Convenant Preventie huisuitzettingen
Convenant Preventie huisuitzettingen
Opgemaakt:
Tussen:
De gemeente Haarlem statutair gevestigd te Haarlem aan de Xxxxx Xxxxx 0, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door Burgemeester J. Wienen hierna: “de Gemeente”;
En:
Elan Wonen statutair gevestigd en kantoorhoudende te Haarlem aan het Xxxxxxxxx 00, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de directeur - bestuurder, C.H. Schaapman,
Pré wonen statutair gevestigd te Haarlem en kantoorhoudende te Velserbroek aan de Rijksweg 347, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door woonmanager X. Xxxx.
Ymere statutair gevestigd te Amsterdam en kantoorhoudende te Haarlem aan de Xxxxx Xxxxxxxxxx 00, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door regiomanager voor Haarlem, G. Blok,
hierna: “de woningcorporatie(s)”;
hierna gezamenlijk te noemen: “partijen” Overwegende;
- dat het ongewenst is, dat huurders van corporatiewoningen blijvend in problematische schuldsituaties verkeren of dreigen daarin te raken;
- dat alle partijen beseffen dat het ontstaan van een huurachterstand bij een cliënt vaak een achterliggende problematiek als grondslag heeft, die eveneens moet worden aangepakt;
- dat partijen zich ook richten op de preventie van huisuitzettingen op basis van huurachterstand als gevolg van eventuele andere problematiek, zoals psychosociale factoren;
- dat problematische schuldsituaties leiden tot, of gepaard gaan met, maatschappelijke problemen, zoals armoede, sociale uitsluiting en gezondheidsproblemen;
- dat partijen huisuitzettingen willen voorkomen en dit door middel van afspraken in een convenant xxxxxx te regelen;
- dat de gemeente Haarlem in 2019 gaat starten met de pilot Vroegsignalering Schulden. Per woningbouwcorporatie worden aanvullende afspraken gemaakt (deze afspraken worden ter zijner tijd als bijlage toegevoegd aan het convenant).
Komen het volgende overeen:
Artikel 1 Doelstelling en doelgroep
1 Gezamenlijk en elk vanuit de eigen verantwoordelijkheid te werken aan vroegsignalering, zorgtoeleiding en aanpak van schuldenproblematiek, teneinde schulden te beperken en huisuitzetting te voorkomen.
2 Dit geschiedt onder meer door in te zetten op actieve interventie in de financiële problematiek van de huurder.
3 De werkafspraken te richten op huurders van corporatiewoningen die geconfronteerd worden met een huurachterstand of een (dreigende) huisuitzetting. De werkafspraken hebben geen betrekking op (dreigende) huisuitzetting uitsluitend als gevolg van een strafbaar feit zoals; fraude, hennepkwekerijen, over bewoning, etc.
Artikel 2 Rolverdeling deelnemende partijen
1. Woningcorporatie
Melder en beslissingsbevoegd om procedure in gang te zetten voor uithuisplaatsing.
De woningcorporaties nemen verantwoordelijkheid om te voorkomen dat bewoners huurachterstand opbouwen door de bewoner actief te informeren als er sprake is van 1 maand huurachterstand. Zij melden 2 weken vóór inschakelen van de deurwaarder en/ of als er meer problemen zijn dan alleen schulden (zoals overlast) een casus bij een Sociaal Wijkteam (zie bijlage 3 voor de contactlijst).
2. Gemeente
De gemeente vervult drie verschillende rollen in het convenant; de rol van het Sociaal Wijkteam1, de rol van de schulddienstverlening (SDV) en de rol van de troubleshooter.
2.1 Het Sociaal Wijkteam
Waarborgt dat de regievoering op de casus die gemeld wordt door de woningcorporatie is belegd. De casussen van de woningcorporatie, passend binnen de samenwerkingsafspraken, worden gemeld bij het Sociaal Wijkteam. Het Sociaal Wijkteam biedt ondersteuning aan om de problematiek in kaart te brengen en motiveert de huurder om van deze ondersteuning gebruik te maken.
2.2 De Schulddienstverlening (SDV)
Biedt de cliënt mogelijkheden om op korte en lange termijn de financiën te beheren.
2.3 De troubleshooter Kan worden ingeschakeld bij:
a. Specifieke vragen waar het Sociaal Wijkteam en betrokken partijen geen oplossing voor weten.
b. Stagneren van de voortgang omdat betrokken partijen niet op één lijn komen (tegengestelde belangen/ eisen en/of huurder wil niet mee werken) waardoor het risico ontstaat van huisuitzetting.
Artikel 3 Inspanning van deelnemende partijen
1 De woningcorporatie zal zelf in geval van huurachterstand met ingang van de eerste maand actief contact zoeken met de huurder (bijvoorbeeld schriftelijk, telefonisch, of door middel van een huisbezoek) (zie bijlage 1 en bijlage 2).
2 Indien de woningcorporatie inschat dat er meer in het huishouden speelt dan huurachterstand wordt, nadat de woningcorporatie de huurder heeft geïnformeerd, het Sociaal wijkteam direct ingeschakeld. (zie bijlage 1 en bijlage 2).
1 Het Sociaal Wijkteam is een netwerkorganisatie onder aansturing van de gemeente. De teamleden van de wijkteams komen uit verschillende organisaties (waaronder de verschillende afdelingen van de gemeente).
3 Indien er geen huurachterstanden zijn maar wel een sterk vermoeden is van complexe problematiek, kan de woningcorporatie met toestemming van de huurder het Sociaal Wijkteam inschakelen.
4 Uiterlijk 2 weken voor het inschakelen van de deurwaarder heeft de woningcorporatie contact met het Sociaal Wijkteam over de huurders met een huurschuld tenzij er al een betalingsregeling is getroffen met de huurder (zie bijlage 1 en 2).
5 Als er sprake is van huurachterstand zoals omschreven in artikel 3.4 neemt het Sociaal Wijkteam binnen 5 werkdagen contact op met de huurder (de signalen zoals genoemd onder artikel 3.2 en 3.3 mogen buiten de termijn van 5 werkdagen in behandeling worden genomen).
6 Indien bij het Sociaal Wijkteam sprake is van een wachtlijst worden de meest kwetsbare huurders als eerst in behandeling genomen. Voor deze doelgroepen is de impact van een (dreigende) huisuitzetting het grootst. Onder deze doelgroep vallen huurders met kinderen (tot 18 jaar), 65 plussers, mensen met een verblijfstatus en de mensen die al bekend zijn bij het Sociaal Wijkteam.
7 In alle gevallen ontvangt de woningcorporatie van het Sociaal Wijkteam binnen vijf werkdagen een terugkoppeling (zie bijlage 1 en 2). Ook als een melding (nog) niet in behandeling wordt genomen.
8 Het Sociaal Wijkteam brengt de problematiek in kaart en checkt, in STAPP en het backoffice systeem van de schulddienstverlening of de huurder bekend is bij het Sociaal Wijkteam en/of de Schulddienstverlening. Bij afwezigheid van een SDV-er in het Sociaal Wijkteam wordt de contactpersoon SDV ingeschakeld.
9 Wanneer de huurder gemaakte betaalafspraken niet nakomt wordt het Sociaal Wijkteam direct geïnformeerd en vica versa.
10 Bij multi-problematiek waarborgt het Sociaal Wijkteam dat de regieondersteuning is belegd. Het Sociaal Wijkteam kan de regieondersteuning in overleg met de huurder ook bij een andere organisatie beleggen (zie bijlage 2).
Artikel 4 Contactpersonen
1 Partijen zullen in principe vaste contactpersonen bij hun instelling benoemen als eerste aanspreekpunt voor wederzijdse contacten. Zodra een contactpersoon is toegewezen, worden belanghebbende partijen hiervan in kennis gesteld (zie bijlage 3; voor de contactpersonen).
2 Wijzigingen in de contactenlijst worden aangeleverd bij de beleidsadviseur Maatschappelijke Ondersteuning van de gemeente Haarlem.
3 De beleidsadviseur Maatschappelijke Ondersteuning verwerkt de aanpassingen in de contactenlijst (bijlage 3) en draagt zorg voor de verspreiding van de actuele contactenlijst.
Artikel 5 Opschorten van de incassoprocedure
1 De woningcorporatie stelt de gang naar de deurwaarder uit onder de voorwaarde dat de huurder de lopende huur weer gaat betalen, zodat de huurschuld niet verder oploopt. De huurder moet goede wil tonen en er dient een betalingsregeling getroffen te worden voor de huurachterstand met de woningcorporatie totdat er met de schuldbemiddeling gestart kan worden.
Artikel 6 Afspraken met betrekking tot een betalingsregeling
1 Een inventarisatie door de SDV-er in het Sociaal Wijkteam vindt plaats om de schulden problematiek in kaart te brengen.
2 Het Sociaal Wijkteam doet binnen twee weken na de melding een voorstel voor het doorbetalen van de lopende huur. Indien mogelijk wordt direct een voorstel voor een betalingsregeling met betrekking tot de huurachterstand ingediend.
3 Indien het nog niet mogelijk is om een voorstel in te dienen voor de huurachterstand wordt de woningcorporatie geïnformeerd (zie bijlage 1 en bijlage 2).
4 De corporatie treft op basis van het voorstel de betalingsregeling met de huurder totdat er met de schuldbemiddeling gestart kan worden.
Artikel 7 Afspraken in het kader van het minnelijk traject en het wettelijk traject
1 Indien blijkt dat er geen betalingsregeling mogelijk is wordt het minnelijk traject2 opgestart door de het team Schuldhulpverlening.
2. Het team Schuldhulpverlening koppelt terug aan de woningcorporatie en het Sociaal Wijkteam.
3 De woningcorporatie beoordeelt of ze akkoord gaat met een prognose percentageaanbod tegen finale kwijting op basis van een door de gemeente uit te voeren schuldbemiddeling met een maximale looptijd van 36 maanden.
4 De woningcorporatie gaat akkoord afhankelijk van de situatie/schuldenlast met het onder
6.2. en 6.3 gestelde indien de SDV-er in het Sociaal Wijkteam beoordeelt of er een noodzaak is om de huurder op te laten nemen in budgetbeheer en/of beschermingsbewind met de daaraan gekoppelde budgetbegeleiding. Eventueel vindt hierover overleg plaats met de woningcorporatie.
5 Als het minnelijke traject is mislukt wordt bij de rechtbank een verzoek om toelating tot de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp)- ingediend.
6 Indien de huurder binnen de periode stopt met betalen van de lopende huur en niet ingaat op de hersteltermijn van 14 dagen om de huur alsnog te voldoen, wordt het schuldhulpverleningstraject met onmiddellijke ingang beëindigd.
Artikel 8 Afspraken in het kader van het traject na het uitspreken van het vonnis tot ontruiming
1 Zodra de datum van uitzetting bekend is, ontvangt de troubleshooter bericht van de woningcorporaties.
2 De troubleshooter onderneemt nogmaals actief actie om een betalingsregeling te treffen.
Artikel 9 Looptijd van de werkafspraken
1 Deze werkafspraken gaan in na ondertekening door de partijen.
2 Een evaluatie periode vindt plaats elke 6 maanden met de bureauhoofden/managers van de woningcorporaties, de verantwoordelijk teamleider van het sociaal wijkteam en de beleidsadviseur Maatschappelijke Ontwikkeling van de gemeente met als doel de afspraken steeds voor één jaar voort te zetten.
3 De werkafspraken vervallen na overleg met en instemming van alle partijen. Het vervallen van de werkafspraken wordt schriftelijk vastgelegd.
4 Maximaal tweemaal per jaar vindt overleg plaats om te toetsen of het verloop van de werkafspraken nog aansluit bij de werkwijze van de organisaties en ten behoeve van de samenwerking.
5 Ten behoeve van de samenwerking en het resultaat worden de volgende gegevens bijgehouden door de convenantpartners:
5.1 Sociaal wijkteam:
a. Het aantal meldingen dat bij het sociaal wijkteam binnenkomt via de corporatie.
5.2 Schulddienstverlening:
a. Het aantal huurders op de crisislijst van de Schulddienstverlening.
2 Minnelijk traject: het traject waarin getracht wordt schuldeisers te bewegen medewerking te verlenen aan de schuldregeling.
5.3 Woningcorporatie:
a. aantal huisuitzettingen per doelgroep (huurder(s) met kinderen, 65+, statushouders, alleenstaanden en overig) en de reden van de huisuitzetting (zoals huurschuld, overlast, vanwege een strafbaar feit);
b. aantal vrijwillig ingeleverde sleutels;
c. het aantal voorkomen huisuitzettingen na melding bij het Sociaal Wijkteam.
Artikel 10 Privacy
1 Met betrekking tot gegevensuitwisseling in het kader van de AVG hebben betrokken partijen een reglement opgesteld dat als bijlage onderdeel uitmaakt van dit convenant (bijlage 1).
Aldus overeengekomen en ondertekend,
Xxxx Xxxxx: Pré Wonen:
Datum: Datum:
Naam: C.H. Schaapman Naam: X. Xxxx
Functie: directeur-bestuurder Functie: Woonmanager
Ymere: Gemeente Haarlem
Datum: Datum:
Naam: G. Blok Naam: J. Wienen
Functie: regiomanager voor Haarlem Functie: Burgemeester
Bijlage 1: Privacy reglement
Tussen:
de gemeente Haarlem statutair gevestigd te Haarlem aan de Xxxxx Xxxxx 0, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door Burgemeester J. Wienen hierna: “de Gemeente”;
En:
De woningcorporaties, bestaande uit:
Elan Wonen statutair gevestigd en kantoorhoudende te Haarlem aan het Xxxxxxxxx 00, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de directeur - bestuurder, C.H. Schaapman,
Pré wonen statutair gevestigd te Haarlem en kantoorhoudende te Velserbroek aan de Rijksweg 347, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door woonmanager X. Xxxx.
Ymere statutair gevestigd te Amsterdam en kantoorhoudende te Haarlem aan de Xxxxx Xxxxxxxxxx 00, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door regiomanager voor Haarlem, G. Blok,
hierna: “de woningcorporaties”; en
hierna gezamenlijk te noemen “partijen”, ieder apart “partij”.
In aanmerking nemende
- Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs);
- Beleidsplan Schuldhulpverlening 2017-2019
Overwegende:
- dat partijen beogen te komen tot een integrale aanpak vroegsignalering om huisuitzettingen en oplopende schulden te voorkomen;
- dat de wijze waarop de partners hun samenwerking vormgeven is beschreven in het Convenant preventie voorkomen huisuitzettingen;
- dat uitwisseling van persoonsgegevens tussen partijen noodzakelijk is om huisuitzettingen te voorkomen;
- dat partijen er belang aan hechten nadere afspraken over de wederzijdse omgang met de persoonsgegevens vast te leggen;
- dat partijen voor ieder van de eigen activiteiten als verwerkingsverantwoordelijke kunnen worden aangemerkt;
- dat in het kader van de samenwerking en de uitwisseling van persoonsgegevens zij eveneens op grond van artikel 26 van de Algemene verordening gegevensbescherming (hierna AVG) zijn aan te merken als gezamenlijk Verwerkingsverantwoordelijken voor zover zij gezamenlijk de middelen en doeleinden van de verwerking bepalen.
- dat beide partijen en daartoe het onderhavige privacy reglement hebben opgesteld.
Verklaren te zijn overeengekomen:
Artikel 1 Doel van de overeenkomst
1. Het privacy reglement heeft tot doel het omschrijven en vastleggen van de taken en verantwoordelijkheden van partijen ten aanzien van de verwerking van persoonsgegevens binnen het kader van de samenwerking.
2. De te verwerken persoonsgegevens zijn de gegevens zoals beschreven in bijlage 2 bij deze overeenkomst.
3. Partijen zien er op toe dat de uit te wisselen persoonsgegevens niet worden gebruikt voor andere doeleinden dan beschreven in deze overeenkomst of op andere wijze schriftelijk
overeengekomen tenzij de andere doeleinden verenigbaar zijn met de doelen zoals schriftelijk overeengekomen.
4. Partijen zien er op toe dat de verwerking van persoonsgegevens geschiedt in overeenstemming met de AVG en de overige wetten en regels inzake de bescherming van persoonsgegevens.
Artikel 2 Doeleinden van de verwerking van Persoonsgegevens
1. Doeleinden van de verwerkingen door de gemeente zijn als volgt:
a. Het voorkomen dat betalingsachterstanden oplopen tot een problematische schuld door vroegtijdig te signaleren en hulp aan te bieden (zoals omschreven in het beleidsplan; schuldhulpverlening 2017-2019).
b. Daarnaast vindt verwerking van persoonsgegevens plaats ten behoeve van beleidsevaluatie en beleidsvorming. Gegevens die voor dit doel worden verzameld of anderszins verwerkt worden zodanig bewerkt dat zij niet langer betrekking hebben op een identificeerbare of geïdentificeerde natuurlijke personen.
2. Doeleinden van de verwerkingen door de woningcorporaties zijn als volgt:
a. Het zo snel mogelijk herstellen van het ritme van de betaling van de huur aan de woningcorporaties. Hoe sneller wordt ingegrepen des te groter de kans is dat de schuld (deels) wordt voldaan.
3. De Partners verwerken slechts persoonsgegevens van betrokkenen indien daarvoor een rechtmatige grondslag bestaat als bedoeld in artikel 6 van de AVG (zie ook bijlage 2).
4. Partijen erkennen het zwaarwegend belang dat is gemoeid met de uitwisseling van de gegevens.
Artikel 3 Toepassingsgebied
1. Dit reglement is van toepassing op iedere verwerking van persoonsgegevens door de Partners in hun samenwerking zoals benoemd in convenant preventie huisuitzettingen.
2. Dit reglement betreft iedere vorm van verwerking van de in lid 1 van dit artikel bedoelde Persoonsgegevens, ongeacht of deze gegevens mondeling, op papier, digitaal of door middel van een foto, video, audio of op een andere manier worden verwerkt.
Artikel 4 Duur en beëindiging
1. Het reglement treedt in werking op de datum waarop partijen deze ondertekenen.
2. Het reglement is onderdeel van het Convenant preventie huisuitzettingen, het reglement gegevensuitwisseling zal gelden zolang het Convenant preventie huisuitzettingen duurt.
3. Indien het Convenant preventie huisuitzettingen eindigt, eindigt het privacy reglement automatisch. Het privacy reglement kan niet apart worden opgezegd.
4. Na beëindiging van onderhavige reglement zullen de lopende verplichtingen, zoals het melden van datalekken en de plicht tot geheimhouding blijven voortduren.
Artikel 5 Verantwoordelijkheden
1. Iedere partij is als verwerkingsverantwoordelijke in de zin van de AVG zelfstandig verantwoordelijk voor de rechtmatige verwerking van persoonsgegevens daar waar het de uitvoering van hun eigen taken binnen de samenwerking betreft.
2. Iedere partij is verantwoordelijk voor de naleving van dit reglement en voor naleving van alle wettelijke verplichtingen met betrekking tot de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van betrokkene.
3. De gemeente Haarlem en woningcorporaties voeren taken uit zoals genoemd in bijlage 2 en omschreven in het convenant preventie huisuitzettingen.
4. Partijen zien er op toe dat de persoonsgegevens niet worden gebruikt voor andere doeleinden dan beschreven in deze overeenkomst of op andere wijze schriftelijk overeengekomen.
5. Partijen zien er op toe dat de verwerking van persoonsgegevens geschiedt in overeenstemming met de AVG en de overige wetten en regels inzake de bescherming van Persoonsgegevens.
6. Partijen mogen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van elkaar geen andere personen of organisaties inschakelen bij het verwerken van de persoonsgegevens.
7. Partijen staan er jegens elkaar voor in dat de persoonsgegevens die door hen aan elkaar in het kader van de samenwerking ter beschikking zijn en/of worden gesteld conform de AVG en de overige wetten en regels inzake de bescherming van persoonsgegevens worden verwerkt.
Artikel 6 Geheimhouding
1. Partijen zullen de verstrekte persoonsgegevens niet delen met derden, tenzij dit op basis van een wettelijke verplichting niet kan.
2. Partijen zorgen ervoor dat medewerkers zich aan deze geheimhouding houden, door een geheimhoudingsplicht in de (arbeids-)contracten en ambtelijke aanstellingen op te nemen.
Artikel 7 Beveiliging
1. Partijen zien erop toe dat persoonsgegevens worden verwerkt in overeenstemming met de AVG, wat voor de beveiliging inhoudt dat partijen passende technische en organisatorische maatregelen nemen ter beveiliging van persoonsgegevens.
2. De Baseline Informatiebeveiliging Gemeenten wordt in ieder geval geacht een passend niveau van beveiliging te bieden. Partijen werken aantoonbaar overeenkomstig deze Baseline of een andere algemeen erkende overheidsnorm dan wel overeenkomstig algemeen erkende normen ten aanzien van informatiebeveiliging zoals NEN7510, NEN/ISO 27001, PCI/DSS).
3. Partijen dragen er zorg voor dat naleving van de in het tweede lid van dit artikel benoemde normen regelmatig wordt gecontroleerd.
4. Indien een partij op enig moment een gegevensbeschermingseffectbeoordeling in de zin van artikel 35 Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) heeft uitgevoerd op het gegevensuitwisselingsproces tussen partijen, dan stelt het de andere partij zo spoedig mogelijk in kennis van de uitkomsten van deze beoordeling of de zakelijke weergave er van, voor zover geconstateerde tekortkomingen invloed kunnen hebben op het gegevensuitwisselingsproces tussen partijen.
Artikel 8 Verstrekken van persoonsgegevens aan derden op grond van een wettelijke verplichting
1. Indien de ene partij op grond van een wettelijke verplichting gegevens dient te verstrekken, zal die partij de grondslag van het verzoek en de identiteit van de verzoeker verifiëren en zal die partij onmiddellijk de andere partij ter zake informeren.
2. Partijen stellen elkaar onverwijld maar uiterlijk binnen vijf (5) werkdagen in kennis indien een daartoe bevoegde instantie een juridisch bindend verzoek om verstrekking van de persoonsgegevens heeft gedaan, tenzij een partij niet is toegestaan de andere partij hiervan in kennis te stellen, zoals in het geval van een strafrechtelijk gebod om de vertrouwelijkheid van een handhavend onderzoek te bewaren.
Artikel 9 Inbreuken in verband met Persoonsgegevens
1. Iedere partij stelt de andere partij onverwijld, maar uiterlijk binnen vierentwintig (24) uur na constatering, op de hoogte indien er sprake is van een inbreuk in verband met persoonsgegevens.
2. De partij die verwerkingsverantwoordelijke is voor de verwerking waarbij de inbreuk in verband met persoonsgegevens heeft plaatsgevonden doet, indien sprake is van een inbreuk die gemeld moet worden, daarvan melding aan de Autoriteit Persoonsgegevens.
3. Partijen houden ieder een register bij van bij hen geconstateerde inbreuken in verband met persoonsgegevens, met daarin in ieder geval;
a. De aard, oorzaak en indien mogelijk, de omvang van de inbreuk;
b. de datum en het tijdstip waarop de inbreuk heeft plaatsgevonden;
c. de datum en het tijdstip waarop de inbreuk bekend is geworden;
d. de categorieën van betrokkenen die betrokken zijn bij de inbreuk;
e. het soort persoonsgegevens dat is betrokken bij de inbreuk;
f. of de persoonsgegeven zijn versleuteld, gehackt of op een andere manier onbegrijpelijk of ontoegankelijk zijn gemaakt;
g. de personen en/of instanties waar meer informatie over de inbreuk kan worden verkregen en hun contactinformatie;
h. een beschrijving van de geconstateerde en de vermoedelijke gevolgen van de Inbreuk voor de verwerking van persoonsgegevens;
i. de maatregelen die de partij heeft getroffen of voorstelt te treffen om de onder h van dit lid bedoelde gevolgen te verhelpen dan wel zoveel mogelijk te beperken;
j. of en waarom de Inbreuk wel of niet is gemeld bij de Autoriteit Persoonsgegevens en waarom.
Artikel 10 Rechten van betrokkenen
1. Partijen voorzien conform het bepaalde in artikel 4 van het reglement ieder voor hun eigen verwerking in de informatieverplichtingen zoals beschreven in de AVG en andere van toepassing zijnde wet- en regelgeving.
2. Indien een partij een verzoek op grond van artikel 15 t/m 22 van de AVG ontvangt van Betrokkenen, zal zij deze afhandelen voor zover het verzoek ziet op de verwerking waarvoor zij Verwerkingsverantwoordelijke is.
3. Als het bovengenoemde verzoek niet ziet op de verwerking waarvoor partij verantwoordelijk is zal het verzoek onverwijld, uiterlijk binnen vijf (5) werkdagen, naar de andere partij worden doorgestuurd. Partijen zullen een kopie van het verzoek aan de andere partij ter beschikking stellen. Indien dit nodig is voor de afhandeling van het verzoek, verstrekken partijen alle gegevens betreffende deze betrokkene die in het kader van de uitvoering van de samenwerking in zijn bezit of beheer zijn alsmede een kopie van alle documenten en een overzicht van alle systemen waarin de persoonsgegevens zijn opgenomen.
Artikel 11 Informatieverstrekking Partijen onderling
1. Partijen informeren elkaar over en weer over alle ontwikkelingen die relevant kunnen zijn voor de uitvoering van de in deze reglement benoemde taken. Onder ontwikkelingen wordt onder meer, maar niet uitsluitend, verstaan:
a. Het plaatsvinden van een Inbreuk in verband met persoonsgegevens;
b. uitspraken van gerechtelijke instanties dan wel van de nationale toezichthouder gericht aan één of aan beide partijen die (zullen) leiden tot een wijziging in de verwerking van persoonsgegevens in het kader van het reglement;
c. verzoeken van derden tot verstrekking van persoonsgegevens welke buiten de normale dienstverlening vallen op grond van een wettelijke verplichting. De partij die het verzoek ontvangt informeert de andere partij hierover zo snel mogelijk na ontvangst van het verzoek, tenzij dit wettelijk niet mogelijk blijkt;
d. alle overige situaties waarvan een der partijen in redelijkheid moet vermoeden dat de andere partij hierover geïnformeerd wenst te worden.
Artikel 12 Risico’s
1. Indien schadevergoeding verschuldigd is vanwege een inbreuk in verband met persoonsgegevens of door andere omstandigheden die verband houden met de onrechtmatig of onzorgvuldige verwerking van persoonsgegevens is deze voor rekening van de partij onder wiens verantwoordelijkheid de gegevensverwerking heeft plaatsgevonden, tenzij de schade aan handelen of nalaten van de andere partij is toe te rekenen.
2. Door de nationale of Europese toezichthouder opgelegde boetes in verband met onrechtmatige of onzorgvuldige verwerking van persoonsgegevens zijn voor rekening van de partij onder wiens verantwoordelijkheid de verwerking van persoonsgegevens heeft plaatsgevonden, tenzij de opgelegde boete aan handelen of nalaten van de andere partij is toe te rekenen.
Artikel 13 Overige bepalingen
1. De gehele of gedeeltelijke ongeldigheid van een of meer bepalingen van deze overeenkomst, brengt niet de nietigheid of vernietigbaarheid van de gehele overeenkomst met zich mee. Voor zover de bedoelde ongeldigheid betrekking heeft op een wezenlijk onderdeel van de relatie tussen partijen, zullen partijen in overleg vaststellen welke wijzigingen in de overeenkomst noodzakelijk zijn om die ongeldigheid te herstellen, waarbij zoveel mogelijk aansluiting zal worden gezocht bij de bedoeling van partijen zoals die uit de overeenkomst blijkt.
2. Deze overeenkomst kan slechts worden gewijzigd door middel van een schriftelijk stuk waarin uitdrukkelijk staat vermeld dat het stuk bedoelt een dergelijke wijziging aan te brengen en dat door ter zake bevoegde vertegenwoordigers van partijen is ondertekend.
3. Op deze bepalingen zijn onverkort de bepalingen van de AVG van toepassing.
Artikel 14 Geschillen, toepasselijk recht, bevoegde rechter
1. Op deze overeenkomst en op alle geschillen die daaruit mochten voortvloeien of daarmee mochten samenhangen, is Nederlands recht van toepassing. Ieder geschil tussen partijen ter zake van deze overeenkomst zal bij uitsluiting worden voorgelegd aan de daartoe bevoegde rechter te Haarlem.
Aldus overeengekomen en ondertekend,
Xxxx Xxxxx: Pré Wonen:
Datum: Datum:
Naam: C.H. Schaapman Naam: X. Xxxx
Functie: directeur-bestuurder Functie: Woonmanager
Ymere: Gemeente Haarlem
Datum: Datum:
Naam: G. Blok Naam: J. Wienen
Functie: regiomanager voor Haarlem Functie: Burgemeester
Bijlage 2 Overzicht van de tussen Partijen uit te wisselen persoonsgegevens
1. Informeren huurder | Grondslag |
Melden door de woningcorporaties aan de gemeente en het Sociaal Wijkteam indien er sprake is van een huurachterstand | |
Informeren huurder In de herinneringsbrief aan huurders wordt minimaal aangeven dat; - persoonsgegevens gedeeld worden met het Sociaal Wijkteam; - welke persoonsgegevens worden gedeeld met het Sociaal Wijkteam; - met welk doel gegevens gedeeld worden met het Sociaal Wijkteam; - dat de huurder een reactie van het wijkteam kan verwachten. | Artikel 6 eerste lid, onder b en f van de AVG. (Voor de woningcorporatie gaat het om het gerechtvaardigd belang, met het oog op het voortzetten van de huurbetaling. Voor de gemeente gaat het om de Vroegsignalering zoals genoemd in het Beleidsplan Schuldhulpverlening 2017-2019) |
De volgende gegevens worden via veilig mailen (bijvoorbeeld zorgmail, zivver etc) aangeleverd bij het Sociaal Wijkteam/ troubleshooter; - naam; - adres; - telefoonnummer; - geboortedatum; - aantal ingeschreven bewoners; - datum waarop de betalingsachterstand is ontstaan en, - periode van betalingsachterstand. | Alleen de gegevens mogen worden verwerkt die noodzakelijk zijn voor het doel |
2. Melding door de woningcorporaties bij het vermoeden van complexe problematiek | |
Indien de woningcorporatie het vermoeden heeft dat er hulpverlening nodig is, en als de betrokkene daarin toestemt, dan neemt de woningcorporatie contact op met het Sociaal Wijkteam. De woningcorporatie is verantwoordelijk voor het vastleggen van de toestemming. | Artikel 6 eerste lid, onder a van de AVG (de betrokkene heeft toestemming gegeven voor de verwerking van zijn persoonsgegevens). |
3. Ontvangen en beoordelen signalen | |
Een medewerker van het Sociaal Wijkteam checkt in STAPP en het backoffice systeem van de schulddienstverlening of er al gegevens van de huurder in het systeem staan. | Artikel 6 eerste lid, onder e van de AVG (noodzakelijk voor de uitvoering van een publiekrechtelijke taak). Dit betreft uitvoering van de Wgs. Als huurder al bekend is bij het sociaal wijkteam en/ of de Schulddienstverlening kan dat betekenen dat er meer aan de hand is. Deze gegevens dragen dus significant bij aan de doelstelling zoals omschreven in het convenant preventie huisuitzettingen |
4. Signalen prioriteren | |
Wanneer het aantal personen op de wachtlijst groter is dan het Sociaal Wijkteam aankan, kan het Sociaal Wijkteam prioriteren. | Artikel 6 eerste lid, onder e van de AVG (noodzakelijk voor de uitvoering |
Hiervoor kan het Sociaal Wijkteam gegevens uit het BRP gebruiken zoals, gezinssamenstelling en leeftijd, gesteld dat deze doelgroepen in het convenant Preventie huisuitzettingen zijn aangewezen als prioriteitsgroepen. | van een publiekrechtelijke taak). Dit betreft uitvoering van de Wgs. huurders met kinderen, 65+, huurders die al bekend zijn bij het Sociaal Wijkteam en bewoners met een verblijfstatus zijn in het convenant aangewezen als prioriteiten groepen. De gegevens uit het BRP dragen bij aan het signaleringsdoel. |
5. Contact schuldenaar | |
Het Sociaal Wijkteam neemt contact op met de huurder: De kan via; - een aankondigingsbrief met mogelijkheid om aan te geven van het gesprek af te zien; - een aankondigingsbrief zonder deze mogelijkheid; - telefonische aankondiging; - direct aanbellen zonder aankondiging. | Artikel 6 eerste lid, onder e van de AVG (noodzakelijk voor de uitvoering van een publiekrechtelijke taak). Dit betreft uitvoering van de Wgs. Maar grondslag voor het uitvoeren van de publieke taak door het Sociaal Wijkteam ligt ook in de WMO. |
Indien er andere hulpverlening nodig is, en als de betrokkene daarin toestemt, dan draagt het Sociaal Wijkteam de huurder 'warm' over aan de andere hulpverlener, volgens de afspraken die de gemeente met de betrokken organisatie heeft gemaakt. Het Sociaal Wijkteam is verantwoordelijk voor het vastleggen van de toestemming. | Artikel 6 eerste lid, onder a van de AVG (de betrokkene heeft toestemming gegeven voor de verwerking van zijn persoonsgegevens). |
6. Terugkoppeling door gemeente aan woningcorporaties | |
Het gaat dan om de volgende gegevens; - de identificerende gegevens die de melder heeft aangeleverd: (zie stap 1); - of er contact is gelegd met de huurder; - of een melding wel of niet in behandeling wordt genomen binnen vijf werkdagen. - of de incasso kan worden hervat; - de afgesproken datum hervatting van de betaling van de lopende huur en het inlopen van de achterstanden. Terugkoppeling van inhoudelijke gegevens uit het gesprek, bijvoorbeeld de achtergrond van de betalingsachterstand, medische gegevens ed. zijn niet ter zake dienend en niet toegestaan (zonder schriftelijke toestemming van de klant). Als de klant toestemming geeft om meer gegevens te delen wordt dit schriftelijk door het wijkteam vastgelegd. | Artikel 6 eerste lid, onder e van de AVG (noodzakelijk voor de uitvoering van een publiekrechtelijke taak). Dit betreft uitvoering van de Wet gemeentelijke Schuldhulpverlening. De gegevens die teruggekoppeld worden dienen het doel: de hervatting van de betaling. Het noodzakelijkheidscriterium betekent dat alleen die gegevens teruggekoppeld worden die noodzakelijk zijn voor het doel |
Bijlage 4: proces van convenant preventie huisuitzettingen
maand
Bij 1 maand huurachterstand zoekt de corporatie actief contact met huurder en wijst op de mogelijkheden van SDV
Bij 1,5 maand huurschuld neemt de corporatie altijd contact op met het Sociaal Wijkteam en start de procedure Convenant preventie huisuitzettingen
Na 4 weken wordt de woning ontruimd
Troubleshooter SDV Sociaal Wijkteam Woningcorporatie(s)
Het SWT neemt contact
op met huurder, indien er meer speelt dan alleen huurschulden en schakelt indien nodig ketenpartners in. Het Sociaal Wijkteam koppelt terug aan de corporatie (zie bijlage 1 en 2)
Het SWT neemt contact
op met huurder, en beoordeelt of het alleen gaat om huurschulden of dat er meer aan de hand is en schakelt indien nodig ketenpartners in. SDV start in deze gevallen altijd een traject.
Het Sociaal Wijkteam koppelt terug aan de corporatie (zie bijlage 1 en 2)
Toewijzen vonnis. De Troubleshooter ontvangt bericht als de datum van uitzetting bekend is
Bij 3 maanden achterstand vragen corporaties bij de rechter toestemming om het huurcontract te ontbinden
Als de huurder de lopende huur niet betaald dan wordt de deurwaarder ingeschakeld (hier zijn extra kosten voor de huurder aan verbonden).
In overleg met Sociaal Wijkteam, SDV en corporatie wordt nogmaals geprobeerd een huisuitzetting te voorkomen
Als minnelijk traject niet lukt start Wsnp verzoek
Stelt een plan op voor betaling en aanpak schulden. En start minnelijk traject