées dans le cadre d’un apport de la généralité des biens ou d’une branche d’activité, ni aux autres cessions entre assureurs qui font partie d’un même ensemble consolidé.
§ 6. Cessation des activités de l’assureur
Le preneur d’assurance peut résilier le contrat en cas de faillite, réorganisation judicaire ou retrait d’agrément de l’assureur.
§ 7. Diminution du risque
Le preneur d’assurance peut résilier le contrat si en cas de diminution du risque aucun accord n’est intervenu sur le montant de la nouvelle prime dans le mois de la demande de diminution de prime.
§ 8. Réquisition par les autorités
Le preneur d’assurance peut résilier le contrat, lorsque celui-ci est suspendu en raison du fait que le véhicule automoteur désigné est réquisitionné en propriété ou en location par les autorités.
§9. Remplacement de véhicule automoteur ou remise en vigueur du contrat suspendu
Lorsqu’en cas de changement de véhicule automoteur ou de remise en vigueur du contrat suspendu, le preneur d’assurance n’accepte pas les conditions d’assurance, en ce compris la prime, il doit résilier le contrat dans un délai d’un mois à compter de la réception de la notification de ces conditions.
§ 10. Police combinée
Lorsque l’assureur résilie une ou plusieurs garanties autres que celles visées aux articles 38,50, 56 à 59 inclus, le preneur d’assurance peut résilier le contrat dans son ensemble.
Résiliation par le curateur
Le curateur peut résilier le contrat dans les trois 3 mois qui suivent la déclaration de la faillite.
Art. 29.
Résiliation par les héritiers ou légataire
Les héritiers du preneur d’assurance peuvent résilier le contrat dans les trois mois et quarante jours
qui suivent le décès du preneur d’assurance.
À l’héritier ou légataire du preneur d’assurance à qui le véhicule automoteur désigné est attribué en pleine propriété, peut résilier le contrat dans le mois à compter du jour de l’attribution du véhicule
automoteur. Ce délai d’un mois ne porte pas préjudice à l’application du délai de trois mois et
quarante jours.
Facultés de résiliation pour l’assureur
§ 1er. Avant la prise d’effet du contrat
L’assureur peut résilier le contrat lorsque, entre la date de sa conclusion et celle de sa prise d’effet s’écoule un délai supérieur à un an. Cette résiliation doit être notifiée au plus tard trois mois avant la prise d’effet du contrat.
La résiliation prend effet à la date de prise d’effet du contrat.
§ 2. A la fin de chaque période d’assurance
L’assureur peut résilier le contrat à la fin de chaque période d’assurance mais au plus tard
trois mois avant la date de son échéance.
La résiliation prend effet à la date de cette échéance.
§ 3. En cas de défaut de paiement de la prime
L’assureur peut résilier le contrat pour défaut de paiement de la prime, même sans suspension préalable de la garantie, pour autant que le preneur d’assurance ait été mis en demeure.
La résiliation prend effet à l’expiration du délai mentionné dans la mise en demeure mais au plus tôt quinze jours à compter du lendemain de la signification ou, dans le cas d’un envoi recommandé, à compter du lendemain de son dépôt.
L’assureur peut suspendre son obligation de garantie et résilier le contrat s’il en a disposé
ainsi dans la même mise en demeure.
Dans ce cas, la résiliation prend effet à l’expiration du délai déterminé par l’assureur mais au
plus tôt quinze jours à compter du premier jourde la suspension de la garantie.
Lorsque l’assureur a suspendu son obligation de garantie et que le contrat n’a pas été résilié dans la même mise en demeure, la résiliation ne peut intervenir que moyennant une nouvelle mise en demeure.
Dans ce cas la résiliation prend effet à l’expiration du délai mentionné dans la mise en demeure mais au plus tôt quinze jours compter du lendemain de la signification ou, dans le cas d’un envoi recommandé, à compter du lendemain de son dépôt.
§ 4. Après sinistre
1° L’assureur ne peut résilier le contrat après sinistre que s’il a payé ou devra payer des indemnités en faveur des personnes lésées, à l’exception des paiements effectués en application de l’article 50.
La résiliation doit s’effectuer au plus tard un mois après le paiement de l’indemnité.
La résiliation prend effet à l’expiration d’un délai de trois mois à compter du lendemain de la date de la signification par exploit d’huissier ou du lendemain de la date de l’accusé de
réception ou, dans le cas d’un envoi recommandé, à compter du lendemain de son dépôt.
La résiliation après sinistre d’une ou plusieurs garanties autres que celles visées aux articles 38,50, 56 à 59 inclus, ne donne pas le droit à l’assureur de résilier ces garanties.
2° L’assureur peut, en tous temps, résilier le contrat après sinistre, lorsque le preneur d’assurance ou l’assuré a manqué à l’une des obligations nées de la survenance du sinistre dans l’intention de tromper l’assureur, dès que l’assureur a déposé plainte contre une de ces personnes devant un juge d’instruction avec constitution de partie civile ou l’ait cité devant la juridiction du jugement, sur la base des articles 193, 196, 197, 496 ou 510 à 520 du Code pénal. L’assureur est tenu de réparer le dommage résultant de cette résiliation s’il s’est désisté de son action ou si l’action publique a abouti à un non-lieu ou à un acquittement.
La résiliation prend effet au plus tôt un mois à compter du lendemain de la signification, du lendemain de la date du récépissé ou du lendemain de la date du dépôt d’un envoi recommandé.
§ 5. Omission, inexactitude dans la déclaration et aggravation du risque
L’assureur peut résilier le contrat en cas :
1° d’omission ou d’inexactitude non intentionnelles dans la déclaration des données
relatives au risque lors de la conclusion du contrat visée à l’article 4 ;
2° d’aggravation sensible et durable du risque en cours du contrat visée à l’article 6.
§ 6. Exigences techniques du véhicule automoteur
L’assureur peut résilier le contrat lorsque :
1° le véhicule automoteur n’est pas conforme à la réglementation sur les conditions techniques auxquelles doivent répondre les véhicules automoteurs ;
2° le véhicule automoteur, soumis au contrôle technique, n’est pas ou n’est plus muni d’un
certificat de visite valable.
§ 7. Nouvelles dispositions légales
L’assureur peut résilier le contrat s’il apporte la preuve qu’il n’aurait en aucun cas assuré le risque résultant de la modification des conditions d’assurance conformément à une décision de l’autorité visée à l’article 20.
§ 8. Réquisition par les autorités
L’assureur peut résilier le contrat lorsque celui-ci est suspendu en raison du fait que le véhicule automoteur désigné est réquisitionné en propriété ou en location par les autorités.
§ 9. Faillite du preneur d’assurance
L’assureur peut résilier le contrat en cas de faillite du preneur d’assurance au plus tôt trois
mois après la déclaration de faillite.
§ 10. Décès du preneur d’assurance
L’assureur peut résilier le contrat après le décès du preneur d’assurance dans les trois mois à
compter du jour où l’assureur en a eu connaissance.
§ 11. Remplacement de véhicule automoteur ou remise en vigueur du contrat suspendu
Si l’assureur apporte la preuve que le nouveau risque présente des caractéristiques qui n’entrent pas dans ses critères d’acceptation en vigueur au moment du remplacement ou de la remise en vigueur, il peut résilier le contrat dans un délai d’un mois à compter du jour où il a eu connaissance des caractéristiques du nouveau risque.
Fin du contrat après suspension
Si le contrat suspendu n’est pas remis en vigueur avant sa date d’échéance, il prend fin à cette date d’échéance.
Si la suspension du contrat prend effet dans les trois mois qui précèdent la date d’échéance, le contrat prend fin à la date d’échéance suivante.
La portion de prime non-absorbée est remboursée dans un délai de trente jours à partir de la date
d’échéance finale du contrat.
Déclaration d’un sinistre
§ 1er. Délai de déclaration
Tout sinistre doit être déclaré par écrit immédiatement et au plus tard dans les huit jours de sa survenance, à l’assureur ou à toute autre personne désignée à cette fin dans le contrat. L’assureur ne peut cependant invoquer le non-respect de ce délai si cette déclaration a été effectuée aussi rapidement que cela pouvait raisonnablement se faire.
Cette obligation incombe à tous les assurés.
§ 2. Contenu de la déclaration
La déclaration de sinistre doit indiquer dans la mesure du possible les causes, les circonstances et les conséquences probables du sinistre, de même que le nom, le prénom et le domicile des témoins et des personnes lésées. La déclaration s’effectue pour autant que possible sur le formulaire mis à la disposition du preneur d’assurance par l’assureur.
§ 3. Informations complémentaires
Le preneur d’assurance et les autres assurés fournissent sans retard à l’assureur, ou à toute autre personne désignée à cette fin dans le contrat, tous les renseignements et documents utiles demandés par celui-ci. L’assuré transmet à l’assureur ou à toute autre personne désignée à cette fin dans le contrat, toutes citations et généralement tous les actes
judiciaires ou extrajudiciaires dans les 48 heures de leur remise ou signification à l’assuré.