Landelijke Huisartsen Vereniging, statutair gevestigd te Utrecht, per 8 maart 2017 STATUTEN Artikel 1. Naam en zetel. Artikel 2. Doel.
DOORLOPENDE TEKST VAN DE STATUTEN VAN:
Landelijke Huisartsen Vereniging, statutair gevestigd te Utrecht, per 8 maart 2017
STATUTEN
Artikel 1. Naam en zetel.
1. De vereniging is genaamd "Landelijke Huisartsen Vereniging", bij afkorting "LHV", en is gevestigd te Utrecht.
2. De LHV is een beroepsvereniging binnen de "Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst", bij afkorting "KNMG" en is als zodanig lid van de KNMG, zoals bedoeld in artikel 4 van de statuten van de KNMG.
3. Een besluit tot beëindiging van het lidmaatschap van de KNMG kan slechts worden genomen door de ledenraad van de LHV met twee derden van de geldig uitgebrachte stemmen.
Artikel 2. Doel.
1. De LHV heeft ten doel:
a. de belangen van de leden te behartigen ten aanzien van de kwaliteit van de uitoefening van het huisartsenberoep;
b. op landelijk niveau de sociaal-economische belangen van de leden te behartigen;
c. op landelijk niveau de belangen van de leden te behartigen ten aanzien van de infrastructuur en de organisatie van de huisartsenzorg;
d. de leden te ondersteunen met ledenservice;
e. het risicomijdend en behoudend (doen) beheren van haar vermogen.
2. De LHV tracht dit doel onder meer te bereiken door:
a. haar beleid met name te baseren op het gevoerde beleid van de LHV-Huisartsenkringen;
b. de LHV-Huisartsenkringen te faciliteren bij hun taakuitoefening door inzet van het bureau van de LHV op basis van overeenkomst en kosten voor gemene rekening.
3. De LHV beoogt niet het maken van winst, dus heeft geen winstoogmerk.
Artikel 3. Duur.
De LHV is opgericht op vier augustus negentienhonderd zesenveertig. Zij is aangegaan voor onbepaalde tijd.
Artikel 4. Verenigingsjaar.
Het verenigingsjaar loopt van één januari tot en met éénendertig december daaropvolgend.
Artikel 5. Leden.
1. De LHV heeft leden.
2. Leden van de LHV worden onderscheiden in en kunnen slechts zijn:
a. gewone leden: artsen in Nederland, die ingeschreven zijn in het register van erkende huisartsen;
b. junior-leden: artsen in Nederland, die de specifieke beroepsopleiding tot huisarts volgen;
c. ereleden: personen, die op grond van hun buitengewone verdiensten
voor de LHV als zodanig door de ledenraad benoemd zijn. Zij hebben de rechten en verplichtingen van gewone leden, doch zijn vrijgesteld van het betalen van contributie;
d. buitengewone leden: huisartsen, al dan niet gepensioneerd, die niet (meer) aan de vereisten voldoen voor één van de hiervoor genoemde lidmaatschappen en die door het LHV-bestuur tot buitengewoon lid benoemd zijn;
e. basis leden: artsen die ingeschreven staan in het BIG-register en nog geen opleidingsplaats hebben verworven voor de specifieke beroepsopleiding tot huisarts en zoekende zijn naar een dergelijke opleidingsplaats.
3. Alleen gewone leden en ereleden zijn leden in de zin van de wet. Waar in deze statuten het woord leden staat, wordt daarmee gedoeld op gewone leden en ereleden, tenzij het tegendeel blijkt.
Artikel 6. Lidmaatschap. Toelating schorsing en einde lidmaatschap.
1. Het bestuur beslist omtrent de toelating van leden met uitzondering van de ereleden die door de ledenraad benoemd worden.
2. De LHV meldt haar leden aan als lid van de in aanmerking komende LHV-Huisartsenkring.
3. Het bestuur kan besluiten een lid te schorsen. Een schorsing die niet binnen drie maanden gevolgd wordt door een besluit tot beëindiging van het lidmaatschap, eindigt door het verlopen van de termijn. De geschorste leden behouden gedurende hun schorsing hun verplichtingen jegens de LHV, doch zij hebben geen enkel recht en worden op vergaderingen niet toegelaten.
4. Het lidmaatschap eindigt:
a. door overlijden van het lid;
b. door opzegging door het lid tegen het einde van een verenigingsjaar met een opzegtermijn van een maand;
c. door opzegging door het LHV-bestuur ingeval het lid ophoudt te voldoen aan de vereisten voor het lidmaatschap, zoals in artikel 5 vermeld;
d. door intrekking van het erelidmaatschap door de ledenraad, mits het besluit is genomen met ten minste drie/vierde (3/4e) van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin ten minste drie/vierde (3/4e) van de stemgerechtigden aanwezig waren;
e. ingeval van een basis lidmaatschap indien dit wordt omgezet in een junior-lidmaatschap dan wel deze de maximum termijn van drie jaar heeft bereikt;
f. en voorts in alle gevallen door de wet bepaald.
5. Een lid kan zijn lidmaatschap niet met onmiddellijke ingang opzeggen voor het geval van wijziging van geldelijke rechten en verplichtingen.
Artikel 7. Geldmiddelen. Verplichtingen.
1. De leden, met uitzondering van de ereleden, zijn gehouden tot het betalen van een jaarlijkse contributie.
2. De hoogte van de jaarlijkse contributies van de leden, die in categorieën kunnen worden ingedeeld die een verschillende bijdrage betalen, wordt jaarlijks op voorstel van het bestuur vastgesteld door de ledenraad aan de hand van de door haar goed te keuren begrotingen. Indien de hoogte van de
jaarlijkse contributie afhankelijk is van bepaalde door het lid aan te leveren gegevens, dan zal het lid verantwoordelijk zijn voor de juistheid en volledigheid van de aangeleverde gegevens.
3. Bij besluit van de ledenraad kunnen naast de contributie aan de leden andere geldelijke verplichtingen worden opgelegd.
4. Uit de contributieopbrengsten worden de kosten van de vereniging en de basisfinanciering van het bureau met landelijke en regionale resultaat verantwoordelijke eenheden, gefinancierd.
5. Andere geldmiddelen van de vereniging kunnen zijn opbrengsten voor verleende, aanvullende diensten aan de LHV-Huisartsenkringen, giften, donaties en al hetgeen op andere wijze verkregen wordt, daaronder begrepen erfstellingen, legaten en testamentaire schenkingen mits sprake is van beneficiaire aanvaarding.
6. Het bestuur kan in naam van de leden rechten bedingen en na machtiging van de ledenraad in hun naam verplichtingen aangaan binnen het kader van de doelstelling van de LHV daaronder begrepen het als organisatie van werkgevers aangaan van collectieve arbeidsovereenkomsten, als bedoeld in de Wet op de collectieve arbeidsovereenkomst, onder meer voor degenen die in dienst zijn van een huisarts (CAO Huisartsenzorg). Wijzigingen in zodanige collectieve arbeidsovereenkomsten, inhoudende veranderingen van rechten en verplichtingen, die niet voortvloeien uit trendmatige aanpassingen, zullen vooraf door het bestuur aan de ledenraad ter goedkeuring worden voorgelegd. Het bestuur is bevoegd de in dit bedoelde rechten en verplichtingen uitsluitend ten behoeve van de leden van een bepaalde afdeling te bedingen respectievelijk aan te gaan. De in dit lid bedoelde machtiging of goedkeuring dient aan te worden gegeven door de ledenvergadering van de desbetreffende afdeling.
Artikel 8. Bestuur en benoemingscommissie.
1. Het bestuur bestaat uit ten minste vijf en ten hoogste zeven personen, die met inachtneming van het bepaald in dit artikel 8 door de ledenraad uit of buiten de leden worden benoemd.
2. Het bestuur stelt een profielschets op voor het bestuur als geheel en voor iedere zetel in het bestuur afzonderlijk. Deze profielschets behoeft de goedkeuring van de ledenraad.
3. De vereniging heeft een benoemingscommissie. De leden van de benoemingscommissie worden met inachtneming van een door de ledenraad vast te stellen reglement benoemingscommissie door het bestuur benoemd. Ook de samenstelling en werkwijze van de benoemingscommissie kan nader in dit reglement worden vastgelegd en uitgewerkt evenals de wijze waarop kandidaatstellingen en bindende voordracht als bedoeld in dit artikel 8 tot stand dienen te komen.
4. De leden van het bestuur (niet zijnde de voorzitter) worden zo spoedig mogelijk na het ontstaan van een vacature benoemd door de ledenraad als volgt:
a. door de benoemingscommissie van de vereniging kunnen kandidaten voor het bestuurderschap worden voorgedragen aan de ledenraad.
b. de ledenraad benoemt de bestuurder(s) voor de openstaande vacature(s)
uit de voorgedragen kandidaten.
5. De voorzitter van het bestuur wordt zo spoedig mogelijk na het ontstaan van een vacature benoemd door de ledenraad als volgt:
a. door de benoemingscommissie van de vereniging wordt een bindende voordracht opgemaakt die ten minste een week voor de vergadering van de ledenraad waarin een benoeming aan de orde is aan de afgevaardigden bekend wordt gemaakt. De ledenraad kan echter aan een bindende voordracht steeds het bindende karakter ontnemen bij een besluit genomen met ten minste een twee/derde meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin ten minste twee/derde van het totale aantal stemgerechtigden aanwezig is.
b. is geen voordracht opgemaakt, of besluit de ledenraad de opgemaakte voordrachten het bindend karakter te ontnemen, dan is de ledenraad vrij in de benoeming. Indien er meer dan één bindende voordracht is, geschiedt de benoeming uit die voordrachten.
6. Indien het aantal bestuursleden beneden vijf is gedaald, blijft het bestuur bevoegd. Het is echter verplicht zo spoedig mogelijk maatregelen te treffen ter voorziening in de vacature(s).
Artikel 9. Einde bestuurslidmaatschap. Periodiek aftreden. Schorsing.
1. Elk bestuurslid, ook wanneer hij voor een bepaalde tijd is benoemd, kan te allen tijde door de ledenraad worden ontslagen of geschorst. Een schorsing die niet binnen drie maanden gevolgd wordt door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn.
2. Elk bestuurslid treedt uiterlijk vier jaren na zijn benoeming af, volgens een door het bestuur op te maken rooster van aftreden. De aftredende is één maal herkiesbaar. Wie in een tussentijdse vacature wordt benoemd, neemt op het rooster de plaats van zijn voorganger in en is vervolgens slechts één maal herkiesbaar. Zolang in de vacature van een periodiek aftredende bestuurder niet is voorzien, blijft hij in functie.
3. Het bestuurslidmaatschap eindigt voorts:
a. door opzegging door het bestuurslid;
x. xxxxxxx het bestuurslid ophoudt te voldoen aan de vereisten op grond waarvan hij benoemd is in het bestuur, zoals in artikel 8 lid 1 vermeld;
c. in de gevallen door de wet bepaald.
Artikel 10. Bestuursfuncties. Besluitvorming in het bestuur.
1. Het bestuur wijst uit zijn midden tevens een secretaris en een penningmeester aan en kan voor de functies van voorzitter, secretaris en penningmeester uit zijn midden een vervanger aanwijzen. Een bestuurslid kan meer dan één functie bekleden.
2. Tot bijeenroeping van een bestuursvergadering is ieder bestuurslid bevoegd en wel schriftelijk onder opgave van de te behandelen onderwerpen, op een termijn van ten minste zeven dagen. Indien de bijeenroeping niet schriftelijk is geschied, of onderwerpen aan de orde komen die niet bij de oproeping werden vermeld, dan wel de bijeenroeping is geschied op een termijn korter dan zeven dagen, is besluitvorming niettemin mogelijk, mits de vergadering voltallig is en geen van de bestuursleden zich alsdan tegen besluitvorming verzet.
3. Toegang tot de reguliere bestuursvergaderingen hebben de bestuursleden en de directeur van het bureau alsmede zij die door de ter vergadering aanwezige bestuursleden worden toegelaten.
4. Een bestuurslid kan zich door een schriftelijk door hem daartoe gevolmachtigd medebestuurslid ter vergadering doen vertegenwoordigen. De schriftelijke volmacht kan via ieder gangbaar communicatiemiddel uitgebracht worden mits de identiteit van de verzender met voldoende zekerheid vastgesteld kan worden.
5. Xxxxx bestuurslid heeft één stem. Alle besluiten waaromtrent bij deze statuten niet anders is bepaald worden genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Xxxxxx stemmen en ongeldige stemmen gelden als niet uitgebracht. Staken de stemmen bij verkiezing van personen, dan beslist het lot; staken de stemmen bij een andere stemming, dan is het voorstel verworpen.
6. Alle stemmingen geschieden mondeling tenzij de voorzitter bepaalt dat de stemmen schriftelijk worden uitgebracht. Schriftelijke stemming geschiedt door middel van ongetekende stembriefjes. Ieder bestuurslid is bevoegd te verlangen dat een stemming over personen schriftelijk geschiedt.
7. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter; bij diens afwezigheid wordt door de vergadering zelf voorzien in haar leiding.
8. Van het verhandelde in de vergaderingen worden door een daartoe door de voorzitter aangewezen persoon besluitenlijstjes en bondige notulen opgemaakt, die in dezelfde of de eerstvolgende vergadering worden vastgesteld en die vervolgens worden ondertekend door de voorzitter en de notulist.
9. Besluiten van het bestuur kunnen ook buiten vergadering op schriftelijke of andere wijze worden genomen mits het desbetreffende voorstel aan alle in functie zijnde bestuursleden is voorgelegd en geen van hen zich de desbetreffende wijze van besluitvorming verzet. Schriftelijke besluitvorming geschiedt door middel van schriftelijke verklaringen van alle in functie zijnde bestuursleden. Van een besluit buiten vergadering dat niet schriftelijk is genomen wordt door de voorzitter van het bestuur of een door hem aangewezen bestuurslid een verslag opgemaakt dat door de voorzitter wordt ondertekend en onverwijld ter kennisneming wordt gebracht van alle in functie zijnde bestuursleden.
Artikel 11. Bestuurstaak. Vertegenwoordiging.
1. Behoudens de beperkingen volgens de statuten is het bestuur belast met het besturen van de vereniging.
2. Het bestuur is bevoegd de ledenraad voorstellen te doen om onder verantwoordelijkheid van de LHV bepaalde onderdelen van de taken van de LHV te doen uitvoeren door afdelingen niet zijnde rechtspersonen.
3. Het bestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak te doen uitvoeren door commissies die door het bestuur worden benoemd.
4. Het bestuur is bevoegd, na goedkeuring door de ledenraad, tot oprichting van of deelneming in rechtspersonen die aanvullende diensten als aanvulling op de eigen statutaire taken ten behoeve van de leden leveren, mits geen
sprake is van concurrerende activiteiten met hetgeen vermeld is in artikel 2 van de statuten.
5. Het bestuur is, na goedkeuring door de ledenraad, bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijke medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een ander verbindt en tot vertegenwoordiging van de vereniging ter zake van deze handelingen. Op het ontbreken van vorenbedoelde goedkeuring van de ledenraad kan tegen derde beroep worden gedaan.
6. Onverminderd het bepaalde in de voorgaande leden, wordt de vereniging vertegenwoordigd door het bestuur. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan twee bestuursleden gezamenlijk.
7. Het bestuur kan besluiten tot het verlenen van een volmacht aan de directeur van het bureau om de vereniging binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.
Artikel 12. Bureau.
1. Het bestuur wordt bij de uitvoering van zijn taak bijgestaan door het bureau van de LHV. Aan het hoofd van het bureau staat een directeur, die door het bestuur wordt benoemd en ontslagen. Deze is belast met de dagelijkse leiding van het bureau. Hij woont als regel de vergaderingen van het bestuur bij.
2. Het bestuur kan aan de directeur algemene of bijzondere vertegenwoordigingsbevoegdheden verlenen.
3. De directeur is bevoegd om met besturen van de LHV-Huisartsenkringen overeenkomsten te sluiten zoals genoemd in artikel 2 lid 2 onder b. van de statuten.
4. De directeur stelt jaarlijks voor het komende jaar een activiteitenplan met bijbehorende begroting op en legt deze aan het bestuur ter goedkeuring voor.
Artikel 13. LHV-Huisartsenkringen.
1. De LHV is opgebouwd uit LHV-Huisartsenkringen die zijn ontstaan door onder meer overneming van de hierna genoemde taken uit het takenpakket van de Regionale Huisartsen Verenigingen en de Districts Huisartsen Verenigingen van de LHV en die hun taken terzake daardoor verliezen.
2. De indeling van de LHV in LHV-Huisartsenkringen wordt op basis van bindende adviezen van de LHV-Huisartsenkringen zelf, door de ledenraad van de LHV vastgesteld.
3. De statuten en reglementen van een LHV-Huisartsenkring dienen door het LHV-bestuur te zijn goedgekeurd. Elke wijziging in de statuten of reglementen van een LHV-Huisartsenkring behoeft de goedkeuring van het LHV-bestuur. Deze statuten en reglementen mogen geen bepalingen bevatten die strijdig zijn met de statuten van de LHV.
4. Ieder individueel lid van de LHV, is lid van de LHV-Huisartsenkring waarbinnen hij woonachtig is, tenzij hij verkiest lid te zijn van een andere XXX-Xxxxxxxxxxxxxxx.
0. Xx XXX-Xxxxxxxxxxxxxxxxx hebben onder meer tot taak:
a. het beleid van de LHV namens de individuele leden te voeden door
middel van het actief verstrekken van relevante beleidsinformatie en door middel van vertegenwoordiging via de Kring-besturen in de ledenraad van de LHV;
b. op Kring-niveau de sociaal-economische belangen van de leden te behartigen;
c. op Kring-niveau de belangen van de leden te behartigen ten aanzien van de infrastructuur en de organisatie van de huisartsenzorg.
6. Elk LHV-Huisartsenkringbestuur wordt bij de uitvoering van zijn taken bijgestaan door het bureau van de LHV.
Artikel 14. LHV-Commissies
1. Het bestuur kan onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak doen uitvoeren door commissies die door het bestuur worden benoemd.
2. De commissie wordt op grond van een specifieke taakopdracht belast met de uitvoering van één of meer bestuurstaken met betrekking tot de belangenbehartiging van één of meer groepen die als duidelijke aparte entiteit te herkennen en te omschrijven zijn en waarvoor gezien de substantiële omvang van de groep of van de taakstelling de instelling van een commissie zinvol is.
Artikel 15. LHV-Afdelingen
1. De ledenraad van de LHV kan op voorstel van het bestuur besluiten tot instelling van één of meer afdelingen. Voor de vorming van afdelingen is vereist dat:
a. de aanvragende groep als duidelijke aparte entiteit te herkennen en te omschrijven is en de groep een substantiële omvang heeft;
b. de specifieke belangen van deze groep zodanig zijn dat de belangenbehartiging niet met inzet van een door het bestuur ingestelde commissie vormgegeven kan worden;
c. de specifieke belangenbehartiging van de groep zodanig van aard is dat een afzonderlijk besluitvormingstraject via een afdeling duidelijke voordelen biedt voor de groep ten opzichte van de gebruikelijke algemene besluitvormingsprocedure binnen de LHV;
d. het daartoe strekkende voorstel is uitgegaan van het bestuur en tenminste vier weken voor de vergadering van de ledenraad van de LHV ter kennis is gebracht van de leden;
e. het voorstel door de ledenraad wordt aangenomen met tenminste twee derden van de geldig uitgebrachte stemmen.
2. Een afdeling van de LHV bezit geen rechtspersoonlijkheid.
3. Een afdeling heeft een eigen afdelingsbestuur en een afdelingsledenvergadering.
4. Een afdeling dient een afdelingsreglement op te stellen dat door het bestuur van de LHV goedgekeurd dient te worden. Wijzigingen in dit reglement behoeven eveneens de goedkeuring van het bestuur.
5. Elke afdeling is bevoegd zelfstandig een activiteitenplan met bijbehorende begroting op te stellen en ter financiering van de begroting zelfstandig van haar leden contributie te heffen en kan daarnaast een omslag opleggen. De afdelingsbegroting behoeft de goedkeuring van het LHV-bestuur.
Artikel 16. LHV-Ledenraad. Samenstelling. Toegang.
1. Aan de ledenraad komen in de LHV alle bevoegdheden toe die niet door de wet of de statuten aan het bestuur zijn opgedragen. De ledenraad is het hoogste orgaan van de LHV en heeft met betrekking tot de gang van zaken bij de LHV de uiteindelijke zeggenschap en de eindverantwoordelijkheid.
2. De ledenraad bestaat uit afgevaardigden van de LHV-Huisartsenkringen en uit afgevaardigden van de afdelingen van de LHV.
3. Iedere LHV-Huisartsenkring zoals bedoeld in artikel 12, benoemt twee afgevaardigden en wijst één van beiden aan die bevoegd is om namens de LHV-Huisartsenkring de stemmen in de ledenraad uit te brengen.
4. Ieder afdelingsbestuur van de LHV wijst één bestuurslid aan die bevoegd is om namens de afdeling de stemmen in de ledenraad uit te brengen.
5. Voor elk van de afgevaardigden kunnen één of meer plaatsvervangers benoemd worden. Een plaatsvervanger heeft dezelfde rechten en verplichtingen als degene die hij vervangt. Tenzij het tegendeel blijkt wordt in de statuten onder afgevaardigden mede verstaan de plaatsvervanger.
6. Toegang tot de ledenraad hebben de afgevaardigden, het bestuur van de LHV en de besturen van de afdelingen van de LHV, de besturen van de LHV-Huisartsenkringen, de directie en het bureau van de LHV alsmede alle individuele leden die niet geschorst zijn en de leden van het federatiebestuur van de KNMG.
7. Het recht om aan de beraadslagingen deel te nemen is voorbehouden aan de afgevaardigden, het bestuur van de LHV, de directie van de LHV en zij die door voornoemden daarvoor aangewezen zijn.
8. Over de toelating van anderen dan in lid 7 bedoelde personen, beslist het bestuur.
Artikel 17. Bijeenroeping LHV-ledenraad. Leiding.
1. In het tweede en vierde kwartaal van ieder jaar wordt door het bestuur een ledenraad bijeengeroepen.
2. Bovendien wordt een ledenraad bijeengeroepen:
a. wanneer het bestuur zulks nodig acht;
b. telkens wanneer dit voor een juiste uitvoering van het bepaalde in de statuten van de Stichting Pensioenfonds voor Huisartsen noodzakelijk is;
c. in alle overige gevallen waarin de statuten of de wet dit voorschrijven.
3. De oproeping en agenda met de te behandelen agendapunten voor de ledenraad worden tijdig in de eigen media gepubliceerd en aan de afgevaardigden en de besturen van de LHV-Huisartsenkringen toegezonden, dan wel bij schriftelijke convocatie aan alle leden bekend gemaakt. De leden kunnen ook door middel van elektronische media van de oproeping en agenda in kennis worden gesteld. De termijn van oproeping is nader bepaald bij huishoudelijk reglement.
4. Punten, die niet op de gepubliceerde agenda voorkomen, kunnen alleen dan in de ledenraad op de agenda worden geplaatst en in behandeling worden genomen indien:
a. nog vóór de algemene ledenvergadering de afgevaardigden en de besturen van de LHV-Huisartsenkringen schriftelijk van die voorstellen op de hoogte zijn gesteld; en
b. tenminste twee derde gedeelte van het op de algemene ledenvergadering aanwezige aantal stemmen beslist dat deze voorstellen behandeld dienen te worden.
5. Tenminste vijf besturen van LHV-Huisartsenkringen kunnen het bestuur schriftelijk verzoeken een ledenraad uit te schrijven. Wanneer het bestuur niet binnen veertien dagen na ontvangst van een dergelijk verzoek daaraan gevolg geeft, in die zin dat de vergadering van de ledenraad niet binnen vier weken na ontvangst van het verzoek gehouden zal worden, hebben de verzoekers het recht zelf tot bijeenroeping van de betreffende vergadering van de ledenraad over te gaan op de wijze waarop het bestuur een ledenraad bijeenroept.
6. De voorzitter van het bestuur leidt de ledenraad.
7. Bij diens afwezigheid zal één der andere bestuursleden als leider van de vergadering optreden. Xxxxx ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de ledenraad daarin zelf.
8. Op voorstel van het bestuur en met goedvinden van de ledenraad kan ook een ander, al dan niet lid van de vereniging, de vergadering van de ledenraad voorzitten.
Artikel 18. Besluitvorming LHV-ledenraad. Stemrecht.
1. Alle stemmingen geschieden mondeling.
2. Besluiten worden genomen met volstrekte meerderheid van het aantal geldig uitgebrachte stemmen, voor zover de statuten niet anders bepalen.
3. Blanco stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht.
4. Xxxxx bij stemming over personen bij eerste stemming geen volstrekte meerderheid verkregen, dan heeft een tweede vrije stemming plaats. Verkrijgt ook hierbij niemand de volstrekte meerderheid, dan heeft herstemming plaats over de twee personen, die bij de laatste stemming de meeste stemmen verkregen.
5. Xxxxxxx van staking van stemmen bij verkiezing van personen beslist het lot; ingeval van staking van stemmen over andere zaken wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.
6. Ten aanzien van de navolgende besluiten geldt dat deze slechts kunnen worden genomen met een gekwalificeerde meerderheid, zoals in het betreffende artikel omschreven:
a. artikel 6 lid 4 sub a onder 5;
b. artikel 6 lid 4 sub b onder 4;
c. artikel 8 lid 4 en lid 5;
d. artikel 23 lid 1 sub d;
e. artikel 24 lid 3 sub d;
f. artikel 25;
g. artikel 26 lid 1 sub b.
Het aantal namens de eigen LHV-Huisartsenkringen en namens de afdelingen van de LHV in de LHV-ledenraad uit te brengen stemmen door de stemgerechtigde afgevaardigden, wordt aan het begin van het verenigingsjaar door het LHV-bestuur vastgesteld. Het aantal uit te brengen stemmen van de afgevaardigden van de LHV-Huisartsenkringen in toto en van de afdelingen afzonderlijk, is gerelateerd aan de aan hun leden door de
LHV in rekening gebrachte contributies. Het LHV-bestuur bepaalt de fractie die recht geeft op het uitbrengen van de stemmen, met dien verstande dat iedere tot stemmen bevoegde afgevaardigde tenminste tien stem kan uitbrengen.
7. Bij de vaststelling van het aantal uit te brengen stemmen per stemgerechtigde afgevaardigde van de LHV-Huisartsenkring is het aantal leden dat de LHV-Huisartsenkring vertegenwoordigt, bepalend. Met deze toedelingsformule wordt aan de stemgerechtigde afgevaardigde van de kleinste LHV-Huisartsenkring tien stemmen toegekend.
8. Het totaal aantal stemmen dat door de afgevaardigden van de LHV- Huisartsenkringen uitgebracht wordt, is minimaal de helft van het totaal aantal uit te brengen stemmen in de Ledenraad. Indien het bestuur vaststelt, dat het totaal aantal stemmen van de afdelingen groter zou worden dan de helft, wordt dit totaal aantal stemmen gemaximeerd op de helft van het totaal aantal stemmen in de Ledenraad, en met inachtneming van hetgeen in het vorige lid bepaald is, naar rato over de afdelingen en hun afgevaardigden verdeeld.
Artikel 19. Onverenigbare functies
Het lidmaatschap van het LHV-bestuur en van een LHV-Huisartsenkringbestuur zijn onverenigbaar en derhalve niet toegestaan.
Artikel 20. Jaarverslag.
1. Het bestuur brengt op een vergadering van de ledenraad binnen zes maanden na afloop van het verenigingsjaar, behoudens de verlenging van deze termijn door de ledenraad, een jaarverslag uit over de gang van zaken in de LHV en over het gevoerde beleid. Het legt de balans en de staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring aan de vergadering over; de financiële gegevens van de afdelingen maken deel uit van deze stukken. Deze stukken worden ondertekend door de leden van het bestuur; ontbreekt de ondertekening van een of meer hunner, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt. Na het verloop van de termijn kan ieder lid in rechte vorderen van de gezamenlijke leden van het bestuur dat zij deze verplichtingen nakomen.
2. De ledenraad benoemt een accountant dan wel een organisatie waarin zodanige accountants samenwerken, die de rekening en verantwoording van het bestuur onderzoekt, aan de ledenraad een verklaring omtrent zijn onderzoek aflegt en aan het bestuur verslag van zijn bevindingen uitbrengt. Het bestuur is verplicht aan de accountant alle door hem gewenste inlichtingen te verschaffen, hem desgewenst de kas en de waarden te tonen en inzage in de boeken en bescheiden van de vereniging te geven.
3. De ledenraad kan besluiten tot kwijting van de bestuurders voor het door hen gevoerde bestuur.
Artikel 21. Besluitvorming goodwillaanspraken.
1. De LHV is niet bevoegd besluiten te nemen, die tot gevolg hebben dan wel zouden kunnen hebben, dat de rechten van individuele aanspraakhebbende huisartsen op een uitkering vanwege de Stichting goodwillfonds van Huisartsen, worden verkort.
2. De LHV is niet bevoegd besluiten te nemen met betrekking tot de
parapluovereenkomsten die zij terzake van de oplossing van het goodwillvraagstuk heeft gesloten met de Vereniging van Nederlandse Ziekenfondsen (VNZ), het Kontaktorgaan Landelijke Organisatie Ziektekostenverzekeraars (KLOZ) en de Kontakt commissie publiekrechtelijke Ziektekostenregeling voor Ambtenaren (KPZ), zonder daartoe vooraf de instemming te hebben verkregen van de Deelnemersraad van de Stichting Goodwillfonds voor Huisartsen, dan wel van het bestuur van deze Stichting, zolang en voorzover deze Stichting geen Deelnemersraad kent.
3. De LHV kan personen krachtens het bepaalde in de statuten van de Stichting Goodwillfonds voor Huisartsen niet benoemen noch ter benoeming voordragen ter vervulling van vacatures in organen van die Stichting, indien die personen niet tevens zijn huisartsen met een aanspraak op een uitkering vanwege de Stichting Goodwill fonds voor Huisartsen.
Artikel 22. Naleving besluiten ledenraad.
De leden zijn gehouden de besluiten, genomen door de ledenraad te goeder trouw na te leven.
Artikel 23. Goedkeuring statuten. Wijziging statuten.
1. Naast de goedkeuring door het federatiebestuur van de KNMG is voor een wijziging van de statuten vereist, dat:
a. van het daartoe strekkende voorstel bij de oproeping van de ledenraad melding is gemaakt en de tekst daarvan waarin de voorgestelde wijzigingen woordelijk zijn opgenomen tenminste vier weken voor deze vergadering ten kennis is gebracht van de leden;
b. het daartoe strekkende voorstel is uitgegaan van het bestuur;
c. het daartoe strekkende voorstel, waarin de voorgestelde wijzigingen woordelijk zijn opgenomen, ter inzage is gelegd ten kantore van de LHV, ten minste een week voor de vergadering tot na afloop van de dag, waarop de vergadering wordt gehouden;
d. het voorstel door de ledenraad wordt aangenomen met tenminste twee derden van de geldig uitgebrachte stemmen.
2. Een wijziging van de statuten treedt niet in werking, dan nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt. Iedere bestuurder is bevoegd deze akte te verlijden.
Artikel 24. Huishoudelijk reglement. Vaststelling. Wijziging.
1. De ledenraad kan op voorstel van het bestuur een huishoudelijk reglement vast, alsmede de wijzigingen hiervan.
2. Het huishoudelijk reglement mag geen bepalingen bevatten welke strijdig zijn met de wet of de statuten van de LHV.
3. Voor de vaststelling of wijziging van dit huishoudelijk reglement is vereist dat:
a. van het daartoe strekkende voorstel bij de oproeping van de ledenraad ledenvergadering melding is gemaakt en de tekst daarvan waarin de voorgestelde wijzigingen woordelijk zijn opgenomen één week voor deze vergadering ten kennis is gebracht van de afgevaardigden en de besturen van de LHV-Huisartsenkringen;
b. het daartoe strekkende voorstel is uitgegaan van het bestuur;
c. het daartoe strekkende voorstel, waarin de voorgestelde wijzigingen
woordelijk zijn opgenomen, ter inzage is gelegd ten kantore van de LHV, ten minste één week voor de vergadering tot na afloop van de dag, waarop de vergadering wordt gehouden;
d. het voorstel door de ledenraad wordt aangenomen met tenminste twee derden van de geldig uitgebrachte stemmen.
Artikel 25. Omzetting. Fusie. Splitsing.
Op de besluiten tot omzetting, fusie en Splitsing van de vereniging zijn bepalingen terzake van statutenwijziging van overeenkomstige toepassing. Artikel 26. Ontbinding.
1. Ontbinding van de LHV kan slechts plaatsvinden:
a. als een daartoe strekkend voorstel, dat vooraf de goedkeuring van het federatiebestuur van de KNMG moet hebben verkregen, is opgenomen bij de oproeping voor de ledenraad en tenminste vier weken voor die vergadering van de ledenraad ter kennis is gebracht van de leden;
b. indien het voorstel door de ledenraad wordt aangenomen met tenminste twee derden van de geldig uitgebrachte stemmen.
2. Het bestuur is belast met de vereffening.
3. Het batig saldo van de LHV zal worden bestemd op de wijze, zoals bij het besluit van de ledenraad tot ontbinding is vastgesteld.
Artikel 27. Slotbepaling.
In alle gevallen, waarin de wet, de statuten of het huishoudelijk reglement niet voorzien, alsmede ingeval van twijfel over de uitleg van enig bepaling daarvan, beslist het bestuur.