SCHAKEL IN SUCCES
SCHAKEL
IN SUCCES
MAGAZINE VOOR AGRARISCH ONDERNEMERS, NR 4, DECEMBER 2015
DUTCH FARMING: WAARIN EEN KLEIN LAND
GROOT KAN ZIJN
PAGINA 14
EXTRA: AGRIFIRM INVESTEERT IN DE TOEKOMST
PAGINA 25
LELIE-EXPORTEUR EN -KWEKER XXXXX XXXXXXXXX
“ALLES DRAAIT NU
OM SCHOON UITGANGSMATERIAAL”
PAGINA 6
2 3
VOORAF
KRACHT IN DE KETEN
MOOI WERK
PAGINA 4
‘Kracht in de keten’ is één van de thema’s binnen Dutch Farming. Een thema naast ‘slim voeden’ en ‘gezonde bodem, gezonde planten, gezonde dieren’. Een prachtige term, maar over de andere twee praten en schrijven we makkelijker. Daar zijn we namelijk al heel goed in. De kennis en kunde daarover ligt van oudsher in onze roots. Daarmee zijn alle Agrifirm-medewerkers dagelijks aan het werk. Bezig te zorgen dat het bij ons op het bedrijf nog beter gaat; beter met de bodem, met de planten en de dieren.
Maar die kracht in de keten? Gaan we dan terug naar de tijden van Xxxxxx en Cebeco? Moeten we deelnemen in slachterijen, ons inkopen bij zaadveredelaars? Dat deden we toch? En hoe succesvol was dat? Kritische vragen die opborrelen. En terecht. U hebt gelijk, met ‘kracht in de keten’ is in Noord- en Zuid-Nederland veel leergeld betaald. En daar moeten we niet naar terug. Doen waar je goed in bent en dat nog beter… Dat geldt op onze boerenbedrijven, dat geldt voor Agrifirm. Daarbij is ‘kracht in de keten’ een hele belangrijke. Misschien wel de allerbelangrijkste binnen Dutch Farming. Want als we nog zo efficiënt, duurzaam en veilig produceren, maar hebben de kracht(verdeling) in de keten niet op orde, kunnen we stoppen met boeren!
Daarom staat er ‘kracht’ in de keten’, geen ‘macht’ in de keten. Daar ligt de uitdaging.
Niet met macht de hele keten willen reguleren, maar met kracht een onmisbare schakel zijn. Eigendom
hoort daar niet expliciet bij. De nieuwe tijd met data en netwerken biedt veel kansen om los van elkaar tot een maximale samenwerking te komen. Coöpereren dus!
Coöpereren met als doel veilig voedsel met een eerlijk rendement voor alle deelnemers in de keten. Dat is Dutch Farming!
VOLLUK!
PAGINA 9
Akkerbouwer ontmoet pluimveehouder
PAGINA 22
Agrifirm investeert in de toekomst
PAGINA 25
Xxxx Xxxxxxxx
VOORZITTER RAAD VAN COMMISSARISSEN AGRIFIRM GROUP
Verder in dit nummer
6 Interview Xxxxx Xxxxxxxxx | 10 Innovatie | 13 &CO: teler en restauranthouder | 14 Waarin een klein land groot kan zijn
18 3600 | 25 Extra: Agrifirm investeert in de toekomst | 33 Over Agrifirm | 36 De grote stap van Xxxxxx Xxxxxxxxxx
WIE?
Xxxxx Xxxxxxx
WAAR?
Halsteren (Noord-Brabant)
WANNEER?
26 oktober 2015
MOOI WERK
WAT?
Koeien scheren. Het melkveebedrijf van Xxxxx Xxxxxxx telt 80 stuks melkvee en 60 stuks jongvee.
WAAROM?
In het najaar scheert Xxxxx de wintervacht van zijn koeien. Op stal kunnen ze daardoor beter hun warmte kwijt.
Een natte vacht van transpirerende koeien veroorzaakt verkoudheid of schurft. Adrie houdt er bovendien van dat zijn koeien er netjes en verzorgd bij staan.
6 7
INTERVIEW
Lelie-exporteur en -kweker Xxxxx Xxxxxxxxx
“ALLES DRAAIT NU OM SCHOON UITGANGSMATERIAAL”
Volgens directeur en mede-eigenaar Xxxxx Xxxxxxxxx zijn de kwaliteitseisen die worden gesteld aan de producten van Zabo Plant erg hoog. Dankzij grote inspanningen kan aan die eisen worden voldaan. “Maar de normen moeten wel werkbaar blijven. Je kunt niet
elke bol afzonderlijk toetsen.”
HOE HOOG ZIJN DE KWALITEITSEISEN VOOR JULLIE PRODUCT?
“Erg hoog. We zijn er de afgelopen jaren helaas niet goed in geslaagd om aan- sluiting te houden met werkbare normen voor het telen van een natuurproduct.
Er is niets mis met hoge kwaliteitseisen, maar normen moeten wel werkbaar blijven. Dankzij enorme inspanningen
van de bollenkwekers die aan ons leveren, ligt de lat voor de kwaliteit van onze leliebollen erg hoog, zodat we aan hele
strenge eisen kunnen voldoen. Dan is het jammer dat er door gebrek aan begrip en communicatie tussen de Nederlandse Voedsel- en Waren- autoriteit (NVWA), de kwekerij en de handel soms onwerkbare normeringen afgesproken zijn. Hoe kun- nen we ooit een virus op 0% garanderen, zolang we met steekproeven werken?
Theoretisch moet je dan elke bol toetsen. Omdat we als sector steeds beter laten zien wat we doen, kan de NVWA beter naar buiten treden. Het ketenregister, waarbij partijen traceerbaar worden,
was een grote stap. Dit biedt de NVWA handvatten om over de grens uit te leggen wat we doen en de bereidheid is ook zeker aanwezig. Ik weet zeker dat we hier werkbare normeringen voor terug- krijgen. Een 0% normering zou dan
0,8% kunnen worden, waar we als vak 100% achter staan.”
HOE WAARBORGEN JULLIE DIE CONSTANTE KWALITEIT?
“We kunnen als kopende partij helaas niet veel doen aan de kwaliteit van het
8
INTERVIEW
VOLLUK!
9
ERFBETREDERS OVER HUN ROL
OP HET BOERENERF
ONDERNEMER
Xxxxx Xxxxxxxxx, directeur en mede-eigenaar
BEDRIJF
Zabo Plant BV, wereldwijde exporteur en kweker van leliebollen. Exporteert jaarlijks circa 100 miljoen leliebollen naar meer dan 30 landen. Vestigingen in ’t Zand (Noord-Holland) en Pitts- burgh (VS). Ook zijn er belangen in een leliekwekerij in Xxxxxxxx in Chili, zodat de aanvoer van verse bollen het hele jaar rond gegarandeerd is.
uitgangsmateriaal bij onze leveranciers. We praten veel met leveranciers om bewustwording te kweken. De meeste leliekwekers beseffen heel goed wat er speelt rondom virusbesmetting, maar de inspanningen en investeringen vergen enorm veel van de sector. De lelieteelt
is binnen vijf jaar op zijn kop gezet. Alles draait nu om schoon uitgangsmateriaal. Xxx je aan de bron schoon, dan lever je lelies af die niet of slechts licht besmet zijn. Bij dit ‘nieuwe telen’ is de vraag hoe schoon de bron is en voor hoe lang. Als exporteur zitten we tussen twee vuren. Aan de ene kant de leliekwekerijen die er alles aan doen en aan de andere kant onze klanten wereldwijd die bijna niks meer accepteren. Jaar na jaar konden we uitleggen dat we er alles aan doen, maar het geduld raakt op. Het is daarom
belangrijk dat dat wij als leliekwekers het garanderen van schoon uitgangs-
materiaal serieus en snel hebben opgepakt, de ramp was anders niet te overzien geweest. Drie jaar geleden bouwden we bij Zabo 5.000 m2 koelcellen om onze bollen optimaal te bewaren. Door de ruime inpakcapaciteit kunnen kunnen onze medewerkers het moment van inpakken en invriezen nog beter bepalen. Er moet veel gebeuren in korte tijd en een leliebol is kwetsbaar op het moment dat deze wordt gerooid. Heel veel inpakken
in korte tijd is het enige dat telt. Dat Zabo een vermogen stopt in een machine die maar drie weken per jaar draait, doet er niet toe.”
HOE GAAT ZABO PLANT OM MET BESMETTINGEN ALS HET PlAMV-VIRUS?
“Wij werken met twee inpaklijnen en verversen het bad tweemaal per etmaal. Meer kunnen we niet doen. Gelukkig valt het in de praktijk erg mee met de
kruisbesmetting. Bij bollen die we planten is dit uiteraard heel anders. Doordat de
bollen die wij ontvangen alleen voor afbroei worden gebruikt, krijgt het virus niet de tijd om de bloem aan te tasten. Toen het PlAMV net opkwam, waren we daar heel bang voor. We beseffen dat de tijd die wij het product bij ons geven om ‘uit te ademen’ zeer belangrijk is om PlAMV verspreiding tegen te gaan. Maar we hebben altijd al zo gewerkt.”
WAT IS UW VISIE OP DE SECTOR?
“Slagvaardig blijven, open blijven staan voor onze omgeving en stappen blijven maken. Ik hoor dagelijks de frustratie bij jonge kwekers over hoe eenzijdig negatief ons bollenvak naar buiten komt.
Waarom komt er nooit in het nieuws dat ons oppervlaktewater steeds schoner wordt en dat we steeds minder chemie gebruiken in onze teelt? Op langere termijn moeten we het kwaliteitsstreven ‘zeg wat je doet en doe wat je zegt’ voor ogen houden. We zijn als leliesector zeker op de goede weg, maar meer openheid en communicatie leveren begrip en acceptatie op. Voor ‘rommelkonten’ is er wat mij betreft geen plaats meer!” <
“AFLEVEREN
ZOALS JE HET ZELF OOK
ZOU WILLEN ONTVANGEN”
Xxxxxx Xxxxxx uit Dokkum (Fr.) is chauffeur bij JCL Logistics.
Hij bezorgt zakgoed van Agrifirm bij particulieren, boeren en Welkoop-winkels door heel Nederland.
“JCL is de hoofdvervoerder van zakgoed van Agrifirm- producten. Ik rijd met een grote zeilwagen en heb een Kooiaap achterop. Deze Kooiaap gebruik ik om de pallets te lossen. Het is mijn taak om alles netjes en op tijd af te leveren bij de klant. Die klant is heel divers: het kan een veehouder zijn, maar ook een winkel. Mijn motto is:
de producten afleveren zoals je het zelf ook zou willen ontvangen. Dat betekent voor mij: de bezorging netjes en correct afhandelen. We zijn als chauffeurs niet in dienst van Xxxxxxxx, maar we zijn wel een visitekaartje van het bedrijf naar de klanten toe. Dat is een taak die ik heel serieus neem.
Het lossen gebeurt soms op de meest krappe weggetjes en afgelegen plaatsjes. Dat maakt mijn werk erg mooi en uitdagend. Soms moet je echt creatief zijn om het lossen tot een goed einde te brengen. Als chauffeur moet je je blijven bijscholen. Met cursussen en trainingen houd ik mijn kennis en vaardigheden op peil. Met de bijscholing verdien ik punten voor Code 95. Deze aantekening in het rijbewijs is verplicht voor elke beroepschauffeur.” <
INNOVATIE INNOVATIE
Melkpoeder voor effectieve en duurzame kalveropfok
Bemestingsonderzoek asperges resulteert in Asperge Monitor
Bert Rijk van Aurea Imaging, één van de drie ‘eBee-piloten’ die samenwerken met Agrifirm,
presenteert de eBee tijdens de bijeenkomst in Nieuwehorne.
“WET- EN REGELGEVING STRUIKELBLOK VOOR INNOVATIEVE LANDBOUW”
Agrifirm Feed en Nutrifeed, onderdeel van FrieslandCampina Ingredients, hebben eind oktober het eerste resultaat gepresenteerd van hun samenwerking: Kalvolac Unlimited, een melkpoeder speciaal ontwikkeld voor onbeperkte melkverstrekking.
Onderzoek naar restproduct Vitens in legpluimveevoer
Drinkwaterbedrijf Vitens en Agrifirm Feed hebben op de internationale watervakbeurs Aquatech een samenwerkings- contract ondertekend. Agrifirm Feed onderzoekt de komende periode of Vitens kalkkorrels, een restproduct van drinkwater- productie, gebruikt kunnen worden in legpluimveevoer.
Bij een positieve uitkomst van de proeven zal Agrifirm Feed de huidige kalksteentjes in het voer vervangen door de Vitenskorrels. Het drinkwaterbedrijf zal dan vanaf 1 januari 2016 tot 14 miljoen kilo kalkkorrels gaan leveren aan Agrifirm Feed. De samenwerking draagt bij aan de duurzaamheidsdoelstellingen van beide onder- nemingen. Namens Vitens bekrachtigde directievoorzitter Lieve Declercq de voorge-
nomen samenwerking, namens Agrifirm Feed was Xxx Xxxxxxx – directeur Verkoop, Innovatie & Marketing - aanwezig. <
Sinds het verdwijnen van het melkquotum staat de melkvee- houderij voor de uitdaging om een balans te vinden tussen een gezonde, economische bedrijfsvoering enerzijds en aspecten als een goede mineralenefficiëntie en diergezondheid anderzijds. Dit vraagt om innovatieve concepten die bijdragen aan een duurzame ontwikkeling van de melkveehouderij.
Kalvolac Unlimited kan onbeperkt worden verstrekt en is speciaal ontwikkeld om kalveren effectiever op te fokken en het genetisch potentieel optimaal te benutten. De behoefte van het kalf wordt beter gedekt en het sluit beter aan bij het natuurlijke drinkgedrag. De verhoogde opname van melkpoeder
Met het in kaart brengen van verschillende bemestingseffecten op asperges, wordt gewerkt aan een methode om telers te helpen bij het opstellen van een bemestingsstrategie.
De monitor laat zien hoe het beste kan worden voldaan aan de bemestingsbehoefte van de asperge in verschillende periodes. Het resultaat is een bemestingsplan, van opkweek tot productie. De informatie komt voort uit een onderzoek naar de ideale bemesting van asperges, dat Agrifirm Plant startte op het proefveld in Rolde, van PPO Marwijksoord. <
Wet- en regelgeving staan de ontwikkeling en toepassing van precisielandbouw in de weg, zo is de overtuiging van Xxxxxxxx Xxxxxxxx, eigenaar van Loonbedrijf Thijssen in het Friese Nieuwehorne. Samen met collega Xxxx Xxxxx uit het Groningse Zevenhuizen organiseerde hij eind september een bijeenkomst om dit
thema onder de aandacht te brengen van VVD-kamerlid Xxxxx Xxxxxxx en Europarlementariër Xxx Xxxxxxx van dezelfde partij.
Verschillende loonbedrijven en toeleveranciers toonden de technologieën die ze hebben ontwikkeld om percelen en gewassen met behulp van data naar behoefte te bemesten, te bekalken of te bespuiten met gewasbeschermingsmiddelen. Ze deden een oproep aan Lodders en Huitema om de innovaties door loonwerkers met gerichte subsidies te ondersteunen. Loonwerkers grijpen nu naast de zogenoemde POP-subsidiegelden, omdat deze alleen bestemd zijn voor agrariërs. “Precisielandbouw is geen toekomst, het is er
al. Wij als loonbedrijven investeren fors en moeten boeren overtuigen van het nut. De overheid zou innovatieve loonbedrijven moeten helpen”, aldus Xxxxxxxx. Xxxxxxx Xxxx Xxxx van loonbedrijf Us Belang: “Er is sprake van oneerlijke concurrentie tussen loonwerkers en boeren die investeren in innovatie. De overheid zou daar iets aan moeten doen.”
Ook Agrifirm wordt door regelgeving belemmerd bij innovatieve ontwikkelingen, stelt Xxxxxxx Xxxxxxxxx van Agrifirm Plant. “Door onze omvang mogen wij geen innovaties opstarten met het midden- en kleinbedrijf. Dat is jammer want juist in die samenwerking kan innovatie plaatsvinden.” Xxxxxxx Xxxxxxx, directeur belangenbehartiging van Cumela Nederland stelt dat ingezet moet worden op de beschikbaarheid van snelle internet- verbindingen in het buitenland, en wetgeving rondom eigendom van data. Xxxxx Xxxxxxxxx, algemeen directeur van Agrifac, bestreed het laatste: “Laten we alsjeblieft geen patiënten dossierdiscussie opstarten. Als iedere boer z’n data voor zichzelf houdt, schieten we er niets mee op.” <
zorgt voor een betere beginontwikkeling van het kalf. Deze groei zorgt weer voor een hogere opname van kracht- en ruwvoer op het moment van spenen. <
INNOVATIE
IN
&CO
13
ONDERNEMERS OVER HUN SAMENWERKING
Bodem Resetten voor buitenteelten
SPIRATIE
INNOVATIES VAN BUITEN DE AGRARISCHE SECTOR
“WE ONTPLOOIEN REGELMATIG NIEUWE INITIATIEVEN”
Het vervolgonderzoek naar Bodem Resetten, een duurzame
grondbehandelingsmethode tegen bodemziekten, is in volle gang in buitenteelten en zal in 2016 worden voortgezet. Er wordt gewerkt aan apparatuur die het middel Herbie® in één handeling in de grond werkt, en de grond vervolgens afdekt met een coating. In 2014 is gestart met onderzoek naar de toepassing van Herbie® in de buitenteelten. Daarbij is gekeken naar de effectiviteit van het middel tegen bodemziekten, zoals aaltjes en schimmels. Voor de buitenteelten is het belangrijk dat de gemiddelde bodem- temperatuur minimaal 16 graden is en dat de folie onbeschadigd blijft om de grond in te kuilen. Het nadeel van een afdekking met folie is echter dat deze windgevoelig is en daardoor kwetsbaar. Een verspuitbare coating die hecht aan de grond zou dit probleem kunnen oplossen. Een natuurlijke coating is op kleine schaal getest en bleek even goed af te sluiten als een folie. Met het vervolgonderzoek wordt ook onderzocht in welke lagere dosering de vloeibare Herbie 87® het meest effectief is. <
Een onderzoeker dekt grond af met een verspuitbare coating.
Alternatief voor arbeidsintensief
garnalen pellen
Het pellen van garnalen met de hand is erg arbeidsintensief en wordt nu vaak gedaan in Marokko. Maar Garnalenpel- centrum (GPC) Xxxx doet het liever zelf, machinaal en hier in Nederland.
Al sinds 1990 is GPC Xxxx bezig om een goede pelmachine te ontwikkelen voor de Hollandse garnaal. In 2014 behaalde Xxxx de tweede prijs met zijn machine in de MKB Innovatie Top 100 en inmiddels heeft het bedrijf een goed werkende garnalen- pelmachine. De snelheid van de machine levert misschien wel de grootste voordelen op. Doordat de garnalen niet eerst naar Marokko hoeven, kan een garnaal die gisteren nog in de zee zwom, morgen al bij de consument liggen. Daarnaast verliest de garnaal minder kleur, geur en smaak. “Door de snelheid hoeven we ook minder conserveermiddelen toe voegen, maar in de toekomst willen we kijken of we helemaal zonder conserveer- middelen kunnen”, aldus Xxxxxx Xxxx van GPC Kant.
De uitdaging van het machinaal pellen van garnalen zit vooral in de vorm waarin de garnaal binnenkomt. Krom, recht, hard, slap, glad. Elke garnaal is anders. Inmiddels kunnen de machines goed overweg met de garnalen, al moeten partijen bij de inkoop nog kritisch worden geselecteerd. De voorkeur gaat uit naar zoveel mogelijk kromme garnalen.
Op de huidige locatie in Leens wordt ongeveer 25 ton garnalen gepeld per week. In april 2016 wordt de nieuwe locatie op Lauwersoog in gebruik genomen, waar twintig pelmachines komen te staan. In 2016 kan er naar verwachting 100 ton garnalen per week gepeld worden. Daarmee is GPC Xxxx goed voor 20 procent van alle, voor de Nederlandse handel gepelde garnalen. <
Xxxxxxx Xxxxx uit Etten-Leur (X.Xx.) levert zijn asperges en wijnen al jaren aan Restaurant De Zwaan. Samen komen ze regelmatig tot ideeën voor nieuwe producten.
Restaurant De Zwaan in Etten-Leur heeft een naam hoog te houden. Niet alleen omdat het restaurant bekend staat om zijn eigentijdse en originele gerechten, maar vooral omdat het dit jaar voor de 20e keer is onderscheiden met een Michelin ster. “Ik stel hoge eisen aan mijn producten en werk het liefst met duurzame streekproducten”, zegt eigenaar Xxxxxx Xxxxxxxxxxx. “Zo werk ik ruim 25 jaar samen met wijn- en aspergeboerderij
Xxxxxxx Xxxxx (l) en Xxxxxx Xxxxxxxxxxx (r).
De Santspuy in Etten-Leur. Mijn vader deed al zaken met de vader van Xxxxxxx Xxxxx, de huidige eigenaar. De kwaliteit van hun producten staat buiten kijf. Maar de korte lijnen en de betrouwbaar- heid vind ik net zo belangrijk. De asperges staan hier alleen in het seizoen op het menu als ze direct uit de koude grond komen.
Maar hun wijnen en likeuren staan het hele jaar door op de kaart.” Xxxxxxx is behalve aspergeteler ook melkveehouder en wijnboer. “Toen ik het bedrijf overnam wilde ik de druiven opgeven”, lacht hij. “Die waren nog een erfenis van mijn vader, die in de Dordogne het ‘wijnvirus’ had opgelopen. Uiteindelijk ben ik ook besmet geraakt. De kwaliteit wordt stap voor stap beter. Samen met Xxxxxx hebben we een cuvée samengesteld, een blend van drie oudere rassen.
We leveren deze wijn ook aan de lokale Xxxxxx Xxxxx.”
De samenwerking levert Xxxxxxx en Xxxxxx meer op dan goede zaken alleen. “We ontplooien regelmatig nieuwe initiatieven. Een mooie vorm van co-creatie die nieuwe kansen biedt.” <
14
ONDERNEMEN
15
ONDERNEMEN
Reacties op Dutch Farming visie van Agrifirm
WAARIN EEN KLEIN
LAND GROOT KAN ZIJN
andere veiling FloraHolland, is positief maar plaatst een kanttekening. “Ik denk dat we inderdaad heel wat gepresteerd hebben in dit kleine landje. Daar trots over vertellen, staat voor de meeste ondernemers niet bovenaan het lijstje.” Toch zijn we internationaal absoluut een gidsland, zeker ook in de sierteelt, zo merkt Oosterom. Maar volgens hem moeten Nederlandse agrarische onder- nemers ook op tijd de bakens verzetten.
wikkelen die inspelen op de toenemende vraag, inclusief de eis dat je het duurzaam produceert. Dus bijvoorbeeld dichter bij de consument produceren dan alleen maar exporteren uit Nederland.” In die
zin is Dutch Farming misschien wel het nieuwe exportproduct. Gevraagd naar een voorbeeld wijst Oosterom op
een grote Nederlandse kweker van Phalaenopsis (een orchidee-soort),
die een samenwerking startte met een Amerikaanse teler om de markt in de VS te ontwikkelen. “De teelt vindt daar plaats, maar de Nederlandse partij brengt kennis en ervaring in en deelt zo mee in het mogelijke succes ter plaatse”, licht Oosterom toe.
de Nederlandse land- en tuinbouw toe aan de goede infrastructuur: kennis, coöperaties die zorgen voor aanvoer van grondstoffen en andere coöperaties die de afzet ter hand nemen. Het is er allemaal. “Ik spreek wel eens boeren die naar het buitenland emigreren en dan versteld staan van wat ze allemaal zelf moeten regelen.”
VAN LAND NAAR KLANT
Het Dutch Farming model blijkt niet zomaar te kopiëren in het buitenland.
Onder de titel Dutch Farming laat
Agrifirm zien hoe agrarisch onder- nemers samenwerken in de keten om tot betere resultaten te komen.
Is Dutch Farming herkenbaar en is dit concept bruikbaar om de Nederlandse land- en tuinbouw vooruit te helpen? We spraken met vier bestuurders in verschillende agroketens. En we legden deze vragen voor aan Xxxxxx Xxxxxx, sinds ruim een jaar voorzitter van de raad van bestuur van Wageningen UR.
De term Dutch Farming roept veel herkenning op. Xxxxx Xxxxxxxxxx, COO Pork bij VION Foods, associeert het met vooruitstrevende landbouw. “Wij staan erg goed bekend in de hele wereld.
Dat wordt in eigen land vaak onderschat. Maar als je kijkt naar de varkensketen dan zijn we, samen met Denemarken, wereldwijd top of the bill”, aldus de man die sinds dit voorjaar verantwoordelijk
is voor de varkensslachterij- en verkoop- activiteiten bij de grootste Nederlandse vleesonderneming.
LOGISTIEK
Xxx xxx Xxxxxx bevestigt dit. Hij is algemeen directeur van aardappel- coöperatie Agrico. “De hele wereld kent ons hoge niveau van werken. Dat helpt enorm om internationaal zaken te doen”, zegt hij. Xxx Xxxxxx schrijft het succes toe aan de combinatie van kennis,
technologie en vakmanschap. Boven- dien hebben telers begrepen dat je een vehikel nodig hebt als je succesvol wilt exporteren. “Daarom bestaat Agrico.
Hiermee zorgen onze leden ervoor dat ze logistiek de zaak goed voor elkaar hebben. In combinatie met onze grote havens kunnen we efficiënt exporteren”, aldus Van Hoogen.
PRODUCTIVITEIT
Stortelder ziet dat vooral de schaalgrootte en productiviteit van de varkensbedrijven in Nederland aan de basis staan van het succes. “Daarmee halen we goede resul- taten, ook op het punt van dierenwelzijn en diergezondheid. Ik ben enthousiast over iedereen die daar positief aandacht aan besteedt.”
Xxxxxxx Xxxxxxxx, ondernemer in potplanten en bestuurlijk actief bij onder
Xxx xxx Xxxxxx, algemeen directeur van aardappelcoöperatie Agrico.
“Nederland is een duur land en we krijgen te maken met steeds meer regeltjes. Ik geloof in verdere internationalisering.”
INTERNATIONALE SAMENWERKING
Daarmee bedoelt hij niet nog meer exporteren, maar vooral internationaal ondernemen. “Samenwerking is het sleutelwoord. Wij zijn nogal eens geneigd om eigenzinnig te zijn als ondernemer
en alles zelf te willen doen. Als we onze kennis en ervaring echt tot waarde willen brengen in de wereld, moeten we meer open staan voor samenwerking. Om met internationale partners concepten te ont-
PRIJSSCHOMMELINGEN
Ook Stortelder ziet groeimogelijkheden op internationale markten. Hij wijst op het, voor de Nederlandse varkenssector specifieke, fenomeen van heftige prijs- schommelingen. “Dat is voor ons lastig, omdat grote buitenlandse afnemers graag lange termijn contracten afsluiten. Dan kunnen we niet uit de voeten met prijzen die van week tot week kunnen schommelen. Daarom proberen we als VION hier een beter systeem voor op te zetten”. Of meer internationale samen- werking het toekomstbeeld is voor alle Nederlandse agrarisch ondernemers, staat te bezien. Want er zijn ook mogelijkheden om de productie juist toe te spitsen op
de Nederlandse maatschappelijke eisen. Die ervaring heeft Xxxx Xxxxx, algemeen directeur van kaascoöperatie CONO in West Beemster. Hij schrijft het succes van
Xxx Xxxxxx xxx Xxxxxx noemt als voorbeeld de pootgoedteelt in Canada. “Daar zijn wij als Xxxxxx ook actief.
De financiële resultaten zijn lager. Maar belangrijker is dat de logistiek minder goed is dan bij ons. De kosten om van land naar klant te komen, zijn beduidend hoger dan in Nederland.” Op dit punt ziet Xxxxxxxx ook kansen, onder andere
voor zijn ‘eigen’ FloraHolland. >
Xxxxxxx Xxxxxxxx, ondernemer in potplanten en bestuurlijk actief bij
o.a. veiling FloraHolland.
16
ONDERNEMEN
17
“Zoek nieuwe manier om kennisbasis te versterken”
> “Het is onze strategie dat we op meerdere plekken in de wereld partijen kunnen sa- menbrengen om invulling te geven aan de vraag. Nederlandse coöperaties en agrarisch ondernemers hebben daar mooie kansen, mits we bereid zijn ons aan te passen aan lokale omstandigheden.”
TELER-BURGER
Naast zo’n internationale exploitatie van kennis en ervaring, zulken we er ook voor moeten zorgen dat we in Nederland kunnen blijven produceren. Dat het niet alleen om schaalgrootte gaat, maar ook om ”produceren op maat” zoals Agrifirm dat omschrijft, onderstreept Xxx Xxxxxx. “Dat speelt bij ons natuurlijk vooral bij consumptieaardappelen. Het is een van de redenen waarom wij ook actief zijn in biologische aardappelen. En we investeren in de relatie teler-burger. Mensen willen recreëren op het platteland. Xxx moet je ook zorgen voor wederzijds begrip, dus we doen mee met open dagen van telers. En we zijn mede-organisator van het pieperfestival: ook om burgers te laten ervaren hoe de aardappelteelt in elkaar zit.”
VOORLOPER
Als het gaat om ‘produceren op maat’ is CONO een voorloper. Deze onderneming zette weidegang als een van de eersten op de kaart en ontwikkelde het program- ma Caring Dairy voor de melkveehouderij. Ook in de kaasproductie neemt de coöperatie duidelijk stelling. Hulst:
”Wij kiezen bewust voor lokale kwaliteit en authentieke producten met smaak.” De bekende Beemster kaas is daar het resultaat van. Internationaal erkend om
zijn specifieke smaak, die een premie oplevert in de markt. “Dan kun je ook meer investeren in een goede relatie met je omgeving”, legt Hulst uit.
Xxxx Xxxxx, algemeen directeur van kaascoöperatie CONO.
KAASFABRIEK
Een mooi voorbeeld hiervan is de nieuwe kaasfabriek van CONO. Die is recent gebouwd in droogmakerij De Beemster, door Unesco als werelderfgoed aan- gemerkt. Hoe kun je daar een nieuwe fabriek bouwen? Door te zorgen voor een ontwerp dat past bij de historie en
het landschap. “We kregen complimenten van de autoriteiten, onze nieuwe fabriek is een verrijking van het landschap”, vertelt Hulst niet zonder trots. De discussie over landschappelijke inpassing speelt ook voor de CONO-melkveehouders. “We stellen de ideeën van onze architecten
nu ook voor hen beschikbaar. We hebben al meer dan tien boeren die deze gaan toepassen bij hun nieuwe stal. Zodat
hun investering ook als verrijking van het landschap wordt ervaren.”
GROEI
XXXX kiest hiermee voor verdere
ontwikkeling van de productie binnen de specifiek Nederlandse omstandigheden. Dat sluit groei niet uit. CONO legt geen grenzen op aan de bedrijfsomvang.
“Dat is de beslissing van elke individuele ondernemer”, xxxxx Xxxxx. Xxx Xxxxxx
is het hiermee eens. “De voorop lopende telers in Nederland gaan hun kostprijs verder verlagen met behulp van smart farming. Toepassen van sensoren en precisielandbouw zorgen er ook voor dat er nog grotere bedrijven komen.
De kleinere telers gaan zich vooral toeleggen op speciale markten”.
Xxxxx Xxxxxxxxxx, COO Pork bij VION Foods.
Tenslotte wijst de Xxxxxx-directeur op een ander aspect van Dutch Farming, dat zeker in de aardappelteelt van belang is. “Je ziet dat de teeltkosten in Oost- Europa lager zijn dan in Nederland.
Toch verplaatst de teelt zich niet, omdat ze daar niet de hectare-opbrengsten halen die onze telers wel van het land halen. Dat komt door het specifieke klimaat in ons land. Dat is een voordeel dat we altijd zullen hebben en dat ook niet te kopiëren is.” <
ZIJN ER IN UW OGEN GEMEENSCHAPPELIJKE KWALITEI- TEN IN DE LAND- EN TUINBOUW WAARMEE DEZE ZICH KAN PROFILEREN ALS ‘DUTCH FARMING’?
De Nederlandse land- en tuinbouw kenmerken zich door een goede samenwerking binnen de keten en tussen ondernemers onderling. De beperkende factoren, zoals dure grond, energie en arbeid zijn een aansporing geweest om tot innovatieve oplossingen te komen. De Nederlandse land- en tuinbouw blijven zich ontwikkelen dankzij een goed klimaat voor kennisontwikkeling, waarbij overheid, ondernemers en kennisinstellingen nauw samenwerken. Dat heeft geleid tot slimme en hoogtechnologische oplossingen en een sterke concurrentiepositie. Efficient gebruik van hulpmiddelen, zoals mest, voer en water, zorgen voor lage emissies en voor hoge opbrengsten. Dat is de kracht van ‘Dutch Farming’: verantwoord en duurzaam produceren met oog voor de afnemers en de maatschappij als geheel.
AGRIFIRM BESCHRIJFT DUTCH FARMING AAN DE HAND VAN DRIE PIJLERS: A) SLIM VOEDEN, B) GEZONDE BODEM, PLANTEN EN DIEREN EN C) KRACHT IN DE KETEN. HERKENT U DEZE ALS SPECIFIEK VOOR DE NEDERLANDSE LAND- EN TUINBOUW?
Dit zijn thema’s die overal ter wereld van belang zijn.
In Nederland zijn we al heel ver met het implementeren van oplossingen voor deze thema’s. Daarmee lopen we voorop en dat biedt kansen in het bijdragen aan voedselzekerheid, voedselveiligheid en voedingswaarde elders in de wereld.
WAT BETEKENT HET VOOR TELERS EN VEEHOUDERS ALS ZIJ DAAR (NOG MEER) INHOUD WILLEN GEVEN?
Dat betekent dat ze voortdurende een open oog en oor moeten hebben voor vernieuwing en innovatie. Tegelijkertijd doet het een beroep op hun ondernemerschap, want ze werken in een concurrerende omgeving, waarbij de collega’s in binnen- en buitenland ook niet stilzitten en de consument soms in verwarring is en wantrouwend staat tegenover de sector. Het lastige is dat door het wegvallen van de gemeen- schappelijke investering in kennisontwikkeling via de product- schappen is weggevallen. Dat zet het Nederlandse systeem
Xxxxxx Xxxxxx, Voorzitter Raad van Bestuur Wageningen UR
onder druk. Ik zou de ondernemers willen oproepen om – van- uit de markt – te zoeken naar een nieuwe moderne manier om gezamenlijk de kennisbasis onder de sector vast te houden en te versterken.
TOEKOMSTIGE VOEDSELPRODUCTIE OP SCHAAL EN OP MAAT, IS HET DEVIES VAN AGRIFIRM. KENT NEDERLAND DAARTOE VOLDOENDE INNOVATIEKRACHT?
Nee! De innovatiekracht en creativiteit zijn geweldig en krachtig aanwezig bij onderzoekers of ondernemers. Maar de overheid, die wel het belang van innovatie onderschrijft kan hier vaak onvoldoende middelen tegenover stellen. We moeten ons goed realiseren dat stilstand achteruitgang is.
WAT VERWACHT U VAN DE INVOERING VAN SMART FARMING BIJ DE SPELERS OP DE WERELDMARKT?
Ik ben net terug uit Amerika waar ik de uitreiking van de World Food Prize heb bijgewoond. Het valt mij op dat we als Neder- landse sector internationaal goed op de kaart staan. Maar vergis je niet: die positie ben je zo kwijt als je de nieuwe ontwikkelingen niet goed bijhoudt. In de Verenigde Staten
zie je dat straks alle gegevens over bodem, klimaat en ras van letterlijk alle akkers in kaart zijn gebracht en dat de onderne- mers maatwerk teeltadviezen kunnen krijgen, waarbij heden, verleden en toekomst meegewogen kunnen worden. Zover zijn we in Nederland nog lang niet, maar we zouden in staat moeten zijn om ook op dit terrein een belangrijke speler te zijn. Precision agriculture gebaseerd op big data heeft de toekomst, net als geïndividualiseerde voedingsadviezen. Daarvoor is intensieve en goede samenwerking nodig. Samenwerking met nieuwe partijen, zoals de IT- en electronica-industrie biedt daartoe geweldige kansen. Ook de chemie is een nieuwe partner als het gaat om nieuwe biobased materialen. Als we in Nederland die nieuwe verbanden een kans geven en aangrijpen om te komen tot vernieuwen kunnen we voorop blijven lopen.
FRUITBEDRIJF MASTELING, MARKNESSE
Cees en Xxx Xxxxxxxxx, 360
60 hectare appel- en perenboomgaarden. O
BEDRIJFSONTWIKKELING: VERLEDEN, HEDEN, TOEKOMST
De Noordoostpolder is een gebied met veel buien en hagelschade. Daarom dekt Masteling de nieuwe, duurdere rassen af met hagelnetten. “Op dit moment staan hier Xxxxxx en Xxxxxx appelen en nieuwe Elstar mutanten.“
Mastelings ouders streken in 1956 neer op deze locatie in de Noordoostpolder. Vader Xxxxx startte als tuinder, maar schakelde in 1962 over naar de fruitteelt. “Het werken met fruit ligt ons goed. De hele cyclus van bloei tot oogst is prachtig.”
Masteling teelt traditionele rassen als Jonagold, Xxxxxx en Conference, maar de consument wil ook wel eens wat anders eten, vertelt de teler. “We zetten 10% van ons perceel in voor nieuwe rassen en innovaties. Bijblijven met vernieuwingen is belangrijk. Xxxxxxx wilde ik als eerste finishen, nu neem
ik genoegen met een plaats in de kopgroep.”
“Hier staan Conference peren, die net wat vroeger zijn in hun herfstontwik- keling dan de appels. Op dit moment hebben we zo’n 25 hectare peren- bomen en 35 hectare appelbomen. Uiteindelijk willen we naar een fifty-fifty verdeling, omdat op peren een betere marge zit dan op appels.”
Op het moment van de foto was de oogst in volle gang. “Dat zie je ook aan het grote aantal auto’s voor de deur. In de oogstperiode hebben we zo’n 70 extra medewerkers uit Polen. De rest van het jaar hebben we 3 vaste medewerkers.”
In deze schuur, die in 2004 werd gebouwd, is achterin ruimte voor een Ultra Low Oxygen koelsysteem. Voorin wordt het fruit verpakt. “We vinden het belangrijk dat onze producten onze eigen naam dragen. Zo zijn we herkenbaar voor de afnemers en de consument.”
Op jaarbasis zet Masteling zo’n drie miljoen kilo fruit af. Hij regelt zelf de verkoop via verschillende afzetkanalen en heeft een winkel aan huis. “Mijn vader is daar al mee begonnen. Bij het stalletje aan de weg kunnen mensen voor 2 euro een zak appels of peren kopen.”
In deze opslagschuur staan naast fust ook de trekkers en de spuitmachine. We spuiten de spuitmachine slechts af en toe schoon en nooit bij een afvoerput, maar altijd op het land. Uitspoeling naar het grondwater wordt daardoor zo veel mogelijk voorkomen. De gewasbescher- mingsmiddelen zijn namelijk al afgebro- ken voordat ze door de bodem het grondwater bereiken. “De natuur gaat me aan het hart. Je werkt er de hele dag mee en ik wil het graag doorgeven aan een volgende generatie. Komend voor- jaar doen we een emissie-scan. We den- ken dat we goed bezig zijn, maar er zijn altijd verbeterpunten.
20
OPINIE
5 21
WET- EN REGELGEVING STRUIKELBLOK
VOOR INNOVATIEVE LANDBOUW
“Laten we nieuwe wetten en regels maken”
Xxxx
Xxxx
VIJF VRAGEN, VIJF ANTWOORDEN
XXXXX XXXXXXX
OVER STEUN UIT BRUSSEL
NIEUWE KENNIS GEWASBESCHERMING MOET PRAKTISCH TOEPASBAAR ZIJN
Om de melkvee- en varkenssector te steunen heeft Nederland 29,9 miljoen euro uit Brussel gekregen, bovenop de 50 miljard die de Nederlandse land- en tuinbouw ontvangt aan jaarlijkse Europese subsidies en hulpgelden. Is die steun wenselijk? Xxxxx Xxxxxxx, lid van de tweede kamer namens de VVD, is stellig: het huidig Gemeenschappelijk Landbouwbeleid is failliet.
Het werken met gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw staat altijd hoog op de publieke agenda. Daarmee is het een veel- besproken onderwerp in Den Haag en heeft het ook de kritische belangstelling van burger en consument. Voor de sector is een open houding daarom belangrijk. Daarmee laten we zien dat met de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen zorgvuldig wordt omgegaan.
Bij het zorgvuldig inzetten van gewasbeschermingsmiddelen zijn twee zaken van belang. In de eerste plaats is het belangrijk dat alleen gebruik wordt gemaakt van goedgekeurde middelen.
Hierop wordt bij de toelating door de Europese en Nederlandse overheid een strenge selectie toegepast. Daarnaast zorgt het toepassen van beslissingsondersteunende middelen ervoor dat gewasbescherming alleen wordt ingezet wanneer dit echt nodig is. Dat is ook vanuit kostenperspectief belangrijk.
Het verduurzamen van de toepassing van gewasbeschermings- middelen is een collectieve verantwoordelijkheid. Agrifirm Xxxxx ziet daarbij een duidelijke rol voor zichzelf weggelegd in het praktisch toepasbaar maken van nieuwe kennis. Het ontwikkelen van nieuwe technologieën is één ding, maar uiteindelijk moeten de telers
er mee aan de slag kunnen. We doen daarom niet alleen tientallen praktijkonderzoeken per jaar, maar hebben ook een 100-tal goed opgeleide adviseurs die telers bij het efficiënt toepassen van gewasbeschermingsmiddelen ondersteunen. Om het voor telers mogelijk te maken om op elk moment inzicht te hebben in bijvoorbeeld weersomstandigheden en infectiedruk, worden ook software applicaties ontwikkeld.
In de adviezen die we geven, wordt preventie steeds belangrijker. We kijken niet alleen naar een efficiënt gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, maar ook hoe de noodzaak om middelen in te zetten kan worden verkleind.
Bodemvruchtbaarheid en sterke, weerbare gewassen spelen daarom een steeds grotere rol in onze adviezen. Ziekte zal, net als bij mensen, nooit helemaal verdwijnen. Er blijven dus middelen nodig voor behandeling. Maar voorkomen is ook hier beter dan genezen.
Xxxxxxx Xxxxxxxxx
manager R&D Agrifirm Plant
1. IS FINANCIËLE STEUN UIT BRUSSEL WENSELIJK VOOR DE NEDERLANDSE LAND- EN TUINBOUW?
Nee, wat mij betreft moet het worden afgeschaft. We houden slechts afhankelijk- heid in stand. Maar afschaffen kan alleen als ook de beperkende productiemaat- regelen verdwijnen. Onze hoogproductieve landbouw wordt daarmee klem gezet.
Het is ondernemers pesten.
2. WORDEN EUROPESE SUBSIDIES OP EEN GOEDE MANIER BENUT VOOR DE SECTOR?
Ik wil toe naar een beleid dat is gericht op innovaties. Voor ontwikkelingen die de concurrentiepositie versterken, kan een kortdurende subsidie een aanjaag- functie hebben. Prima. Maar belangrijker: wet- en regelgeving moet ruimte bieden om innovaties te kunnen ontwikkelen en toe te passen.
3. WAT MOET DE SECTOR ZELF DOEN OM ERVOOR TE ZORGEN DAT HET GELD GOED WORDT BENUT?
De sector stemt ermee in om de 30 miljoen subsidie in te zetten voor duur- zame stallen en kruidenmengsels voor weidevogels. Dat verbaast me enorm. De sector draait aan de verkeerde knop- pen. Ondernemers moeten zélf aan tafel zitten. Zij zijn de innovators. Ze moeten samenwerkingsverbanden aangaan en met een collectieve visie komen om de concurrentiepositie te verbeteren.
4. OP WELKE MANIER KUNNEN PRO- BLEMEN VAN VEEHOUDERS EN TELERS DUURZAAM WORDEN OPGELOST? Verschillende politieke partijen en ook de sector zelf, denken bij duurzaam vooral aan dierenwelzijn en koeien in de wei. Ze laat de oren hangen naar een paar NGO’s als Wakker Dier en Natuur & Milieu.
Innovatieve toepassingen met behulp van drones en data, dát vind ik duurzame oplossingen die kunnen zorgen voor economische stabiliteit, voor het duur- zaam voeden van de wereldbevolking en voor het behouden van onze concurrentiepositie.
5. HOE KAN DE SECTOR KOPPOSITIE BEHOUDEN NA INVOERING VAN HET TRANS-ATLANTISCH VRIJHANDELS- EN INVESTERINGSVERDRAG TTIP?
TTIP biedt veel kansen voor de landbouw. De standaarden voor voedselkwaliteit blijven gehandhaafd. We zijn in veel sectoren de tweede voedselexporteur van de wereld. Het is mijn ambitie om
op de eerste plaats te komen. Dat kan met een vitale primaire sector die gericht is op innovatie. Met minder méér produ- ceren. Laten we in Nederland innovatie gebruiken om daar op in te zetten. <
22
SPIEGEL
23
AKKERBOUWER ONTMOET PLUIMVEEHOUDER
‘Stilstand is achteruitgang’, is een bekend gezegde. Maar betekent dat ook dat groei altijd nodig is voor een gezonde bedrijfs-
voering? Akkerbouwer Xxxx Xxxxx en pluimvee- houder Xxxxxx xxx Xxxxxxxx wisselen hierover van gedachten.
“WETEN WAT JE WILT EN DICHT BIJ JEZELF BLIJVEN”
Hoewel akkerbouwer Xxxx Xxxxx en pluimveehouder Xxxxxx xxx Xxxxxxxx in hele verschillende sectoren ondernemen, zien ze veel raakvlakken als het gaat om groei. Roost, afkomstig uit het Limburgse Hunsel, teelt in maatschap met zijn zoon op 342 hectare de groenteconserven erwten, bonen en wortelen, maar ook waspeen, winterpeen, bieten, uien, tarwe en maïs. Daarnaast ruilt Roost grond met een lelieteler. Hij is aangeschoven aan de keukentafel van Xxx Xxxxxxxx, die in het Brabantse Boekel een gangbaar pluim- veebedrijf runt met 24.000 vleeskuiken- ouderdieren.
DICHT BIJ JEZELF
Van huis uit komt Roost van een melkvee- bedrijf. De agrarische sector heeft hem altijd wel getrokken, maar koeien melken
was niet zijn ding. “Ik had liever -letterlijk- het stuur in handen. Akkerbouw paste veel beter bij mij en zodoende ben ik uit- eindelijk in deze sector terecht gekomen. Inmiddels run ik het huidige bedrijf samen met mijn zoon.” Weten wat je wilt en dichtbij jezelf blijven. Zo zou de strategie van Roost in het kort samengevat kunnen worden. “Op het moment dat je ziet dat je zoon er daadwerkelijk iets voor voelt om in het bedrijf verder te gaan, dan ga je gas geven”, vertelt Xxxxx gedreven. “Maar wel op een manier die bij je past. Zo werken we bijvoorbeeld liever niet met vast personeel. We runnen het bedrijf nu dan ook met z’n tweeën en zorgen voor een up-to-date machinepark, want dat is dan wel een voorwaarde.” Ook volgens Xxx Xxxxxxxx speelt bedrijfsopvolging een rol in de keuze om het bedrijf wel of niet
Xxxxxx xxx Xxxxxxxx (l) en Xxxx Xxxxx (r).
24
te laten doorgroeien. “Ik heb een zoon van 14 jaar en hij vindt het leuk om mee te werken. Dat is voor nu prima. Of hij later in het bedrijf verder wil, laat ik geheel aan hem over. Dat daar nu nog niets over bekend is, maakt wel dat ik mijn huidige bedrijfsomvang mooi vind. Zou ik nu in aantal dieren uitbreiden, dan blijft er wel- licht veel werk liggen. Dat zou gevolgen hebben voor het technisch resultaat van mijn bedrijf en dat is absoluut zonde”, concludeert Xxx Xxxxxxxx.
MANAGEMENT
“Hoe uit het technisch resultaat zich in de afzet van jouw producten en de prijs die
je daarvoor ontvangt?” vraagt Xxxxx zich af. “Ik heb een contract met een broederij, die mij uitbetaalt op het aantal bevruchte eieren dat ik aan hem lever”, legt Xxx Xxxxxxxx uit. “Daarbij stel ik mijn manage- ment in op het behalen van een hoge eiproductie èn een hoog bevruchtings- percentage. Wat betreft de prijs hebben we de laatste jaren weinig schomme- lingen.” Daarin ziet Roost duidelijk een verschil met zijn sector. “Ook wij werken met contracten en zijn afhankelijk van de markt. Maar de schommelingen zitten er bij ons wel degelijk in. Waar we het vorig jaar nog met 6 à 7 cent per kilo voor onze wortelen moesten doen, ontvingen we
SPIEGEL
dit jaar 42 cent. Daarom kiezen we voor een grote bedrijfsomvang. De prijzen zijn over het algemeen veel te laag en met 342 hectare verdienen we gewoonweg meer dan met zestig hectare. Uiteraard is ook het rendement van het machinepark hoger bij een grotere bedrijfsomvang.”
VOORUIT DENKEN
Roost en zijn zoon willen verder groeien tot een bedrijfsomvang van 400 hectare. “Groeien is een algemene tendens waarin we willen meegaan. Daarmee volgen we ook de vraag van de fabrieken”, verklaart de akkerbouwer. “Die willen graag werken met grotere partijen. Maar het past ons ook. We kunnen het bedrijf dan prima met z’n tweeën blijven runnen en het levert ons het meeste rendement op.”
Voor Xxx Xxxxxxxx is bedrijfsuitbreiding op dit moment niet aan de orde. Inves- teren in zijn stallen is zijn strategie. “Dier- welzijn is in Nederland een belangrijk item. In dat kader mogen de snavels vanaf de tweede helft van 2018 niet meer worden behandeld. Dat zet je aan het denken over te nemen maatregelen op je bedrijf. Door bijvoorbeeld te zorgen voor dim- baar licht, kan ik pikkerij beter in de hand houden. Uiteindelijk wil ik zo veel moge- lijk uit mijn dieren halen. Daarbij speelt management een belangrijke rol en daar- in kun je blijven groeien. Bovendien”, zo sluit hij af, “heb je er met goede resultaten ook het meeste plezier van.” <
25
AGRIFIRM INVESTEERT IN DE TOEKOMST
Op deze pagina’s leest u welke plannen er op stapel staan en waar we de afgelopen tijd hebben geïnvesteerd in efficiëntie en capaciteitsvergroting. Zo zorgen we voor kwaliteitsverbetering, service, gemak en verduurzaming.
U leest bijvoorbeeld hoe we bij de productielocatie in Veghel bouwen aan het varkensvoer van morgen (p 26)
en hoe we de fabriek in Drachten hebben gemoderniseerd en uitgebreid (p 32). We presenteren bovendien de gloednieuwe fabriek van Nuscience in het Belgische Drongen (p 25). Ook Agrifirm Plant zet in op modernisering en efficiëntie. In Emmeloord kent de verwerking en levering van zaaizaad een volledig nieuwe aanpak (p 30) en
de nieuwe ‘af erf’ service van Graansloot Kampen maakt de graanoogst gemakkelijker (p 31).
Nuscience opent nieuwe fabriek in Drongen
De Nuscience Group produceert vanaf begin september in de gloednieuwe fabriek in Drongen (B.). Op hetzelfde moment werd Xxxxx xx Xxxxxxxx CEO van Nuscience. De nieuwe fabriek vormt een stevige basis voor de hoog- waardige productie van premixen, concentraten, nutritionele concepten
en functionele voederingrediënten.
productielocaties in Drongen en Baasrode en verdubbelt tegelijk de capaciteit tot meer dan 10.000 ton per maand. Andere afzetgebieden, zoals het Oostblok, China en Zuid-Amerika hebben eigen productie- eenheden beschikbaar.
De nieuwe fabriek kan het volledige
assortiment van Nuscience op één Xxxxx xx Xxxxxxxx, CEO Nuscience
locatie produceren, wat een belangrijke verbetering en dus besparing in de logistiek betekent. “De locatie is uniek dankzij de ver doorgevoerde automa- tisering en procesvernieuwingen, mede dankzij verschillende “best practices” en innovaties uit andere sectoren”, vertelt de Xxxxxxxx. De bouw startte eind 2013 als onderdeel van de strategie om te komen tot verder internationale uitbouw.
“Als wereldwijde producent in de markt van premixen, concentraten, mineraal- mengsels, voeding voor jonge dieren en additieven voor de diervoedingsindustrie staat onze thuisbasis nu weer als een huis”, aldus Xxxxx xx Xxxxxxxx trots. “Van hieruit bedienen we de markten dichtbij en ver weg zoals Amerika en
Afrika.” De nieuwe fabriek vervangt de
Met de nieuwe man aan de leiding zal Nuscience de innovatie-gedreven
instelling verder uitbouwen. “Daarmee zijn we in staat om duurzame en economisch haalbare oplossingen te leveren voor de efficiënte productie van diervoeders en diervoedergrond-
stoffen”, aldus De Schepper. <
26 27
AGRIFIRM INVESTEERT IN DE TOEKOMST
GROOTSCHEEPSE
MODERNISERING VARKENS- VOERPRODUCTIE IN VEGHEL
afschrijvingskosten. Alles bij elkaar blijft de kostprijs van het voer gelijk. Maar we kunnen met de vernieuwde fabriek nog beter inspelen op de wensen van onze klanten. Zowel zeugenhouders die een specifieke voersamenstelling willen, als vleesvarkenshouders die scherp aan de wind zeilen wat betreft kosten en voer- samenstelling, kunnen we straks nog beter bedienen. Daardoor kunnen
onze klanten een betere voerbenutting realiseren, zodat ze de voederconversie op hun bedrijf kunnen verbeteren”, zegt Xxx Xxxxx.
TOEKOMST
Xxxxxx xxx Xxxxx (l)
en Xxx Xxxxxx (r).
Agrifirm wil met de investering bijdragen aan betere bedrijfsresultaten in de varkens- houderij, een sector die de afgelopen
samen met zijn vrouw en twee zonen op meerdere locaties in totaal 1.000 zeugen,
10.000 vleesvarkens, 36.000 vleeskuikens en 40 hectare akkerbouw. Hij zou graag zien dat de voerkosten wat omlaag gaan. “Dat is onze belangrijkste kostenpost en we werken bij de lage varkensprijzen op het scherpst van de snede”. Hij erkent dat een beter resultaat bij dezelfde voerkosten natuurlijk ook helpt. “Dat klopt, ik koop ook zeker niet het goedkoopste voer, het gaat om de marge.”
SPECIALISATIE
Onderdeel van de modernisering in Veghel is specialisatie naar voersoorten. De locatie bestaat uit twee productie- units, die nu beide zijn ingericht voor alle voersoorten. Na de vernieuwing
productie van voer voor vleesvarkens en dragende zeugen. “Zeugenhouders wensen een perfecte kwaliteit en exact de juiste grondstoffen in het voer, om hun biggen en melkgevende zeugen de optimale zorg te kunnen bieden.
Vleesvarkenshouders kiezen ook voor kwaliteitsvoer, maar zij kijken ook zeer scherp naar de prijs”, licht Xxx Xxxxx toe. Hannen beaamt dit, maar ziet het liefst dat er niet te veel op maat wordt geproduceerd. “Dat kan op korte termijn intressant zijn, maar het gaat uiteindelijk om trouwe klanten die voer blijven kopen. Daarom is een continue kwaliteit van het voer, waar bijvoorbeeld de zeugen aan wennen, zo belangrijk.
Xxxx overtuiging is dat je daarmee meer
bereikt dan steeds andere voersamen-
Agrifirm Feed investeert fors in modernisering
van de productielocatie in Veghel. In de fabriek wordt de productie van voer voor zeugen en biggen gescheiden van die voor vleesvarkens en dragende zeugen. Samen met de installatie van volledig nieuwe productiefaciliteiten, is
de fabriek over ruim anderhalf jaar één van de modernste in zijn soort.
“Hiermee maken we een grote slag wat betreft efficiëntie en modernisering. Na deze operatie beschikken we over één van de modernste productielocaties voor de varkenshouderij in Nederland”, aldus een enthousiaste sectormanager Varkens Xxxxxx xxx Xxxxx. Het is de tweede keer in korte tijd dat Xxxxxxxx Feed fors investeert in een varkensvoerfabriek. Een paar jaar geleden is ook de productielocatie in Zwolle gemoderniseerd.
KWALITEIT EN EFFICIËNTIE
Xxx Xxxxx verwacht dat de investering voor de varkenshouders voordeel zal opleveren wat betreft verdere verbetering van de kwaliteit van het voer. “De operatie
is kostenneutraal. We gaan na de verbouwing minder energie verbruiken en ook de onderhoudskosten gaan flink omlaag. Daar tegenover staan hogere
jaren onder druk staat. Het project loopt van oktober 2015 tot januari 2017. Het gaat om een totale renovatie van de productie- locatie, die nu al is gespecialiseerd in varkensvoer. De bestaande pers-, maal-
en menglijnen worden vervangen door nieuwe, moderne apparatuur. Met minder machines met een grotere capaciteit kan de fabriek zelfs iets meer voer produceren dan nu.
MUZIEK
“Dit klinkt mij als muziek in de oren”, reageert Xxx Xxxxxx op de plannen. De varkenshouder, van wie de voerrekening jaarljiks meer dan 4 miljoen euro beloopt, is blij dat de onderneming vertrouwen heeft in de varkenshouderij. “Gelukkig zijn wij als boeren niet de enigen die toekomst zien. Dit is voor ons een morele steun in de rug”. Hannen heeft in Noord-Limburg,
produceert de ene unit (Rijksweg 4) alleen voer voor biggen en lacterende zeugen. In de andere unit (Rijksweg 5) concentreert de onderneming de
stellingen te ontwikkelen. Daar komt bij: hoe minder verschillende samenstellingen wij als boeren vragen, hoe efficiënter Agrifirm het kan maken.” >
28 29
AGRIFIRM INVESTEERT IN DE TOEKOMST
> GROTERE BEDRIJVEN
Xxx Xxxxx is dat met Xxxxxx eens, maar wijst er ook op dat de ontwikkelingen in de varkenshouderij snel gaan. “Er komen in rap tempo minder, maar veel grotere bedrijven. Die stellen nieuwe eisen, waar wij als Agrifirm op moeten en willen inspelen. Met de vernieuwing van Veghel kunnen we dat veel beter, onder andere omdat we straks gespecialiseerde productielijnen hebben. Hannen kan wat dat betreft gerust zijn: we optimaliseren de kwaliteit van ons voer over de hele linie, en krijgen meer mogelijk- heden om maatwerk te leveren. Ik kan niet wachten tot de nieuwe fabriek klaar is.“
AGRIFIRM INVESTEERT IN DE TOEKOMST
BETERE LOGISTIEK
EN MEER WAARDE VOOR
TELERS BIJ AGRIFIRM PLANT
DUTCH FARMING
Agrifirm Feed investeert fors in de sector varkenshouderij, op een moment dat de rendementen van de bedrijven in deze sector sterk onder druk staan. Dit is enerzijds een uiting van de coöperatieve basis van de onderneming. “Wij laten de Nederlandse varkenshouders niet in de kou staan”, aldus Xxxxx Xxxxxx, directeur van Agrifirm Feed. Ook het vertrouwen in de toekomst van de varkenshouderij speelt een belangrijke rol. “De Nederlandse varkenshouderij is wereldwijd toonaangevend. Zeker de vernieuwende concepten die in de keten worden ontwikkeld om de productie beter af te stemmen op de wensen van maatschappij en consument, zijn veelbelovend. Daarom geloven we dat de Nederlandse varkenshouders in de toekomst weer goede rendementen kunnen behalen”, aldus Helsen. Hij verwijst naar de unieke aanpak van de Nederlandse agrarische sector, die Agrifirm aanduidt met de term Dutch Farming. “Agrifirm wil vanuit haar kennis en concepten een goede partner voor de boer zijn, voor voedsel- productie op schaal én op maat. De productielocatie in Veghel wordt hierop ingericht. Zo bouwen wij ook in Veghel aan de varkenshouderij van morgen.” <
Campagnebeeld van de productielocatie in Veghel
Agrifirm Plant investeerde de afgelopen jaren vooral in verbetering van de logistieke operatie en in producten
en diensten die meerwaarde opleveren voor telers. Daarbij zijn al belangrijke slagen gemaakt. En er staat meer op stapel, vooral waar het gaat om het ondersteunen van telers in verduur- zaming van hun teelt, zegt adjunct directeur Xxxxxxx Xxxxxxx.
De logistieke slag die Agrifirm Plant maakte vond vooral plaats bij de opslag en bewerking van granen en van zaai- zaden. Het aantal vestigingen is sterk verkleind en er zijn efficiëntere processen tot stand gebracht. Soms moesten betrokkenen, inclusief de klanten van Agrifirm Plant, wennen aan de nieuwe aanpak. “Inmiddels zitten we in de fase dat vrijwel iedereen de voordelen ziet
en ervan profiteert”, xxxxx Xxxxxxx.
GRANEN
Het sluiten van diverse locaties en het concentreren van activiteiten leidde bij de graaninname tot één nieuwe centrale
locatie in Kampen. Behalve in Kampen slaat Agrifirm Plant nu alleen nog graan op in Delfzijl, Burgerveen, Langeweg en de Eemshaven. Allemaal moderne locaties die aan vaarwater liggen. “Hier kunnen we het product beter opslaan,
schonen en bewerken. Zo kunnen we de markt nog beter bedienen met specifieke kwaliteiten en beleveren per schip”, aldus Xxxxxxx. Bijkomend voordeel is dat de schaalgrootte minder personeel vereist. In de periode dat er geen graan wordt opgeslagen, kunnen de locaties die aan diep vaarwater liggen dienst doen voor op- en overslag van andere (veevoer) grondstoffen. Gevolg: lagere kosten.
“De grote inname-capaciteit van onze locaties is extra van belang nu de graan- oogst, door de grotere machines, veel korter duurt dan vroeger. Toen gingen we uit van 8 tot 9 weken voor de oogst.
Vandaag de dag is het binnen enkele weken meestal wel bekeken”, aldus Xxxxxxx.
ZAAIZADEN
Bij de be- en verwerking van zaaizaden zijn ook alle activiteiten geconcentreerd
op één locatie in Emmeloord. Dit levert efficiencyvoordelen op, maar daarnaast is er ook flink geïnvesteerd in automatise- ring en procestechnologie. Bijvoorbeeld voor de optimale coating van zaden. “Daarin hebben we eigen vindingen ontwikkeld, die we natuurlijk ook graag zelf produceren en vermarkten”, aldus Xxxxxxx. Hiermee geeft Agrifirm Plant
invulling aan meerwaarde op het boeren- erf. Een andere belangrijke ontwikkeling is de overschakeling naar franco leveren op het boerenerf. “Eerder haalden veel telers hun meststoffen of gewasbeschermings- middelen bij het depot in de buurt. Door de juiste goederen op het juiste moment franco te leveren vult Agrifirm Plant de behoefte van de grootschalige land- bouw van vandaag in”, legt Xxxxxxx uit.
Hij realiseert zich dat sommige telers ge- wend zijn om bijvoorbeeld kunstmest te kunnen halen wanneer het hen uitkomt. “Maar dat leidt tot veel hogere kosten, waar al onze klanten niet bij gebaat zijn”, motiveert hij de overstap naar centralisatie en franco leveren. “Ook dit proces heeft tijd gekost, maar ik heb de indruk dat
iedereen er aan gewend is en ook de voordelen steeds meer gaat ervaren. Wat die voordelen zijn? Lagere kosten en meer planmatig werken. Dat laatste doet niet iedereen vanuit zichzelf, maar het is vaak wel beter voor het bedrijf”.
DATA
Gevraagd naar de vervolgstappen die Agrifirm Plant in petto heeft, noemt Xxxxxxx twee zaken: datamanagement en ketens. De sterke toename van GPS- en sensortechnologie in de akkerbouw maakt het mogelijk om steeds meer processen te optimaliseren. Door deze technieken voor precisielandbouw komen enorme hoeveelheden data beschikbaar. Agrifirm Plant investeert in het verwerken van deze datastromen tot bruikbare stuurinformatie voor de teler. Daardoor kan een teler met minder input een hogere of betere output krijgen.
Al die output vindt, in de vorm van producten, zijn weg naar de consument. “Ook hierin investeren we, met name
in kennis en versterking van de ketens”, besluit Xxxxxxx. <
30 31
AGRIFIRM INVESTEERT IN DE TOEKOMST
“WAAR WE VROEGER MET ZES MAN AAN DE BAND STONDEN, STAAT ER NU ÉÉN”
De locatie van Agrifirm Plant in Emmeloord loopt voorop in de verwerking en levering van zaaizaad. Met een investering van 1,9 miljoen euro is de afgelopen jaren de aanpak volledig vernieuwd.
ZAAIZAAD
In Emmeloord worden zaden van verschillende gewassen verwerkt, zoals tarwe, gerst, maïs, gras en soja. De zaden komen van een aantal vaste telers met wie Agrifirm Plant samenwerkt voor de
LOCATIE
Door de concentratie van activiteiten staan diverse panden aan de Industrieweg in Emmeloord nu te koop. De huidige locatie omvat nog twee panden en na de investering is het hele proces nu gecentraliseerd en zoveel mogelijk geauto- matiseerd. “Door de investering zijn we efficiënter gaan werken op een kleinere locatie. We zijn hier van 23 naar 12 werknemers gegaan”, aldus Xxxx Xxxxxxx, productmanager zaaizaden en bedrijfsbenodigdheden van Agrifirm Plant bv. Hij is enthousiast
GRAANSLOOT KAMPEN:
MINDER KOSTEN, MEER GEMAK
zaaizaadvermeerdering. Sommige van deze telers houden het geoogste zaaizaad enkele maanden op hun bedrijf, om zo de innamepieken in Emmeloord te kunnen spreiden. Al het zaaizaad wordt door de Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor zaai- zaad en pootgoed van landbouwgewassen (NAK) gekeurd om de hoge kwaliteit te waarborgen. Het merendeel van het zaaizaad dat hier wordt bewerkt gaat via het franco op erf systeem naar de klanten van Agrifirm Plant.
over de aanpak. “Ik ben zelf mijn loopbaan hier begonnen. Ik weet nog dat we met zes mensen aan de opzak band stonden; nu kan één man dat werk af.”
PROCES
Na de ontvangst wordt het zaad eerst belucht, daarna start indien noodzakelijk het drogen van de zaaigranen. Nadat het product gedroogd is en de NAK goedkeuring heeft gegeven voor verdere behandeling worden de zaaigranen geschoond. Hier word het kaf van het koren gescheiden, aldus Penning. “Tegenwoordig transporteren we bijna alle zaaigranen nu geautomatiseerd vanuit de silo naar de ontsmettings- en opzaklijnen, dit in tegenstelling tot vroeger waar bijna al het zaaigranen in kisten werd getransporteerd van het ene naar het andere proces.” Het behandelen tegen kiem en bodem- schimmels vindt plaats in een zogenoemde batchmachine, waarvan er in Nederland slechts twee zijn; die staan allebei bij Agrifirm Plant in Emmeloord. Deze moderne machines voorzien de zaden van een coating. Dit kan zowel een be- schermende coating met gewasbeschermingsmiddelen zijn, als een coating van kunstmest. Er staan 2 volledig geauto- matiseerde behandelings- en opzak lijnen en per machine bedraagt de capaciteit ongeveer 19 ton per uur. Na dit proces
zijn de zaden gereed om verpakt te worden in zakjes van 25 kg of in Big Bags en kan de levering aan telers beginnen. <
Xxxx Xxxxxxx: “We kunnen nu veel efficiënter werken.”
Voor de graantelers is de opslag van hun oogst bij Graansloot in Kampen een positieve ontwikkeling. Minder panden voor opslag betekent lagere kosten. En nu Agrifirm Plant, naast het leveren op een stortlocatie, de af erf service aanbiedt, wordt het werk voor de teler alleen maar gemakkelijker.
Dat blijkt als we in Kampen spreken met teler Xxxxx Xxxxxx en relatiemanager Xxxx Xxxxxxx van Agrifirm Plant.
Nooren heeft een bedrijf met 24 hectare in Tollebeek. Hij teelt ongeveer een derde graan en daarnaast aardappelen, suiker- bieten en uien. “Ik teel sinds 2005 meer graan. Dat is goed voor de bodemvrucht- baarheid en het geeft mij tijd om me meer te richten op de aardappelteelt”.
Xxxxxx doet dat laatste niet alleen op zijn eigen bedrijf, maar is ook als ZZP’er actief bij het selecteren in aardappelpercelen van collega’s.
KOSTEN
Minder opslagpanden betekent lagere onderhoudskosten, lagere personeels-
kosten en minder noodzakelijke investeringen. Zo omschrijft Amperse de voordelen van de centralisatie, die ertoe leidde dat Agrifirm Plant een groot deel van de graanopslag nu uitvoert
bij Graansloot in Kampen. Een efficiënte vestiging met meerdere grote loodsen met een opslagcapaciteit tot 20.000 ton per stuk. En een woud aan silo’s, die elk tussen de 1000 en 2.500 ton graan kunnen bevatten. De centralisatie leidde ertoe dat de toerekening van kosten per ton tarwe omlaag ging van 12,50 naar 10,00 euro.
GEMAK
“En, zo reageert Nooren, eigenlijk is het gemak veel belangrijker”. “Ik hoef nu alleen maar het graan te laten combinen en op mijn bedrijf te lossen. Eén melding volstaat en Agrifirm Plant haalt het op.” Het betekent ook dat veel telers niet hoeven te investeren in grotere kiepers als er een nog grotere combine op het bedrijf komt. Ze hoeven alleen het graan op het eigen erf te lossen en niet meer extra transportcapaciteit te hebben om
Teler Xxxxx Xxxxxx (links) en Xxxx Xxxxxxx voor de opslag van Graansloot in Kampen.
de combine bij te houden terwijl ze zelf de oogst naar de opslagplaats brengen.
CAPACITEIT
In Kampen kan Agrifirm Plant 10.000 ton graan per dag innemen. In het seizoen, van juli tot september is het een drukte van belang. Niet alleen met vrachtwagens die graan lossen, ook schepen uit bijvoor- beeld Noord-Holland meren dan aan
met de oogst van telers uit die provincie. Voertarwe, baktarwe, gerst, triticale, rogge. Gangbare teelt, biologisch of van bedrijven in omschakeling. “We kunnen door de grote capaciteit en veel lospunten alle kwaliteiten en variëteiten gescheiden innemen en opslaan en zo de maximale waarde eruit halen”, aldus Amperse. <
Het af-erf concept van Agrifm Plant online bekijken? Ga naar xxxxx://xxx.xx/00Xxx0
32
AGRIFIRM INVESTEERT IN DE TOEKOMST
33
OVER AGRIFIRM
DRACHTEN SPEELT IN OP STIJGENDE VRAAG RUNDVEEVOER
Xxxxxx Xxxxxxx nieuwe commissaris bij Agrifirm
“EXPERTISE VANUIT EXTERN
De productielocatie in Drachten, waar Agrifirm rundveevoeders produceert, is de afgelopen jaren vernieuwd en
voor premixen en mineralen. De vraag vanuit de melkveehouderij groeit niet alleen, hij verandert ook. Melkveehouders
INTERNATIONAAL PERSPECTIEF”
uitgebreid. Daardoor steeg de capaci- teit van 220.000 naar 500.000 ton rundveevoer per jaar.
Hiermee speelt Xxxxxxxx in op de stijgende vraag naar rundveevoer vanuit de melk- veehouderij. De afschaffing van de melkquotering maakt de weg vrij om meer melk te produceren. Inmiddels zet de invoering van fosfaatrechten wel weer enigszins een rem op deze ontwikkeling. Maar volgens Xxxxxxx Xxxxxx, sector- manager Rundvee bij Agrifirm Feed is
er ondanks de invoering van de fosfaat- rechten volop ruimte om te ondernemen en de melkproductie binnen het nieuwe P-quotum te laten groeien.
De uitbreiding en modernisering in Drachten is onderdeel van de investerings- aanpak van Agrifirm in de rundveesector. Zo werd ook de fabriek in Oss recent gemoderniseerd. In Drachten nam de onderneming in april 2015 de nieuwe maal- en menglijn in gebruik. Eerder kwamen er al nieuwe persen en een moderne opslag- en doseerinstallatie
bepalen hun eigen strategie, aldus Xxxxxx. Daarin staat het rendement op het eigen bedrijf centraal. Agrifirm
speelt daarop in met concepten die het rendement per koeplaats optimaliseren. Voorbeelden zijn de 100-dagenaanpak, OPFOK24 en Gemengd Voeren 2.0.
Met de onlangs geïntroduceerde TopStart® strategie speelt Agrifirm specifiek in op een hogere melkproductie per koe. Deze opstartstrategie zorgt er aantoonbaar voor dat 1.000 kg melk per koe extra wordt gemolken. Verder zet Agrifirm samen met Nutrifeed in op een optimale jongvee-opfok: een hogere groei per dier en lagere afkalfleeftijd
van de vaars. Dit zorgt voor een sterk verbeterde mineralen-efficiëntie, dus meer melk per kilogram beschikbare fosfaat. Xxxxxx ziet een sterke toename van het gebruik van de netto fosfaat voeders. De samenstelling van deze voeders vraagt extra kwaliteit van mens en machines om een goede harde brok af te leveren. Dat lukt, dankzij de investeringen in Drachten. <
Xxxxxx Xxxxxxx is op 15 september j.l. benoemd als commissaris bij Agrifirm. Als voormalig directeur bij Friesland- Campina is hij bekend met de landbouw en de coöperatieve bedrijfsvorm. Als CEO van wereldspeler Archroma kent hij de internationale markten op het terrein van de specialiteiten zeer goed. Drie vragen over zijn rol als commissaris van Agrifirm.
HOE ZIET U AGRIFIRM OVER TIEN JAAR?
Xxxxxxx: “Als een vitale coöperatie die is meegegroeid met de veranderingen
in de tijd. Een coöperatie die het waarde toevoegen voor de leden verder heeft verbeterd. Die tegelijk zijn rol heeft op- gepakt in het versterken van de ketens en slaagt daaruit voor de leden meer voordeel te generen. Het werken voor de leden, het waarde creëren, die missie blijft staan.”
WAT WORDT UW BIJDRAGE IN DEZE ONTWIKKELING?
“Ik kan de zaken vanuit een extern, internationaal perspectief overzien, vanuit die expertise bijsturen. Als CEO
let ik op de benodigde scherpe bedrijfs- voering. Het gaat allemaal steeds sneller, dus moet je op ontwikkelingen, maar ook op de sturing in het bedrijf steeds sneller reageren. Niet zo lang geleden waren jaarcijfers bepalend, tot voor
kort waren maandrapportages maat- gevend, over niet al te lang praten we over weeksturing of wellicht nog kortere termijn. Die ontwikkeling, die snelle beschikbaarheid van gegevens, daarin moet je mee en daarin moet je de uitdaging zoeken.”
U KIEST VOOR EEN COMMISSARIAAT BIJ EEN COÖPERATIE. WAAROM?
“Een coöperatie kenmerkt zich door een hoge bevlogen- en betrokkenheid.
Dat is prachtig werken. Tegelijk leent de coöperatie zich goed voor het werken in een keten en daar je invloed aanwenden ten behoeve van de primaire sector.
Daarnaast dwingt de markt je tot voldoende discipline en scherpte om aan de basis voldoende concurrerend
te blijven met andere spelers, met andere bedrijfsvormen, in de markt.” <
Xxxxxx Xxxxxxx:
“Het werken voor de leden, het waarde creëren, die missie blijft staan.”
34
OVER AGRIFIRM
BIG DATUM:
ALLES OVER BIG DATA, DRONES, PRECISIELANDBOUW
EN ANDERE TOEGEPASTE AGRI HIGH TECH
alles over High Tech tijdens Jongerendag
JOOP: Coaching voor jonge ondernemers
Drie coaches van Agrifirm Xxxxx zijn vanaf volgend jaar beschikbaar om jonge veehouders één op één te coachen in hun ondernemerschap. Met het Jonge Ondernemers Ontwikkel Plan (JOOP) investeert Agrifirm in haar leden door hen
35
OVER AGRIFIRM
BIG
DATUM
Zonder automatisering staat alles stil. Het aandeel van Big Data, precisie- landbouw, apps, drones en andere technologie wordt alleen nog maar groter in onze bedrijfsvoering. Loop jij voor of achter? En pas jij eigenlijk wel in een geautomatiseerde wereld? Ontdek het tijdens de Agrifirm Jongerendag die we houden op 6 januari 2016 bij Orpheus in Apeldoorn.
De Agrifirm Jongerenraad is trots op het innovatieve en doelgroepgerichte pro- gramma. ““Als voorzitter van de Agrifirm Jongerenraad zet ik in op samenwerken”, xxxxx Xxx Xxxxxxxx. “Kennis delen met agrarische ondernemers én met specialis- ten van buiten onze sector is niet alleen inspirerend maar ook noodzakelijk. Zéker als het gaat om nuttige en noodzakelijke technologie. Immers, niemand heeft in zijn eentje alle kennis in huis.” <
Ga voor het volledige programma en voor je opgave naar xxx.xxxxxxxx.xxx/xxxxxxxxxxx.
0
ervan, want
6
niemandkan in z
-
’n eentje
0
alle ontwikkeling
1
en bijhouden
-
. En he
2
t aandeel Big Da
0
ta, precisieland
1
bouw, apps, d
6
rones en andere
technologie in onze bedrijfsvoering wordt alleen nog maar groter. Loop jij voor of achter? En pas jij eigenlijk wel in een geautomatiseerde
wereld? Ontdek het op de Agrifirm Jongerendag. Kijk voor alle info en je aanmelding op xxx.xxxxxxxx.xxx/xxxxxxxxxxx
THEMA: Big Datum: alles over Big Data, drones, precisielandbouw en andere toegepaste Agri High Tech
LOCATIE: Schouwburg en Congrescentrum Orpheus / BIG DATUM 6 januari 2016 van 09.45 - 15.30 uur
schakel in succes
High Tech voor veehouders en telers: eigenlijk kunnen we er al niet meer zonder. Samenwerking is cruciaal voor optimale praktische toepassin-
gen
AGRIFIRM JONGERENDAG 2016
Succesvolle pilotsessies
Gemengd Voeren 2.0 krijgen vervolg
In 2014 introduceerde Agrifirm Feed het voerconcept Gemengd Voeren 2.0 voor melkkoeien. De aanpak voorkomt selectie aan het voerhek en zorgt ervoor dat koeien het gemengde voer beter benutten. Sinds de introductie zijn er meerdere pilotsessies gedraaid op 40 bedrijven. De uitkomsten zijn erg succesvol. In het najaar start Agrifirm Feed met een praktijkproef Gemengd Voeren 2.0 op rosébedrijven.
5204. Dat is het aantal koeien dat in de pilotsessies de Gemengd Voeren 2.0- rantsoenen te eten kreeg. Na elke twee weken werd er een aanpassing doorgevoerd in het rantsoen. Uiteindelijk besloot 82% van de melkveehouders de deeltjesgrootte van het rantsoen aan te passen. Het aanpassen van de deeltjeslengte zorgde ook voor de grootste verbetering in voerefficiëntie. Deze steeg met 0,05 punten.
Het mengproces aanpassen had bij 42% van de bedrijven het grootste aandeel in stijging van voerefficiëntie.
Andere interessante uitkomsten van de pilotsessies:
> De gemiddelde voerefficiëntie steeg van met 0,1 naar 1,42.
> Verse koeien starten beter op, slepende melkziekte-attenties worden gehalveerd en de Individuele Standaard Koe (ISK) is met 3 liter gestegen.
> Het behaalde voersaldo op de deelnemende bedrijven is gestegen met € 15.700,- (bij een melkprijs van 0,30 cent p/kg).
Agrifirm Feed zoekt nog deelnemers voor de praktijkproef Gemengd Voeren 2.0 bij rosébedrijven. <
te begeleiden op strategisch vlak. Agrifirm Exlan draagt zorg voor de uitvoering. Ondernemers krijgen de gelegenheid om gedurende vier dagdelen één op één gecoacht te worden op zakelijke en persoonlijke thema’s: wat speelt er op het bedrijf en wat is voor de komende jaren belangrijk? Tijdens een intakegesprek bepalen ondernemer en coach aan welk concreet doel gewerkt wordt. Daarin komen vragen aan de orde als: Wie ben je? Wat voor ondernemer ben je? Hoe ziet je omgeving eruit? En: Wat wil je?
“Er is onder jonge boeren veel belangstelling voor coaching”, vertelt commercieel manager Xxxxx xx Xxxxx van Agrifirm Exlan. “Als jongeren van school komen hebben ze vaak vrij duidelijk wat ze willen en hoe, maar tegen de tijd dat ze 30 worden neemt de behoefte toe om te kunnen sparren. Onze coaches begeleiden op de persoonlijke en de zakelijke kant. Doelstelling kan bijvoorbeeld zijn om de samenwerking binnen de maatschap te verbeteren, of om een financieel plan uit te werken. Welke vraag er ook speelt: onze coaches bieden handvatten en onder- steuning, maar zetten de mensen zelf aan het werk”, aldus Xx Xxxxx.
Vooralsnog zijn 2 coaches rundvee en 1 coach varkens beschikbaar, maar er wordt ook gekeken naar de mogelijkheid om coaches in te zetten voor leden van Agrifirm Plant. Een coachingstraject kost tweeduizend euro, waarvan Agrifirm voor klanten de helft voor haar rekening neemt. <
Agrifirm wenst u prettige kerstdagen en een gelukkig nieuwjaar!
Virusapp geeft teler inzicht in weer en infectiedruk
Dit voorjaar startte Agrifirm Plant in samenwerking met Nieveen & Bouma Agro Weather Services de ontwikkeling van een Virusapp, die telers in
een oogopslag inzicht geeft in de weersomstandigheden en actuele aantastingshaarden.
Tot nu toe moesten telers zelf op zoek naar actuele informatie over weer en spuitintervallen, maar met de Virusapp van Agrifirm Plant wordt dat een stuk makkelijker. De app wordt nu getest in een pilotgroep van adviseurs en zo’n 20 pootgoed- en bloembollenkwekers door het hele land. Met hun input worden de functionaliteiten van de App afgestemd op gebruik in het veld.
Doordat gewasbeschermingsmiddelen met de app op het juiste moment kunnen worden ingezet kan aantasting op tijd worden voorkomen. De eerste resultaten zijn positief. Zo wijzen de proeven met pootgoed en tulpen uit dat de velden
die volgens het advies van de app zijn behandeld volledig virusvrij zijn. Agrifirm Plant verwacht de Virusapp in het voorjaar gebruiksklaar te hebben. <
XXXXXXX IN SUCCES is het relatiemagazine van Xxxxxxxx en verschijnt 4 keer per jaar.
Contact xxxxxxxxxxxx@xxxxxxxx.xxx Fotografie Xxx Xxxxxx, Xxxx Xxxxxxxx, Xxxxxx Xxxxx, Xxxxx Xxxxxx, Xxxxxx Xxxxxx, Agrifirm Concept en realisatie JEEN bureau voor communicatie Drukwerk Bek, Veghel
XXXXXX
XX XXXXX STAP VAN...
LEF
PIJNENBURG
Onderneemt in Nederland en Hongarije
“In 2006 ben ik gestart in Hongarije. Ik zocht nieuwe uitdagingen en die waren in Nederland niet te realiseren. In Hongarije zag ik wel mogelijkheden. Het begin was alles behalve makkelijk. Afspraken werden niet nagekomen en mijn plannen werden gedwarsboomd. Ik heb zelfs op het punt gestaan om de handdoek in de ring te gooien. Maar uiteindelijk ben ik nog verder het diepe in gesprongen en bouwde nog een paar nieuwe stallen. De Hongaarse overheid had net een stimuleringsprogramma geïntroduceerd. Dat maakte uitbreiden nog aantrekkelijker.”
“Inmiddels heb ik mijn weg gevonden in Hongarije. Ik spreek nu de taal en weet hoe ik dingen voor elkaar kan krijgen. Het investeringsklimaat is veel gunstiger hier en de mensen in mijn omgeving waarderen je als ondernemer. Dat is in Nederland wel anders, waar je als veehouder niet veel goed meer kan doen. Mijn Nederlandse bedrijf met locaties in Someren en Mierlo staat eigenlijk in dienst van het Hongaarse bedrijf. In Hongarije liggen de econo- mische kansen, daar ga ik de komende 10 jaar aan werken. En daarna?
Ach dat zie ik dan wel. Dan is het misschien wel tijd voor andere dingen.” <
WIE?
Xxxxxx Xxxxxxxxxx
STAP?
Uitbreiden naar het buitenland
EN VERDER?
Heeft in totaal 3.000 zeugen en 30.000 vleesvarkens verspreid over 2 locaties in Nederland en 4 locaties in Hongarije. Zijn vader helpt nog dagelijks mee op het bedrijf in Nederland, verder werkt hij met Nederlands en Hongaars personeel.