BESLUIT NR. 1/80 VAN DE ASSOCIATIERAAD D.D. 19 SEPTEMBER 1980 BETREFFENDE DE ONTWIKKELING VAN DE ASSOCIATIE4 De Associatieraad, Gelet op de Overeenkomst waarbij een Associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Economische Gemeenschap en...
BESLUIT NR. 1/80 VAN DE ASSOCIATIERAAD D.D. 19 SEPTEMBER 1980 BETREFFENDE DE ONTWIKKELING VAN
DE ASSOCIATIE4
De Associatieraad,
Gelet op de Overeenkomst waarbij een Associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese
Economische Gemeenschap en Turkije,
Overwegende dat het weer op gang brengen en de ontwikkeling van de Associatie betrekking moeten
hebben, zoals op 5 februari 1980 is overeengekomen, op alle huidige problemen in verband met de
Associatie; dat bij het zoeken naar een oplossing voor die problemen rekening moet worden
gehouden met het speciale karakter van de associatie-banden tussen de Gemeenschap en Turkije;
Overwegende dat op landbouwgebied het beoogde doel kan worden bereikt en de bezorgdheid van
Turkije met betrekking tot de gevolgen van de uitbreiding van de Gemeenschap kan worden
weggenomen door afschaffing van de op de invoer van Turkse produkten in de Gemeenschap van
toepassing zijnde douanerechten; dat voorts de bepalingen van artikel 33 van het Aanvullend Protocol
dat ten uitvoer dienen te worden gelegd, als noodzakelijke voorwaarde voor de totstandbrenging van
het vrije verkeer van landbouwprodukten; dat de beoogde regeling moet worden toegepast met
inachtneming van de beginselen en mechanismen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid;
Overwegende dat op sociaal gebied bovenbedoelde overwegingen ertoe voeren in het kader van de
internationale verplichtingen van beide partijen de regeling die geldt voor de werknemers en hun
gezinsleden te verbeteren ten opzichte van de regeling ingesteld bij Besluit nr. 2176 van de
Associatieraad; dat voorts de bepaling betreffende de sociale zekerheid alsook de bepalingen
betreffende de uitwisseling van jonge werknemers ten uitvoer dienen te worden gelegd;
Overwegende dat de ontwikkeling van de Associatie de totstandbrenging gerechtvaardigt van een
economische, technische en financiële samenwerking, waardoor met name middels een bijdrage van
de Gemeenschap aan de economische ontwikkeling van Turkije in diverse sectoren, de
verwezenlijking van de doelstellingen van de Associatieovereenkomst kan worden vergemakkelijkt.
Besluit:
Artikel 1
De maatregelen die erop gericht zijn de Associatie tussen de Gemeenschap en Turkije weer op gang
te brengen en te ontwikkelen op elk der gebieden die de Associatieraad op 5 februari 1980 heeft
aangegeven, zijn vastgesteld in de hierna volgende hoofdstukken.
Artikelen 2 t/m 5
Niet opgenomen.
HOOFDSTUK I1 Sociale bepalingen
Artikel 6
1. Behoudens het bepaalde in artikel 7 betreffende de vrije toegang tot arbeid van de
gezinsleden, heeft de Turkse werknemer die tot de legale arbeidsmarkt van een Lid-Staat
behoort:
- na een jaar legale arbeid in die Lid-Staat recht op verlenging van zijn arbeidsvergunning bij
dezelfde werkgever indien deze werkgelegenheid heeft;
- na drie jaar legale arbeid en onder voorbehoud van de aan de werknemers uit de Lid-Staten
van de Gemeenschap te verlenen voorrang, in die Lid-Staat het recht om in hetzelfde beroep
bij een werkgever van zijn keuze te reageren op een ander arbeidsaanbod, gedaan onder
normale voorwaarden en geregistreerd bij de arbeidsbureaus van die Lid-Staat;
- na vier jaar legale arbeid in die Lid-Staat vrije toegang tot iedere arbeid in loondienst te zijner
keuze.
___________________________________________________________
4 Tekst overgenomen uit: Vc 1994, C14-11, 4-7, Supplement 26, december 2000.
2. Jaarlijkse vakanties en perioden van afwezigheid wegens zwangerschap, arbeidsongeval of
kortdurende ziekten worden gelijkgesteld met tijdvakken van legale arbeid. Tijdvakken van
onvrijwillige werkloosheid die naar behoren zijn geconstateerd door de bevoegde autoriteiten,
alsmede perioden van afwezigheid wegens langdurige ziekte worden niet gelijkgesteld met
tijdvakken van legale arbeid, doch doen geen afbreuk aan de rechten die zijn verkregen uit
hoofde van het voorafgaande tijdvak van arbeid.
3. De wijze van toepassing van leden 1 en 2 wordt geregeld in de nationale voorschriften.
Artikel 7
Gezinsleden van een tot de legale arbeidsmarkt van een Lid-Staat behorende Turkse werknemer, die
toestemming hebben gekregen om zich bij hem te voegen:
- hebben het recht om -onder voorbehoud van de aan de werknemers uit de Lid-Staten van de
Gemeenschap te verlenen voorrang- te reageren op een arbeidsaanbod, wanneer zij sedert
tenminste 3 jaar aldaar legaal wonen;
- hebben er vrije toegang tot iedere arbeid in loondienst te hunner keuze wanneer zij sedert ten
minste 5 jaar aldaar legaal wonen.
Kinderen van Turkse werknemers die in het gastland een beroepsopleiding hebben voltooid, kunnen,
ongeacht hoe zij in de betreffende Lid-Staat wonen, in die Lid-Staat op ieder arbeidsaanbod reageren
op voorwaarde dat één van de ouders gedurende ten minste drie jaar legaal in de betrokken Lid-Staat
heeft gewerkt.
Artikel 8
1. Indien in de Gemeenschap aan een arbeidsaanbod niet kan worden voldaan door een beroep te
doen op de werkkrachten die op de arbeidsmarkt van de Lid-Staten beschikbaar zijn en de Lid-Staten
in het kader van hun wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen besluiten machtiging te verlenen om
daarin te voorzien door een beroep te doen op werknemers die geen onderdaan zijn van een Lid-
Staat van de Gemeenschap, trachten zij voorrang te verlenen aan Turkse werknemers om in de
vacature te voorzien.
2. De arbeidsbureaus van een Lid-Staat trachten in de vacatures die bij hen zijn ingeschreven en die
niet door communautaire werknemers van de legale arbeidsmarkt van die Lid-Staat kunnen worden
vervuld, te voorzien door Turkse werknemers die legaal werkloos zijn en die op legale wijze op het
grondgebied van de betreffende Lid-Staat wonen.
Artikel 9
Turkse kinderen die legaal in een Lid-Staat van de Gemeenschap wonen bij hun ouders die aldaar
legaal tewerkgesteld zijn of zijn geweest, hebben in die Lid-Staat toegang tot het algemeen onderwijs,
oplieiding in het kader van een leerlingstelsel en beroepsopleiding op basis van dezelfde
toelatingseisen ter zake van genoten onderwijs en opleiding als kinderen van onderdanen van die Lid-
Staat. Zij kunnen in die Lid-Staat de door de nationale wetgeving op dit gebied geboden voordelen
genieten.
Artikel 10
1. De Lid-Staten van de Gemeenschap passen op de Turkse werknemers die tot hun legale
arbeidsmarkt behoren een stelsel toe dat wordt gekenmerkt door het ontbreken van elke discriminatie
uit hoofde van de nationaliteit ten opzichte van communautaire werknemers, voor wat betreft de lonen
en verdere arbeidsvoorwaarden.
2. Behoudens toepassing van de artikelen 6 en 7 komen de in lid 1 bedoelde Turkse werknemers en
hun gezinsleden evenzeer als communautaire werknemers in aanmerking voor hulpverlening door de
arbeidsbureaus bij het zoeken naar werk.
Artikel 11
De onderdanen van de Lid-Staten die in Turkije tot de legale arbeidsmarkt behoren, en de
gezinsleden die toestemming hebben gekregen om zich bij hen te voegen, genieten de in de artikelen
6, 7, 9 en 10 genoemde rechten en voordelen indien zij aan de in die artikelen vermelde voorwaarden
voldoen.
Artikel 12
Wanneer in een Lid-Staat van de Gemeenschap of in Turkije de arbeidsmarkt wordt verstoord of
gevaar loopt te worden verstoord, waardoor de levensstandaard en de werkgelegenheid in een
gebied, een bedrijfstak of een beroep ernstig in gevaar kunnen komen, is die Staat gerechtigd de
artikelen 6 en 7 niet automatisch toe te passen. De betrokken Staat stelt de Associatieraad in kennis
van deze tijdelijke beperking.
Artikel 13
De Lid-Staten van de Gemeenschap en Turkije mogen geen nieuwe beperkingen invoeren met
betrekking tot de toegang tot de werkgelegenheid van werknemers en hun gezinsleden wier verblijf en
arbeid op hun onderscheiden grondgebied legaal zijn.
Artikel 14
1. De bepalingen van dit deel worden toegepast onder voorbehoud van beperkingen die
gerechtvaardigd zijn uit hoofde van de openbare orde, openbare veiligheid en volksgezondheid.
2. Zij doen geen afbreuk aan de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit nationale wetgevingen
of uit bilaterale overeenkomsten tussen Turkije en de Lid-Staten van de Gemeenschap, voor zover
daarbij voor hun onderdanen een gunstiger regeling is vastgesteld.
Artikel 15
1. Om zorg te kunnen dragen voor de harmonische toepassing van de bepalingen van dit deel en om
zich ervan te verzekeren dat deze toepassing geschiedt onder voorwaarden waardoor het gevaar van
verstoring der arbeidsmarkten wordt afgewend, wisselt het Associatiecomité op gezette tijden van
gedachten ten einde een beter wederzijds inzicht te verkrijgen in de economische en sociale situatie,
met inbegrip van de situatie op de arbeidsmarkt en de te verwachten ontwikkeling daarvan in de
Gemeenschap en Turkije.
Het Comité legt jaarlijks een verslag over de werkzaamheden voor aan de Associatieraad.
2. Het Associatiecomité is gemachtigd zich voor de tenuitvoerlegging van lid 1 te laten bijstaan
door een Groep ad hoc.
Artikel 16
1. De bepalingen van dit deel zijn van toepassing met ingang van 1 december 1980.
2. Vanaf 1 juni 1983 onderzoekt de Associatieraad, onder meer in het licht van de in artikel 15
xxxxxxxx verslagen over de werkzaamheden, de resultaten van de toepassing van de bepalingen van
dit deel ten einde oplossingen uit te werken met ingang van 1 december 1983 zullen kunnen worden
toegepast.