REVALIDATIEOVEREENKOMST
TUSSEN
DE VLAAMSE GEMEENSCHAP EN
Departement Zorg
Afdeling Eerste Lijn en Gespecialiseerde Zorg Xxxxxx Xxxxxx XX – xxxx 00 xxx 00, 0000 XXXXXXX
1 oktober 2023
DE VZW “PULDERBOS REVALIDATIECENTRUM VOOR KINDEREN EN JONGEREN”
Gelet op het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging, inzonderheid artikel 110, eerste lid;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging, inzonderheid op artikel 372;
Wordt overeengekomen wat volgt tussen:
enerzijds,
De Vlaamse Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering, in de persoon van de minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, hierna te noemen “de Vlaamse Gemeenschap”;
en anderzijds,
De VZW “Pulderbos revalidatiecentrum voor kinderen en jongeren”, verder in de tekst aangeduid als “de revalidatievoorziening”.
DEFINITIES
In deze overeenkomst wordt verstaan onder:
1° Departement Zorg: het Departement Zorg, opgericht bij besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2023 over het Departement Zorg;
2° gebruiker: iedere natuurlijke persoon die een beroep doet of kan doen op de revalidatievoorziening;
3° minister: de Vlaamse minister xxx Xxxxxxx, Volksgezondheid en Gezin;
4° overnamebesluit: het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging;
5° overnamedecreet: het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging;
6° rechthebbende: de rechthebbende zoals vermeld in artikel 2, 13° van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging;
7° VSB-besluit: het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming;
8° VSB-decreet: het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming.
Hoofdstuk I. VOORWERP VAN DE OVEREENKOMST
Artikel 1. Deze overeenkomst bepaalt de inhoud en de rechthebbenden van de door de revalidatievoorziening verleende revalidatieverstrekkingen en regelt de financiële en administratieve betrekkingen tussen de revalidatievoorziening en het Departement Zorg.
Voor de rechthebbenden legt deze overeenkomst de tegemoetkomingen vast van de door de revalidatievoorziening geleverde revalidatieverstrekkingen.
Hoofdstuk II. DE REVALIDATIEVOORZIENING
Artikel 2. §1. Het “Revalidatiecentrum voor kinderen en jongeren” is een gespecialiseerd revalidatiecentrum voor kinderen en jongeren met neurologische of respiratoire aandoeningen. De in de revalidatievoorziening opgenomen kinderen kunnen daar 24 uur op 24 uur de nodige verzorging en revalidatiebehandelingen krijgen en dat het ganse jaar rond, weekends en feestdagen inbegrepen.
De revalidatievoorziening is geaffilieerd met de “Universitaire Ziekenhuizen Leuven”, wat onder meer in houdt dat het medisch personeel van de revalidatievoorziening uitsluitend bestaat uit personeelsleden van de “Universitaire Ziekenhuizen Leuven / K.U. Leuven”.
De revalidatievoorziening bestaat uit twee afdelingen die, in de mate dat dat medisch aangewezen en pedagogisch en organisatorisch verantwoord is, gescheiden functioneren:
- Een afdeling voor kinderen en jongeren met neurologische aandoeningen (verder in de tekst de “neurologische afdeling” genoemd);
- Een afdeling voor kinderen en jongeren met respiratoire aandoeningen (verder in de tekst de “respiratoire afdeling” genoemd).
Iedere afdeling beschikt over eigen leef- en slaapruimten voor de opgenomen gebruikers en over een eigen personeelsteam (paramedisch personeel en leefgroep personeel).
Teneinde het leefklimaat voor de opgenomen kinderen en jongeren zo aangenaam mogelijk te maken, wordt iedere afdeling opgedeeld in leefgroepen van 6 tot 10 gebruikers.
§2. Aan de revalidatievoorziening is tevens een onderwijsinrichting verbonden, waarvan de kosten niet ten laste van deze overeenkomst vallen.
Hoofdstuk III. RECHTHEBBENDEN VAN DEZE OVEREENKOMST
Artikel 3. §1. Onder rechthebbenden als bedoeld in deze overeenkomst, dient te worden verstaan, in de revalidatievoorziening voor revalidatie opgenomen rechthebbenden, die op de datum van opname geen 21 jaar oud zijn.
§2. Komen voor opname in de neurologische afdeling in aanmerking, kinderen en jongeren die ten gevolge van neurologische aandoeningen op motorisch, sensorieel, cognitief of emotioneel vlak beperkingen van die aard of van die graad hebben dat een intensieve multidisciplinaire revalidatie nodig is teneinde hun globale functionele toestand te verbeteren.
Tot deze doelgroep behoren ook kinderen en jongeren met functioneel neurologische symptoomstoornissen (FNSS) waarbij, omwille van de complexiteit en impact op het functioneren en participeren, nood is aan de expertise van een gespecialiseerd multidisciplinair team voor diagnostiek en behandeling.
Onder de FNSS vallen volgens de diagnostische criteria in de DSM-5 verschillende symptoomtypen, waarbij
- er één of meer symptomen zijn van veranderingen in de willekeurige motorische of sensorische functie;
- uit klinisch onderzoek blijk(t)en dat het symptoom/de symptomen incompatibel is/zijn met bekende neurologische of andere somatische aandoeningen;
- het symptoom of de deficiëntie niet beter kan verklaard worden door een somatische of psychische stoornis;
- het symptoom of de deficiëntie een klinisch significante impact heeft op het leven en functioneren.
Voor revalidatie komen in aanmerking: kinderen en jongeren met een FNSS waarbij na doorlopen van het stepped care model nood is aan een gespecialiseerde multidisciplinaire aanpak. In de diagnostische fase zullen een biopsychosociaal verklaringsmodel en individuele therapeutische doelstellingen op maat geformuleerd worden. In een eventuele behandelfase zullen deze doelstellingen vertaald worden naar een revalidatieprogramma gericht op verbetering van het functioneren en participeren.
§3. Komen voor opname in de respiratoire afdeling in aanmerking, kinderen en jongeren die omwille van ernstige langdurige aandoeningen van de luchtwegen nood hebben aan een multidisciplinaire respiratoire revalidatie teneinde hun functionele toestand te verbeteren. De aandoeningen die een opname verantwoorden, worden nader omschreven in punt 2 (“Diagnostische criteria”) van het revalidatieproject van de afdeling dat als bijlage 1 en 2 bij deze overeenkomst is gevoegd.
In afwijking van de bepalingen van §1, kunnen in de respiratoire afdeling tevens gebruikers met mucoviscidose worden opgenomen die aan de diagnostische criteria beantwoorden maar die op de datum van opname ouder zijn dan 21 jaar, op voorwaarde dat het gaat om gebruikers die reeds in de revalidatievoorziening zijn opgenomen geweest voor hun 21ste verjaardag.
§4. Alleen kinderen en jongeren die, om de beoogde verbetering van de functionele toestand te bewerkstelligen, nood hebben aan een brede en intensieve revalidatie-aanpak die noch tijdens een ziekenhuisopname, noch in een medisch-pedagogische instelling, noch ambulant kan geboden worden, komen in aanmerking voor een opname in de revalidatievoorziening.
§5. Voor revalidatie komen ook in aanmerking: kinderen en jongeren met functionele stoornissen ten gevolge van een specifieke pathologie, waarbij omwille van de complexiteit er nood is aan de expertise van een hooggespecialiseerd multidisciplinair team en een intensief revalidatieprogramma op maat. Onder complexiteit wordt verstaan de combinatie van fysieke, mentale en/of psychosociale problemen die leiden naar ernstige functionele stoornissen.
§6. De revalidatie in de revalidatievoorziening kan worden gecumuleerd met het revalidatieprogramma inzake zelfregulatie van diabetes mellitus bij kinderen en adolescenten in erkende kinderdiabetescentra, inzake ademhalingsondersteuning en andere revalidatieovereenkomsten die voorzien in behandelingsapparatuur of materiaal die met het RIZIV een
overeenkomst hebben gesloten. Om deze cumul in stand te houden moet de gebruiker steeds blijven voldoen aan de voorwaarden van de RIZIV overeenkomst in kwestie.
§7. Voor revalidatie komen ook in aanmerking: kinderen en jongeren met een somatische symptoomstoornis (SSS) waarbij na doorlopen van een stepped care model nood is aan een gespecialiseerde multidisciplinaire aanpak. In de diagnostische fase zullen een biopsychosociaal verklaringsmodel en individuele therapeutische doelstellingen op maat geformuleerd worden. In een eventuele behandelfase zullen deze doelstellingen vertaald worden naar een revalidatieprogramma gericht op verbetering van het functioneren en participeren.
Onder de SSS vallen volgens de diagnostische criteria in de DSM-5 patiënten met somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten (SOLK) gedurende meer dan 6 maanden met significante impact op het dagelijks leven en buitensporige gedachten, emoties of gedragingen in reactie op deze klacht(en).
De SSS worden verder ingedeeld volgens het op de voorgrond staand klachtenpatroon. Binnen de revalidatievoorziening zal men zich vooral richten op patiënten met chronische locomotorische pijnklachten en patiënten met cardiorespiratoire SOLK.
§8. Uit het medisch verslag, bedoeld in artikel 534/111, 3° van het VSB-besluit en dat onderdeel is van de aanvraag tot tegemoetkoming, blijkt dat de gebruiker tot de doelgroep van de revalidatievoorziening behoort. Het medisch verslag vermeldt onder meer de behandelend arts, de doorverwijzer van de gebruiker (in geval van ambulante revalidatie), de primaire diagnose en de doelstellingen van de revalidatie.
Hoofdstuk IV. DOEL VAN DE REVALIDATIE
Artikel 4. De revalidatievoorziening beoogt, door een brede en intensieve therapeutische aanpak, een maximaal functioneel herstel en een optimale persoonlijke ontplooiing van de opgenomen gebruikers te bewerkstellingen.
De instelling zal derhalve niet alleen instaan voor de gespecialiseerde medische zorgen die de gebruikers nog nodig hebben, maar ook oog hebben voor de ontwikkelings- en opvoedingsaspecten en voor de emotionele en gedragsfactoren van de revalidatie. Tevens zal er gewerkt worden aan de psychomentale en motorische ontplooiing van de opgenomen kinderen en jongeren.
De respiratoire afdeling van de revalidatievoorziening beoogt daarnaast ook nog, door een aangepaste respiratoire revalidatie, de frequentie en de duur van de hospitalisaties van de opgenomen gebruikers, ook na de revalidatie, te verminderen.
De revalidatie in de revalidatievoorziening is steeds beperkt tot de periode tijdens welke een belangrijke verbetering van de functionele toestand van de gebruiker nog mogelijk is. Deze verbetering moet na verloop van tijd het voortzetten van de behandeling in het thuismilieu of –voor sommige gebruikers van de afdeling van de neurologische afdeling – een verblijf in een gezinsvervangend milieu mogelijk maken. De revalidatievoorziening zal derhalve zelf voor de opgenomen gebruikers in geen geval functioneren als een hoofzakelijk gezinsvervangend milieu.
Artikel 4bis. §1. Een ‘interdisciplinair advies’ (verder aangeduid als IDA) is een prestatie waarbij zorgverleners van verschillende therapeutische disciplines van de revalidatievoorziening, een rechthebbende ambulant onderzoeken en op basis daarvan, ten behoeve van de reguliere zorgverleners of de ouders van de rechthebbende, een gespecialiseerd interdisciplinair advies bezorgen omtrent de adequate behandeling of verzorging van de rechthebbende.
Onder meer de doelstellingen, de inhoud en de situaties waarin het aangewezen is om een interdisciplinair advies te realiseren, worden beschreven in bijlage 3 bij deze overeenkomst. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de interdisciplinaire adviezen te organiseren zoals beschreven wordt in deze bijlage.
Een interdisciplinair advies wordt meestal verstrekt nadat een rechthebbende een revalidatieprogramma gevolgd heeft in de revalidatievoorziening (ter bevordering van de re-integratie, de zorgcontinuïteit, het behoud van de bereikte resultaten door de revalidatie, …). Een interdisciplinair advies kan ook verstrekt worden zonder dat de rechthebbende een revalidatieprogramma volgt in de revalidatievoorziening (opnamepreventie door gedegen advisering van de reguliere zorgverleners, …) of een interdisciplinair advies kan uitmonden in een revalidatieprogramma. Een interdisciplinair advies kan niet gerealiseerd worden terwijl een rechthebbende het eigenlijke revalidatieprogramma volgt.
§2. De revalidatieverstrekking die voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekking in aanmerking komt van het interdisciplinair advies is de IDA-module. De IDA-module komt voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking per zitting van 3 uur dat de rechthebbende en/of zijn ouders in de revalidatievoorziening of eventueel in de leefomgeving van de rechthebbende (thuis …) samen met één of meerdere therapeuten van de revalidatievoorziening de doelstellingen van het interdisciplinair advies realiseert.
De zitting kan opgesplitst worden in deelzittingen die in voorkomend geval kunnen gerealiseerd worden op verschillende dagen. De duur van de deelzittingen kan samengeteld worden om de vereiste duur van 3 uur voor het aanrekenen van de IDA-module te bereiken. Een deelzitting dient evenwel minstens 1 uur te duren om te kunnen meegeteld worden om de IDA-module aan te rekenen. Eén (deel-)zitting kan slechts één maal meegerekend worden om een IDA-module aan te rekenen.
De tijd die besteed wordt aan het eventuele gebruik van een maaltijd in de revalidatievoorziening, kan nooit deel uitmaken van de vereiste 3 uur om een IDA-module te realiseren.
De datum waarop een IDA-module gerealiseerd wordt is de datum waarop de laatste (deel-)zitting wordt gerealiseerd waarvan de duur wordt meegeteld om de vereiste duur van de IDA-module (minstens 3 uur) te bereiken.
Per dag komt slechts één revalidatieverstrekking voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking: een revalidatiedag in internaat, een ambulante revalidatiedag of een IDA-module.
Op de dagen dat een revalidatiedag in internaat of een ambulante revalidatiedag gerealiseerd wordt, kunnen geen ambulante (deel-)zittingen gerealiseerd worden waarvan de duur wordt meegeteld om een IDA-module te realiseren.
In de periode vanaf de begindatum van een eigenlijk revalidatieprogramma (in internaat of externaat) tot aan de einddatum van het revalidatieprogramma kunnen geen ambulante (deel-)zittingen gerealiseerd worden die worden meegeteld om een IDA-module te realiseren. Ook op weekend- of re- integratiedagen in de loop van het revalidatieprogramma kunnen geen dergelijke zittingen gerealiseerd worden.
Hoofdstuk V. AARD EN PRIJS VAN DE REVALIDATIEVERSTREKKINGEN
Artikel 5. §1. De op basis van deze overeenkomst revalidatieverstrekking die voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komt, is de revalidatiedag, waarmee iedere dag bedoeld wordt tijdens welke een rechthebbende effectief in de revalidatievoorziening verblijft en die begrepen is in de revalidatieperiode die door arts en de zorgkassencommissie voor iedere gebruiker afzonderlijk wordt vastgesteld.
§2. De dag van de opname en de dag van ontslag worden samen voor één revalidatiedag gerekend, behoudens wanneer de volgende voorwaarden gelijktijdig worden vervuld: opneming van een rechthebbende vóór 12 uur de dag van zijn opname en vertrek van de rechthebbende na 14 uur de dag van zijn ontslag.
§3. Een dag die niet voorafgegaan of gevolgd wordt door een nacht tijdens welke de rechthebbende in de revalidatievoorziening verblijft, kan nooit beschouwd worden als een revalidatiedag. Indien een rechthebbende evenwel de dag zelf van zijn opname overlijdt, is de betaling van één revalidatiedag verschuldigd.
§4. De dagen tijdens dewelke de rechthebbende niet effectief in de revalidatievoorziening verblijft (door een onderbreking, waarbij de rechthebbende in een ziekenhuis of revalidatieziekenhuis, een andere revalidatievoorziening of gelijk waar verblijft) kunnen nooit worden beschouwd als revalidatiedagen, net zo min als de in artikel 18 bedoelde dagen van tijdelijke afwezigheid die het revalidatieverblijf onderbreken teneinde de integratie van de rechthebbende in zijn thuismilieu te bevorderen. De in artikel 19 en 20 bedoelde dagen kunnen echter wel vergoed worden volgens de modaliteiten voorzien in bedoelde artikelen.
Artikel 5bis. In het kader van deze overeenkomst is de ambulante revalidatiedag eveneens een revalidatieverstrekking die voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komt. Deze ambulante revalidatiedag omvat de aanwezigheid van de rechthebbende in de revalidatievoorziening gedurende ten minste 7 uur.
Artikel 5tris. Het in artikel 4bis vermelde interdisciplinair advies en de in artikel 5bis vermelde ambulante revalidatiedag kunnen ook digitaal, zoals gedefinieerd in artikel 534/90, §3/1, 2° van het VSB-besluit of digitaal gemengd, zoals gedefinieerd in artikel 534/90, §3/1, 1° van het VSB-besluit, uitgevoerd worden. Digitale revalidatiezittingen en digitaal gemende revalidatiezittingen zijn steeds aanvullend op revalidatiezittingen in persoon. Digitale en digitaal gemengde revalidatiezittingen kunnen op elk moment van het traject gerealiseerd worden als ze een meerwaarde hebben voor de gebruiker. Dit gebeurt altijd
- in overeenstemming met het beleid in de voorziening, zoals bepaald in het tweede lid van deze paragraaf,
- op basis van de professionele inschatting van het multidisciplinaire team,
- in overleg met de gebruiker en/of context.
Digitale en digitaal gemengde revalidatiezittingen passen in het beleid dat de voorziening hieromtrent heeft ontwikkeld. Dit beleid wordt geconcretiseerd in een document, waarin minstens volgende aspecten zijn uitgewerkt:
- de situaties waarin digitale en digitaal gemende revalidatiezittingen een meerwaarde kunnen betekenen voor de gebruiker, de zorgverleners en / of de voorziening;
- welke software, hardware en infrastructuur beschikbaar is om op een veilige manier digitaal te communiceren met de gebruiker en/of context;
- hoe gebruikers geïnformeerd worden over de mogelijkheid van digitale hulpverlening;
- hoe zorgverleners opgeleid worden voor het aanwenden van digitale revalidatiezittingen in het revalidatietraject;
- welke concrete afspraken met de gebruiker moeten worden gemaakt over minimale voorwaarden om digitaal te communiceren op het vlak van onder andere hardware, software, digitale skills, privacy. Hiervoor wordt een afzonderlijke procedure gemaakt. Gemaakte afspraken worden genoteerd in het patiëntendossier;
- hoe digitale en digitaal gemengde revalidatiezittingen worden geregistreerd. Minimaal is er een schriftelijke weerslag van de tijdsbesteding en de manier waarop de digitale revalidatiezitting werd gepresteerd per gebruiker;
- de intervisie over digitale hulpverlening met overige voorzieningen.
Een kopie van het beleidsdocument voor digitale en digitaal gemengde revalidatiezittingen wordt aan het Departement Zorg bezorgd.
Digitale en digitaal gemende revalidatiezittingen zijn evenwaardig aan de revalidatiezittingen in persoon. De prijzen van de revalidatiezittingen in persoon zijn van toepassing op digitale en digitaal gemende revalidatiezittingen.
Voor digitale en digitaal gemengde revalidatiezittingen zijn de bepalingen van artikel 15, §3, wat betreft het aanrekenen van een persoonlijk aandeel, van toepassing.
Digitale en digitaal gemengde revalidatiezittingen worden gefactureerd conform de bepalingen van artikel 534/119 tot en met 534/121 van het VSB-besluit. Om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekking, moet voldaan zijn aan volgende voorwaarden:
- Digitale revalidatiezittingen zijn de realtime revalidatiezittingen, waarbij gebruiker en zorgverlener op hetzelfde moment contact hebben met elkaar. Voorbereidings- en verwerkingstijd van de digitale revalidatiezittingen komen niet in aanmerking voor facturatie.
- De digitale revalidatiezitting omvat minstens de duurtijd van de revalidatiezitting in persoon, zoals vermeld in artikel 4bis, §2 en 5bis. De voorwaarde van de minimale duurtijd kan ook bereikt worden door het samentellen van meerdere revalidatiemomenten. Deze digitale revalidatiezitting, die wordt bereikt door samentelling van meerdere revalidatiemomenten, mag pas gefactureerd worden nadat het laatste revalidatiemoment heeft plaatsgevonden en op datum van die laatste deelprestatie. De verschillende deelmomenten die hebben geleid tot de revalidatiezitting worden door de voorziening bijgehouden, met vermelding van de gebruikte digitale methodiek. Deze gegevens kunnen door het Departement Zorg worden opgevraagd.
- Digitale prestaties worden uitgesloten voor tegemoetkoming in de reiskosten.
Artikel 6. §1. De normale prijs van de revalidatiedag, vastgesteld op basis van bijlage 4 bij deze overeenkomst, is een vast bedrag dat de kosten omvat welke voortvloeien uit het verblijf van de rechthebbende, alsmede alle werkingskosten, de kosten welke voortvloeien uit het verlenen aan de rechthebbende van de maatregelen inzake revalidatie in de revalidatievoorziening en alle verstrekkingen voor diagnose en behandeling welke voor die revalidatie nodig zijn (zie bijlage 1 en 2); de revalidatiedagprijs omvat bijgevolg onder meer de hotelkosten en de kosten van het medisch,
paramedisch, verpleegkundig, opvoedkundig en psychologisch toezicht op de rechthebbenden, met inbegrip van de geneesmiddelen, een aantal medisch-technische verstrekkingen en, in voorkomend geval, de beademing van de gebruikers.
§2. De volgende geneeskundige verstrekkingen zijn niet inbegrepen in de in §1 omschreven revalidatiedagprijs en kunnen derhalve boven op die prijs worden bijvergoed volgens de voorwaarden bepaald in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen:
a) De raadplegingen van artsen-specialisten, met uitsluiting van de raadpleging van een pediater, een (kinder)pneumoloog, een (kinder)neuroloog, een (kinder)psychiater of een arts-specialist in de inwendige geneeskunde;
b) De technisch-geneeskundige verstrekkingen (artikel 3 §1 van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen);
c) De tandverzorging;
d) De verlossingen;
e) De algemene speciale technische geneeskundige verstrekkingen (artikel 11 §1 van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen);
f) De anesthesiologie;
g) De reanimatie;
h) De heelkunde (artikel 14 van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen);
i) De medische beeldvorming, met uitsluiting van de medische beeldvorming op het vlak van de ademhalingsorganen of van de neurologie;
j) De radiotherapie en radiumtherapie;
k) De inwendige geneeskunde (artikel 20 van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen), met uitsluiting van de verstrekkingen voorzien onder artikel 20 §1 b (pneumologie), onder artikel 20 §1 d (kindergeneeskunde) en onder artikel 20 §1 f (neuropsychiatrie);
l) De dermato-venerologie;
m) De klinische biologie;
n) De verstrekkingen voorzien bij artikel 27 tot en met 31 van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen;
o) De genetische onderzoeken (artikel 33 van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen);
p) De interventionele verstrekkingen (artikel 34 van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen).
§3. De in §2 genoemde geneeskundige verstrekkingen mogen alleen boven op de prijs worden bijvergoed als de verstrekking plaats vindt buiten de revalidatievoorziening en verleend wordt door een verstrekker die geen deel uit maakt van het personeel van de revalidatievoorziening. Indien deze verstrekkingen toegediend worden in de revalidatievoorziening, worden ze verondersteld in de revalidatieprijs begrepen te zijn en kunnen ze noch aan de rechthebbende, noch aan de verzekeringsinstellingen worden gefactureerd.
Deze beperkende voorwaarde geldt niet voor de in §2 m) en n) vermelde verstrekkingen.
§3bis. De farmaceutische producten kunnen niet aangerekend worden aan de verzekeringsinstellingen. De enige uitzondering hierop geldt voor de weesgeneesmiddelen waarvoor een College van Artsen voor de weesgeneesmiddelen bestaat. Het deel van de kostprijs van deze weesgeneesmiddelen dat door de verzekeringsinstellingen vergoed wordt, kan door de revalidatievoorziening aan de verzekeringsinstellingen worden aangerekend, mits aan de vergoedingsvoorwaarden van de reglementering over de terugbetaling van geneesmiddelen voldaan is.
De farmaceutische producten kunnen nooit aangerekend worden aan de rechthebbende.
§4. De kosten, gemoeid met de door het personeel van de revalidatievoorziening aan de rechthebbende verleende verstrekkingen die niet tot de revalidatie zouden behoren, mogen nooit worden aangerekend, noch aan de rechthebbende, noch aan de verzekeringsinstellingen.
Deze bepaling geldt ook voor verstrekkingen die door het personeel van de revalidatievoorziening worden verleend buiten het raam van de revalidatievoorziening en voor verstrekkingen die eventueel worden verricht door personen die voor de revalidatievoorziening werken op basis van het statuut van zelfstandige.
§5. Het persoonlijk aandeel van de rechthebbende met betrekking tot de verstrekkingen die opgenomen zijn in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen en die op basis van de bepalingen van §2 en §3 van dit artikel boven op de revalidatiedagprijs kunnen bijvergoed worden, kan echter wel aan de rechthebbende aangerekend worden.
§6. De kostprijs van de verstrekkingen die eventueel in de revalidatievoorziening zouden worden verricht ten behoeve van kandidaat-gebruikers, nog vóór hun opname, kan in geen geval worden aangerekend, noch aan de rechthebbende, noch aan de verzekeringsinstellingen, zelfs niet als de betrokken rechthebbende uiteindelijk niet in de revalidatievoorziening wordt opgenomen.
§7. De kostprijs van verstrekkingen die uitzonderlijk in de revalidatievoorziening zouden worden verricht voor gebruikers voor wie de ten laste genomen revalidatieperiode beëindigd is, kan evenmin worden aangerekend, noch aan de rechthebbende, noch aan de verzekeringsinstellingen.
§8. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe, met het oog op de naleving van de bepalingen in dit artikel, alle nuttige maatregelen te nemen.
Het niet naleven van de bepalingen van dit artikel wordt als een zware fout beschouwd.
Artikel 7. §1. De in artikel 5, §1 en artikel 6, §1 omschreven prijs van de revalidatiedag wordt vastgesteld op xxx EUR, rekening houdende met de personeelskosten en de werkingskosten, vermeld in bijlage 4 bij deze overeenkomst.
De structurele DAC subsidie, ter compensatie van de loonkost van de bediende technische dienst, wordt met ingang van 01.01.2019 geïntegreerd in de basisforfaitprijs. De in het eerste lid vermelde prijs van de revalidatiedag wordt, conform de berekening vermeld in bijlage 5, daardoor verhoogd met € xxx.
De prijs voor een ambulante revalidatiedag bedraagt steeds 70 % van de prijs voor een revalidatiedag in het internaat.
De prijs voor een IDA-module bedraagt steeds 40 % van de prijs voor een revalidatiedag in internaat.
De prijs van de IDA-module dekt de volledige kostprijs van de revalidatievoorziening voor de realisatie van de interdisciplinaire adviezen.
De revalidatievoorziening verbindt er zich toe aan de rechthebbende geen extra vergoedingen aan te rekenen boven op de prijzen van de IDA-module. De kostprijs van de dranken en maaltijden die eventueel in de revalidatievoorziening worden gebruikt, kan evenwel aan de rechthebbende worden aangerekend.
§2. Het indexeerbaar gedeelte van de in §1 vastgestelde revalidatiedagprijs, waarvan de hoegrootheid wordt vermeld in bijlage 4 van deze overeenkomst, wordt gekoppeld aan spilindexcijfer 109,34 (september 2021, basis 2013) van de consumptieprijzen en wordt aangepast volgens de bepalingen van artikel 534/91 van het VSB-besluit.
Hoofdstuk VI. CAPACITEIT VAN DE REVALIDATIEVOORZIENING
Artikel 8. §1. Deze overeenkomst wordt gesloten voor een gemiddelde capaciteit van 65 gebruikers in de neurologische afdeling en 30 gebruikers in de respiratoire afdeling.
De revalidatievoorziening verbindt er zich toe om nooit meer dan 72 gebruikers op een zelfde dag in de neurologische afdeling op te nemen en om nooit meer dan 35 gebruikers op een zelfde dag in de respiratoire afdeling op te nemen.
De behandelingscapapciteit van de afdeling die de IDA-modules verricht, bedraagt het equivalent van 1 interne gebruiker per dag.
De revalidatievoorziening verbindt er zich toe om voor de toepassing van dit artikel rekening te houden met alle gebruikers, met inbegrip van de gebruikers die geen rechthebbende zijn.
§2. In afwijking van andersluidende bepalingen in deze overeenkomst kunnen maximum 10 van de in totaal 96 opnameplaatsen van de revalidatievoorziening ingevuld worden door gebruikers van de in artikel 3 §5 gedefinieerde doelgroep. Het personeelskader dat is vastgesteld in bijlage 4 bij deze
overeenkomst wordt proportioneel ingezet voor het verblijf en de revalidatie van de opgenomen gebruikers van deze doelgroep.
Hoofdstuk VII. AANVRAAG TOT TEGEMOETKOMING VOOR DE REVALIDATIEVERSTREKKINGEN
Artikel 9. §1. Een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen en, in voorkomend geval, de reiskosten die verband houden met deze revalidatieverstrekkingen, voor gebruikers die worden vervoerd in een voertuig dat is aangepast voor het vervoer in een rolstoel, kan enkel worden toegekend als de zorgkas waarbij de gebruiker is aangesloten of ingeschreven, een beslissing tot goedkeuring heeft genomen.
Een beslissing tot goedkeuring voor de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen en, in voorkomend geval, voor de reiskosten die gepaard gaan met deze revalidatieverstrekkingen voor gebruikers die worden vervoerd in een voertuig dat is aangepast voor het vervoer in een rolstoel, vermeldt de periode waarin de revalidatievestrekkingen kunnen worden verleend.
Alleen de revalidatiedagen en de IDA-modules die gerealiseerd worden binnen de aanvaarde revalidatieperiode, komen voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking.
Binnen de aanvaarde revalidatieperiode kunnen zowel internaatsdagen, ambulante revalidatiedagen als IDA-modules worden gerealiseerd, al naargelang wat voor de betrokken rechthebbende op dat ogenblik geïndiceerd is.
§2. Indien de revalidatieperiode om medische redenen, los van de wil van de gebruiker, onderbroken dient te worden, bijvoorbeeld door een opname in een ziekenhuis of revalidatieziekenhuis, dient voor de voortzetting van de revalidatieperiode geen nieuwe aanvraag tot tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen worden ingediend op voorwaarde dat de revalidatie wordt voortgezet onmiddellijk na het ontslag uit het ziekenhuis of revalidatieziekenhuis. Een onderbreking omvat altijd minimum één nacht en maximaal 90 dagen. De onderbreking moet, inclusief de reden ervan, geregistreerd worden via de softwaretoepassing, uiterlijk de dag na de terugkeer van de rechthebbende. In het geval de onderbreking niet tijdig geregistreerd werd, moet de (lopende) revalidatieperiode eerst worden stopgezet en nadien moet een “herstart” gevraagd worden. Ook als de revalidatie na de onderbreking wordt voortgezet op een moment waarbij de einddatum van de reeds goedgekeurde periode verstreken is, moet een herstart van de revalidatie worden gevraagd.
Artikel 10. §1. De aanvraag tot tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen en, in voorkomend geval, voor de reiskosten die verband houden met deze revalidatieverstrekkingen, voor gebruikers die worden vervoerd in een voertuig dat is aangepast voor het vervoer in een rolstoel, gebeurt conform de procedure zoals vermeld in artikel 534/108 en 534/111 van het VSB- besluit. De voorziening beschikt hiervoor over conform artikel 534/112, §1 van het VSB-besluit geattesteerde software.
De aanvraag tot tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen gebeurt als een “nieuwe aanvraag” als
- de gebruiker nieuw is in de voorziening (d.i. de eerste keer dat een gebruiker in de voorziening wordt behandeld);
- de gebruiker gekend is in de voorziening, maar revalidatie voor een nieuw letsel nodig heeft.
De aanvraag tot tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen gebeurt als een “aanvraag tot herstart” als
- de revalidatie opnieuw wordt opgestart voor hetzelfde letsel, nadat eerdere revalidatie in de voorziening werd stopgezet;
- de revalidatie opnieuw wordt opgestart voor hetzelfde letsel na een onderbreking, op een moment waarbij de einddatum van de eerder goedgekeurde periode voor revalidatie al voorbij is.
De aanvraag tot tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen gebeurt als een “aanvraag IDA” wanneer het gaat over de aanvraag voor de prestatie “interdisciplinair advies” voor een gebruiker waarvoor geen revalidatieperiode werd gevraagd. Een aanvraag IDA kan zowel vóór een aanvraag tot tegemoetkoming voor een revalidatieperiode, als na het einde (stopzetting) van een goedgekeurde revalidatieperiode worden aangevraagd. De aanvraag IDA is niet toegelaten tijdens een lopende goedgekeurde revalidatieperiode.
De aanvraag gebeurt als “aanvraag tot uitzondering” in het geval een revalidatieperiode wordt gevraagd voor gebruikers die afwijken op de opnamecriteria. Een vraag tot uitzondering bevat een algemene beschrijving van de uitzondering alsook een medisch verslag.
§2. In het geval de gebruiker, in toepassing van artikel 534/105/1van het VBS-besluit, een beslissing tot goedkeuring voor een tegemoetkoming voor de reiskosten via een professioneel vervoerder heeft bekomen, valideert de revalidatievoorziening, conform artikel 534/105/5 van het VSB-besluit, de factuur die door de vervoerder werd opgemaakt voor iedere dag waarop op ambulante basis een of meer revalidatieverstrekkingen in de revalidatievoorziening zijn geleverd.
§3. De revalidatievoorziening kan een verlenging van de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen aanvragen wanneer de revalidatie na de einddatum van de eerder goedgekeurde periode ononderbroken verdergaat, onmiddellijk aansluitend op de einddatum van die goedgekeurde periode. Dergelijke aanvraag gebeurt als “aanvraag tot verlenging”, via de conform artikel 534/122, §1 van het VSB-besluit geattesteerde software.
§4. Bij het beëindigen van de revalidatie wordt de datum van de stopzetting, de reden ervan en de doorverwijzing of bestemming van de gebruiker, altijd gemeld via de conform artikel 534/112, §1 van het VSB-besluit geattesteerde software.
Artikel 11. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de zorgkassencommissie, via de verzekeringsinstelling van de rechthebbende, al de informatie te bezorgen die gevraagd wordt ter beoordeling van de individuele aanvragen om tegemoetkoming.
De revalidatievoorziening verbindt zich eveneens ertoe, op het einde van de revalidatie, de expertencommissie, een eindverslag betreffende de revalidatie met vermelding van de behaalde resultaten te bezorgen. Het Departement Zorg kan ten allen tijde een model opleggen voor het opstellen van dit eindverslag.
Hoofdstuk VII/1. MEDISCH-ADMINISTRATIEVE EN BOEKHOUDKUNDIGE BEPALINGEN
Artikel 12. De revalidatievoorziening houdt per gebruiker, al dan niet rechthebbende, een medisch- therapeutisch dossier bij dat een overzicht geeft van het verloop van de revalidatie in de revalidatievoorziening. Dat dossier moet voor iedere gebruiker minstens volgende elementen
bevatten: de antecedenten, de medische en therapeutische briefwisseling, alle diagnostische gegevens en de besluiten van teamvergaderingen.
Artikel 13. §1. De revalidatievoorziening houdt een aanwezigheidsregister bij volgens een door het Departement Zorg aanvaard model, waarin zij elke dag vóór 10 uur alle gerevalideerde gebruikers, rechthebbenden of niet, optekent.
§2. Zij stelt op die basis haar productiecijfers op (dit is voor alle rechthebbenden, het aantal gepresteerde revalidatiedagen vermenigvuldigd met hun respectievelijke prijzen). De revalidatievoorziening verbindt zich er toe zijn productiecijfers ter beschikking te houden van het Departement Zorg. De productiecijfers worden, op eenvoudig verzoek van het Departement Zorg, binnen de maand overgemaakt aan het Departement Zorg.
§3. De revalidatievoorziening verbindt er zich toe op vraag van het Departement Zorg de aanwezigheidsregisters voor te leggen ter staving van de bezorgde productiecijfers. Het opzettelijk bijhouden of bezorgen van verkeerde productiecijfers heeft de onmiddellijke schorsing van betalingen door de verzekeringsinstellingen in het raam van deze overeenkomst tot gevolg.
De revalidatievoorziening wijst een contactpersoon aan die belast wordt met het bijhouden en bezorgen van de productiecijfers. Zij deelt zijn persoonlijke gegevens (naam, rechtstreeks telefoonnummer en elektronisch adres) mee aan het Departement Zorg en brengt het Departement Zorg eveneens op de hoogte van elke wijziging in zijn persoonlijke gegevens.
§4. De revalidatievoorziening verbindt er zich toe de instructies inzake het dagelijks bijhouden van het aanwezigheidsregister en betreffende het bijhouden en overmaken van de productiecijfers nauwgezet in acht te nemen.
In geval de verplichting om de aanwezigheidsregisters correct in te vullen en/of om de productiecijfers correct bij te houden niet wordt nageleefd, worden bij een eerste overtreding de verstrekkingen verleend op de dag waarop de overtreding is vastgesteld, niet vergoed. Bij een tweede overtreding zal voor de dagen waarop het aanwezigheidsregister niet correct is ingevuld en/of de productiecijfers niet correct werden bijgehouden geen enkele verstrekking worden vergoed.
Artikel 14. §1. Indien een gebruiker tijdens zijn verblijf in de revalidatievoorziening één van de op basis van artikel 6, §2 en §3 vergoedbare verstrekkingen die opgenomen zijn in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen, ontvangt, dient de revalidatievoorziening de zorgverstrekker ervan te verwittigen dat de gebruiker in een revalidatievoorziening verblijft en het identificatienummer van de revalidatievoorziening aan de zorgverstrekker mee te delen. De revalidatievoorziening dient de zorgverstrekker er aan te herinneren dat voor de verstrekkingen die verschillende nomenclatuurnummers hebben voor ambulante en gehospitaliseerde patiënten, de nomenclatuurnummers en honoraria voorbehouden voor de gehospitaliseerde patiënten, van toepassing zijn en dat op de getuigschriften voor verstrekte hulp het identificatienummer van de revalidatievoorziening dient te worden vermeld in het vak dat normaal bestemd is voor het nummer van het ziekenhuis of revalidatieziekenhuis.
§2. Wat meer bepaald de verstrekkingen inzake klinische biologie betreft, moet de revalidatievoorziening voor elk laboratorium voor klinische biologie dat analyses uitvoert voor de revalidatievoorziening, aan het Departement Zorg een document bezorgen waaruit blijkt dat het
laboratorium voor klinische biologie akkoord gaat met de verplichtingen van deze overeenkomst om voor die klinische analyses de nomenclatuurcodenummers en honoraria voorbehouden voor gehospitaliseerde patiënten te gebruiken en het identificatienummer van de revalidatievoorziening op de getuigschriften voor verstrekte hulp te vermelden.
Xxxxxxx als de revalidatievoorziening een beroep wenst te doen op een ander laboratorium voor klinische biologie, dient voorafgaandelijk een dergelijk document naar het Departement Zorg gestuurd te worden.
§3. Indien het Departement Zorg vaststelt dat de bepalingen van §2 van dit artikel niet worden nageleefd, wordt de uitwerking van de overeenkomst opgeschort.
§4. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe het Departement Zorg jaarlijks een statistisch overzicht te bezorgen van al de verrichte verstrekkingen inzake klinische biologie; die verstrekkingen inzake klinische biologie dienen te worden gegroepeerd per nomenclatuurnummer.
Hoofdstuk VII/2. DE FACTURERING VAN DE REVALIDATIEVERSTREKKINGEN
Artikel 15. §1. De revalidatievoorziening factureert aan de verzekeringsinstellingen de kosten van de in artikel 0xxx, 0, 0xxx en 5tris vermelde revalidatieverstrekkingen conform de bepalingen van artikel 534/120 van het VSB-besluit. De revalidatievoorziening beschikt hiervoor over conform artikel 534/122, §1 van het VSB-besluit geattesteerde software. Inlichtingshalve moeten alle door de revalidatievoorziening aan de rechthebbende gefactureerde bedragen voor diensten die niet tot de revalidatie behoren, eveneens in het facturatiebestand worden vermeld. Een afschrift van de factuur moet aan de rechthebbende of aan zijn wettelijke vertegenwoordiger worden gegeven.
§2. In toepassing van de bepalingen van artikel 534/99 van het VSB-besluit, dient de aan de verzekeringsinstellingen aangerekende prijs voor de residentiële revalidatiedag te worden verminderd met de in artikel 534/102 t.e.m. 534/104 van het VSB-besluit voorziene bedragen.
§3. In toepassing van de bepalingen van de bepalingen van artikel 534/99 van het VSB-besluit, dienen de aan de verzekeringsinstellingen gefactureerde prijzen van de ambulante revalidatiedag en van de IDA-module te worden verminderd met het in artikel 534/101 van het VSB-besluit voorziene bedrag.
Hoofdstuk VII/3. FACTURATIECAPACITEIT
Artikel 16. §1. De in artikel 7 vastgestelde revalidatiedagprijs is berekend, zoals vermeld in bijlage 4 bij deze overeenkomst, rekening houdend met een bezettingsgraad van 90 %.
De “normale facturatiecapaciteit” van de revalidatievoorziening, zoals gedefinieerd in artikel 534/90,
§1, 2° van het VSB-besluit, bedraagt xxx revalidatiedagen in internaatsverband, wat overeenstemt met een bezettingsgraad van 90 %.
Het theoretisch aantal eenheidsverstrekkingen, zoals gedefinieerd in artikel 534/90, §2/3, eerste lid van het VSB-besluit van de revalidatievoorziening bedraagt xxx revalidatiedagen in internaatsverband, wat overeenstemt met een bezettingsgraad van 100 %.
De “maximale facturatiecapaciteit”, zoals gedefinieerd in artikel 534/90, §1, 1° van het VSB-besluit, bedraagt xxx revalidatiedagen in internaatsverband, wat overeenstemt met een bezettingsgraad van 98 %.
§2. De volgende regeling is van toepassing tot en met 31 december 2023.
De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe, indien voor een bepaald kalenderjaar de normale facturatiecapaciteit wordt overschreden, voor de aan de zorgkassen gefactureerde prestaties die de normale facturatiecapaciteit overschrijden, een verminderde prijs aan te rekenen. De aan te rekenen verminderde prijs zal in dat kalenderjaar ofwel 50 %, ofwel 25 % bedragen van de basisprijs van de revalidatiedag in internaatsverband aan 100 %, van de basisprijs van de revalidatiedag in internaatsverband aan 70 %, van de basisprijs van de ambulante revalidatiedag en van de basisprijs van de IDA-module én dit afhankelijk van het in de vorige kalenderjaren gerealiseerde revalidatieprestaties dat voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komt.
De in vorige alinea bedoelde verminderde prijzen bedragen:
1) 50 % van de in artikel 7 §1 vastgelegde basisprijzen:
a) Als in het kalenderjaar dat onmiddellijk voorafgaat aan het beschouwde kalenderjaar, de revalidatievoorziening niet meer dan xxx (aantal = 90 % van het theoretisch aantal eenheidsverstrekkingen) revalidatiedagen in internaatsverband die voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen, heeft gerealiseerd
Of
b) Als sinds het recentste kalenderjaar waarvoor de normale facturatiecapaciteit niet is overschreden, de revalidatievoorziening in geen enkel kalenderjaar meer dan xxx (aantal
= 94 % van het theoretisch aantal eenheidsverstrekkingen) revalidatiedagen in internaatsverband die voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen, heeft gerealiseerd.
2) 25 % van de in artikel 7 §1 vastgelegde basisprijzen:
a) Als in het kalenderjaar dat onmiddellijk voorafgaat aan het beschouwde kalenderjaar, de revalidatievoorziening meer dan xxx (aantal = 94 % van het theoretisch aantal eenheidsverstrekkingen) revalidatiedagen in internaatsverband die voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen, heeft gerealiseerd
Of
b) Als sinds het recentste kalenderjaar waarvoor de normale facturatiecapaciteit niet is overschreden, de revalidatievoorziening in minstens één kalenderjaar meer dan xxx (aantal = 94 % van het theoretisch aantal eenheidsverstrekkingen) revalidatiedagen in internaatsverband die voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen, heeft gerealiseerd.
§3. De volgende regeling start vanaf 1 januari 2024.
De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe, indien voor een bepaald kalenderjaar de normale facturatiecapaciteit wordt overschreden, voor de aan de zorgkassen gefactureerde prestaties die de normale facturatiecapaciteit overschrijden, een verminderde prijs aan te rekenen. De aan te rekenen verminderde prijs zal in dat kalenderjaar 50 % van de basisprijs van de revalidatiedag in internaatsverband aan 100 %, van de basisprijs van de revalidatiedag in internaatsverband aan 70 %, van de basisprijs van de ambulante revalidatiedag en van de basisprijs van de IDA-module bedragen voor de gerealiseerde prestaties boven 90 % tot 94 % van het theoretisch aantal eenheidsverstrekkingen en 25 % van de basisprijs van de revalidatiedag in internaatsverband aan 100
%, van de basisprijs van de revalidatiedag in internaatsverband aan 70 %, van de basisprijs van de ambulante revalidatiedag en van de basisprijs van de IDA-module bedragen voor de gerealiseerde prestaties boven de 94 % tot 98 % van het theoretisch aantal eenheidsprestaties.
§4. Voor de toepassing van dit artikel moet, conform artikel 534/90, §3 van het VSB-besluit, de mathematische waarde van de verschillende revalidatieprestaties die voor tegemoetkoming voor de revalidatieprestaties in aanmerking komen, proportioneel worden afgeleid van de waarde van de revalidatiedag in internaatsverband, welke als eenheid geldt.
De mathematische waarde van de krachtens deze overeenkomst revalidatieprestaties die voor tegemoetkoming voor de revalidatieprestaties in aanmerking komen, waarmee bij de toepassing van de bepalingen van dit artikel moet worden rekening gehouden, bedraagt bijgevolg:
- 1 voor de revalidatiedag in internaatsverband aan 100 %
- 0,7 voor de revalidatiedag in internaatsverband aan 70 %
- 0,7 voor de ambulante revalidatiedag
- 0,4 voor de IDA – module
§5. De in §4 van dit artikel vermelde mathematische waarden van de revalidatieprestaties die krachtens deze overeenkomst voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen, waarmee bij toepassing van de bepalingen van dit artikel moet worden rekening gehouden, wordt niet beïnvloed door het aanrekenen (in toepassing van de bepalingen van §2) van verminderde prijzen (50 % of 25 % van de normale prijzen).
§6. Voor het kalenderjaar waarin aan de onderhavige overeenkomst een einde komt, dienen de in §1 van dit artikel vermelde aantallen met betrekking tot de normale facturatiecapaciteit en de maximale facturatiecapaciteit evenredig verminderd te worden, rekening houdend met de toepassingstermijn van deze overeenkomst in dat kalenderjaar.
§7. De revalidatieprestaties die aan de Belgische verzekeringsinstellingen worden gefactureerd voor gebruikers die ten laste zijn van een buitenlandse verzekeringsinstelling, zijn begrepen in de normale en maximale facturatiecapaciteit.
Artikel 17. De VZW “Pulderbos revalidatiecentrum voor kinderen en jongeren” verbindt zich er toe een boekhouding te voeren die een overzicht geeft van alle inkomens en uitgaven die voortvloeien uit de activiteiten van de revalidatievoorziening, waarbij deze activiteiten als een afzonderlijke kostenrubriek worden beschouwd die het mogelijk maakt de kostprijs van bedoelde activiteiten na te gaan.
Het voeren van deze boekhouding dient zo veel mogelijk te gebeuren conform de door het Departement Zorg aanvaarde boekhoudkundige richtlijnen voor de revalidatievoorzieningen of conform de boekhoudkundige voorschriften voor de ziekenhuizen (K.B. 14.8.1987), onder meer wat de minimumindeling van het rekeningenstelsel en de gehanteerde afschrijvingstermijnen voor
investeringen betreft. Het gebruikte rekeningenstelsel moet daarenboven toelaten de specifieke inkomsten en uitgaven van de activiteiten van de revalidatievoorziening die niet door deze overeenkomst gedekt worden (o.m. de school en het zwembad), te onderscheiden.
De exploitatierekening met betrekking tot de activiteiten van de revalidatievoorziening moet jaarlijks, uiterlijk op 31 juli, naar het Departement Zorg worden gestuurd. Het Departement Zorg kan voor het opmaken van deze exploitatierekening ten allen tijde een eenvormig model opleggen.
Hoofdstuk VIII. BIJZONDERE BEPALINGEN MET BETREKKING TOT DE REVALIDATIE
Artikel 18. Voor de dagelijks gemiddeld 95 gebruikers van de respiratoire en de neurologische afdeling samen, zijn er in de loop van elk kalenderjaar gemiddeld 15 die gemiddeld 35 “re-integratiedagen” tijdelijk afwezig zijn uit de revalidatievoorziening, gemiddeld 20 die gemiddeld 83 re-integratiedagen tijdelijk afwezig zijn en gemiddeld 60 die gemiddeld 130 re-integratiedagen tijdelijk afwezig zijn, weekends en vakantieperiodes inbegrepen. Het gemiddeld aantal re-integratiedagen per gebruiker en per kalenderjaar bedraagt aldus 9.985/95 = 105.
De dagen dat de gebruiker hierdoor tijdelijk afwezig is in de revalidatievoorziening, kunnen niet beschouwd worden als revalidatiedagen en komen dus niet voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking.
De dag van vertrek uit de revalidatievoorziening mag alleen worden beschouwd als effectieve aanwezigheidsdag wanneer de rechthebbende de revalidatievoorziening verlaat na 14 uur en de dag van terugkeer mag alleen worden beschouwd als effectieve aanwezigheidsdag wanneer de rechthebbende vóór 12 uur in de revalidatievoorziening terug komt.
De start en het einde van een tijdelijke afwezigheid (bij een periode van zuiver residentiële revalidatie) moet verplicht geregistreerd worden via de conform artikel 534/122, §1 van het VSB-besluit, geattesteerde software.
Teneinde de continuïteit van de verzorging tijdens de re-integratiedagen te verzekeren, zal de revalidatievoorziening de nodige contacten leggen met de huisarts van de gebruiker en er voor waken zelf steeds voldoende bereikbaar te blijven. De revalidatievoorziening zal tevens aan de gebruiker de door een arts van de revalidatievoorziening voorgeschreven farmaceutische producten en de eventueel noodzakelijke beademingsapparatuur ter beschikking stellen.
Artikel 19. Gebruikers die opgenomen zijn in de revalidatievoorziening kunnen, mits toestemming van de zorgkassencommissie, naast het in deze overeenkomst beoogde revalidatieprogramma, een onderwijsprogramma of een beroepsopleiding volgen buiten de revalidatievoorziening.
In dat geval wordt, voor de dagen dat voornoemde activiteiten buiten de revalidatievoorziening effectief plaats vinden en de gebruiker daardoor gedurende vier uur of meer niet deel neemt aan het revalidatieprogramma van de revalidatievoorziening, de revalidatiedagprijs verminderd tot 70 procent.
Het volgen van een onderwijsprogramma in de school die aan de revalidatievoorziening verbonden is, valt niet onder de toepassing van dit artikel.
Artikel 20. De dagen waarop een gebruiker niet effectief in de revalidatievoorziening verblijft maar deel neemt aan activiteiten georganiseerd door de revalidatievoorziening die door hun karakter één of meerdere nachten buiten de revalidatievoorziening vergen, kunnen, mits voorafgaandelijke toestemming van de expertencommissie, gelijkgesteld worden met vergoedbare revalidatiedagen.
Alleen activiteiten met een onmiskenbare therapeutische functie in het raam van het revalidatieprogramma, waarvoor de revalidatievoorziening een kwantitatieve en kwalitatieve omkadering verzekert die niet geringer is dan de omkadering binnen de revalidatievoorziening zelf, kunnen in aanmerking worden genomen voor zulke gelijkstelling.
De aanvraag voor zulke gelijkstelling moet, ten minste een maand vooraf, aan de expertencommissie worden gericht en moet onder andere een beschrijving van de activiteit bevatten (soort activiteit, waar, wanneer, voorzien aantal deelnemers, voorziene begeleiding), en van haar bijdrage aan het revalidatieprogramma. In geval van akkoord van de expertencommissie, moet de volledige lijst van de deelnemers ten laatste op de dag van het vertrek ter informatie naar de expertencommissie worden gestuurd.
Hoofdstuk IX. PERSONEEL
Artikel 21. §1. Teneinde de kwaliteit van de revalidatie te verzekeren, verbindt de revalidatievoorziening zich ertoe om het personeelskader, dat voorzien is in bijlage 4 van de overeenkomst, volledig op te vullen. Dit houdt in dat de revalidatievoorziening voor iedere in dat personeelskader voorziene functie iemand effectief zal tewerkstellen die de voor die functie vereiste kwalificatie bezit en dit gedurende het vooropgesteld aantal werkuren per week.
Het Departement Zorg kan niet beschouwd worden als partij in de arbeidscontracten die gesloten worden tussen de revalidatievoorziening en haar personeel.
§1bis. Om haar therapeutisch team te versterken, verbindt de revalidatievoorziening zich ertoe om 0,5 voltijds equivalenten met een master in de psychologie aan te werven als loontrekkende en in de voormelde revalidatievoorziening permanent te werk te stellen in het kader van de activiteiten waarin de afgesloten revalidatieovereenkomst voorziet.
Dat aantal voltijdse equivalenten met een master in de psychologie mag – conform het sociaal akkoord 2011 voor de creatie van nieuwe banen in de revalidatiesector – uitsluitend worden aangewend voor de creatie van nieuwe banen in de revalidatievoorziening. Dit personeel moet derhalve worden toegevoegd aan de bestaande personeelsformatie van de overeenkomst.
§2. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe, in toepassing van de bepalingen §1, steeds onverwijld alle nuttige schikkingen te treffen met het oog op de aanwerving van nieuw personeel, teneinde te vermijden dat een in het personeelskader voorziene functie niet meer zou opgevuld worden. Zo zal de revalidatievoorziening, zodra geweten is dat een in het personeelskader voorziene functie open zou komen te staan door ontslagneming, afdanking of door redenen van gewettigde langdurige afwezigheid (loopbaanonderbreking, verlof zonder wedde, ziekte, …), onmiddellijk maatregelen nemen om in de tijdige vervanging van het tijdelijk of definitief weggevallen personeelslid te voorzien. De revalidatievoorziening is evenwel niet verplicht een door de revalidatievoorziening ontslagen personeelslid dat op verzoek van de revalidatievoorziening geen arbeidsprestaties meer verricht tijdens de nog bezoldigde wettelijke vooropzegperiode, gedurende die periode reeds te
vervangen. De revalidatievoorziening is evenmin verplicht een personeelslid dat afwezig is wegens ziekte te vervangen gedurende de wettelijke periode van gewaarborgd loon, periode tijdens welke het zieke personeelslid nog effectief door de revalidatievoorziening bezoldigd wordt.
Teneinde het vast personeel de kans te geven zijn jaarlijkse vakantie te nemen, is het aanvaardbaar dat de revalidatievoorziening enkele functies tijdelijk vacant laat om bijkomend tijdelijk personeel te kunnen aanwerven tijdens de vakantiemaanden. De revalidatievoorziening verbindt er zich in dat geval toe op jaarbasis de vacant gelaten functie toch volledig op te vullen door verhoudingsgewijs voldoende extra-personeel in dienst te nemen tijdens de vakantiemaanden.
§3. Het jaarlijks personeelsoverzicht van de revalidatievoorziening wordt, uiterlijk op 31 juli, gerapporteerd via het E-loket van het Departement Zorg.
§4. Indien de overzichtstabel van het tewerkgesteld personeel niet wordt overgemaakt vóór 1 augustus, wordt de revalidatievoorziening per aangetekend schrijven aan haar verbintenis terzake herinnerd. Indien binnen de 30 dagen na het versturen van dit aangetekend schrijven de overzichtstabel nog niet is overgemaakt, worden alle betalingen door de zorgkassen in het kader van deze overeenkomst ambtshalve opgeschort tot hij is overgemaakt.
Artikel 22. §1. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe haar personeel ten minste te bezoldigen volgens de principes die aan de basis hebben gelegen van de berekening van de personeelskosten van de revalidatievoorziening, berekening die zich in bijlage 4 bij deze overeenkomst bevindt. Deze berekening is, zoals aangeduid in voornoemde bijlage, ofwel gebaseerd op de loonschalen van het paritair comité 305.1 – met toepassing van de maatregelen voorzien in het sociaal akkoord van 4 juli 1991 (meerjarenplan gezondheidssector) en van de C.A.O.’s van 10 december 1992 en 24 april 1995 – ofwel gebaseerd op de barema’s van de federale overheidsdiensten.
De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe bepaalde voordelen die in het raam van nieuwe C.A.O.’s, gesloten binnen het paritair comité 305.1, aan het personeel zouden toegekend worden en waarvan de kosten ten gevolge van een beslissing van de minister in de revalidatiedagprijs zouden opgenomen worden, eveneens toe te kennen aan zijn personeel.
§2. Een in het personeelskader van de revalidatievoorziening voorziene functie kan contractueel worden vervuld door een zelfstandige, op voorwaarde dat de wettelijke bepalingen in verband met het uitoefenen van loonarbeid hierbij niet worden overtreden. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe voor de prestaties van zulke zelfstandige een honorarium uit te betalen dat minstens gelijk is aan de totale loonkost in geval van tewerkstelling op basis van het werknemersstatuut. De totale loonkost in geval van tewerkstelling op basis van het werknemersstatuut omvat, naast de brutobezoldiging onder meer de toeslag voor onregelmatige uren, het vakantiegeld, alle premies en de patronale RSZ- bijdragen.
De revalidatievoorziening zal voor iedere functie die contractueel vervuld wordt door een zelfstandige, onmiddellijk een kopie van het tussen de revalidatievoorziening en de betrokken zelfstandige gesloten contract bezorgen aan het Departement Zorg.
§3. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe ieder (loontrekkend of zelfstandig) personeelslid schriftelijk te informeren over de verplichtingen met betrekking tot zijn bezoldiging zoals die voortvloeien uit artikel 22 van deze overeenkomst.
De revalidatievoorziening bewaart de stukken waaruit blijkt dat het personeel ingelicht is over die verplichtingen en houdt ze ter beschikking van het Departement Zorg.
De revalidatievoorziening machtigt het Departement Zorg om ieder personeelslid dat erom vraagt, de gegevens met betrekking tot zijn bezoldiging die voortvloeien uit voormelde verplichtingen, mede te delen.
§4. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe jaarlijks, ten laatste op 31 maart, aan het Fonds voor de uitbetaling van een vakbondspremie, het in de revalidatiedagprijs verrekend vast bedrag (momenteel 0,05 euro) over te maken voor iedere revalidatiedag die het voorbije kalenderjaar door de verzekeringsinstellingen uitbetaald werd.
Artikel 23. Het aandeel van de personeelskosten in de revalidatiedagprijs zal aan de realiteit aangepast worden, indien de werkelijke personeelsuitgaven, ten gevolge van de evolutie van de anciënniteit van het werkelijk tewerkgestelde personeel, 1 % hoger zouden komen te liggen dan de personeelskost die begrepen is in de revalidatiedagprijs. Desgevallend is artikel 534/92 van het VSB-besluit van toepassing.
Hoofdstuk X. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 23bis. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de implementatie van het Elektronisch Patiënten Dossier (EPD) te realiseren volgens het stappenplan dat voor de revalidatieziekenhuizen wordt bepaald in het VSB-besluit. Met ingang van 1 november 2017 werd de jaarenveloppe van de revalidatievoorziening daartoe met 72.897,00 euro (index 103,04) verhoogd. Het behoud van dit budget wordt afhankelijk gemaakt van het respecteren van het implementatieplan.
Artikel 24. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe alle nuttige maatregelen te nemen op het vlak van brandveiligheid. De revalidatievoorziening zal daartoe bestendig contact houden met een bevoegde brandweerdienst en onmiddellijk de door deze laatste opgelegde maatregelen en werken uitvoeren.
Artikel 25. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de revalidatie in de revalidatievoorziening te organiseren zoals voorzien in de revalidatieprojecten die zich als bijlage 1 en 2 bij deze overeenkomst bevinden. Aanpassingen aan deze revalidatieprojecten zijn slechts mogelijk mits een gunstig resultaat na het doorlopen van de procedure zoals bepaald in de artikels 159 t.e.m. 173 van het overnamebesluit.
Artikel 26. Om de kwaliteit van de revalidatie te waarborgen, verbindt de revalidatievoorziening zich ertoe aan ieder personeelslid een exemplaar te bezorgen van het revalidatieproject dat betrekking heeft op zijn afdeling en dat als bijlage 1 of 2 bij deze overeenkomst gevoegd is. De revalidatievoorziening zal het personeelslid bij die gelegenheid op de in artikel 25 vermelde draagwijdte van die tekst wijzen. De revalidatievoorziening bewaart de in dit verband door het personeel ondertekende ontvangstbewijzen en houdt ze ter beschikking van het Departement Zorg.
Artikel 27. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe het Departement Zorg of de expertencommissie al de informatie te bezorgen die gevraagd wordt op therapeutisch en financieel vlak of met het oog op het algemeen beheer van de revalidatieovereenkomsten. De
revalidatievoorziening verbindt zich er tevens toe alle afgevaardigden van het Departement Zorg of van de verzekeringsinstellingen toe te laten de bezoeken af te leggen die zij hiertoe nuttig achten.
Om een beoordeling van de uitbreiding van de doelgroep vanaf 1 november 2021 met patiënten met FNSS (art. 3, §2) en met SSS (art. 3, §7) mogelijk te maken, verbindt de revalidatievoorziening zich ertoe om periodiek, telkens het Departement Zorg hierom vraagt en een eerste keer één jaar na het ingaan van de aanpassing van de overeenkomst, een evaluatierapport aan het Departement Zorg te bezorgen. In het rapport worden naast het aantal gerevalideerde gebruikers per toegevoegde doelgroep in het voorbije jaar, een beschrijving van de aard van de problematiek, de geformuleerde revalidatiedoelstellingen, de uitgevoerde behandeling en de behaalde resultaten vermeld. Het rapport moet conform de GDPR-bepalingen worden opgemaakt. Het Departement Zorg zal het evaluatierapport voor inhoudelijk advies overmaken aan de zorgkassencommissie. De zorgkassencommissie kan bijkomende informatie, die nodig is voor het opmaken van het gevraagde advies, aan de revalidatievoorziening vragen. De beoordeling van het evaluatierapport bepaalt het al dan niet behouden van de toegevoegde doelgroepen.
Artikel 28. Deze overeenkomst wordt op therapeutisch vlak beschouwd als een normale verderzetting van de revalidatieprogramma’s zoals bepaald in de overeenkomst d.d. 1 november 2021, tussen de Vlaamse Gemeenschap en de VZW “Pulderbos revalidatiecentrum voor kinderen en jongeren”
Voor elke gebruiker die een beslissing tot goedkeuring voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in het kader van het in het eerste lid vermelde overeenkomst heeft bekomen, mag de revalidatievoorziening het begonnen revalidatieprogramma verder zetten tot het einde van de periode waarvoor een beslissing tot goedkeuring werd bekomen.
Bij een eventueel nieuwe aanvraag vanaf 1 oktober 2023 tot verlenging of herstart van de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen en waarvoor de 1ste dag waarop revalidatieverstrekkingen in het kader van de verlenging worden verricht na 1 oktober 2023 valt moeten de gebruikers beantwoorden aan de voorwaarden zoals bepaald in deze overeenkomst en moet de procedure zoals bepaald in artikel 10 van deze overeenkomst worden doorlopen.
Bij een eventueel nieuwe aanvraag vanaf 1 oktober 2023 tot verlenging of herstart van de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen en waarvoor de 1ste dag waarop revalidatieverstrekkingen in het kader van de verlenging of herstart worden verricht vóór 1 oktober 2023 valt moeten de gebruikers beantwoorden aan de voorwaarden zoals die geldig waren vóór het in werking treden van deze overeenkomst en moet de procedure zoals die geldig was vóór het in werking treden van deze overeenkomst worden doorlopen.
HOOFDSTUK XI. INFRASTRUCTUUR
Artikel 29. Op 18 december 2018 bekwam de revalidatievoorziening een principieel akkoord voor de realisatie van een nieuwbouw. Aan de voorziening wordt de garantie gegeven voor het opnemen van de kosten van een nieuwbouw in de prijzen van de revalidatieverstrekkingen die deze revalidatieovereenkomst voorziet.
Deze kosten kunnen in de prijzen van de revalidatieverstrekkingen worden opgenomen na de realisatie van de nieuwbouw of van belangrijke onderdelen van de nieuwbouw, mits naleving van de voorwaarden van dit hoofdstuk.
Het principieel akkoord is gebaseerd op de gebruikelijke principes van het RIZIV voor bouwdossiers van inrichtingen met een revalidatieovereenkomst. Op enkele punten wijken de principes hier van af
omdat de scrupuleuze naleving van alle principes niet haalbaar was voor de revalidatievoorziening omwille van de verplichtingen inzake openbare aanbesteding die op de revalidatievoorziening van toepassing zijn. Zo is het voor de revalidatievoorziening niet mogelijk om vooraf gedetailleerde bouwplannen en een gedetailleerde kostenraming voor te leggen, omdat het aanstellen van een architect(enbureau) maar mogelijk is op basis van een openbare aanbesteding. Zonder principieel akkoord voor de nieuwbouw is het voor de revalidatievoorziening niet haalbaar om over te gaan tot een openbare aanbesteding omwille van het financiële engagement dat die aanbesteding voor de revalidatievoorziening met zich meebrengt.
Doordat de revalidatievoorziening vooraf geen gedetailleerde bouwplannen en geen gedetailleerde kostenraming van de nieuwbouw kan voorleggen, moet dit hoofdstuk beschouwd worden als een kader waarmee rekening moet worden gehouden bij de realisatie van de nieuwbouw teneinde de kosten van die nieuwbouw in de prijs van de revalidatieverstrekkingen van deze revalidatieovereenkomst te kunnen opnemen. Als zowel de revalidatievoorziening als de Vlaamse Gemeenschap het daarmee eens zijn, kunnen de modaliteiten van dit hoofdstuk worden aangepast teneinde rekening te houden met de gedetailleerde bouwplannen en de gedetailleerde kostenraming van de nieuwbouw.
Dit hoofdstuk heeft tot doel de werkelijke kosten van de nieuwbouw voor de revalidatievoorziening zo correct mogelijk te dekken, rekening houdend met de beperkingen die in dit hoofdstuk worden opgelegd. Ieder initiatief, op korte of lange termijn, dat leidt tot het onterecht vergroten van de kosten van het gebouw die via de revalidatieovereenkomst worden vergoed of waardoor de revalidatievoorziening, haar inrichtende macht of eventueel bevriende organisaties van de inrichtende macht winst kunnen maken op basis van de kosten van het gebouw die via de revalidatieovereenkomst worden vergoed, wordt daarom beschouwd als een manifeste overtreding van het doel en de inhoud van dit hoofdstuk. De revalidatievoorziening zal het Departement Zorg dan ook steeds transparant informeren over alle initiatieven die een impact hebben op de werkelijke kosten van de nieuwbouw die via de overeenkomst worden ten laste genomen en dit zolang de nieuwbouw niet volledig is afgeschreven.
Artikel 30. §1. De kosten van de nog te realiseren nieuwbouw voor de revalidatievoorziening zullen na de voltooiing en ingebruikname van deze nieuwbouw (of, onder de voorwaarden van artikel 33, §2, eerste lid, na de voltooiing van bepaalde onderdelen van deze nieuwbouw) in de prijs van de revalidatieverstrekkingen die deze revalidatieovereenkomst voorziet, worden opgenomen, mits alle voorwaarden van dit hoofdstuk worden nageleefd.
Dit zal gebeuren door de kostprijs van de nieuwbouw – nadat die kostprijs conform §2, eerste lid, van dit artikel vermeerderd is geweest met de waarde van de terreinen die voor de nieuwbouw zullen worden gebruikt en conform §3, tweede lid, van dit artikel verminderd is geweest met de verkoopwaarde van de gebouwen en terreinen die de voorbije decennia voor de revalidatievoorziening werden gebruikt – af te schrijven over 33 jaar en de aldus berekende jaarlijkse kostprijs van de nieuwbouw te delen door de normale facturatiecapaciteit van de revalidatievoorziening, om op die manier de kostprijs per internaatsdag te bepalen.
§2. Bij de bepaling van de kostprijs van de nieuwbouw zal worden rekening gehouden met de waarde van het deel van de huidige terreinen van Zorgverblijf Hooidonk dat nodig is voor de nieuwbouw van de revalidatievoorziening en door de revalidatievoorziening voor haar werking zal worden gebruikt, op voorwaarde dat de inrichtende macht van de revalidatievoorziening deze terreinen in eigendom heeft of gedurende minstens 50 jaar in erfpacht heeft.
Het Departement Zorg kan voor het bepalen van de waarde van deze terreinen eventueel beroep doen op een gespecialiseerde dienst van de Vlaamse overheid of de waarde laten bepalen door een door de Vlaamse overheid aangesteld expert.
§3. De nieuwbouw is bedoeld om de bestaande gebouwen van de revalidatievoorziening te vervangen en zal op een andere locatie die geen deel uitmaakt van de huidige site van de revalidatievoorziening worden opgericht. Na de ingebruikname van de nieuwbouw hebben de gebouwen en terreinen die de voorbije decennia voor de revalidatievoorziening werden gebruikt, voor de revalidatievoorziening geen enkel nut meer.
Gezien de decennialange investering van overheidsinstanties in die gebouwen, in de instelling die in die gebouwen gehuisvest zijn geweest en, rechtstreeks of onrechtstreeks, in de organisaties die die instellingen hebben opgericht, dient de voorkoopwaarde van de gebouwen en terreinen die de voorbije decennia voor de revalidatievoorziening werden gebruikt, van de kostprijs van de nieuwbouw te worden afgetrokken.
De verkoopwaarde van de gebouwen en terreinen die de voorbije decennia voor de revalidatievoorziening werden gebruikt, kan worden bepaald door één van volgende methodes:
- Door de gebouwen en terreinen te verkopen via de procedure van een openbare verkoop;
- Door de verkoopwaarde te laten bepalen door een gespecialiseerde dienst van de Vlaamse overheid;
- Door de verkoopwaarde te laten bepalen door een door de Vlaamse overheid aangestelde expert.
Het bestuur van de revalidatievoorziening kan er zelf voor kiezen om de gebouwen en terreinen die de voorbije decennia voor de revalidatievoorziening werden gebruikt, te verkopen via de procedure van een openbare verkoop. Als het bestuur daar niet voor kiest, komt het het Departement Zorg toe om eventueel te kiezen voor één van de andere bovenvermelde methodes.
Indien bij de ingebruikname van de nieuwbouw een deel van het kapitaal van een investeringslening nog niet is afgelost, dient dit deel van het kapitaal niet mee in mindering te worden gebracht, als de investeringslening:
- Uiterlijk in 1992 is aangegaan voor de financiering van een gebouw van de revalidatievoorziening;
- Een investeringslening vervangt die uiterlijk in 1992 is aangegaan maar die door een nieuwe investeringslening is vervangen geweest om de intrestlasten van de oorspronkelijke, uiterlijk in 1992 aangegane, investeringslening te verminderen.
§4. Bij de ingebruikname van de nieuwbouw zullen de afschrijvingen die in de prijs van de revalidatieverstrekkingen zijn opgenomen voor de huidige gebouwen van de revalidatievoorziening worden geschrapt. Ook de andere afschrijvingen die nu opgenomen zijn in de prijs van de revalidatieverstrekkingen, zullen worden geschrapt, tenzij de revalidatievoorziening kan aantonen dat bepaalde investeringen nog niet volledig zijn afgeschreven. Niet afgeschreven investeringen die door de verhuizing naar de nieuwbouw waardeloos zijn geworden, kunnen over een termijn van 10 jaar worden afgeschreven.
Artikel 31. De nieuwbouw voor de revalidatievoorziening dient volgende voorwaarden te respecteren:
1) De nieuwbouw zal gevestigd worden op de huidige site van Zorgverblijf Hooidonk, Xxxxxxxxxxx 000 – 180, 2240 Zandhoven.
2) De inrichtende macht van de revalidatievoorziening moet het terrein dat nodig is voor de nieuwbouw en voor de werking van de revalidatievoorziening in eigendom hebben of gedurende minstens 50 jaar in erfpacht te hebben.
3) De nieuwbouw moet beantwoorden aan alle wettelijke normen die op de revalidatievoorziening van toepassing zijn, bijvoorbeeld qua brandveiligheid, veiligheid van de gebruikers, de teamleden en de bezoekers, keuken en voedselveiligheid, isolatie en ventilatie, preventie van legionella, enz.
4) De nieuwbouw die voor de revalidatievoorziening in het kader van deze revalidatieovereenkomst kan worden gefinancierd, is uitsluitend bedoeld voor de werking van de revalidatievoorziening die op basis van deze revalidatieovereenkomst wordt gefinancierd. De financiering die dit hoofdstuk stelt, kan dan ook alleen maar betrekking hebben op het gebouw van de revalidatievoorziening en niet op de financiering van de gebouwen die op dezelfde site zullen worden gebouwd of reeds zijn gebouwd en die voor andere voorzieningen zijn bedoeld. Bijgevolg kan de financiering nooit betrekking hebben op gebouwen of delen van een gebouw dat bestemd is voor:
o Het Zorgverblijf Hooidonk;
o De onderwijsinstelling voor de revaliderende gebruikers van de revalidatievoorziening;
o Het respijthuis Limmerik;
o Een dagverzorgingscentrum;
o Een kinderboerderij;
o En ieder mogelijk ander initiatief.
5) Indien bepaalde delen van het gebouw en/of de parking niet alleen door de revalidatievoorziening zullen worden gebruikt maar ook door één of meer andere voorzieningen die op dezelfde site zijn gehuisvest of zullen worden gehuisvest, moeten de bouwkosten van deze gemeenschappelijke ruimten tussen de verschillende betrokken voorzieningen worden verdeeld volgens logische en vanuit de werking van de verschillende voorzieningen verdedigbare verdeelsleutels. Dat geldt ook als bepaalde bouwfacturen niet alleen betrekking hebben op het gebouw van de revalidatievoorziening (en/of de parking) maar ook op ruimten die bestemd zijn voor een andere voorziening op dezelfde site. Het Departement Zorg kan eventueel andere verdeelsleutels van de kosten toepassen dan de verdeelsleutels die de revalidatievoorziening voorstelt.
6) Aangezien deze overeenkomst een behandelingscapaciteit voorziet van 96 gebruikers per dag en volgens de reglementering van de Vlaamse overheid een geïsoleerde revalidatiedienst van een ziekenhuis (waarmee de werking van de revalidatievoorziening het best kan worden vergeleken) voor een nieuwbouw kan aanspraak maken op xxx m² per plaats, moet de oppervlakte van de nieuwbouw beperkt blijven tot xxx m².
Wordt geacht inbegrepen te zijn in deze maximale oppervlakte van xxx m²:
o Alle ruimten die door de revalidatievoorziening, haar gebruikers en hun verwanten, en het team van de revalidatievoorziening worden gebruikt, met inbegrip van overdekte terrassen;
o Alle gangen, traphallen, liftkokers, e.d. die voor de revalidatievoorziening zijn bedoeld;
o Alle technische ruimten voor de revalidatievoorziening (centrale keuken, installaties voor centrale verwarming, enz.);
o Het aandeel van de revalidatievoorziening, bepaald volgens logische en verdedigbare verdeelsleutels, in de onder 5) bedoelde gemeenschappelijke ruimten, met inbegrip van de gemeenschappelijke technische ruimten.
Is niet inbegrepen in deze maximale oppervlakte van xxx m²:
o De ruimte voor een eventuele parking;
o Het eventuele zwembad van de revalidatievoorziening, op voorwaarde dat de oppervlakte van het zwembad (met inbegrip van alle ruimten die voor het zwembad nodig zijn: kleedkamers, waterzuiveringsinstallatie, andere technische installaties, e.d.) beperkt blijft tot xxx m². Als ook andere voorzieningen en/of andere personen die geen gebruiker zijn van de revalidatievoorziening, ooit gebruik zouden maken van het zwembad, moeten de kosten van de bouw en het gebruik van het zwembad, volgens logische verdeelsleutels gedeeld worden door de verschillende gebruikers van het zwembad. Het Departement Zorg kan eventueel andere verdeelsleutels van de kosten toepassen dan de verdeelsleutels die de revalidatievoorziening voorstelt.
Voor het berekenen van de maximale oppervlakte wordt rekening gehouden met de behandelingscapaciteit van 96 gebruikers per dag die deze overeenkomst voorziet en wordt er geen rekening mee gehouden dat deze overeenkomst:
o Een bezettingsgraad van 90 % van deze behandelingscapaciteit voorziet;
o Gemiddeld per gebruiker en per jaar 105 re-integratiedagen voorziet, waardoor de gemiddelde reële bezetting per dag veel lager is dan de vooropgestelde behandelingscapaciteit van 96 gebruikers;
o Toestaat dat op eenzelfde dag 107 gebruikers tegelijkertijd in de revalidatievoorziening opgenomen zijn, ook al bedraagt de behandelingscapaciteit slechts 96 gebruikers per dag. Rekening gehouden met deze bepaling van deze overeenkomst, is het toegestaan dat de nieuwbouw ruimte voorziet voor méér dan 96 gebruikers, zonder dat dit eventueel iets wijzigt aan de maximale oppervlakte van xxx m².
7) De kostprijs van de nieuwbouw en het zwembad moet beperkt blijven tot xxx € per m² + xxx € inrichtingskosten per m² = xxx € per m² in het totaal, te verhogen met xxx % voor andere kosten (kosten van voorstudies voor de nieuwbouw, honoraria van architecten en ingenieurs, kosten van openbare aanbestedingen, e.d.) en xxx % BTW = xxx € per m² * (xxx m² + xxx m²) = xxx € in het totaal.
Als het noodzakelijk is om op de site waarop de nieuwbouw wordt ingeplant, bepaalde bestaande gebouwen te slopen, zijn de kosten van deze sloop van bestaande gebouwen niet inbegrepen in bovenvermeld bedrag. Deze sloopkosten moeten eventueel verdeeld worden tussen de verschillende voorzieningen op de site volgens logische en verdedigbare verdeelsleutels.
De vermelde maximale kostprijs houdt geen rekening met:
o De waarde van de terreinen die voor de nieuwbouw zullen worden gebruikt en die conform artikel 30, §2, mee verrekend kunnen worden in de prijs van de revalidatieverstrekkingen die deze revalidatieovereenkomst voorziet;
o De verkoopwaarde van de gebouwen en terreinen die de voorbije decennia voor de revalidatievoorziening werden gebruikt. Deze verkoopwaarde moet volgens artikel 30,
§3, in mindering worden gebracht van de kostprijs van de nieuwbouw die in de prijs van de revalidatieverstrekkingen van deze overeenkomst kan worden opgenomen.
De vermelde maximale kostprijs van xxx € in het totaal moet dus gerespecteerd worden zonder rekening te houden met de verrekening die artikel 30, §2 en §3 voorziet. Deze verrekening moet pas nadien gebeuren.
Artikel 32. §1. De gemiddelde jaarlijkse intrestlasten op investeringsleningen die de inrichtende macht van de revalidatievoorziening eventueel aangaat bij banken om de kostprijs van de nieuwbouw (begrensd tot de bedragen die volgens dit hoofdstuk kunnen worden ten laste genomen) te financieren, kunnen mee opgenomen worden in de prijs van de revalidatieverstrekkingen die deze overeenkomst voorziet.
Daartoe zal voor iedere dergelijke investeringslening de totale intrestlast (na aftrek van eventuele ristorno’s) worden berekend die over de volledige aflossingstermijn van de lening zal moeten worden betaald, en zal deze totale interestlast worden gedeeld door het aantal jaren dat de investeringslening loopt.
Teneinde de kostprijs van de intrestlasten zo veel mogelijk te beperken, zal de revalidatievoorziening vooraleer ze een investeringslening aangaat, steeds een offerte aanvragen bij minstens xxx verschillende banken.
§2. De interesten (op de effectief opgenomen kapitalen van de in §1 bedoelde investeringsleningen) die de inrichtende macht van de revalidatievoorziening reeds moet betalen voordat met de aflossing van het geleende kapitaal wordt gestart en/of voordat de investering – in toepassing van artikel 33 – in de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen is opgenomen (intercalaire interesten), kunnen in het kader van de revalidatieovereenkomst vergoed worden via een éénmalige vergoeding die deze intercalaire interesten vergoedt aan de revalidatievoorziening.
Een dergelijke éénmalige vergoeding kan worden toegekend telkens als in toepassing van de bepalingen van artikel 33, bepaalde uitgaven voor de nieuwbouw in het revalidatieforfait worden opgenomen. In de berekening van de éénmalige vergoeding kan wel alleen rekening worden gehouden met interestlasten die op die datum reeds effectief door de revalidatievoorziening zijn betaald en die betrekking hebben op bouwwerken die nog niet in het revalidatieforfait zijn opgenomen. Alle andere interestlasten (ook als het formeel volgens het leningscontract om intercalaire interesten gaat) worden vergoed door ze volgens de in §1 vermelde formule op te nemen in de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen.
Een leningsformule waarbij de betaling van de interesten op het geleend kapitaal wordt uitgesteld en de te betalen interesten worden omgezet in bijkomend geleend kapitaal, is niet toegestaan.
De via éénmalige vergoedingen vergoede intercalaire interesten moeten, voor de toepassing van de bepalingen van §1, in mindering worden gebracht van de totale interestlast die over de volledige aflossingstermijn van de lening zal moeten worden betaald.
§3. Indien ten gevolge van wijzigende economische omstandigheden de interestvoeten voor een investeringslening zouden dalen en een aangegane investeringslening vervangen wordt door een goedkopere investeringslening met minder interestlasten, zal de prijs van de revalidatieverstrekkingen die deze overeenkomst voorziet, verminderd worden, rekening gehouden met de gedaalde interestlasten.
De revalidatievoorziening verbindt zich er toe de evolutie van de interestvoeten geregeld op te volgen en eventueel de nodige stappen te zetten om de vervanging van de bestaande investeringsleningen door goedkopere investeringsleningen bij een bank te onderzoeken. De revalidatievoorziening verbindt zich er eveneens toe om het Departement Zorg tijdig te verwittigen als één of meerdere investeringsleningen door goedkopere investeringsleningen worden vervangen. Als de revalidatievoorziening op dit vlak nalatig is, kunnen de interestlasten die te veel werden vergoed via de prijs van de revalidatieverstrekkingen van deze overeenkomst, door het Departement Zorg worden teruggevorderd van de revalidatievoorziening, via (bij voorkeur) een tijdelijke vermindering van de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen gedurende een jaar of op een andere wijze (met name in het geval dat deze overeenkomst niet meer zou van toepassing zijn).
Artikel 33. §1. Om het principieel akkoord van de nieuwbouw om te zetten in een effectieve verhoging van de prijs van de revalidatieverstrekkingen van deze overeenkomst, is een aanpassing van deze revalidatieovereenkomst noodzakelijk, met daarin de verhoging van de prijs van de revalidatieverstrekkingen op basis van de werkelijke kostprijs van de nieuwbouw en met inachtname van de beperkingen die dit hoofdstuk voorziet.
De revalidatievoorziening zal daartoe uiterlijk op xxx een dossier bezorgen aan het Departement Zorg. Dat dossier:
- Zal gedetailleerd informatie bevatten over de gerealiseerde nieuwbouw (onder meer met de definitieve plannen);
- Zal een gedetailleerd overzicht bevatten van de reële kostprijs van de gerealiseerde nieuwbouw, met de nodige bewijsstukken (facturen van de bouwwerken) en gedetailleerde informatie over de wijze waarop bepaalde gemeenschappelijke kosten zijn verdeeld tussen de inrichting en de andere betrokken voorzieningen;
- Zal de leningscontracten bevatten van de investeringsleningen die bij banken werden aangegaan, samen met een aflossingstabel van de lening en een overzicht van de te betalen interesten over de volledige aflossingstermijn van de lening;
- Zal vermelden voor welke betaalde interesten de revalidatievoorziening aanspraak maakt op de in artikel 32, §2, voorziene vergoeding van intercalaire interesten via een inhaalforfait;
- Zal, voor de toepassing van de bepalingen van artikel 30 , §2, een voorstel bezorgen betreffende de waarde van het deel van de terreinen van Zorgverblijf Hooidonk dat nodig is voor de nieuwbouw van de revalidatievoorziening en door de revalidatievoorziening voor haar werking zal worden gebruikt, en zal bewijzen dat de inrichtende macht van de revalidatievoorziening deze terreinen in eigendom heeft of gedurende minstens 50 jaar in erfpacht heeft;
- Zal, voor de toepassing van de bepalingen van artikel 30, §3, meedelen of de gebouwen en terreinen die de voorbij decennia voor de revalidatievoorziening werden gebruikt, openbaar worden verkocht of niet, en zo ja, wat de resultaten zijn van de openbare verkoop, met de nodige bewijsstukken.
De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe om alle bijkomende informatie die het Departement Zorg in dit verband zou vragen aan de revalidatievoorziening, onverwijld aan het Departement Zorg te bezorgen.
Als de maximale oppervlakte die artikel 31 oplegt zou worden overschreden, zal de kostprijs van de nieuwbouw worden beperkt tot de maximale kostprijs zoals bepaald in artikel 31.
Als de werkelijke kostprijs de krachtens artikel 31 toegestane en geïndexeerde maximale kostprijs overschrijdt, zal de kostprijs die in de prijzen van de revalidatieverstrekkingen wordt opgenomen, worden beperkt tot de krachtens artikel 31 toegestane en geïndexeerde maximale kostprijs.
§2. De revalidatievoorziening kan er eveneens voor opteren om de kosten van de nieuwbouw in maximum 3 fasen in de prijzen van de revalidatieverstrekkingen van deze revalidatieovereenkomst op te nemen. In dat geval moet voor iedere fase een afzonderlijke aanpassing van deze overeenkomst gebeuren, op basis van een dossier zoals bedoeld in §1 over de kosten die in die fase worden verrekend. De laatste fase kan pas gerealiseerd worden nadat de nieuwbouw is voltooid en volledig in gebruik genomen is en de terreinen die de voorbije decennia voor de revalidatievoorziening zijn gebruikt, openbaar zijn verkocht geweest, als de revalidatievoorziening voor de toepassing van de bepalingen van artikel 30, §3, opteert voor een openbare verkoop.
De krachtens artikel 31, punt 7) toegestane extra xxx % voor andere kosten (kosten van voorstudies voor de nieuwbouw, honoraria van architecten en ingenieurs, kosten van openbare aanbestedingen, e.d.) kan pas verrekend worden pro rata de effectief gerealiseerde bouwwerken.
Zolang de nieuwbouw niet voltooid is en nog niet volledig in gebruik genomen is en de terreinen die de voorbije decennia voor de revalidatievoorziening zijn gebruikt, nog niet openbaar verkocht zijn geweest (als de revalidatievoorziening voor de toepassing van de bepalingen van artikel 30, §3, opteert voor een openbare verkoop), kan maximum xxx % van de voorziene maximale kostprijs van de nieuwbouw in de prijzen van de revalidatieverstrekkingen van deze revalidatieovereenkomst worden opgenomen.
§3. Het RIZIV draagt geen enkele verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het principieel akkoord waarin in dit hoofdstuk wordt voorzien, noch financieel, noch operationeel. Het komt het Departement Zorg toe om de engagementen die dit hoofdstuk bevat uit te voeren.
§4. Als de revalidatievoorziening uiterlijk op xxx het in §1 bedoelde definitieve dossier niet heeft ingediend, komen de engagementen van dit hoofdstuk te vervallen.
Artikel 34. Dit hoofdstuk houdt geen enkel engagement in van de Vlaamse Gemeenschap voor de verdere financiering van de nieuwbouw van de revalidatievoorziening als deze revalidatieovereenkomst zou eindigen.
Artikel 35. In toepassing van artikel 33, §3, is het Departement Zorg belast met de uitvoering van de engagementen in dit hoofdstuk. Daartoe worden volgende specificaties vastgelegd.
§1. De totale kostprijs van xxx € per m², zoals bepaald in artikel 31, punt 7), omvat de bouwkost, de kost van de inrichting van de revalidatievoorziening, de algemene kosten en BTW. Rekening houdend met de maximaal toegestane oppervlakte van de nieuwbouw, zoals bepaald in artikel 31, punt 6), van xxx m², wordt een maximale kostprijs van de nieuwbouw vastgelegd op xxx €.
De samenstelling van deze totale kostprijs moet door de revalidatievoorziening niet gerespecteerd worden. Een hogere kost voor de inrichting van de revalidatievoorziening kan bijvoorbeeld gecompenseerd worden vanuit een lagere bouwkost. Bij het staven van de werkelijke kosten die, conform artikel 33, §1, noodzakelijk is om een effectieve verhoging van de kostprijs van de revalidatieverstrekkingen te bekomen, moet de totaliteit van de in artikel 31, punt 7) toegestane maximale kostprijs van de nieuwbouw worden gerespecteerd.
§2. De indexatie van de bedragen, voorzien in artikel 31, punt 7), gebeurt tot het moment dat de nieuwbouw is voltooid en volledig in gebruik is genomen, dus tot op het moment van de opname van
de laatste fase van de integratie van de volledige kostprijs van de nieuwbouw in de prijs van de revalidatieverstrekkingen van deze overeenkomst, zoals bepaald in artikel 33, §2.
§3. In de prijsbepaling van de maximale kostprijs per m² is xxx % voor andere kosten voorzien. Dit percentage omvat alle andere kosten. De kosten opgenoemd in artikel 31, punt 7), zijn voorbeelden en zijn dus niet limitatief.
§4. Artikel 31, punt 7) bepaalt dat kosten van noodzakelijke sloopwerken niet inbegrepen zijn in de maximale kostprijs van de nieuwbouw. De maximale kostprijs van de nieuwbouw kan vermeerderd worden met de reële kostprijs van noodzakelijke sloopwerken. De kostprijs van noodzakelijke sloopkosten moet eventueel verdeeld worden tussen de verschillende voorzieningen op de site volgens logische en verdedigbare verdeelsleutels. Het Departement Zorg kan eventueel andere verdeelsleutels van deze kosten toepassen dan de verdeelsleutels die de revalidatievoorziening voorstelt. In het in artikel 33, §1, vermelde dossier moet de revalidatievoorziening deze reële kostprijs staven. De kostprijs van de sloopwerken worden afgeschreven over xxx jaar.
§5. Artikel 31, punt 6) bepaalt dat de ruimte voor een eventuele parking niet inbegrepen is in de maximale oppervlakte van de nieuwbouw. De maximale kostprijs van de nieuwbouw, zoals bepaald in artikel 31, punt 7), kan vermeerderd worden met xxx € per parkeerplaats, voor een maximum van xxx duurzame, overdekte parkeerplaatsen. Dit is xxx duurzame, overdekte parkeerplaats per xxx plaatsen, voor een behandelingscapaciteit van 96 gebruikers. Aldus kan de maximale kostprijs van de nieuwbouw, zoals bepaald in artikel 31, punt 7), vermeerderd worden met maximaal xxx €. In tegenstelling tot de bepalingen van §1, is dit budget uitsluitend bestemd voor de realisatie van een parking. In het in artikel 33, §1, vermelde dossier moet de revalidatievoorziening de kostprijs voor de realisatie van de parking staven. De kostprijs van de parking worden afgeschreven over xxx jaar.
§6. De maximale kostprijs van de nieuwbouw, zoals bepaald in artikel 31, punt 7), kan vermeerderd worden met de reële kostprijs van de omgevingswerken, beperkt tot xxx euro per m². In tegenstelling tot de bepalingen van §1, is dit budget uitsluitend bestemd voor de realisatie van de omgevingswerken. In het in artikel 33, §1, vermelde dossier moet de revalidatievoorziening de kostprijs voor de realisatie van de omgevingswerken staven. De kostprijs van de omgevingswerken worden afgeschreven over xxx jaar.
§7. In de maximaal toegestane oppervlakte van de nieuwbouw, zoals bepaald in artikel 31, punt 6), is maximaal xxx m² toegestaan voor een eventueel therapeutisch zwembad. De maximale kostprijs van de nieuwbouw, zoals bepaald in artikel 31, punt 7), kan vermeerderd worden met de reële kostprijs van de realisatie van een therapeutisch zwembad, beperkt tot xxx euro per m². Dit maximaal budget van xxx euro omvat alle werken voor de realisatie van het therapeutisch zwembad, inclusief de realisatie van kleedkamers en alle technische installaties. Als ook andere voorzieningen en/of andere personen die geen gebruiker van de revalidatievoorziening zijn, ooit gebruik zouden maken van het zwembad, moet de kostprijs van de realisatie van een therapeutisch zwembad verdeeld worden tussen de verschillende gebruikers volgens logische en verdedigbare verdeelsleutels. Het Departement Zorg kan eventueel andere verdeelsleutels van deze kosten toepassen dan de verdeelsleutels die de revalidatievoorziening voorstelt. De revalidatievoorziening kan er ook voor opteren om geen therapeutisch zwembad te realiseren en het daarvoor voorziene budget van maximaal xxx euro te besteden voor extra therapieruimte. In het in artikel 33, §1, vermelde dossier moet de revalidatievoorziening de kostprijs voor de realisatie van het therapeutisch zwembad of de bijkomende therapieruimte staven. De kostprijs van het therapeutisch zwembad of de bijkomende therapieruimte worden afgeschreven over xxx jaar.
§8. De bepalingen van artikel 32 betreffen de reële interestlasten. Ter staving hiervan moet de voorziening de aflossingstabel van de verschillende investeringsleningen die door de voorziening werden aangegaan toevoegen in het in artikel 33 vermelde dossier.
§9. Artikel 30, §3, stelt dat de verkoopwaarde van de gebouwen en terreinen op de huidige site van de revalidatievoorziening, waar van overheidswege in geïnvesteerd werd, in mindering wordt gebracht van de in artikel 31, punt 7) bepaalde maximale kostprijs van de nieuwbouw. Voor het schatten van gebouwen en terreinen doet het Departement Zorg beroep de Vlaamse belastingdienst. Gebouwen op de huidige site van de revalidatievoorziening waarin van overheidswege nooit werd geïnvesteerd, zoals bijvoorbeeld de school, behoren niet tot de scoop van deze bepaling.
§10. Artikel 31, punt 4), stelt dat het principieel akkoord voor de opname van de kostprijs van een nieuwbouw in de prijs van de revalidatieverstrekkingen in deze revalidatieovereenkomst geen betrekking heeft op gebouwen of delen van een gebouw die bestemd zijn voor het respijthuis Limmerik. Een eventuele nieuwbouw voor het respijthuis Limmerik valt dus buiten de scoop van voorliggend engagement.
Artikel 36. De bedragen vermeld in dit hoofdstuk worden gekoppeld aan de bouwindex 1,74124 (op 1 januari 2019, basisindex 1 januari 1994), zoals bepaald in artikel 17 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 10 september 2010 tot vaststelling van een investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor de preventieve en ambulante gezondheidszorg. De bedragen worden geïndexeerd conform de bepaling van artikel 35, §2 van deze overeenkomst, aan de hand van de actualisatieformule 0,40 s/S + 0,40 i/I + 0,20, waarbij:
1° s = het officiële loon in de bouwnijverheid voor categorie 2A, dat van kracht is op 1 januari van het jaar in kwestie;
2° S = 19,885;
3° i = de index van de bouwmaterialen die van kracht is op 1 december voorafgaand aan het jaar in kwestie;
4° I = 3627.
Hoofdstuk XII. SLOTBEPALINGEN
Artikel 37. §1. Deze overeenkomst, opgemaakt in twee exemplaren en behoorlijk ondertekend door beide partijen, treedt in werking op 1 oktober 2023.
Deze overeenkomst vervangt de overeenkomst d.d. 1 november 2021 tussen de Vlaamse Gemeenschap en de VZW “Pulderbos revalidatiecentrum voor kinderen en jongeren”.
§2. Deze overeenkomst geldt voor een onbepaalde duur.
Het beëindigen van deze overeenkomst verloopt hetzij conform de procedure zoals bepaald in artikel 182 t.e.m. 190 van het overnamebesluit, in het geval de minister de overeenkomst wil beëindigen, hetzij conform artikel 174 t.e.m. 181 van het overnamebesluit, in het geval de revalidatievoorziening de overeenkomst wil beëindigen.
§3. De bijlagen bij deze overeenkomst maken een integrerend deel ervan uit, binnen de door de artikelen van de overeenkomst bepaalde grenzen. De artikelen van de overeenkomst primeren echter steeds op de bijlage.
Het gaat om de volgende bijlagen:
- Bijlage 1: revalidatieproject van de neurologische afdeling van de revalidatievoorziening (“kinderrevalidatie- en epilepsiecentrum”), zoals overgenomen als bijlage I A van de basisovereenkomst d.d. 21.12.1995 tussen de revalidatievoorziening en het RIZIV;
- Bijlage 2: revalidatieproject van de respiratoire afdeling van de revalidatievoorziening (‘revalidatiecentrum voor kinderen en jongeren met respiratoire aandoeningen”), zoals overgenomen als bijlage I B van de basisovereenkomst d.d. 21.12.1995 tussen de revalidatieovereenkomst en het RIZIV;
- Bijlage 3: Interdisciplinair advies (IDA), ingevoegd als bijlage I bij de wijzigingsclausule d.d. niet gedateerd bij de basisovereenkomst tussen de revalidatievoorziening en het RIZIV d.d. 21.12.1995;
- Bijlage 4: prijsberekening zoals ingevoegd via de wijzigingsclausule d.d. 21.10.2015 bij de oorspronkelijke overeenkomst tussen het RIZIV en de revalidatievoorziening d.d. 21.12.1995;
- Bijlage 5: berekening verhoging jaarenveloppe implementatie EPD, zoals ingevoegd via de wijzigingsclausule d.d. 30.10.2017 bij de oorspronkelijke overeenkomst tussen het RIZIV en de revalidatievoorziening d.d. 21.12.1995;
- Bijlage 6: berekening integratie structurele subsidies Gedaan in twee exemplaren te Brussel, op 1 oktober 2023.
De voorzitter van de Raad van Bestuur van de revalidatievoorziening, | De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid,Gezin en Armoedebestrijding, |
Xxxxx Xxxxxxx | |
De verantwoordelijke arts van de revalidatievoorziening, | |
De afgevaardigd Bestuurder van de revalidatievoorziening, | |
Versiegeschiedenis
Overeenkomst | Datum | aanpassing |
Basisovereenkomst | 08.01.2019 | |
Aangepaste overeenkomst | 01.07.2019 | Art. 29 t.e.m. art. 34 - Integratie wijzigingsclausule RIZIV d.d. 18.12.2018 Art. 35 en 36 – concretisering principieel akkoord nieuwbouw |
Aangepaste overeenkomst | 01.10.2021 | Art. 3, §2 – uitbreiding doelgroep FNSS Art. 3, §7 – uitbreiding doelgroep SSS Art. 5bis – weglaten tijdsbegrenzing voor ambulante revalidatieverstrekkingen Art. 27 – jaarlijks evaluatierapport FNSS en SSS Art. 33, §1 – aangepaste formulering 4de lid. Art. 35, §7 – inschrijven van de mogelijkheid om budget therapeutisch zwembad aan te wenden voor extra therapieruimte |
Aangepaste overeenkomst | 01.10.2023 | Aanpassingen i.k.v. fusie van Agentschap Zorg en Gezondheid en Departement naar Departement Zorg Aanpassingen i.k.v. inkanteling in VSB: Correctie verwijzingen naar toepasselijke regelgeving Vlaamse sociale bescherming; Art. 3, §8, art. 9, art. 10 en art. 18 – Aangepaste procedure aanvraag tegemoetkoming Art. 15 – aangepaste procedure facturatie Bijlagen – schrappen model aanvraagformulier Art. 28 – aanpassing overgangsbepalingen Inhoudelijke aanpassingen: Art. 5tris – Invoeren mogelijkheid digitale en digitaal gemengde revalidatiezittingen; Art. 16, §2 – schrappen van sanctiebepaling bij overschrijding van de normale facturatiecapaciteit in voorgaande jaren Art. 21, §3 – aanpassing jaarlijkse rapportering personeelseffectief |