PENSIOENREGLEMENT 2015
PENSIOENREGLEMENT 2015
Netto pensioenregeling
BP Group Netherlands zoals beheerd door:
OFP BP Pensioenfonds
Instelling voor bedrijfspensioenvoorziening Ingeschreven bij de FSMA onder het nummer 50.521
1 januari 2023
Versie 2023.1
INLEIDING
(A) Dit Pensioenreglement 2015 netto pensioenregeling (hierna “Netto Pensioenreglement 2015”) is onderdeel van de pensioenovereenkomst tussen BP Group Netherlands en haar (oud) werknemers. Dit Netto pensioenreglement voorziet onder meer in de opbouw van een kapitaal dat bestemd is voor een levenslang ouderdomspensioen en partnerpensioen vanaf een bepaalde salarisgrens. Deze salarisgrens bedraagt in 2023 € 128.810,- en zal jaarlijks overeenkomstig het hiervoor wettelijk geldende fiscale maximum worden aangepast. Het door BP Group Netherlands aan haar (oud) werknemers toegezegd pensioen betreft een beschikbare premieregeling met het karakter van een premie-overeenkomst.
(B) Dit Netto Pensioenreglement 2015 is in werking getreden op 1 januari 2015. De aangepaste versie van dit Netto Pensioenreglement 2015 dat voor u ligt, zal in werking treden op 1 januari 2023. Per 1 juni 2016 is het Netto Pensioenreglement 2015 gewijzigd. Die versie van het Netto Pensioenreglement beoogde geen inhoudelijke wijzigingen in de pensioenregeling ten opzichte van de voorgaande versie van Netto Pensioenreglement 2015. Die wijzigingen hingen samen met de manier waarop de pensioenregelingen van BP Group Netherlands vanaf 1 juni 2016 worden uitgevoerd. De reden voor enkele wijzigingen is gelegen in het feit dat de pensioenregeling van BP Group Netherlands per 1 juni 2016 wordt uitgevoerd door een Belgische pensioenuitvoerder, OFP BP Pensioenfonds, die onderworpen is aan de Belgische prudentiële regels. Wat de pensioenregeling zelf betreft, blijft het Nederlands sociaal - en arbeidsrecht van toepassing. Vooropgesteld moet worden dat OFP BP Pensioenfonds de bij haar ondergebrachte pensioenregelingen uitvoert op basis van een middelenverbintenis. Een middelenverbintenis naar Belgisch recht is te vergelijken met een inspanningsverbintenis naar Nederlands recht. De aangepaste versie van dit pensioenreglement per 1 januari 2023 beoogt een inhoudelijke wijziging.
(C) De (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden verwerven een pensioenaanspraak jegens de werkgever, die op grond van voormelde middelenverbintenis het beheer van de pensioenregeling heeft ondergebracht bij het OFP BP Pensioenfonds. Beslissingen die samenhangen met de inhoud van de pensioenregelingen komen voortaan enkel toe aan BP Group Netherlands en beslissingen die enkel samenhangen met de uitvoering aan OFP BP Pensioenfonds. OFP BP Pensioenfonds zal de nodige reserves opbouwen en de gepaste beleggingen doen teneinde haar activa goed te beheren, als een goed huisvader, met het oog op een goed beheer en een goede uitvoering van de pensioenregelingen die het beheert. Daartoe is OFP BP Pensioenfonds gerechtigd om van BP Group Netherlands alle vereiste bijdragen, stortingen en kosten te eisen in overeenstemming met het financieringsplan of een eventueel sanerings- of herstelplan. In uitvoering van zijn opdracht zal OFP BP Pensioenfonds uit zijn beschikbare middelen de voordelen en uitkeringen betalen, in overeenstemming met de pensioenregelingen en met de wettelijke bepalingen ter zake, aan hen die krachtens de pensioenregelingen begunstigde of rechthebbende zijn. OFP BP Pensioenfonds stelt zelf geen pensioenreglement op doch baseert zich voor de uitvoering op onderhavig pensioenreglement van de werkgever.
INHOUDSOPGAVE
Hoofdstuk 1. DEELNEMING AAN DEZE PENSIOENREGELING 4
Artikel 1 Deelnemers 4
Artikel 2 Start en einde deelneming 5
Artikel 3 Kosten en financiering van deze pensioenregeling 6
Hoofdstuk 2. DE OPBOUW VAN HET NETTO PENSIOENVERMOGEN 9
Artikel 4 De basis voor de opbouw van netto pensioenvermogen in deze pensioenregeling 9
Artikel 5 Pensioenen binnen deze regeling 11
Artikel 6 Pensioendatum 11
Artikel 7 Netto pensioenspaarrekening 11
Artikel 8 Bij overlijden voor de pensioendatum 12
Hoofdstuk 4. GEBEURTENISSEN DIE INVLOED HEBBEN OP DE OPBOUW VAN HET PENSIOEN 13
Artikel 9 Inbreng van waarde bij start deelneming 13
Artikel 10 Beëindiging van de deelneming aan deze pensioenregeling 13
Artikel 11 Scheiding 14
Artikel 12 Xxxxxx en tijdelijk minder werken 16
Hoofdstuk 5. MET PENSIOEN 17
Artikel 13 Vervroegen van de pensioendatum 17
Artikel 14 Aanwending van het netto pensioenvermogen op de pensioendatum 17
Hoofdstuk 6. ONVOORZIENE GEVALLEN EN OVERIG 19
Artikel 15 Recht op wijziging van de pensioenovereenkomst en pensioenreglement of verlaging van de premiebetaling door de werkgever 19
Artikel 16 Afkoop, vervreemding enz 20
Artikel 17 Klachten en geschillen 20
Artikel 18 Bijzondere en onvoorziene gevallen en fiscale glijclausule 20
Artikel 19 Inwerkingtreding en wijziging van het reglement 21
Bijlage 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 22
Bijlage 2. BELEGGINGSFONDSEN EN -KOSTEN 26
Bijlage 3. INKOOPFACTOREN 27
1. Algemene bepalingen 27
Hoofdstuk 1. DEELNEMING AAN DEZE PENSIOENREGELING
Artikel 1 Deelnemers
1.1 Wie is deelnemer aan deze pensioenregeling?
Deelnemer aan deze pensioenregeling zijn alle werknemers van 21 jaar of ouder die deelnemen in Pensioenregeling 2015 van de werkgever met een pensioengevend salaris boven de fiscale grens, tenzij de deelnemer heeft aangegeven af te zien van deze deelname, zoals bedoeld in 2.1.
1.2 Wat is de verplichting van de (gewezen) deelnemer?
De (gewezen) deelnemer is verplicht om mee te werken aan het tijdig verstrekken van alle informatie die nodig is voor de uitvoering van dit reglement. De deelnemer verstrekt deze informatie aan de werkgever; de gewezen deelnemer verstrekt deze informatie aan het fonds.
1.3 Wat gebeurt er als de (gewezen) deelnemer zijn verplichting niet nakomt?
Als de (gewezen) deelnemer zijn verplichting niet nakomt, kan dit tot gevolg hebben dat het pensioen dat uit dit reglement voortvloeit niet of slechts gedeeltelijk wordt toegekend. In dat geval heeft de (gewezen) deelnemer slechts recht op dit gedeeltelijk toegekende pensioen of geen recht op een toegekend pensioen. De gevolgen van het niet nakomen van deze verplichtingen zijn derhalve voor risico van de (gewezen) deelnemer.
1.4 Welke informatie ontvangt de (gewezen) deelnemer?
a. De deelnemer ontvangt bij opname in deze pensioenregeling een bevestiging van zijn deelneming, alsmede binnen 3 maanden een welkomstbericht met informatie over deze pensioenregeling, zoals bedoeld in artikel 21 van de Pensioenwet. Het bepaalde in de vorige zin is niet van toepassing indien de gewezen deelnemer binnen zes maanden na beëindiging van een eerdere periode van deelneming opnieuw deelnemer wordt in het fonds en de gewezen deelnemer de in de eerste volzin bedoelde informatie al eerder heeft ontvangen. Informatie die sinds de vorige verstrekking is gewijzigd wordt wel verstrekt.
b. Het fonds verstrekt de deelnemer op verzoek een opgave van de reglementair te bereiken pensioenaanspraken. De opgave wordt, voor zover het netto ouderdomspensioen betreft, tevens weergegeven op basis van een pessimistisch scenario, een verwacht scenario en een optimistisch scenario.
c. De (gewezen) deelnemer heeft de mogelijkheid om het huidige pensioenreglement op te vragen bij het fonds. Een voorheen geldend pensioenreglement kan door een belanghebbende worden opgevraagd bij het fonds.
d. De deelnemer wordt op de hoogte gesteld als het pensioenreglement is gewijzigd. Daarnaast zorgt het fonds ervoor dat alle belanghebbenden op een gemakkelijke wijze kennis kunnen nemen van de geldende reglementen.
e. De deelnemer ontvangt jaarlijks een opgave van het netto pensioenvermogen.
f. Het fonds stelt beschikbaar of verstrekt de (gewezen) deelnemer en andere belanghebbenden tijdig alle informatie die het fonds op grond van wet- en regelgeving verplicht is beschikbaar te stellen of te verstrekken.
g. Voorafgaand aan pensionering wordt de (gewezen) deelnemer geïnformeerd over de keuzemogelijkheden ten aanzien van pensionering conform het bepaalde in artikel 13.
h. Het fonds verstrekt deelnemers, gewezen deelnemers en gepensioneerden die zich in een andere lidstaat vestigen informatie over hun pensioenaanspraken en pensioenrechten en over de mogelijkheden die hun op grond van de pensioenregeling worden geboden zoals bedoeld in artikel 47 van de Pensioenwet.
i. Het fonds verstrekt de gewezen deelnemer bij het einde van de deelneming aan deze pensioenregeling en vervolgens jaarlijks een overzicht van zijn netto pensioenvermogen. Het fonds kan de in de vorige zin bedoelde informatie op de website ter beschikking stellen, mits de informatie ten minste een keer in de vijf jaar schriftelijk of elektronisch wordt verstrekt. Daarnaast verstrekt het fonds bij het einde van de deelneming informatie over zijn recht op waardeoverdracht, een eventuele afkoopmogelijkheid, de afkoopmogelijkheid bij emigratie en informatie over omstandigheden die betrekking hebben op het functioneren van het Pensioenfonds.
1.5 Aan welke eisen dient informatieverstrekking te voldoen?
De informatie die het fonds verstrekt of beschikbaar stelt dient correct, duidelijk en evenwichtig te zijn.
De in dit artikel genoemde informatie wordt schriftelijk of elektronisch verstrekt, tenzij de (gewezen) deelnemer of gewezen partner bezwaar maakt tegen elektronische verstrekking.
Indien de deelnemer, gewezen deelnemer of gewezen partner – voor zover instemming vereist is – niet instemt met of bezwaar maakt tegen elektronische verstrekking, verstrekt het fonds de informatie schriftelijk.
Bij het verstrekken van de schriftelijke informatie kan het fonds zich houden aan het laatst hem bekende adres. Blijkt dit adres onjuist te zijn, dan doet het fonds navraag bij de gemeentelijke basisadministratie in de laatst bekende woonplaats. De hiermee gepaard gaande kosten kan het fonds in rekening brengen bij de deelnemer, gewezen deelnemer of gewezen partner. Deze kosten kunnen niet direct in mindering worden gebracht op de uitkering.
Indien de deelnemer, gewezen deelnemer of gewezen partner – voor zover instemming vereist is – heeft ingestemd met of geen bezwaar heeft gemaakt tegen elektronische verstrekking van informatie en het bij het fonds bekende adres voor deze elektronische verstrekking blijkt onjuist, verstrekt het fonds de informatie schriftelijk.
Het fonds is bevoegd kosten in rekening te brengen voor het verstrekken van informatie, indien en voor zover dit bij en krachtens de Pensioenwet wordt toegestaan.
Artikel 2 Start en einde deelneming
2.1 Wanneer start de deelneming aan deze pensioenregeling?
De deelneming aan deze pensioenregeling begint zodra de werknemer aan de in artikel 1.1 gestelde voorwaarden voldoet, maar:
- niet eerder dan de eerste dag van de maand waarin de werknemer 21 jaar wordt; en
- niet eerder dan 1 januari 2015,
tenzij de werknemer bij de werkgever heeft aangegeven niet te willen deelnemen aan de netto pensioenregeling.
Als de deelneming aanvangt in de loop van een maand, telt deze maand niet mee bij de bepaling van de pensioenaanspraken.
Als de werknemer afziet van deelname aan de netto pensioenregeling van de werkgever, dan dient hij dit door middel van een formulier aan te geven bij de werkgever:
- bij inwerkingtreding van deze netto pensioenregeling binnen de termijn die de werkgever
daarvoor heeft aangegeven; of
- voordat de werknemer deelnemer wordt in deze pensioenregeling van de werkgever; of
- binnen 3 maanden nadat de deelnemer de fiscale grens heeft overschreden en hierover door de werkgever is geïnformeerd; of
- binnen 3 maanden nadat de deelnemer is gescheiden, zoals bedoeld in artikel 11;
- binnen 3 maanden nadat de partner van de deelnemer is overleden.
2.2 Wanneer eindigt de deelneming aan deze pensioenregeling?
De deelneming aan deze pensioenregeling eindigt:
− op de dag van overlijden van de deelnemer;
− op de pensioendatum of de eerdere datum waarop het ouderdomspensioen volledig ingaat;
− op de eerste dag van de maand waarin de arbeidsovereenkomst met de werkgever wordt beëindigd voordat de pensioendatum is bereikt;
− op de dag dat de werkgever met wie de deelnemer een arbeidsovereenkomst heeft ophoudt
werkgever in de zin van dit pensioenreglement te zijn;
− op de dag dat het pensioengevend salaris van de deelnemer onder de fiscale grens komt;
− op de dag dat het verzoek van een deelnemer tot beëindiging van de deelneming administratief is verwerkt.
Als de deelneming eindigt in de loop van een maand, telt deze maand niet mee bij de bepaling van de pensioenpremie.
Als de deelnemer zijn deelname aan de netto pensioenregeling van de werkgever wil beëindigen, dan dient hij dit door middel van een formulier aan te geven bij de werkgever. De deelnemer ontvangt een schriftelijke bevestiging van het fonds met de beëindigingsdatum.
2.3 Kan een deelnemer zijn eerder gemaakt keuze om niet deel te nemen herzien?
Als de deelnemer afziet van deelname aan de netto pensioenregeling, zoals bedoeld in 2.1 of 2.2, zesde gedachtestreepje, heeft hij de mogelijkheid om zich op een later moment alsnog aan te melden voor deelname. Hij geeft deze keuze aan bij de werkgever via een daarvoor bestemd formulier. Deelname aan de netto pensioenregeling vangt aan 3 maanden nadat de deelnemer deze keuze heeft doorgegeven. Als de deelneming aanvangt in de loop van een maand, telt deze maand niet mee bij de bepaling van de pensioenaanspraken.
Hierbij geldt dat het fonds nadere voorwaarden kan stellen aan een (hernieuwde) deelname aan de netto pensioenregeling, zoals medische waarborgen.
Nadat het fonds de (hernieuwde) deelname administratief heeft verwerkt, onvangt de deelnemer een bevestiging van de deelname aan de netto pensioenregeling.
Artikel 3 Kosten en financiering van deze pensioenregeling
3.1 Hoe wordt deze pensioenregeling gefinancierd?
De financiering van de pensioenen vindt plaats door middel van een jaarlijks per 1 januari volgens de regels van het financieringsplan vast te stellen premie, te voldoen volgens het bepaalde in de beheersovereenkomst tussen de werkgever en het fonds, met inachtneming van het toepasselijke Nederlandse sociaal- en arbeidsrecht.
3.2 Hoe wordt de netto premie vastgesteld?
De aan het fonds verschuldigde premie bestaat uit een bijdrage van de werkgever en een bijdrage van de deelnemer. De jaarlijkse deelnemersbijdrage bedraagt 2,63% van de pensioengrondslag.
De werkgever houdt de bijdrage van de deelnemer in op het aan hem verschuldigde salaris in dezelfde termijnen als waarin het salaris wordt uitbetaald.
De bijdrage wordt per maand vastgesteld. Bij wijziging van de deeltijdfactor en bij verlaging van de excedent pensioengrondslag wordt de premie opnieuw vastgesteld. Als leeftijd wordt genomen de bereikte leeftijd van de deelnemer op de 1e dag van de maand waarin de premie wordt vastgesteld.
De hoogte van de netto premie wordt vastgesteld op basis van onderstaande tabel:
leeftijd | percentage |
21-24 | 4,6% |
25-29 | 5,4% |
30-34 | 6,1% |
35-39 | 7,0% |
40-44 | 8,1% |
45-49 | 9,3% |
50-54 | 10,8% |
55-59 | 12,4% |
60-64 | 14,2% |
65-67 | 15,8% |
Voor de vaststelling van de premie wordt de pensioengrondslag van de deelnemer steeds vermenigvuldigd met het voor de deelnemer geldende percentage deeltijd.
Het fonds schrijft de premie, onder inhouding van een premie wegens elders vezekerd overlijdensrisico en administratiekosten bij op de netto pensioenspaarrekening van de deelnemer zoals bedoeld in artikel
7. De kosten van het beheer van het pensioenvermogen worden jaarlijks verrekend met het pensioenvermogen. Een overzicht van deze kosten is opgenomen in Bijlage 2.
3.3 Wie betaalt de premie?
De werkgever houdt de bijdrage van de deelnemer in op het aan hem verschuldigde netto salaris in dezelfde termijnen als waarin het salaris wordt uitbetaald.
De premie inclusief deelnemersbijdrage wordt in gelijke maandelijkse termijnen door de werkgever
beschikbaar gesteld aan de vermogensbeheerder.
3.4 Wat is verzekerd?
Het bestuur kan de verplichtingen die voortvloeien uit dit reglement geheel of gedeeltelijk dekken door het sluiten van een of meer verzekeringsovereenkomsten met een of meer verzekeraars als bedoeld in bijlage 1 bij dit reglement. Zo worden de financiële risico’s van het fonds beperkt. De voorwaarden van de verzekeringsovereenkomsten liggen voor belanghebbenden bij het fonds ter inzage.
3.5 Wie is de bevoordeelde bij deze verzekeringsovereenkomsten?
Het fonds zal als contractant en bevoordeelde op de betreffende polis(sen) worden aangewezen. Het
bestuur heeft echter het recht de uitkeringsgerechtigde als bevoordeelde aan te wijzen.
3.6 Xxxxx verbintenis hebben de partijen?
Het fonds heeft bij de uitvoering van de statutaire verplichtingen een middelenverbintenis ten aanzien van de werkgever, zoals beschreven in artikel 2 WIBP. Indien de financiële verplichtingen van het fonds onvoldoende gedekt zijn door dekkingswaarden, is de werkgever gehouden het tekort te dekken ten opzichte van deze verplichtingen onder de voorwaarden die hiervoor zijn vastgelegd in de beheersovereenkomst en het financieringsplan zoals deze thans luiden en in de toekomst zullen luiden. De werkgever heeft aldus een resultaatsverbintenis. Voor een eventuele wijziging in de beheersovereenkomst en het financieringsplan wordt het Dutch Management Committee om een
verbindend advies gevraagd voorafgaand aan de besluitvorming door het fonds en de werkgever, overeenkomstig het Dutch Management Committee Charter.
Hoofdstuk 2. DE OPBOUW VAN HET NETTO PENSIOENVERMOGEN
Artikel 4 De basis voor de opbouw van netto pensioenvermogen in deze pensioenregeling
4.1 Wat is het karakter van deze pensioenregeling?
Deze pensioenregeling is een premieovereenkomst in de vorm van een beschikbare premieregeling in de zin van de Pensioenwet. Bij een premieovereenkomst wordt jaarlijks een premie betaald, waarmee een netto pensioenvermogen wordt opgebouwd. Met dit netto pensioenvermogen wordt op de pensioendatum een pensioenuitkering aangekocht bij een verzekeraar of – mits wordt voldaan aan de voorwaarden genoemd in artikel 14.1 – bij het fonds.
4.2 Hoe wordt het netto pensioenvermogen gevormd?
De berekening van de hoogte van het netto pensioenvermogen is gebaseerd op de som van de beschikbare premies en de nadien daarop behaalde rendementen. Voor de vaststelling van de hoogte van de beschikbare premie wordt de pensioengrondslag vermenigvuldigd met het voor de deelnemer geldende percentage uit de tabel in artikel 3.2. De pensioengrondslag is gelijk aan het pensioengevend salaris van de deelnemer verminderd met de fiscale grens.
4.3 Wat is het pensioengevend salaris?
Het pensioengevend salaris in enig jaar is gelijk aan het in het betreffende kalenderjaar verdiende vaste salaris, inclusief het ploegendienstsalaris, vakantiegeld en dertiende maand.
4.4 Wat telt niet mee voor het pensioengevend salaris?
Overwerk- en onkostenvergoedingen, gratificaties, tantièmes en andere aan de dienstbetrekking verbonden bijzondere beloningen maken geen onderdeel uit van het pensioengevend salaris. Het pensioengevend salaris kan worden verhoogd met vaste persoonlijke toeslagen waarvan de werkgever schriftelijk heeft verklaard dat deze toeslagen pensioengevend zijn.
4.5 Welk pensioengevend salaris wordt vastgesteld in geval van ziekte?
Gedurende de periode waarin de deelnemer recht heeft op loondoorbetaling bij ziekte ingevolge artikel 7:629 van het (Nederlands) Burgerlijk Wetboek of recht heeft op een uitkering ingevolge de Ziektewet, wordt de pensioenopbouw voortgezet. De pensioengrondslag wordt gedurende die periode vastgesteld op basis van het pensioengevend salaris bij aanvang van zijn ziekte en vervolgens op basis van het laatst vastgestelde pensioengevend salaris.
4.6 Wat is de fiscale grens?
Voor het inkomen tot de fiscale grens voert het fonds een basispensioenregeling uit. Over het gedeelte van het inkomen tot deze grens bouwt de deelnemer in die pensioenregeling pensioen op. Over het gedeelte van het inkomen boven de fiscale grens bouwt de deelnemer pensioen op in onderhavige pensioenregeling.
4.7 Hoe hoog is de fiscale grens?
De fiscale grens bedraagt op voltijds basis maximaal het bedrag dat is bedoeld in artikel 18ga van de Wet op de loonbelasting 1964 (voor 2023 € 128.810,-). Dit bedrag was in 2015 € 100.000 en wordt
vanaf 2016 jaarlijks in dezelfde mate geïndexeerd als het bij ministeriële regeling herziene bedrag conform de methodiek beschreven in artikel 18ga van de Wet op de loonbelasting 1964.
4.8 Wanneer wordt de pensioengrondslag vastgesteld?
De pensioengrondslag wordt vastgesteld bij opname in deze pensioenregeling en vervolgens iedere maand.
4.9 Hoe wordt de pensioengrondslag vastgesteld bij een deeltijd dienstverband?
Voor de vaststelling van de pensioengrondslag van de deelnemer met een deeltijd dienstverband wordt het pensioengevend salaris herleid naar een pensioengevend salaris op basis van een voltijd dienstverband.
Hoofdstuk 3. DE SOORTEN PENSIOEN BINNEN DEZE REGELING
Artikel 5 Pensioenen binnen deze regeling
5.1 In welke pensioenen voorziet deze pensioenregeling?
Deze pensioenregeling voorziet, met inachtneming van de bepalingen in dit reglement, in aanspraken op een netto pensioenvermogen op een netto pensioenspaarrekening. Dit netto pensioenvermogen wordt belegd en op één van de volgende momenten bij een verzekeraar of – mits wordt voldaan aan de voorwaarden genoemd in artikel 14.1 – bij het fonds aangewend voor de aankoop van een periodieke uitkering:
− op verzoek van de deelnemer: bij beëindiging van de deelname als gevolg van uitdiensttreding;
− op de pensioendatum of de eerdere ingangsdatum zoals bedoeld in artikel 13;
− bij overlijden van de gewezen deelnemer voor de pensioendatum;
− op verzoek van de deelnemer: in de tien jaren voorafgaand aan de pensioendatum.
Indien de aanwending van het netto pensioenvermogen plaatsvindt bij het fonds, vindt deze aanwending plaats op basis van een kostendekkend tarief.
Bij overlijden van de deelnemer voor de pensioeningangsdatum geeft deze pensioenregeling geen aanspraak op of netto pensioenvermogen voor partnerpensioen en/of wezenpensioen.
Artikel 6 Pensioendatum
De pensioendatum is de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de (gewezen) deelnemer de 68-jarige leeftijd bereikt. Op grond van artikel 13 kan de (gewezen) deelnemer ervoor kiezen op een eerder moment met pensioen te gaan. Dit moment kan zijn:
− de eerste dag van de maand volgend op de datum waarop de (gewezen) deelnemer de AOW- gerechtigde leeftijd bereikt;
− indien het een deelnemer betreft: een andere, met de werkgever overeengekomen, datum gelegen voor de 68-jarige leeftijd van de deelnemer;
− indien het een gewezen deelnemer betreft: een andere datum gelegen voor de 68-jarige leeftijd van de gewezen deelnemer.
Artikel 7 Netto pensioenspaarrekening
7.1 Wat gebeurt er met de door de werkgever beschikbaar gestelde netto premie?
De werkgever stelt de op basis van artikel 3.2 vastgestelde premie beschikbaar aan de vermogensbeheerder. De vermogensbeheerder opent ten behoeve van elke deelnemer in zijn boeken op diens naam een netto pensioenspaarrekening waarop de stortingen, als bedoeld in de eerste zin van dit lid, onder aftrek van de kostenopslag, worden bijgeschreven.
7.2 Wie heeft de verantwoordelijkheid over de belegging van het netto pensioenvermogen?
De Nettopensioenregeling biedt een beleggingsportefeuille Lifecycle vast pensioen en een beleggingsportefeuille Lifecycle variabel pensioen. De (gewezen) deelnemer heeft de mogelijkheid om de beleggingsvoorkeur door te geven. Maakt de (gewezen) deelnemer geen keuze, dan blijft het fonds de premie beleggen in de beleggingsportefeuille Lifecycle vast pensioen.
Het netto pensioenvermogen op de netto pensioenspaarrekening, wordt standaard belegd in het beleggingsfonds BP Passieve LifeCycle Mix Defensief (Lifecycle vast pensioen) bij de
vermogensbeheerder, tenzij de (gewezen) deelnemer de verantwoordelijkheid over de beleggingen heeft overgenomen.
De werkgever biedt de (gewezen) deelnemer de mogelijkheid aan om de verantwoordelijkheid over de beleggingen over te nemen. De (gewezen) deelnemer kan het netto pensioenvermogen op de pensioenspaarrekening daarna aanwenden in door het bestuur bij de vermogensbeheerder geselecteerde beleggingsfondsen of in euro’s op de netto pensioenspaarrekening aanhouden. Een overzicht van de door het bestuur geselecteerde beleggingsfondsen is in bijlage 2 bij dit pensioenreglement opgenomen. Het bestuur kan deze bijlage wijzigen. Het actuele overzicht is te vinden op de website van het fonds.
De (gewezen) deelnemer die de verantwoordelijkheid over de beleggingen heeft overgenomen kan een andere verdeling van het netto pensioenvermogen op de netto pensioenspaarrekening over de in de voorgaande alinea genoemde beleggingsfondsen aanbrengen of in de verhouding tussen het deel van de op de netto pensioenspaarrekening geboekte bedragen dat wordt belegd of in euro’s wordt aangehouden. Aan die wijziging zijn kosten verbonden, die worden verrekend met de waarde van de beleggingen die worden verkocht om tot de gewijzigde samenstelling te komen.
7.3 Waardoor wordt het netto pensioenvermogen beïnvloed?
Over het bedrag dat in euro’s wordt aangehouden op de netto pensioenspaarrekening wordt een rentevergoeding gegeven door de vermogensbeheerder. De actuele rentevergoeding kan worden opgevraagd door de (gewezen) deelnemer bij de vermogensbeheerder.
De waarde van de beleggingen op de netto pensioenspaarrekening is op enige datum gelijk aan de tegenwaarde in euro’s van die beleggingen per die datum. Hiertoe wordt het aantal units in een beleggingsfonds vermenigvuldigd met de koers per die datum van dat beleggingsfonds.
Een overzicht van de kosten die zijn genoemd in dit artikel is opgenomen in bijlage 2 bij dit pensioenreglement. Het bestuur kan deze bijlage wijzigen.
Op het netto pensioenvermogen wordt geen toeslag verleend.
Het netto pensioenvermogen wordt gemaximeerd conform het bepaalde in artikel 14.2.
Artikel 8 Bij overlijden voor de pensioendatum
Indien de gewezen deelnemer komt te overlijden voor de pensioendatum, wordt het opgebouwde pensioenkapitaal op de netto pensioenspaarrekening overgedragen aan een door de nabestaanden te kiezen verzekeraar. De verzekeraar koopt voor de nabestaanden een netto partnerpensioen en/of wezenpensioen aan. Indien de nabestaanden binnen zes maanden geen verzekeraar gekozen hebben, draagt het bestuur het opgebouwde pensioenkapitaal op de netto pensioenspaarrekening over aan een door het bestuur gekozen verzekeraar om een netto partnerpensioen en/of wezenpensioen aan te kopen. In afwijking van het vorenstaande is het mogelijk om het opgebouwde pensioenkapitaal op de netto pensioenspaarrekening aan te wenden voor aankoop van een netto partnerpensioen en/of wezenpensioen bij het fonds als het saldo op de netto pensioenspaarrekening op het moment van overlijden van de gewezen deelnemer minder dan € 20.000,- bedraagt. De inkoopfactoren zijn opgenomen in bijlage 3.
Hoofdstuk 4. GEBEURTENISSEN DIE INVLOED HEBBEN OP DE OPBOUW VAN HET PENSIOEN
Artikel 9 Inbreng van waarde bij start deelneming
9.1 Wat is inkomende waardeoverdracht?
Inkomende waardeoverdracht houdt in dat de deelnemer bij verandering van dienstverband, en daarmee van pensioenuitvoerder, de waarde van zijn bij zijn vorige pensioenuitvoerder opgebouwde netto pensioenvermogen overdraagt aan het fonds ter verwerving van netto pensioenvermogen in deze pensioenregeling.
9.2 Hoe vindt inkomende waardeoverdracht plaats?
De deelnemer die het bij zijn vorige pensioenuitvoerder opgebouwde netto pensioenvermogen wil overdragen, dient daartoe een verzoek in bij het fonds. De inkomende waardeoverdracht vindt plaats volgens de wettelijk vastgestelde rekenregels en procedures.
Het netto pensioenvermogen dat door middel van inkomende waardeoverdracht in deze pensioenregeling wordt ingebracht, wordt gebruikt voor extra netto pensioenvermogen volgens de bepalingen in dit pensioenreglement. Dit extra netto pensioenvermogen wordt niet meegerekend in de vaststelling van het maximaal netto pensioenvermogen zoals bepaald in artikel 14.2.
Artikel 10 Beëindiging van de deelneming aan deze pensioenregeling
10.1 Wat gebeurt er bij beëindiging van de deelneming aan deze pensioenregeling?
Bij beëindiging van de deelneming aan deze pensioenregeling, anders dan wegens overlijden of pensionering, behoudt de deelnemer het tot de beëindigingsdatum opgebouwde netto pensioenvermogen.
Onder bepaalde voorwaarden kan het door de gewezen deelnemer opgebouwde netto pensioenvermogen:
− worden overgedragen aan een nieuwe pensioenuitvoerder. Kiest de gewezen deelnemer hier niet voor, dan blijft het netto pensioenvermogen belegd tot de pensioendatum (zie lid 2 van dit artikel);
− aan hem worden uitgekeerd na afkoop (zie lid 3 van dit artikel).
10.2 Uitgaande waardeoverdracht
10.2a Wat is uitgaande waardeoverdracht?
Uitgaande waardeoverdracht houdt in dat de gewezen deelnemer het bij het fonds opgebouwde netto pensioenvermogen meeneemt naar zijn nieuwe pensioenuitvoerder. Voorwaarde hiervoor is dat de nieuwe pensioenuitvoerder een netto pensioenregeling aanbiedt.
10.2b Wanneer vindt uitgaande waardeoverdracht plaats?
Uitgaande waardeoverdracht vindt plaats op verzoek van de gewezen deelnemer die deelnemer wordt in een nieuwe pensioenregeling. De gewezen deelnemer dient dit verzoek in bij de nieuwe pensioenuitvoerder. Bij de uitvoering van de uitgaande waardeoverdracht gelden de wettelijk vastgestelde rekenregels en procedures.
Door de waardeoverdracht vervalt de daarmee corresponderende aanspraak op netto pensioenvermogen.
Bij liquidatie van het fonds dan wel beëindiging van de Sectie Nederland binnen het fonds zal worden overgegaan tot collectieve waardeoverdracht.
10.3 Afkoop
10.3a Wat is afkoop?
In dit reglement wordt onder afkoop verstaan het omzetten van het netto pensioenvermogen in een geldsom (de afkoopsom). Met de uitbetaling van die geldsom koopt het fonds de verplichting tot het op de pensioendatum overdragen van het netto pensioenvermogen af. Het netto pensioenvermogen zal daartoe op de afkoopdatum fictief worden omgezet in een netto ouderdomspensioen om dit bedrag te toetsen aan het wettelijk afkoopbedrag (2023: €594,89).
10.3b Kan het netto pensioenvermogen bij beëindiging van de deelneming worden afgekocht?
Het netto pensioenvermogen wordt door het fonds afgekocht indien de deelname is beëindigd, het fictief bepaalde netto ouderdomspensioen op het tijdstip van beëindiging van de deelneming lager is dan het wettelijk afkoopbedrag (2023: € 594,89) en de gewezen deelnemer instemt met de afkoop.
De afkoopsom wordt uitbetaald aan de gewezen deelnemer.
10.3c Is afkoop op de pensioendatum mogelijk?
Het netto pensioenvermogen wordt op de pensioendatum afgekocht, indien de hoogte van het fictief bepaalde netto ouderdomspensioen op de pensioendatum minder bedraagt dan het wettelijk afkoopbedrag (2023: € 594,89) en de pensioengerechtigde instemt met de afkoop.
Het fonds informeert de pensioengerechtigde over zijn besluit tot afkoop voor de ingang van het ouderdomspensioen en gaat over tot de uitbetaling van de afkoopwaarde binnen zes maanden na de pensioendatum.
10.3d Kan het netto pensioenvermogen bij emigratie worden afgekocht?
Het fonds is verplicht om op verzoek van de gewezen deelnemer op het tijdstip waarop deze gewezen deelnemer ophoudt binnenlandse belastingplichtige te zijn het netto pensioenvermogen van deze gewezen deelnemer af te kopen.
Het fonds betaalt de afkoopsom uit binnen zes maanden na het tijdstip genoemd in de voorgaande alinea. De afkoopsom wordt uitbetaald aan de gewezen deelnemer.
Artikel 11 Scheiding
11.1 Heeft de partner na scheiding recht op uitbetaling van een deel van de verrichte stortingen inclusief de bijgeschreven en nog bij te schrijven rendementen?
Voor toepassing van dit artikel wordt onder scheiding verstaan echtscheiding, scheiding van tafel en bed en beëindiging van een geregistreerd partnerschap anders dan door overlijden, vermissing of een aansluitend huwelijk tussen dezelfde partners.
Bij scheiding krijgt de gewezen partner van de (gewezen) deelnemer conform de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding recht op uitbetaling van de helft van de tijdens de huwelijkse periode verrichte stortingen, inclusief de nadien daarover bijgeschreven en nog bij te schrijven rendementen.
Dit recht op uitbetaling van de met het netto pensioenvermogen bij een verzekeraar in te kopen netto ouderdomspensioen ontstaat alleen als binnen twee jaar na de scheiding aan het fonds van die scheiding melding is gedaan door middel van het daartoe bestemde formulier als bedoeld in de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding. Het fonds verstrekt de gewezen partner een bewijsstuk van het netto pensioenvermogen waarop de verevening wordt gebaseerd. De (gewezen) deelnemer ontvangt daarvan een afschrift.
Van het in de tweede zin van dit lid bepaalde kan worden afgeweken als de (gewezen) partners bij voorwaarden in verband met de partnerrelatie of in een schriftelijke overeenkomst met het oog op de scheiding anders overeenkomen.
Er is geen recht op uitbetaling van de met het netto pensioenvermogen in te kopen netto ouderdomspensioen als op het tijdstip van scheiding het fictief te berekenen recht op uitbetaling kleiner is dan het wettelijk afkoopbedrag (2022: € 520,35).
Het fonds is bevoegd de kosten verbonden aan het vaststellen van het te verevenen
ouderdomspensioen aan elk der betrokken partijen voor de helft in rekening te brengen.
Er is geen recht op verevening bij de beëindiging van de partnerrelatie tussen twee ongehuwd samenwonenden.
11.2 Wanneer begint het recht op uitbetaling van netto ouderdomspensioen van de gewezen partner?
Het recht op uitbetaling van de met het netto pensioenvermogen op grond van het bepaalde in artikel 14 in te kopen netto ouderdomspensioen gaat in op de pensioeningangsdatum.
Indien de (gewezen) deelnemer op grond van artikel 13 met het netto pensioenvermogen eerder dan de pensioendatum een netto ouderdomspensioen aankoopt, zal het aan de gewezen partner toekomende recht op uitbetaling eveneens eerder in gaan.
Na overlijden van de gewezen partner vóórdat de (gewezen) deelnemer de pensioendatum heeft bereikt, wordt het netto pensioenvermogen weer teruggeboekt naar de pensioenspaarrekening van de (gewezen) deelnemer, tenzij is gekozen voor conversie zoals omschreven in artikel 11.3.
11.3 Conversie
Op grond van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding kunnen de (gewezen) deelnemer en de gewezen partner een afwijkende regeling overeenkomen, waarbij het aan de gewezen partner toekomende deel van het netto pensioenvermogen (volgend uit artikel 11.1) wordt omgezet in een eigen aanspraak op netto pensioenvermogen ten behoeve van de gewezen partner (conversie). Hiertoe zal een eigen netto pensioenspaarrekening op naam van de gewezen partner worden geopend. Onder de voorwaarden als bepaald in artikel 14.1 kan de gewezen partner op de pensioendatum een eigen uitkering inkopen bij het fonds of een verzekeraar.
Een dergelijke regeling is slechts geldig indien het fonds zich schriftelijk bereid heeft verklaard het daaruit voortvloeiende risico te dekken. Het fonds verstrekt de gewezen partner een bewijsstuk van de eigen aanspraak op ouderdomspensioen. De (gewezen) deelnemer ontvangt daarvan een afschrift en een opgave van het verminderde pensioen. Het fonds is gerechtigd de kosten van een verevening voor de helft aan ieder der ex-echtgenoten in rekening te brengen dan wel in mindering te brengen op de aan hen uit te betalen bedragen.
Na overlijden van de gewezen partner vóórdat hij de pensioendatum heeft bereikt, vervalt het netto pensioenvermogen aan het fonds.
11.4 Welke datum geldt als datum van scheiding?
Als datum van echtscheiding of beëindiging van het geregistreerd partnerschap anders dan door overlijden, vermissing of een aansluitend huwelijk tussen dezelfde partners, geldt de datum waarop de beschikking tot echtscheiding of beëindiging is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.
Artikel 12 Xxxxxx en tijdelijk minder werken
Als de deelnemer in verband met ouderschapsverlof, (aanvullend) geboorteverlof of kort- of langdurend zorgverlof (in de zin van de Wet Arbeid en Zorg), gedurende een vooraf schriftelijk overeengekomen periode, minder gaat werken dan het aantal uren dat bij de werkgever geldt voor werknemers met een voltijd dienstverband, wordt de opbouw van het netto pensioenvermogen voortgezet. Bij voortzetting zal worden uitgegaan van een pensioengevend salaris dat direct voorafgaand aan het verlof werd genoten. Tijdens de periode van ouderschapsverlof, (aanvullend) geboorteverlof en kort- of langdurend zorgverlof betaalt de deelnemer voor het voortzetten van de opbouw van het netto pensioenvermogen de eigen bijdrage.
Hoofdstuk 5. MET PENSIOEN
Artikel 13 Vervroegen van de pensioendatum
13.1 Tot wanneer kan de pensioendatum worden vervroegd?
De (gewezen) deelnemer kan, op zijn vroegst vanaf de eerste dag van de maand volgend op zijn 58e verjaardag, het netto pensioenvermogen eerder dan de pensioendatum aanwenden voor aankoop van een ouderdomspensioenuitkering. Indien de (gewezen) deelnemer het ouderdomspensioen in laat gaan op een datum die is gelegen voor 5 jaar voor het bereiken van diens AOW-gerechtigde leeftijd, geldt hiervoor als voorwaarde dat op dat moment de (gewezen) deelnemer het arbeidzame leven dienovereenkomstig beëindigt en evenmin de intentie heeft deze in de toekomst nog te zullen hervatten. De (gewezen) deelnemer dient dit schriftelijk te verklaren aan het fonds.
Het pensioen dat eerder dan de pensioendatum wordt aangekocht, wordt berekend op basis van de hoogte van het netto pensioenvermogen dat op de vervroegde ingangsdatum is opgebouwd.
13.2 Hoe maakt de (gewezen) deelnemer zijn keuzes kenbaar?
Als de deelnemer gebruik wil maken van de mogelijkheid om de ingangsdatum van zijn pensioen te vervroegen, informeert hij de werkgever uiterlijk zes maanden voor de gewenste ingangsdatum.
Als de gewezen deelnemer gebruik wil maken van de mogelijkheid om zijn pensioen te vervroegen zoals bedoeld in artikel 13.1, informeert hij het fonds schriftelijk uiterlijk zes maanden voor de gewenste ingangsdatum.
Als de (gewezen) deelnemer eenmaal gebruik heeft gemaakt van een keuzemogelijkheid binnen dit pensioenreglement, dan is deze keuze onherroepelijk. De (gewezen) deelnemer kan dus niet terugkomen op een eerder gemaakte keuze.
Artikel 14 Aanwending van het netto pensioenvermogen op de pensioendatum
14.1 Wat gebeurt er met het netto pensioenvermogen als de (gewezen) deelnemer met pensioen gaat?
Op de pensioeningangsdatum van de (gewezen) deelnemer zal het netto pensioenvermogen van diens netto pensioenspaarrekening worden overgedragen aan een verzekeraar of aan een ander pensioenfonds, naar zijn keuze, ter inkoop van pensioenuitkeringen aldaar en met inachtneming van de wettelijke bepalingen dienaangaande. De (gewezen) deelnemer dient ten minste zes maanden voor de pensioeningangsdatum zijn keuze schriftelijk aan het bestuur kenbaar te maken. Indien deze keuze niet binnen de gestelde termijn is gemaakt, zal het bestuur het saldo van de pensioenspaarrekening aanwenden voor inkoop van netto pensioenaanspraken bij een door het bestuur te kiezen verzekeraar. Indien het saldo van diens pensioenspaarrekening minder dan € 20.000,- bedraagt, bestaat de mogelijkheid het netto pensioenvermogen aan te wenden voor aankoop van een vaste netto pensioenuitkering bij het fonds. Voor de vaststelling van de inkoopfactoren houdt het fonds rekening met de rentetermijnstructuur, de levensverwachting, de indexatieambitie en de kosten van het fonds. De inkoopfactoren zijn opgenomen in bijlage 3.
14.2 Hoe hoog is het maximaal netto pensioenvermogen?
De maximale pensioenen gaan niet uit boven de fiscale grenzen die gelden bij en krachtens het bepaalde in hoofdstuk IIB van de Wet op de Loonbelasting 1964 en afdeling 5.3B van de Wet op de Inkomstenbelasting 2001.
Het fonds toetst op een aantal moment of het netto pensioen dat met het volgens dit lid verworven netto pensioenvermogen kan worden ingekocht binnen de fiscale grenzen blijft Het fonds zal deze fiscale toetsing in ieder geval op de volgende momenten uitvoeren:
bij beëindiging van de deelname aan deze pensioenregeling, gevolgd door waardeoverdracht; bij emigratie;
bij wijziging van de fiscale regelgeving; en op de ingangsdatum van het pensioen.
Voor zover het saldo op de pensioenspaarrekening uitgaat boven het maximale netto pensioenvermogen heeft de (gewezen) deelnemer daar geen aanspraak op en vervalt het aan het fonds.
14.3 In hoeverre zijn de pensioenrechten en pensioenaanspraken welvaartsvast?
(Gewezen) deelnemers en gepensioneerden hebben geen recht op toeslagverlening.
Op de netto pensioenrechten van gerechtigden tot partnerpensioen en wezenpensioen dat is ingegaan naar aanleiding van overlijden van de gewezen deelnemer wordt geen toeslag verleend.
Hoofdstuk 6. ONVOORZIENE GEVALLEN EN OVERIG
Artikel 15 Recht op wijziging van de pensioenovereenkomst en pensioenreglement of verlaging van de premiebetaling door de werkgever
15.1 Wanneer kan de pensioenovereenkomst en pensioenreglement gewijzigd of beëindigd worden?
De werkgever kan de pensioenovereenkomst en dit pensioenreglement dat daarvan onderdeel uitmaakt, zonder instemming van de (oud) werknemer wijzigen of beëindigen in de volgende situaties:
− indien er sprake is van een zodanig zwaarwichtig belang van de werkgever dat het belang van de (oud) werknemer dat door de wijziging zou worden geschaad daarvoor naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid moet wijken.
− in geval van wijziging van de pensioenovereenkomst, hetzij met instemming van de (oud) werknemer
hetzij zonder instemming van de (oud) werknemer zoals bedoeld in de voorgaande alinea.
− in geval van een wijziging die wordt genoodzaakt door wetgeving of wordt opgedragen door toezichthouder Nederland en toezichthouder België, met uitzondering van wijzigingen waarbij de werkgever wezenlijke beleidsvrijheid toekomt.
In deze gevallen past de werkgever de pensioenovereenkomst en het onderhavige pensioenreglement aan, met inachtneming van de beheersovereenkomst
15.2 Wanneer heeft de werkgever recht de premiebetaling te verlagen of te beëindigen?
De werkgever behoudt zich het recht voor om de premiebetaling voor de toekomst, voor zover deze betrekking heeft op de bijdrage van de werkgever, te verminderen of te beëindigen in geval van een ingrijpende wijziging van omstandigheden.
Van ingrijpende wijziging van de omstandigheden is onder meer sprake als:
− op enig moment de wettelijke basisvoorzieningen ter verzorging van de deelnemer bij arbeidsongeschiktheid, ouderdom en/of ter verzorging van de nabestaanden van de deelnemer structureel worden gewijzigd. Het gaat hierbij niet om reguliere periodieke aanpassingen van de wettelijke regelingen, zoals indexeringen;
− wet- en regelgeving met betrekking tot netto pensioenregelingen worden gewijzigd, welke van invloed zijn op deze pensioenregeling;
− de werkgever op grond van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 verplicht wordt deel te nemen in een bedrijfstakpensioenfonds;
− de werkgever komt te verkeren in een toestand van financieel onvermogen.
15.3 Welke voorwaarden gelden voor wijziging van de pensioenovereenkomst en verlaging of beëindiging van premiebetaling?
− Een vermindering of beëindiging van de premiebetaling door de werkgever of aanpassing van de pensioenovereenkomst kan uitsluitend leiden tot een vermindering van het netto pensioenvermogen dat nog moet worden opgebouwd na het moment van vermindering of beëindiging van de premiebetaling.
− Als de werkgever voornemens is om gebruik te maken van het recht om de premiebetaling te verminderen of van het recht de pensioenovereenkomst aan te passen, is hij verplicht om dit onmiddellijk kenbaar te maken aan de deelnemers en aan het fonds. De werkgever zal tevens in overleg treden met het bestuur en de deelnemers over de gevolgen van deze herziening en de noodzaak deze pensioenregeling in zijn totaliteit aan te passen.
− Het bestuur mag in deze gevallen niet handelen in strijd met de Pensioenwet of met de Wet op de loonbelasting 1964.
Artikel 16 Afkoop, vervreemding enz.
Behalve de in dit reglement en de Pensioenwet genoemde gevallen kan het netto pensioenvermogen niet worden afgekocht, vervreemd of prijsgegeven en evenmin formeel of feitelijk tot voorwerp van zekerheid dienen. Elk beding strijdig met de hiervoor genoemde mogelijkheden is nietig.
Verpanding is toegestaan voor het verlenen van zekerheid voor het verkrijgen van uitstel van betaling als bedoeld in artikel 25, lid 5 van de Invorderingswet 1990.
Beslag op pensioen is slechts mogelijk indien en voor zover dit wettelijk is toegestaan. In geval van beslaglegging is het fonds bevoegd de daarmee gepaard gaande kosten geheel of gedeeltelijk bij de pensioengerechtigde in rekening te brengen, al dan niet door verrekening met dat pensioen.
Artikel 17 Klachten en geschillen
Wanneer een deelnemer, gewezen deelnemer of andere belanghebbende van mening is dat het fonds tekort geschoten is in de bejegening of de uitvoering van zijn taken, kan hij dit door middel van een klacht onder de aandacht van het fonds brengen. De hierbij te volgen procedure is beschreven in de klachten- en geschillenregeling van het fonds.
Artikel 18 Bijzondere en onvoorziene gevallen en fiscale glijclausule
18.1 Kan de werkgever afwijken van het bepaalde in dit reglement?
In bijzondere gevallen kunnen de werkgever en het fonds ten aanzien van enkele deelnemers afwijken van het bepaalde in dit pensioenreglement, voor zover de belangen van de overige deelnemers niet worden geschaad.
18.2 Onvoorziene gevallen
In alle gevallen waarin dit pensioenreglement niet voorziet, beslist de werkgever, na overleg met het
fonds.
18.3 Fiscale glijclausule
De werkgever heeft het recht deze pensioenregeling alsmede alle wijzigingen daarop vóór het van kracht worden daarvan ter beoordeling van de fiscale toelaatbaarheid voor te leggen aan de bevoegde inspecteur en daarop desgewenst een voor beroep vatbare beschikking te vragen. De werkgever heeft de bevoegdheid zich neer te leggen bij deze beschikking en zal deze pensioenregeling met terugwerkende kracht in overeenstemming brengen met de voorwaarden van deze beschikking.
Artikel 19 Inwerkingtreding en wijziging van het reglement
Onderhavige versie van het Pensioenreglement 2015 netto pensioenregeling (versie 2023.1) treedt in werking op 1 januari 2023 en vervangt de voorgaande versie van het Pensioenreglement 2015 netto pensioenregeling (versie 2022.1).
Getekend te Europoort - Rotterdam op ,
BP Europa SE – BP Nederland BP Raffinaderij Rotterdam B.V.
Castrol Nederland B.V.
Bijlage 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
In dit reglement wordt verstaan onder:
AOW-gerechtigde leeftijd
De pensioengerechtigde leeftijd als bedoeld in artikel 7a, eerste lid van de Algemene Ouderdomswet.
Arbeidsongeschiktheid
Arbeidsongeschiktheid in de zin van de WAO of de WIA voor zover ontstaan tijdens het dienstverband met de werkgever.
Beheersovereenkomst (management agreement)
De overeenkomst tussen de werkgever en het fonds over de uitvoering van de pensioenregelingen van de werkgever
Beschikbare premie regeling
De premieovereenkomsten met een vastgestelde premie die uiterlijk op de pensioendatum wordt omgezet in een pensioenuitkering. Dit betreft de aanvullende pensioenregeling en de excedentpensioenregeling zoals opgenomen in de overgangsbepaling artikel 28 van dit pensioenreglement.
Bestuur
De Raad van Bestuur van het fonds.
BP Group Netherlands
BP Europa SE – BP Nederland, Castrol Nederland B.V en BP Raffinaderij Rotterdam B.V..
Deelnemer
De (gewezen) werknemer die volgens de bepalingen van dit reglement aan deze pensioenregeling deelneemt.
Deeltijdfactor
De deeltijdfactor wordt vastgesteld door het in de arbeidsovereenkomst overeen gekomen aantal arbeidsuren te delen door het aantal uren dat bij de werkgever geldt voor werknemers met een voltijd dienstverband.
Dienstbetrekking
De rechtsbetrekking tussen de werkgever en de werknemer.
Dutch Management Committee (DMC), Country Management Committee voor BP Group Netherlands
Het Country Management Committee voor de pensioenreglementen van Sectie Nederland dat kwalificeert als Sociaal Comité in de zin van artikel 34 van de WIBP. Dit Committee is ingesteld voor de uitvoering van de toepasselijke bepalingen van de Nederlandse sociale en arbeidswetgeving die gelden voor de uitvoering van pensioentoezeggingen, beheerd door het fonds. De rechten en verplichtingen van het Country Management Committee voor BP Group Netherlands zijn vastgelegd in het “Dutch Management Committee Charter”, een overeenkomst tussen het fonds en de werkgever voor alle pensioenreglementen van BP Group Netherlands.
Elektronisch
Door middel van een elektronische informatiedrager die de ontvanger in staat stelt de verstrekte informatie duurzaam te bewaren.
Financieringsplan (Financing Plan)
Het financieringsplan van het fonds waarin de financiële en actuariële opzet van het fonds is vastgelegd.
Fonds
OFP BP Pensioenfonds.
Dit is een in België gevestigde pensioeninstelling (Organisme voor de financiering van Pensioenen, OFP) die beschikt over de benodigde toelatingen en vergunningen om met de werkgever overeenkomsten te sluiten over het onderbrengen van de pensioenafspraken (uitvoering van de pensioenovereenkomst/pensioenreglement).
FSMA
De Belgische Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten bedoeld in artikel 44 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten.
Geregistreerde partner
De man of vrouw die als partner van de (gewezen) deelnemer is geregistreerd in de registers van de burgerlijke stand op grond van artikel 1:80a van het (Nederlands) Burgerlijk Wetboek.
Gewezen deelnemer
De werknemer of gewezen werknemer door wie op grond van een reglement van de werkgever geen pensioen meer wordt verworven en die bij beëindiging van de deelneming pensioenaanspraken heeft behouden tegenover het fonds en/of de werkgever, maar de pensioendatum nog niet heeft bereikt.
Gewezen partner
1. De persoon van wie het huwelijk met de (gewezen) deelnemer is beëindigd door echtscheiding of door ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed;
2. De persoon van wie het geregistreerde partnerschap met de (gewezen) deelnemer is beëindigd anders dan door overlijden of vermissing of een aansluitend huwelijk tussen dezelfde partners;
3. De persoon die als ongehuwd samenwonende partner van de (gewezen) deelnemer was aan te merken en waarvan de gezamenlijke huishouding (zoals bedoeld in artikel 11.4) is beëindigd;
4. In geval van pensioenverevening op grond van artikel 11.1, in aanvulling op het onder 1. en 2. bepaalde: de persoon die gescheiden is van tafel en bed van de (gewezen) deelnemer.
Middelenverbintenis
Verbintenis van het fonds om de haar toevertrouwde gelden zo goed mogelijk te beheren met het oog op de uitvoering van de pensioenregeling, ongeacht de aard van de pensioenuitkeringen zoals vastgelegd in artikel 2 WIBP.
Netto ouderdomspensioen
Maandelijkse netto ouderdomspensioenuitkering die de deelnemer vanaf de pensioendatum kan inkopen bij een verzekeraar of bij het fonds.
Partner
a. De echtgeno(o)t(e) van de (gewezen) deelnemer;
b. De ongehuwde man of vrouw met wie de (gewezen) deelnemer een partnerrelatie heeft die is geregistreerd in de registers van de burgerlijke stand;
c. de ongehuwde man of vrouw met wie de ongehuwde (gewezen) deelnemer, die geen wettig geregistreerde partner relatie heeft, een gezamenlijke huishouding voert tenzij het betreft een bloedverwant in de eerste graad, een bloedverwant in de tweede graad in de rechte lijn, een meerderjarig stiefkind of meerderjarig voormalig pleegkind. De gezamenlijke huishouding kan worden aangetoond door:
− een partnerverklaring waarin de partners verklaren een gezamenlijke huishouding te voeren en zorg voor elkaar te dragen; of
− een bij een notaris getekend samenlevingscontract.
In het geval er op enig moment gelijktijdig sprake is van meerdere partners, beslist het bestuur welke
partner als begunstigde van het partnerpensioen zal worden aangemerkt.
Partnerpensioen
Maandelijks uitkering aan de partner van de (gewezen) deelnemer die wordt uitgekeerd na het overlijden van de (gewezen) deelnemer.
Pensioendatum
De eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de (gewezen) deelnemer de 68-jarige leeftijd bereikt.
Pensioengerechtigde
Persoon voor wie op grond van dit pensioenreglement een pensioen is ingegaan.
Pensioeningangsdatum
Datum waarop het ouderdomspensioen daadwerkelijk ingaat. Dit kan zijn:
− de pensioendatum;
− de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de (gewezen) deelnemer de voor hem geldende AOW-gerechtigde leeftijd bereikt;
− een andere, met de werkgever overeengekomen, datum indien de (gewezen) deelnemer ervoor kiest om eerder met pensioen te gaan dan op een bovengenoemde datum.
Pensioenovereenkomst
Hetgeen tussen werkgever en (oud) werknemer is overeengekomen betreffende pensioen.
Pensioenregeling
De basispensioenregeling van de werkgever zoals deze vanaf 1 januari 2015 geldt voor alle werknemers
tot het in de basisregeling opgenomen maximum salaris (voor 2022: € 114.866,-).
Pensioenuitvoerder
Een ondernemingspensioenfonds, een bedrijfstakpensioenfonds, een beroepspensioenfonds, een premiepensioeninstelling of een verzekeraar die een zetel in Nederland heeft.
Premie
De in geld uitgedrukte periodiek vastgestelde structurele prestatie die verschuldigd is aan het fonds en die is bestemd voor de verzekering van pensioen en de daaraan verbonden kosten.
Schriftelijk
In schrifttekens op papier.
Sectie Nederland
De door het fonds afzonderlijk beheerde pensioenverplichtingen zoals door de werkgever is ondergebracht bij het fonds en de daaraan toegerekende beleggingen, zoals vastgelegd in het Financieringsplan.
Statuten
De statuten van het fonds.
Stichting Pensioenfonds BP
Het Nederlandse pensioenfonds waar de uitvoering van dit pensioenreglement was ondergebracht voor de collectieve waardeoverdracht naar het fonds.
Toezichthouder Nederland
De Stichting Autoriteit Financiële Markten of De Nederlandsche Bank N.V., ieder voor zover belast met de uitoefening van het toezicht bij of krachtens artikel 151 van de Pensioenwet.
Toezichthouder België
De FSMA, de Belgische pensioentoezichthouder, voor zover belast met de uitoefening van het toezicht op het fonds bij of krachtens artikel 4 WIBP.
Vermogensbeheerder
De externe partij die de beleggingen in de beschikbare premieregeling en deze netto pensioenregeling beheert.
Verzekeraar
Een verzekeraar in de zin van artikel 1 van de Pensioenwet, die op grond van de Wet financieel toezicht in Nederland het bedrijf van levensverzekeraar of schadeverzekeraar mag uitoefenen of voor België een verzekeraar die op grond van de Wet van 2 augustus 2002 het bedrijf van levensverzekeraar of schadeverzekeraar mag uitoefenen.
WAO
Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.
Werkgever
BP Group Netherlands.
Werkgever BP Raffinaderij
BP Raffinaderij Rotterdam B.V. te Rotterdam en de met haar gelieerde ondernemingen, welke behoren tot een groep als bedoeld in artikel 24b van boek 2 van het (Nederlands) Burgerlijk Wetboek en door de directie van BP Raffinaderij Rotterdam B.V. als zodanig zijn aangewezen, en die het beheer van hun pensioenregelingen aan het fonds hebben toevertrouwd en die met het fonds daartoe een beheersovereenkomst zijn aangegaan.
Werkgever BP Nederland
BP Europa SE - BP Nederland, de Nederlandse branche van BP Europa SE, gevestigd te Rotterdam, en de met haar gelieerde ondernemingen, welke behoren tot een groep als bedoeld in artikel 24b van boek 2 van het (Nederlands) Burgerlijk Wetboek en door de directie van BP Europa SE - BP Nederland als zodanig zijn aangewezen, en die het beheer van hun pensioenregelingen aan het fonds hebben toevertrouwd en die met het fonds daartoe een beheersovereenkomst zijn aangegaan.
Werkgever Castrol Nederland
Castrol Nederland B.V. te Rotterdam en de met haar gelieerde ondernemingen, welke behoren tot een groep als bedoeld in artikel 24b van boek 2 van het (Nederlandse) Burgerlijk Wetboek en door de directie van Castrol Nederland B.V. als zodanig zijn aangewezen en die het beheer van hun pensioenregelingen aan het fonds hebben toevertrouwd en die met het fonds daartoe een beheersovereenkomst zijn aangegaan.
Werknemer
Degene die tenminste met één van de werkgevers BP Europa SE-BP Nederland of BP Raffinaderij een arbeidsovereenkomst in de zin van artikel 7:610 van het (Nederlands) Burgerlijk Wetboek heeft gesloten.
WIA
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
WIBP
De Belgische Wet van 27 oktober 2006 betreffende het toezicht op de Instellingen voor Bedrijfspensioenvoorziening en haar uitvoeringsbesluit, het Koninklijk Besluit van 12 januari 2007 betreffende het prudentiële toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening.
Bijlage 2. BELEGGINGSFONDSEN EN -KOSTEN
Hieronder zijn de beleggingsfondsen waaruit de (gewezen) deelnemer kan kiezen voor de belegging van zijn beschikbare premies en zoals deze gelden vanaf 1 juli 2019. Deze bijlage kan door het bestuur worden gewijzigd. De actuele beleggingsmogelijkheden en de actuele kosten zijn opvraagbaar bij het fonds.
Beleggingsfondsen | ISIN-code | Lopende kosten (incl. management fee) | In- en uitstap- vergoeding |
BlackRock Euro Government Bond 20yr Target Duration EUR | IE00BSKRJX20 | 0,28% | Geen |
BlackRock Developed World Index Sub-Fund - Flexible Accumulating EUR | IE00B61D1398 | 0,28% | Geen |
BlackRock Emerging Markets Index Sub-Fund - Flexible Accumulating EUR | IE00B3D07M82 | 0,28% | Geen |
BlackRock Euro Credit Bond Index Fund - Flexible Accumulating EUR | IE0005032192 | 0,28% | Geen |
BlackRock Euro Government Inflation-Linked Bond Fund - Flexible Accumulating EUR | IE0031080751 | 0,28% | Geen |
BlackRock Euro Government Inflation-Linked Bond Fund - Flexible Accumulating EUR (II) | IE00B4WXT741 | 0,28% | Geen |
BlackRock Institutional Euro Liquidity Fund - Agency Accumulating EUR | IE00B3KF1681 | 0,28% | Geen |
BlackRock Europe Index Sub-Fund - Flexible Accumulating EUR | IE00B4L8LJ62 | 0,28% | Geen |
Bijlage 3. INKOOPFACTOREN
1. Algemene bepalingen
In deze bijlage zijn de inkoopfactoren opgenomen die van toepassing zijn bij het aanwenden van het netto pensioenvermogen van minder dan € 20.000. Dit netto pensioenvermogen wordt bij het fonds aangewend op de pensioendatum of bij overlijden van de gewezen deelnemer. De inkoopfactoren gelden per 1 januari 2023 en zijn geldig tot en met 31 december 2024. Eens per twee jaar beoordeelt het bestuur, op advies van de aangewezen actuaris, of deze inkoopfactoren aanpassing behoeven, tenzij het bestuur een eerdere wijziging wenselijk acht.
2. Inkoopfactoren
a. Inkoop direct ingaand levenslang partnerpensioen artikel 8
Leeftijd Inkoop ingaand levenslang partnerpensioen
21 | 3,84 |
22 | 3,86 |
23 | 3,88 |
24 | 3,89 |
25 | 3,91 |
26 | 3,94 |
27 | 3,96 |
28 | 3,98 |
29 | 4,01 |
30 | 4,03 |
31 | 4,06 |
32 | 4,09 |
33 | 4,11 |
34 | 4,14 |
35 | 4,18 |
36 | 4,21 |
37 | 4,24 |
38 | 4,28 |
39 | 4,32 |
40 | 4,36 |
41 | 4,40 |
42 | 4,44 |
43 | 4,49 |
44 | 4,53 |
45 | 4,58 |
46 | 4,64 |
47 | 4,69 |
48 | 4,75 |
49 | 4,81 |
50 | 4,87 |
51 | 4,94 |
52 | 5,01 |
53 | 5,08 |
54 | 5,16 |
55 | 5,25 |
56 | 5,34 |
57 | 5,43 |
58 | 5,53 |
59 | 5,64 |
60 | 5,75 |
61 | 5,87 |
62 | 6,00 |
63 | 6,14 |
64 | 6,30 |
65 | 6,46 |
66 | 6,63 |
67 | 6,83 |
68 | 7,03 |
69 | 7,26 |
70 | 7,50 |
71 | 7,77 |
72 | 8,06 |
73 | 8,38 |
74 | 8,74 |
75 | 9,13 |
76 | 9,56 |
77 | 10,03 |
78 | 10,57 |
79 | 11,16 |
80 | 11,82 |
81 | 12,55 |
82 | 13,38 |
83 | 14,30 |
84 | 15,33 |
85 | 16,48 |
86 | 17,77 |
87 | 19,20 |
88 | 20,77 |
89 | 22,53 |
90 | 24,44 |
91 | 26,49 |
92 | 28,79 |
93 | 31,27 |
94 | 33,93 |
95 | 36,75 |
96 | 39,70 |
97 | 42,76 |
98 | 45,87 |
99 | 49,00 |
De bovenstaande tabel geeft aan hoeveel direct ingaand levenslang partnerpensioen er kan worden aangekocht voor € 100 netto pensioenvermogen.
b. Inkoop direct ingaand levenslang netto ouderdomspensioen artikel 14.1
Op de pensioeningangsdatum heeft de (gewezen) deelnemer de mogelijheid om het saldo van de pensioenspaarrekening, mits het een kapitaal betreft tot € 20.000,-, bij een pensioeningang tussen 1 januari 2019 en 31 december 2023, aan te wenden voor inkoop van een vaste netto pensioenuitkering bij het fonds.
Leeftijd Inkoop vaste netto pensioenuitkering
58 | 5,75 |
59 | 5,88 |
60 | 6,01 |
61 | 6,15 |
62 | 6,31 |
63 | 6,47 |
64 | 6,65 |
65 | 6,84 |
66 | 7,04 |
67 | 7,27 |
68 | 7,51 |
68.1 | 7,53 |
De bovenstaande tabel geeft aan hoeveel direct ingaand netto ouderdomspensioen er kan worden aangekocht voor € 100 netto pensioenvermogen.