Afspraken over single audit: audit reke- ningen 2020 Vlaamse overheid
Afspraken over single audit: audit reke- ningen 2020 Vlaamse overheid
Tussen
Het Rekenhof, vertegenwoordigd door xxxxxxx Xxxxx Xxxxxxxx, voorzitter van het Rekenhof
En
Het Instituut van de Bedrijfsrevisoren, vertegenwoordigd door de xxxx Xxx Xxxxxxxx, voorzitter
En
Het departement Financiën en Begroting van de Vlaamse Gemeenschap, vertegen- woordigd door de xxxx Xxxxxxxx Xxxxxxxxxxx, Vlaams minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed.
INHOUD
INHOUD 2
1. Kader 3
2. Kerncijfers Vlaamse overheid 4
3. Aanpak departement Financiën en Begroting 5
4. Controlestrategie Xxxxxxxx 0
4.1. Algemene uitgangspunten 6
4.2. Materialiteit toegepast door het Xxxxxxxx 0
4.2.1. Materialiteit op niveau Vlaamse overheid 6
4.2.2. Materialiteit entiteiten Vlaamse overheid 7
4.2.3. Xxxxxxxxxxx 0
4.2.4. Significantie van de entiteiten en overleg tussen partijen 8
4.2.4.1. Significante entiteiten 8
4.2.4.2. Niet-significante entiteiten 8
4.3. Praktische afspraken voor controles ter plaatse 9
4.3.1. Contactpersonen 9
4.3.2. Strategie en planning 9
4.3.3. Fraude 10
4.3.4. Uitvoering van de controle 11
4.3.5. Afsluitend gesprek (closing meeting) 13
4.3.6. Auditrapporten 13
5. Tijdpad voor de audit van de rekeningen 2020 14
6. Bijzondere aandachtspunten 15
7. Contact 17
Bijlage 1 20
Allocatie van materialiteit Vlaamse overheid naar significante entiteiten
20
Bijlage 2 21
Building Blocks: werkprogramma ISRS 4400 21
1. Kader
De Vlaamse Codex Overheidsfinanciën (VCO) en het uitvoeringsbesluit (BVCO1) voorzien in een verregaande samenwerking op het vlak van financiële controle tussen het departement Financiën en Begroting, de bedrijfsrevisoren en het Rekenhof.
• De (jaar)rekeningen van heel wat Vlaamse rechtspersonen moeten op basis van artikel 55 van de VCO worden gecertificeerd door een bedrijfsrevisor.
• De geconsolideerde rekening van de Vlaamse deelstaatoverheid wordt op basis van artikel 44 van de VCO voor certificering aan het Rekenhof voor- gelegd. Als groepsauditor organiseert het Rekenhof zijn financiële con- troles overeenkomstig de auditstandaard ISA 600 “bijzondere overwegingen
– controles van financiële overzichten van een groep (inclusief de werk- zaamheden van auditors van groepsonderdelen)”.
Entiteiten die behoren tot de Vlaamse deelstaatoverheid stellen jaarlijks een rekening op conform de regels die de Vlaamse Regering bepaalt. Het departement Financiën en Begroting vaardigt richtlijnen uit voor het voeren van de boek- houding en voor de opmaak van de rekeningen. Deze richtlijnen worden gebundeld in de handleiding voor de boekhoudregels (link: xxxxx://xxxxxxxxxxxxxxxxxxx- xxxxxx.xxxxxxxxxx.xx – publiek toegankelijk).
De bedrijfsrevisor past bij zijn rekeningencontrole de internationale con- trolestandaarden (International Standards on Auditing of ISA’s) toe2. In- zake het toepasselijk referentiekader voor financiële rapportering verwijst hij in zijn certificeringsverslag3 naar de relevante regels en principes van de hoofdstukken 2 tot en met 6 van de codex (VCO) en van het BVR ter uitvoering van de VCO zijn nageleefd.
Deze afsprakennota, gesloten tussen het departement Financiën en Begroting, het Instituut van de Bedrijfsrevisoren en het Rekenhof, regelt de samenwerking tussen het departement Financiën en Begroting, de bedrijfsrevisoren die bij de Vlaamse rechtspersonen certificeringsopdracht overeenkomstig de VCO uit- voeren en het Rekenhof dat de geconsolideerde rekening van de Vlaamse deel- staatoverheid certificeert (hierna: de partijen). De nota legt uit op welke manier deze partijen hun financiële controles onderling afstemmen wat betreft de controleplanning, -werkzaamheden en –resultaten.
Basis voor deze afsprakennota is artikel 66 van de VCO4 dat single audit invoert bij de Vlaamse overheid. Single audit gaat uit van “één enkel audit- model voor de Vlaamse overheid, waarbij elk controleniveau voortbouwt op het voorgaande, met als doel de last voor de gecontroleerde te verminderen en de
1 Het besluit van de Vlaamse Regering van 9 oktober 2015 betreffende controle en single audit die van toepassing is op de univer- siteiten, hogescholen en een aantal andere ambtshalve geregistreerde instellingen voor hoger onderwijs in de Vlaamse Gemeen- schap blijft van toepassing. De afsprakennota geldt dus ook voor deze entiteiten.
2 De standaarden voor audits in de publieke sector door rekenkamers (ISSAI’s) bieden nuttige bijkomende richtlijnen en goede praktijken voor de toepassing van de ISA’s in een overheidsomgeving (meer informatie op xxxxx://xxx.xxxxx.xxx/xxxxxxxxxxxx- pronouncements/).
3 Modelverslagen kunnen gevonden worden op de website van het Informatiecentrum voor het Bedrijfsrevisoraat (xxx.xxxx.xx)
4 Decreet van 29 maart 2019 houdende de Vlaamse Codex Overheidsfinanciën – Hoofdstuk 6 – Controle; Afdeling 4 – De samen- werking in het kader van single audit.
kwaliteit van de audit op te voeren, maar zonder de onafhankelijkheid van de betrokken auditorganen te ondergraven5.”
De partijen passen het “single audit” principe toe, waarbij ze zoveel mogelijk op elkaars resultaten verder bouwen. De afspraken over single audit gelden voor alle entiteiten die krachtens artikel 7 van de VCO bekendgemaakt worden op de website van de bevoegde instantie6, namelijk xxxxx://xxx.xxxxxxx- xxx.xx/xxxxxxxxxxx-xx-xxxxxxx. Bepaalde entiteiten dienen slechts een “light” rapportering op te maken. Ook die entiteiten zijn terug te vinden op deze website.
De partijen engageren zich ertoe om hun auditwerkzaamheden maximaal op elkaar af te stemmen om dubbel werk te vermijden, de controlelast te verminderen en de kostenefficiëntie van hun audits te verhogen. Concreet gebeurt dit via informatie-uitwisseling inzake strategie en planning, monitoring en risico- analyse, rapportering, controlemethodieken en handleidingen en goede prak- tijken. Elke partij bouwt voort op de werkzaamheden die zijn verricht door andere controleactoren die eerder in de controlecascade optreden. Iedere partij dient haar opdracht autonoom uit te voeren, en draagt hiervoor onver- kort de verantwoordelijkheid.
De opheffing van het beroepsgeheim van de bedrijfsrevisor t.o.v. het Rekenhof en het departement Financiën en Begroting zorgt ervoor dat de uitwisseling van informatie probleemloos verloopt.
De certificeringsopdracht van de bedrijfsrevisor overeenkomstig het VCO en verder uitgewerkt in het BVCO en het besluit van de Vlaamse Regering van
9 oktober 20157 is ruimer dan deze voorzien in het Wetboek van vennootschap- pen. De begrotingsuitvoering en de ESR-rapportering vallen ook binnen de scope van de opdracht. De bedrijfsrevisor dient er zich van te vergewissen over afdoende kennis en ervaring te beschikken om al deze controles met goed gevolg zelf uit te voeren. Bij de uitvoering van de controles kan rekening worden gehouden met de controlebevindingen van de andere controleactoren, zonder dat de internationale controlestandaard ISA 620 “gebruikmaken van de werkzaamheden van een deskundige” evenwel op hen kan worden toegepast. Het Rekenhof kan niet door de bedrijfsrevisor als deskundige worden ingeschakeld voor de uitvoering van controlewerkzaamheden.
2. Kerncijfers Vlaamse overheid
ESR-consolidatie (in ‘000 euro) | Aangepaste begroting 2020 |
ESR-gecorrigeerde ontvangsten | |
- Ministerie Vlaamse Gemeenschap | 40.633.208 |
5 Voor de juridische grondslag verwijzen we naar artikel 66 en artikel 67.van de VCO.
6 Het Rekenhof kan, overeenkomstig haar eigen autonomie, entiteiten controleren die niet aan de VCO zijn onderworpen, maar deze controles vallen buiten het afsprakenkader van single audit.
7 Betreffende controle en single audit die van toepassing is op de universiteiten, hogescholen en een aantal andere ambtshalve geregistreerde instellingen voor hoger onderwijs in de Vlaamse Gemeenschap.
- Diensten met afzonderlijk beheer | 325.283 |
- Rechtspersonen | 3.805.851 |
44.764.342 | |
ESR-gecorrigeerde uitgaven | |
- Ministerie Vlaamse Gemeenschap | 27.964.614 |
- Diensten met afzonderlijk beheer | 1.395.517 |
- Rechtspersonen | 22.139.274 |
51.499.405 | |
Saldo | -6.735.063 |
Onderbenutting | 1.251.070 |
Effect verstrengd begrotingstoezicht | 10.307 |
Overflow Ministeries en Rechtspersonen8 | 1.219.890 |
Vorderingensaldo | -4.152.116 |
Bron: aangepaste begroting 2020
De aangepaste begroting 2020 sluit af met een negatief saldo van 4.152,1 miljoen euro.
3. Aanpak departement Financiën en Begroting
Het departement Financiën en Begroting garandeert de betrouwbaarheid, cor- rectheid, volledigheid en tijdigheid van de gegevens inzake begrotingsuit- voering en boekhouding van de Vlaamse overheid. Monitoring en controle van uitvoering van de begroting behoren dan ook tot de recurrente opdracht van het departement, zonder evenwel controles ter plaatse uit te voeren.
Voor de rechtspersonen met een raad van bestuur kan het departement Financiën en Begroting rekenen op de werkzaamheden die door de bedrijfsrevisoren en door het Rekenhof worden uitgevoerd. Het is noodzakelijk dat het departement op de hoogte wordt gebracht van hun controlevaststellingen, nog vóór de ESR geconsolideerde rekeningen worden overgemaakt aan het federale niveau.
Samen met de rekening 2020 zullen bij alle entiteiten die tot de Vlaamse overheidssector S13.12 behoren, de door het INR opgelegde rapporteringen rond building blocks worden opgevraagd. De rapportering van die building blocks over 2020 is eveneens aan de controle van de bedrijfsrevisor onderworpen.
Wanneer het departement Financiën en Begroting kennis heeft van bijzondere aandachtspunten die van belang zijn voor een te controleren rechtspersoon, communiceert het deze tijdig aan de betrokken controleactoren zodat zij hun controlebenadering hierop kunnen afstemmen. Bij gebrek aan dergelijke commu- nicatie kunnen de andere actoren uitgaan van de afwezigheid van bijzondere aandachtspunten9.
8 Het netto-effect van de overflow wordt ESR-matig geneutraliseerd. Bijkomende informatie is terug te vinden in de bijlage aan- gaande het VABN-advies 2018/10.
9 Zie bijlage 0 - Xxxxxxxx Xxxxxx: werkprogramma ISRS 4400
Het departement Financiën en Begroting vaardigt richtlijnen uit voor het voeren van de boekhouding en voor de opmaak van de rekeningen. Deze richt- lijnen worden gebundeld in de handleiding voor de boekhoudregels (link: xxxxx://xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xxxxxxxxxx.xx – publiek toegankelijk).
Daarnaast houdt het departement Financiën en Begroting voor elke betrokken rechtspersoon een permanent dossier bij dat uit een algemeen en een vertrou- welijk luik bestaat. Het vertrouwelijk luik, dat enkel raadpleegbaar is door de betrokken rechtspersoon en zijn controleactoren, bevat voornamelijk ver- slagen van die controleactoren. Het permanent dossier is opgenomen in het “Repertorium rechtspersonen Vlaamse overheid”. Het is de bedoeling dat elke controleactor ook de opmerkingen geformuleerd door de andere controleactoren mee opvolgt. (link: xxxxx://xxxxxxxxxxx.xxxxxxxxxx.xx/ - beveiligd - aanvraag via xxxxxxxxxxxxxxxx@xxxxxxxxxx.xx in te dienen).
4. Controlestrategie Rekenhof
4.1. Algemene uitgangspunten
Het Rekenhof hanteert de auditstandaard ISA 600 “bijzondere overwegingen – controles van financiële overzichten van een groep (inclusief de werkzaamhe- den van auditors van groepsonderdelen)” als leidraad voor de organisatie van zijn financiële controles.
Uitgaande van de begroting bepaalt het Rekenhof welke entiteiten van de Vlaamse overheid significant zijn voor zijn controle. Hierbij neemt het zowel kwantitatieve als kwalitatieve criteria in aanmerking.
• Bij entiteiten die vanwege hun financieel belang significant zijn, is een volkomen controle (full audit) door het Rekenhof vereist. Entiteiten van de Vlaamse overheid die financieel minder belangrijk zijn, worden onder- worpen aan een summiere controle (gebaseerd op een analytisch nazicht).
• Bij entiteiten die vanwege hun bijzondere risico (bv. een budgettair aan- dachtspunt) significant zijn, richt het Rekenhof zijn auditwerkzaamheden specifiek op dit bijzondere risico.
Het Rekenhof zal steunen op het werk van de bedrijfsrevisor, mits het zich kan vergewissen van de inhoud en de resultaten van zijn controle. Bij rechts- personen die omwille van hun financieel belang of bijzonder risico significant zijn, zal meer overleg en samenwerking tussen het Rekenhof en de bedrijfsre- visor nodig zijn dan bij minder significante rechtspersonen.
4.2. Materialiteit toegepast door het Rekenhof
4.2.1. Materialiteit op niveau Vlaamse overheid
Het activiteitenniveau van de Vlaamse overheid wordt financieel best weerge- geven door haar gecorrigeerde geconsolideerde begrotingsuitgaven10. Voor be- grotingsjaar 2020 worden deze geraamd op 60.070,6 miljoen euro. Wanneer daarop de richtwaarde van 0,5% tot 2% van de uitgaven wordt toegepast, geeft dit een interval tussen 300,4 en 1.201,4 miljoen euro.
Het Rekenhof behoudt de materialiteit op groepsniveau op 300,0 miljoen euro. Dit bedrag wordt gebruikt als drempelwaarde voor de selectie van de financieel significante entiteiten van de Vlaamse overheid (cfr. infra).
4.2.2. Materialiteit entiteiten Vlaamse overheid
Voor het aansturen van de controles op de jaarrekeningen van individuele entiteiten van de Vlaamse overheid en voor het beoordelen van de controlere- sultaten op niveau van de individuele jaarrekeningen wijst het Rekenhof de materialiteit op groepsniveau toe aan de verschillende entiteiten door ge- bruik te maken van het MACM-model (maximum aggregate component materiality)11. Dit model vermenigvuldigt de groepsmaterialiteit met een multiplicator die is gebaseerd op het aantal significante entiteiten. Het bekomen product wordt verdeeld over de significante entiteiten.
Op basis van de aangepaste begroting 2020 selecteerde het Xxxxxxxx 00 finan- cieel significante entiteiten. Bijlage 1 bevat een overzicht van de materi- aliteit die het Rekenhof bij de controle van deze entiteiten zal toepassen.
De bedrijfsrevisoren certificeren de jaarrekeningen van individuele Vlaamse rechtspersonen. Zij bepalen de materialiteit in functie van deze certifice- ringsopdracht. Evenwel mag die materialiteit niet hoger zijn dan die gehan- teerd door het Rekenhof voor dat groepsonderdeel.
4.2.3. Grenswaarde
Alle opmerkingen met een impact vanaf 5,0 miljoen euro, evenals alle opmer- kingen die de bedrijfsrevisor als materieel beoordeelt, dienen aan het Re- kenhof te worden meegedeeld.
Wanneer de bedrijfsrevisor tijdens zijn controle op fouten of problemen stuit die aanleiding kunnen geven tot een vermelding in het single auditverslag12, brengt hij het Rekenhof daar zo snel mogelijk van op de hoogte. Daarbij wordt zowel de inhoud van de opmerking, de aard van de fout, de geraamde impact, de reactie van de gecontroleerde, als een kopie van de onderbouwende stukken meegedeeld.
10 Het Rekenhof houdt in de materialiteitsberekening niet alleen rekening met de netto ESR-uitgaven (51.415,7 miljoen euro), maar ook met de ESR 8 – (participaties) en ESR 9 –verrichtingen (leningen).
11 Component Materiality for Group Audits, by Xxxxxx X. Xxxxxx, Xxxxxxx X. Xxxxxxx, Xxxxxxxx X. Xxxxxxxxx and Xxxxxxx X. Xxxxxxx Xx., Journal of Accountancy, December 2008, xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xxx/Xxxxxx/0000/Xxx/XxxxxxxxxXxxxxxxxxxxxxx- GroupAudits.htm
12 De bedrijfsrevisoren bij universiteiten en hogescholen voeren hun opdracht uit overeenkomstig artikel 7 van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 oktober 2015 betreffende controle en single audit die van toepassing is op de universiteiten, hogescho- len en een aantal andere ambtshalve geregistreerde instellingen voor hoger onderwijs in de Vlaamse Gemeenschap.
4.2.4. Significantie van de entiteiten en overleg tussen partijen
Gegevens gebaseerd op de aangepaste begroting 2020
Entiteiten | Aantal | % | Gecorri- geerde ESR- ontvangsten (mln. euro) | % | Gecorri- geerde ESR- uitgaven (mln. euro) | % |
Binnen consolidatie | ||||||
…>300 mln euro | 30 | 14,7% | 54.271,5 | 95,1% | 52.525,2 | 87,4% |
…30–300 mln euro | 65 | 31,9% | 2.458,8 | 4,3% | 6.813,8 | 11,3% |
…<30 mln euro13 | 109 | 53,4% | 337,3 | 0,6% | 731,7 | 1,3% |
204 | 100,0% | 57.067,6 | 100,0% | 60.070,6 | 100,0% |
4.2.4.1. Significante entiteiten
Entiteiten waarvan de gecorrigeerde ESR-uitgaven of -ontvangsten hoger zijn dan de materialiteit op groepsniveau (300,0 miljoen euro), beschouwt het Rekenhof als significante entiteiten. Entiteiten die de voorbije drie jaren de materialiteitsdrempel van 300,0 miljoen euro minstens éénmaal hebben over- schreden, worden ook bij de rekeningencontrole 2020 als een significante entiteit aangemerkt, behalve wanneer die overschrijding te wijten was aan een eenmalige en specifieke maatregel.
Wanneer een bedrijfsrevisor de jaarrekening van een significant groepsonder- deel certificeert, zal het Rekenhof minstens twee overlegmomenten met de bedrijfsrevisor afspreken:
• Planningsoverleg
Tijdens het planningsoverleg bespreken het Rekenhofteam en de bedrijfs- revisor hun risicoanalyse (inclusief budgettaire aandachtspunten) en geplande controleaanpak. Zij overleggen wanneer en hoe de rekeningen- controle zal worden uitgevoerd.
• Rapporteringsoverleg
Tijdens dit overleg bespreekt de bedrijfsrevisor de resultaten van zijn rekeningencontrole met het Rekenhofteam. Daarbij kan het Rekenhofteam inzage vragen in het werkdossier van de bedrijfsrevisor. Dit overleg kan plaatsvinden na de rekeningcontrole, tijdens de closing meeting of naar aanleiding van de bespreking van de auditresultaten in het audit- comité.
4.2.4.2. Niet-significante entiteiten
Bij entiteiten waarvan de gecorrigeerde ESR-uitgaven of -ontvangsten lager zijn dan de materialiteit op groepsniveau, beslist het Rekenhof welke over- legmomenten met de bedrijfsrevisor nodig zijn. Een overlegmoment is vereist
13 Er wordt geen rekening gehouden met de rechtspersonen die geen begroting hebben ingediend omdat deze het grensbedrag van 5,0 miljoen euro aan ESR ontvangsten of ESR uitgaven niet hebben overschreden (VCO – art. 3 §2).
wanneer de bedrijfsrevisor overweegt een verklaring te geven die afwijkt van een goedkeurende verklaring.
4.3. Praktische afspraken voor controles ter plaatse
4.3.1. Contactpersonen
Het Rekenhof en de bedrijfsrevisoren zorgen ervoor dat hun auditteams die bij dezelfde entiteit werkzaam zijn, rechtstreeks en informeel contact met elkaar kunnen opnemen om informatie te delen.
• Zij bezorgen elkaar een lijst met contactpersonen.
• In geval bepaalde contactpersonen wijzigen, engageren zij zich om el- kaar zo snel mogelijk op de hoogte te stellen.
• Het centraal permanent dossier14 bevat per entiteit algemene informatie over de controleactoren, de looptijd van hun mandaat, alsook over de persoon of personen met wie contact moet worden opgenomen, met vermel- ding van hun contactgegevens. Het Rekenhof en de bedrijfsrevisoren zorgen via een mail aan xxxxxxxxxxxxxxxx@xxxxxxxxxx.xx dat de hen be- treffende informatie in het permanent dossier actueel blijft.
4.3.2. Strategie en planning
Het Rekenhof en de bedrijfsrevisoren overleggen met elkaar over de gevolgde auditstrategie en leggen in functie daarvan hun auditplanning vast. Daarbij herleiden zij de dubbele werkzaamheden tot een minimum.
• Aansluitend bij het onderzoek van de begroting informeert het Rekenhof de bedrijfsrevisor over de vooropgestelde auditstrategie voor die en- titeiten van de Vlaamse overheid waar zij samen actief zijn. Binnen die krijtlijnen stemmen het Rekenhof en de bedrijfsrevisor hun auditaanpak op elkaar af. Hierbij komen volgende elementen aan bod:
o Significante versus niet-significante entiteiten (zie bijlage 1)
o Door het Rekenhof toegepaste materialiteitsdrempels: groepsmate- rialiteit, afgeleide materialiteit voor het groepsonderdeel, grenswaarde (zie 4.2)
o Door de bedrijfsrevisor gehanteerde materialiteits-drempels
o …
• Zij kunnen contact met elkaar opnemen om kennis en ervaring (over een entiteit of organisatie of een specifieke materie) te delen en de resultaten van hun monitoring en risicoanalyse uit te wisselen en toe te lichten. Dit betreft onder meer:
o Belang van de entiteit binnen het beleidsdomein
o (Budgettaire) aandachtspunten bij de begroting
o Evaluatie van het risicomanagement van de entiteit, met eigen aanvullingen
o Prioriteiten bij de rekeningencontrole
o Risicoanalyse
o Opvolging van opmerkingen van vorige jaren
o …
14 Conform artikel 61, § 2 van het BVCO en artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering betreffende controle en single audit die van toepassing is op de universiteiten, hogescholen en een aantal andere ambtshalve geregistreerde instellingen voor hoger onderwijs in de Vlaamse Gemeenschap
• De tijdelijke samenwerking over de uitvoering van controleactiviteiten in het kader van de jaarrekening kan worden besproken.
• Zij informeren elkaar tijdig over de planning van hun auditactiviteiten bij entiteiten van de Vlaamse overheid, waar zij samen actief zijn. Zij lichten ook de entiteit tijdig in over de in de jaarplanning opgenomen controleactiviteiten:
o De bedrijfsrevisor laat het Rekenhof weten welke interimwerk- zaamheden hij plant en wanneer die worden uitgevoerd.
o De bedrijfsrevisor laat het Rekenhof weten wanneer de eindejaars- controle zal worden uitgevoerd.
o Het Rekenhof laat de bedrijfsrevisor weten welke bijzondere on- derzoeken het heeft gepland en in welke periode die worden uit- gevoerd.
o Het Rekenhof laat de bedrijfsrevisor weten of het in het kader van de controle van de jaarrekening nog bijkomende werkzaamheden plant.
• Belangrijke verschuivingen in de auditplanning, de auditaanpak of de inhoud van de controle worden tijdig gecommuniceerd, zodat elke partij hiermee rekening kan houden bij de planning van de eigen werkzaamheden.
• De partijen informeren elkaar over de aanvang van een audit- of con- troleopdracht.
4.3.3. Fraude
International Standard on Auditing (ISA) 240 behandelt de verantwoordelijk- heden van de bedrijfsrevisor met betrekking tot fraude in het kader van een controle van financiële overzichten.
Er wordt verwacht dat de bedrijfsrevisor volgende documenten ter beschikking stelt van de partijen:
- de fraudebrainstorming die de significante beslissingen documenteert die tijdens de bespreking tussen de leden van het opdrachtteam zijn genomen over de mate waarin de financiële overzichten van de entiteit vatbaar zijn voor een afwijking van materieel belang die het gevolg is van fraude; en
- de frauderisicomatrix die de geïdentificeerde en ingeschatte xxxxxx'x op een afwijking van materieel belang, die het gevolg is van fraude, docu- menteert, zowel op het niveau van de financiële overzichten als van bewe- ringen.
- Indien relevant: de resultaten van het testen van journaalboekingen (jour- nal entry testing)
Tenslotte geven de paragrafen 45 t.e.m. 47 van ISA 240 in dit kader weer welke aspecten de bedrijfsrevisor in de controledocumentatie dient op te nemen, waaronder de algehele manieren om in te spelen op de ingeschatte risico's op een afwijking van materieel belang die het gevolg is van fraude op het niveau van de financiële overzichten, de aard, timing en omvang van controlewerkzaamheden, en het verband tussen deze werkzaamheden en de inge- schatte risico's op een afwijking van materieel belang op het niveau van beweringen die het gevolg is van fraude.
Om input te bekomen van voor het opstellen van de risicomatrix, kan krachtens de globale afsprakennota15 de contactpersoon van Audit Vlaanderen16 worden geraadpleegd.
In geval van indicaties van mogelijke fraude bezorgt de bedrijfsrevisor of het Rekenhof, zonder enig uitstel, aan Audit Vlaanderen een schriftelijke terugkoppeling van de bevindingen over het onderzoek naar het frauderisico.
4.3.4. Uitvoering van de controle
Het Rekenhof en de bedrijfsrevisor maken maximaal gebruik van de resultaten van elkaars audit- en controlewerkzaamheden. Zij houden elkaar stelselmatig op de hoogte over de resultaten van hun audits bij die entiteiten van de Vlaamse overheid waar zij samen actief zijn en verschaffen elkaar toelichting over de uitgevoerde onderzoeken.
• Zij kunnen elkaar informatie vragen over de stand van uitvoering van de auditplanning.
• Op verzoek kan mondeling toelichting worden gegeven bij een auditrap- port of controleverslag.
• De partijen hebben inzage in elkaars werkprogramma en werkdossier en bezorgen met betrekking tot elkaars werkprogramma en werkdossier op eenvoudige vraag elkaar kopieën.
• Op eenvoudige vraag lichten de partijen informatie uit hun controle- werkzaamheden toe.
• Afwijkende standpunten tussen bedrijfsrevisoren en Rekenhof moeten zo- veel mogelijk worden voorkomen. Indien een verschil in mening ontstaat, proberen beide partijen in samenspraak met het departement Financiën en Begroting tot een consensus te komen. Wanneer dat niet lukt, zal het Rekenhof in zijn rapportering beide standpunten vermelden. Deze geval- len moeten stelselmatig worden gesignaleerd aan de stuurgroep single audit, en aanhangig worden gemaakt bij de Vlaamse Adviescommissie Boek- houdkundige Normen (VABN).
De ISA’s verplichten de bedrijfsrevisor om een aantal stukken in zijn werk- dossier op te nemen. Deze documentatie dient systematisch met het Rekenhof te worden gedeeld en betreft:
- Risk assessment procedures – Documentatie over de belangrijkste bevin- dingen van de risk assessment procedures (ISA 315).
- Risicomatrix – Documentatie van de risico’s die een afwijking van
materieel belang kunnen veroorzaken, die op basis van het inzicht in de entiteit17 en haar omgeving zijn geïdentificeerd (ISA 315) en van de controlebenadering die is uitgewerkt in functie van die geïdentifi- ceerde risico’s.
- Controlebenadering – Documentatie omtrent de algehele controleaanpak, het controleprogramma, evenals alle belangrijke wijzigingen die daarin zijn aangebracht, alsmede de redenen van dergelijke wijzigingen (ISA 300).
15 Dd. 10 mei 2017
16 Raadpleeg voor contactgegevens het permanent dossier.
17 De algemene controle-omgeving vormt de grondslag van de organisatie. De beoordeling ervan (integriteit, ethisch handelen, het streven naar kwaliteit, …) dienen passend te worden gedocumenteerd.
- Materialiteitsberekening – Documentatie van (1)de materialiteit gehan- teerd voor de financiële overzichten als geheel, (2)indien van toepas- sing, het materialiteitsniveau of de materialiteitsniveaus voor bij- zondere transactiestromen, rekeningsaldi of in de financiële overzich- ten opgenomen toelichtingen, en (3)de uitvoeringsmaterialiteit, evenals alle herzieningen ervan in de loop van de controle (ISA 320).
- Beheersmaatregelen – Documentatie omtrent de manieren om in te spelen
op de ingeschatte risico's op een afwijking van materieel belang op het niveau van de financiële overzichten, alsmede de aard, timing en omvang van de controlewerkzaamheden die zijn uitgevoerd, en de conclusies ervan (ISA 330).
- Fraudebenadering – Documentatie van de ingeschatte frauderisico’s van materieel belang voor de financiële overzichten, de aard, timing en omvang van controlewerkzaamheden, en de conclusies ervan (ISA 240).
- In overweging nemen van wet- en regelgeving – Documentatie over ge-
ïdentificeerde of vermoede niet-naleving van wet- en regelgeving (ISA 250).
- Accounting estimates / schattingen – Inventaris van de belangrijke accounting estimates en de resultaten van de beoordeling (ISA 540).
- Evaluatie van de afwijkingen – Documentatie omtrent het bedrag waaron- der afwijkingen als duidelijk triviaal worden beschouwd, alle afwij- kingen die tijdens de controle geaccumuleerd zijn, met de vermelding of zij gecorrigeerd zijn en de conclusie met betrekking tot de vraag of niet-gecorrigeerde afwijkingen, afzonderlijk of gezamenlijk, van materieel belang zijn, en de basis voor die conclusie (ISA 450).
- Management letter - in toepassing van ISA 260 en ISA 265 (en artikel
60 van het BVCO), dat rapportering voorschrijft van vastgestelde in- efficiënties en inbreuken op regelgeving, andere dan VCO, die finan- ciële gevolgen voor de entiteit met zich hebben gebracht of met zich zouden kunnen meebrengen 18
- Bevestigingsbrief - ondertekend door de leden van het management ver- antwoordelijk voor het voorbereiden en/of opstellen van de jaarrekening (ISA 240).
De voornoemde lijst is niet limitatief. In het overleg geeft het Rekenhof aan van welke documenten uit het dossier het een (elektronische) kopie wenst. Zo kan het Rekenhof de bedrijfsrevisor vragen een confirmatie van zijn onafhan- kelijkheid ten aanzien van de entiteit te bezorgen.
De documenten over de planning (risk assessment, risicomatrix, controlebena- dering en materialiteitsberekening) dienen te worden geactualiseerd vooraf- gaand aan het planningsoverleg. De overige documenten dienen voor inzage beschikbaar te zijn uiterlijk tegen het afsluitend gesprek.
Naast de correctheid van de ESR-rapportering zal de bedrijfsrevisor er vooral op toezien dat het door het departement Financiën en Begroting voorziene sjabloon voor de jaarrekening volledig volgens de instructies van het depar- tement is ingevuld19. In de mate dat er twijfel zou bestaan over de interpre- tatie van de invulling van het sjabloon, neemt de bedrijfsrevisor contact op
18 Op de bedrijfsrevisor rust geen actieve zoekplicht naar inefficiënties of inbreuken. Vastgestelde inbreuken en/of efficiënties moeten even- wel gerapporteerd worden.
19 Deze instructies kunnen worden geraadpleegd op xxxx://xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xxxxx.xx
met de contactpersoon bij het departement Financiën en Begroting (zie punt 7). Het standpunt van het departement is hierin beslissend.
4.3.5. Afsluitend gesprek (closing meeting)
Het Rekenhof en Audit Vlaanderen dienen te worden uitgenodigd voor het af- sluitend gesprek van de bedrijfsrevisor met de financiële directie/leidend ambtenaar van de entiteit. De bedrijfsrevisor brengt hen hiervan tijdig op de hoogte. Zij verwittigen of zij aanwezig zullen zijn.
Indien nodig wordt ook het departement Financiën en Begroting uitgenodigd, om eensgezindheid te bekomen over de interpretatie van boekhoudregels of de verwerking van bepaalde transacties met impact op de ESR-consolidatie.
Ter voorbereiding van het afsluitend gesprek bezorgt de bedrijfsrevisor tij- dig:
o De agenda van het afsluitend gesprek.
o Een analytisch nazicht van zowel de balans en resultatenrekening, als van de uitvoeringsrekening van de begroting.
o Een samenvattende nota (audit summary memorandum) waarin alle pro- blemen aangaande de rekeningencontrole worden samengevat, met een kopie van de onderliggende verantwoordingsstukken.
Het Rekenhof mag de werkpapieren van de bedrijfsrevisor inkijken voorafgaand aan het afsluitend gesprek.
Bij entiteiten die beschikken over een auditcomité, worden het Rekenhof en Audit Vlaanderen ook uitgenodigd op die vergaderingen waarop de jaarrekening en de auditverslagen van de bedrijfsrevisor worden behandeld. De bedrijfsre- visor brengt hen tijdig op de hoogte van de vergadering van het auditcomité waarop zijn tussenkomst is voorzien.
In voorkomend geval, wanneer tijdens het afsluitend gesprek andere materiële zaken zouden zijn besproken dan diegene die worden opgenomen in het single- auditverslag of de management letter, wordt een verslag van het afsluitend gesprek bezorgd aan het departement Finnancën en Begroting.
4.3.6. Auditrapporten
Het Rekenhof en de bedrijfsrevisor wisselen stelselmatig hun (audit)rapporten uit over de entiteiten van de Vlaamse administratie, die zij gemeenschappelijk hebben als controledomein:
• Na de interimcontrole bezorgt de bedrijfsrevisor het Rekenhof een sa- menvattende nota van bevindingen, gebeurlijk de management letter.
• De bedrijfsrevisor van de gecontroleerde entiteit bezorgt via een mail aan xxxxxxxxxxxxxxxx@xxxxxxxxxx.xx zijn single- auditverslag, de gecertificeerde rekening en zijn management letter aan het departement Financiën en Begroting en het Rekenhof
o Voor significante rechtspersonen: uiterlijk op 31 maart 2021;
o voor niet significante rechtspersonen uiterlijk op 21 april 2021. Het departement Financiën en Begroting zorgt er via het permanent dos- sier voor dat alle documenten, zowel de rekening met bijbehorende stuk- ken, single-auditverslagen als management letter, per entiteit ter be- schikking worden gesteld.
• Alle auditverslagen en aanbevelingsbrieven (management letters) van de voorbije vijf jaar worden bijgehouden in het vertrouwelijke deel van het centrale permanent dossier. Het Rekenhof en de bedrijfsrevisoren zorgen ervoor dat de hen betreffende informatie in het permanent dossier actueel blijft.
5. Tijdpad voor de audit van de rekeningen 2020
De VCO legt een strakke timing op voor de opmaak en de controle van de begrotingen en de rekeningen van de Vlaamse overheid. Die kalender legt het kader vast waarbinnen het Rekenhof en de bedrijfsrevisoren hun controleacti- viteiten moeten plannen, uitvoeren en rapporteren.
Op basis van die kalender werd onderstaand tijdpad opgesteld:
Uiterlijk janu- ari 2021 | Planningsoverleg tussen bedrijfsrevisor en Re- kenhof bij significante rechtspersonen op initi- atief van het Xxxxxxxx. |
00 maart 2021 | Uiterste datum waarop de jaarrekening door sig- nificante rechtspersonen voor controle aan de be- drijfsrevisor en Rekenhof moet worden bezorgd. |
Closing meeting | Bedrijfsrevisor bezorgt vóór closing meeting de agenda, een analytisch nazicht en een samenvat- tende nota (audit summary memorandum) aan Reken- hof en Audit Vlaanderen via onderstaande contact- personen. |
31 maart 2021 | Significante rechtspersonen Bedrijfsrevisor bezorgt via permanentdos- xxxx@xxxxxxxxxx.xx zijn single-auditverslag, gecertificeerde rekening en management letter aan Rekenhof, Audit Vlaanderen en departement Financiën en Begroting. |
31 maart 2021 | Niet-significante rechtspersonen Bedrijfsrevisor bezorgt via algemenereke- xxxxXX@xxxxx.xx met cc aan permanentdos- xxxx@xxxxxxxxxx.xx de early warning, dan wel bevestiging dat er geen significante opmerkin- gen20 zijn, aan Xxxxxxxx. |
00 april 2021 | Niet significante rechtspersonen Bedrijfsrevisor bezorgt via permanentdos- xxxx@xxxxxxxxxx.xx zijn single-auditverslag, gecertificeerde rekening en management letter aan Rekenhof, Audit Vlaanderen en departement Financiën en Begroting. |
20 Significante opmerkingen zijn (1) vaststellingen die leiden tot een aangepaste controleverklaring (ISA 705), (2) vaststellingen die de bedrijfsrevisor ertoe aanzetten in zijn controleverslag een paragraaf toe te voegen ter benadrukking van bepaalde aangelegenheden of inzake overige aangelegenheden (ISA 706), (3) belangrijke opmerkingen over tekortkomingen inzake administratieve organisatie en interne beheersing (ISA 265), en (4) vastgestelde of vermoede fraude (ISA 240).
6. Bijzondere aandachtspunten
Het departement Financiën en Begroting en het Rekenhof vragen de bedrijfsrevisor, waar van toepassing, in zijn rapportering volgende punten uitdrukkelijk te behandelen.
Nieuw in het jaarrekeningsjabloon 2020
• De rapportering gebeurt voortaan in ‘000 euro. De begroting van een rechtspersoon wordt reeds in ‘000 euro opgesteld en goedgekeurd. Om de uitvoering van de begroting daaraan gelijk te stellen, moet, in tegenstelling tot de voorgaande jaren, de ingediende rapportering nu ook in ‘000 euro worden opgesteld. Dit geldt voor de volledige in te dienen rapportering. Bedrijfsrevisoren zien er in het bijzonder op toe dat de rapportering daadwerkelijk in ‘000 euro gebeurt.
• Rechtspersonen moeten bijkomend over de vastleggingskredieten (VAK) rapporteren. Sommige rechtspersonen hadden reeds vastleggingskredieten en rapporteerden daar ook naar uitvoering over. Met de invoering van VCO is het werken met vastleggingskredieten verruimd naar alle rechtspersonen. Uitzondering zijn de universiteiten, hogescholen, het centrale niveau van het GO! en de andere onderwijsinstellingen en de instellingen van hoger onderwijs die deel uitmaken van de Vlaamse deelstaatoverheid die worden uitgesloten van de verplichting om een vastleggingskrediet in hun begroting op te nemen. Vrijwillige rapportering over VAK door deze entiteiten is uiteraard mogelijk. Bedrijfsrevisoren zien de rapportering over de uitvoering van de vastleggingskredieten na.
Afstemming van interrelaties
De bedrijfsrevisor ziet er eveneens op toe dat de afstemming van interrelaties door de gecontroleerde entiteit worden gerespecteerd.
De rechtspersonen die tot de Vlaamse overheidssector S.1312 behoren en toelagen ontvangen, moeten die toelagen afstemmen met de subsidierende entiteit. Die afstemming en, in geval van verschil, de verklaring ervan dient in de jaarrekening van de betoelaagde te worden opgenomen. In het jaarrekeningsjabloon 2020 werd daarvoor een apart volume voorzien. De bedrijfsrevisor ziet er in het bijzonder op toe, als onderdeel van zijn controle van de jaarrekening, dat alle ontvangen toelagen in het volume van de interrelaties correct en volledig zijn opgenomen. De afstemming met de tegenpartij moet gebeuren op basis van informatie afkomstig van de tegenpartij. Eventuele verklaringen van verschillen moeten voldoende duidelijk zijn voor het departement Financiën en Begroting, dat de geconsolideerde rekening opstelt.
Taak van de gecontroleerde | Taak van de bedrijfsrevisor |
1) Voor wat werkingstoelagen betreft: boekhoudkundige verwerking met toepassing van VABN 2017/6. | Valideren compliance |
2) Andere dan werkingstoelagen. Omdat het boeken van betoelaging van projecten of investeringen volgens de voortgang van het project of investering verloopt, en die informatie niet noodzakelijk aanwezig is bij de toelageverstrekker, dienen voor deze toelagen zowel de toelageverstrekker als de toelageontvanger, naast de aangerekende bedragen in de boekhouding, de kasstromen ervan in de jaarrekening te rapporteren. De afstemming gebeurt in die gevallen enkel op de kasstromen. | Valideren compliance |
3) Ontvangen confirmatie vanwege de subsidiërende entiteit en reconciliatie | Verzekeren dat confirmatie werd ontvangen en valideren van de kwaliteit van de reconciliatie |
4) Rapportering over de ontvangen toelagen en de resultaten van de afstemming | Valideren van de rapportering |
Stelt de bedrijfsrevisor voor één van de vier punten een tekortkoming vast, dan moet hij dit in ieder geval melden via de early warning, de managementletter en desgevallend in de verklaring van de bedrijfsrevisor bij ernstige tekortkomingen. |
Controle Xxxxxxxx Xxxxxx
Xxxxxxxx Xxxxxx zijn door het INR ontwikkeld om op Belgisch niveau een geconsolideerde balans van de overheid in het kader van het ESR te kunnen opstellen. Zij zijn essentieel om bijvoorbeeld de overheidsschuld te bepalen. Voor controledoeleinden van het INR en Eurostat bevatten zij detailinformatie. De Vlaamse overheid heeft er in overleg met het INR voor geopteerd om in de jaarrekening een aansluiting te maken tussen de building blocks en de klassieke balans.
De entiteiten zijn verantwoordelijk voor de opmaak van de building blocks middels een gedocumenteerde mapping van de balans en andere relevante informatie naar de building blocks.
De bedrijfsrevisor beoordeelt de aansluiting van de building blocks met de balans en andere relevante informatie en rapporteert zijn feitelijke bevindingen (bijlage 2: Building Blocks: werkprogramma ISRS 4400). De rapportering van de bedrijfsrevisor drukt derhalve geen oordeel, conform ISA, noch beoordeling, conform ISRE, uit.
Building blocks bevatten vertrouwelijke informatie en worden enkel aan het INR overgemaakt en maken dus geen deel uit van de bekend te maken jaarrrekening. De door het INR opgestelde instructies voor het invullen van de building blocks zijn terug te vinden in de handleiding over de boekhoudregels: xxxxx://xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xxxxxxxxxx.xx/xxxxx/xxxxxxx/xxxxx/Xxxxxxx g%20Blocks_documentation_NL_2020_MAR%20versie%202.xlsx.
7. Contact
Rekenhof:
Beleidsdomeinen Kanselarij, Bestuur, Buitenlandse Zaken en Justitie, en Fi- nanciën en Begroting
Xxxxxx Xxxxxx, eerste auditeur revisor, directie 9.1 E-mail: XxxxxxX@xxxxx.xx
Telefoon: 02/551 86 95
Beleidsdomeinen Onderwijs en Vorming, Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, en Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Xxxxxxx Xxxxxxxx, eerste auditeur revisor, directie 9.2 E-mail: XxxxxxxxX@xxxxx.xx
Telefoon: 02/551 83 04
Beleidsdomeinen Economie, Wetenschap en Innovatie, Werk en Sociale Econo- mie, Landbouw en Visserij, Leefmilieu, Natuur en Energie, Mobiliteit en Openbare Werken evenals de beleidsvelden Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed
Xxxx Xxxxx, eerste auditeur revisor, directie 9.3 E-mail: XxxxxX@xxxxx.xx
Telefoon: 02/551 84 33
Beleidsveld Woonbeleid
De Landtsheer Xxxx, eerste auditeur revisor, directie 9.4 E-mail: XxxxxxxxxxxxX@xxxxx.xx
Telefoon: 02/551 89 57
Departement Financiën en Begroting
Afdeling Dienstencentrum Boekhouding
Xxxxx Xxxxxxxxxx, teamhoofd accountmanagers E-mail: xxxxx.xxxxxxxxxx@xxxxxxxxxx.xx Telefoon: 0499/59 35 76
Instituut van de Bedrijfsrevisoren:
Xxxxxx Xxxx, voorzitter Commissie Publieke Sector E-mail: XXXxxxxxxxxxxxxxx@xxxxxxx.xxx
Telefoon: 0475/42 89 96 Audit Vlaanderen:
Algemene coördinatie auditopdrachten Vlaamse administratie Xx Xxxxxxx, manager-auditor
E-mail: Xxxxx.xxxxxxx@xxxxxxxxxx.xx Telefoon : 02/553 13 62 – 0473/97 52 10
Beleidsdomein Omgeving, Landbouw en Visserij, Mobiliteit en Openbare Werken Xxxx Xxxxxxxxx, relatiebeheerder
E-mail: Xxxx.xxxxxxxxx@xxxxxxxxxx.xx Telefoon : 02/553 13 61 – 0492/15 70 00
Beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Onderwijs en Vorming, en Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Xxxxx Xxxxxxxx, relatiebeheerder
E-mail: Xxxxx.xxxxxxxx@xxxxxxxxxx.xx Telefoon : 02/553 45 49 – 0473/91 86 07
Beleidsdomein Kanselarij en Bestuur, Financiën en Begroting, Internationaal Vlaanderen, Werk en Sociale Economie, en Economie, Wetenschap en Innovatie Xxxxxxxx Xxx xx Xxxxxxx, relatiebeheerder
E-mail: Xxxxxxxx.xxxxxxxxxxx@xxxxxxxxxx.xx Telefoon : 02/553 45 69 – 0492/59 42 09
Op datum van
Xxxxx Xxxxxxxx
Digitaal ondertekend door Xxxxx Xxxxxxxx (Signature)
Datum: 2020.11.09
(Signature) 16:48:42 +01'00'
Xxxxx Xxxxxxxx Xxx Xxxxxxxx
Voorzitter van het Rekenhof Voorzitter van het Instituut
van de Bedrijfsrevisoren
Getekend door: Xxxxxxxx Xxxxxxxxxxx Getekend op: 2020-11-23 08:45:10 +00:00
Reden: Ik keur dit document goed
Xxxxxxxx Xxxxxxxxxxx
Vlaams minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed
BIJLAGE 1
Allocatie van materialiteit Vlaamse overheid naar signifi- cante entiteiten
Significante entiteiten binnen consolidatie | categorie | materialiteit (in ‘000 euro) |
Departement Financiën en Begroting | ministerie | 240.000 |
Agentschap voor onderwijsdiensten | ministerie | 116.000 |
Vlaamse Belastingdienst | ministerie | 89.000 |
Opgroeien Regie (Kind & Gezin) | rechtspersoon | 80.000 |
Agentschap voor binnenlands bestuur | ministerie | 74.000 |
Departement WSE | ministerie | 68.000 |
Agentschap Vlaamse Sociale Bescherming (Vlaams Zorg- fonds) | rechtspersoon | 65.000 |
Vlaamse maatschappij voor sociaal wonen | rechtspersoon | 65.000 |
Vlaams agentschap voor personen met een handicap | rechtspersoon | 50.000 |
Zorg en gezondheid | ministerie | 49.000 |
Vlaamse vervoersmaatschappij - de Lijn | rechtspersoon | 43.000 |
Katholieke Universiteit Leuven (KULeuven) | universiteit | 39.000 |
Vlaams Agentschap vr de uitbetaling v toelagen ihkv het gezinsbeleid (VUTG) | rechtspersoon | 38.000 |
Vlaamse dienst voor arbeidsbemiddeling en beroepsoplei- ding | rechtspersoon | 34.000 |
Vlaams Woningfonds | rechtspersoon | 34.000 |
Vlaams infrastructuurfonds (VIF) | DAB | 34.000 |
Vlaams infrastructuurfonds voor persoonsgebonden aange- legenheden | rechtspersoon | 34.000 |
Departement WVG | ministerie | 33.000 |
Universiteit Gent (UGent) | universiteit | 32.000 |
Departement MOW | ministerie | 31.000 |
Fonds voor het flankerend economisch beleid | rechtspersoon | 30.000 |
Agentschap hoger onderwijs, volwassenenonderwijs en stu- dietoelagen | ministerie | 29.000 |
Departement CJM | ministerie | 28.000 |
De Vlaamse Waterweg | rechtspersoon | 27.000 |
Participatiemaatschappij Vlaanderen | rechtspersoon | 27.000 |
Vlaamse radio- en televisieomroep | rechtspersoon | 25.000 |
Fonds voor de Preventie en Sanering inzake Leefmilieu en natuur (Minafonds) | DAB | 23.000 |
Agentschap voor infrastructuur in het onderwijs | rechtspersoon | 22.000 |
Vrije Universiteit Brussel | universiteit | 21.000 |
Universiteit Antwerpen | Universiteit | 21.000 |
BIJLAGE 2
Building Blocks (BB): werkpro- gramma ISRS 4400
0. Algemeen
Deze opdracht betreft een Agreed Upon Procedures die in overeenstemming met ISRS 4400 dient uitgevoerd te worden. Indien er hieronder verwezen wordt naar materialiteit dient dit begrepen te worden als de gebruikte uitvoeringsmaterialiteit in de audit van de entiteit.
1. BBX Deposits
(deze BB moet niet in detail ingevuld worden maar mag in blok gerappor- teerd worden (per unieke ESA_INSTRUMENT & ESA_COUNTERPARTY combinatie)
In BBX Deposits dient in feite een overzicht te komen van de financiële rekeningen.
a. Vaststellen dat deze BB in detail of in blok is ingevuld
b. Vaststellen dat alle rekeningen zijn opgenomen in de BB
c. Vaststellen dat de openingsbalans overeenstemt met de rapporte- ring N-1
d. Vaststellen dat er geen effectenrekening zijn opgenomen (deze moeten in BBA Shares of BBA Debt Securities)21;
e. Vaststellen dat de juiste categorie bepaald werd in “CAT_IN- STR1”
i. Vaststellen dat voor elke spaarrekening “ESA_INSTR” “F.29” werd ingegeven
ii. Vaststellen dat voor elke zichtrekening “ESA_INSTR” “F.22” werd ingegeven
f. Vaststellen dat de overige gegevens van de materiële rekeningen correct werden ingevuld
2. BBA Debt Securities
BBA Debt Securities zijn verhandelbare schuldinstrumenten met ISIN-code waarvan de entiteit de coupons ontvangt (belegging).
a. Vaststellen dat deze BB in detail is ingevuld
b. Vaststellen dat alle rekeningen zijn opgenomen in de BB
c. Vaststellen dat de openingsbalans overeenstemt met de rapporte- ring N-1
d. Vaststellen dat “ISIN_CODE” correct werd ingevuld
21 Het zijn niet de effectenrekeningen zelf die gerapporteerd moeten worden, maar de beleggingen die op de effectenrekeningen staan in BBA Shares of BBA Debt Securities.
e. Vaststellen dat de juiste categorie bepaald werd in “ESA_INSTR”
i. Kortlopende effecten (kleiner of gelijk aan 1 jaar): “F.31”
ii. Langlopende effecten (meer dan 1 jaar: “F.32”
f. Vaststellen dat de overige gegevens van de materiële rekeningen correct werden ingevuld
3. BBA Loans
BBA Loans zijn leningen (zonder ISIN-code) waarvan de entiteit de coupons ontvangt (belegging).
a. Vaststellen dat deze BB in detail is ingevuld
b. Vaststellen dat alle rekeningen zijn opgenomen in de BB
c. Vaststellen dat de openingsbalans overeenstemt met de rapporte- ring N-1
d. Vaststellen dat de juiste categorie bepaald werd in “ESA_INSTR”
i. Kortlopende leningen (kleiner of gelijk aan 1 jaar): “F.41”
ii. Langlopende leningen (meer dan 1 jaar: “F.42”
e. Vaststellen dat de waarde voor Nominal gelijk is aan de Face vermeerderd met de verlopen interest
f. Vaststellen dat de overige gegevens van de materiële rekeningen correct werden ingevuld
4. BBA Shares
BBA Shares zijn aandelen al dan niet beursgenoteerd, andere participaties en deelnemingen in beleggingsfondsen.
a. Vaststellen dat deze BB in detail is ingevuld
b. Vaststellen dat alle rekeningen zijn opgenomen in de BB
c. Vaststellen dat de openingsbalans overeenstemt met de rapporte- ring N-1
d. Vaststellen dat de beleggingsfondsen altijd gerapporteerd zijn onder BBA Shares (los van de onderliggende beleggingen)
e. Vaststellen dat de overige gegevens van de materiële rekeningen correct werden ingevuld
5. BBX Derivatives
BBX Derivatives is een Building Block omtrent afgeleide producten (opties, swaps en forward contracts) en is op de meeste Vlaamse S.1312 entiteiten niet van toepassing.
De bedrijfsrevisoren dienen deze Building Block niet te controleren.
Indien de entiteit openstaande opties, swaps of forward contracts heeft op het einde van het boekjaar, dan volstaat het dat de bedrijfsvisor aan xxxxxxxxxxxxxx@xxxxxxxxxx.xx laat weten dat de entiteit afgeleide pro- ducten heeft.
6. BBA Trade & Other Receivables
(deze BB moet niet in detail ingevuld worden maar mag in blok gerappor- teerd worden (per unieke ESA_INSTRUMENT - ESA_COUNTERPARTY - CATEGORY INSTRUMENT 2 combinatie)
In de BBA Trade & Other Receivables dienen de handelsvorderingen gerap- porteerd te worden evenals de overige vorderingen die niet opgenomen werden in de andere BBA’s.
a. Vaststellen dat deze BB in detail is ingevuld
b. Vaststellen dat alle rekeningen zijn opgenomen in de BB
c. Vaststellen dat de openingsbalans overeenstemt met de rapporte- ring N-1
7. BBL Debt securities
(deze BB moet niet in detail ingevuld worden maar mag in blok gerapporteerd worden (per unieke ESA_INSTRUMENT & ESA_COUNTERPARTY combinatie)
BBL Debt Securities zijn verhandelbare schuldinstrumenten met ISIN-code waarvan de entiteit de coupons betaalt (schuld).
BBL Debt Securities komen weinig voor bij de Vlaamse S.1312 entiteiten.
a. Vaststellen dat deze BB in detail of in blok is ingevuld
b. Vaststellen dat alle rekeningen zijn opgenomen in de BB
c. Vaststellen dat de openingsbalans overeenstemt met de rapporte- ring N-1
d. Vaststellen dat de juiste categorie bepaald werd in “ESA_INSTR”
i. Kortlopende effecten (kleiner of gelijk aan 1 jaar): “F.31”
ii. Langlopende effecten (meer dan 1 jaar: “F.32”
e. Vaststellen dat de overige gegevens van de materiële rekeningen correct werden ingevuld
8. BBL Loans
BBL Loans zijn leningen (zonder ISIN-code) waarvan de entiteit de coupons betaalt (schuld).
a. Vaststellen dat deze BB in detail is ingevuld
b. Vaststellen dat alle rekeningen zijn opgenomen in de BB
c. Vaststellen dat de openingsbalans overeenstemt met de rapporte- ring N-1
d. Vaststellen dat de juiste categorie bepaald werd in “ESA_INSTR”
i. Kortlopende leningen (kleiner of gelijk aan 1 jaar): “F.41”
ii. Langlopende leningen (meer dan 1 jaar: “F.42”
e. Vaststellen dat de overige gegevens van de materiële rekeningen correct werden ingevuld
9. BBL Shares
In BBL Shares dient het eigen vermogen van de entiteit gerapporteerd te worden.
a. Vaststellen dat deze BB in detail is ingevuld
i. Vaststellen dat voor het kapitaal (subklasse 10): alles met S.1312 als tegenpartij (ESA_COUNTERPARTY) in detail gerapporteerd is (De rest mag in blok gerapporteerd wor- den per ESA_COUNTERPARTY)
b. Vaststellen dat alle rekeningen zijn opgenomen in de BB
c. Vaststellen dat de openingsbalans overeenstemt met de rapporte- ring N-1
d. Vaststellen dat de opsplitsing kapitaal (subklasse 10) in type aandeelhouder (1 record per ESA_COUNTERPARTY) correct is
e. Vaststellen dat de overige subklassen (11 – 15) per subklasse gerapporteerd worden zonder opgave van ESA_COUNTERPARTY en met ESA_INSTRUMENT F.519
f. Vaststellen dat de overige gegevens van de materiële rekeningen correct werden ingevuld
10. BBL Trade & Other Payables
(deze BB moet niet in detail ingevuld worden maar mag in blok gerappor- teerd worden (per unieke ESA_INSTRUMENT - ESA_COUNTERPARTY – CATEGORY INSTRUMENT 2 combinatie)
In de BBL Trade & Other Payables dienen de handelsschulden gerapporteerd te worden evenals de overige schulden die niet opgenomen werden in de andere BBL’s.
a. Vaststellen dat deze BB in detail of in blok is ingevuld
b. Vaststellen dat alle rekeningen zijn opgenomen in de BB
c. Vaststellen dat de openingsbalans overeenstemt met de rapporte- ring N-1
11. Algemeen
a. Vaststellen dat de aansluiting van de BB met de bedrijfseconomi- sche jaarrekening (deel 1) geen afwijkingen vertoont of met an- dere woorden dat de betrokken rubrieken volledig werden gerap- porteerd.
b. Indien er tijdens de opdracht vastgesteld werd dat de interne processen rond het opstellen van de BB’s kan verbeteren worden deze meegedeeld.
c. Alle S.1312 tegenpartijen dienen in detail gerapporteerd te wor- den.