Overeenkomst inzake renteopschorting en verpanding van voorraden
Overeenkomst inzake renteopschorting en verpanding van voorraden
Tuk Tuk Holding B.V., een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid naar Nederlands recht, statutair gevestigd te Amsterdam en kantoorhoudende aan de Xxxxxxx Xxxxxxxxx 00X, 0000 XX Xxxxxx, ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 34310829 ("de uitgevende instelling" dan wel "pandgever") en
Stichting Obligatiehoudersbelangen, een stichting naar Nederlands recht, statutair gevestigd te Amsterdam, kantoorhoudende aan de Xxxxxxxxxxxx Xxxxxxxxxxx 000, 0000 XX Xxxxxxxxxx, ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 53177770 ("Stichting Obligatiehoudersbelangen" dan wel "pandhouder"),
overwegende dat:
• de uitgevende instelling in januari 2017 obligaties heeft uitgegeven via het NPEX handelsplatform, zoals beschreven in het prospectus van 14 december 2016;
• op 31 mei 2018 een buitengewone vergadering van obligatiehouders heeft plaatsgevonden;
• tijdens deze vergadering Stichting Obligatiehoudersbelangen op grond van artikel 14.3 van de trustakte tussen partijen heeft besloten dat de rentebetalingen van de uitgevende instelling uit hoofde van de obligaties voor een bepaalde periode en onder bepaalde voorwaarden worden opgeschort; en
• partijen in deze overeenkomst het voorgaande wensen te formaliseren, komen als volgt overeen:
Artikel 1 - Renteopschorting
In afwijking van artikel 8 van de obligatievoorwaarden, opgenomen als bijlage 1 bij bovengenoemd prospectus, geldt dat:
1.1 Opschortingsperiode. De betaling van de rente die is verschuldigd over de periode van 27 mei 2018 tot en met 26 november 2018 wordt opgeschort. Dat betekent dat de uitgevende instelling de eerstvolgende reguliere rentebetaling zal dienen te verrichten binnen 5 werkdagen na 26 december 2018 en wel over de periode 27 november 2018 tot en met 26 december 2018.
1.2 Renteopslag. Het rentepercentage dat van toepassing is gedurende de opschortingsperiode bedraagt 9% enkelvoudig per jaar. Dit betekent dat een renteopslag van 2% wordt toegepast met betrekking tot de rente die is verschuldigd over de periode zoals genoemd in artikel 1.1.
1.3 Betaling van opgeschorte rente. De uitgevende instelling zal het totaalbedrag van opgeschorte rente vanaf de eerste reguliere rentebetaaldag in gelijke termijnen betalen tot en met de laatste rentebetaaldag van de obligatielening, zijnde 5 werkdagen na 26 januari 2022 (of zoveel eerder indien de obligatielening vervroegd zou worden afgelost).
Ervan uitgaande dat:
▪ de obligaties op 26 januari 2022 worden afgelost;
▪ het totaalbedrag aan opgeschorte rente EUR 112.455 bedraagt (zijnde 6 maanden * EUR 7,50 * 2.499 obligaties van EUR 1.000); en
▪ er dus nog 38 rentebetaaldagen zijn,
betekent dit dat de uitgevende instelling - gerekend over alle 2.499 obligaties - op elk van deze rentebetaaldagen EUR 17.553,50 dient te betalen, zijnde de som van EUR 14.594,16 (de reguliere rentebetaling tegen 7%) plus EUR 2.959,34 (het totaalbedrag van opgeschorte rente van in totaal EUR 112.455 gedeeld door de 38 resterende rentebetaaldagen). Indien enige obligaties zouden worden geconverteerd in (certificaten van) aandelen dan zal Stichting Obligatiehoudersbelangen bovengenoemde bedragen opnieuw berekenen.
1.4 Geen rente op rente. Gedurende de periode waarin de opgeschorte rentebetalingen worden uitbetaald dragen deze verschuldigde bedragen geen rente.
1.5 Alsnog betalen. Indien gedurende de in artikel 1.1 genoemde periode de kaspositie van de uitgevende instelling zich naar het redelijk oordeel van Stichting Obligatiehoudersbelangen op een zodanig positieve wijze ontwikkelt dat de uitgevende instelling één of meerdere van de resterende opgeschorte rentebetalingen zou kunnen doen zonder dat de uitgevende instelling daardoor in een negatieve kaspositie zou geraken dan heeft Stichting Obligatiehoudersbelangen het recht om van de uitgevende instelling te eisen dat zij de betreffende betaling(en) doet. Stichting Obligatiehoudersbelangen zal de in artikel 1.3 genoemde bedragen dan opnieuw berekenen.
Artikel 2 - Zekerheden
Artikel 4 van de obligatievoorwaarden vervalt.
2.1 Verpanding
2.1.1 Tot meerdere zekerheid voor de betaling van al hetgeen pandgever op enig moment aan pandhouder uit hoofde van de trustakte en aan de obligatiehouders uit hoofde van de overeenkomstig artikel 1.1 opgeschorte rente verschuldigd is x.x. xxx zijn, verpandt pandgever aan pandhouder zijn voorraden in de ruimste zin van het woord (hierna te noemen: “Verpande Goederen”) zonder dat evenwel de Verpande Goederen in de macht van pandhouder worden gebracht, een en ander met inachtneming van artikel 2.1.2. Het is pandgever niet toegestaan voorraden te verpanden die zich niet in Nederland bevinden. Xxxxxxxxxx aanvaardt de verpanding van de Verpande Goederen, mede ten behoeve van de obligatiehouders.
2.1.2 Pandrecht groeit mee met schuld. Ten aanzien van deze verpanding geldt dat de executiewaarde van de Verpande Goederen altijd ten minste gelijk dient te zijn aan hetgeen pandgever aan pandhouder verschuldigd is. Voorbeeld:
• Als de uitgevende instelling Stichting Obligatiehoudersbelangen en de obligatiehouders op 1 september 2018 in totaal EUR 45.000 verschuldigd is, zal de executiewaarde van de Verpande Goederen ten minste EUR 45.000 dienen te bedragen.
• Als de uitgevende instelling Stichting Obligatiehoudersbelangen en de obligatiehouders op 1 december 2018 in totaal EUR 95.000 verschuldigd is, zal de executiewaarde van de Verpande Goederen ten minste EUR 95.000 dienen te bedragen.
2.1.3 Overzicht van Verpande Goederen. Xxxxxxxxx zal binnen 10 werkdagen na afloop van elke maand pandhouder door middel van een schriftelijke kennisgeving of e-mail naar het adres xxxx@xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xxx een actueel overzicht van de Verpande Goederen verstrekken. Pandgever zal op deze overzichten de Verpande Goederen nauwkeurig omschrijven (hoeveelheid, artikelomschrijving, typenummers, registratie- of serienummers
etc.) en aangeven waar deze zich bevinden. Tevens zal pandgever op deze overzichten van elk Verpand Goed een redelijke inschatting van de executiewaarde vermelden. Indien pandhouder xxxxxx xxxxxxx heeft over enige op betreffende overzicht vermelde executiewaarde dan zal hij dit met pandgever bespreken. Indien mocht blijken dat de vermelde executiewaarde niet reëel is dan zal pandgever de executiewaarde dienen aan te passen en zo nodig aanvullende voorraden dienen te verpanden.
2.1.4 Handhaving pandrecht bij bancaire financiering. Het pandrecht zal gehandhaafd blijven in geval de uitgevende instelling besluit om enige bancaire financiering aan te trekken tenzij Stichting Obligatiehoudersbelangen dit niet in het collectieve belang van de obligatiehouders acht.
2.1.5 Vervangende zekerheid. Op verzoek van de uitgevende instelling of één of meerdere aandeelhouders van de uitgevende instelling die alleen of gezamenlijk meer dan 50% van de aandelen houden zal Stichting Obligatiehoudersbelangen bereid zijn afstand te doen van het pandrecht mits daarvoor vervangende zekerheid zal worden verstrekt die naar het oordeel van Stichting Obligatiehoudersbelangen voldoende en passende dekking geeft (bijv. een borgstelling).
2.1.6 Inspectie Verpande Goederen. Xxxxxxxxxx of enige door hem aan te wijzen vertegenwoordiger is te allen tijde gerechtigd zich van de staat en de locatie van de Verpande Goederen te vergewissen. Xxxxxxxxx zal hiertoe zijn medewerking verlenen zonder daarvoor pandhouder kosten in rekening te brengen.
2.1.7 Verpanding van rechten uit hoofde van verzekeringen. Pandgever zal de polissen en de bewijzen van betaling van de premies uit hoofde van de in artikel 2.2.1 onder f. genoemde verzekeringen te allen tijde op eerste verzoek aan pandhouder tonen. Xxxxxxxxx verpandt, tot meerdere zekerheid voor de betaling van al hetgeen pandgever aan pandhouder uit hoofde van deze overeenkomst verschuldigd is c.q. zal zijn, al zijn rechten uit hoofde van zowel reeds bestaande verzekeringen als nog te sluiten verzekeringen met betrekking tot de Verpande Goederen ("Verpande Rechten") aan pandhouder. Xxxxxxxxxx aanvaardt de verpanding van de Verpande Rechten, mede ten behoeve van de obligatiehouders.
2.2 Verklaringen
2.2.1 Pandgever verklaart dat:
a. hij eigenaar is of zal zijn van de Verpande Goederen;
b. hij bevoegd is tot verpanding van de Verpande Goederen en de Verpande Rechten;
c. op de datum van deze overeenkomst op de Verpande Goederen en Verpande Rechten geen beslagen, voorrechten, beperkte rechten of retentierechten rusten;
d. hij de Verpande Goederen dan wel de goederen waarin de Verpande Goederen zijn of worden geïncorporeerd niet zal verkopen, verhuren of anderszins aan enige derde ter beschikking zal stellen anders dan in het kader van de normale uitoefening van zijn bedrijf;
e. hij de Verpande Goederen dan wel de goederen waarin de Verpande Goederen zijn of worden geïncorporeerd zorgvuldig zal (doen) behandelen;
f. hij het risico van beschadiging, diefstal, verlies of tenietgaan van de Verpande Goederen en de goederen waarin de Verpande Goederen zijn of worden geïncorporeerd draagt en daarom tevens verplicht is de Verpande Goederen en de goederen waarin de Verpande Goederen zijn of worden geïncorporeerd op eigen kosten bij een solide verzekeringsmaatschappij te verzekeren en verzekerd te houden
tegen brand, diefstal en andere oorzaken van verlies onder gebruikelijke bepalingen en bedingen en tot gebruikelijke bedragen.
g. hij onmiddellijk een afschrift van deze overeenkomst zal tonen aan enige deurwaarder, bewindvoerder en/of curator; en
h. hij pandhouder onmiddellijk schriftelijk in kennis zal stellen van enig(e) adreswijziging, surseance van betaling of aanvraag van faillissement van pandgever of (poging tot) beslaglegging op de Verpande Goederen, de goederen waarin de Verpande Goederen zijn of worden geïncorporeerd en/of de Verpande Rechten.
2.2.2 Pandgever wordt geacht de in artikel 2.2.1 genoemde verklaringen te herhalen telkens wanneer hij het in artikel 2.1.3 genoemde overzicht verstrekt aan pandhouder.
2.3 Verzuim
2.3.1 Algemeen. Indien pandgever in verzuim is ten aanzien van enige door de verpanding van de Verpande Goederen en Verpande Rechten verzekerde schuld, is pandhouder, met uitsluiting van pandhouder, gerechtigd:
a. van de verpanding van de Verpande Goederen en de Verpande Rechten mededeling te doen aan de verzekeraar en de verzekeraar mededeling te doen dat al het door de verzekeraar aan pandgever verschuldigde uitsluitend bevrijdend kan worden betaald aan pandhouder;
b. in en buiten rechte nakoming van de verplichtingen van de verzekeraar met betrekking tot de Verpande Goederen en de in artikel 2.1 onder f. genoemde verzekeringen te eisen;
c. alle betalingen door de verzekeraar, samenhangende met of voortvloeiende uit de Verpande Goederen en de in artikel 2.1 onder f. genoemde verzekeringen, in ontvangst te nemen en zich op de opbrengst van de Verpande Goederen en de Verpande Rechten te verhalen;
d. over te gaan tot verkoop van de Verpande Goederen zonder verplicht te zijn de in artikel 3:249 c.q. 3:252 Burgerlijk Wetboek bedoelde mededelingen aan de aldaar genoemde personen te doen en zich op de verkoopopbrengst van de Verpande Goederen te verhalen; en
e. alle noodzakelijke (rechts)maatregelen te nemen en alle overige rechten die aan pandgever ten aanzien van de Verpande Goederen en de in artikel 2.1 onder f. genoemde verzekeringen toekomen uit te oefenen.
2.3.2 Vorderen van Verpande Goederen. In geval van verzuim dan wel indien pandhouder goede grond heeft te vrezen dat pandgever in verzuim zal geraken en voorts ook indien het faillissement of surseance van betaling van pandgever wordt aangevraagd dan wel beslag ten laste van hem wordt gelegd of in geval er bij het handelsregister van de Kamer van Koophandel een voorstel tot fusie, splitsing of afsplitsing van pandgever wordt gedeponeerd, is pandhouder bevoegd te vorderen dat de Verpande Goederen onmiddellijk in zijn macht of die van een door hem aangewezen derde worden gebracht. De kosten die daarmee zijn gemoeid zijn voor rekening van pandgever.
2.3.3 Afstand van recht. Pandgever doet afstand van zijn bevoegdheid aan de voorzieningenrechter van de rechtbank te verzoeken om te bepalen dat de Verpande Goederen zullen worden verkocht op een van artikel 3:250 Burgerlijk Wetboek afwijkende wijze.
2.3.4 Informatieverstrekking. Xxxxxxxxx is verplicht aan pandhouder steeds op eerste verzoek alle documenten en overige gegevens te verstrekken die pandhouder naar zijn oordeel nodig
heeft om zijn pandrecht uit te oefenen en de eigendom van de Verpande Goederen te kunnen overdragen. Tevens zal pandgever pandhouder steeds op eerste verzoek in staat stellen uit zijn administratie die gegevens te verzamelen die pandhouder nodig mocht achten voor de uitoefening van zijn pandrecht.
2.3.5 Kosten. Alle (buiten)gerechtelijke kosten welke pandhouder in verband met het in artikel
2.3.1 genoemde maakt, zijn voor rekening van pandgever.
2.3.6 Verdeling opbrengst. Na voldoening van de kosten van executie, zal pandhouder de netto opbrengst van de Verpande Goederen verrekenen met hetgeen pandhouder van pandgever uit hoofde van deze overeenkomst te vorderen heeft.
2.3.7 Verzuim jegens Stichting Obligatiehoudersbelangen. Indien de uitgevende instelling in verzuim zou zijn ten aanzien van de betaling van enige factuur uit hoofde van de trustakte dan heeft Stichting Obligatiehoudersbelangen het recht het betreffende factuurbedrag ten laste te brengen van de obligatiehouders, hetzij door verrekening met en/of inhouding op door obligatiehouders van de uitgevende instelling te ontvangen bedragen, hetzij anderszins, tenzij een derde Stichting Obligatiehoudersbelangen ter zake voldoende zekerheid verschaft.
2.4 Registratie. Pandhouder zal zorg dragen voor de registratie van deze overeenkomst en de overzichten zoals genoemd in artikel 2.1.3 bij de afdeling Registratie van de Belastingdienst teneinde het pandrecht op de Verpande Goederen en de Verpande Rechten te vestigen.
Artikel 3 - Toepasselijk recht en geschillenbeslechting
3.1 Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing.
3.2 Alle geschillen naar aanleiding van deze overeenkomst zullen in eerste instantie worden voorgelegd aan de bevoegde rechter te Amsterdam.
Aldus overeengekomen op 12 juni 2018 en ondertekend door: [HANDTEKENING] [HANDTEKENING]
Stichting Obligatiehoudersbelangen Tuk Tuk Holding B.V. naam: Mr. M.C. Olie LL.M. naam: R. Montfoort
functie: voorzitter functie: statutair bestuurder [HANDTEKENING]
naam: Mr. X.X. xxx xx Xxxxx MBV functie: penningmeester