BIJLAGE 3 – ARTIKEL 194TER, 194TER/1 & 194TER/2 WIB ‘92
BIJLAGE 3 – ARTIKEL 194TER, 194TER/1 & 194TER/2 WIB ‘92
zoals laatst gewijzigd bij wet van 15 juli 2020, B.S. 23 juli 2020 (eigen coördinatie)
Artikel 194/TER WIB 92
Onderafdeling IV: Ondernemingen die in het kader van een tax shelter-stelsel investeren in een raamovereenkomst voor de productie van audiovisueel werk of van een podiumwerk
§ 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:
1° in aanmerking komende investeerder:
- de binnenlandse vennootschap, of;
- de Belgische inrichting van een belastingplichtige bedoeld in artikel 227, 2°; andere dan:
- een in aanmerking komende productievennootschap zoals bedoeld in 2°, of een gelijkaardige productievennootschap die niet erkend is; of
- een vennootschap die verbonden is in de zin van artikel 1:20 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen met een in het eerste streepje bedoelde vennootschap die deelneemt aan het desbetreffende in aanmerking komend werk; of
- een televisieomroep,
die een raamovereenkomst ondertekent zoals bedoeld in 5° waarin hij zich verbindt sommen te storten met het oog op het bekomen van een tax shelter-attest zoals bedoeld in 10°;
2° in aanmerking komende productievennootschap: de binnenlandse vennootschap of de Belgische inrichting van een belastingplichtige bedoeld in artikel 227, 2°, die geen televisieomroep is of geen onderneming die in de zin van artikel 1:20 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen verbonden is met Belgische of buitenlandse televisieomroepen en die als voornaamste doel de ontwikkeling en de productie van audiovisuele werken heeft en die door de minister bevoegd voor Financiën als dusdanig is erkend volgens een eenvoudige procedure waarvan de Koning de modaliteiten en voorwaarden bepaalt;
Voor de toepassing van dit artikel wordt niet als een met Belgische of buitenlandse televisieomroepen verbonden onderneming beschouwd, de onderneming die verbonden is met een Belgische of buitenlandse televisieomroep, maar die zich ertoe verbindt om geen raamovereenkomst af te sluiten in het kader van het Tax Shelter stelsel voor de productie van een in aanmerking komend werk waarvoor deze televisieomroep voordelen zou verkrijgen die rechtstreeks verbonden zijn met de productie of de exploitatie van het in aanmerking komend werk. Deze voorwaarde wordt geacht te zijn vervuld wanneer de in aanmerking komende productievennootschap zich hiertoe schriftelijk heeft verbonden, zowel ten aanzien van de in aanmerking komende investeerder als ten aanzien van de federale overheid;
3° in aanmerking komende tussenpersoon:
de natuurlijke of rechtspersoon die in het kader van de onderhandelingen en het afsluiten van een raamovereenkomst tussenkomt met het oog op het afleveren van een tax shelter-attest in ruil voor een vergoeding of een voordeel,
die niet zelf een in aanmerking komende productievennootschap of investeerder is
en die door de minister bevoegd voor Financiën als dusdanig is erkend, volgens een eenvoudige procedure waarvan de Koning de modaliteiten en voorwaarden bepaalt;
4° in aanmerking komend werk:
- een Europees audiovisueel werk zoals een fictiefilm, een documentaire of een animatiefilm bestemd om in de bioscoop te worden vertoond, een kortfilm met uitzondering van korte reclamefilms, een lange fictiefilm voor televisie, in voorkomend geval opgedeeld in afleveringen, een fictie- of animatieserie bestemd voor televisie, kinder- en jeugdreeksen, zijnde fictiereeksen met een educatieve, culturele en informatieve inhoud voor een doelgroep van 0 tot 16-jarigen of een documentaire voor televisie, die door de bevoegde diensten van de betrokken gemeenschap zijn erkend als zijnde een Europese productie zoals bedoeld in de richtlijn "Audiovisuele mediadiensten" van 10 maart 2010 (210/13/EU). Internationale producties in de categorie fictiefilm,
documentaire of animatiefilm bestemd om in de bioscoop te worden vertoond, komen in aanmerking voor zover zij:
ofwel vallen binnen het toepassingsgebied van de Richtlijn 2010/13/EU van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2010 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake het aanbieden van audiovisuele mediadiensten (richtlijn audiovisuele mediadiensten);
ofwel vallen binnen het toepassingsgebied van een bilaterale overeenkomst inzake coproductie afgesloten door België met een andere Staat. Onder Staat, en dat geldt evenzeer voor België, wordt zowel het federale niveau als alle administratieve onderliggende niveaus bedoeld;
- waarvoor de productie- en exploitatie-uitgaven die in België werden gedaan zoals bedoeld in 7°, worden gedaan binnen een periode van 18 maanden die ten vroegste aanvangt 6 maanden voor de datum van de ondertekening van de raamovereenkomst voor het bekomen van het taxshelterattest voor de productie van dit werk zoals bedoeld in 5° en ten laatste loopt tot 18 maanden na de ondertekening van laatstgenoemde raamovereenkomst. Voor animatiefilms en voor animatieseries wordt deze termijn van 18 maanden tot 24 maanden verlengd;
De in het eerste lid bedoelde productie- en exploitatie-uitgaven gedaan in de periode voorafgaand aan de datum van de ondertekening van de overeenkomst bedragen maximaal 50 % van het totaal van deze productie- en exploitatie-uitgaven.
5° raamovereenkomst: de overeenkomst die binnen de maand volgend op haar ondertekening is aangemeld bij de Federale Overheidsdienst Financiën door de in aanmerking komende productievennootschap waardoor de in aanmerking komende investeerder zich verbindt, ten aanzien van een in aanmerking komende productievennootschap, een som te storten met het oog op het bekomen van een tax shelter-attest van een in aanmerking komend werk;
6° kwalificerende productie- en exploitatie-uitgaven in de Europese Economische Ruimte: de uitgaven die zijn verricht in de Europese Economische Ruimte met betrekking tot de productie en de exploitatie van een in aanmerking komend werk, in de mate dat tenminste 70 % van deze uitgaven, uitgaven zijn die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie;
7° de productie- en exploitatie-uitgaven die in België werden gedaan: de in België gedane uitgaven die betrekking hebben op de productie en exploitatie van een in aanmerking komend werk en waaruit beroepsinkomsten voortvloeien welke, ten name van de begunstigde, belastbaar zijn in de personenbelasting, in de vennootschapsbelasting of in de belasting van niet-inwoners, aan het gewoon stelsel van aanslag, met uitzondering van de uitgaven bedoeld in artikel 57 die niet worden verantwoord door individuele fiches en een samenvattende opgave, van de kosten vermeld in artikel 53, 9° en 10°, van de in artikel 53, 24°, vermelde uitgaven of voordelen, alsmede van alle andere kosten die niet werden gedaan voor de productie of de exploitatie van het in aanmerking komend werk.
8° uitgaven die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie: de uitgaven die verbonden zijn met de creatieve en technische productie van het in aanmerking komend werk, zoals:
- kosten met betrekking tot de artistieke rechten met uitzondering van de ontwikkelingskosten van het scenario die dateren van de periode voor de raamovereenkomst. Deze periode voorafgaand aan de raamovereenkomst wordt in voorkomend geval aangepast overeenkomstig het zesde lid;
- lonen en andere vergoedingen van het personeel, vergoedingen van zelfstandige dienstverleners;
- kosten toegerekend aan de betaling van de acteurs, muzikanten en artistieke functies voor zover zij bijdragen aan de interpretatie en realisatie van het in aanmerking komend werk;
- sociale lasten in verband met lonen en kosten bedoeld in het tweede en derde streepje;
- kosten van decors, rekwisieten, kostuums en attributen, die in beeld worden gebracht;
- kosten van vervoer en accommodatie, beperkt tot een bedrag dat gelijk is aan 25 % van de kosten, bedoeld in het tweede en derde streepje;
- kosten toegewezen aan hardware en andere technische middelen;
- kosten van laboratorium en de aanmaak van de master;
- verzekeringskosten die rechtstreeks verbonden zijn met de productie;
- kosten van publicatie en van promotie eigen aan de productie: aanmaken van het persdossier, basiswebsite, de montage van een trailer, alsook de première.
- vergoedingen betaald aan de productie-manager, de postproductie-coördinator en de line producer;
9° uitgaven die niet rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie: inzonderheid de volgende uitgaven:
- de uitgaven die gerelateerd zijn aan de administratieve en financiële organisatie en begeleiding van de
audiovisuele productie;
- financiële vergoedingen en commissielonen betaald in verband met de werving van ondernemingen die een raamovereenkomst voor de productie van een in aanmerking komend werk hebben afgesloten;
- kosten inherent aan de financiering van het in aanmerking komend werk of de sommen die werden gestort op basis van een raamovereenkomst zoals bedoeld in 5°, met inbegrip van kosten voor juridische bijstand, advocatenkosten, garantiekosten, administratieve kosten, commissielonen en representatiekosten;
- facturen die zijn opgesteld door de in aanmerking komende investeerder met uitzondering van facturen van facilitaire audiovisuele bedrijven voor zover de aangerekende goederen of diensten tot de directe productiekosten kunnen gerekend worden en voor zover de gehanteerde prijzen overeenkomen met de prijs die zou worden betaald als de tussenkomende vennootschappen totaal onafhankelijk van elkaar zouden zijn;
- distributiekosten die voor rekening van de productievennootschap zijn.
Wanneer ze betrekking hebben op werkelijke prestaties, worden ook als uitgaven die niet rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie van het in aanmerking komend werk aangemerkt, de vergoedingen betaald of toegekend aan executive producers, co-producers, associate of andere producers die niet in 8° worden bedoeld, alsmede de algemene kosten en commissielonen van de productie ten bate van de producer, in de mate dat deze vergoedingen, kosten en commissielonen niet meer dan 18 % bedragen van de productie- en exploitatie-uitgaven die in België werden gedaan;
10° tax shelter-attest: een fiscaal attest, of een deel van dit fiscaal attest, dat op verzoek van de in aanmerking komende productievennootschap wordt afgeleverd door de Federale Overheidsdienst Financiën, volgens de modaliteiten en voorwaarden zoals bepaald in § 7 die kunnen worden aangevuld door de Koning, op basis van de raamovereenkomst zoals bedoeld in 5° en de uitgaven gedaan voor de financiering van de productie en de exploitatie van een in aanmerking komend werk zoals bepaald in 4°. Het tax shelter-attest wordt bijgehouden door de in aanmerking komende investeerder.
In afwijking van het eerste lid, 7°, worden, wanneer de uitgaven, voor de begunstigde, de vergoeding van dienstverrichtingen vertegenwoordigen en wanneer de begunstigde een beroep doet op één of meerdere onderaannemers voor de verwezenlijking van deze dienstverrichtingen, deze uitgaven slechts als in België gedane uitgaven aangemerkt indien de vergoeding van de dienstverrichtingen van de onderaannemer of onderaannemers 10 % van de uitgaven niet overschrijdt. Deze voorwaarde wordt geacht te zijn vervuld wanneer de begunstigde zich hiertoe schriftelijk heeft verbonden, zowel ten aanzien van de productievennootschap als ten aanzien van de federale overheid.
Voor de berekening van het percentage bepaald in het tweede lid, wordt er geen rekening gehouden met de vergoedingen van de onderaannemers welke hadden kunnen worden beschouwd als in België gedane uitgaven indien deze onderaannemers rechtstreeks een contract zouden hebben aangegaan met de productievennotschap.
Tenminste 70 % van de productie- en exploitatie-uitgaven in België zijn uitgaven die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie.
§ 2. Ten name van de in aanmerking komende investeerder wordt de belastbare winst in het belastbaar tijdperk waarin de raamovereenkomst is getekend, binnen de grenzen en onder de hierna gestelde voorwaarden voorlopig vrijgesteld ten belope van 421 % van de sommen waartoe de investeerder zich in uitvoering van deze raamovereenkomst verbonden heeft voor zover deze werkelijk door die investeerder gestort zijn binnen de drie maanden na de ondertekening van deze raamovereenkomst.
§ 3. Per belastbaar tijdperk wordt de vrijstelling als bedoeld in § 2 verleend ten belope van een bedrag beperkt tot 50 %, met een maximum van 750.000 euro, van de belastbare gereserveerde winst van het belastbaar tijdperk vastgesteld vóór de samenstelling van de vrijgestelde reserve bedoeld in § 4.
Indien een belastbaar tijdperk geen of onvoldoende winst oplevert om de sommen ter uitvoering van de raamovereenkomst te kunnen aanwenden, wordt de voor dat belastbaar tijdperk niet verleende vrijstelling achtereenvolgens overgedragen op de winst van de volgende belastbare tijdperken, waarbij de vrijstelling per belastbaar tijdperk nooit hoger mag zijn dan de in het eerste lid gestelde grenzen.
De in aanmerking komende investeerder die, tijdens een belastbaar tijdperk waarvoor het tarief van de vennootschapsbelasting bedoeld in artikel 215, eerste lid, 33 % bedraagt, sommen heeft gestort waarbij het belastbaar tijdperk onvoldoende winst kent om de vrijstelling bedoeld in § 2 uit te oefenen, en die daarom
overeenkomstig het tweede lid de niet verleende vrijstelling achtereenvolgens overdraagt naar de volgende belastbare tijdperken, kan bij de eerste overdracht van deze niet verleende vrijstelling een vermenigvuldigingscoëfficiënt toepassen van:
- 356/310 indien het tarief van de vennootschapsbelasting 29 % bedraagt voor het belastbaar tijdperk waarnaar het niet uitgeoefende deel van de vrijstelling wordt overgedragen;
- 421/310 indien het tarief van de vennootschapsbelasting 25 % bedraagt voor het belastbaar tijdperk waarnaar het niet uitgeoefende deel van de vrijstelling wordt overgedragen.
De in aanmerking komende investeerder die, tijdens een belastbaar tijdperk waarvoor het tarief van de vennootschapsbelasting bedoeld in artikel 215, eerste lid, 29 % bedraagt, sommen heeft gestort waarbij het belastbaar tijdperk onvoldoende winst kent om de vrijstelling bedoeld in § 2 uit te oefenen, en die daarom overeenkomstig het tweede lid de niet verleende vrijstelling achtereenvolgens overdraagt naar de volgende belastbare tijdperken, kan bij de eerste overdracht van deze niet verleende vrijstelling een vermenigvuldigingscoëfficiënt toepassen van 421/356 indien het tarief van de vennootschapsbelasting 25 % bedraagt voor het belastbaar tijdperk waarnaar het niet uitgeoefende deel van de vrijstelling wordt overgedragen.
Voor het belastbaar tijdperk waarvoor het tarief van de vennootschapsbelasting bedoeld in artikel 215, eerste lid, 29 % bedraagt, wordt het maximumbedrag bedoeld in het eerste lid opgetrokken tot 850.000 euro.
Voor het belastbaar tijdperk waarvoor het tarief van de vennootschapsbelasting bedoeld in artikel 215, eerste lid, 25 % bedraagt, wordt het maximumbedrag bedoeld in het eerste lid opgetrokken tot 1.000.000 euro.
§ 4. De vrijstelling die is toegekend op basis van de overgemaakte sommen in uitvoering van een raamovereenkomst met het oog op het bekomen van een tax shelter-attest wordt slechts verleend en behouden wanneer:
1° de in § 2 bedoelde vrijgestelde winst op een afzonderlijke rekening van het passief van de balans geboekt is en blijft tot de investeerder de definitieve vrijstelling opeist overeenkomstig de in § 5 vermelde termijnen en voorwaarden;
2° de vrijgestelde winst bedoeld in § 2 niet tot grondslag dient voor de berekening van enige beloning of toekenning tot op de datum waarop het tax shelter-attest door de Federale Overheidsdienst Financiën wordt afgeleverd;
3° het totaal van de door het geheel van in aanmerking komende investeerders daadwerkelijk gestorte sommen in uitvoering van de raamovereenkomst met vrijstelling van winst overeenkomstig § 2, niet meer bedraagt dan 50 % van het totale budget van de uitgaven voor het in aanmerking komend werk en het daadwerkelijk voor de uitvoering van dat budget werd aangewend;
4° de in § 2 vrijgestelde winst beperkt is tot 203 % van de uiteindelijk verwachte fiscale waarde van het tax shelter-attest zoals vermeld in de raamovereenkomst.
§ 5. De vrijstelling wordt slechts definitief toegekend indien het Tax Shelter attest uiterlijk op 31 december van het vierde jaar volgend op het jaar waarin de raamovereenkomst wordt getekend, daadwerkelijk wordt afgeleverd door de Federale Overheidsdienst Financiën.
De vrijstelling waarop aanspraak wordt gemaakt uit hoofde van ofwel de sommen die op grond van de raamovereenkomst werkelijk betaald zijn in het in § 2, bedoelde tijdperk ofwel de fiscale waarde van het tax shelter-attest, en van de in § 3, tweede lid, bedoelde overdracht, kan uiterlijk worden toegekend in het aanslagjaar verbonden met het vierde belastbaar tijdperk dat volgt op het jaar van de ondertekening van de raamovereenkomst.
De definitieve vrijstelling die is toegekend op basis van de gestorte sommen in uitvoering van een raamovereenkomst en met het oog op het behalen van een tax shelter-attest wordt slechts toegekend indien de investeerder bij de aangifte in de inkomstenbelastingen van het belastbaar tijdperk in de loop van hetwelk hij aanspraak heeft gemaakt op de definitieve vrijstelling, een kopie voegt van het tax shelter-attest dat hij ontvangen heeft in overeenstemming met § 1, eerste lid, 10°, en in de mate waarin per belastbaar tijdperk, de grens en het maximum bedoeld in § 3 nageleefd worden.
§ 6. Voor de periode verstreken tussen de datum van de eerste storting op grond van een raamovereenkomst en het ogenblik waarop het tax shelter-attest wordt afgeleverd, maar met een maximum van 18 maanden, kan de in aanmerking komende productievennootschap aan de in aanmerking komende investeerder een som storten berekend op de in het kader van de raamovereenkomst effectief de uitgevoerde stortingen die worden verricht
ter verkrijging van het tax shelter-attest, prorata van de verlopende dagen, en waarvan de maximumrente gelijk is aan het gemiddelde van EURIBOR 12 maanden van de laatste dag van elke maand van het kalenderhalfjaar dat voorafgaat aan de door de in aanmerking komende investeerder gedane stortingen, verhoogd met 450 basispunten.
§ 7. Het tax shelter-attest wordt slechts uitgereikt door de Federale Overheidsdienst Financiën indien aan de hieronder bepaalde modaliteiten en voorwaarden evenals aan degene die eventueel door de Koning zijn bepaald, is voldaan:
1° de in aanmerking komende productievennootschap heeft de raamovereenkomst bij de Federale Overheidsdienst Financiën in overeenstemming met § 1, eerste lid, 5°, aangemeld;
2° de in aanmerking komende productievennootschap heeft het tax shelter-attest aangevraagd op basis van de aangemelde raamovereenkomst en de uitgaven die zijn verricht voor de uitvoering van de productie en de exploitatie van een in aanmerking komend werk zoals gedefinieerd in § 1, eerste lid, 6° en 7°;
3° de in aanmerking komende productievennootschap heeft aan de Federale Overheidsdienst Financiën samen met de aanvraag voor een tax shelter-attest voorgelegd:
- een document waarin de betrokken gemeenschap bevestigt dat het werk beantwoordt aan de definitie van een in aanmerking komend werk zoals bedoeld in § 1, eerste lid, 4°, en dat, in het geval waarbij de productievennootschap verbonden is met een televisieomroep, overeenkomstig § 1, eerste lid, 2°, tweede lid, zij in een eerste analyse inschat of de televisieomroep geen voordelen verkrijgt die rechtstreeks verbonden zijn met de productie of de exploitatie van het in aanmerking komend werk;
- een document waarin de betrokken gemeenschap bevestigt dat het werk is voltooid en dat de in toepassing van dit artikel uitgevoerde globale financiering van het werk is uitgevoerd in overeenstemming met de voorwaarde en grens bedoeld in § 4, 3°;
3°bis de televisieomroep zoals bedoeld in § 1, eerste lid, 2°, verkrijgt geen voordelen die rechtstreeks verbonden zijn met de productie of de exploitatie van het in aanmerking komend werk;
4° tenminste 70 % van de kwalificerende productie- en exploitatie-uitgaven in de Europese Economische Ruimte zijn uitgaven die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie;
4°bis tenminste 70 % van de productie- en exploitatie-uitgaven die in België zijn gedaan, zijn uitgaven die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie;
5° de productievennootschap heeft geen achterstallen bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid op het ogenblik van het afsluiten van de raamovereenkomst;
6° de voorwaarden bedoeld in § 4, 1° tot 3°, worden ononderbroken nageleefd;
7° alle voorwaarden die betrekking hebben op de hoedanigheid, de grens, het maximum, de termijn en territorialiteit bedoeld in dit artikel worden nageleefd.
In het geval dat wordt vastgesteld dat een van deze voorwaarden gedurende enig belastbaar tijdperk niet langer wordt nageleefd of ontbreekt, wordt de voorheen vrijgestelde winst aangemerkt als winst van dat belastbare tijdperk.
In het geval dat de in aanmerking komende investeerder op 31 december van het vierde jaar volgend op het jaar waarin de raamovereenkomst wordt getekend, het tax shelter-attest niet heeft ontvangen wordt de voorheen vrijgestelde winst aangemerkt als winst van het belastbare tijdperk tijdens hetwelk het tax shelter-attest rechtsgeldig kon worden afgeleverd.
De definitieve vrijstelling is in ieder geval beperkt tot 203 % van de fiscale waarde van het tax shelter-attest. Het eventuele overschot van de sommen die zijn gestort en die in aanmerking zijn genomen als tijdelijk vrijgestelde winst overeenkomstig §§ 2 en 3 wordt beschouwd als winst van het belastbaar tijdperk tijdens hetwelke het tax shelter-attest is afgeleverd.
Het tarief van de vennootschapsbelasting dat van toepassing is op de in het tweede lid bedoelde voorheen vrijgestelde winst, op de in het derde lid bedoelde voorheen vrijgestelde winst en op het in het vierde lid vermelde overschot, bedraagt het in artikel 215 bedoelde tarief van de vennootschapsbelasting dat geldt voor het aanslagjaar waarvoor de vrijstelling voor de eerste keer werd gevraagd, verhoogd in voorkomend geval met de in artikel 463bis bedoelde aanvullende crisisbijdrage.
In afwijking van artikel 416, in de gevallen bedoeld in het tweede tot het vierde lid, zijn de nalatigheidsinteresten verschuldigd op de overeenkomstig het vijfde lid verschuldigde belasting vanaf 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar waarvoor de vrijstelling voor de eerste keer werd gevraagd.
De Koning kan de nadere toepassingsregels bepalen, met name voor de toekenning, de bewaring, de overdracht, de administratie en de aanmelding van het attest.
§ 8. De fiscale waarde van het tax shelter-attest, zoals bedoeld in § 1, eerste lid, 10°, wordt vastgelegd, conform de door de Koning bepaalde modaliteiten, op:
- 70 % van het bedrag van de in aanmerking komende productie- en exploitatie-uitgaven verricht in de Europese Economische Ruimte en uitgevoerd voor de productie en de exploitatie van het in aanmerking komend werk, in de mate dat deze 70 % van het bedrag van de uitgaven, uitgaven zijn die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie;
- met een maximum van tien negende van het bedrag dat betrekking heeft op de productie- en exploitatie- uitgaven die in België werden gedaan zoals bedoeld in § 1, eerste lid, 7°, binnen een termijn van ten hoogste 18 maanden vanaf de datum van de ondertekening van de raamovereenkomst voor het bekomen van het tax shelter-attest voor de productie en de exploitatie van het in aanmerking komend werk, die eventueel is aangepast overeenkomstig § 1, eerste lid, 4°, tweede streepje.
Voor animatiefilms en animatieseries bestemd voor televisie wordt deze termijn van 18 maanden verlengd met zes maanden.
Indien evenwel het totaal van de in België gedane uitgaven die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie minder is dan 70 % van het totaal van de in België gedane productie- en exploitatie-uitgaven, zal de fiscale waarde van het Tax Shelter attest proportioneel worden verminderd a rato van het percentage van de in België gedane uitgaven die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie, in verhouding tot de vereiste 70 %.
De som van alle fiscale waarden van de Tax Shelter attesten bedraagt per in aanmerking komend werk maximaal
15.000.000 euro.
§ 9. De stortingen die zijn overeengekomen in het kader van een raamovereenkomst moeten in hun geheel ten laatste drie maand voor de aflevering van het tax shelter-attest zijn uitgevoerd.
§ 10. De raamovereenkomst die tot doel heeft een in aanmerking komend werk te produceren bevat verplicht: 1° de benaming, het ondernemingsnummer, het maatschappelijk doel en de datum van de erkenning van de in aanmerking komende productievennootschap;
2° de benaming, het ondernemingsnummer en het maatschappelijk doel van de in aanmerking komende investeerder;
3° de benaming, het ondernemingsnummer, het maatschappelijk doel of de identiteit en het nationaal nummer, alsook de datum van de erkenning van de in aanmerking komende tussenpersoon;
4° de identificatie en de beschrijving van het in aanmerking komend werk dat het voorwerp uitmaakt van de raamovereenkomst;
5° de begroting van de uitgaven die nodig zijn voor het werk in kwestie, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen:
- het gedeelte dat ten laste wordt genomen door de in aanmerking komende productievennootschap;
- het gedeelte dat gefinancierd wordt door elk van de in aanmerking komende investeerders, dat reeds is vastgelegd;
6° de overeengekomen wijze waarop de bedragen worden vergoed die bestemd zijn voor de uitvoering van de raamovereenkomst;
7° de waarborg dat elke in aanmerking komende investeerder noch een in aanmerking komende productievennootschap, noch een televisieomroep, noch een in de zin van artikel 1:20 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen met een in aanmerking komende productievennootschap verbonden vennootschap is;
8° de verbintenis van de productie-vennootschap:
- dat ze geen onderneming is die verbonden is met een Belgische of buitenlandse televisieomroep, of dat ze niet als een met een Belgische of buitenlandse televisieomroep verbonden onderneming beschouwd kan worden overeenkomstig § 1, 2°, tweede lid, gezien deze televisieomroep geen voordelen verkrijgt die rechtstreeks verbonden zijn met de productie of de exploitatie van het in aanmerking komend werk;
- het definitieve bedrag dat wordt aangewend tot uitvoering van de raamovereenkomst door de vrijstelling van de winst te beperken tot ten hoogste 50 % van de begroting van de totale uitgaven van het in aanmerking komend werk voor het geheel van de in aanmerking komende investeerders, en om alle overeenkomstig § 2 gestorte bedragen daadwerkelijk aan te wenden voor de uitvoering van deze begroting;
- dat ten minste 70 % van de kwalificerende productie- en exploitatie-uitgaven in de Europese Economische Ruimte, uitgaven zijn die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie;
- dat ten minste 70 % van de productie- en exploitatie-uitgaven die in België werden gedaan, uitgaven zijn die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie;
- dat ten minste 90 % van de kwalificerende productie- en exploitatie-uitgaven die in aanmerking genomen worden bij de berekening van de uiteindelijk verwachte fiscale waarde van het Tax Shelter attest zoals vermeld in de raamovereenkomst, in België gedane productie- en exploitatie-uitgaven zijn, zodat deze fiscale waarde kan worden bereikt;
- in de eindgeneriek van het werk de steun te vermelden aangebracht door de Belgische wetgever inzake de tax shelter;
9° de verbintenis van de in aanmerking komende productievennootschap en de in aanmerking komende tussenpersonen om de wetgeving na te leven die betrekking heeft op het tax shelter stelsel en meer in het bijzonder, van § 12 van dit artikel.
De Koning kan de praktische modaliteiten van uitwerking, inhoud en vorm van de raamovereenkomst bepalen.
§ 11. Geen enkel economisch of financieel voordeel kan worden toegekend aan de in aanmerking komende investeerder, met uitzondering van handelsgeschenken van geringe waarde in de zin van artikel 12, § 1, eerste lid, 2°, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde. De waarborg van het voltooien van het in aanmerking komend werk en de aflevering van het tax shelter-attest wordt niet beschouwd als een economisch of financieel voordeel, voor zover de in aanmerking komende investeerder, in het geval dat deze zich beroept op deze waarborg, niet meer ontvangt dan het bedrag van de belastingen en de nalatigheidsinteresten verschuldigd door deze investeerder in het geval van niet naleving van de vrijstellingsvoorwaarde.
De in aanmerking komende investeerder mag geen rechten, rechtstreeks of onrechtstreeks, in het in aanmerking komend werk bezitten of in bezit gehad hebben.
De voorgaande bepalingen doen geen afbreuk aan het recht van de in aanmerking komende investeerder om aanspraak te maken op een eventuele aftrek als beroepskosten van de andere bedragen dan degene die in het kader van de raamovereenkomst gestort zijn en die evenzeer betrekking hebben op de productie van een in aanmerking komend werk, en dit binnen de voorwaarden bepaald door de artikelen 49 en volgende.
In afwijking van de artikelen 23, 48, 49 en 61, zijn de kosten en verliezen evenals de minderwaarden, voorzieningen en afschrijvingen die betrekking hebben op de aankoop van een tax shelter-attest, noch aftrekbaar als beroepskost, of -verlies, noch vrijstelbaar.
§ 12. Het aanbod van een tax shelter-attest door de in aanmerking komende productievennootschap of door de in aanmerking komende tussenpersoon en de bemiddeling in raamovereenkomsten worden uitgevoerd in overeenstemming met de wet van 16 juni 2006 op de openbare aanbieding van beleggingsinstrumenten en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt54.
54 Op datum van dit Prospectus de Europese verordening (EU) 2017/1129 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 betreffende het prospectus dat moet worden gepubliceerd wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel op een gereglementeerde markt worden toegelaten en tot intrekking van Richtlijn 2003/71/EG, evenals de Belgische wet van 11 juli 2018 op de aanbieding van beleggingsinstrumenten aan het publiek en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt.
ART. 194TER/1 WIB’92
§ 1. De toepassing van artikel 194ter wordt verruimd tot de in aanmerking komende productievennootschappen die als voornaamste doel de productie en de ontwikkeling van nieuwe podiumproducties hebben.
§ 2. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:
1° in aanmerking komend werk: in afwijking van artikel 194ter, § 1, eerste lid, 4°, een nieuwe podiumproductie als bedoeld in 2°, die door de bevoegde diensten van de betrokken Gemeenschap erkend wordt als Europees podiumwerk, dat wil zeggen:
- tot stand gebracht door een of meer producenten die in een of meer lidstaten van de Europese Economische Ruimte gevestigd zijn of gesuperviseerd en daadwerkelijk gecontroleerd door een of meer producenten die in een of meer van de lidstaten van de Europese Economische Ruimte gevestigd zijn;
- waarvoor de productie- en exploitatie-uitgaven die in België werden gedaan zoals bedoeld in artikel 194ter, § 1, eerste lid, 7°, worden gedaan binnen een periode van 24 maanden die ten vroegste aanvangt 6 maanden voor de datum van de ondertekening van de raamovereenkomst voor het bekomen van het taxshelterattest voor de productie van dit werk zoals bedoeld in artikel 194ter, § 1, eerste lid, 5°, en ten laatste loopt tot 24 maanden na de ondertekening van laatstgenoemde raamovereenkomst, en uiterlijk 1 maand na de Première van het podiumwerk;
De in het eerste lid bedoelde productie- en exploitatie-uitgaven gedaan in de periode voorafgaand aan de datum van de ondertekening van de raamovereenkomst bedragen maximaal 50 % van het totaal van deze productie- en exploitatie-uitgaven.
2° nieuwe podiumproductie: een theater-, circus-, straattheater-, opera-, klassieke muziek-, dans- of muziektheaterproductie, met inbegrip van musical en ballet, alsook de productie van een totaalspektakel, waarbij het scenario, de theatertekst, de regie of de scenografie nieuw is, of die een herinterpretatie betreft;
3° totaalspektakel: de combinatie van diverse van de onder 2° vermelde podiumkunsten, eventueel op bijkomstige wijze aangevuld met choreografie, toneelspel, speciale effecten, pyrotechnische effecten en innoverende technologieën qua geluid, beeld en scenografie;
4° Première: de eerste voorstelling van het podiumwerk in België of in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte.
§ 3. In afwijking van artikel 194ter, § 1, eerste lid, 8° en 9°, wordt verstaan onder:
1° uitgaven die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie: de uitgaven die verbonden zijn met de creatieve en technische productie van het in aanmerking komende werk, zoals:
- kosten met betrekking tot de artistieke rechten, met uitzondering van de ontwikkelingskosten van het scenario die dateren van de periode voor de raamovereenkomst;
- lonen en andere vergoedingen van het personeel of vergoedingen van zelfstandige dienstverleners, verbonden aan de creatie en uitvoering van het in aanmerking komend werk;
- lonen en andere vergoedingen van acteurs, acrobaten, dansers, dirigenten, muzikanten, zangers en artistieke functies, al dan niet zelfstandig, die enkel verbonden zijn aan de uitvoering van het in aanmerking komend werk;
- sociale lasten in verband met lonen en kosten bedoeld in het tweede en derde streepje;
- kosten van decors, rekwisieten, instrumenten, kostuums en attributen, die op het podium worden gebracht;
- kosten met betrekking tot licht, geluid, speciale effecten en andere technische middelen;
- de transportkosten met betrekking tot de kosten bedoeld in het vijfde en zesde streepje;
- kosten van vervoer en accommodatie van personen, beperkt tot een bedrag dat gelijk is aan 25 % van de kosten bedoeld in het tweede en derde streepje;
- kosten van huur van repetitie- en voorstellingsruimten;
- verzekeringskosten die rechtstreeks verbonden zijn met de productie;
- kosten van publicatie en van promotie eigen aan de productie: affiches, flyers, aanmaken van het persdossier, website of webpagina eigen aan de productie, alsook de Première;
2° uitgaven die niet rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie: inzonderheid de volgende uitgaven:
- de uitgaven die gerelateerd zijn aan de administratieve, financiële en juridische organisatie en begeleiding van de podiumproductie;
- financiële vergoedingen en commissielonen betaald in verband met de werving van ondernemingen die een raamovereenkomst voor de productie van een in aanmerking komend werk hebben afgesloten;
- kosten inherent aan de financiering van het in aanmerking komend werk of de sommen die werden gestort op basis van een raamovereenkomst zoals bedoeld in artikel 194ter, § 1, eerste lid, 5°, met inbegrip van kosten voor juridische bijstand, advocatenkosten, interesten, garantiekosten, administratieve kosten, commissielonen en representatiekosten;
- facturen die zijn opgesteld door de in aanmerking komende investeerder met uitzondering van facturen van facilitaire podiumbedrijven voor zover de aangerekende goederen of diensten tot de directe productiekosten kunnen gerekend worden en voor zover de gehanteerde prijzen overeenkomen met de prijs die zou worden betaald als de tussenkomende vennootschappen totaal onafhankelijk van elkaar zouden zijn;
- distributiekosten die voor rekening van de productievennootschap zijn. De kosten die in principe ten laste zijn van de structuur waar de podiumproductie wordt opgevoerd, zoals culturele centra, komen niet in aanmerking.
§ 4. (...)
§ 5. Per belastbaar tijdperk wordt de vrijstelling bedoeld in artikel 194ter, § 2, verleend ten belope van een bedrag beperkt tot 50 % van de belastbare gereserveerde winst van het belastbaar tijdperk vastgesteld vóór de samenstelling van de vrijgestelde reserve bedoeld in artikel 194ter, § 4, met een maximum van 750.000 euro. Dit grensbedrag en dit maximum zijn van toepassing op het totaal van de vrijstellingen als bedoeld in de artikelen 194ter en 194ter /1.
Voor het belastbaar tijdperk waarvoor het tarief van de vennootschapsbelasting bedoeld in artikel 215, eerste lid, 29 % bedraagt, wordt het maximumbedrag bedoeld in het eerste lid opgetrokken tot 850.000 euro.
Voor het belastbaar tijdperk waarvoor het tarief van de vennootschapsbelasting bedoeld in artikel 215, eerste lid, 25 % bedraagt, wordt het maximumbedrag bedoeld in het eerste lid opgetrokken tot 1.000.000 euro.
Indien een belastbaar tijdperk geen of onvoldoende winst oplevert om de sommen ter uitvoering van de raamovereenkomst te kunnen aanwenden, wordt de voor dat belastbaar tijdperk niet verleende vrijstelling overeenkomstig artikel 194ter, § 3, tweede tot vierde lid, achtereenvolgens overgedragen op de winst van de volgende belastbare tijdperken, waarbij de in artikel 194ter; § 2, en in artikel 194ter/1, § 5, bedoelde vrijstellingen, in voorkomende geval gezamenlijk toegepast, per belastbaar tijdperk nooit hoger mogen zijn dan de in het eerste lid gestelde grenzen.
In afwijking van artikel 194ter, § 8, vierde lid, bedraagt de som van alle fiscale waarden van de taxshelter-attesten per in aanmerking komend werk, maximaal 2.500.000 euro.
§ 6. Om overeenkomstig artikel 194ter, § 7, eerste lid, 3°, tweede streepje, te kunnen bevestigen dat de realisatie van de nieuwe podiumproductie is voltooid, moet de betrokken Gemeenschap zich ervan vergewissen dat het werk voor het eerst in de Europese Economische Ruimte publiekelijk werd vertoond.
ART. 194TER/2 WIB’92
Wanneer het in artikel 194ter, 194ter/1, § 2, eerste lid, 1°, of artikel 194ter/3, § 2, 1°, bedoelde in aanmerking komend werk wordt geproduceerd door een rechtspersoon gevestigd in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad die onder de bevoegdheid van de Federale Staat valt, wordt voor de toepassing van de artikelen 194ter en 194ter/1 onder 'betrokken Gemeenschap' verstaan de 'bevoegde Instantie van de Federale Staat'.
De Koning bepaalt de in het eerste lid bedoelde bevoegde Instantie van de Federale Staat en de procedures die deze betreffen voor de toepassing van de artikelen 194ter, 194ter/1 en 194ter/3.