Inschrijvings- en beoordelingsdocument
Inschrijvings- en beoordelingsdocument
voor de aanbesteding van de opdracht met zaaknummer 31052573 voor het verbeteren van de glooiingsconstructie ter plaatse van de Philipsdam Zuid tussen dp 503 en dp 528+85m met bijkomende werken in de gemeente Schouwen-Duiveland.
Datum 19-06-2014
Colofon 5.1a
Uitgegeven door Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Rijkswaterstaat Programma's, Projecten en Onderhoud Xxxxxxx 0000
0000 XX XXXXXXXXXX
Datum 19-06-2014
Status definitief
Versienummer 1.0
Inhoud
1 | Inleiding | 4 | |
1.1 | Algemeen | 4 | |
1.2 | Klachten met betrekking tot de aanbestedingsprocedure | 4 | |
1.3 | Motiveringen in het kader van de Aanbestedingswet | 5 | |
1.4 | Xxxxxxxxxx | 0 | |
0 | Xxxxxxxxxxxx en inschrijving | 6 | |
2.1 | Planning | 6 | |
2.2 | Inlichtingen | 6 | |
2.2.1 | Nadere inlichtingen als bedoeld in artikel 2.13 van het ARW 2012 | 7 | |
2.2.2 | Nadere inlichtingen als bedoeld in artikel 2.14 van het ARW 2012 | 7 | |
2.2.3 | Ter inzage liggende documenten | 8 | |
2.3 | Inschrijvingsfase | 8 | |
2.3.1 | Bij de inschrijving te verstrekken documenten | 8 | |
2.3.2 | Bij de inschrijving te verstrekken prijsdocumenten | 9 | |
2.3.3 | Bij de inschrijving te verstrekken kwalitatieve documenten | 9 | |
2.3.4 | Overige eisen aan de inschrijving | 10 | |
2.3.5 | Inschrijving door een samenwerkingsverband van ondernemers (combinatie) | 10 | |
2.4 | Inschrijving | 11 | |
2.4.1 | Indienen van inschrijvingen | 11 | |
2.4.2 | Opening van de inschrijvingen | 11 | |
2.4.3 | Gestanddoening | 11 | |
2.4.4 | Varianten van de inschrijver | 12 | |
2.4.5 | Bevoegdheid tot het doen van een inschrijving | 12 | |
3 | Uitsluitingsgronden en geschiktheidseisen | 13 | |
3.1 | Uitsluitingsgronden | 13 | |
3.2 | Voorkennis en belangenverstrengeling | 13 | |
3.3 | Geschiktheidseisen | 14 | |
4 | Beoordeling en opdrachtverlening | 17 | |
4.1 | Algemeen | 17 | |
4.2 | Gunningscriteria | 17 | |
4.3 | Verstrekken bankgarantie | 17 | |
4.4 | Abnormaal lage inschrijving | 17 | |
5 | Overige voorwaarden en regelingen | 19 | |
5.1 | Forumkeuze, rechtsbescherming | 19 | |
5.2 | Intrekking inschrijving | 19 | |
Bijlage | A | Ter inzage liggende documenten | 21 |
Bijlage | B | Vereiste mapindeling bij inschrijving | 22 |
Bijlage | C | Uitwerking EMVI-criteria | 23 |
Bijlage | D | Inschrijvingsbiljet | 27 |
Bijlage diensten | E | Eigen verklaring voor aanbestedingsprocedures van aanbestedende 29 | |
Bijlage | F | Aanvullende eigen verklaring | 30 |
Bijlage | G | Derden verklaring uitsluitingsgronden | 34 |
Bijlage | H | Gegevens omtrent technische bekwaamheid | 37 |
Bijlage | I | Format Concept staat van ontleding van de inschrijvingssom | 39 |
Bijlage | J | Format Staat van prijzen per eenheid | 40 |
Bijlage | K | Ambitieniveau CO2 reductie | 43 |
Bijlage L | Gedragsregels veiligheid Werken Projectbureau Zeeweringen | 48 |
1 Inleiding
1.1 Algemeen
Namens de Staat der Nederlanden gevestigd te ‘s-Gravenhage, Ministerie van Infrastructuur en Milieu, wordt door Rijkswaterstaat Programma's, Projecten en Onderhoud te Middelburg vertegenwoordigd door portfoliomanager PPO Zee en Delta, mevr. ir. A.A. Xxxxxx (hierna: aanbesteder), een nationale aanbesteding voor het verlenen van een opdracht volgens de openbare procedure overeenkomstig het Aanbestedingsreglement Werken 2012 (ARW 2012) gehouden.
De aanbestedingsprocedure betreft een opdracht voor werken met zaaknummer 31052573 voor het verbeteren van de glooiingsconstructie ter plaatse van de Philipsdam Zuid tussen dp 503 en dp 528+85m met bijkomende werken in de gemeente Schouwen-Duiveland.
Dit inschrijvings- en beoordelingsdocument geeft nadere informatie over het verloop van de aanbestedingsprocedure, de eisen waaraan de (inhoud van de) inschrijving dient te voldoen, gunningscriteria en over de beoordelingsprocedure.
Door het doen van een inschrijving verklaart een inschrijver zich onvoorwaardelijk akkoord met de in dit inschrijvings- en beoordelingsdocument beschreven aanbestedingsprocedure.
Correspondentie dient gericht te worden aan:
Rijkswaterstaat Programma's, Projecten en Onderhoud Afdeling : Inkoop- en Contractmanagement Adres : Xxxxxxx 0000
0000 XX XXXXXXXXXX
Contactpersoon : X. Xxxxxxx
Tel. : +31 (0) 0 - 00000000
1.2 Klachten met betrekking tot de aanbestedingsprocedure
Klachten met betrekking tot de aanbestedingsprocedure kunnen worden ingediend bij het Centrale Klachtenmeldpunt Aanbesteden Rijkswaterstaat, e-mailadres: xxxxxxxxxxxxxxxx@xxx.xx
Klachten kunnen betrekking hebben op het niet naleven van wettelijke bepalingen of inbreuk op algemene aanbestedingsbeginselen.
Een klacht moet schriftelijk worden ingediend en moet duidelijk en gemotiveerd aangeven op welk aspect van de aanbestedingsprocedure de klacht betrekking heeft.
Een klacht wordt behandeld door ter zake deskundige functionarissen die niet betrokken zijn of zullen worden bij de onderhavige aanbestedingsprocedure. Een klacht wordt zo spoedig mogelijk afgehandeld; de klager wordt daarover geïnformeerd.
1.3 Motiveringen in het kader van de Aanbestedingswet
De onderhavige aanbestedingsprocedure heeft betrekking op een opdracht waarin werksoorten en/of bouwfasen zijn geïntegreerd. De motivering hiervoor is als volgt:
• minder koppelvlakken en derhalve minder coördinatie nodig;
• kortere doorlooptijd (het bouwproces wordt versneld door in elkaar schuiven van ontwerpfase en uitvoeringsfase);
• betere kwaliteit van het ontwerp vanwege de noodzakelijke faalkostenreductie in verband met de grotere financiële consequenties van fouten in het ontwerp;
• reductie van uitvoeringskosten (door de integratie van ontwerp en uitvoering ontstaan mogelijkheden tot besparing);
• de combinatie van een geïntegreerd contract met EMVI leidt tot meer concurrentie op kwaliteit.
1.4 Leeswijzer
Dit inschrijvings- en beoordelingsdocument geeft informatie over de inschrijving en de beoordeling daarvan. In hoofdstuk 2 is de procedure omtrent inlichtingen en inschrijving beschreven. In hoofdstuk 3 zijn de uitsluitingsgronden en de geschiktheidseisen beschreven. In hoofdstuk 4 is de procedure inzake de beoordelingsfase van de inschrijvingen en de daaropvolgende opdrachtverlening beschreven. In hoofdstuk 5 volgen de overige van toepassing zijnde voorwaarden, zoals de regeling inzake de rechtsbescherming, ontwerpvergoeding en het intrekken van een inschrijving.
De aanbestedingsprocedure is gebaseerd op het onderhavig inschrijvings- en beoordelingsdocument en de contractdocumenten: de basisovereenkomst, de nota’s van inlichtingen en processen-verbaal, de vraagspecificatie en de annexen. In geval van tegenstrijdigheid tussen het inschrijvings- en beoordelingsdocument en de verschillende contractdocumenten prevaleren de contractdocumenten.
2 Inlichtingen en inschrijving
2.1 Planning
Voor de aanbestedingsprocedure geldt onderstaande indicatieve planning.
Fase | Activiteit | Datum |
19-06-2014 | ||
Inschrijvingsfase | Aanmelden voor nadere inlichtingen conform art. 2.13 ARW 2012 (algemene inlichtingenbijeenkomst) | uiterlijk 01-07-2014 |
Nadere inlichtingen conform art. 2.13 ARW 2012 (algemene inlichtingenbijeenkomst) | 08-07-2014 | |
Aanmelden voor inlichtingen met rechtmatig commercieel belang conform art. 2.14 ARW 2012 (individuele inlichtingen) | uiterlijk 08-07-2014 | |
Nadere inlichtingen in geval van een rechtmatig commercieel belang op verzoek (individuele inlichtingen) | 15-07-2014 t/m 17-07-2014 | |
Uiterste datum voor ontvangst van de inschrijvingen | 02-09-2014 | |
Gunningfase | Opening van de inschrijvingen | 03-09-2014 |
Beoordeling van de inschrijvingen | 04-09-2014 t/m 11-09-2014 | |
Mededeling van de gunningsbeslissing | 19-09-2014 | |
Verlening van de opdracht | 17-10-2014 |
Aan bovenstaande planning kunnen geen rechten worden ontleend. De aanbesteder behoudt zich het recht voor de planning te wijzigen. De bovenbeschreven planning is derhalve indicatief, waarbij de grootst mogelijke zorg in acht wordt genomen om de uiterste datum voor ontvangst van de inschrijvingen aan te houden.
2.2 Inlichtingen
In de inschrijvingsfase wordt een algemene, voor alle ondernemers toegankelijke, inlichtingenbijeenkomst gehouden. Nadere inlichtingen als bedoeld in artikel 2.14 van het ARW 2012 worden alleen verstrekt indien de ondernemer daar om verzoekt.
Ten overvloede wordt gemeld dat in gebouwen van de Rijksoverheid een legitimatieplicht geldt.
2.2.1 Nadere inlichtingen als bedoeld in artikel 2.13 van het ARW 2012
Nadere inlichtingen over dit inschrijvings- en beoordelingsdocument, de contractdocumenten en de overige aanbestedingsdocumenten kunnen tot uiterlijk 21 dagen vóór de uiterste datum voor ontvangst van de inschrijvingen schriftelijk worden aangevraagd bij de contactpersoon genoemd in paragraaf 1.1 van dit inschrijvings- en beoordelingsdocument.
Vragen dienen helder en duidelijk geformuleerd te zijn, aangevuld met een afkorting van de naam van de ondernemer, een uniek opvolgingsnummer en een referentie naar het onderdeel van de aanbestedingsdocumenten waarop de vraag betrekking heeft. Bij vragen via e-mail dienen afkorting en opvolgingsnummer(s) reeds in het onderwerpveld te worden opgenomen.
Nadere inlichtingen kunnen tevens mondeling worden aangevraagd tijdens een inlichtingenbijeenkomst.
De inlichtingenbijeenkomst vindt plaats op dinsdag 8 juli 2014 om 10.00 u. Tijdens deze bijeenkomst zal de aanbesteder de aard en de omvang van de opdracht en de contractdocumenten nader presenteren.
De bijeenkomst vindt plaats te Middelburg (RWS-kantoor Poelendaele, Poelendaelesingel 18, 4335 JA).
Eenieder die deze inlichtingenbijeenkomst wil bijwonen, is verplicht om zich uiterlijk 1 juli 2014 per e-mail aan te melden bij de contactpersoon genoemd in paragraaf 1.1 van dit inschrijvings- en beoordelingsdocument.
Indien nodig zal de aanbesteder meerdere inlichtingenbijeenkomsten organiseren. Eenieder die aanwezig wil zijn bij een inlichtingenbijeenkomst, is verplicht een presentielijst in te vullen en te ondertekenen. Degene die hier niet aan voldoet, wordt niet toegelaten tot de bijeenkomst.
Zo spoedig mogelijk na een gehouden inlichtingenbijeenkomst wordt een nota van inlichtingen opgesteld. Deze nota wordt gepubliceerd op TenderNed.
2.2.2 Nadere inlichtingen als bedoeld in artikel 2.14 van het ARW 2012
Een ondernemer die voornemens is in te schrijven kan verzoeken om nadere inlichtingen als bedoeld in artikel 2.14 van het ARW 2012. Dergelijke inlichtingen worden uitsluitend en eenmalig verstrekt in de periode van 15 tot en met 17 juli 2014.
Een dergelijk verzoek om nadere inlichtingen dient uiterlijk 8 juli 2014 per e-mail te zijn ingediend bij het in paragraaf 1.1 van dit inschrijvings- en beoordelingsdocument genoemde adres. Indien het verzoek door de aanbesteder wordt gehonoreerd, worden in overleg met de betreffende ondernemer een datum en een tijdstip voor een bijeenkomst, binnen de bovengenoemde periode, vastgesteld.
Van de tijdens de bijeenkomst door de ondernemer gestelde vragen en de daarop door de aanbesteder gegeven antwoorden wordt door de aanbesteder een proces- verbaal opgesteld. De ondernemer ontvangt een afschrift van het proces-verbaal.
2.2.3 Ter inzage liggende documenten
Niet van toepassing.
2.3 Inschrijvingsfase
2.3.1 Bij de inschrijving te verstrekken documenten
1. De bij de inschrijving te verstrekken documenten dienen te zijn gesteld in de Nederlandse taal.
2. De bij de inschrijving te verstrekken documenten dienen te zijn ondertekend door een daartoe bevoegde vertegenwoordiger van de inschrijver.
3. De inschrijving dient te geschieden op het bij dit inschrijvings- en beoordelingsdocument gevoegde inschrijvingsbiljet (bijlage D bij dit inschrijvings- en beoordelingsdocument) dan wel op een geheel overeenkomstig daaraan opgesteld biljet.
4. De inschrijver dient bij zijn inschrijving twee volledig ingevulde, gedateerde en ondertekende eigen verklaringen te voegen:
a. een Eigen verklaring voor aanbestedingsprocedures van aanbestedende diensten, en
b. een Aanvullende eigen verklaring,
overeenkomstig de modellen die respectievelijk als bijlage E en bijlage F bij dit inschrijvings- en beoordelingsdocument zijn gevoegd.
De eigen verklaringen gelden als een eigen verklaring van de inschrijver bedoeld in artikel 2.12 van het ARW 2012. Indien inschrijving geschiedt door een samenwerkingsverband van ondernemers (combinatie), al dan niet als vennootschap onder firma, dienen beide eigen verklaringen door iedere ondernemer afzonderlijk opgesteld, gedateerd en ondertekend, te worden bijgevoegd.
De inschrijving is ongeldig indien de eigen verklaringen niet naar waarheid zijn ingevuld, tenzij de inschrijver handelde te goeder trouw en de feiten als zodanig, naar oordeel van de aanbesteder, niet leiden tot uitsluiting van opdrachtverlening.
5. De inschrijver dient bij zijn inschrijvingsbiljet een verklaring te voegen als genoemd in artikel 2.22.3 van het ARW 2012 (model K).
Met nadruk wordt gewezen op de ondertekening door een rechtsgeldige vertegenwoordiger als beschreven in voornoemd artikel.
6. Indien de inschrijver zich, om te voldoen aan de geschiktheidseisen genoemd in paragraaf 3.3 van dit inschrijvings- en beoordelingsdocument, beroept op de financiële en economische draagkracht en/of de technische bekwaamheid van andere natuurlijke of rechtspersonen, dient de inschrijver dit aan te geven in de Eigen verklaring voor aanbestedingsprocedures van aanbestedende diensten. Voorts dient de inschrijver bij zijn inschrijvingsbiljet de volgende bescheiden te voegen:
a. een door elke andere natuurlijke of rechtspersoon afzonderlijk ingevulde en ondertekende Derden verklaring uitsluitingsgronden, overeenkomstig het model dat als bijlage G bij dit inschrijvings- en beoordelingsdocument is gevoegd, alsmede de Aanvullende eigen verklaring; en
b. een door elke andere natuurlijke of rechtspersoon opgestelde, gedateerde en ondertekende verklaring, waarin deze jegens de aanbesteder verklaart
dat de inschrijver over de voor de uitvoering van de opdracht noodzakelijke middelen kan beschikken; en
c. voor wat betreft de technische bekwaamheid, een door elke andere natuurlijke of rechtspersoon opgestelde, gedateerde en ondertekende verklaring, waarin deze jegens de aanbesteder verklaart het betreffende onderdeel van de opdracht te zullen uitvoeren.
2.3.2 Bij de inschrijving te verstrekken prijsdocumenten
Concept staat van ontleding van de inschrijvingssom
De inschrijver dient, ter informatie van de aanbesteder, bij zijn inschrijving een specificatie van het bedrag van de inschrijving (inschrijvingssom) te verstrekken: Concept staat van ontleding van de inschrijvingssom, conform het model dat als bijlage I bij dit inschrijvings- en beoordelingsdocument is gevoegd.
De in de Concept staat van ontleding van de inschrijvingssom op te nemen bedragen, dienen realistisch te zijn en in redelijke verhouding te staan tot de aard en omvang van de te verrichten werkzaamheden.
Staat van prijzen per eenheid
1. De inschrijver dient bij zijn inschrijving prijzen per eenheid op te geven. De prijzen per eenheid dienen te worden vermeld op een bij de inschrijving te voegen: Staat van prijzen per eenheid, conform het model dat als bijlage J bij dit inschrijvings- en beoordelingsdocument is gevoegd.
2. Het totaal bedrag van de Staat van prijzen per eenheid maakt geen onderdeel uit van de inschrijvingssom.
3. Prijzen per eenheid dienen te worden opgegeven voor elk van de in de Staat van prijzen per eenheid genoemde werkzaamheden, leveringen, diensten e.d. In de prijzen per eenheid worden geacht te zijn begrepen alle directe en indirecte kosten, inclusief algemene kosten, winst en risico (AKWR).
4. De in de Staat van prijzen per eenheid opgenomen hoeveelheden strekken mede ter bepaling van de economisch meest voordelige inschrijving en verder uitsluitend ter inlichtingen van de inschrijvers. Afwijkingen van die hoeveelheden geven geen aanleiding tot schadevergoeding of aanpassing van de prijzen.
5. De in de Staat van prijzen per eenheid op te geven prijzen zijn vast gedurende de looptijd van de overeenkomst.
2.3.3 Bij de inschrijving te verstrekken kwalitatieve documenten
CO2-ambitie
De aanbesteder heeft als ambitie CO2-emissie te reduceren bij de uitvoering van infrastructurele werken. Dat kan alleen door en met actieve inzet van marktpartijen. De aanbesteder heeft gekozen een kader te hanteren waarbij de marktpartijen die invulling geven aan deze CO2-ambitie tijdens de uitvoering, een voordeel verkrijgen bij verlening van de opdracht.
Het CO2-ambitieniveau van de inschrijver wordt aangegeven op het inschrijvingsbiljet. De inschrijver kan kiezen uit de CO2-ambitieniveaus die nader zijn beschreven in bijlage K bij dit inschrijvings- en beoordelingsdocument. Hoe
hoger het aangeboden CO2-ambitieniveau van de inschrijver is, hoe hoger de fictieve vermindering van de inschrijvingssom.
Aan het gekozen CO2-ambitieniveau hoeft pas invulling te worden gegeven na verlening van de opdracht. De inschrijver dient, gedurende de looptijd van de Overeenkomst, jaarlijks aan te tonen dat tijdens de verdere uitvoering aan ten minste het aangeboden CO2-ambitieniveau is voldaan. Dit kan op twee manieren:
a. door bewijsstukken te leveren dat de opdracht is uitgevoerd met toepassing van de criteria zoals vermeld in de tabel die hoort bij het aangeboden CO2- ambitieniveau als opgenomen in bijlage K bij dit inschrijvings- en beoordelingsdocument, of
b. door een CO2-Bewust certificaat te overleggen dat ten minste gelijk is aan het aangeboden CO2-ambitieniveau. Indien de inschrijver bestaat uit een samenwerkingsverband van ondernemers (combinatie), dient iedere combinant een CO2-Bewust certificaat te overleggen dat ten minste gelijk is aan het aangeboden CO2-ambitieniveau.
2.3.4 Overige eisen aan de inschrijving
De inschrijving dient te bestaan uit één origineel exemplaar van alle in te dienen bescheiden. Van al deze originele bescheiden dient een digitale kopie in pdf-format te worden verstrekt.
Voor de indeling van de inschrijving wordt verwezen naar bijlage B bij dit inschrijvings- en beoordelingsdocument.
2.3.5 Inschrijving door een samenwerkingsverband van ondernemers (combinatie)
1. Inschrijving door een samenwerkingsverband van ondernemers (combinatie) is toegestaan.
Door de aanbesteder worden geen bijzondere eisen gesteld met betrekking tot de rechtsvorm van het samenwerkingsverband.
2. Indien de aanbesteder vermoedt dat het aantal ondernemingen in een samenwerkingsverband van ondernemers (combinatie) onevenredig groot is, gelet op de Mededingingswet, zal de aanbesteder een melding doen bij de Autoriteit Consument en Markt.
3. In aanvulling op het bepaalde in artikel 2.16.2 van het ARW 2012 wordt bepaald dat een ondernemer in een samenwerkingsverband die voor minder dan 10% van het bedrag van de inschrijving deelneemt in de uitvoering van de opdracht, hoofdelijk aansprakelijk is voor de nakoming van alle uit de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen, doch tot ten hoogste 10% van het bedrag van de inschrijving.
4. Het bepaalde in lid 3 geldt uitsluitend indien de deelname van een ondernemer voor minder dan 10% bij de inschrijving uitdrukkelijk is aangegeven op het inschrijvingsbiljet en deze deelname, indien de aanbesteder daarom verzoekt, wordt gespecificeerd en aangetoond.
2.4 Inschrijving
2.4.1 Indienen van inschrijvingen
1. Inschrijvingen dienen te worden ingediend op het volgende adres:
Rijkswaterstaat Programma's, Projecten en Onderhoud
t.a.v. de xxxx X. Xxxxxxx
afdeling Inkoop- en Contractmanagement Xxxxxxxxxxxxxxxxx 00
0000 XX XXXXXXXXXX
2. Inschrijvingen dienen uiterlijk op 2 september 2014 om 15.00 uur te zijn ingediend bij de in lid 1 genoemde dienst. Deze datum geldt als uiterste datum voor ontvangst van de inschrijvingen.
3. Inschrijvingen dienen te worden aangeboden in een gesloten en geadresseerd(e) envelop of pakket, waarop duidelijk is aangegeven: “VERTROUWELIJK” “Inschrijving voor de opdracht met zaaknummer: 31052573” en de naam en adresgegevens van de inschrijver.
4. Indien de inschrijving wordt afgegeven op het in lid 1 genoemde adres, ontvangt de inschrijver een ontvangstbewijs.
Inschrijvingen kunnen worden afgegeven op werkdagen tussen 8.30 en
16.30 uur.
5. Indien de inschrijving per post wordt verzonden aan het in lid 1 genoemde adres draagt de inschrijver het risico voor voldoende frankering en de tijdige aanwezigheid van de inschrijving.
2.4.2 Opening van de inschrijvingen
1. De opening van de inschrijvingen vindt plaats op 3 september 2014 om
10.00 uur.
2. De opening van de inschrijvingen geschiedt door een vanwege de aanbesteder ingestelde aanbestedingscommissie bestaande uit 3 personen.
3. Behalve de leden van de in lid 2 genoemde aanbestedingscommissie mag niemand bij de opening van de inschrijvingen aanwezig zijn.
4. De aanbestedingscommissie stelt vast, aan de hand van de inschrijvingsbiljetten:
• het aantal inschrijvingen dat is gedaan;
• door wie een inschrijving is gedaan.
5. De aanbestedingscommissie gaat na of vereiste documenten bij de inschrijving zijn gevoegd.
6. De aanbestedingscommissie doet geen uitspraak over de geldigheid of ongeldigheid van de inschrijvingen; dit is voorbehouden aan de aanbesteder.
7. Het proces-verbaal van opening van de inschrijvingen wordt opgesteld door de aanbestedingscommissie en ondertekend door de leden van die commissie.
2.4.3 Gestanddoening
De inschrijver dient zijn inschrijving gestand te doen gedurende 90 dagen na de dag waarop opening van de inschrijvingen heeft plaatsgevonden.
2.4.4 Varianten van de inschrijver
Het indienen van varianten van de inschrijver is niet toegestaan.
2.4.5 Bevoegdheid tot het doen van een inschrijving
1. De inschrijving dient te zijn gedaan door een daartoe bevoegde vertegenwoordiger van de inschrijver.
2. Binnen twee werkdagen na een daartoe ontvangen verzoek van de aanbesteder dient de inschrijver een (kopie van een) uittreksel uit het register van de Kamer van Koophandel te verstrekken, waarin is aangegeven wie namens de onderneming bevoegd is de inschrijving te ondertekenen.
Indien ondertekening geschiedt door een ander dan degene die is vermeld in het register dient tevens (een gewaarmerkte kopie van) de daartoe vereiste volmacht te worden verstrekt.
3. Indien inschrijving geschiedt door een samenwerkingsverband van ondernemers (combinatie), al dan niet als vennootschap onder firma, dienen de in lid 2 genoemde bescheiden door iedere ondernemer afzonderlijk te worden verstrekt.
4. Indien de inschrijver niet is gevestigd in Nederland dienen uittreksels en/of bescheiden te worden verstrekt waaruit de bevoegdheid blijkt, overeenkomstig de wettelijke bepalingen geldend in het land van vestiging.
5. Indien blijkt dat de inschrijving is gedaan door een persoon die daartoe, op het moment dat de inschrijving werd gedaan, niet bevoegd was, wordt de inschrijving geacht niet te zijn gedaan.
3 Uitsluitingsgronden en geschiktheidseisen
3.1 Uitsluitingsgronden
1. Een inschrijver die zich bevindt in één of meer van de omstandigheden genoemd in de artikelen 2.5.1 of 2.5.4 van het ARW 2012 wordt uitgesloten van deelneming aan de opdracht, overigens onverminderd het bepaalde in artikel
2.5.7 van het ARW 2012. Indien inschrijving geschiedt door een samenwerkingsverband van ondernemers (combinatie), al dan niet als vennootschap onder firma, wordt het samenwerkingsverband uitgesloten van deelneming aan de opdracht, wanneer één of meer van de ondernemers zich in één of meer van deze omstandigheden bevindt.
2. Indien mocht blijken dat een andere natuurlijke of rechtspersoon, met wie de inschrijver beoogt te voldoen aan de geschiktheidseisen genoemd in paragraaf
3.3 van dit inschrijvings- en beoordelingsdocument, zich bevindt in één of meer van de omstandigheden genoemd in de artikelen 2.5.1 of 2.5.4 van het ARW 2012, zal deze andere natuurlijke of rechtspersoon door de aanbesteder niet worden geaccepteerd.
3 Als bewijsmiddelen verlangt de aanbesteder de documenten als genoemd in de artikelen 2.5.3 respectievelijk 2.5.5 van het ARW 2012.
De bewijsmiddelen dienen te worden verstrekt binnen twee werkdagen na een daartoe ontvangen verzoek van de aanbesteder.
NVI 1 tekst vervallen:
In plaats van de in de artikelen 2.5.3 respectievelijk 2.5.5 van het ARW 2012 genoemde gedragsverklaring aanbesteden kan, tot uiterlijk 1 april 2014, een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) worden verstrekt, mits deze VOG op de uiterste datum voor ontvangst van de inschrijving niet ouder is dan één jaar.
4. Indien de aanbesteder aanwijzingen heeft dat een inschrijver zich bevindt in één of meer van de omstandigheden genoemd in de artikelen 2.5.1 of 2.5.4 van het ARW 2012, maar er bij de aanbesteder onvoldoende informatie beschikbaar is om het uitsluiten van die inschrijver te motiveren, dan kan door de aanbesteder advies worden gevraagd aan het Bureau BIBOB (zie artikel 8 van de Wet Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het Openbaar Bestuur (Wet BIBOB)). De inschrijver over wie advies is gevraagd, wordt door de aanbesteder over de inhoud van dat advies geïnformeerd.
Het in dit lid bepaalde geldt mutatis mutandis voor ondernemers in een samenwerkingsverband dan wel andere natuurlijke of rechtspersonen bedoeld in lid 2.
3.2 Voorkennis en belangenverstrengeling
1. Indien een inschrijver zelf eerder werkzaamheden of diensten heeft verricht ter voorbereiding van de opdracht volgens dit inschrijvings- en beoordelingsdocument, dan wel op andere wijze direct of indirect betrokken is (geweest) bij de voorbereiding van de opdracht volgens dit inschrijvings- en beoordelingsdocument, wordt er vermoed sprake te zijn van voorkennis.
2. Indien binnen de onderneming van de inschrijver personen werkzaam zijn die dergelijke, in lid 1 bedoelde voorbereidende werkzaamheden of diensten hebben verricht, wordt er eveneens vermoed sprake te zijn van voorkennis
3. Indien de inschrijver in het kader van deze aanbestedingsprocedure zelfstandige hulppersonen (onderaannemers) en/of adviseurs (zowel natuurlijke als rechtspersonen) inschakelt en een of meerdere van die zelfstandige hulppersonen (onderaannemers) of adviseurs hebben dergelijke, in lid 1 bedoelde voorbereidende werkzaamheden of diensten verricht, wordt er eveneens vermoed sprake te zijn van voorkennis.
4. Indien een inschrijver is gelieerd aan een of meerdere andere ondernemingen, dan wel indien de inschrijver onderdeel uitmaakt van een groep, e.e.a. in de zin van de artikelen 2:24a, 2:24b en 2:24c van het Burgerlijk Wetboek, of vergelijkbare rechtsvormen naar buitenlands recht, waarvan één of meerdere ondernemingen dergelijke, in lid 1 bedoelde, voorbereidende werkzaamheden of diensten hebben verricht, wordt er vermoed sprake te zijn van belangenverstrengeling.
5. Een inschrijver kan worden uitgesloten van deelneming aan de opdracht in de gevallen bedoeld in de leden 1 t/m 4.
6. Een samenwerkingsverband van ondernemers (combinatie) kan worden uitgesloten van deelneming aan de opdracht indien de gevallen bedoeld in de leden 1 t/m 4 betrekking hebben op één of meerdere van de ondernemers in het verband.
7. Indien de gevallen bedoeld in de leden 1 t/m 4 betrekking hebben op een andere natuurlijke of rechtspersoon, waarmee de inschrijver beoogt te voldoen aan de geschiktheidseisen genoemd in paragraaf 3.3 van dit inschrijvings- en beoordelingsdocument, kan de aanbesteder besluiten deze andere natuurlijke of rechtspersoon niet te accepteren en kan de inschrijver worden uitgesloten van deelneming aan de opdracht.
8. De aanbesteder stelt de inschrijver in de gelegenheid om, ten genoegen van de aanbesteder, het in de leden 1 t/m 4 bedoelde vermoeden te weerleggen en aan te tonen dat de eerlijke mededinging niet wordt geschaad door de (eerdere) betrokkenheid van de inschrijver of de in lid 2 bedoelde bij hem werkzame personen of de in lid 3 bedoelde door hem in te schakelen zelfstandige hulppersonen (onderaannemers) of adviseurs, dan wel de in lid 4 bedoelde andere ondernemingen.
3.3 Geschiktheidseisen
1. Onverminderd het bepaalde in de paragrafen 2.3.5, 2.4.5 en 3.1 t/m 3.2 van dit inschrijvings- en beoordelingsdocument, komt voor de opdrachtverlening uitsluitend in aanmerking de inschrijver die, naar het oordeel van de aanbesteder, voldoet aan elk van de in deze paragraaf gestelde geschiktheidseisen.
2. Met betrekking tot financiële en economische draagkracht worden geen geschiktheidseisen gesteld.
3. Met betrekking tot technische bekwaamheid worden de volgende geschiktheidseisen gesteld:
a. De inschrijver heeft in de periode van vijf jaar voorafgaande aan de uiterste datum voor ontvangst van de inschrijvingen, ten minste één opdracht (project) in de bouwsector (GWW, B&U, installatietechniek) uitgevoerd met een overeengekomen bedrag (aannemingssom) of gefactureerd bedrag
gelijk aan of groter dan 800.000 euro, exclusief omzetbelasting, waarbij de inschrijver was belast met de dagelijkse organisatie en leiding van de opdracht (het projectmanagement) en de inschrijver jegens de opdrachtgever eindverantwoordelijk was voor de uitvoering van de opdracht.
De opdracht is op een vakkundige en regelmatige wijze uitgevoerd en opgeleverd binnen de overeengekomen termijn (verleend uitstel van oplevering daarin begrepen).
b. De inschrijver heeft in de periode van vijf jaar voorafgaande aan de uiterste datum voor ontvangst van de inschrijving, ervaring opgedaan met het aanbrengen van gezette steenbekleding (incl. onderlagen) op dijken en / of kades in tijgebied. Het oppervlak van de gezette steenbekleding moet tenminste 5.000 m2 binnen één project bedragen..
4. De inschrijver verstrekt de aanbesteder een volledig ingevulde en ondertekende opgave, conform bijlage H bij dit Inschrijvings- en beoordelingsdocument, van de referentieopdracht(en) waarmee de inschrijver beoogt te voldoen aan de geschiktheidseisen, alsmede bewijsmiddelen, waaruit blijkt dat de gegevens met betrekking tot de referentieopdracht(en) juist zijn weergegeven. De inschrijver kan hiertoe gebruik maken van opdrachtgeversverklaringen en/of accountantsverklaringen.
De aanbesteder is gerechtigd navraag te doen bij de betreffende opdrachtgever, dan wel inzage te verlangen in contractdocumenten betreffende de referentieopdracht(en).
Om aan te tonen dat wordt voldaan aan de in dit lid gestelde geschiktheidseisen is toerekening van technische bekwaamheid op grond van de referentieopdracht(en) of werkzaamheden uitgevoerd door andere ondernemers (in een samenwerkingsverband), door zelfstandige hulppersonen (onderaannemers, leveranciers, etc.) uitsluitend mogelijk overeenkomstig het bepaalde in lid 5.
5. Een inschrijver kan zich, om te voldoen aan de in deze paragraaf genoemde
geschiktheidseisen beroepen op de financiële en economische draagkracht en/of technische bekwaamheid van andere natuurlijke of rechtspersonen.
Indien de inschrijver zich beroept op de financiële en economische draagkracht en /of technische bekwaamheid van andere natuurlijke of rechtspersonen dient de inschrijver:
a. de aanbesteder aan te tonen dat hij daadwerkelijk en onherroepelijk kan beschikken over de voor de uitvoering van de opdracht noodzakelijke middelen van die andere natuurlijke of rechtspersonen; en
b. voor wat betreft de technische bekwaamheid, die andere natuurlijke of rechtspersonen ook daadwerkelijk en onherroepelijk in te zetten bij de uitvoering van de opdracht, voor zover het de onderdelen betreft waarop de technische bekwaamheid betrekking heeft. Indien de opdracht aan de inschrijver wordt verleend is hij tot deze inzet verplicht.
6. De inschrijver verstrekt de aanbesteder, desgevraagd, binnen twee werkdagen na een daartoe ontvangen verzoek, bewijsmiddelen waaruit blijkt dat de inschrijver daadwerkelijk en onherroepelijk kan beschikken over de voor de uitvoering van de opdracht noodzakelijke middelen van de andere natuurlijke of rechtspersonen, alsmede, indien van toepassing, bewijsmiddelen waaruit blijkt dat de andere natuurlijke of rechtspersonen daadwerkelijk en onherroepelijk worden ingezet bij de uitvoering van de opdracht. Als bewijsmiddel kan onder meer dienen een ter zake gesloten (onderaannemings-)overeenkomst of een ter
zake door de inschrijver en de andere natuurlijke of rechtspersoon opgestelde, gedateerde en rechtsgeldig ondertekende verklaring, zulks ter beoordeling van de aanbesteder.
4 Beoordeling en opdrachtverlening
4.1 Algemeen
De beoordeling van de inschrijvingen en de uiteindelijke opdrachtverlening zal plaatsvinden op grond van het gunningscriterium 'Economisch Meest Voordelige Inschrijving' (EMVI). Om te bepalen welke inschrijving de economisch meest voordelige is, worden de inschrijvingen beoordeeld overeenkomstig de beoordelingsprocedure opgenomen in paragraaf 4.2.
4.2 Gunningscriteria
De opdracht wordt verleend aan de inschrijver die de economisch meest voordelige inschrijving heeft gedaan, mits de inschrijver een geldige inschrijving heeft gedaan, voldoet aan de gestelde geschiktheidseisen en overigens niet behoeft te worden uitgesloten van opdrachtverlening.
Bij de beoordeling welke inschrijver de economisch meest voordelige inschrijving heeft gedaan worden de criteria gehanteerd als vermeld in bijlage C bij dit inschrijvings- en beoordelingsdocument. De uitwerking van deze criteria is weergegeven in de ‘Tabel EMVI-criteria’ in die bijlage C.
In het in die bijlage C opgenomen ‘Rekenblad EMVI’ staat per subcriterium de maximaal toe te kennen kwaliteitswaarde vermeld. Het berekeningsresultaat van het rekenblad is de ‘Fictieve inschrijvingssom’. Deze wordt verkregen door de inschrijvingssom te vermeerderen met het ‘totaalbedrag van de Staat van prijzen per eenheid’ en te verminderen met de ‘Totale kwaliteitswaarde’. De inschrijving die op grond van dit rekenblad de laagste fictieve inschrijvingssom heeft, is de economisch meest voordelige inschrijving.
Indien twee of meer inschrijvingen een gelijke en laagste fictieve inschrijvingssom hebben, dan is daarvan de inschrijving met de hoogste totale kwaliteitswaarde de economisch meest voordelige inschrijving. Indien in dat geval ook de totale kwaliteitswaarde gelijk is, bepaalt het lot.
4.3 Verstrekken bankgarantie
Voordat de opdracht daadwerkelijk wordt verleend dient de inschrijver die voor de opdracht in aanmerking komt de bankgarantie te verstrekken als genoemd in artikel 17 van de basisovereenkomst.
Het verzoek tot het verstrekken van de bankgarantie wordt aan de inschrijver gedaan bij de schriftelijke mededeling van de gunningsbeslissing van de aanbesteder.
De opdracht wordt pas verleend nadat de bankgarantie door de aanbesteder is ontvangen en akkoord bevonden. De betreffende inschrijver doet zijn inschrijving gestand totdat de opdracht daadwerkelijk is verleend.
4.4 Abnormaal lage inschrijving
In verband met het bepaalde in artikel 2.24 van het ARW 2012 geldt in elk geval dat wordt vermoed dat een inschrijving abnormaal laag is indien:
1. er ten minste vijf inschrijvingen zijn ontvangen, en
2. de inschrijvingssom meer dan 50% lager is dan het gemiddelde van alle overige inschrijvingensommen, en
3. de inschrijvingsom meer dan 20% lager is dan de opvolgende inschrijvingssom.
5 Overige voorwaarden en regelingen
5.1 Forumkeuze, rechtsbescherming
1. In aanvulling op het gestelde in artikel 2.30 van het ARW 2012 wordt bepaald dat alle geschillen in het kader van de onderhavige aanbestedingsprocedure aanhangig dienen te worden gemaakt bij de (voorzieningenrechter van de) Rechtbank te ‘s-Gravenhage.
Een geschil wordt geacht aanhangig te zijn gemaakt door het uitbrengen van een dagvaarding.
2. Overeenkomstig artikel 2.26 van het ARW 2012, zal de aanbesteder de gunningsbeslissing schriftelijk aan de inschrijvers mededelen.
Indien een inschrijver bezwaren heeft tegen die beslissing dient hij binnen de in het ARW 2012 genoemde termijn van 20 kalenderdagen na verzending van de mededeling van de gunningsbeslissing een kort geding aanhangig te hebben gemaakt tegen die beslissing. Het geding is aanhangig vanaf de dag van dagvaarding (artikel 125 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering).
De genoemde termijn is een vervaltermijn. Dat wil zeggen dat indien een inschrijver niet binnen 20 kalenderdagen na verzending van de mededeling van de gunningsbeslissing daadwerkelijk een kort geding aanhangig heeft gemaakt, de betreffende inschrijver in kort geding geen bezwaar meer kan maken met betrekking tot die beslissing; zijn recht is dan verwerkt. De aanbesteder is in dat geval vrij om (verder) gevolg te geven aan de gunningsbeslissing.
5.2 Intrekking inschrijving
1. De inschrijver die voor de opdracht in aanmerking komt kan de aanbesteder verzoeken om zijn inschrijving te mogen intrekken, zulks tegen betaling van een afkoopsom aan de aanbesteder.
2. Een verzoek tot intrekking moet schriftelijk worden gedaan.
In het verzoek dient de inschrijver te verklaren dat hij zijn inschrijving wenst in te trekken. Hij vermeldt daarbij uitvoerig de redenen voor intrekking.
Het verzoek moet zijn ondertekend door een daartoe bevoegde vertegenwoordiger van de inschrijver. Bij het verzoek voegt de inschrijver bewijsmiddelen (uittreksel Handelsregister, volmacht) waaruit de bevoegdheid blijkt.
3. Het verzoek dient uiterlijk op de vijfde werkdag na de datum van verzending per email van de gunningsbeslissing van de aanbesteder aan de inschrijver, in het bezit te zijn van de aanbesteder.
4. Bij intrekking van zijn inschrijving betaalt de inschrijver aan de aanbesteder een afkoopsom, zijnde de helft van het verschil tussen zijn fictieve inschrijvingssom en de fictieve inschrijvingssom van de inschrijver die opvolgend na hem voor de opdracht in aanmerking komt; een en ander met inachtneming van het bepaalde in lid 5.
Indien een fictieve inschrijvingssom, in het kader van de aanbestedingsprocedure, niet wordt vastgesteld, betaalt de inschrijver aan de aanbesteder de helft van het verschil tussen zijn inschrijvingssom en de inschrijvingssom van de inschrijver die opvolgend na hem voor opdracht in aanmerking komt; een en ander met inachtneming van het bepaalde in lid 5.
5. Het bedrag van de afkoopsom kan door de aanbesteder worden gematigd. De inschrijver kan evenwel geen rechten ontlenen aan deze matigingsbevoegdheid. Indien sprake is van een kennelijke vergissing in de inschrijving wordt, indien de jurisprudentie dit indiceert, geen afkoopsom in rekening gebracht.
Het bedrag van de afkoopsom kan door de aanbesteder worden verhoogd, tot maximaal het volle verschil bedoeld in lid 4, in uitzonderlijke gevallen, onder meer afhankelijk van de redenen voor intrekking en/of motiveringsgebreken en/of de mate van verwijtbaarheid van tekortkomingen of gebreken in de inschrijving.
6. Op verzoek van de inschrijver en/of de aanbesteder zal mondeling overleg plaatsvinden over de redenen van de inschrijver om zijn inschrijving in te trekken.
7. Indien de aanbesteder het verzoek tot intrekking afwijst stelt hij de inschrijver daarvan schriftelijk in kennis. De inschrijving is dan niet ingetrokken.
8. Indien de aanbesteder het verzoek tot intrekking toekent stelt hij tevens het bedrag van de afkoopsom vast. Hij stelt de inschrijver daarvan schriftelijk in kennis. Daarbij vermeldt de aanbesteder op welke wijze de afkoopsom aan de aanbesteder moet worden betaald.
De inschrijver dient vervolgens uiterlijk binnen twee werkdagen na ontvangst per email van de kennisgeving van de aanbesteder, schriftelijk jegens de aanbesteder te verklaren of hij het bedrag van de afkoopsom aanvaardt.
Indien de inschrijver het bedrag van de afkoopsom niet aanvaardt, dan wel indien zijn schriftelijke mededeling niet binnen genoemde twee werkdagen is ontvangen, dan is de inschrijving niet ingetrokken.
Indien de inschrijver het bedrag van de afkoopsom aanvaardt en dit binnen genoemde termijn van twee werkdagen schriftelijk aan de aanbesteder kenbaar maakt, dan is de inschrijving ingetrokken op het moment van ontvangst door de aanbesteder van de kennisgeving van de inschrijver. De inschrijving wordt alsdan geacht niet te zijn gedaan.
9. De aanbesteder is niet verplicht een ingetrokken inschrijving te retourneren. Indien de inschrijving is ingetrokken ontvangt de betreffende inschrijver géén eventuele ontwerpvergoeding.
10. Het bedrag van de afkoopsom dient door de inschrijver te worden voldaan binnen 14 kalenderdagen na ontvangst van de schriftelijke kennisgeving van de aanbesteder bedoeld in lid 7. Bij niet tijdige betaling is, zonder nadere aanmaning of ingebrekestelling, rente verschuldigd tegen het percentage van de wettelijke handelsrente.
Bijlage A Ter inzage liggende documenten
Niet van toepassing
Bijlage B Vereiste mapindeling bij inschrijving
Op envelop:
- Opschrift ‘VERTROUWELIJK’;
- Opschrift ‘Inschrijving voor de opdracht met zaaknummer 31052573’;
- Naam en adresgegevens van de geadresseerde;
- Naam en adresgegevens van de inschrijver.
In envelop:
- Inschrijvingsbiljet conform bijlage D bij dit inschrijvings- en beoordelingsdocument;
- Een digitale informatiedrager met alle digitale informatie als genoemd in § 2.3.4 van dit inschrijvings- en beoordelingsdocument;
- Een of meerdere Eigen verklaring(en) voor aanbestedingsprocedures van aanbestedende diensten conform bijlage E bij dit inschrijvings- en beoordelingsdocument en; Een of meerdere Aanvullende eigen verklaring(en) conform bijlage F bij dit inschrijvings- en beoordelingsdocument;
Indien van toepassing: Een of meerdere Derden verklaring uitsluitingsgronden conform bijlage G bij dit inschrijvings- en beoordelingsdocument;
- Ingevulde gegevens omtrent technische bekwaamheid conform bijlage H bij dit inschrijvings- en beoordelingsdocument;
- Verklaring bestuurder omtrent rechtmatige inschrijving (conform model K bij het ARW 2012);
- Verklaringen van derden ingeval van een beroep op de financiële en economische draagkracht en/of technische bekwaamheid van andere natuurlijke of rechtspersonen;
- Concept staat van ontleding van de inschrijvingssom als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het inschrijvings- en beoordelingsdocument, conform bijlage I bij dit inschrijvings- en beoordelingsdocument;
- Staat van prijzen per eenheid als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het inschrijvings- en beoordelingsdocument, conform bijlage J bij dit inschrijvings- en beoordelingsdocument;
- Verlaring veiligheid op de Werken van Projectbureau Zeeweringen, conform bijlage L bij dit inschrijvings- en beoordelingsdocument.
Bijlage C Uitwerking EMVI-criteria
Bij de beoordeling welke inschrijver de economisch meest voordelige inschrijving heeft gedaan worden de onderstaande criteria gehanteerd:
1. de inschrijvingssom;
2. het CO2-ambitieniveau;
3. het totaalbedrag genoemd op de Staat van prijzen per eenheid;
4. MKI-waarde betonzuilen gehele werk.
De uitwerking van deze criteria is opgenomen in de Tabel EMVI-criteria van deze bijlage C.
Ad 3.
De inschrijver moet in de Staat van prijzen per eenheid een prijs per eenheid opgeven welke ligt in de range van de door aanbesteder geraamde prijs verminderd met 20% en de door aanbesteder geraamde prijs vermeerderd met 20%.
De inschrijving is ongeldig indien in de Staat van prijzen per eenheid een door de inschrijver opgegeven prijs per eenheid valt buiten de range van de door aanbesteder geraamde prijs verminderd met 20% en de door aanbesteder geraamde prijs vermeerderd met 20%.
Ad. 4.
De EMVI waardering voor betonzuilen is als volgt:
• Door inschrijver opgegeven MKI-waarde betonzuilen gehele werk ≥ 20.942: 0 (nul) euro fictieve aftrek;
• Door inschrijver opgegeven MKI-waarde betonzuilen gehele werk ≤ 10.471:
20.000 euro fictieve aftrek.
Tussenliggende MKI-waardes worden lineair geïnterpoleerd en gewaardeerd. NB:
De MKI waarde betonzuilen gehele werk ontstaat door het totale aantal tonnen (gewicht) betonzuilen van het gehele werk te vermenigvuldigen met de MKI- waarde/ton.
Tabel EMVI-criteria
Onderdeel | Subcriterium | Aandachtspunten | Doelstelling Aanbesteder |
Duurzaamheid | 1. MKI-waarde betonzuilen | Betonzuilen die duurzamer geproduceerd worden dan de conventionele betonzuilen. | Toepassing van duurzaam geproduceerde betonzuilen. |
2. CO2-ambitieniveau | Voor nadere beschrijving van de CO2- ambitieniveaus zie bijlage K bij dit inschrijvings- en beoordelingsdocument. CO2-ambitieniveau 1 leidt tot een fictieve vermindering van de inschrijvingsprijs van 1 %; CO2-ambitieniveau 2 leidt tot een fictieve vermindering van de inschrijvingsprijs van 2 %; CO2-ambitieniveau 3 leidt tot een fictieve vermindering van de inschrijvingsprijs van 3 %; CO2-ambitieniveau 4 leidt tot een fictieve vermindering van de inschrijvingsprijs van 4 %; CO2-ambitieniveau 5 leidt tot een fictieve vermindering van de inschrijvingsprijs van 5 %; | De aanbesteder heeft als doelstelling de CO2-emissie te reduceren bij de uitvoering van infrastructurele werken. |
Rekenblad EMVI
Criterium | Behaalde kwaliteitswaarde (€) | Totalen (€) |
Kwaliteitswaarde prestatiecriterium 1: (20.942 – MKI-waarde betonzuilen gehele werk) * € 1,91 (met een maximale kwaliteitswaarde van € 20.000) | ||
Kwaliteitswaarde prestatiecriterium 2: CO2-ambitie (1, 2, 3, 4 of 5 %) van de inschrijvingsprijs | ||
Totale kwaliteitswaarde (som van waarden kwaliteitscriteria 1 en 2) | ||
Inschrijvingsprijs | ||
”Prijzen per eenheid”: Totaalbedrag Staat van prijzen per eenheid (Bijlage J) | ||
Fictieve inschrijvingsprijs (Inschrijvingsprijs vermeerderd met “Prijzen per eenheid” verminderd met Totale kwaliteitswaarde) |
Toelichting op het rekenblad EMVI
MKI-waarde betonzuilen gehele werk
De inschrijver dient met betrekking tot de projectspecifieke invulling van duurzaamheid inzicht te geven in hoeverre en op welke wijze wordt gewerkt aan de duurzame realisatie van het werk.
Het is de wens van de aanbesteder de inschrijvers meer duurzame materialen en uitvoeringswijzen te laten realiseren. Onderdeel hiervan is de vraag om toepassing van duurzame betonzuilen.
De mate van duurzaamheid van betonzuilen wordt bepaald aan de hand van een MKI-waarde, ofwel Milieukostenindicator, welke berekend moet worden conform de bepalingsmethode Milieuprestatie Gebouwen en GWW-werken van november 2011, zoals beheerd door SBK.
Scope van de MKI-berekening
Voor de bepaling van de MKI van de binnen het gehele werk toegepaste betonzuilen dient de MKI per ton betonzuilen te worden vermenigvuldigd met het benodigde aantal tonnen betonzuilen.
De MKI berekening per ton betonzuilen behelst de berekening van de milieueffecten van materiaalwinning tot en met einde levensduur van de betonzuilen. Uitgangspunt in de berekening is dat:
• De MKI van materiaalwinning tot en met productie van de betonzuilen en het transport naar de bouwplaats wordt bepaald. Dit deel van de berekening is dus variabel.
• Verpakkingsmateriaal onderdeel is van de berekening inclusief het eindelevensduur scenario.
• Als gevolg van gebruik en mogelijk onderhoud geen milieueffecten optreden.
• De milieueffecten van het einde levensduurscenario van de betonzuilen, exclusief het verpakkingsmateriaal, een MKI heeft van 0,81 per ton. Dit betreft dus een defaultwaarde.
• Voor de berekening van de MKI-waarde dient een vastgestelde oppervlakte te worden gehanteerd van 4.293 m2 betonzuilen.
De opgegeven MKI-waarde bij inschrijving wordt ten behoeve van de bepaling van een eventuele EMVI sanctie herberekend naar rato van de gerealiseerde oppervlakten en aangebrachte type/soort betonzuilen. Dit om te voorkomen dat de Opdrachtnemer uiteindelijk een lagere MKI-waarde berekent als gevolg van het onverhoopt kleiner zijn van het totale gerealiseerde oppervlak betonzuilen dan bij inschrijving aangenomen, waardoor een onecht voordeel voor de Opdrachtnemer zou kunnen ontstaan.
Methode en kwaliteitseisen tav de berekening
De MKI berekening per ton materiaal dient te worden opgesteld en getoetst conform door SBK aangegeven procedure. Basisdocumenten die dit beschrijven zijn te vinden op de site van SBK onder: xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxx.xxx?xxxxxxxxxxxxxxxxxx
Uitgeschreven betekent dit dat wordt verwezen naar de volgende documenten:
De LCA dient te worden opgesteld conform bepalingsmethode: xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxx/XXX_Xxxxxxxxxxxxxxxx_0_00_0000.xxx
LCA dient getoetst te worden door een bureau dat voldoet aan de volgende voorwaarden: xxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxx/XXX_xxxxxxxxxxx_xxxxxxxxxxxxxxxx_xxxxxx_0_0_0000.xxx
Ook dient de LCA uitvoerder bij het berekenen van de MKI/ton betonzuilen gebruik te maken van de “ Basisprocessendatabase voor LCA uitvoerder”.
De procedure voor het verkrijgen van de basisprocessendatabase voor LCA uitvoerders: xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxx/XXX_xxxxxxxxx_xxxxxxxxxxxxxxxxxxx_Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx_xxxx_XXX_xxxxxxxxxxx 16_9_2011.pdf
De procedure voor opname in de Nationale milieudatabase staat beschreven in: xxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxx/XXX_xxxxxxxxx_xxxxxx_xxxxxxxxxxx_xx_xx_XXX_0_0_0000.xxx xxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxx/XXX_Xxxxxxxxxxxxxxxxx_0_0_0000.xxx
Te beschouwen milieueffecten en schaduwprijzen conform bepalingsmethode:
Milieueffectcategorie | Equivalent eenheid | Schaduwprijs [€ / kg equivalent] |
Uitputting abiotische grondstoffen (exclusief fossiele energiedragers) – ADP Uitputting fossiele energiedragers – ADP | Sb eq Sb eq | € 0,16 € 0,16 |
Klimaatsverandering – GWP 100 j. | CO2 eq | € 0,05 |
Aantasting ozonlaag – ODP | CFK-11 eq | € 30 |
Fotochemische oxidantvorming – POCP | C2H2 eq | € 2 |
Verzuring – AP | SO2 eq | € 4 |
Vermesting – EP | PO4 eq | € 9 |
Humane toxiciteit – HTP | 1,4-DCB eq | € 0,09 |
Zoetwater aquatische ecotoxiciteit – FAETP | 1,4-DCB eq | € 0,03 |
Mariene aquatische ecotoxiciteit - MAETP | 1,4-DCB eq | € 0,0001 |
Terrestrische ecotoxiciteit – TETP | 1,4-DCB eq | € 0,06 |
Voorbeeld:
Gehanteerd materiaal van de betonzuilen heeft een MKI/ton van 6. Gewicht betonzuilen in het gehele werk: 2.500 ton. Dit levert een MKI-waarde betonzuilen gehele werk van 2.500 x 6 = 15.000.
De kwaliteitswaarde van het prestatiecriterium wordt daarmee: (20.942 - 15.000) x € 1,91 = € 11.349,22.
Let op:
De "MKI-waarde betonzuilen gehele werk" is de waarde die op het inschrijvingsbiljet moet worden ingevuld. De kwaliteitswaarde van het prestatiecriterium wordt door de aanbesteder berekend.
Bijlage D Inschrijvingsbiljet
De hierna te noemen inschrijver(s):
A) … | 1) |
gevestigd te … | 2) |
Inschrijvingsnummer Kamer van Koophandel: … | 3) |
B) … | 1) |
gevestigd te … | 2) |
Inschrijvingsnummer Kamer van Koophandel: … | 3) |
C) … | 1) |
gevestigd te … | 2) |
Inschrijvingsnummer Kamer van Koophandel: … | 3) |
D) … | 1) |
gevestigd te … | 2) |
Inschrijvingsnummer Kamer van Koophandel: … | 3) |
verklaart (verklaren) zich door ondertekening dezes bereid de uitvoering van zaaknummer 31052573, voor het het verbeteren van de glooiingsconstructie ter plaatse van de Philipsdam Zuid tussen dp 503 en dp 528+85m met bijkomende werken in de gemeente Schouwen-Duiveland,
aan te nemen voor een bedrag, de omzetbelasting daarin niet begrepen, van:
EUR … 4)
(… euro) 5)
Het bedrag van de ter zake verschuldigde omzetbelasting bedraagt:
EUR … 6)
(… euro) 7)
De inschrijvers wijzen als gemachtigde om hen voor alle zaken te vertegenwoordigen
aan, de hierboven onder A) genoemde inschrijver. 8)
De inschrijvers verklaren dat onderstaande deelnemer(s) in het samenwerkingsverband (combinant(en)) voor minder dan 10% van het bedrag van de inschrijving deelneemt (deelnemen) in het uitvoeren van de opdracht. De inschrijvers vermelden daarbij tevens het deelnemingspercentage.
… 9)
… 9)
De inschrijver(s) verklaart (verklaren) deze inschrijving te doen overeenkomstig de bepalingen van het Aanbestedingsreglement Werken 2012 en met inachtneming van de bepalingen en de gegevens zoals deze zijn omschreven in de aanbestedingsdocumenten.
De inschrijver(s) verklaart (verklaren) dat hij (zij), indien hij (zij) in aanmerking komt (komen) voor de opdracht, te zijner tijd, alvorens de opdracht wordt verleend, na een daartoe strekkend verzoek van de aanbestedende dienst, een bankgarantie kan (kunnen) overleggen, ter grootte van het in de aanbestedingsdocumenten aangegeven bedrag en overeenkomstig de aangegeven eisen.
De inschrijver(s) verklaart (verklaren) zich bereid de uitvoering van de opdracht op een duurzame wijze ter hand te nemen en daarbij adequaat invulling te geven aan prestatiecriterium 1, met een MKI-waarde betonzuilen gehele werk van ……………………………
De inschrijver(s) verklaart (verklaren) zich bereid de uitvoering van de opdracht op een duurzame wijze ter hand te nemen en daarbij adequaat invulling te geven aan een CO2-reductie op:
CO2-ambitieniveau 1 (fictieve vermindering inschrijvingssom van 1 %) CO2-ambitieniveau 2 (fictieve vermindering inschrijvingssom van 2 %) CO2-ambitieniveau 3 (fictieve vermindering inschrijvingssom van 3 %) CO2-ambitieniveau 4 (fictieve vermindering inschrijvingssom van 4 %) CO2-ambitieniveau 5 (fictieve vermindering inschrijvingssom van 5 %) geen van de bovenstaande CO2-ambitieniveau’s
Gedaan te ……………………op ……………… (plaats en datum) De inschrijver(s),
A)… (handtekening)
… (naam en functie)
B)… (handtekening)
… (naam en functie)
C)… (handtekening)
… (naam en functie)
D)… (handtekening)
… (naam en functie)
Toelichting:
1) Bij een natuurlijke persoon naam en voornamen voluit, bij een rechtspersoon de statutaire naam.
2) Bij een natuurlijke persoon de woonplaats, bij een rechtspersoon de vestigingsplaats, met volledig adres en zo nodig vermelding van de provincie en het land.
3) Inschrijvingsnummer van het handelsregister of een overeenkomstig register van het land van vestiging van de onderneming
4) Inschrijvingssom in cijfers.
5) Inschrijvingssom in letters.
6) Bedrag van de omzetbelasting in cijfers.
7) Bedrag van de omzetbelasting in letters.
8) Deze aanwijzing is alleen van toepassing, indien de inschrijving door twee of meer inschrijvers gezamenlijk geschiedt.
9) Alleen van toepassing, indien de inschrijving door twee of meer inschrijvers gezamenlijk geschiedt. Vermeld, indien van toepassing, de naam en het deelnemingspercentage.
Bijlage E Eigen verklaring voor aanbestedingsprocedures van aanbestedende diensten
De Eigen verklaring voor aanbestedingsprocedures van aanbestedende diensten wordt als apart document in pdf-format beschikbaar gesteld.
Bijlage F Aanvullende eigen verklaring
Naam en adres van de onderneming:
………………………………………………………………………………………………………………………
Inschrijvingsnummer Kamer van Koophandel (inschrijvingsnummer van het handelsregister of een overeenkomstig register van het land van vestiging van de onderneming):
……………………………………………………………………………………………………………………… Contactpersoon van de onderneming (naam, email, telefoon):
………………………………………………………………………………………………………………………
1 VRAGEN TEN AANZIEN VAN VOORKENNIS EN BELANGENVERSTRENGELING
1.1 Heeft de onderneming, voorafgaand aan deze aanbestedingsprocedure, werkzaamheden of diensten verricht ter voorbereiding van de opdracht, dan wel is de onderneming op andere wijze direct of indirect betrokken (geweest) bij de voorbereiding van de opdracht?
Ja / nee (doorhalen wat niet van toepassing is)
Zo ja, vermeld de aard van de betreffende werkzaamheden of diensten, dan wel die betrokkenheid.
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
1.2 Zijn er binnen de onderneming personen werkzaam die, voorafgaand aan deze aanbestedingsprocedure, werkzaamheden of diensten hebben verricht ter voorbereiding van de opdracht, dan wel zijn er personen werkzaam binnen de onderneming die op andere wijze direct of indirect betrokken zijn (geweest) bij de voorbereiding van de opdracht?
Ja / nee (doorhalen wat niet van toepassing is) Zo ja, vermeld voor elke persoon:
a. de naam en de functie binnen de onderneming;
b. de aard van de betreffende werkzaamheden of diensten, dan wel de betrokkenheid.
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
1.3 Zijn of worden door de onderneming, in het kader van deze aanbestedingsprocedure, onderaannemers ingeschakeld, die, voorafgaande aan de aanbestedingsprocedure, werkzaamheden of diensten hebben verricht ter voorbereiding van de opdracht, dan wel zijn die onderaannemers op andere wijze direct of indirect betrokken (geweest) bij de voorbereiding van de opdracht?
Ja / nee (doorhalen wat niet van toepassing is) Zo ja, vermeld van elke onderaannemer:
a. de naam en het adres, de rechtsvorm en het nummer van inschrijving in het
handelsregister (of een overeenkomstig register in het land van vestiging);
b. de aard van de betreffende werkzaamheden of diensten, dan wel de betrokkenheid.
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
1.4 Zijn of worden door de onderneming, in het kader van deze aanbestedingsprocedure, adviseurs (zowel natuurlijke personen als rechtspersonen) ingeschakeld die, voorafgaand aan de aanbestedingsprocedure, werkzaamheden of diensten hebben verricht ter voorbereiding van de opdracht, dan wel zijn die adviseurs op andere wijze direct of indirect betrokken (geweest) bij de voorbereiding van de opdracht?
Ja / nee (doorhalen wat niet van toepassing is) Zo ja, vermeld van elke adviseur:
a. de naam en het adres, de rechtsvorm en het nummer van inschrijving in het
handelsregister (of een overeenkomstig register in het land van vestiging);
b. de aard van de betreffende werkzaamheden of diensten, dan wel de betrokkenheid.
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
1.5 Is de onderneming gelieerd aan één of meerdere andere ondernemingen en/of maakt de onderneming onderdeel uit van een groep, e.e.a. in de zin van de artikelen 2:24a, 2:24b en 2:24c van het Burgerlijk Wetboek, of vergelijkbare rechtsvormen naar buitenlands recht?
Ja / nee (doorhalen wat niet van toepassing is)
Zo ja, hebben één of meerdere van die gelieerde ondernemingen of ondernemingen binnen de groep, voorafgaand aan de aanbestedingsprocedure, werkzaamheden of diensten verricht ter voorbereiding van de opdracht, dan wel zijn één of meer van die ondernemingen op andere wijze direct of indirect betrokken (geweest) bij de voorbereiding van de opdracht?
Ja / nee (doorhalen wat niet van toepassing is)
Zo ja, vermeld voor elke onderneming:
a. de naam en het adres, de rechtsvorm en het nummer van inschrijving in het handelsregister (of een overeenkomstig register in het land van vestiging);
b. de aard van de betreffende werkzaamheden of diensten, dan wel de betrokkenheid.
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
2 VRAGEN TEN AANZIEN VAN DE COMBINATIEVORMING BIJ INSCHRIJVING OF AANMELDING DOOR EEN SAMENWERKINGSVERBAND VAN ONDERNEMERS*)
*) Deze vragen hoeven uitsluitend te worden beantwoord indien inschrijving of aanmelding geschiedt door een samenwerkingsverband van ondernemers (een combinatie), al dan niet als vennootschap onder firma, dan wel als Special Purpose Vehicle (SPV).
2.1 Geef aan welke factoren ervoor zorgen dat de onderneming niet in staat is om individueel op de opdracht in te schrijven.
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
2.2 Geef aan waarom de aard en de omvang van het samenwerkingsverband (combinatie) dat is gevormd noodzakelijk is in relatie tot de omvang en de aard van de uit te voeren opdracht, gelet op de betekenis en de capaciteit van elk van de ondernemers in het verband.
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
2.3 Geef aan welk onderdeel of welke onderdelen van de opdracht door de onderneming zelf zullen worden uitgevoerd.
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
VERKLARING
Ondergetekende verklaart dat:
• de in deze vragenlijst opgenomen vragen volledig en naar waarheid zijn beantwoord;
• hij deze ingevulde vragenlijst onvoorwaardelijk en zonder enig voorbehoud heeft ondertekend; hij zich ervan bewust is dat het verstrekken van onjuiste of onvolledige informatie door de aanbestedende dienst kan worden aangemerkt als een valse verklaring en dat dit kan leiden tot een onvoorwaardelijke uitsluiting voor de resterende duur van deze aanbestedingsprocedure;
• er in de tekst van deze vragenlijst geen wijzigingen zijn aangebracht;
• deze vragenlijst is ondertekend door een daartoe, blijkens het handelsregister, dan wel een overeenkomstig register van het land van vestiging van de onderneming, vertegenwoordigingsbevoegde,
Na(a)m(en) vertegenwoordigingsbevoegde ondertekenaar(s):
……………………………………………………………………………………………………………………… Datum:
Handtekening(en):
Bijlage G Derden verklaring uitsluitingsgronden
Naam en adres van de onderneming:
………………………………………………………………………………………………………………………
Inschrijvingsnummer Kamer van Koophandel (inschrijvingsnummer van het handelsregister of een overeenkomstig register van het land van vestiging van de onderneming):
……………………………………………………………………………………………………………………… Contactpersoon van de onderneming (naam, email, telefoon):
………………………………………………………………………………………………………………………
Ondergetekende verklaart dat:
1. zijn onderneming of een bestuurder ervan in de vier jaar voorafgaand aan het tijdstip van het indienen van deze verklaring niet bij een onherroepelijke rechterlijke uitspraak is veroordeeld wegens deelname aan een criminele organisatie; hieronder vallen de volgende gedragingen:
1. gedragingen van een persoon die opzettelijk en met kennis van het oogmerk en van de algemene criminele activiteit van de organisatie dan wel van het voornemen van de criminele organisatie om de betreffende strafbare feiten te plegen, actief deelneemt:
a. aan activiteiten van een criminele organisatie, waaronder wordt verstaan een gestructureerde vereniging die duurt in de tijd van meer dan twee personen, die in overleg optreedt om feiten te plegen welke strafbaar zijn gesteld met een vrijheidsstraf of met een maatregel welke vrijheidsbeneming meebrengt met een maximum van ten minste vier jaar of met een zwaardere straf, welke feiten een doel op zich vormen of een middel zijn om vermogensvoordelen te verwerven en, in voorkomend geval, onrechtmatig invloed uit te oefenen op de werking van overheidsinstanties, zelfs indien hij niet deelneemt aan de feitelijke uitvoering van de betrokken strafbare feiten en, onder voorbehoud van de algemene beginselen van het strafrecht van de betrokken lidstaat, zelfs indien deze niet worden uitgevoerd,
b. aan de andere activiteiten van de organisatie, waarbij hij er tevens kennis van heeft dat zijn deelname bijdraagt tot het verwezenlijken van de hierboven genoemde criminele activiteiten van de organisatie.
2. Gedragingen van een persoon die erin bestaan dat hij met een of meer personen tot overeenstemming is gekomen over de uitoefening van een activiteit waarvan de uitvoering neerkomt op het plegen van een hierboven genoemd strafbaar feit, zelfs indien hij niet deelneemt aan de feitelijke uitoefening van de activiteit.
2. zijn onderneming of een bestuurder ervan in de vier jaar voorafgaand aan het tijdstip van het indienen van deze verklaring niet bij een onherroepelijke rechterlijke
uitspraak is veroordeeld wegens omkoping; onder omkoping wordt verstaan het opzettelijk een ambtenaar onmiddellijk of middellijk een voordeel, ongeacht de aard daarvan, voor hemzelf of voor een ander beloven of verstrekken, om in strijd met zijn ambtsplicht een ambtshandeling of een handeling in de uitoefening van zijn ambt te verrichten of na te laten; dan wel in de privésector opzettelijk, onmiddellijk of middellijk, aan een persoon bij diens zakelijke activiteiten een niet gerechtvaardigd voordeel, ongeacht de aard daarvan, voor die persoon zelf of voor een derde beloven, aanbieden of verstrekken, in ruil voor het verrichten of nalaten door die persoon van een handeling, waarbij die persoon zijn plicht verzuimt;
3 zijn onderneming of een bestuurder ervan in de vier jaar voorafgaand aan het tijdstip van het indienen van deze verklaring niet bij een onherroepelijke rechterlijke uitspraak is veroordeeld wegens fraude; onder fraude wordt zowel fraude op het gebied van de uitgaven als ontvangsten verstaan. Dat wil zeggen elke opzettelijke handeling of elk opzettelijk nalaten waarbij hetzij valse, onjuiste of onvolledige verklaringen of documenten worden gebruikt of overgelegd, hetzij in strijd met een specifieke verplichting informatie wordt achtergehouden, hetzij van een rechtmatig verkregen voordeel misbruik wordt gemaakt, met als gevolg dat middelen afkomstig van de algemene communautaire begroting of van de door of voor de EG beheerde begrotingen, wederrechtelijk worden ontvangen, achtergehouden of worden verminderd, dan wel dat deze middelen worden misbruikt door ze voor andere doelen aan te wenden dan die waarvoor zij oorspronkelijk zijn toegekend;
4 zijn onderneming of een bestuurder ervan in de vier jaar voorafgaand aan het tijdstip van het indienen van deze verklaring niet bij een onherroepelijke rechterlijke uitspraak is veroordeeld wegens witwassen van geld, waaronder wordt verstaan:
1. de omzetting of overdracht van voorwerpen, wetende dat deze zijn verworven uit een criminele activiteit of uit deelneming aan een dergelijke activiteit, met het oogmerk de illegale herkomst ervan te verhelen of te verhullen of een persoon die bij deze activiteit is betrokken, te helpen aan de juridische gevolgen van zijn daden te ontkomen;
2. het verhelen of verhullen van de werkelijke aard, oorsprong, vindplaats, vervreemding, verplaatsing, rechten op of de eigendom van voorwerpen, wetende dat deze verworven zijn uit een criminele activiteit of uit deelneming aan een dergelijke activiteit;
3. de verwerving, het bezit of het gebruik van voorwerpen, wetende, op het tijdstip van verkrijging, dat deze voorwerpen zijn verworven uit een criminele activiteit of uit deelneming aan een dergelijke activiteit;
4. deelneming aan, medeplichtigheid aan, poging tot, hulp aan, aanzetten tot, vergemakkelijken van, of het geven van raad met het oog op het begaan van een van de in de voorgaande drie punten bedoelde daden.
5 zijn onderneming niet verkeert in staat van faillissement of liquidatie, diens werkzaamheden niet zijn gestaakt, jegens hem geen surseance van betaling of een (faillissements-)akkoord geldt, en zijn onderneming niet verkeert in een andere vergelijkbare toestand ingevolge een soortgelijke procedure die voorkomt in de op hem van toepassing zijnde wet- of regelgeving;
6 tegen zijn onderneming of een bestuurder ervan in de vier jaar voorafgaand aan het tijdstip van het indienen van deze verklaring niet een onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak is gedaan op grond van overtreding van op hem van
toepassing zijnde wet- of regelgeving wegens overtreding van een voor hem relevante beroepsgedragsregel;
7 zijn onderneming, of een bestuurder ervan in de vier jaar voorafgaand aan het tijdstip van het indienen van deze verklaring in de uitoefening van zijn beroep niet een ernstige fout heeft begaan;
8 zijn onderneming heeft voldaan aan verplichtingen op grond van op hem van toepassing zijnde wettelijke bepalingen met betrekking tot betaling van sociale zekerheidspremies of belastingen;
9 zijn onderneming, bij het verstrekken van inlichtingen die door de aanbestedende dienst of opdrachtgever van hem waren verlangd in het kader van aanbestedingprocedures of eerdere opdrachten, zich niet in ernstige mate schuldig heeft gemaakt aan valse verklaringen of zijn onderneming deze inlichtingen niet, of niet volledig heeft verstrekt.
Ondertekening
• hij deze verklaring onvoorwaardelijk en zonder enig voorbehoud heeft ondertekend; hij zich ervan bewust is dat het verstrekken van onjuiste of onvolledige informatie, door de aanbestedende dienst of opdrachtgever kan worden aangemerkt als een valse verklaring in de zin van punt 9 uit deze eigen verklaring en dat dit kan leiden tot een onvoorwaardelijke uitsluiting voor de restduur van deze aanbestedingsprocedure dan wel deelname aan de opdracht;
• er in de tekst van deze verklaring door hem geen wijzigingen zijn aangebracht;
• de verklaring is ondertekend door een daartoe, blijkens het handelsregister, dan wel een overeenkomstig register van het land van vestiging van de onderneming, vertegenwoordigingsbevoegde.
Na(a)m(en) vertegenwoordigingsbevoegde ondertekenaar(s):
……………………………………………………………………………………………………………………… Datum:
Handtekening(en):
Bijlage H Gegevens omtrent technische bekwaamheid
De ondernemer(s) (inschrijver(s)) vult (vullen) per referentieopdracht de volgende gegevens in.
Ten behoeve van het voldoen aan de geschiktheidseisen verstrekt de inschrijver de hierna volgende gegevens over referentieopdrachten.
REFERENTIEOPDRACHT NR: 1 m.b.t. de geschiktheidseis t.a.v. technische bekwaamheid onder paragraaf 3.3 lid 3.a | |
Naam van de ondernemer die de referentieopdracht heeft uitgevoerd | … |
Omschrijving van de referentieopdracht | … |
Naam en adres van de opdrachtgever | … |
Overeengekomen bedrag (aannemingssom) (excl. BTW) | € … |
Gefactureerd bedrag (excl .BTW) | € … |
Datum van de opdrachtverlening | … |
Overeengekomen uitvoeringsduur | … |
Datum van oplevering | … |
Indien de referentieopdracht is uitgevoerd in combinatie | |
De namen van de overige participanten in de combinatie | … |
De juridische participatieverhouding | … |
Percentage aandeel van iedere participant in de combinatie | … |
REFERENTIEOPDRACHT NR: 2 m.b.t. geschiktheidseis t.a.v. technische bekwaamheid onder paragraaf 3.3 lid 3.b | |
Naam van de ondernemer die de referentieopdracht heeft uitgevoerd of uitvoert | … |
Omschrijving van de referentieopdracht | … |
Naam en adres van de opdrachtgever | … |
Overeengekomen bedrag (aannemingssom) (excl. BTW) | € … |
Gefactureerd bedrag (excl. BTW) | € … |
Datum van de opdrachtverlening | … |
Overeengekomen uitvoeringsduur | … |
Indien de referentieopdracht is of wordt uitgevoerd in combinatie | |
De namen van de overige participanten in de combinatie | … |
De juridische participatieverhouding | … |
Percentage aandeel van iedere participant in de combinatie | … |
Ondertekening
Aldus naar waarheid opgemaakt
Naam inschrijver | … |
Naam en functie van degene die dit formulier ondertekent | … |
Plaats | … |
Datum | … |
Handtekening | … |
In geval van een inschrijving als samenwerkingsverband van ondernemers dienen alle inschrijvers dit formulier te ondertekenen (de opsomming herhalen zo vaak als nodig is).
Naam inschrijver | … |
Naam en functie van degene die dit formulier ondertekent | … |
Plaats | … |
Datum | … |
Handtekening | … |
Naam inschrijver | … |
Naam en functie van degene die dit formulier ondertekent | … |
Plaats | … |
Datum | … |
Handtekening | … |
Bijlage I Format Concept staat van ontleding van de inschrijvingssom
Directe kosten (Leveren en aanbrengen) | |
Verwijderen en afvoeren materialen | € |
Aanbrengen betonzuilen | € |
Aanbrengen losse breuksteen talud | € |
Aanbrengen gepenetreerde breuksteen | € |
Aanbrengen open Steenasfalt inclusief fundering | € |
Aanbrengen breuksteen kreukelberm | € |
Overige werkzaamheden | € |
Subtotaal | |
Indirecte kosten | |
Stelpost | € 25.000,00 |
Inschrijvingsprijs | € |
Bijlage J Format Staat van prijzen per eenheid
Onder- deel nr. | Omschrijving onderdeel | Fictieve hoeveel- heid | Eenheid | Prijs per eenheid van inschrijver | Totaalprijs (= Fictieve hoeveelheid maal prijs per eenheid van inschrijver) | Door aanbesteder geraamde prijs minus 20% | Door aanbesteder geraamde prijs | Door aanbesteder geraamde prijs plus 20% | |||
1. | Ontgraven mijnsteen/zand/grond ten behoeve van waterremmende onderlaag en opzij zetten. | 2.000 | M3 | € 1,00 | € 1,25 | € 1,50 | |||||
2. | Afvoeren (laden, vervoeren over afstand tussen 5 en 25 km) zand/grond uit waterremmende onderlaag (excl. stortkosten). | 2.000 | M3 | € 4,76 | € 5,95 | € 7,14 | |||||
3. | Afvoeren (laden, vervoeren over afstand kleiner dan 5 km) zand uit waterremmende onderlaag (excl. stortkosten). | 1.000 | M3 | € 2,72 | € 3,40 | € 4,08 | |||||
4. | Afvoeren (laden, vervoeren binnen 50 km) mijnsteen (verontreinigd) (incl. stortkosten). | 200 | Ton | € | 71,51 | € | 89,39 | € 107,27 | |||
5. | Leveren, aanbrengen en verdichten hydraulische hoogovenslak 0-45. | 1.500 | Ton | € | 13,90 | € | 17,40 | € 20,90 | |||
6. | Leveren, aanbrengen en verdichten hydraulische fosforslak 0-45. | 1.500 | Ton | € | 13,90 | € | 17,40 | € 20,90 | |||
7. | Leveren, aanbrengen en verdichten mijnsteen 0- 63 | 1.500 | Ton | € | 14,80 | 18,50 | € 22,20 | ||||
8. | Leveren en aanbrengen gietasfalt | 100 | Ton | € | 84,20 | € 105,25 | € 126,30 | ||||
10. | Leveren en aanbrengen overlagingsconstructie dik 0,40 m (verrekening dik 0,50 naar rato) van breuksteen 10-60 kg, vol en zat ingegoten met gietasfalt. | 100 | M2 | € | 40,64 | € | 50,80 | € 60,96 | |||
11. | Leveren, aanbrengen en verdichten klei, categorie 2. | 750 | M3 | € | 13,54 | € | 16,93 | € 20,32 | |||
12. | Leveren en aanbrengen betonzuilen 2300kg inclusief steenslag en geotextiel. | 30- | 750 | M2 | € | 57,60 | € | 72,00 | € 86,40 |
Onder- deel nr. | Omschrijving onderdeel | Fictieve hoeveel- heid | Eenheid | Prijs per eenheid van inschrijver | Totaalprijs (= Fictieve hoeveelheid maal prijs per eenheid van inschrijver) | Door aanbesteder geraamde prijs minus 20% | Door aanbesteder geraamde prijs | Door aanbesteder geraamde prijs plus 20% |
13. | NVI 1 Regel 13 is vervallen Leveren en aanbrengen betonzuilen met eco toplaag 30-2300kg inclusief steenslag en geotextiel. | 750 | M2 | € 61,35 | € 76,70 | € 92,00 | ||
14. | Leveren en aanbrengen losse breuksteen 10–60 kg | 750 | ton | € 20,72 | € 25,90 | € 31,08 | ||
15. | Leveren en aanbrengen losse breuksteen 40–200 kg | 2000 | ton | € 20,72 | € 25,90 | € 31,08 | ||
16. | Leveren en aanbrengen Opensteenasfalt. | 500 | Ton | € 48,40 | € 60,50 | € 72,60 | ||
17. | Leveren en aanbrengen geotextiel, weefsel. | 500 | M2 | € 1,89 | € 2,36 | € 2,83 | ||
18. | Extra handelingskosten bij gebruik tussendepot, overdraaien. | 500 | M3 | € 0,92 | € 1,15 | € 1,38 | ||
19. | Leveren en aanbrengen AC 11 surf DL-B. | 50 | Ton | € 69,44 | € 86,80 | € 104,16 | ||
20. | Leveren en aanbrengen AC 16 surf DL-B. | 50 | Ton | € 69,44 | € 86,80 | € 104,16 | ||
21. | Frezen (volledige dikte) van gescheurd asfalt breed 0,5m. Frezen van asfalt inclusief afvoeren (afvoeren en storten) van het vrijgekomen materiaal. | 100 | M2 | € 5,75 | € 7,20 | € 8,65 | ||
Totaalbedrag Staat van prijzen per eenheid | € |
Voor elk van de in de staat genoemde onderdelen opgegeven Prijs per eenheid van inschrijver worden geacht te zijn begrepen alle directe en indirecte kosten inclusief algemene kosten, winst en risico (AKWR).
In de Prijs per eenheid van inschrijver dienen de te verrichten werkzaamheden begrepen te zijn dat leverantie en bewerking c.q. verwerking zodanig is dat aan de contracteisen uit de contractdocumenten wordt voldaan.
De Prijs per eenheid van inschrijver dienen zodanig te zijn dat de te verrichten werkzaamheden zoals leverantie en bewerking c.q. verwerking inbegrepen zijn dat aan de contracteisen uit de contractdocumenten wordt voldaan.
Het bedrag Prijs per eenheid van inschrijver is exclusief BTW.
Ondertekening
In geval van een gezamenlijke inschrijving dienen alle inschrijvers dit formulier te ondertekenen (deze opsomming herhalen zo vaak als nodig is).
Bijlage K Ambitieniveau CO2 reductie
CO2-AMBITIENIVEAU 1 | |||||
Subcriterium | Aandachtspunt | Subcriterium | Aandachtspunt | ||
1A | Energieverbruik | 1. Identificatie en analyse van te verwachten en werkelijke energiestromen van het project zal plaatsvinden. | 1B | Energiereductie | 1. De inschrijver onderzoekt aantoonbaar de mogelijkheden het energieverbruik te reduceren van het project. |
2. Alle te verwachten en werkelijke energiestromen van het project worden aantoonbaar in kaart gebracht. | 2. De inschrijver maakt een actueel energie audit verslag voor het project. | ||||
3. Deze lijst wordt gedurende de looptijd van het project regelmatig opgevolgd en aangepast. | |||||
Subcriterium | Aandachtspunt | Subcriterium | Aandachtspunt | ||
1C | Communicatie | 1. De inschrijver communiceert aantoonbaar intern op ad hoc basis over het energiereductie beleid van het project. | 1D | CO2-reductie initiatieven | 1. De inschrijver toont aan op de hoogte te zijn van sector en of keteninitiatieven op het gebied van CO2-reductie die relevant zijn voor het project. |
2. De inschrijver communiceert aantoonbaar extern op ad hoc basis over het energiereductie beleid van het project. | 2. De projectmanager kent de sector- en keteninitiatieven en hun relevantie voor het project. |
CO2-AMBITIENIVEAU 2 | |||||
Subcriterium | Aandachtspunt | Subcriterium | Aandachtspunt | ||
2A | Energieverbruik | 1. Alle te verwachten en werkelijke energiestromen van het project worden kwantitatief in kaart gebracht. | 2B | Energiereductie | 1. De inschrijver formuleert een kwalitatief omschreven doelstelling om energie te reduceren en heeft maatregelen benoemd voor het project. |
2. De volledige lijst wordt gedurende de looptijd van het project aantoonbaar regelmatig opgevolgd en aangepast. | 2. De inschrijver formuleert een omschreven doelstelling voor gebruik van alternatieve brandstoffen en/of gebruik |
van groene stroom op het project. | |||||
3. De inschrijver maakt een actueel energie audit verslag voor het project. | 3. De energie- en reductiedoelstelling en de bijbehorende maatregelen worden gedocumenteerd, geïmplementeerd en gecommuniceerd aan alle werknemers van de inschrijver voor zover betrokken bij project. | ||||
Subcriterium | Aandachtspunt | Subcriterium | Aandachtspunt | ||
2C | Communicatie | 1. De inschrijver communiceert structureel intern over het energiebeleid van het project. De communicatie omvat minimaal het energiebeleid en reductiedoelstellingen van het project. | 2D | CO2-reductie initiatieven | 1. De inschrijver onderzoekt aantoonbaar de mogelijkheden om projectspecifieke maatregelen voortkomend uit relevante initiatieven te implementeren in het project. |
2. De inschrijver realiseert inzake CO2-reductie een effectieve stuurcyclus met toegewezen verantwoordelijkheden voor het project. | |||||
3. De inschrijver zal de externe belanghebbenden identificeren voor het project. |
CO2-AMBITIENIVEAU 3 | |||||
Subcriterium | Aandachtspunt | Subcriterium | Aandachtspunt | ||
3A | Energieverbruik | 1. De inschrijver maakt een rapportage van a. de te verwachten scope 1 & 2 emissies van het gehele project en b. de uitgewerkte actuele emissie-inventaris (of overzicht, lijst) voor de werkelijke scope 1 & 2 emissies van het project, conform Product Standard GHG protocol. | 3B | Energiereductie | 1. De inschrijver formuleert een kwantitatieve reductie doelstelling voor scope 1 & 2 emissie van het project, uitgedrukt in absolute getallen of percentages ten opzichte van een referentie en binnen een bepaalde tijdstermijn en heeft een bijbehorend plan van aanpak opgesteld inclusief de te nemen maatregelen. |
2. De emissie-inventaris uit 3A-1b van het project wordt door een CI geverifieerd met ten minste een beperkte mate van zekerheid. | 2. De inschrijver maakt in het project gebruik van een energie managementprogramma/sy steem (conform EN16001 of gelijkwaardig). | ||||
Subcriterium | Aandachtspunt | Subcriterium | Aandachtspunt | ||
3C | Communicatie | 1. De inschrijver communiceert structureel intern én extern over de CO2 -footprint (scope 1 & 2 emissies), de kwantitatieve reductiedoelstelling(en) en de maatregelen in het project. De communicatie omvat minimaal het energiebeleid en de reductiedoelstellingen van het project, mogelijkheden voor individuele bijdrage, informatie betreffende het huidig energiegebruik en trends binnen het project. | 3D | CO2-reductie initiatieven | 1. De inschrijver toont aan dat er in het project specifieke maatregelen afgeleid van een (sector of keten) initiatief op het gebied van CO2-reductie worden doorgevoerd. |
2. De inschrijver maakt een gedocumenteerd intern én extern communicatieplan met vastgelegde taken, verantwoordelijkheden en wijzen van communicatie. |
CO2-AMBITIENIVEAU 4 | |||||
Subcriterium | Aandachtspunt | Subcriterium | Aandachtspunt | ||
4A | Energieverbruik | 1. De inschrijver zal aantonen inzicht te hebben in de te verwachten meest materiële emissies uit scope 3 voor het project, en toont voor één van de meest materiële leveringen (producten of diensten) van het project de CO2 uitstoot per eenheid aan. | 4B | Energiereductie | 1. Voor scope 1 en 2 emissies zie 3.B.1. De inschrijver formuleert, op basis van het inzicht in de te verwachten meest materiële emissies uit scope 3 van het project, daaraan gekoppeld, een CO2 reductiedoelstelling en heeft een bijbehorend plan van aanpak opgesteld inclusief de te nemen maatregelen. |
Doelstelling wordt uitgedrukt in een absoluut getal of percentage ten opzichte van een referentie en binnen een vastgelegde termijn. | |||||
2. De inschrijver maakt een kwaliteitsmanage- mentplan voor de inventaris van het project (zie hoofdstuk 10 Product Standard GHG protocol). | 2. De inschrijver rapporteert periodiek (intern én extern) de voortgang ten opzichte van de doelstellingen voor het project. | ||||
Subcriterium | Aandachtspunt | Subcriterium | Aandachtspunt | ||
4C | Communicatie | 1. De inschrijver kan aantonen dat zij een reguliere (ten minste 2x per jaar) dialoog onderhoudt met belanghebbende binnen o.a. overheid en NGO ’s (minimaal 2) over haar CO2 reductiedoelstelling en maatregelen in het project zal onderhouden*. | 4D | CO2-reductie initiatieven | 1. De inschrijver zal aantonen dat zij initiatiefnemer is van de toepassing in het project van vernieuwende maatregelen die CO2 reductie beogen, door het verbinden van de bedrijfsnaam aan het initiatief in het project, door publicaties en door bevestiging van belanghebbenden. |
2. De inschrijver kan aantonen dat de door overheid en/of NGO geformuleerde punten van zorg over het project zijn geïdentificeerd en geadresseerd*. * 4C 1.& 2. gelden voor omvangrijke meerjarige projecten; is dit niet het geval dan geldt op ambitieniveau 4 het bepaalde onder 3C |
CO2-AMBITIENIVEAU 5 | |||||
Subcriterium | Aandachtspunt | Subcriterium | Aandachtspunt | ||
5A | Energieverbruik | 1. De inschrijver zal jaarlijks de scope 1 & 2 emissies, conform het GHG Protocol en/of ISO14064- 1, van de aanbieders van een deel van zijn meest materiële leveringen (producten of diensten) | 5B | Energiereductie | 1. De inschrijver rapporteert periodiek zijn emissie-inventaris scope 1, 2 & 3 gerelateerde CO2- emissies (intern en extern) alsmede de voortgang in reductiedoelstellingen. |
van het project vaststellen. | |||||
2. De emissie-inventaris van de aanbieders wordt geverifieerd door een of verschillende CI’s met ten minste een beperkte mate van zekerheid. | 2. De inschrijver slaagt erin de reductiedoelstellingen te realiseren. | ||||
Subcriterium | Aandachtspunt | Subcriterium | Aandachtspunt | ||
5C | Communicatie | 1. De inschrijver communiceert structureel extern over de manier waarop het project functioneert als open proeftuin voor innovaties of vernieuwende maatregelen. | 5D | CO2-reductie initiatieven | 1. De inschrijver gebruikt het project als open proeftuin om innovaties of vernieuwende maatregelen door te voeren. De inschrijver kan een beschrijving voorleggen van beoogde CO2-emissie reductie als gevolg van de maatregel binnen het project. |
2. De inschrijver communiceert structureel (ten minste 2x per jaar) intern én extern over de CO2-footprint (scope 1, 2 & 3) en kwantitatieve reductiedoelstellingen van het project. De communicatie omvat minimaal het energiebeleid en de reductiedoelstellingen van het project, mogelijkheden voor individuele bijdrage, informatie betreffende het huidig energiegebruik en trends binnen het project. | 2. De innovaties of vernieuwende maatregelen worden professioneel becommentarieerd door een ter zake als bekwaam erkend en onafhankelijk kennisinstituut. |
Bijlage L Gedragsregels veiligheid Werken Projectbureau Zeeweringen
<Briefpapier inschrijver>
Gedragsregels veiligheid op de Werken van het Projectbureau Zeeweringen.
Ik, ondertekenaar en penvoerder van de aanbieding voor zaaknummer 31052573, voor het verbeteren van de glooiingsconstructie ter plaatse van de Philipsdam Zuid tussen dp 503 en dp 528+85m met bijkomende werken in de gemeente Schouwen-Duiveland, van <naam onderneming>, verklaar via dit statement dat ik en iedereen die namens mij of in opdracht van mij werkt voor het projectbureau Zeeweringen, zich houden aan de gedragsregels die hier onder vermeld staan.
Bovendien wijs ik de Opdrachtgever en zijn vertegenwoordigers hierop.
• Als (hoofd)aannemer voor het Werk van bovengenoemd dijkvak heb ik een voorbeeldfunctie.
• Ik neem veiligheid altijd mee in mijn werk.
• Ik zorg voor een veilige werkomgeving.
• Ik stop elke klus die niet veilig voelt.
• Ik meld altijd (bijna) ongevallen.
• Ik draag de juiste persoonlijke bescherming (PBM).
Ik zorg dat deze gedragsregels prominent op het Werk zichtbaar zijn en door mij of mijn vertegenwoordiger bespreekbaar worden gemaakt.
Plaats: ……………………………………………………………….
Datum: ………………………………………………………………
(naam Ondertekenaar inschrijving)
Basisovereenkomst
Het verbeteren van de glooiingsconstructie ter plaatse van de Philipsdam Zuid tussen dp 503 en dp 528+85m met bijkomende werken in de gemeente Schouwen-Duiveland Zaaknummer: 31052573
Datum 19-06-2014
Colofon 4.1
Uitgegeven door Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Programma's, Projecten en Onderhoud Poxxxxx 0000
0000 XX XXXXXXXXXX
Datum 19-06-2014
Status Concept
Versienummer 0.1
Inhoud
Artikel 1 | Rechtskarakter van de Overeenkomst, toepasselijke voorwaarden | 4 |
Artikel 2 | Opdracht, Werk, Meerjarig Onderhoud, prijs, datum van oplevering | 5 |
Artikel 3 | Contractdocumenten | 6 |
Artikel 4 | Betekenis van het begrip 'dag' | 7 |
Artikel 5 | Ontwerpwerkzaamheden | 7 |
Artikel 6 | Vergunningen, ontheffingen, beschikkingen en toestemmingen | 7 |
Artikel 7 | Informatie en goederen die aan de Opdrachtnemer ter beschikking worden gesteld | 8 |
Artikel 8 | Vrijkomende materialen | 8 |
Artikel 9 | Verband met andere werken | 8 |
Artikel 10 | Verrekening van wijzigingen van lonen, sociale lasten, prijzen, huren en vrachten | 8 |
Artikel 11 | Toetsingsplan Ontwerpwerkzaamheden | 9 |
Artikel 12 | Acceptatieplan | 9 |
Artikel 13 | Bewijslast ingeval van gebreken of tekortkomingen | 9 |
Artikel 14 | Betalingsregeling | 9 |
Artikel 15 | Stelposten | 10 |
Artikel 16 | Boetebeding en bonus | 10 |
Artikel 17 | Zexxxxxxxxxxxxxxx | 00 |
Artikel 18 | Raad van Deskundigen | 11 |
Artikel 19 | Beslechting van geschillen | 11 |
Artikel 20 | Stimuleringsregeling Bewuste Bouwers | 12 |
Artikel 21 | Kostenvergoeding en/of termijnsverlenging | 12 |
BASISOVEREENKOMST
Ondergetekenden:
de Staat der Nederlanden, gevestigd te 's-Gravenhage,
Ministerie van Infrastructuur en Milieu, vertegenwoordigd door de portfoliomanager Zee en Delta van Rijkswaterstaat Programma's, Projecten en Onderhoud, mevr. ir .
A.A. Xxxxxx,
hierna te noemen: de Opdrachtgever en
NAAM CONTRACTANT, gevestigd te WOONPLAATS CONTRACTANT,
vertegenwoordigd door <Vul functie in>, de heer/mevrouw <Vul naam in> hierna te noemen: de Opdrachtnemer,
overwegende dat
(a) de Opdrachtgever voornemens is het verbeteren van de glooiingsconstructie ter plaatse van de Philipsdam Zuid tussen dp 503 en dp 528+85m met bijkomende werken in de gemeente Schouwen-Duiveland te doen realiseren;
(b) de Opdrachtgever deswege de Vraagspecificatie 31052573, dd 19-06-2014 heeft opgesteld;
(c) de Opdrachtgever een nationale aanbestedingsprocedure volgens de openbare procedure heeft gevolgd conform het ARW 2012;
(d) middels publicatie geïnteresseerde ondernemers, die voldoen aan de gestelde criteria, zijn uitgenodigd een inschrijving te doen;
(e) de Opdrachtnemer in het kader van de aanbestedingsprocedure een Aanbieding aan de Opdrachtgever heeft gedaan voor de realisatie van het verbeteren van de glooiingsconstructie ter plaatse van de Philipsdam Zuid tussen dp 503 en dp 528+85m met bijkomende werken in de gemeente Schouwen-Duiveland;
(f) de Opdrachtgever gelet op de Aanbieding van de Opdrachtnemer thans voornemens is die realisatie op te dragen aan de Opdrachtnemer;
verklaren het volgende te zijn overeengekomen:
Artikel 1 Rechtskarakter van de Overeenkomst, toepasselijke voorwaarden
1. Partijen verklaren deze Overeenkomst te beschouwen als een overeenkomst van aanneming van werk in de zin van Boek 7 Titel 12 Afdeling 1 Burgerlijk Wetboek.
2. Op de Overeenkomst zijn van toepassing de UAV-GC 2005. Partijen verklaren met de inhoud van de UAV-GC 2005 bekend te zijn.
Artikel 2 Opdracht, Werk, Meerjarig Onderhoud, prijs, datum van oplevering
1. De Opdrachtgever draagt hierbij aan de Opdrachtnemer op, die verklaart deze opdracht te aanvaarden, het op basis van de Vraagspecificatie en de Aanbieding door middel van Ontwerp- en Uitvoeringswerkzaamheden realiseren van het verbeteren van de glooiingsconstructie ter plaatse van de Philipsdam Zuid tussen dp 503 en dp 528+85m met bijkomende werken in de gemeente Schouwen-Duiveland, hierna te noemen: het Werk, conform hetgeen in deze Overeenkomst is bepaald.
2. Partijen komen overeen dat de Opdrachtgever geen Meerjarig Onderhoud aan de Opdrachtnemer opdraagt.
3. Met betrekking tot de in § 4 lid 3 UAV-GC 2005 bedoelde eisen die voortvloeien uit het bijzonder gebruik dat van het Werk zal worden gemaakt, stellen partijen vast dat zij deze eisen voldoende met elkaar hebben besproken voorafgaande aan de ondertekening van deze Basisovereenkomst en dat deze eisen uitputtend in de Vraagspecificatie zijn vastgelegd.
4. Met inachtneming van het bepaalde in § 3 lid 9 UAV-GC 2005, betaalt de Opdrachtgever voor de realisatie van het Werk en, indien overeengekomen in lid 2, voor de realisatie van het Meerjarig Onderhoud, aan de Opdrachtnemer een totaalbedrag van INITIËLE CONTRACTWAARDE euro exclusief BTW, zegge<Vul bedrag in woorden in> euro.
Het voorgaande bedrag is opgebouwd uit de volgende componenten:
<Vul componenten en bedragen in>
5. Het Werk dient met inachtneming van de in een bij de Vraagspecificatie gevoegde annex opgenomen planning door de Opdrachtnemer te worden gerealiseerd, en wel zodanig dat het conform het bepaalde in § 24 UAV-GC 2005 gereed is voor aanvaarding door de Opdrachtgever op uiterlijk 1 oktober 2015. Deze datum wordt door partijen aangemerkt als de in de Basisovereenkomst vastgelegde uiterste datum van oplevering.
NVI 1 VRAAG 3
3. | Vraag: | Artikel 2 lid 5. Is de genoemde datum van 1 oktober 2015 juist? Deze is niet in overeenstemming met de in Annex 2 genoemde datum van 15 juni 2015. |
Antwoord: | De in de basisovereenkomst genoemde 1 oktober 2015 is de opleverdatum, de in de Annex 2 genoemde 15 juni 2015 is de mijlpaaldatum werkzaamheden gereed. Dit zijn twee verschillende data. |
6. Partijen komen met betrekking tot de intellectuele eigendomsrechten overeen dat:
(a) het de Opdrachtgever is toegestaan het Werk, zoals dat conform de Ontwerpdocumenten is uitgevoerd, al dan niet ingeval van uitbreiding, geheel of in onderdelen daarvan in herhaling te realiseren;
(b) indien de Opdrachtnemer een octrooi als bedoeld in § 40 lid 12 UAV-GC 2005 verkrijgt, hij om niet aan de Opdrachtgever een vrij overdraagbare licentie verleent voor toepassing in werken van de Opdrachtgever;
(c) de Opdrachtgever bevoegd is wijzigingen in het Werk aan te brengen, respectievelijk het Werk geheel of gedeeltelijk te slopen, indien eisen van veiligheid, arbeidsomstandigheden, wet- en regelgeving, of bedrijfseconomische aard dit meebrengen.
Artikel 3 Contractdocumenten
1. De volgende contractdocumenten omschrijven in onderlinge samenhang de rechten en verplichtingen die voor partijen uit de Overeenkomst voortvloeien:
(a) de door partijen ingevulde en ondertekende Basisovereenkomst met inbegrip van de nota's van inlichtingen en de processen-verbaal ;
(b) de Vraagspecificatie, bestaande uit de delen: Algemeen, Eisen en Proces;
(c) de door partijen geparafeerde, bij de Vraagspecificatie gevoegde annexen met betrekking tot:
(I) de vergunningen, ontheffingen, beschikkingen en toestemmingen die door de Opdrachtgever moeten worden verkregen;
(II) de planning;
(III) het acceptatieplan;
(IV) het toetsingsplan Ontwerpwerkzaamheden;
(V) de vrijkomende materialen;
(VI) het overzicht van werkzaamheden die door nevenopdrachtnemers worden verricht alsmede van de tijdstippen waarop zij worden uitgevoerd;
(VII) de verrekening van wijzigingen van lonen, sociale lasten, prijzen, huren en vrachten;
(VIII) de stelposten;
(IX) de bankgarantie; (X) de verzekeringen;
(XI) de geschillenregeling Raad van Deskundigen;
(XII) vervallen;
(XIII) informatie;
(XIV) vervallen;
(XV) garanties;
(XVI) prestatiemeten;
(d) de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor geïntegreerde contractvormen (UAV-GC 2005);
(e) de Aanbieding;
(f) de Documenten als bedoeld in § 1 sub d UAV-GC 2005, voor zover die door de Opdrachtnemer ter kennis zijn gebracht van de Opdrachtgever.
2. Indien contractdocumenten onderling tegenstrijdig zijn, geldt, tenzij een andere bedoeling uit de Overeenkomst voortvloeit, de volgende rangorde:
(a) de Basisovereenkomst;
(b) de Vraagspecificatie;
(c) de bij de Vraagspecificatie gevoegde annexen;
(d) de UAV-GC 2005;
(e) de Aanbieding;
(f) de Documenten als bedoeld in § 1 sub d UAV-GC 2005, voor zover die door de Opdrachtnemer ter kennis zijn gebracht van de Opdrachtgever.
Wanneer echter de kwaliteit van het aangebodene uitgaat boven de in de Vraagspecificatie geëiste kwaliteit of de Opdrachtnemer aanbiedt het Werk op een eerder tijdstip op te leveren dan door de Vraagspecificatie wordt geëist, prevaleert de Aanbieding boven alle andere contractdocumenten met uitzondering van de Basisovereenkomst.
3. De Opdrachtnemer is verantwoordelijk voor de inhoud van Documenten, voor onderlinge tegenstrijdigheden tussen twee of meer Documenten, alsmede voor onderlinge tegenstrijdigheden tussen verschillende onderdelen van één Document.
4. De Opdrachtgever is verantwoordelijk voor onderlinge tegenstrijdigheden tussen eisen in de Vraagspecificatie, alsmede voor de strijdigheden in de door hem verstrekte informatie. Het in dit lid bepaalde geldt ook voor onderlinge tegenstrijdigheden tussen de bij de Vraagspecificatie gevoegde annexen.
5. Het in lid 4 bepaalde laat onverlet de verplichting van de Opdrachtnemer om de Opdrachtgever te waarschuwen in geval van een in dat lid bedoelde klaarblijkelijke tegenstrijdigheid.
Artikel 4 Betekenis van het begrip 'dag'
Partijen verstaan onder ‘dag’ in de zin van deze Overeenkomst: kalenderdag.
Artikel 5 Ontwerpwerkzaamheden
De gevraagde Ontwerpwerkzaamheden blijken uit de Vraagspecificatie.
Artikel 6 Vergunningen, ontheffingen, beschikkingen en toestemmingen
1. Bij de Vraagspecificatie is door middel van een annex een overzicht gevoegd van de vergunningen, ontheffingen, beschikkingen en toestemmingen die de Opdrachtgever verkregen moet hebben voor de opzet en het gebruik van het Werk of die overigens nodig zijn voor het Werk en, indien overeengekomen, voor de realisatie van het Meerjarig Onderhoud.
2. De in lid 1 bedoelde annex bepaalt voor elke afzonderlijke vergunning, ontheffing, beschikking en toestemming de uiterste datum waarop de Opdrachtgever ze moet hebben verkregen.
3. De in § 10 lid 1 UAV-GC 2005 bedoelde vergunningen, ontheffingen, beschikkingen en toestemmingen, die niet vermeld staan in de in lid 1 bedoelde annex, moeten tijdig door de Opdrachtnemer zijn verkregen.
Artikel 7 Informatie en goederen die aan de Opdrachtnemer ter beschikking worden gesteld
1. Voor zover informatie niet reeds in de Vraagspecificatie is opgenomen, en gelet op het bepaalde in § 3 lid 1 sub a UAV-GC 2005, verplicht de Opdrachtgever zich de volgende informatie aan de Opdrachtnemer ter beschikking te stellen:
(a) geen
2. Voor zover een en ander niet reeds in de Vraagspecificatie is vastgelegd, en gelet op het bepaalde in § 3 lid 1 sub c UAV-GC 2005, verplicht de Opdrachtgever zich de volgende goederen aan de Opdrachtnemer ter beschikking te stellen:
(a) geen
Artikel 8 Vrijkomende materialen
Voor zover de Opdrachtgever op de hoogte is van de aanwezigheid van materialen die zullen vrijkomen in het kader van de Uitvoerings- en Onderhoudswerkzaamheden, vermeldt hij in een bij de Vraagspecificatie gevoegde annex wat er met die materialen moet gebeuren, als onderdeel van die Werkzaamheden. Indien er materialen tijdens die Werkzaamheden vrijkomen waaromtrent niets is bepaald in de bedoelde annex, bepaalt de Opdrachtgever binnen een redelijke termijn alsnog wat daar mee moet gebeuren. De Opdrachtnemer heeft in dat geval recht op kostenvergoeding en/of termijnsverlenging, met inachtneming van het bepaalde in § 44 lid 1 sub a UAV-GC 2005.
Artikel 9 Verband met andere werken
De aard van de in § 8 lid 1 UAV-GC 2005 bedoelde werkzaamheden, alsmede het voorziene tijdstip waarop zij worden verricht, staan omschreven in een bij de Vraagspecificatie gevoegde annex. Deze werkzaamheden worden gecoördineerd:
• niet van toepassing; vooralsnog zijn geen werkzaamheden door nevenopdrachtnemers voorzien.
Artikel 10 Verrekening van wijzigingen van lonen, sociale lasten, prijzen, huren en vrachten
Verrekening van de in § 11 lid 3 UAV-GC 2005 bedoelde wijzigingen van lonen, sociale lasten, prijzen, huren en vrachten, vindt plaats conform de regeling die is opgenomen in een bij de Vraagspecificatie gevoegde annex.
Artikel 11 Toetsingsplan Ontwerpwerkzaamheden
Niet van toepassing.
Artikel 12 Acceptatieplan
Bij de Vraagspecificatie is door middel van een annex een acceptatieplan gevoegd. In dit acceptatieplan zijn vastgelegd:
(a) een opsomming van de door de Opdrachtnemer ter Acceptatie voor te leggen Documenten, gemachtigden en zelfstandige hulppersonen die de Opdrachtnemer voornemens is aan te wijzen of in te schakelen in het kader van de Overeenkomst, alsmede van specifieke Werkzaamheden of resultaten van Werkzaamheden,
(b) de tijdstippen waarop de Opdrachtnemer de sub a bedoelde Documenten, zelfstandige hulppersonen, Werkzaamheden en resultaten van Werkzaamheden ter Acceptatie moet voorleggen,
(c) de Documenten die de Opdrachtnemer moet overleggen telkens wanneer een verzoek tot Acceptatie wordt ingediend,
(d) de geobjectiveerde criteria waaraan de Documenten, gemachtigden, zelfstandige hulppersonen, Werkzaamheden en resultaten van Werkzaamheden moeten voldoen om voor Acceptatie in aanmerking te komen en
(e) de termijn waarbinnen de Opdrachtgever aan de Opdrachtnemer moet meedelen of de hier bedoelde Documenten, gemachtigden, zelfstandige hulppersonen, Werkzaamheden of resultaten van Werkzaamheden als geaccepteerd worden beschouwd.
Artikel 13 Bewijslast ingeval van gebreken of tekortkomingen
1. Indien na de feitelijke datum van oplevering een gebrek in een of meer van de volgende onderdelen van het Werk aan het licht komt, dient de Opdrachtnemer in afwijking van het bepaalde in § 28 lid 1 sub (a) UAV-GC 2005 te bewijzen dat die gebreken niet te wijten zijn aan zijn schuld, en dat zij evenmin krachtens wet, rechtshandeling of de in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komen:
betreffende alle onderdelen van het Werk.
Artikel 14 Betalingsregeling
1. Het in § 33 lid 6 UAV-GC 2005 bedoelde adres luidt, tenzij anders overeengekomen:
Programma's, Projecten en Onderhoud
T.a.v. de crediteurenadministratie Xxxxxxx 0000
0000 XX XXXXXXX
2. De in § 33 lid 6 UAV-GC 2005 bedoelde gegevens betreffen:
(a) het zaaknummer: 31052573
(b) het bestelnummer: <Vul bestelnummer in>
Artikel 15 Stelposten
Met betrekking tot het bepaalde in § 34 lid 1 UAV-GC 2005 komen partijen overeen dat
• de stelposten vermeld staan in het overzicht dat is opgenomen in een bij de Vraagspecificatie gevoegde annex.
Artikel 16 Boetebeding en bonus
1. Het bedrag aan boetes dat door de Opdrachtgever aan de Opdrachtnemer kan worden opgelegd uit hoofde van deze Overeenkomst is in totaal beperkt tot 10% van het in artikel 2, lid 4 van deze Basisovereenkomst genoemde totaalbedrag, zoals dit geldt op de datum van opdrachtverlening.
Indien het totaalbedrag aan boetes dat door de Opdrachtgever aan de Opdrachtnemer is opgelegd het genoemde maximum heeft bereikt, is de Opdrachtgever gerechtigd deze Overeenkomst met onmiddellijke ingang te ontbinden, zonder dat ter zake een ingebrekestelling noodzakelijk is.
De Opdrachtgever is na ontbinding gerechtigd het Werk en/of het Meerjarig Onderhoud te voltooien of te doen voltooien en heeft recht op schadevergoeding, waaronder vergoeding van eventuele extra kosten die de Opdrachtgever moet maken om het Werk en/of het Meerjarig Onderhoud te voltooien of te doen voltooien.
Het bepaalde in § 16 lid 9 UAV-GC 2005 is van toepassing.
Voor de toepassing van § 40 lid 4 UAV-GC 2005 wordt het bereiken van het maximum van 10% aangemerkt als een toerekenbare tekortkoming aan de zijde van de Opdrachtnemer.
2. Het bepaalde in lid 1 is uitdrukkelijk niet van toepassing op de EMVI-sancties genoemd in lid 3.
3. Indien de Opdrachtnemer op (onderdelen van) kwaliteit- of prestatiecriteria die zijn gesteld in het kader van de aanbesteding van deze opdracht (EMVI- beoordeling), minder realiseert dan wel naar vermoeden minder zal realiseren, dan hij bij inschrijving heeft aangeboden, zal hij schriftelijk in gebreke worden gesteld. Indien de Opdrachtnemer ten aanzien van die criteria desondanks uiteindelijk minder realiseert dan hij heeft aangeboden, zal een EMVI-sanctie worden opgelegd. Deze EMVI-sanctie is een inhouding op het totaalbedrag als genoemd in artikel 2 lid 4 van deze Basisovereenkomst ter grootte van anderhalf (1,5) maal het verschil tussen de bij de EMVI-beoordeling behaalde kwaliteitswaarde en de gerealiseerde kwaliteitswaarde, berekend conform de EMVI-beoordelingsmethodiek.
4. De in § 36 lid 3 UAV-GC 2005 bedoelde boetebedragen luiden als volgt:
(a) Mijlpaaldatum uit artikel 2 lid 5 (Werk gereed voor aanvaarding door Opdrachtgever): € 2.500,- per dag dat de overschrijding voortduurt.
(b) Mijlpaaldata uit Annex II: € 2.500,- per dag dat de overschrijding voortduurt.
(c) Tekortkoming: Indien door de Opdrachtgever een tekortkoming in het naleven van de contractuele verplichtingen wordt geconstateerd:
€ 5.000,- per tekortkoming.
(d) Transportroutes: indien wordt afgeweken van de in dit contract voorgeschreven transportroutes: € 1.000,- per geconstateerde overtreding.
(e) Transportroutes: indien onvoldoende effectieve maatregelen getroffen worden om stofvorming en verstuiving te voorkomen: € 1.000,- per geconstateerde overtreding.
Artikel 17 Zekerheidstelling
1. Partijen komen overeen dat de Opdrachtnemer verplicht is de in § 38 lid 1 UAV-GC 2005 bedoelde zekerheid te stellen voor de nakoming van zijn verplichtingen met betrekking tot de realisatie van het Werk als bedoeld in artikel 2 lid 1, conform de bankgarantie die is opgenomen in de bij de Vraagspecificatie gevoegde annex. De waarde van de te stellen zekerheid is gelijk aan 5% van het in artikel 2 lid 4 vastgelegde totaalbedrag.
2. Partijen komen overeen dat de Opdrachtgever geen zekerheid zal hoeven stellen als bedoeld in § 38 lid 7 UAV-GC 2005, aangezien de Opdrachtgever tot de Rijksoverheid behoort en de solvabiliteit van de Opdrachtgever derhalve niet ter discussie staat.
Artikel 18 Raad van Deskundigen
Partijen leggen hun geschillen zoals omschreven in § 47 lid 2 UAV-GC 2005 niet ter beslechting voor aan de Raad van Deskundigen.
Artikel 19 Beslechting van geschillen
1. In aanvulling op § 47 lid 2 UAV-GC 2005 komen partijen overeen dat indien één der partijen zulks verlangt, één der leden van het scheidsgerecht wordt gekozen uit de buitengewone leden van de in dit lid bedoelde Raad, dan wel door de Voorzitter van de Raad benoemd. In deze gevallen bestaat het scheidsgerecht steeds uit drie leden.
2. Partijen komen overeen dat in geval van een geschil de Opdrachtnemer gehouden is de Werkzaamheden op vordering van de Opdrachtgever volgens aanwijzingen van de Opdrachtgever voort te zetten, tenzij de Raad van Arbitrage voor de Bouw in spoedgeschil anders beslist en onverminderd zijn rechten, die uit de bedoelde uitspraak voor hem mochten voortvloeien.
3. Partijen komen overeen dat voor zover de betaling van enig termijnbedrag vertraging zou ondervinden in verband met een aanhangig geschil, de Opdrachtgever tot zodanige betaling zal overgaan als in verband met de stand van de Werkzaamheden en de wederzijdse vorderingen toelaatbaar is.
Zodanige betaling zal niet in het geding kunnen worden gebruikt als bewijs van de erkenning door de Opdrachtgever van enig recht van de Opdrachtnemer.
Artikel 20 Stimuleringsregeling Bewuste Bouwers
1. In het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen stimuleert de Opdrachtgever dat de Opdrachtnemer bij de realisatie van het Werk zich gedraagt als ‘Bewuste Xxxxxx’ in relatie tot de omgang met omwonenden, de omgevingsveiligheid, de verzorging van de bouwplaats en het milieu.
2. De Opdrachtnemer maakt voor ieder jaar waarin hem een ‘certificaat Bewuste Bouwers’ is toegekend zoals afgegeven door de Stichting Bewuste Bouwers (xxx.xxxxxxxxxxxxxx.xx), tot aan de datum van oplevering, aanspraak op een vergoeding conform onderstaande tabel:
In artikel 2 lid 4 bedoelde totaalbedrag (in miljoen euro) | Vergoeding in het eerste jaar van toekenning (excl. BTW) | Vergoeding per daarop volgend jaar van toekenning (excl. BTW) |
0 tot 1 | € 500,00 | € 500,00 |
1 tot 6 | € 750,00 | € 500,00 |
6 tot 12 | € 1.000,00 | € 750,00 |
12 tot 21 | € 1.250,00 | € 1.000,00 |
21 tot 33 | € 1.500,00 | € 1.250,00 |
33 tot 45 | € 1.750,00 | € 1.500,00 |
45 tot 75 | € 2.000,00 | € 1.750,00 |
75 tot 100 | € 2.250,00 | € 2.000,00 |
≥ 100 | € 2.500,00 | € 2.250,00 |
3. Betaling van de in lid 2 genoemde vergoeding geschiedt op afzonderlijke factuur, onafhankelijk van termijnen, tegen overlegging van een kopie van het aan hem toegekende certificaat, alsmede een kopie van de factuur voor het betreffende certificaat van de Stichting Bewuste Bouwers.
Artikel 21 Kostenvergoeding en/of termijnsverlenging
In aanvulling op § 44 lid 5 UAV-GC 2005 komen partijen overeen dat kosten ten gevolge van wijzigingen in de Overeenkomst, ongeacht de hoeveelheid van de wijziging, tot € 1.000.000,-- worden verrekend tegen de prijzen welke de Opdrachtnemer op de bij inschrijving ingediende Bijlage K "Staat van prijzen per eenheid" heeft weergegeven.
Indien lopende de Overeenkomst per saldo op een onderdeel minder werkzaamheden worden uitgevoerd, mag voor deze hoeveelheid minder werk op de bovengenoemde prijzen 15% in mindering worden gebracht. Op prijzen verband houdend met het minder aanbrengen van waterremmende onderlagen zoals
omschreven in eis 3.2.4.3 van de Vraagspecificatie deel Eisen mag 25% in mindering worden gebracht.
Aldus opgemaakt en in twee-voud ondertekend, de Opdrachtgever
ir. A.A. Xxxxxx te Middelburg
op <Vul datum in> en
de Opdrachtnemer
naam: <Vul naam vertegenwoordiger Opdrachtnemer in> Plaats: ……
Datum: ……
Vraagspecificatie Algemeen (Engineering en Construct)
Het verbeteren van de glooiingsconstructie ter plaatse van de Philipsdam Zuid tussen dp 503 en dp 528+85m met bijkomende werken in de gemeente Schouwen- Duiveland
Zaaknummer: 31052573
Rijkswaterstaat 2012
Toonaangevend Opdrachtgever
In het ondernemingsplan 2012 stelt Rijkswaterstaat zich ten doel een Toonaangevend Opdrachtgever (TOG) te zijn. Dit betekent dat Rijkswaterstaat de markt maximaal laat bijdragen aan het realiseren van de publieke doelen, dat Rijkswaterstaat de kennis in de markt optimaal gebruikt, stimuleert tot vernieuwing en de interne werkprocessen efficiënt heeft georganiseerd. TOG gaat om bewustwording in de eigen organisatie om de samenwerking met marktpartijen te verbeteren.
Colofon 1.0
Uitgegeven door Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Rijkswaterstaat Programma’s, Projecten en Onderhoud Xxxxxxx 0000
0000 XX Xxxxxxxxxx
Datum 19 juni 2014
Status definitief
Versienummer 1.0
Inhoud
1 Inleiding 4
1.1 Doel van de Vraagspecificatie 4
1.2 Documentstructuur van de Vraagspecificatie 4
1.3 Uitgangspunten van de Overeenkomst 4
1.4 Basisprincipes van de Overeenkomst 5
1.4.1 De Overeenkomst 5
1.4.2 Relatie Opdrachtgever – Opdrachtnemer 5
1.4.3 Projectorganisatie van de Opdrachtgever 5
1.5 Contractbeheersingsfilosofie 5
2 Missie en doelstellingen 7
2.1 Missie van Rijkswaterstaat 7
2.2 Doelstellingen voor het waterkeringsysteem 7
2.2.1 Doel 1: Waterveiligheid 7
2.2.2 Doel 2: Minimale verkeershinder / maximale doorstroming 7
2.2.3 Doel 3: Publieksgericht handelen 7
2.2.4 Doel 4: Duurzaamheid 7
2.2.5 Doel 5: Behoud ecologische waarden 7
3 Scope en Werkzaamheden volgens de Overeenkomst 8
3.1 De Scope 8
3.2 Soort Werkzaamheden 8
4 Begripsbepalingen en afkortingen 9
4.1 Begripsbepalingen 9
4.2 Afkortingen 9
5 Van toepassing zijnde documenten 10
5.1 Versies 10
5.2 Bekendheid van de Opdrachtnemer met wetten, regelgeving c.a. 10
5.3 Verkrijgbaarheid RWS-normen, richtlijnen en publicaties 10
5.4 Rangorde 10
5.5 Lijst met informatieve documenten 10
5.5.1 Toelichting 10
5.5.2 Verantwoordelijkheid interpretatie informatieve documenten 11
1 Inleiding
1.1 Doel van de Vraagspecificatie
De Vraagspecificatie maakt onderdeel uit van de Overeenkomst (zaaknr.31052573) voor het verbeteren van de glooiingsconstructie ter plaatse van de Philipsdam Zuid tussen dp 503 en dp 528+85m met bijkomende werken in de gemeente Schouwen- Duiveland.
De Vraagspecificatie beschrijft de eisen die de Opdrachtgever stelt aan de Werkzaamheden en de resultaten daarvan.
1.2 Documentstructuur van de Vraagspecificatie
De Vraagspecificatie bestaat uit drie documenten, annexen en bijlagen bij de documenten:
Vraagspecificatie
Basisovereenkomst
Vraagspecificatie Proces
Vraagspecificatie Eisen
Annexen
Vraagspecificatie Algemeen
• Vraagspecificatie Algemeen: dit document beschrijft de opzet van de contractdocumenten, de contractbeheersingsfilosofie en de geest van de Overeenkomst. Tevens worden de documenten genoemd die informatie geven over de bestaande situatie en wordt een overzicht gegeven van de afkortingen die in de verschillende tot de Vraagspecificatie behorende documenten worden gebruikt.
• Vraagspecificatie Eisen: dit document beschrijft aan welke eisen de onderdelen van het object gedurende de looptijd van de Overeenkomst dienen te voldoen;
• Vraagspecificatie Proces: dit document beschrijft de eisen die worden gesteld aan diverse processen. Tevens wordt in dit deel aangegeven aan welke processen de Opdrachtnemer in elk geval invulling moet geven in zijn projectmanagementplan.
Daarnaast zijn er een aantal annexen, tekeningen en bijlagen bij de Vraagspecificatie.
1.3 Uitgangspunten van de Overeenkomst
De Opdrachtgever beoogt de in de scope aangegeven locaties in het areaal van de Dienst Zee en Delta die onvoldoende functioneren tot dat niveau te brengen dat het
integrale systeem weer goed functioneert. In de Overeenkomst worden maatregelen voorgeschreven die de Opdrachtnemer moet uitvoeren. In sommige gevallen is de Opdrachtnemer vrij zelf te bepalen welke maatregelen genomen moeten worden om aan de eisen te voldoen.
In het kader van de Overeenkomst wordt van de Opdrachtnemer verwacht dat hij
• publieksgericht werkt waarbij de beschikbaarheid van het systeem zo groot mogelijk en de hinder voor het (vaar)wegverkeer zo minimaal mogelijk is;
• de processen binnen de Overeenkomst beheersbaar tot stand brengt met gebruikmaking van kwaliteitsborging en zelf aantoont dat voldaan wordt aan de uit de Overeenkomst voortvloeiende eisen;
• zich tot doel stelt de kwaliteit te toetsen en, indien nodig, te verbeteren door invulling te geven aan een zelflerende organisatie.
1.4 Basisprincipes van de Overeenkomst
1.4.1 De Overeenkomst
De Opdrachtgever stelt zich tot doel om infrastructuur en waterkeringen op een doelmatige, efficiënte en gebruikersvriendelijke manier te beheren. In dat kader omvat de Overeenkomst eisen waaraan de objecten moeten voldoen en aan de processen om het Werk te kunnen uitvoeren.
1.4.2 Relatie Opdrachtgever – Opdrachtnemer
De Overeenkomst beoogt een andere relatie tussen de Opdrachtgever en de Opdrachtnemer dan bij traditionele contracten. Er is geen sprake meer van een ‘aannemer’ die vrijwel uitsluitend uitvoert, maar van de Opdrachtnemer die uitvoert. De Overeenkomst gaat (meer) uit van gelijkwaardigheid tussen de Opdrachtnemer en de Opdrachtgever en richt zich meer op een positieve samenwerking tussen de contractpartijen.
1.4.3 Projectorganisatie van de Opdrachtgever
Bij de voorbereiding en de uitvoering van de Overeenkomst, is door de Opdrachtgever een projectorganisatie ingericht die is gebaseerd op het zogeheten IPM-model (IPM = Integraal Projectmanagement). Hierin worden vijf rollen onderscheiden:
1. Projectmanager: geeft leiding aan het projectteam en is verantwoordelijk voor het bereiken van het projectresultaat;
2. Contractmanager: is verantwoordelijk voor de inkoop en beheersing van de uitvoeringswerkzaamheden;
3. Technisch Manager: is verantwoordelijk voor de technisch inhoudelijke inbreng in het project;
4. Omgevingsmanager: is verantwoordelijk voor de interactie met de omgeving en voert regie over vergunningen, milieu en schadeafhandeling;
5. Manager projectbeheersing: is verantwoordelijk voor de beheersing van het project waaronder de planning, de financiën, de kwaliteit en het documentenbeheer.
De contractmanager is de gemachtigde van de Opdrachtgever.
1.5 Contractbeheersingsfilosofie
Voor de onderhavige Overeenkomst is gekozen voor een aanpak van systeemgerichte contractbeheersing door de Opdrachtgever. De Opdrachtgever
wenst zoveel mogelijk op afstand te blijven staan van het proces en product van de Opdrachtnemer. Desondanks heeft de Opdrachtgever een maatschappelijke verantwoordelijkheid bij de realisatie van het Werk. Met het oog daarop wordt van de Opdrachtnemer een beheerste werkwijze en borging geëist. De eisen die gesteld worden aan de beheerste werkwijze zijn nader uitgewerkt in de Vraagspecificatie Proces. Indien de Opdrachtnemer een werkwijze implementeert die voldoet aan de eisen uit de Vraagspecificatie Proces, hetgeen hij aan de Opdrachtgever inzichtelijk moet maken, geeft dit de Opdrachtgever in beginsel het vertrouwen dat het eindresultaat aan de gestelde eisen zal gaan voldoen.
Om dit vertrouwen te onderbouwen toetst de Opdrachtgever. De toetsen worden op basis van het risicoregister ingepland. Gegeven de wens om op afstand te blijven toetst de Opdrachtgever met name of de Opdrachtnemer werkt volgens zijn kwaliteitsmanagementsysteem en of de registraties van de Opdrachtnemer betrouwbaar zijn. Om tot dit oordeel te kunnen komen maakt de Opdrachtgever gebruik van een mix van systeem-, proces- en producttoetsen.
2 Missie en doelstellingen
2.1 Missie van Rijkswaterstaat
Rijkswaterstaat is de uitvoeringsorganisatie die in opdracht van de Minister en Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu de nationale infrastructurele netwerken beheert en ontwikkelt.
Rijkswaterstaat vervult daartoe de rollen van:
• de beheerder die de waterveiligheid bewaakt;
• de infraprovider die ervoor zorgt dat de netwerken worden beheerd en ontwikkeld;
• de verkeersmanager die er voor zorgt dat het verkeer op hoofd(vaar)wegen soepel en veilig verloopt;
• de netwerkmanager die aansluiting zoekt bij het geheel van wegen en vaarwegen en daardoor intensief samenwerkt met andere netwerkbeheerders, regionale partners en gebruikers en belanghebbenden om een goede afweging te maken tussen beheer en verkeer;
• de watermanager die de hoofdstromen in de hand houdt.
Vanuit haar rollen beschikt Rijkswaterstaat over veel informatie over water in Nederland en het verkeer over weg en water. Die informatie deelt Rijkswaterstaat met een ieder die daar belang bij heeft.
2.2 Doelstellingen voor het waterkeringsysteem
De Opdrachtgever streeft met de Overeenkomst en de in de Vraagspecificatie opgenomen eisen de onderstaande doelstellingen na.
2.2.1 Doel 1: Waterveiligheid
Werkzaamheden aan het waterkeringsysteem worden zodanig uitgevoerd dat na gereedkomen van het Werk het waterkeringsysteem een storm met een overschrijdingskans van 1 : 4000 kan weerstaan.
2.2.2 Doel 2: Minimale verkeershinder / maximale doorstroming
De Werkzaamheden aan het waterkeringsysteem wordt op zodanige wijze uitgevoerd dat zo min mogelijk (vaarweg)verkeershinder ontstaat en de doorstroming van het (vaarweg)verkeer zo min mogelijk wordt beperkt.
2.2.3 Doel 3: Publieksgericht handelen
Bij het uitvoeren van de Werkzaamheden aan het waterkeringsysteem wordt rekening gehouden met de wensen van het publiek en de weggebruikers.
2.2.4 Doel 4: Duurzaamheid
Werkzaamheden aan het waterkeringsysteem vinden op een zodanige wijze plaats dat het milieu niet, of indien dit onontkoombaar is, zo min mogelijk wordt belast.
2.2.5 Doel 5: Behoud ecologische waarden
Werkzaamheden aan het waterkeringsysteem worden zodanig uitgevoerd dat natuurwaarden in (weg)bermen, oevers en andere groene terreinen worden behouden en waar mogelijk worden bevorderd.
3 Scope en Werkzaamheden volgens de Overeenkomst
3.1 De Scope
De opdracht voor het project Zeeweringen is als volgt geformuleerd: Het, waar nodig, (doen) verbeteren van de gezette steenbekledingen op het buitentalud van de zeeweringen in Zeeland.
Alle onderdelen van het buitentalud van de beschouwde dijkvakken worden door het project aan nader onderzoek onderworpen. De onderdelen van het buitentalud die hierbij ‘onvoldoende’ scoren worden vervolgens verbeterd.
Het project moet leiden tot een verbetering van de dijkvakken langs de Westerschelde en Oosterschelde, zodanig dat bij een toetsing aan de randvoorwaarden op grond van de Waterwet deze de beoordeling ‘goed’ krijgen en de levensduur ten minste 50 jaar bedraagt.
3.2 Soort Werkzaamheden
De Overeenkomst omvat:
1. het aanpassen van onderdelen van het object dan wel het verwijderen en vervangen van onderdelen van het object.
2. Het uitvoeren van bijkomende werkzaamheden omschreven in deze overeenkomst.
4 Begripsbepalingen en afkortingen
4.1 Begripsbepalingen
In de Vraagspecificatie wordt door partijen de bijbehorende betekenis toegekend aan de volgende gebezigde woorden:
Waterkering: Constructie die oppervlaktewater begrenst en tegenhoudt zodat het achtergelegen gebied niet kan overstromen.
Glooiing: Deel van de buitenzijde van de dijk wat voorzien is van een steenbekleding voor het weerstaan van de golfbelasting.
Bekleding: De constructie waarmee de waterkering wordt bekleed om de golfbelasting te kunnen weerstaan. Deze kan bestaan uit steen, beton, asfalt, klei, gras of andere golfbestendige materialen.
Bouwstoffen: de in het Werk te brengen materialen, voorwerpen, onderdelen, installaties, grond van allerlei soort en dergelijke.
4.2 Afkortingen
Afkorting | Betekenis |
PMP | Projectmanagementplan |
PSU | Project Startup bijeenkomst |
RWS | Rijkswaterstaat |
SCB | Systeemgerichte contractbeheersing |
Dp / dp | Dijkpaal |
5 Van toepassing zijnde documenten
5.1 Versies
Daar waar in de Vraagspecificatie een reglement, norm, praktijkrichtlijn, aanbeveling, beoordelingsrichtlijn of een andere publicatie is vermeld, is deze geheel van toepassing op de Werkzaamheden, zoals deze twee maanden voor de dag van aanbesteding van deze Overeenkomst luidt, tenzij daarvan in deze Overeenkomst wordt afgeweken.
5.2 Bekendheid van de Opdrachtnemer met wetten, regelgeving c.a. De Opdrachtnemer wordt geacht bekend te zijn met alle in de Vraagspecificatie genoemde reglementen, normen, praktijkrichtlijnen, aanbevelingen, beoordelingsrichtlijnen en andere publicaties.
De Opdrachtnemer wordt tevens geacht bekend te zijn met wetten, reglementen, normen, praktijkrichtlijnen, aanbevelingen, beoordelingsrichtlijnen of andere publicaties die niet zijn opgenomen in de Vraagspecificatie, maar van belang zijn of van toepassing zijn op de door hem te verrichten Werkzaamheden en/of resultaten daarvan.
5.3 Verkrijgbaarheid RWS-normen, richtlijnen en publicaties
Normen, richtlijnen en overige publicaties waarvan RWS de auteur is, kunnen kosteloos worden opgevraagd bij:
Rijkswaterstaat Programma’s, Projecten en Onderhoud Afdeling Inkoop- en Contractmanagement Zee & Delta Xxxxxxx 0000,
0000 XX XXXXXXXXXX
Tel. 06 – 00 00 00 00
Fax. 0118 - 622 999
Contactpersoon: Xxxxx Xxxxxxx E-mail: xxxxx.xxxxxxx@xxx.xx
5.4 Rangorde
Indien tegenstrijdigheid bestaat tussen de eisen in de Vraagspecificatie, reglementen, normen, praktijkrichtlijnen, aanbevelingen, beoordelingsrichtlijnen of andere publicaties, dan geldt onderstaande rangorde, in aanvulling op de rangorde die reeds in de Basisovereenkomst (artikel 3 lid 2) is aangebracht:
1. Eisen uit de Vraagspecificatie
2. Eisen volgend uit de Documenten
5.5 Lijst met informatieve documenten
5.5.1 Toelichting
In het kader van deze Overeenkomst wordt de volgende informatie aan de Opdrachtnemer ter beschikking gesteld.
Titel | Datum/ Versie | Mee- gele- verd |
Rijkswaterstaat Brede Afspraak Duurzaam inkopen xxx.xxx.xx/xxxxxxxxxxxxxxx | Datum aanbesteding | Ja |
Gedragscode Flora- en Faunawet voor waterschappen http://xxx.xxx.xx/files_content/studiemateriaal/Gedragscode% 20Flora-%20en%20Faunawet%20voor%20Waterschappen.pdf | 2005 | Nee |
Waterstanden xxx.xxxxx.xx en xxx.xxxxxxxxxxxxxxxx.xx | Nee | |
Kaart dieptelijnen, mosselpercelen en visvakken | Ja | |
Foto’s dijkvak | Xx | |
DWG-bestanden | Ja | |
Spreadsheet volumetrisch ontwerp open steenasfalt | Xx | |
Richtlijnen Vaarwegen RVW 2005 | Nee | |
Verkeerskundige Afspraken Scheepvaart | Nee |
Toegevoegd bij NVI 2:
Kaart dieptelijnen 1 | 19-06-2014 | Dieptelijnen ter plaatste van dp508 is gepubliceerd met eerste publicatie |
Kaart dieptelijnen 2 | 21-07-2014 | Dieptelijnen 2 Slaak wordt gepubliceerd met deze tweede Nota van Inlichtingen |
5.5.2 Verantwoordelijkheid interpretatie informatieve documenten
De Opdrachtnemer is verantwoordelijk voor de interpretatie van de informatie en dient die informatie voor zover nodig zelf aan te vullen. De Opdrachtgever is niet aansprakelijk voor op de informatieve documenten gebaseerde conclusies of gekozen uitgangspunten.
Voor onjuistheden in de verstrekte informatie die de Opdrachtnemer redelijkerwijs had moeten ontdekken, is de Opdrachtgever evenmin aansprakelijk. Voor het overige mag de Opdrachtnemer uitgaan van de juistheid van de feitelijke informatie indien en voorzover noch door de Opdrachtgever noch door de opsteller een voorbehoud ten aanzien van de juistheid is gemaakt.
Vraagspecificatie Eisen
Het verbeteren van de glooiingsconstructie ter plaatse van de Philipsdam Zuid tussen dp 503 en dp 528+85m met bijkomende werken in de gemeente Schouwen-Duiveland
Zaaknummer: 31052573
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Colofon
Uitgegeven door: Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Rijkswaterstaat Programma’s, Projecten en Onderhoud
Informatie:
Telefoon: 0000-000 000
Fax: 0000-000 000
Uitgevoerd door: X. Xxxxxxx
Datum: 19 juni 2014
Status: Definitief
Versienummer: 1.0
Inhoudsopgave
1 INLEIDING 4
1.1 Objectoverview 4
2 VAN TOEPASSING ZIJNDE DOCUMENTEN 6
2.1 Bindende documenten 6
2.1.1 Normen en richtlijnen 6
2.1.2 Object- en projectspecifieke tekeningen/documenten 6
3 EISEN 8
3.1 Inleiding 8
3.2 Object eisen 9
3.2.1 Waterkering 9
3.2.2 Buitenberm, bovenbeloop, kruin en binnenbeloop 9
3.2.3 Onderhoudsstrook 10
3.2.4 Glooiingsconstructie 11
3.2.4.1 Algemeen 11
3.2.4.2 Steenzetting 11
3.2.4.3 Waterremmende onderlaag 12
3.2.4.4 Asfaltbekleding 13
3.2.4.5 Geotextiel 13
3.2.5 Voorland 14
3.2.6 Dijkmeubilair en overige constructies 14
3.3 Aspecteisen 15
3.3.1 Veiligheid 15
3.3.2 Gezondheid 15
3.3.3 Beschikbaarheid 15
3.3.4 Betrouwbaarheid 15
3.3.5 Vormgeving 15
3.3.6 Omgevingshinder 15
3.3.7 Uitvoering 18
3.3.8 Xxxxxx en onderhoud 19
3.3.9 Toekomstvastheid 19
3.3.10 Sloop 19
3.4 Externe raakvlakeisen 19
3.5 Interne raakvlakeisen 19
4 INFORMATIE 20
4.1 Verificatiemethoden 20
1 INLEIDING
1.1 Objectoverview
Het Werk omvat het verbeteren van de glooiingsconstructie ter plaatse van de Philipsdam Zuid tussen dp 503 en dp 528+85m met bijkomende werken in de gemeente Schouwen-Duiveland. De lengte van het dijkvak is circa 2285 meter.
De beschrijving van de huidige situatie van de projectlocaties is opgenomen in de Vraagspecificatie Algemeen. Overzichtstekeningen zijn opgenomen in paragraaf 2.1.2.
In de onderstaande figuur 1.1 is de objectenboom opgenomen. In voorliggend document worden de eisen beschreven waaraan het object, in dit geval de waterkering, dient te voldoen.
Waterkering
Buitenberm, bovenbeloop, kruin en binnenbeloop
Onderhoudsstrook
Glooiingsconstructie
Voorland
Dijkmeubilair en overige constructies
Figuur 1.1 Objectenboom waterkering
2 VAN TOEPASSING ZIJNDE DOCUMENTEN
2.1 Bindende documenten
2.1.1 Normen en richtlijnen
Normen en richtlijnen met betrekking tot de Vraagspecificatie Eisen staan in de Technische bijsluiter. Tevens zijn hierin ook alle aanvullende technische eisen opgenomen.
2.1.2 Object- en projectspecifieke tekeningen/documenten
NVI 1 Tekeninglijst aangepast
Type | Code | Titel | Datum/ Versie | organisatie |
Tekening | ZLRW-2014-01021 | Situatie (1) bestaand en nieuw van dp503 tot dp510+40m | 19-06-2014 | Rijkswaterstaat |
Tekening | ZLRW-20143- 01021 (NVI) | Situatie (1) bestaand en nieuw van dp503 tot dp510+40m | ▪ Asfaltconstructie aangepast ▪ Grondaanvulling nabij detail B- B toegevoegd. | |
Tekening | ZLRW-2014-01022 | Situatie (2) bestaand en nieuw van dp510+40m tot dp519+45m | 19-06-2014 | Rijkswaterstaat |
Tekening | ZLRW-2014-01023 | Situatie (3) bestaand en nieuw van dp519+45m tot dp524+50m | 19-06-2014 | Rijkswaterstaat |
Tekening | ZLRW-2014-01024 | Situatie (4) bestaand en nieuw van dp524+50m tot dp528+85m | 19-06-2014 | Rijkswaterstaat |
Tekening | ZLRW-20143- 01024 (NVI) | Situatie (4) bestaand en nieuw van dp524+50m tot dp528+85m | ▪ Werkgrens aangepast | |
Tekening | ZLRW-2014-01025 | Dwarsprofiel 1 bestaand en nieuw van dp503 tot dp507+90m | 19-06-2014 | Rijkswaterstaat |
Tekening | ZLRW-20143- 01025 (NVI) | Dwarsprofiel 1 bestaand en nieuw van dp503 tot dp507+90m | ▪ Asfaltconstructie aangepast ▪ Gietasfalt aangepast | |
Tekening | ZLRW-2014-01026 | Dwarsprofiel 2 bestaand en nieuw van dp507+90m tot dp526+14m | 19-06-2014 | Rijkswaterstaat |
Tekening | ZLRW-20143- 01026 (NVI) | Dwarsprofiel 2 bestaand en nieuw dp507+90m tot dp526+14m | ▪ Asfaltconstructie aangepast ▪ Gietasfalt aangepast | |
Tekening | ZLRW-2014-01027 | Dwarsprofiel 3 bestaand en nieuw van dp526+14m tot dp528+85m | 19-06-2014 | Rijkswaterstaat |
Tekening | ZLRW-2014-01028 | Details | 19-06-2014 | Rijkswaterstaat |
Tekening | ZLRW-20143- 01028 (NVI) | Details | ▪ Bestaande ondergrond en geotextiel detail B-B aangepast ▪ Gietasfalt detail 2 aangepast | |
Tekening | ZLRW-2014-01029 | Dwarsprofielen 100m, bestaand en ontwerp (basis) van dp503+25m tot en met dp510 | 19-06-2014 | Rijkswaterstaat |
Tekening | ZLRW-20143- 01029 (NVI) | Dwarsprofielen 100m, bestaand en ontwerp (basis) van dp503+25m tot en met dp510 | ▪ Asfaltconstructie aangepast | |
Tekening | ZLRW-2014-01030 | Dwarsprofielen 100m, bestaand en ontwerp (basis) van dp511 tot en met dp519 | 19-06-2014 | Rijkswaterstaat |
Tekening | ZLRW-2014-01031 | Dwarsprofielen 100m, bestaand en ontwerp (basis) van dp520 tot en met dp528+84m | 19-06-2014 | Rijkswaterstaat |
Tekening | ZLRW-2014-01032 | Aansluitend profiel t.p.v. dp528+87m | 19-06-2014 | Rijkswaterstaat |
Tekening | ZLRW-2014-01033 | Transportroute | 19-06-2014 | Rijkswaterstaat |
Tekening | ZLRW-2014-01034 | Bouwbord | 19-06-2014 | Rijkswaterstaat |
Document | 20140012/rap01 | Verkennend Grondonderzoek ATKB | 13-05-2014 | ATKB |
Document | Opname en advies asfaltverharding | 13-05-2014 | WIU |
Type | Code | Titel | Datum/ Versie | organisatie |
Document | dd 11-07-2014 | Opname en advies asfaltverharding | ▪ Het advies is op onderdelen aangepast | |
Document | Risicolijst | 16-06-2014 | PBZ |
De Opdrachtnemer dient zich vóór inschrijving op de hoogte te stellen van de meest actuele situatie van het werkgebied. Het werkgebied betreft een dynamisch tijgebied waardoor de aanwezigheid van slib/sediment/zand/begroeiing/zwerfvuil op de glooiingsconstructie en/of de vooroever ten opzichte van de bestaande situatie zoals aangegeven op de tekeningen kan afwijken. Als ten opzichte van de tekeningen het werkgebied gewijzigd is door invloed van getij en/of wind en/of de natuur, dan zijn deze afwijkingen voor rekening en risico van de Opdrachtnemer.
Bestaande situatie
3 EISEN
3.1 Inleiding
In deze paragraaf wordt toegelicht hoe de specificatie is opgesteld. Kenmerkend voor deze specificatie is de indeling naar diverse soorten eisen en de samenhang tussen de eisen. De eisen vallen uiteen in de volgende typen eisen:
• Objecteisen;
• Aspecteisen;
• Externe en interne raakvlakeisen.
Naast de objecteisen en raakvlakeisen worden aspecteisen geïdentificeerd. Deze beschrijven specifieke eigenschappen van het te ontwikkelen systeem, die geen directe bijdrage leveren aan de primaire functie.
Aspect | Toelichting | Relevant |
Veiligheid | Xxxxx met betrekking tot veiligheid tijdens realisatie en veiligheid in de gebruiksfase van gerealiseerde objecten, voor zowel de gebruiker als de omgeving. | Ja |
Gezondheid | Nee | |
Beschikbaarheid | Nee | |
Betrouwbaarheid | Nee | |
Vormgeving | Nee | |
Omgevingshinder | Eisen aan stof, geluid, trillingen, en stank tijdens de realisatie en gebruiksfase. Hieronder valt ook duurzaam bouwen. | Ja |
Uitvoering | Eisen aan de uitvoering van nieuw te bouwen en de aanpassing van bestaande objecten. | Ja |
Xxxxxx en onderhoud | Xxxxx met betrekking tot de beheerbaarheid van objecten en met betrekking tot de benodigde instandhoudingsvoorzieningen en relatie met onderhoudsprocessen (onderhoudbaarheid). | Ja |
Toekomstvastheid | Nee | |
Sloop | Nee |
3.2 Object eisen
Overzicht objecten: zie figuur 1.1
3.2.1 Waterkering
3.2.1.1 | Algemeen |
1. | Het te realiseren Werk moet voldoen aan de bij dit contract behorende tekeningen. |
2. | Alle materialen welke zijn benodigd om het Werk uit te kunnen voeren dienen te voldoen aan de eisen gesteld in de Technische Bijsluiter. |
3. | Nieuwe bekledingen niet afdekken voordat deze zijn ingemeten door de Opdrachtgever. Deze worden uiterlijk binnen 5 werkdagen na gereedmelding, door de Opdrachtgever ingemeten. |
Verificatiemethode: M |
3.2.1.2 | Verwijderen bestaande bekleding |
1. | De functie van de waterkering dient tijdens de uitvoering te allen tijde te worden gewaarborgd. |
2. | Het verwijderen van de bestaande bekleding en het verrichten van ontgravingen in de waterkering zijn alleen toegestaan in de periode van 1 april tot 1 oktober. De waterkering moet op 1 oktober weer bekleed zijn. |
3. | De bekleding mag maximaal op twee locaties tegelijk verwijderd worden. |
4. | Tijdens het Werk mag, onder het niveau van bovenkant onderhoudsstrook -0,50 m, de waterkering over een lengte van totaal maximaal 400 meter onbekleed zijn. |
5. | Indien de werkzaamheden langer dan 7 dagen achtereen worden stilgelegd dient de waterkering onder het niveau van bovenkant onderhoudsweg -0,50 m volledig te zijn bekleed. |
6. | Er dient voldoende materiaal en materieel op het werkterrein aanwezig te zijn om in geval van calamiteiten onbeschermde delen van de waterkering te kunnen verdedigen. |
Verificatiemethode: M |
3.2.2 Buitenberm, bovenbeloop, kruin en binnenbeloop
3.2.2.1 | Dijklichaam |
1. | Tijdens het verrichten van de Werkzaamheden mag geen ingraving in het object geschieden anders dan aangegeven op tekening. |
2. | De bestaande kleilaag mag tijdens de Werkzaamheden niet verontreinigd raken met bouwstoffen of ander bodemvreemd materiaal. |
3. | Het object dient vrij van puin, steen(slag), asfaltresten, geotextiel en dergelijke te worden opgeleverd. |
4. | Alle onverharde delen van het object waar geen gesloten grasmat aanwezig is inzaaien met graszaadmengsel. |
5. | De bestaande begroeiing bestaande uit struiken dient voorafgaand aan de werkzaamheden verwijderd te worden. |
Verificatiemethode: I |
3.2.2.2 | Grasbekleding |
1. | De grasbekleding op het object vanaf 15 maart tot aan het eind van de uitvoeringsperiode kort houden door regelmatig te maaien. |
2. | Indien een bestaande grasbekleding definitief wordt bedekt met grond dient de Opdrachtnemer deze voorafgaand aan de Werkzaamheden te maaien en te frezen met een diepte van 0,15 m. |
3. | Op de ingezaaide delen dient aan het eind van de onderhoudsperiode een gesloten grasbekleding aanwezig te zijn. |
Verificatiemethode: I |
3.2.3 Onderhoudsstrook
3.2.3.1 | Definitie |
1. | De constructie bestaat uit een asfaltverharding op een funderingslaag. |
Verificatiemethode: M |
3.2.3.2 | Asfaltverharding |
1. | Bestaand asfalt dat voorzien wordt van een nieuwe bitumineuze oppervlakbehandeling dient vrij te zijn van verontreinigingen en markeringen. |
2. | Er mag geen los steenslag achterblijven na aanbrengen bitumineuze oppervlakbehandeling. |
3. | Tussen twee asfaltlagen een kleeflaag aanbrengen. |
Verificatiemethode: I |
3.2.3.3 | Fundering |
1. | De funderingslaag van de onderhoudsstrook dient te bestaan uit één van de volgende materialen: a. Hydraulische fosforslak; b. Hydraulische hoogovenslak; c. Hydraulisch granulaat van open steenasfalt (OSA). |
Verificatiemethode: M |
3.2.4 Glooiingsconstructie
3.2.4.1 Algemeen
3.2.4.1.1 | Tonrondte |
1. | Voorzover aangegeven op de bij dit contract horende tekeningen, moeten alle taluds waarop een nieuwe bekleding wordt aangebracht op 2/3 van de taludhoogte worden voorzien van een tonrondte van 1/100 van de horizontale lengte van het talud. |
2. | De tonrondte heeft alleen betrekking op het taluddeel met nieuwe bekleding. Als de bestaande ondertafel bijvoorbeeld wordt overlaagd, wordt de tonrondte alleen berekend en aangelegd over de boventafel. |
Verificatiemethode: M |
3.2.4.2 Steenzetting
3.2.4.2.1 | Inwassen zuilenbekleding |
1. | De zuilen moeten worden ingewassen met steenslag. Daarbij moet de inwassingshoogte gehanteerd worden waarbij de constructie volgens de golfgootproeven het best presteert. |
2. | Voordat begonnen wordt met inwassen dienen de openingen tussen de zuilen geheel schoon (gemaakt) te zijn. |
3. | Na het inwassen mag geen overtollige steenslag achterblijven. |
4. | Aan het eind van de onderhoudsperiode moet de uitgespoelde steenslag verwijderd worden van schor, slik en strand. |
Verificatiemethode: I |
3.2.4.2.2 | Betonzuilen |
1. | Het gehalte aan openingen van de bekleding, ter hoogte van de doorsnede waar de betonoppervlakte het grootst is, moet minimaal 7% en mag maximaal 17% zijn. |
2. | De middellijn van een cirkel die juist past in de openingen aan de onderzijde van de bekleding moet kleiner zijn dan 0,05 m. |
Verificatiemethode: M |
3.2.4.2.3 | Basaltzuilen |
n.v.t. | |
3.2.4.2.4 | Reparatie basalt |
n.v.t. | |
3.2.4.2.5 | Gekantelde betonblokken |
n.v.t. |
3.2.4.2.6 | Koperslakblokken |
n.v.t. | |
Verificatiemethode: I |
3.2.4.2.7 | Reparatie koperslakblokken |
n.v.t. | |
3.2.4.2.8 | Breuksteen |
1. | De Opdrachtnemer dient naast de hoeveelheid breuksteen die is aangegeven op de bij het contract behorende tekeningen een extra hoeveelheid breuksteen te leveren en te verwerken. De Opdrachtnemer dient in zijn aanbieding te rekenen met 1000 ton extra breuksteen, sortering 40-200 kg, die als uitvulling van de bestaande breuksteen op verschillende locaties langs het dijktraject verwerkt dient te worden. |
Verificatiemethode: I |
3.2.4.3 Waterremmende onderlaag
3.2.4.3.1 | Materialen |
1. | Een waterremmende onderlaag dient te bestaan uit één van de volgende materialen: a. Klei (erosiebestendigheid 1 of 2); b. Mijnsteen; c. Hydraulische fosforslak; d. Hydraulische hoogovenslak; e. Hydraulisch granulaat van open steenasfalt (OSA). |
Verificatiemethode: A |
NVI 1 VRAAG 6
6. | Vraag: | Artikel 3.2.4.3 Er wordt voor de waterremmende onderlaag geen onderscheid gemaakt tussen toepassing van klei boven of onder de gemiddeld hoogwaterlijn. Is dat juist? |
Antwoord: | Er is in dit contract voor de waterremmende onderlaag onder de steenbekleding alleen toepassing toegestaan van mijnsteen, zoals aangegeven op de tekeningen. |
3.2.4.3.2 | Blootstelling aan getij |
1. | De aan te brengen waterremmende onderlaag niet blootstellen aan opkomend getijdewater voordat de hele waterremmende onderlaag is aangebracht, verdicht en afgedekt. |
Verificatiemethode: I |
3.2.4.4 Asfaltbekleding
3.2.4.4.1 | Gepenetreerde breuksteen |
1. | Bestaande constructies welke met gepenetreerde breuksteen worden overlaagd dienen te worden schoon gemaakt. |
2. | Bij afstrooien met lavasteen dient minimaal 60% van het oppervlak van de bekleding bedekt te worden met lavastenen die voor 50% à 75% zijn ingebed in het gietasfalt. |
Verificatiemethode: M |
3.2.4.4.2 | Waterslot en overgangsconstructie |
1. | Het waterslot bestaat uit een volledig gepenetreerde breuksteenconstructie die tot 10 cm in de waterremmende ondergrond is aangebracht. De overgangsconstructie bestaat uit een palenrij en betonbanden. De overgangsconstructie moet volledig gepenetreerd zijn met gietasfalt of asfaltmastiek. |
Verificatiemethode: M |
3.2.4.4.3 | Open steenasfalt (OSA) |
1. | De constructie bestaat uit OSA die in één laag is aangebracht, zonder naden evenwijdig aan de dijk. Naden loodrecht op de dijk moeten uitgevoerd zijn als rechte las. |
Verificatiemethode: I |
3.2.4.4.4 | Waterbouwasfaltbeton |
n.v.t. | |
3.2.4.5 Geotextiel
3.2.4.5.1 | Geotextiel |
1. | De afzonderlijke banen geotextiel mogen evenwijdig aan of haaks op de kruinlijn van het dijklichaam worden aangebracht. Bij een evenwijdige ligging de onderliggende baan over de bovenliggende baan gelegd wordt. |
2. | Onderliggende grond moet vrij zijn van materialen welke het doek kunnen beschadigen. |
Verificatiemethode: I |
3.2.4.5.2 | Overlap geotextiel |
1. | De overlap tussen twee banen geotextiel dient minimaal 0,50 m te zijn. |
Verificatiemethode: M |
3.2.5 Voorland
3.2.5.1 | Slikken en schorren |
1. | Van de huidige situatie dient voorafgaand aan de werkzaamheden een nulmeting te worden uitgevoerd. Naast de geografische opname dient tevens een beschrijving ondersteund door foto’s gemaakt te worden. |
2. | De slikken of schorren in de werkstrook dienen op de oorspronkelijke hoogte te worden teruggebracht met een nauwkeurigheid van +/- 5 cm t.o.v. de nulmeting. |
3. | De slikken of schorren in de werkstrook dienen afwaterend van de dijk richting voorland afgewerkt te worden om te voorkomen dat er plassen water blijven staan. |
4. | Eventuele kreekjes binnen de werkstrook dienen ingemeten te worden en achteraf terug aangebracht te worden. |
5. | De Opdrachtnemer dient direct na het herstel van de werkstrook een gereed melding te doen bij de Opdrachtgever. |
6. | De voor de Werkzaamheden te gebruiken slikken en schorren moeten bij oplevering vrij zijn van steen en gebiedsvreemde materialen. |
Verificatiemethode: M |
3.2.5.2 | Begrenzing werkstrook |
1. | Slikken of schorren buiten de werkstrook mogen niet worden betreden of worden gebruikt voor opslag van materialen. |
2. | De Opdrachtnemer dient de begrenzing van de werkstrook duidelijk te markeren. |
Verificatiemethode: I |
3.2.5.3 | Strand |
n.v.t. | |
3.2.6 Dijkmeubilair en overige constructies
3.2.6.1 | Algemeen |
1. | De positie van het aanwezige dijkmeubilair aan de nieuwe constructies aanpassen. |
2. | De aanwezige trappen tussen de kruin en de onderhoudsstrook aanpassen aan het nieuwe constructieniveau. Ontbrekende/tekortkomende materialen bijleveren. |
3. | Slagbomen en stalen hekwerk worden ter beschikking gesteld door de Opdrachtgever. |
Verificatiemethode: I |
3.3 Aspecteisen
3.3.1 Veiligheid
3.3.1.1 | Afzetten werkterrein |
1. | De Opdrachtnemer dient het werkterrein op een dusdanige manier af te zetten dat een eenvoudige toegang van het werkterrein door onbevoegden bemoeilijkt wordt. De wijze van afzetten is ter keuze van de Opdrachtnemer. |
2. | Er mag geen geluidsapparatuur of geluid producerende apparatuur gebruikt worden, anders dan strikt noodzakelijk is voor de uitvoering en in verband met communicatie en veiligheid. |
Verificatiemethode: I |
3.3.2 Gezondheid
Niet van toepassing.
3.3.3 Beschikbaarheid
Niet van toepassing.
3.3.4 Betrouwbaarheid
Niet van toepassing.
3.3.5 Vormgeving
Niet van toepassing.
3.3.6 Omgevingshinder
3.3.6.1 | Transportroute |
1. | NVI 1 lid 1 vervallen Het materieel en materialen aan- en afvoeren over de transportroutes welke zijn aangegeven op de bij dit contract behorende tekeningen. Behalve de op tekening aangegeven transportroute, provinciale N-wegen en Rijkswegen zijn alle wegen binnen de gemeente (plaats van het werk) verboden voor transporten ten behoeve van het Werk. |
2. | Het werkverkeer dient zich te houden aan de voor de transportroute geldende snelheidsbeperkingen. |
3. | De transportroute blijft open voor alle verkeer. Om de veiligheid van de weggebruikers op deze route te waarborgen zal de Opdrachtnemer maatregelen moeten treffen. |
4. | De wijze van transport dient afgestemd te worden op de aanwezige infrastructuur en bebouwing om schade voortvloeiend uit transporten te voorkomen. |
5. | De Opdrachtnemer dient stofvorming en verstuiving door |
Uitvoeringswerkzaamheden te voorkomen. | |
6. | De Opdrachtnemer dient vervuiling van de openbare wegen door bouwverkeer te voorkomen. |
7. | Indien vervoersbewegingen over de transportroute welke zijn gerelateerd aan het werk leiden tot klachten als gevolg van een te hoge rijsnelheid of ander ongewenst rijgedrag plaatst de Opdrachtnemer op aangeven van de Opdrachtgever een snelheidsmeter met matrixbord. De locatie(s) van deze voorziening wordt in overleg met de Opdrachtgever vastgesteld en dient gedurende de resterende looptijd van het werk werkzaam te zijn. De kosten komen voor rekening van de Opdrachtnemer. |
8. | De Opdrachtnemer dient de bestaande halfverharding op de kruin van de dam geschikt te maken voor transportverkeer. Na de werkzaamheden dient de halfverharding minimaal gelijkwaardig aan de beginsituatie te worden teruggebracht. |
9. | De Opdrachtnemer dient de te handhaven verharding van betonblokken en de asfaltverhardingen in het werk te beschermen gedurende de uitvoering van de werkzaamheden. |
10. | Bestaande asfaltverharding verbeteren volgens bij dit contract gevoegd advies. |
Verificatiemethode: I |
3.3.6.2 | Tijdelijke fietsroutes |
n.v.t. | |
3.3.6.3 | Transport over water |
1. | Bij aanvoer over water dient het lossen (deponeren) van de materialen plaats te vinden binnen de werkstrook, tussen dp 507+50m en dp 509. |
2. | Transportbewegingen over mosselpercelen zijn niet toegestaan tenzij de Opdrachtnemer daar schriftelijk toestemming voor heeft van de betreffende perceel eigenaren. |
3. | De Opdrachtnemer dient maatregelen te nemen om schades aan mosselpercelen of visvakken en overlast voor vissers te voorkomen. Voor een overzicht van de bij de Opdrachtgever bekende mosselpercelen en visvakken wordt verwezen naar de indicatieve tekening met dieptelijnen. Daarnaast zijn er mogelijk nog vrije visvakken en vaste vistuigvissers nabij het werkgebied. |
4. | Indien de Opdrachtnemer voornemens is materialen over water aan te voeren dient dit tenminste 6 weken voor start aanvoer aan de Opdrachtgever kenbaar te worden gemaakt. |
Verificatiemethode: I |
NVI 1 VRAAG 3
3. | Vraag: | Wat is een MZI en mag hierover worden gevaren? |
Antwoord: | Dit betreffen Mossel Zaadinvang Installaties. Hier mag niet worden gevaren. |
3.3.6.4 | Werktijden |
1. | Behoudens met voorafgaande schriftelijke toestemming van de Opdrachtgever mogen op de volgende dagen c.q. tijdstippen geen Werkzaamheden ter plaatse van het object worden verricht: tussen 22.00 uur en 7.00 uur en op zaterdagen, zondagen en feestdagen. |
Verificatiemethode: I |
3.3.6.5 | Warm asfalt |
1. | De Opdrachtnemer dient maatregelen te treffen om te voorkomen dat vogels in warm gietasfalt of asfaltmastiek terecht komen. |
Verificatiemethode: E |
3.3.6.6 | Zeegroentesnijders |
1. | De Opdrachtnemer biedt zeegroentesnijders vrij toegang over het werk naar het schor. |
3.3.7 Uitvoering
3.3.7.1 | Gebruik Depots |
1. | Voor opslag van materialen komen de door de Opdrachtgever toegewezen depots en locaties in aanmerking. Deze depots en locaties zijn vanaf 1 februari 2015 beschikbaar voor de opslag van materialen. |
2. | De aan de Opdrachtnemer vervallen en af te voeren materialen dienen na afloop van de Werkzaamheden doch uiterlijk voor 15 juni 2015 uit de ter beschikking gestelde depots te zijn verwijderd. |
3. | Indien de Opdrachtnemer voornemens is om tijdelijke depot(s) in te richten, dan dient de locatie in overleg met de Opdrachtgever te worden vastgesteld. |
4. | Voorafgaand aan gebruik van de depots dient de Opdrachtnemer de situatie vast te leggen en deze bij oplevering in oorspronkelijk staat hersteld te hebben. |
5. | De door de Opdrachtgever toegewezen depots worden in het kader van het activiteitenbesluit aangemerkt als categorie B inrichtingen. (Alleen geschikt voor de opslag van bouwmaterialen) |
Verificatiemethode: I + M |
3.3.7.2 | Verblijfsruimte Opdrachtgever |
1. | Beschikbaar stellen van een verblijfsruimte vanaf 1 februari 2015 tot 15 juni 2015 op een in overleg met de Opdrachtgever te bepalen locatie. De verblijfsruimte heeft een minimale grootte van 54 m2, daarin inbegrepen een vergaderruimte van 36 m2, daarnaast een keuken (warm en koud stromend water) en een wc met waterspoeling. |
2. | Kantoorinrichting: • Stoelen en tafels voor 8 personen; • 3 in hoogte verstelbare bureaus met afsluitbare laden en 3 bureaustoelen; • 1 afsluitbare brandveilige archiefkast; • Internetverbinding, snelheid minimaal 12 Mbps, met tenminste 2 vaste aansluitingen en voorzien van WIFI (draadloos internet); • 1 kleurenprinter met scanfunctie, HP OfficeJet Pro 8600A Plus e-AIO Wireless typenummer is HPCM750A-BEL, inclusief benodigd papier en inkt; • brandblusmiddelen; • ruimten voorzien van airconditioning, koeling, type splitsysteem. Het verblijf inclusief de inrichting dient te voldoen aan de vigerende Arbo regelgeving. |
3. | Normale invorderbare lasten zoals bijvoorbeeld precario en waterschapslasten worden geacht bij het gebruik te zijn inbegrepen. De keet aansluiten op de riolering, dan wel opvangen in een tank en deze regelmatig legen. De aansluitkosten en abonnementskosten, kosten voor de internetverbinding, elektriciteit en water zijn voor rekening van de Opdrachtnemer. |
4. | De Opdrachtnemer draagt zorg voor het verstrekken van koude en warme dranken, het schoonhouden, het verwarmen en elektrisch verlichten, het nodige drink- en waswater, zeep en schone handdoeken. |
Verificatiemethode: E |
3.3.8 Beheer en onderhoud
3.3.8.1 | Onderhoudstermijn |
1. | De onderhoudstermijn als bedoeld in § 27 UAV-GC 2005 eindigt op 1 juli 2016. |
Verificatiemethode: I |
3.3.9 Toekomstvastheid
Niet van toepassing.
3.3.10 Sloop
Niet van toepassing.
3.4 Externe raakvlakeisen
3.4.1 | Schade |
1. | Schades aan bestaande constructies, ontstaan ten gevolge van activiteiten die verband houden met de te verrichten Werkzaamheden volgens deze Overeenkomst, dienen door en voor rekening van de Opdrachtnemer voor de oplevering van het Werk hersteld te zijn. |
Verificatiemethode: I |
3.5 Interne raakvlakeisen
Niet van toepassing.
4 INFORMATIE
4.1 Verificatiemethoden
Type | ||
A | Analyse | Berekening, historische gegevens, voorgaande testen, analyse rapporten, datasheets van componenten …etc |
D | Demonstratie | Functionele werking aantonen |
I | Inspectie | Visuele controle, kleur, type, ontwerp, constructie, goed vakmanschap |
M | Meting | Test, evaluatie van de resultaten, prestatie |
E | Eigen keuze | Eigen keuze van de Opdrachtnemer |
Vraagspecificatie Proces
Beschrijving van proceseisen
het verbeteren van de glooiingsconstructie ter plaatse van de Philipsdam Zuid tussen dp 503 en dp 528+85m met bijkomende werken in de gemeente Schouwen-Duiveland Zaaknummer: 31052573
Datum: 19-06-2014
Colofon 4.1
Uitgegeven door Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Rijkswaterstaat Dienst
Programma's, Projecten en Onderhoud Xxxxxxx 0000
0000 XX XXXXXXXXXX
Datum 31052573
Status definitief
Versienummer 1.0
Inhoud
Xxxxxxxx | 0 |
0 Xxxxxxxxxx informatie | 7 |
1.1 De Vraagspecificatie Proces | 7 |
1.2 Samenwerking | 7 |
1.3 Kwaliteitsmanagement | 7 |
1.4 Ter kennis, ter Acceptatie of ter toetsing | 8 |
1.5 Contractbeheersingsfilosofie | 9 |
1.6 Leeswijzer | 9 |
2 Projectmanagement (PM) | 10 |
2.1 Opstellen van een projectmanagementplan (PM) | 10 |
2.2 Toepassen kwaliteitsmanagement (KM) | 11 |
2.3 Interactie tussen de Opdrachtgever en de Opdrachtnemer (IN) | 11 |
2.3.1 Opstellen voortgangsrapportage | 11 |
2.3.2 Overleggen met de Opdrachtgever | 12 |
3 Projectbeheersing (PB) | 14 |
3.1 Scopemanagement (SM) | 14 |
3.2 Planningsmanagement (PL) | 14 |
3.2.1 Opstellen van een planning | 14 |
3.3 Financieel management (FM) | 14 |
3.3.1 Onderbouwen opdrachtsom | 15 |
3.3.2 Opstellen termijnstaat | 16 |
3.3.3 Betaling | 17 |
3.3.4 Opschorting van de betaling | 18 |
3.4 Risicomanagement (RM) | 19 |
3.4.1 Opstellen risicoregister | 19 |
3.5 Voldoen aan de Wet arbeid vreemdelingen (AV) | 19 |
3.6 Integraal veiligheidsmanagement (VH) | 20 |
3.6.1 Opstellen integraal veiligheidsdossier | 21 |
3.6.2 Beschrijven van calamiteitenmanagement | 21 |
3.7 CO2 reductie (CO) | 22 |
3.8 Duurzaamheid | 23 |
4 Omgevingsmanagement (OM) | 25 |
4.1 Verkrijgen vergunningen, ontheffingen, beschikkingen en/of toestemmingen | (VE) 25 |
4.1.1 Aanvragen en verkrijgen vergunningen | 25 |
4.1.2 Resultaatsverplichting | 26 |
4.2 Leggen of verleggen van kabels en leidingen (KL) | 26 |
4.2.1 Algemeen | 27 |
4.2.2 Instandhouden en tijdelijk beschermen | 27 |
4.2.3 Gegevens verstrekken Kabels en Leidingen Rijkswaterstaat | 28 |
4.2.4 Handhaven Kabels en Leidingen Derden Categorie 1 | 28 |
4.2.5 Afstemmen Kabels en Leidingen Derden Categorie 2 | 29 |
4.2.6 | Aanpassen Kabels en Leidingen Derden Categorie 3 | 29 | |
4.3 | Communiceren met derden (CD) | 30 | |
4.3.1 | Communiceren met betrokkenen | 31 | |
4.3.2 | Verstrekken van informatie en verlenen van assistentie | 32 | |
4.3.3 | Plaatsen van bouwborden | 32 | |
4.3.4 | Onderhouden contacten met media | 33 | |
4.3.5 | Organiseren van evenementen | 33 | |
4.3.6 | Publicaties en reclame-uitingen | 33 | |
4.3.7 | Afhandelen klachten van derden | 33 | |
4.4 | Verkeersmanagement wegen (VM) | 34 | |
4.5 | Verkeersmanagement vaarwegen (VN) | 34 | |
5 | Technisch management (TM) | 35 | |
5.1 | Uitvoeringsontwerp | 35 | |
5.1.1 | Doelstelling | 35 | |
5.1.2 | Werkzaamheden | 35 | |
5.1.3 | Proceseisen | 35 | |
5.1.4 | Eisen werktekeningen | 35 | |
5.2 | Uitvoeren (UV) | 36 | |
5.2.1 | Veilig verrichten van Uitvoeringswerkzaamheden | 37 | |
5.2.2 | Uitvoeren maatregelen in het kader van vrijkomende materialen | 37 | |
5.2.3 | Overbelading motorvoertuigen | 38 | |
5.3 | Verifiëren en valideren (VV) | 39 | |
5.4 | Opstellen afleverdossiers en opleverdossier (OP) | 40 | |
5.4.1 | Opstellen afleverdossier | 40 | |
5.4.2 | Opstellen opleverdossier | 40 | |
5.4.3 | Digitaal overdragen gegevens | 41 | |
6 | Inkoopmanagement (IM) | 42 | |
6.1 | Zelfstandige hulppersonen en BIBOB-eisen (BI) | 42 | |
Referentielijst | 44 | ||
Afkortingen | 46 | ||
Bijlage | A | Richtlijn Samenwerking Rijkswaterstaat - Markt op Integrale Projecten | 47 |
Bijlage | B | Risicolijst | 48 |
Bijlage | C | Integraal Veiligheidsplan | 49 |
Bijlage | D | Definitie Integrale Veiligheid | 50 |
Bijlage | E | Regelingenschema Kabels en Leidingen Derden | 53 |
Bijlage | F | Werkbare Uren (WBU) en werkvensters | 56 |
Bijlage | G | Slot's | 57 |
Bijlage | H | Aanvragen verkeersmaatregelen | 58 |
Bijlage | I | Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie | 59 |
Bijlage | J | Programma van Eisen voor uitvoerend archeologisch onderzoek | 60 |
Bijlage | K | Rijkswaterstaat Brede Afspraak Duurzaam Inkopen | 61 |
Bijlage | L | Geodetische Werkzaamheden en Areaalgegevens | 62 |
Bijlage | M | Derden verklaring uitsluitingsgronden | 63 |
Bijlage | N | Revisie- c.q. as-built-tekeningen | 67 |
Bijlage | O | Persprotocol | 68 |
Attentie
Dit contractdocument Vraagspecificatie Proces is gebaseerd op het nieuwe model Vraagspecificatie Proces. Met het nieuwe model stelt Rijkswaterstaat minder eisen aan de processen waar de Opdrachtnemer, al dan niet op basis van zijn gecertificeerde kwaliteitsmanagementsysteem, de UAV-GC 2005 of de Overeenkomst, verantwoordelijk voor is. Van de Opdrachtnemer wordt verwacht dat hij die verantwoordelijkheid neemt door onder andere de principes van kwaliteitsmanagement in acht te nemen. Van de Opdrachtgever mag worden verwacht dat hij de ruimte geeft aan de Opdrachtnemer om zijn processen in te richten zodanig dat hij zijn verantwoordelijkheid kan waarmaken. Van zowel de Opdrachtgever als de Opdrachtnemer wordt verwacht dat zij professioneel handelen en door middel van constructieve samenwerking bijdragen aan een beter resultaat.
De teruggang in eisen is met name herkenbaar in de hoofdstukken Projectmanagement (2), Projectbeheersing (3) en Technisch Management (5). Als aansprekend voorbeeld zijn eisen ten aanzien van documentmanagement uit een voorgaande modelversie geschrapt omdat prima kan worden teruggevallen op § 4.2 NEN-EN-ISO 9001:2008 “Documentatie-eisen”.
Bij Omgevingsmanagement (hoofdstuk 4) heeft Rijkswaterstaat een maatschappelijke verantwoordelijkheid en stelt van daaruit aanvullende en meer specifieke eisen aan de betreffende processen van de Opdrachtnemer.
In deze Vraagspecificatie Proces worden zo min mogelijk concrete producten vereist van de Opdrachtnemer, maar wordt de Opdrachtnemer gevraagd zijn processen te beschrijven. Met het beschrijven van zijn processen wordt niet “het hemd van het lijf” gevraagd. De Opdrachtnemer dient op grond van § 7.1 “Planning en realiseren van het product” NEN-EN-ISO 9001:2008, zelf de noodzaak te bepalen om processen te beschrijven die noodzakelijk zijn voor de realisatie van het Werk. Van de Opdrachtnemer mag verlangd worden dat hij deze Documenten naleeft en up-to- date houdt, temeer daar het zijn eigen procesbeschrijvingen betreft.
Verder geldt dat op basis van dezelfde eisen in deze Vraagspecificatie Proces, de procesbeschrijvingen bij een eenvoudige monodisciplinaire opdracht korter zijn en minder omvatten dan bij een complexe multidisciplinaire opdracht.