ALGEMENE VOORWAARDEN VAN LEVERING (AVvL)
ALGEMENE VOORWAARDEN VAN LEVERING (AVvL)
Artikel 1: DE OVEREENKOMST EN VOORWAARDEN
1. De overeenkomst wordt schriftelijk gesloten. De overeenkomst vermeldt de toepasselijkheid van deze Algemene Voorwaarden van Levering (AVvL).
2. Daar waar in de overeenkomst en deze voorwaarden wordt gesproken van ‘schriftelijk’ dient daar mede onder te worden verstaan ‘langs elektronische weg’.
Artikel 2: WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN EN BESCHIKKINGEN VAN OVERHEIDSWEGE
1. Leverancier wordt geacht bekend te zijn met de voor de uitvoering van het werk van belang zijnde wettelijke voorschriften en beschikkingen van overheidswege, voorzover deze op de dag van de prijsaanbieding in werking zijn getreden. De aan de naleving van deze voorschriften en beschikkingen verbonden gevolgen zijn voor zijn rekening.
2. De gevolgen van de naleving van wettelijke voorschriften of beschikkingen van overheidswege, die na de dag van de prijsaanbieding in werking treden, komen voor rekening van aannemer, tenzij redelijkerwijs moet worden aangenomen dat leverancier die gevolgen reeds op de dag van de prijsaanbieding had kunnen voorzien.
Artikel 3: SPECIFIEKE BEPALINGEN BETREFFENDE LEVERANCIER
1. Leverancier verstrekt voorafgaand aan of bij het sluiten van de overeenkomst:
a. een kopie van een recent uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel van de onderneming;
b. zijn btw-identificatienummer en (indien van toepassing) loonheffingennummer;
2. De leverancier is gehouden zijn wettelijke verplichtingen tot afdracht loonbelasting en sociale premies, voorzover direct en indirect verband houdend met het aan hem opgedragen werk, na te komen.
Artikel 4: VERPLICHTINGEN VAN AANNEMER
1. Tenzij anders in overeengekomen zorgt aannemer ervoor dat leverancier tijdig kan beschikken:
a. over de voor de opzet van het werk benodigde gegevens en publiekrechtelijke en privaatrechtelijke toestemmingen;
b. over het gebouw, het terrein of het water waarin of waarop het werk moet worden uitgevoerd;
c. over voldoende gelegenheid voor aanvoer, opslag en/of afvoer van bouwstoffen en hulpmiddelen;
d. over aansluitingsmogelijkheden voor elektrische machines, verlichting, verwarming en water.
2. De voor de uitvoering van het werk benodigde elektriciteit, gas en water alsmede voor eventuele precario zijn voor rekening van aannemer tenzij anders is overeengekomen.
Artikel 5: VERPLICHTINGEN VAN LEVERANCIER
1. De leverancier is verplicht het werk goed en deugdelijk en naar de bepalingen van de overeenkomst uit te voeren. Hij dient het werk zodanig uit te voeren, dat daardoor schade aan personen, goederen of milieu zoveel mogelijk wordt beperkt.
2. De levering van het werk moet zodanig zijn, dat de totstandkoming van het werk binnen de
overeengekomen termijn verzekerd is.
3. Indien de aard van het werk hiertoe aanleiding geeft, stelt leverancier zich voor aanvang van het werk op de hoogte van de ligging van kabels en leidingen en de locatie waar het werk zal worden uitgevoerd.
4. Leverancier is verplicht aannemer te wijzen op onvolkomenheden in door of namens aannemer voorgeschreven constructies en werkwijzen en in door of namens aannemer gegeven orders en aanwijzingen, alsmede op gebreken in door de aannemer ter beschikking gestelde of voorgeschreven bouwstoffen en hulpmiddelen, voor zover de leverancier deze kende of redelijkerwijs behoorde te kennen.
5. Het is de leverancier niet toegestaan vanaf het totstandkomen van de overeenkomst van levering aan
de opdrachtgever van de aannemer prijsaanbiedingen te doen voor werk dat te beschouwen is als een uitbreiding of wijziging van het werk van de aannemer, behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van de aannemer.
6. Leverancier mag het werk niet geheel of ten dele aan een ander overdragen, behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van aannemer.
7. Zonder schriftelijke toestemming van aannemer is het leverancier niet toegestaan om het werk geheel of ten dele aan anderen over te dragen. De toestemming zal niet mogen worden onthouden op oneigenlijke gronden. In het geval waarin aannemer toestemming verleent, is leverancier gehouden de bepalingen waaronder de overeenkomst van levering is aangegaan van toepassing te verklaren op de rechtsverhouding tussen leverancier en de door hem ingeschakelde derde. Ook bij inschakeling van derden blijft leverancier jegens de aannemer ten volle verantwoordelijk voor het werk.
8. Leverancier dient zich bij uitvoering van deze overeenkomst te houden aan geldende wet- en regelgeving, de van toepassing zijnde cao en de afspraken die zij heeft gemaakt in individuele arbeidsovereenkomsten. Leverancier dient, met in achtneming van het bepaalde in het vorige lid, bij inschakeling van derden of ondernemingen die arbeidskrachten ter beschikking stellen, te bedingen dat zij gehouden zijn tot naleving van de geldende wet- en regelgeving, de van toepassing zijnde cao en alle afspraken die gemaakt zijn in de individuele arbeidsovereenkomsten. Hij bedingt tevens dat ook deze partijen vervolgens bedoelde verplichtingen onverkort opleggen aan alle partijen met wie zij op hun beurt contracten aangaan.
9. Leverancier legt alle arbeidsvoorwaardelijke afspraken ten behoeve van de uitvoering van het werk op een inzichtelijke en toegankelijke wijze vast.
10.Leverancier houdt zich te allen tijde aan de Arbowet en –regelgeving, het V&G-plan, en aan de van toepassing zijnde bouwplaatsregels van de aannemer. Leverancier informeert zijn werknemers en ingeschakelde hulppersonen over deze regels.
11.Tenzij partijen anders zijn overeengekomen draagt leverancier zorg voor:
a. alle voor de uitvoering noodzakelijke zaken, zoals: opslagterrein/afsluitbare ruimten, horizontaal transport, verticaal transport, hulpmiddelen, hulpwerken, aansluitpunten nutsvoorzieningen;
b. het verwijderen van afval dat ontstaat bij de uitvoering van het aan leverancier opgedragen werk;
c. de vervaardiging van (werk)tekeningen met betrekking tot het aan leverancier opgedragen werk;
d. het verrichten van maatvoering.
Artikel 6: MEER EN MINDER WERK
1. In geval van door de aannemer gewenste wijzigingen van de overeenkomst dan wel van de voorwaarden van uitvoering kan leverancier slechts dan een verhoging van de prijs vorderen, wanneer hij aannemer tijdig heeft gewezen op de noodzaak van een daaruit voortvloeiende prijsverhoging, tenzij aannemer die noodzaak uit zichzelf had moeten begrijpen.
2. Wijzigingen van de overeenkomst dan wel van de voorwaarden van uitvoering zullen – behoudens spoedeisende omstandigheden – schriftelijk worden overeengekomen.
Artikel 7: FACTUREN, EINDAFREKENING, BETALING EN OPSCHORTING
1. Met inachtneming van het in de volgende leden bepaalde geschiedt betaling
van een factuur uitsluitend wanneer die aan de in de overeenkomst aangegeven eisen voldoet.
2. Indien betaling in termijnen is overeengekomen, zendt leverancier telkens bij of na het verschijnen van een betalingstermijn de desbetreffende termijnfactuur aan aannemer toe.
3. Een door leverancier in te dienen factuur dient te voldoen aan de eisen die de Wet op de Omzetbelasting daaraan stelt.
4. Indien in de overeenkomst is bepaald dat aan een factuur een document dient te zijn gehecht waaruit blijkt dat de gefactureerde prestatie is geleverd, dient aannemer tot afgifte van dat document over te gaan uiterlijk vier dagen nadat bij een opneming ter gelegenheid van het verschijnen van een termijn is geconstateerd dat de desbetreffende prestatie is geleverd.
5. Leverancier dient uiterlijk twee weken na de dag waarop het werk gereed is zijn eindafrekening bij de aannemer in te dienen.
6. Indien het uitgevoerde werk niet voldoet aan de overeenkomst heeft aannemer het recht de betaling geheel of gedeeltelijk op te schorten. Het met de opschorting gemoeide bedrag dient in redelijke verhouding te staan tot de tekortkoming. Aannemer meldt schriftelijk de opschorting en de reden daarvan aan leverancier.
7. De standaard betalingstermijn die Prins Bouw B.V. hanteert, is 45 dagen.
Artikel 8: OVERDRAAGBAARHEID EN VERREKENING
1. De overdraagbaarheid van vorderingen die betrekking hebben op het in de aanneemsom begrepen bedrag aan loonbelasting en sociale premies, en waarvoor aannemer ingevolge de Wet Ketenaansprakelijkheid aansprakelijk is, en de overige bevoegdheid deze vordering te bezwaren en/of te vervreemden is – ook in goederenrechtelijke zin – uitgesloten als bedoeld in art. 3:83 lid 2 BW.
2. Indien aan aannemer uit hoofde van het overtreden of niet naleven van wet- en regelgeving een naheffing, sanctie en/of boete wordt opgelegd, die is/zijn terug te voeren op een overtreding of niet naleving door onderaannemer, is aannemer gerechtigd de daaruit voortvloeiende schade op onderaannemer te verhalen dan wel deze schade te verrekenen met opeisbare vorderingen van leverancier. Als schade wordt onder meer aangemerkt: bestuursrechtelijke boetes en dwangsommen alsmede schade als gevolg van stillegging van het werk. Van een verrekening geeft aannemer schriftelijk kennis aan leverancier.
Artikel 9: GEREED ZIJN EN OPLEVERING VAN HET WERK
1. Het werk geldt als opgeleverd op het tijdstip waarop het werk tussen aannemer en diens opdrachtgever als opgeleverd geldt. Aannemer zal leverancier schriftelijk in kennis stellen van de laatstbedoelde oplevering onder opgave van vastgestelde tekortkomingen in het werk. Deze tekortkomingen worden door leverancier zo spoedig mogelijk hersteld.
2. Indien na het tijdstip waarop het werk gereed is, schade aan het werk ontstaat ten gevolge van ingebruikneming daarvan door aannemer, daaronder begrepen het geval dat aannemer het werk aan derden met het oog op verdere uitvoering ter beschikking stelt of aan die derden toegang tot het werk verleent, is die schade niet voor rekening van leverancier.
3. Na de dag waarop het werk als opgeleverd geldt, is het werk voor risico van aannemer.
Artikel 10: UITVOERINGSDUUR, VERLENGING EN GEFIXEERDE SCHADEVERGOEDING WEGENS TE LAAT GEREED ZIJN VAN HET WERK
1. De aannemer zorgt ervoor dat de leverancier zijn leveringen kan aanvangen op de in de overeenkomst bepaalde dag.
2. Indien het niet mogelijk is dat de leverancier op de in de overeenkomst bepaalde dag zijn werkzaamheden aanvangt, is aannemer verplicht leverancier zo tijdig mogelijk, doch uiterlijk vijf werkdagen, of zoveel werkdagen als door partijen is overeengekomen, voor de overeengekomen aanvangsdatum schriftelijk te waarschuwen.
3. Indien leverancier niet in staat is op de in de overeenkomst bepaalde dag zijn werkzaamheden aan te vangen, is hij verplicht aannemer zo vroeg mogelijk, doch uiterlijk vijf werkdagen, of zoveel werkdagen als door partijen is overeengekomen, voor de overeengekomen aanvangsdatum schriftelijk te waarschuwen.
4. De leverancier heeft recht op verlenging van de uitvoeringstermijn c.q. van de opleveringstermijn wanneer door overmacht, door voor rekening van de aannemer komende omstandigheden, of door wijziging in de overeenkomst dan wel in de voorwaarden van de uitvoering, niet van leverancier kan worden gevergd dat het aan hem opgedragen werk binnen de in de overeenkomst bepaalde termijn gereed is.
5. Indien de aanvang of de voortgang van het aan leverancier opgedragen werk wordt vertraagd door
voor rekening van aannemer komende omstandigheden, dient de daaruit voor leverancier voortvloeiende schade door aannemer te worden vergoed.
6. Indien de aanvang of de voortgang van het aan leverancier opgedragen werk wordt vertraagd door voor rekening van leverancier komende omstandigheden, dient de daaruit voor aannemer voortvloeiende schade, niet zijnde schade wegens overschrijding van de uitvoeringstermijn door leverancier te worden vergoed.
7. Bij overschrijding van de uitvoeringstermijn is leverancier aan aannemer een direct opeisbare gefixeerde schadevergoeding verschuldigd. De hoogte van deze vergoeding leggen partijen vast in de overeenkomst, bij gebreke waarvan de regeling geldt zoals vastgelegd in de voorwaarden tussen aannemer en diens opdrachtgever. In geval die laatstgenoemde regeling ontbreekt, bedraagt deze vergoeding € 60,00 per kalenderdag. Aannemer is gerechtigd de gefixeerde schadevergoeding te verrekenen met al hetgeen hij aan leverancier is verschuldigd.
8. De gefixeerde schadevergoeding wordt verbeurd enkel ten gevolge van het verschijnen van de
bepaalde dag. Een nadere ingebrekestelling is niet vereist.
Artikel 11: IN GEBREKE BLIJVEN VAN AANNEMER
1. Indien aannemer met de betaling van hetgeen hij ingevolge de overeenkomst met onderaannemer verschuldigd is in gebreke blijft, is hij daarover met ingang van de vervaldag de wettelijke rente ex art. 6:119 BW verschuldigd.
2. Indien aannemer niet tijdig betaalt, is onderaannemer gerechtigd tot invordering van het verschuldigde
over te gaan, mits hij aannemer schriftelijk heeft aangemaand om alsnog binnen 14 dagen te betalen en die betaling is uitgebleven. Indien onderaannemer tot invordering overgaat, zijn de daaraan verbonden buitengerechtelijke kosten voor rekening van aannemer, mits de hoogte hiervan in de aanmaning is vermeld. Onderaannemer is gerechtigd hiervoor in rekening te brengen het bedrag berekend overeenkomstig het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten.
Artikel 12: IN GEBREKE BLIJVEN VAN LEVERANCIER
1. Indien leverancier enige op hem rustende verplichting niet nakomt, of aannemer gegronde redenen heeft om aan te nemen dat leverancier enige op hem rustende verplichting niet zal nakomen, is aannemer gerechtigd, zulks naar zijn keuze:
a. genoegzame zekerheid van leverancier te verlangen, ofwel
b. de overeenkomst zonder nadere ingebrekestelling te ontbinden. Ontbinden is slechts mogelijk indien aannemer leverancier vooraf schriftelijk op dit gevolg van het niet nakomen heeft gewezen. Het in de vorige zin bepaalde laat onverlet het recht van aannemer op vergoeding van schade, kosten en rente.
2. Indien leverancier zijn verplichtingen ter zake van de aanvang of de voortzetting van het werk niet nakomt en aannemer hem in verband daarmee wenst aan te manen, zal aannemer hem schriftelijk aanmanen om zo spoedig mogelijk de uitvoering van het werk aan te vangen of voort te zetten.
3. Aannemer is bevoegd het werk door een derde te doen uitvoeren of voortzetten, indien de leverancier na verloop van de in de aanmaning vermelde termijn in gebreke blijft, en onder voorwaarde dat aannemer zulks in de aanmaning heeft vermeld. In dat geval heeft aannemer recht op vergoeding van de uit het in gebreke blijven van leverancier voortvloeiende schade en kosten.
4. Aannemer zorgt ervoor, dat de kosten, die voor leverancier voortvloeien uit de toepassing van het vorige lid, binnen redelijke grenzen blijven.
5. Met inachtneming van hetgeen in het tiende lid is bepaald, is de aannemer gerechtigd om van de leverancier te bedingen dat deze zekerheid stelt voor de nakoming van zijn verplichtingen die voortvloeien uit de overeenkomst; indien door de leverancier zekerheid dient te worden gesteld, geldt het bepaalde in het zesde tot en met het negende lid van dit artikel.
6. Tenzij anders is overeengekomen is de waarde van de zekerheid gelijk aan 5% van de met de leverancier overeengekomen aannemingssom en dient de zekerheid te worden gesteld in de vorm van een bankgarantie.
7. Indien de aannemer voornemens is de bankgarantie in te roepen, geeft hij de leverancier daarvan bij aangetekende brief kennis. De aannemer is gerechtigd de bankgarantie in te roepen, tenzij de Raad van Arbitrage voor de Bouw, in een door de leverancier binnen 10 werkdagen na de verzending van de in dit lid bedoelde kennisgeving aanhangig te maken spoedgeschil, in eerste aanleg anders beslist.
8. De zekerheid blijft van kracht tot het tijdstip waarop het aan de aannemer opgedragen werk als opgeleverd wordt beschouwd met dien verstande dat, indien daarbij gebreken in het werk van de leverancier worden geconstateerd die niet aan oplevering van het totale werk in de weg staan, de zekerheid van kracht blijft tot het tijdstip waarop de onderaannemer deze gebreken heeft hersteld.
9. De aannemer is niet gerechtigd om van de leverancier te bedingen dat deze zekerheid stelt voor de nakoming van zijn verplichtingen indien is overeengekomen dat de aannemingssom geheel of ten dele wordt ingehouden. Van een zodanige inhouding is sprake indien aan de leverancier minder wordt betaald dan overeenkomt met de som der waarden van het werk dat reeds is uitgevoerd.
10.Indien de aannemer hetgeen de leverancier volgens de overeenkomst toekomt, niet of niet tijdig
betaalt, of de leverancier gegronde redenen heeft om aan te nemen dat de aannemer het de leverancier toekomende niet of niet tijdig zal betalen, is de leverancier gerechtigd om van de aannemer genoegzame zekerheid te verlangen. Indien de aannemer in gebreke blijft met het stellen van de door de leverancier verlangde genoegzame zekerheid, is de leverancier bevoegd, hetzij de uitvoering van het werk te schorsen, hetzij het werk te beëindigen. Op de in dit lid bedoelde zekerheid is hetgeen in het derde lid is gesteld van overeenkomstige toepassing.
Artikel 13: SCHORSING, BEËINDIGING VAN HET WERK IN ONVOLTOOIDE STAAT EN OPZEGGING
1. Aannemer is bevoegd de uitvoering van het werk geheel of gedeeltelijk te schorsen. Voorzieningen die leverancier ten gevolge van de schorsing moet treffen, en schade die leverancier ten behoeve van de schorsing lijdt, worden aan leverancier vergoed.
2. Indien gedurende de schorsing schade aan het werk ontstaat, komt deze niet voor de rekening van
leverancier, mits hij aannemer tevoren schriftelijk heeft gewezen op dit aan de schorsing verbonden gevolg.
3. Indien de schorsing langer dan 14 dagen duurt, kan leverancier bovendien vorderen, dat hem een evenredige betaling voor het uitgevoerde gedeelte van het werk wordt gedaan. Daarbij wordt rekening gehouden met op het werk aangevoerde, nog niet verwerkte maar wel reeds door leverancier betaalde, bouwstoffen.
4. Indien de schorsing van het werk langer dan een maand duurt, is leverancier bevoegd het werk in onvoltooide staat te beëindigen. In dat geval dient overeenkomstig het volgende lid te worden afgerekend.
5. Aannemer is te allen tijde bevoegd de overeenkomst geheel of gedeeltelijk op te zeggen. Leverancier heeft in dat geval recht op de aannemingssom, vermeerderd met de kosten die hij als gevolg van de niet voltooiing heeft moeten maken en verminderd met de hem door de beëindiging bespaarde kosten.
6. Leverancier zendt aannemer een gespecificeerde eindafrekening, zonodig vergezeld van achterliggende stukken, van hetgeen de aannemer ingevolge de beëindiging van het werk in onvoltooide staat verschuldigd is.
Artikel 14: ONTBINDING
1. Onverminderd de bevoegdheid tot ontbinding van de overeenkomst op grond van de wet, hebben aannemer en leverancier het recht de overeenkomst van levering geheel of gedeeltelijk te ontbinden.
a. indien de wederpartij de bedrijfsuitoefening staakt, een aanvraag tot surséance van betaling indient of in staat van faillissement wordt verklaard;
b. indien het door de opdrachtgever aan de aannemer opgedragen werk, welke mede het aan de leverancier opgedragen werk omvat, in onvoltooide staat wordt beëindigd;
c. indien de overeenkomst tussen aannemer en diens opdrachtgever, welke mede het aan de leverancier opgedragen werk omvat, wordt ontbonden of opgezegd.
Artikel 15: AANSPRAKELIJKHEID
Artikel 15.1: Aansprakelijkheid voor oplevering
1. Met in achtneming van het bepaalde in art. 9 lid 3 van deze voorwaarden, zijn het werk en de uitvoering daarvan voor verantwoordelijkheid van leverancier met ingang van het tijdstip van aanvang tot en met de dag waarop het werk is opgeleverd.
2. Onverminderd de aansprakelijkheid van partijen krachtens de overeenkomst of de wet, en met in achtneming van het bepaalde in art. 9 lid 3 van deze voorwaarden, is leverancier aansprakelijk voor schade aan het werk, tenzij deze schade het gevolg is van buitengewone omstandigheden tegen de schadelijke gevolgen waarvan leverancier in verband met de aard van het werk geen passende maatregelen heeft behoeven te nemen en het onredelijk zou zijn de schade voor zijn rekening te doen komen.
3. Leverancier is aansprakelijk voor schade aan andere werken en eigendommen van aannemer voor
zover deze door de uitvoering van het werk is toegebracht en te wijten is aan nalatigheid, onvoorzichtigheid of verkeerde handelingen van leverancier, zijn eigen of ingeleende arbeidskrachten, zijn onderaannemers of zijn leveranciers.
4. Leverancier vrijwaart aannemer tegen aanspraken van derden tot vergoeding van schade, voor zover deze door de uitvoering van het werk is toegebracht en te wijten is aan nalatigheid, onvoorzichtigheid of verkeerde handelingen van de leverancier, zijn eigen of ingeleende arbeidskrachten, zijn onderaannemers of zijn leveranciers.
Artikel 15.2: Aansprakelijkheid na oplevering
1. Na de dag waarop het werk als opgeleverd geldt, is leverancier niet meer aansprakelijk voor tekortkomingen aan het werk.
2. Het in het eerste lid bepaalde lijdt uitzondering indien sprake is van een gebrek:
a. dat in de onderhoudstermijn aan de dag is getreden en dat redelijkerwijs niet bij oplevering door aannemer onderkend had kunnen worden, tenzij leverancier aannemelijk maakt dat het gebrek met grote mate van waarschijnlijkheid moet worden toegeschreven aan een omstandigheid, die aan aannemer kan worden toegerekend;
b. dat na afloop van de onderhoudstermijn aan de dag is getreden, dat redelijkerwijs niet bij oplevering door aannemer onderkend had kunnen worden, en waarvan aannemer aannemelijk maakt dat het gebrek met grote mate van waarschijnlijkheid moet worden toegeschreven aan een omstandigheid, die aan leverancier kan worden toegerekend.
3. Voor wat betreft de duur van de aansprakelijkheid geldt hetgeen daarover tussen aannemer en diens opdrachtgever is overeengekomen.
Artikel 15.3: Overige bepalingen
1. In de gevallen als voorzien in art. 15.2 van deze voorwaarden dient aannemer leverancier binnen redelijke termijn na ontdekking van het gebrek mededeling te doen en leverancier de gelegenheid te geven het gebrek te herstellen.
2. Indien de kosten van herstel van een gebrek niet in redelijke verhouding staan tot het belang van aannemer bij herstel, mag leverancier in plaats van herstel volstaan met het betalen van een redelijke schadevergoeding.
Artikel 16: GARANTIE(S)
1. In de overeenkomst zijn de door onderaannemer te verstrekken garantie(s) omschreven.
2. Garantie-aanspraken van aannemer laten diens (rechts)vorderingen uit hoofde van art. 15 van deze voorwaarden onverlet.
3. Indien door een derde aan leverancier een verdergaande garantie is verstrekt dan die welke door leverancier aan aannemer is verstrekt, wordt de door leverancier verstrekte garantie geacht die verdergaande garantie te omvatten. Leverancier is verplicht aannemer hiervan schriftelijk in kennis te stellen.
Artikel 17: LEVERING C.P.
1. De door leverancier in het kader van de uitvoering van de overeenkomst te leveren zaken waarover aannemer niet de feitelijke macht heeft, geschiedt door bezitsverschaffing conform het bepaalde in art. 3:115 sub a BW. De daartoe benodigde tweezijdige verklaring van leverancier en aannemer wordt afgelegd door ondertekening van de overeenkomst van levering.
2. Leverancier is gehouden om de zaken die hij in het kader van de uitvoering van de overeenkomst met aannemer onder zich heeft, of door een derde namens leverancier worden gehouden, zodanig af te scheiden en afgescheiden te houden, dat deze zaken op ieder moment individualiseerbaar zijn als zaken die door leverancier voor aannemer worden gehouden.
Artikel 18: GESCHILLEN
Alle geschillen - daaronder begrepen die, welke slechts door een der partijen als zodanig worden beschouwd - die naar aanleiding van deze overeenkomst of van overeenkomsten die daarvan een uitvloeisel zijn, tussen aannemer en leverancier mochten ontstaan, worden beslecht op de wijze zoals in de overeenkomst tussen aannemer en diens opdrachtgever is voorzien ten aanzien van eventuele geschillen tussen de aannemer en diens opdrachtgever.
Artikel 19: TOEPASSELIJK RECHT
Op de overeenkomst van levering en overeenkomsten die daarvan een uitvloeisel zijn, is Nederlands recht van toepassing.