OVEREENKOMST OBLIGATIELENING ANBI STICHTING MUTEK
OVEREENKOMST OBLIGATIELENING ANBI STICHTING MUTEK
INVESTEERDER
1. Naam: Adres :
Postcode/stad:
Geb. datum:
Uit te lenen bedrag:
2. Stichting Mutek is een algemeen nut beogende instelling (ANBI) met beperkte aansprakelijkheid, statutair gevestigd te Duin- en Kruidbergerweg 73, 2071 LG Santpoort- Noord, ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 76362213, rechtsgeldig vertegenwoordigd door dhr. X. xxx Xxxxx
Investeerder en uitgevende instelling stichting Mutek worden hierna gezamenlijk aangeduid als
“partijen”. Investeerder wordt aangeduid als ‘investeerder’ of ‘obligatiehouder’ en stichting Mutek als ‘stichting.
PARIJEN OVERWEGEN DAT:
1. de stichting het opzetten van een museum beoogt dat geheel gewijd is aan toegepaste kunst en design. Door het uitgeven van obligaties wil de stichting kapitaal aantrekken voor het aanschaffen van de benodigde inventaris, het huren van een gebouw en voor de kosten voor publiciteit;
2. de stichting voor de financiering van het bovenvermelde doel een obligatielening van maximaal €
80.000 uitschrijft volgens de opschortende voorwaarden die genoemd zijn in artikel 8;
3. de stichting voornemens is deze obligatielening aan het eind van een periode van 60 of 120 maanden (afhankelijk van de wens van de obligatiehouder) na de ingangsdatum in zijn geheel af te lossen;
4. de obligatiehouder geen invloed kan uitoefenen op zowel het bestuur als op het inhoudelijk beleid van de stichting;
5. de investeerder, na zich zelfstandig een oordeel te hebben gevormd over de voordelen en risico’s verbonden aan de obligatielening, heeft besloten een obligatie te verwerven;
6. de investeerder kan voor elk gewenst bedrag tussen € 500 en € 80.000 een obligatie kopen;
7. partijen de voorwaarden waaronder de obligatielening wordt uitgegeven wensen vast te leggen in deze overeenkomst.
PARTIJEN KOMEN ALS VOLGT OVEREEN:
ARTIKEL 1. DEFINITIES
“Aflossing”: terugbetaling van de hoofdsom aan de obligatiehouder door de stichting. Voor zover de stichting geen gebruik maakt van haar recht om de obligatielening (gedeeltelijk) vervroegd boetevrij af te lossen, dient de obligatielening afgelost te zijn op de aflossingsdatum.
“Aflossingsdatum”: de datum, 60 maanden (5 jaar) of 120 maanden (10 jaar) na de ingangsdatum, waarop de obligatielening volledig dient te zijn afgelost.
“Artikel”: een artikel uit deze overeenkomst.
“Hoofdsom”: het door de investeerder in obligaties uitgeleende bedrag.
“Ingangsdatum”: de datum waarop de obligatielening aanvangt.
“Investering”: een conform de voorwaarden in de investeringsovereenkomst gedane toezegging van een investeerder om obligaties te verwerven.
“Investeringsovereenkomst”: de overeenkomst tussen de obligatiehouder en de stichting..
“Obligatie”: een door de stichting uitgegeven niet beursgenoteerde schuldtitel op naam met een nominale waarde tussen € 500,- en € 80.000,-
“Obligatiehouder”: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die een obligatie houdt.
“Obligatielening”: de door de stichting uit te geven lening met een nominale waarde tussen € 500,- en € 80.000,- met een rente van 1% tot 6% en een looptijd tussen 60 maanden (5 jaar) en 120 maanden (10 jaar), zoals beschreven op de website.
“Opschortende Voorwaarde”: de voorwaarden zoals genoemd in artikel 8.
“Rente”: de obligaties dragen met ingang van de ingangsdatum een rente tussen 1% en 6%, afhankelijk van de hoogte van het uitgeleende bedrag. Rentebetaling geschiedt maandelijks op de eerste van de afgesproken maand.
“Rentedatum”: de datum waarop, gedurende de looptijd, maandelijks de aan de obligatiehouder verschuldigde rente wordt uitgekeerd.
ARTIKEL 2. OBLIGATIELENING
2.1 De stichting geeft de obligatielening uit krachtens de in deze overeenkomst beschreven voorwaarden.
2.2 De uit te geven obligatielening bedraagt maximaal € 80.000,-, verdeeld in maximaal 160 obligaties.
2.3 De investering in obligaties wordt vastgelegd middels deze overeenkomst die daarna door de stichting zal worden bijgehouden. Investeerders ontvangen zowel een digitaal als een papieren exemplaar.
ARTIKEL 3. DOEL VAN DE LENING
3.1 Financiering voor het opzetten van een museum in toegepaste kunst en design. Deze financiering is vereist voor het aanschaffen van de benodigde inventaris, het huren van een gebouw en voor publiciteitskosten, zoals beschreven in het businessplan.
ARTIKEL 4. RENTE EN AFLOSSING
4.1 De stichting is de afgesproken rente over de hoofdsom verschuldigd aan de obligatiehouder.
4.2 De hoogte van de rente is afhankelijk van het investeringsbedrag. Hoe hoger het investeringsbedrag van de obligatie, des te hoger de rente. De hoogte van de rente is als volgt onderverdeeld:
Obligatie | 500 tot 1.000 euro | 1% rente |
Obligatie | 1.000 tot 5.000 euro | 2% rente |
Obligatie | 5.000 tot 10.000 euro | 3% rente |
Obligatie | 10.000 tot 15.000 euro | 4% rente |
Obligatie | 15.000 tot 20.000 euro | 5% rente |
Obligatie | >20.000 euro | 6% rente |
4.3 De obligatielening heeft een looptijd tussen 60 maanden (5 jaar) en 120 maanden (10 jaar), afhankelijk van de wens van de investeerder, vanaf de Ingangsdatum. Aan het einde van de looptijd dient de hoofdsom, alsmede de daarover verschuldigde rente, geheel te zijn afgelost door de stichting.
4.4 Vervroegde aflossing, geheel of gedeeltelijk, van de obligatielening door de stichting is mogelijk. De stichting is gerechtigd om te allen tijde boetevrij vervroegd af te lossen.
4.5 De stichting zal bij het niet geheel of tijdig kunnen voldoen aan haar betalingsverplichtingen de obligatiehouder uiterlijk één werkdag voorafgaand aan de maandelijkse rentedatum hierover informeren en aannemelijk maken dat de kasstroom niet voldoende is om (volledig) aan de betalingsverplichtingen te kunnen voldoen.
4.6 De stichting zal zodra de kasstroom dat weer toestaat de achterstallige aflossing en rente betalen aan de obligatiehouder.
4.7 Alle uitkeringen aan de obligatiehouder, waaronder rente en (vervroegde) aflossing, zullen worden gedaan op de door de obligatiehouder gebruikte rekening bij de initiële storting van de hoofdsom op de rekening van de stichting
ARTIKEL 5. NON RECOURSE BEPALING
5.1 De obligatiehouder verklaart om in geval van faillissement of beëindiging of opeisbaarheid van onderhavige lening, zich in eerste en uitsluitende instantie te verhalen op het vermogen van de stichting. Daaronder wordt verstaan het vermogen zoals dit is opgenomen in de jaarrekening van de stichting. De obligatiehouder kan zich niet verhalen op (privé) vermogen van de bestuurders van de stichting.
ARTIKEL 6. OVERDRAAGBAARHEID
6.1 Het staat de obligatiehouder vrij om zijn of haar obligatie door te verkopen c.q. over te dragen. Wel is de obligatiehouder verplicht dit tijdig voor de eerstvolgende rentedatum te melden aan de stichting.
6.2 Overdracht van een obligatie kan slechts rechtsgeldig plaatsvinden door middel van een schriftelijke overeenkomst tussen de huidige obligatiehouder en de toekomstige obligatie houder. In geval van overdracht zal de stichting deze een nieuwe overeenkomst toesturen die wordt ondertekend door de toekomstige obligatiehouder en de stichting.
6.3 Obligaties kunnen onder algemene titel krachtens het Nederlandse erfrecht overgaan op bloed- en of aanverwanten van de obligatiehouder.
ARTIKEL 7. ONMIDDELLIJKE OPEISBAARHEID
7.1 Onverminderd eventuele wettelijke rechten van de obligatiehouder op ontbinding en schadevergoeding wegens tekortkoming door de stichting, is de hoofdsom tezamen met de eventueel verschuldigde rente direct opeisbaar in de navolgende gevallen:
• indien de stichting één of meer van zijn verplichtingen uit hoofde van deze overeenkomst jegens obligatiehouder niet tijdig of niet behoorlijk nakomt, en na te zijn gesommeerd en een termijn van ten minste 30 dagen te hebben gekregen om zijn verplichting alsnog na te komen, in verzuim blijft;
• indien en zodra de stichting in staat van faillissement wordt verklaard of surseance van betaling of schuldsanering overeenkomstig de wet wordt verleend;
• bij een besluit tot ontbinding of liquidatie.
ARTIKEL 8. OPSCHORTENDE VOORWAARDEN
8.1 in geval dat werkzaamheden rondom het opzetten van het museum, om wat voor reden dan ook, vertraging oplopen waardoor het nog niet mogelijk is voor de stichting om eigen inkomsten te generen, mag het bestuur besluiten de ingangsdatum van de obligatie met maximaal 1 jaar op- schorten;
8.2 in geval dat de financiële resultaten van de stichting dusdanig tegenvallen dat zij haar maandelijkse verplichting van het uitbetalen van de rente niet kan na komen, kan het bestuur besluiten om uitbetaling van de rente met maximaal 1 jaar op te schorten. De stichting is verplicht, indien de obligatiehouder hierom vraagt, hem/haar de boekhouding van de afgelopen maanden te overhandigen;
8.3 in geval dat de financiële resultaten van de stichting dusdanig tegenvallen dat de stichting het niet redt om voor aflossingsdatum het benodigde bedrag voor de aflossing bijeen te brengen, kan bestuur besluiten de aflossingsdatum met maximaal 1 jaar op te schorten. De stichting is verplicht, indien de obligatiehouder hierom vraagt, de boekhouding van de afgelopen jaren te overhandigen.
ARTIKEL 9. TOTSTANDKOMING VAN DE INVESTERINGSOVEREENKOMST
9.1 Het in deze overeenkomst vermelde geldt als een aanbod van de stichting aan de investeerder nadat een specifiek voor de investeerder opgestelde overeenkomst door de stichting aan de investeerder digitaal ter acceptatie is aangeboden.
9.2 Het aanbod tot het aangaan van deze overeenkomst geldt vanaf het moment dat de investeerder de overeenkomst heeft ondertekend.
ARTIKEL 10. SLOTBEPALINGEN
10.1 Als enige bepaling in deze overeenkomst nietig of vernietigbaar zou zijn, zal dat geen afbreuk doen aan de rechtsgeldigheid van alle overige bepalingen in deze overeenkomst.
10.2 Behoudens in geval van opzet of bewuste roekeloosheid is de totale aansprakelijkheid van de stichting uit hoofde van deze overeenkomst beperkt tot de vergoeding van eventuele schade tot maximaal de hoofdsom.
10.3 Op deze investeringsovereenkomst is Nederlands recht van toepassing. Alle geschillen tussen partijen die voortvloeien uit deze overeenkomst zullen voor de bevoegde rechter te Haarlem worden gebracht.
ARTIKEL 11. CONTACTGEGEVENS
11.1 Alle kennisgevingen, mededelingen, opgaven of verklaringen aan (één der) partijen kunnen worden gericht aan de hieronder vermelde adressen, behoudens opgave van adreswijziging.
Investeerder: Uitgevende Instelling: Stichting MUTEK
Adres: [straat] Adres: Duin- en Kruidbergerweg 73
Postcode: Postcode: 2071 LG
Plaats en land: Plaats en land: Santpoort, Nederland
E-mailadres: E-mailadres: xxxxx@xxxxxxx.xxx
Van deze akte zijn twee exemplaren getekend door de obligatiehouder en de stichting.
Handtekening Obligatiehouder Handtekening Stichting Mutek