TOEPASSINGSGEBIED EN INLEIDENDE BEGRIPPEN 37
Inhoud
TOEPASSINGSGEBIED EN INLEIDENDE BEGRIPPEN 37
Verantwoording en bibliografie 38
1. Personeel toepassingsgebied 40
1.1. Onderworpen personen 40
1.1.1. Rechtspersoonlijkheid 40
1.1.2. Exploitatie van een onderneming / verrichtingen van winstgevende aard 42
1.1.2.1. Exploitatie van een onderneming 42
1.1.2.2. Verrichtingen van winstgevende aard 43
1.1.3. Fiscaal domicilie in België 49
1.2. Niet onderworpen personen 54
1.2.1. Onvoorwaardelijk uitgesloten personen (artikel 180 WIB) 54
1.2.2. Vzw’s en andere rechtspersonen die geen winstoogmerk nastreven 55
1.2.2.1. Bedoelde rechtspersonen 55
1.2.2.2. De bevoorrechte activiteiten (artikel 181 WIB) 57
1.2.2.3. De bevoorrechte verrichtingen (artikel 182 WIB) 59
1.2.2.3.1. Alleenstaande of uitzonderlijke verrichtingen 60
1.2.2.3.2. Beleggen van fondsen 60
1.2.2.3.3. Verrichtingen die slechts bijkomstig op nijverheids-, han- dels- of landbouwverrichtingen betrekking hebben of niet
volgens nijverheids- of handelsmethoden wordt uitgevoerd 61
1.2.3. Alles of niets 64
1.2.4. Rechtzekerheidsbeginsel 64
1.2.5. Overgang naar vennootschapsbelasting 65
1.2.6. Procedurele aspecten 66
1.2.7. Recente rechtspraak 67
1.3. Fiscale eenheid 69
1.4. Intra-Europese vennootschap 70
2. Materieel toepassingsgebied 71
2.1. Algemene principes voor de vaststelling van de winst 71
2.1.1. Verwijzing naar de personenbelasting 71
2.1.2. Professionalisatie 71
2.1.3. Annaliteitsbeginsel 71
2.1.3.1. Algemeen 71
2.1.3.2. Duur van het boekjaar 72
2.1.3.3. Voorwaardelijke rechten – eigendomsvoorbehoud 74
2.1.3.4. Retroactiviteitsclausules 78
2.1.3.5. Uitzonderingen 79
2.1.4. Primauteit van het boekhoudrecht 80
2.1.5. Eenheid van bedrijfseconomische en fiscale jaarrekening – bindende
kracht van de jaarrekening 82
2.1.5.1. Principe 82
2.1.5.2. Bindende kracht van de jaarrekening 83
2.1.5.2.1. Fiscale regels 83
2.1.5.2.2. Gemeenrechtelijke regels 84
2.1.5.2.3. Concreet 86
2.1.5.3. Munteenheid 89
2.1.6. IAS/IFRS-normen 90
2.1.7. Technische bepaling van de belastbare winst 91
2.2. Het winstbegrip in de personenbelasting 91
2.2.1. Winst uit de eigenlijke exploitatie 92
2.2.2. Xxxxxxxxxxx 00
2.2.3. Verdoken reserves 92
2.3. De netto-actief benadering 93
2.4. De dynamische benadering 94
2.5. Bijzondere systemen tot vaststelling van de belastbare winst 94
2.5.1. Beleggingsvennootschappen 94
2.5.2. Zeescheepvaart 95
2.5.3. Diamant Xxxxxxx 00
2.5.4. Minimumwinst 96
2.5.4.1. Buitenlandse firma’s 96
2.5.4.2. Binnenlandse vennootschappen 97
2.6. Bewijslast 99
2.6.1. Klassieke visie 99
2.6.2. Andere visie 100
2.6.3. Hof van Cassatie 104
2.7. Simulatie en rechtsmisbruik 105
2.7.1. Simulatie 105
2.7.2. Rechtsmisbruik 107
2.7.2.1. Belastingontduiking versus belastingontwijking 107
2.7.2.2. Xxxxxxxx 000
2.7.2.3. Stap 1 – De belastingadministratie levert het bewijs van fis-
caal misbruik 111
2.7.2.3.1. Belastingplichtige 112
2.7.2.3.2. Rechtshandeling 112
2.7.2.3.3. Subjectief en objectief element 113
2.7.2.4. Stap 2 – Tegenbewijs door belastingplichtige 121
2.7.2.5. Stap 3 – Het herstel 124
2.7.2.5.1. Feitelijke vaststelling belastbare grondslag 124
2.7.2.5.2. Eliminatie en/of substitutie rechtshandeling 126
2.7.2.5.3. (A)symmetrische toepassing 127
2.7.2.5.4. Temporele toepassing 128
2.7.2.6. Voorafgaande beslissing in fiscale zaken 129
2.7.2.7. Aanslagtermijnen 129
2.7.2.8. Belastingvermeerdering 130
2.7.2.9. Inwerkingtreding 131
2.7.2.10. Xxxxxx-dochterrichtlijn 133
RESERVES –
BELASTBARE GERESERVEERDE WINST 135
Inleidende beschouwingen 136
1. Belastbare reserves in het kapitaal en belastbare uitgiftepremies 138
1.1. Gestort kapitaal 138
1.1.1. Het maatschappelijk kapitaal 138
1.1.1.1. Algemeen 138
1.1.1.2. Aandelenruil 139
1.1.1.3. Inbreng van een bedrijfsafdeling 139
1.1.1.4. Inbreng Belgische inrichting buitenlandse vennootschap 139
1.1.1.5. Grensoverschrijdende reorganisatieverrichtingen 139
1.1.1.6. Omzetting vzw in vennootschap met sociaal oogmerk 140
1.1.1.7. Nettoactief verzekeringsonderneming 140
1.1.2. De uitgiftepremie 140
1.1.2.1. Algemeen 140
1.1.2.2. Toegestaan kapitaal 143
1.1.2.3. Coöperatieve vennootschap 143
1.1.3. Winstbewijzen 143
1.2. Belaste reserves in kapitaal en belaste uitgiftepremies 145
1.3. Belastingvrije reserves in kapitaal 148
2. Belastbaar gedeelte van de herwaarderingsmeerwaarden 149
3. Wettelijke reserve 158
4. Onbeschikbare reserves 159
5. Beschikbare reserves 160
6. Overgedragen winst of verlies 161
7. Liquidatiereserve 163
7.1. Belang 163
7.2. Gewone liquidatiereserve 163
7.2.1. Xxxxxx 000
7.2.2. Taxatie 165
7.2.3. Voorbeeld 166
7.2.4. Boekhoudkundige verwerking 166
7.3. Bijzondere liquidatiereserve 168
8. Belastbare voorzieningen 173
9. Andere in de balans vermelde reserves 175
10. Andere belastbare reserves (+)/(-) 176
11. Onzichtbare reserves 177
11.1. Begripsomschrijving 177
11.1.1. Oprichtingskosten 177
11.1.2. Immateriële vaste activa 178
11.1.3. Materiële vaste activa 183
11.1.3.1. Algemeen 183
11.1.3.2. Investering of kost? 187
11.1.3.2.1. Duurzaamheid 188
11.1.3.2.2. Nuttigheid 188
11.1.3.2.3. Economische eenheid 189
11.1.3.2.4. Materialiteitsgrens 189
11.1.3.2.5. Enkele toepassingsgevallen 190
11.1.4. Financiële vaste activa 192
11.1.4.1. Begrip 192
11.1.4.2. Onderscheid met geldbeleggingen 192
11.1.5. Vorderingen op meer dan één jaar 193
11.1.6. Voorraden 194
11.1.7. Bestellingen in uitvoering 196
11.1.8. Vorderingen op ten hoogste één jaar 198
11.1.9. Geldbeleggingen 198
11.1.10. Liquide middelen 199
11.1.11. Overlopende rekeningen van het actief 199
11.1.12. Schulden op meer dan één jaar 200
11.1.13. Schulden op ten hoogste één jaar 200
11.1.14. Overlopende rekeningen van het passief 200
11.2. Waarderingsregels 200
11.2.1. Algemene principes 201
11.2.2. Aanschaffingswaarde 203
11.2.2.1. Algemeen 203
11.2.2.1.1. Aanschafingsprijs 204
11.2.2.1.2. Vervaardigingsprijs 204
11.2.2.1.3. Inbrengwaarde 206
11.2.2.2. Kosteloze verkrijging (algemeen) 208
11.2.2.2.1. Boekhoudkundige aspecten 208
11.2.2.2.2. Fiscale gevolgen 209
11.2.2.3. Kosteloze verkrijging (van opstallen) 211
11.2.2.4. Groenestroom- en warmtekrachtcertificaten 214
11.2.2.5. Verkrijging tegen te hoge waarde (de overprijs) 214
11.2.2.6. Opsplitsing grond / gebouw 216
11.2.2.7. Activa met identieke technische of juridische kenmerken 218
11.2.2.8. Xxxxxxx voorraad 218
11.2.2.9. Vreemde valuta 219
11.2.2.10. Onroerende zakelijke rechten 220
11.2.2.10.1. Gemeenrechtelijke aspecten 220
11.2.2.10.2. Waardering 223
11.2.2.10.3. Boekhoudkundige en fiscale aspecten 226
11.2.2.10.4. Beëindiging van een zakelijk recht 241
11.2.2.11. Aanschaffing tegen lijfrente 244
11.2.3. Waarde in het economisch verkeer 245
11.3. Belastbare waardeverminderingen 247
11.3.1. Principe 247
11.3.2. Toepassingen 250
11.3.2.1. Waardeverminderingen op materiële vaste activa 250
11.3.2.1.1. Algemeen 250
11.3.2.1.2. Vervuilde terreinen 250
11.3.2.1.3. Aankoopkosten (grond) 250
11.3.2.2. Waardeverminderingen op financiële vaste activa en andere
geldbeleggingen 256
11.3.2.2.1. Financiële vaste activa 256
11.3.2.2.2. Reconstitutiemeerwaarden 256
11.3.2.2.3. Geldbeleggingen 257
11.3.2.3. Waardeverminderingen op voorraden 258
11.3.2.4. Waardeverminderingen op vorderingen 259
11.4. Overdreven afschrijvingen 259
11.4.1. Principe 259
11.4.2. Fiscale verwerking van de niet aanvaardbare afschrijvingen 263
11.4.2.1. Verworpen uitgave 263
11.4.2.2. Afschrijvingsexcedenten – onzichtbare reserve 264
11.4.2.3. Onderscheid en belang 264
11.4.3. Afschrijvingsystemen 264
11.4.3.1. Lineaire methode 264
11.4.3.2. Degressieve methode 266
11.4.3.3. Andere fiscaal toegelaten methodes 270
11.4.3.4. Andere methodes 271
11.5. Afschrijvingsduur 273
11.5.1. Oprichtingskosten 273
11.5.2. Immateriële vaste activa 273
11.5.3. Materiële vaste activa 283
11.5.3.1. Wettelijke bepalingen 283
11.5.3.2. Administratief standpunt 284
11.5.3.3. Rechtspraak 285
11.5.3.3.1. Onroerende goederen 285
11.5.3.3.2. Installaties, machines en uitrusting 290
11.5.3.3.3. Vakliteratuur 290
11.5.3.3.4. Platencollectie 291
11.5.3.3.5. Meubilair 291
11.5.3.3.6. Rollend materieel 291
11.5.3.4. Bijkomende kosten 294
11.5.4. Begin afschrijvingsduur 294
11.5.4.1. Algemeen 294
11.5.4.2. Proratering van de eerste afschrijvingsannuïteit 296
11.5.5. Einde afschrijvingsduur 296
11.5.6. Motivering bericht van wijziging 298
11.5.7. Aanvullende of uitzonderlijke afschrijvingen en terugname van af-
schrijvingen 299
11.5.8. Taxatie – Aanpassing van de boekhouding – Detaxatie 300
11.5.9. Inhalen van afschrijvingstekorten 304
11.5.10. Toepassingen 306
11.5.10.1. Software – Toepassing artikel 63 WIB 306
11.5.10.2. Toepassing artikel 64 WIB 308
11.5.10.3. Herschatting grondwaarde – Wijziging afschrijvingsper-
centage – Aanpassen boekhouding 309
11.5.10.4. Activa in kosten 312
11.5.10.5. Aankoopkosten personenwagen – Toepassing artikel 65 WIB 313
11.6. Andere onderschattingen van activa en overschattingen van passiva 318
11.6.1. Financiële vaste activa 318
11.6.2. Vorderingen op meer dan één jaar 320
11.6.3. Voorraden 323
11.6.3.1. Aanschaffings- of vervaardigingsprijs 323
11.6.3.2. Xxxxxxxxxxx 000
11.6.4. Bestellingen in uitvoering 329
11.6.4.1. Winstuitdrukking volgens de voortschrijding van de werken 329
11.6.4.2. Winstuitdrukking na afwerking van de werken 329
11.6.5. Vorderingen op ten hoogste één jaar 330
11.6.5.1. Algemeen 330
11.6.5.2. Vorderingen (maandelijks lastenpercentage) 330
11.6.5.3. Door te rekenen kosten 330
11.6.5.4. Creditstand klanten 330
11.6.6. Geldbeleggingen en liquide middelen 331
11.6.6.1. Algemeen 331
11.6.6.2. Vastrentende effecten 331
11.6.6.3. Inschrijvingsrechten en warrants 333
11.6.6.4. Opties 334
11.6.6.5. Transactionele vergoeding 335
11.6.7. Overlopende rekeningen van het actief 336
11.6.7.1. Over te dragen kosten 336
11.6.7.2. Toe te rekenen opbrengsten 336
11.6.8. Schulden 337
11.6.8.1. Algemeen 337
11.6.8.2. Niet ingekohierde lokale taksen 338
11.6.8.3. Voorziening voor vakantiegeld 339
11.6.8.4. Waarborg op verpakkingen 340
11.6.8.5. Kwijtschelding van schulden 340
11.6.8.6. Derdenrekening 341
11.6.8.7. Openstaande leveranciers – creditering rekening courant 341
11.6.9. Overlopende rekeningen van het passief 342
12. Aanpassingen in meer van de begintoestand der reserves 347
12.1. Meerwaarden op aandelen (code 006) 347
12.1.1. Bedoelde meerwaarden 347
12.1.2. Reconstitutiemeerwaarden 351
12.1.3. Niet bedoelde meerwaarden 352
12.1.3.1. Uitgedrukte, niet gerealiseerde meerwaarden 352
12.1.3.2. Meerwaarden gerealiseerd in het kader van een belasting-
vrije reorganisatie 352
12.1.3.2.1. Verrichtingen tot en met 11 januari 2009 352
12.1.3.2.2. Verrichtingen vanaf 12 januari 2009 354
12.1.3.3. Meerwaarden vastgesteld naar aanleiding van de lening van
aandelen 356
12.1.3.4. Meerwaarden gerealiseerd op aandelen behorende tot de handelsportefeuille 357
12.1.4. Voorwaarden 358
12.1.4.1. Taxatievoorwaarde 358
12.1.4.2. Permanentievoorwaarde 359
12.1.4.3. Kleine vennootschap 362
12.1.5. Bedrag van de meerwaarde 362
12.1.5.1. Verkoopkosten 362
12.1.5.1.1. Tot en met aanslagjaar 2006 362
12.1.5.1.2. Vanaf aanslagjaar 2007 363
12.1.5.2. Disconto 364
12.1.5.3. Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 000
12.2. Definitieve vrijstelling tax shelter erkende audiovisuele werken (Code 008) 366
12.3. Vrijgestelde gewestelijke steunmaatregelen (Code 014) 366
12.3.1. Vrijgestelde bedragen met ingang van aanslagjaar 2007 366
12.3.2. Vrijgestelde bedragen met ingang van aanslagjaar 2008 367
12.3.3. Boekhoudkundige verwerking 368
12.4. Definitieve vrijstelling winst voortvloeiend uit de homologatie van een reorga- nisatieplan en uit de vaststelling van een minnelijk akkoord (code 019) 370
12.5. Andere (Code 007) 372
12.5.1. Formele kapitaalvermindering 372
12.5.2. Terugbetaling van belastingen 372
12.5.3. Meerwaarde personenwagens 373
12.5.4. Neerwaartse correctie (artikel 185, §2 WIB) 374
13. Aanpassingen in min van de begintoestand der reserves 375
RESERVES –
VRIJGESTELDE GERESERVEERDE WINST 377
1. Waardeverminderingen op handelsvorderingen 378
1.1. Voorwaarden voor belastingvrijstelling 378
1.1.1. Materiële voorwaarden 378
1.1.2. Formele voorwaarden 383
1.2. Latere bestemming van de geboekte waardeverminderingen op vorderingen 385
1.3. Definitieve verliezen op vorderingen 385
1.3.1. Fiscale kwalificatie 385
1.3.2. Bewijs 386
1.3.2.1. Faillissement 387
1.3.2.2. Andere 389
1.4. Uitbreidingen 392
1.4.1. Btw 392
1.4.2. Wet betreffende de continuïteit van ondernemingen en faillissementwet 393
1.4.2.1. WCO 394
1.4.2.1.1. Juridische analyse 394
1.4.2.1.2. Fiscale relevantie 395
1.4.2.2. Het faillissement 397
1.4.2.2.1. Juridische analyse 397
1.4.2.2.2. Fiscale relevantie 398
1.5. Voorbeeld 399
1.5.1. Gegevens 399
1.5.2. Boekhoudkundige verwerking 399
1.5.3. Fiscale verwerking 400
1.5.3.1. Vennootschapsbelasting 400
1.5.3.1.1. Aangifte vennootschapsbelasting 400
1.5.3.1.2. Formulier 204.3 401
1.5.3.2. Btw 401
2. Voorzieningen voor risico’s en kosten 402
2.1. Voorwaarden 402
2.1.1. Materiële voorwaarden 402
2.1.2. Formele voorwaarden 404
2.2. Casuïstiek 406
2.2.1. Aansprakelijkheid 406
2.2.1.1. Professionele aansprakelijkheid 406
2.2.1.1.1. Algemeen 406
2.2.1.1.2. Tienjarige aansprakelijkheid van architecten en aannemers 406
2.2.1.2. Productaansprakelijkheid 406
2.2.1.2.1. Algemeen 406
2.2.1.2.2. Waarborg en garantieverplichtingen 407
2.2.1.3. Hangende geschillen 408
2.2.2. Personeel – Brugpensioen – Pensioen 409
2.2.2.1. | Ontslag | 409 |
2.2.2.2. | Brugpensioen | 411 |
2.2.2.3. | Pensioenen | 411 |
2.2.2.4. | Overlijdensdekking | 415 |
2.2.3. Andere | 415 | |
2.2.3.1. | Herstelling | 415 |
2.2.3.2. | Verhuiskosten | 416 |
2.2.3.3. | Beurs- en foirekosten | 416 |
2.2.3.4. | Registratierechten (beroepsverkoper) | 416 |
2.2.3.5. | Bodemsanering | 417 |
2.2.3.6. | Termijncontracten | 418 |
2.2.3.7. | Interesten | 418 |
2.2.3.8. | Bonus personeel | 419 |
2.2.3.9. | Verhuurgarantie | 419 |
2.2.3.10. Recupelbijdrage 419
2.2.3.11. Kalversterfte 420
2.2.3.12. Storten van afval 420
2.3. Latere bestemming van de geboekte voorzieningen voor risico’s en kosten 421
2.4. Overwaardering van passiva 425
3. Uitgedrukte maar niet verwezenlijkte meerwaarden 427
4. Verwezenlijkte meerwaarden 428
4.1. Gespreid te belasten verwezenlijkte meerwaarden 428
4.1.1. Meerwaarden op bepaalde effecten 428
4.1.2. Meerwaarden op materiële en immateriële vaste activa 429
4.1.2.1. Xxxxxxxxxxx 000
4.1.2.1.1. Gedwongen meerwaarden 429
4.1.2.1.2. Vrijwillig verwezenlijkte meerwaarden 431
4.1.2.1.3. Sale and lease back 434
4.1.2.2. Aard van de activa 437
4.1.2.3. Bedrag van de meerwaarde 440
4.1.2.4. De herbelegging 441
4.1.2.5. De herbeleggingstermijn 444
4.1.2.6. Gespreide belasting 447
4.1.2.7. Formaliteiten 448
4.1.2.8. Boekhoudkundige verwerking 449
4.1.2.9. Toepassing 451
4.1.2.9.1. Gegevens 451
4.1.2.9.2. Berekening van de meerwaarde 451
4.1.2.9.3. Journaalposten boekjaar 31/12/N10 451
4.1.2.9.4. Berekening van de terug te nemen gespreid te belasten
meerwaarde 452
4.1.2.9.5. Boeking terugname 453
4.1.2.9.6. Verwerking in aangifte vennootschapsbelasting 454
4.1.2.10. Evaluatie 455
4.2. Andere verwezenlijkte meerwaarden 455
4.2.1. Het monetaire gedeelte van verwezenlijkte meerwaarden 455
4.2.2. Meerwaarde op aandelen verkregen of vastgesteld naar aanleiding van
een fusie, splitsing of omzetting van vennootschappen 456
4.2.3. Meerwaarde bij inbreng van een bedrijfsafdeling of van een algemeen-
heid van goederen 456
4.2.4. Meerwaarden (oud stelsel) 457
4.2.4.1. De vóór 1 januari 1990 vastgestelde of verwezenlijkte meer-
waarden 457
4.2.4.1.1. Gedwongen meerwaarden 457
4.2.4.1.2. Niet monetair gedeelte van verwezenlijkte meerwaarden 457
4.2.4.2. Het niet monetaire gedeelte van de tot en met het aanslagjaar
1991 vrijwillig verwezenlijkte meerwaarden op bepaalde aandelen 458
4.2.4.3. Meerwaarden ten gevolge van devaluatie 459
4.3. Meerwaarden op bedrijfsvoertuigen 459
4.3.1. Bedrijfsvoertuigen 459
4.3.2. Gedwongen versus vrijwillig verwezenlijkte meerwaarden 460
4.3.3. Bedrag van de meerwaarde 460
4.3.4. Herbelegging 460
4.3.5. Andere voorwaarden 462
4.4. Meerwaarden binnenschepen 464
4.4.1. Binnenschepen 464
4.4.2. Gedwongen versus vrijwillig verwezenlijkte meerwaarden 464
4.4.3. Bedrag van de meerwaarde 465
4.4.4. Herbelegging 465
4.4.5. Andere voorwaarden 466
4.5. Meerwaarden op zeeschepen 467
5. Investeringsreserve 468
5.1. Bedrag 468
5.2. Beperkingen 469
5.2.1. Absolute beperking 469
5.2.2. Belaste reserves 469
5.2.3. Schema (formulier 275 R) 470
5.2.4. Voorbeeld 470
5.3. Voorwaarden 472
5.3.1. Kleine vennootschap 472
5.3.2. Onaantastbaarheidsvoorwaarde 472
5.3.3. Investeringsverplichting 472
5.3.4. Formele voorwaarde 473
5.3.5. Geen cumul met aftrek voor risicokapitaal 473
6. Tax – Shelter erkende audiovisuele werken 474
6.1. Voorlopige vrijstelling 474
6.1.1. Principe 474
6.1.2. In aanmerking komende investeerder 475
6.1.3. Maximale vrijstelling 476
6.1.4. Voorwaarden 477
6.1.5. Voorbeeld 479
6.2. Definitieve vrijstelling 479
6.3. Rentevergoeding 480
6.4. Kosten, minderwaarden, voorzieningen en afschrijvingen 481
6.5. Boekhoudkundige verwerking 481
7. Winst voortvloeiend uit de homologatie van een reorganisatieplan en uit de vast-
stelling van een minnelijk akkoord 485
8. Andere vrijgestelde bestanddelen 486
8.1. Kosten van collectief vervoer 486
8.1.1. | Gemeenschappelijk woon-werkverkeer | 486 |
8.1.2. | Bedoelde voertuigen | 487 |
8.1.3. | Bedoelde kosten | 487 |
8.1.4. | Meer- en minderwaarden | 488 |
8.1.5. | Onaantastbaarheidsvoorwaarde | 489 |
8.2. Kosten | van beveiliging | 489 |
8.2.1. | Bedoelde vrijstelling | 489 |
8.2.2. | Bedoelde vennootschappen | 489 |
8.2.3. | Onaantastbaarheidsvoorwaarde | 490 |
8.3. Kosten fietsgebruik voor woon-werkverkeer 490
8.4. Personenwagens met een CO2-uitstoot van 0 gram 490
8.5. Kapitaalsubsidies 491
8.6. Vrijstellingen voor specifieke sectoren 492
8.7. Vrijgestelde reserves die thans niet meer aangelegd kunnen worden 493
8.7.1. Voorziening voor sociaal passief 493
8.7.2. Investeringsreserve 494
8.7.3. Fiscaal toegelaten afschrijvingen boven de aanschaffingswaarde 494
8.7.4. Xxxxxxx besteed aan de afkoop van FIV-aandelen 494
8.7.5. Vrijgestelde reserves van innovatievennootschappen 495
VERWORPEN UITGAVEN 497
1. Beroepskosten: algemene voorwaarden 498
1.1. Algemeen 498
1.1.1. Xxxxxxxx 000
1.1.2. Kosten 498
1.1.2.1. Aankoop handelsgoederen, grond- en hulpstoffen 498
1.1.2.2. Winstderving 500
1.1.2.3. Xxxxxxxxxxxxx 000
1.1.2.4. Winstdeelname 503
1.1.2.5. Tantièmes 503
1.1.3. Voorwaarden 503
1.2. Gedaan of gedragen tijdens het belastbaar tijdperk 507
1.2.1. Belastbaar tijdperk 507
1.2.2. Betaald 508
1.2.3. Gedragen 508
1.2.4. Zekere en vaststaande schuld 509
1.2.5. ‘En’ of ‘Of’ 511
1.2.6. Toepassingen 513
1.2.6.1. Vooruitbetaalde kosten 513
1.2.6.2. Bezoldiging bestuurder 515
1.2.7. Status quaestiones 516
1.3. Om belastbare inkomsten te verkrijgen of te behouden 517
1.3.1. Belastbare inkomsten 517
1.3.2. Intentioneel element? 522
1.3.3. Bewijs 524
1.3.4. Toepassingen 525
1.3.4.1. Schadevergoeding 525
1.3.4.2. Gratis ter beschikking stellen van een onroerend goed 530
1.3.4.3. Onroerend goed in nabijheid van het werk 538
1.4. Verantwoording van de echtheid en het bedrag 538
1.5. Kunnen kosten gedeeltelijk verworpen worden? 548
1.5.1. Op basis van artikel 49 WIB? 548
1.5.2. Andere? 551
1.5.2.1. Artikel 53, 10° WIB 551
1.5.2.2. Voordelen 552
2. Verworpen uitgaven 554
2.1. Niet aftrekbare belastingen (Code 029) 554
2.2. Gewestelijke belastingen, heffingen en retributies (code 028) 555
2.3. Geldboeten, verbeurdverklaringen en straffen van alle aard (Code 030) 558
2.3.1. Algemeen 558
2.3.2. Verkeersboeten 558
2.3.3. Btw-boeten 560
2.3.4. Administratieve geldboeten inzake registratierechten 561
2.3.5. Proportionele boete taks op de beursverrichtingen 561
2.3.6. Sociale boetes 562
2.3.7. E.E.G.-boetes wegens kartelvorming 562
2.3.8. Boete eurovignet 563
2.3.9. Belastingverhoging beurstaks 563
2.3.10. Boete of bijdrage laattijdige neerlegging jaarrekening 564
2.3.11. Boete emissierechten – groenestroomcertificaten 564
2.3.12. Enkel strafrechtelijke geldboeten en geldboeten met betrekking tot de
niet aftrekbare inkomstenbelastingen? 564
2.4. Niet aftrekbare pensioenen, kapitalen, werkgeversbijdragen en -premies (Code 031) 565
2.4.1. Het Belgisch pensioenstelsel 565
2.4.1.1. De eerste pijler: het wettelijk pensioen 565
2.4.1.2. De tweede pijler: het bovenwettelijk bedrijfspensioen 565
2.4.1.2.1. De Wet op de aanvullende pensioenen 566
2.4.1.2.2. Technieken 568
2.4.1.3. De derde pijler: het individueel bovenwettelijk pensioen 572
2.4.2. Andere dekkingen 572
2.4.3. Bedoelde kosten 573
2.4.3.1. Aftrekbare kosten 573
2.4.3.1.1. Pensioenen, renten of als zodanig geldende toelagen 573
2.4.3.1.2. Werkgeversbijdragen en -premies 574
2.4.3.1.3. Premies bedrijfsleidersverzekeringen 574
2.4.3.1.4. Premietaksen – Sociale zekerheidsbijdragen 575
2.4.3.1.5. Andere rechtverkrijgenden – collectieve verkoopsverzekering 575
2.4.3.2. Voorwaarden 576
2.4.3.3. Beperkingen 577
2.4.3.3.1. Toezeggingen bij overlijden 577
2.4.3.3.2. Toezeggingen bij pensionering 578
2.4.3.3.3. Toezeggingen bij arbeidsongeschiktheid 595
2.4.3.3.4. Cafetariaplannen en solidariteitstoezeggingen 596
2.4.3.4. Algemene voorwaarden inzake beroepskosten 597
2.4.3.5. Formele verplichtingen 598
2.4.3.6. Toepassing 600
2.5. Niet aftrekbare autokosten en minderwaarden op autovoertuigen (Code 032) 601
2.5.1. Algemeen 601
2.5.2. Bedoelde voertuigen 602
2.5.3. Niet bedoelde voertuigen 604
2.5.4. Aan de aftrekbeperking onderworpen kosten 607
2.5.5. Niet aan de aftrekbeperking onderworpen kosten 607
2.5.6. Aftrekbeperking 608
2.5.6.1. Brandstofkosten 608
2.5.6.2. Andere kosten 608
2.5.6.2.1. Principe 608
2.5.6.2.2. Cijfermatige uitwerking 610
2.5.6.2.3. Praktisch 612
2.5.7. Bijzondere gevallen 613
2.5.7.1. Aan derden terugbetaalde kosten 613
2.5.7.2. Terugbetaling van de kosten woon-werkverkeer 613
2.5.7.3. Aan derden aangerekende verplaatsingskosten en kilometer- vergoedingen. 613
2.5.7.4. Voordeel van alle aard 614
2.5.7.5. Vergoedingen van verzekeringsmaatschappijen 616
2.5.7.6. Demonstratiewagens 616
2.5.7.7. Parking cliënteel en personeel 617
2.5.7.8. Buitenland 618
2.6. Autokosten ten belope van een gedeelte van het voordeel van alle aard (code 022 074)618
2.6.1. Principe 618
2.6.2. Voordeel van alle aard 618
2.6.2.1. Cataloguswaarde 621
2.6.2.2. Vetusteit 622
2.6.2.3. CO2 – percentage 623
2.6.2.4. Minimumvoordeel 623
2.6.2.5. Administratieve verduidelijkingen 624
2.6.2.6. Voorbeeld 625
2.6.3. Niet kosteloze terbeschikkingstelling 626
2.6.4. Bedenking van fiscaaltechnische aard 628
2.7. Niet aftrekbare receptiekosten en kosten voor relatiegeschenken (Code 033) 629
2.7.1. Principe 629
2.7.1.1. Receptiekosten 629
2.7.1.2. Relatiegeschenken 634
2.7.2. Uitzondering op basis van de wet 635
2.7.3. Andere uitzonderingen 635
2.7.3.1. Bepaalde receptiekosten 635
2.7.3.2. Buitenland 636
2.7.3.3. Culturele en sportieve manifestaties 636
2.7.3.4. Sociale voordelen 637
2.8. Niet aftrekbare restaurantkosten (Code 025) 637
2.8.1. Algemeen 637
2.8.2. Uitzondering op basis van de wet 638
2.8.3. Andere uitzonderingen 639
2.8.3.1. Vergoeding voor dienstreizen 639
2.8.3.2. Sociale voordelen 640
2.8.3.3. Opgeheven toleranties 640
2.8.4. Doorgerekende kosten 641
2.9. Kosten voor niet-specifieke beroepskledij (Code 034) 642
2.10. Overdreven interesten (Code 035) 644
2.10.1. Algemeen 644
2.10.2. Overdreven interesten 645
2.10.2.1. Regel 645
2.10.2.2. Uitzondering 649
2.11. Interesten met betrekking tot een gedeelte van bepaalde leningen (Code 036) 650
2.11.1. ‘Thin-cap’-regel 650
2.11.2. Debt/equity-ratio 651
2.11.2.1. Debt 651
2.11.2.1.1. Xxxxxxx aan niet of laag belaste genieters 652
2.11.2.1.2. Xxxxxxx aan groepsvennootschappen 653
2.11.2.1.3. Werkelijke verkrijger 653
2.11.2.2. Equity 654
2.11.2.3. Ratio 655
2.11.3. Verworpen uitgave 655
2.11.3.1. Algemene regel 655
2.11.3.2. Gecentraliseerd thesauriebeheer 655
2.11.4. Uitzonderingen 658
2.11.5. Compatibiliteit met Europees recht 658
2.12. Abnormale of goedgunstige voordelen (Code 037) 659
2.12.1. Materieel toepassingsgebied 659
2.12.1.1. Principe 659
2.12.1.2. Uitzondering 661
2.12.2. Personeel toepassingsgebied 666
2.12.3. Bedrag 667
2.12.4. Xxxxxxxxxxxxxx 000
2.12.5. Enige casuïstiek 670
2.12.5.1. Renteloze leningen 670
2.12.5.2. Afstand van schuldvordering 672
2.12.5.3. Overdracht van activa tegen een te lage waarde 678
2.12.5.4. Aankoop van activa tegen een te hoge waarde 678
2.12.5.5. Vergoeding voor niet bewezen prestaties 679
2.12.5.6. Verrekenprijzen 679
2.12.5.7. Verzaken aan een aankoopoptie 682
2.12.5.8. Schadevergoeding 684
2.12.6. Samenhang met andere wettelijke bepalingen 685
2.12.6.1. Artikel 54 WIB 685
2.12.6.2. Artikel 49 WIB 689
2.12.6.3. Artikel 185, §2 WIB 691
2.12.6.4. Artikel 207 WIB 692
2.13. Sociale voordelen (Code 038) 693
2.13.1. Begrip 693
2.13.2. Principe 694
2.13.3. Aftrekbare sociale voordelen 694
2.13.4. Anciënniteitspremies 696
2.13.5. Huwelijkspremies 698
2.13.6. Verstrekken van sociale maaltijden in een bedrijfsrestaurant 699
2.13.7. Personeelskortingen 699
2.13.8. PC Privé 701
2.13.9. Kinderopvang 701
2.13.10. Hospitalisatieverzekering 702
2.13.11. Terbeschikkingstelling fiets 703
2.14. Maaltijd-, sport-, cultuur- en ecocheques (Code 023) 703
2.14.1. 2.14.1.Vrijgesteld sociaal voordeel 703
2.14.1.1. Maaltijdcheques 704
2.14.1.2. Sport- en cultuurcheques 705
2.14.1.3. Eco-cheques 706
2.14.2. Aftrekbaarheid als beroepskost 707
2.15. Liberaliteiten (Code 039) 707
2.15.1. Algemeen 707
2.15.2. Bijzondere toepassing: bestuurders- en managementvergoedingen 708
2.15.2.1. Algemeen 708
2.15.2.2. Bloemlezing recente rechtspraak 713
2.15.3. Bijzondere gevallen 724
2.15.3.1. Tantièmes 724
2.15.3.2. Cessie – retrocessie 729
2.16. Waardeverminderingen en minderwaarden op aandelen (Code 040) 732
2.16.1. Principe 732
2.16.2. Bedrag van de minderwaarde 736
2.16.3. Uitzondering bij verdeling van het maatschappelijk vermogen 737
2.16.3.1. Gehele verdeling van het maatschappelijk vermogen 737
2.16.3.1.1. Tijdstip 737
2.16.3.1.2. Andere verrichtingen dan ontbinding en faillissement 741
2.16.3.2. Verlies aan gestort kapitaal 742
2.16.3.3. Voorbeeld 742
2.16.3.4. Waardeverminderingen of minderwaarden op eigen aandelen 743
2.16.4. Uitzondering voor aandelen behorende tot de handelsportefeuille 743
2.16.5. Terugname van waardeverminderingen 744
2.17. Terugnemingen van vroegere vrijstellingen (Code 041) 745
2.18. Werknemersparticipatie (Code 043) 745
2.19. Vergoeding ontbrekende coupon (Code 026) 745
2.20. Kosten tax shelter audiovisuele werken (Code 027) 746
2.21. Gewestelijke premies en kapitaal- en interestsubsidies (Code 024) 746
2.22. Niet aftrekbare betalingen naar bepaalde staten (code 054) 747
2.22.1. Aangifteverplichting 747
2.22.1.1. Algemeen 747
2.22.1.2. Verduidelijkingen 748
2.22.1.2.1. Betalingen 748
2.22.1.2.2. Aan te geven bedrag 749
2.22.1.2.3. Belastbaar tijdperk 749
2.22.1.2.4. Rechtstreeks of onrechtstreeks 749
2.22.1.2.5. Aan personen 750
2.22.1.2.6. Gevestigd in 751
2.22.1.2.7. Geviseerde staten 751
2.22.2. Verworpen uitgave 753
2.22.2.1. Algemeen 753
2.22.2.2. Werkelijke en oprechte verrichtingen 753
2.22.2.3. Personen andere dan artificiële constructies 754
2.23. Andere (Code 042) 754
2.23.1. Kosten van jacht, visvangst, pleziervaartuigen en lusthuizen 754
2.23.2. Kosten die op onredelijke wijze de beroepsbehoeften overtreffen 758
2.23.2.1. Principe 758
2.23.2.2. Bloemlezing rechtspraak 758
2.23.2.2.1. In het voordeel van de belastingplichtige 758
2.23.2.2.2. In het nadeel van de belastingplichtige 761
2.23.3. Restorno’s in coöperatieve verbruiksverenigingen 764
2.23.4. De jaarlijkse taks op winstdeelnemingen 764
2.23.5. De bijzondere taks op kasbons 764
2.23.6. De uitzonderlijke taks op de stortingen bestemd voor het langetermijnsparen 765
2.23.7. Niet-verantwoorde kosten 765
2.23.8. Omkoping 765
UITGEKEERDE DIVIDENDEN 767
1. Gewone dividenden (Code 050) 768
1.1. Voordelen van aandelen 768
1.2. Terugbetaling van maatschappelijk kapitaal 770
1.2.1. Algemeen 770
1.2.2. Speciale gevallen 774
1.2.2.1. Reële kapitaalvermindering onmiddellijk gevolgd door een
formele kapitaalverhoging 774
1.2.2.2. Formele kapitaalverhoging onmiddellijk gevolgd door een
reële kapitaalvermindering 775
1.2.3. Behandeling in hoofde van de aandeelhouder onderworpen aan de ven- nootschapsbelasting 777
1.2.4. Terugbetaling geïncorporeerde reserves 778
1.2.4.1. Algemeen 778
1.2.4.2. Voorwaarden verlaagd tarief roerende voorheffing 780
1.2.4.3. Uitkering binnen de onaantastbaarheidsperiode 780
1.3. Terugbetaling van uitgiftepremies en van bedragen waarop ter gelegenheid van
de uitgifte van winstbewijzen is ingeschreven 782
1.4. Liquidatie- en inkoopboni 782
1.5. Geherkwalificeerde interesten 783
1.5.1. Materieel toepassingsgebied 783
1.5.1.1. Voorschotten 784
1.5.1.1.1. Begripsomschrijving 784
1.5.1.1.2. De rekening courant 785
1.5.1.1.3. De openstaande koopprijs 789
1.5.1.1.4. Niet terugbetaalde kapitaalvermindering 796
1.5.1.2. Xxxxxxxxxx 000
1.5.1.3. Begrenzing 796
1.5.2. Personeel toepassingsgebied 797
1.5.3. Temporeel toepassingsgebied 799
1.6. Roerende voorheffing 799
1.6.1. Principe 799
1.6.2. Verlaagd tarief voor KMO’s 800
1.6.2.1. Algemeen 800
1.6.2.2. Specifieke antimisbruikbepalingen 803
1.6.2.3. Latere kapitaalvermindering 804
1.6.3. Verlaagd tarief voor KMO’s (bis) 804
1.6.4. Vrijstellingen 807
1.6.4.1. Vrijstelling voor dividenden toegekend door de dochterven-
nootschap aan de moedervennootschap 807
1.6.4.1.1. Vennootschapsvorm 807
1.6.4.1.2. Minimumparticipatie 808
1.6.4.1.3. Permanentievoorwaarde 808
1.6.4.1.4. Attest 808
1.6.4.1.5. Verlaagde voorhefing 809
1.6.4.2. Vrijstelling of vermindering op basis van internationale verdragen 810
1.6.4.3. Andere vrijstellingen 810
1.6.5. Opeisbaarheid 811
1.7. Belastbaar bedrag 811
1.7.1. Het ‘bruto dividend’, wanneer de roerende voorheffing volledig wordt
ingehouden. 811
1.7.2. Het ‘netto dividend’, wanneer de roerende voorheffing volledig door de
vennootschap wordt gedragen. 812
1.7.3. Het ‘semi–bruto dividend’, wanneer de roerende voorheffing gedeelte-
lijk wordt ingehouden en gedeeltelijk door de vennootschap wordt gedragen. 813
1.7.4. Van roerende voorheffing vrijgestelde dividenden 813
1.7.5. Ten onrechte niet ingehouden roerende voorheffing 813
2. Verkrijging van eigen aandelen (Code 051) 814
2.1. Bedoelde dividenden 814
2.1.1. Algemeen 814
2.1.2. Verkrijging onder de voorwaarden van het vennootschapsrecht 814
2.2. Vennootschapsrechtelijke bepalingen 815
2.2.1. De verkrijging 815
2.2.2. Tijdens het bezit van de eigen aandelen 817
2.2.3. Vervreemding 818
2.3. Boekhoudkundige aspecten 818
2.3.1. Verkrijging 818
2.3.2. Waardevermindering 819
2.3.3. Vervreemding 819
2.4. Vermindering van het fiscaal kapitaal 819
2.5. Roerende voorheffing 820
2.6. Voorbeeld 821
2.6.1. Gegevens 821
2.6.2. Fiscale samenstelling van het kapitaal 821
2.6.3. Inkoop eigen aandelen 822
2.6.4. Kapitaalvermindering 823
3. Overlijden, uittreding of uitsluiting van een vennoot (Code 052) 825
3.1. Bedoelde dividenden 825
3.2. Roerende voorheffing 826
4. Verdeling van maatschappelijk vermogen (Code 053) 827
4.1. Algemeen 827
4.1.1. Vennootschapsrechtelijke regels 827
4.1.2. Fiscale regels 827
4.2. Bedoelde dividenden 828
4.3. Roerende voorheffing 831
4.4. Herkwalificatie 832
4.4.1. Simulatie 832
4.4.2. Antirechtsmisbruikbepaling 833
UITEENZETTING XXX XX XXXXX 000
0. Principe 838
2. Bestanddelen van het resultaat waarop de aftrekbeperking van toepassing is
(Code 075) 839
2.1. Verkregen abnormale of goedgunstige voordelen (Code 070) 839
2.1.1. Principe 839
2.1.1.1. Aftrekverbod op ontvangen abnormale of goedgunstige voordelen 840
2.1.1.2. Ratio legis 840
2.1.1.3. Het gedeelte van het resultaat dat voortkomt van … 840
2.1.1.4. … abnormale of goedgunstige voordelen … 841
2.1.1.5. … vermeld in artikel 79 WIB 845
2.1.2. Geen compensatie met het verlies van het belastbare tijdperk 846
2.1.3. Voordelen verkregen vanuit het buitenland 852
2.1.4. DBI-aftrek 853
2.2. Niet-naleving investeringsverplichting of onaanaantastbaarheids-voorwaarde
voor de investeringsaftrek (code 071) 853
2.3. Autokosten ten belope van een gedeelte van het voordeel van alle aard (code 022 074)853
2.4. Werknemersparticipatie (code 043 072) 853
2.5. Kapitaal- en interestsubsidies in het kader van de steun aan de landbouw (code 076) 853
2.6. Bepaalde meerwaarden op aandelen gerealiseerd door grote vennootschappen 854
2.7. Dividenden geviseerd door de ‘fairness tax’ 854
2.8. Beperking in hoofde van kredietinstellingen en verzekeringsondernemingen 854
2.8.1. Algemeen 854
2.8.2. Werking 855
2.8.2.1. Fase I: berekening bedrag aftrekbeperking 855
2.8.2.2. Fase II: aanrekening van de aftrekbeperking 857
2.8.3. Conformiteit met de Europese Moeder-Dochterrichtlijn ? 859
2.8.4. Discriminatie ? 859
2.8.5. Voorbeeld 859
3. Verdeling volgens oorsprong 861
3.1. Belgisch resultaat versus buitenlands resultaat 861
3.2. Bij verdrag vrijgesteld resultaat 862
3.2.1. Doelstelling van dubbelbelastingverdragen 862
3.2.2. Ondernemingswinst 863
3.2.3. Onroerend inkomen 865
3.3. Vaststelling van het buitenlands resultaat 866
3.3.1. Algemeen 866
3.3.2. Correcties van het nettoboekresultaat 867
3.4. Aanrekening van verliezen 868
3.4.1. Verplichte aanrekeningswijze 868
3.4.1.1. Xxxxxxxxx-doctrine 869
3.4.1.2. Impact van het Europees recht 870
3.4.2. Vermijden van dubbele verliescompensatie (‘recapture’) 872
3.4.3. Invullen van de aangifte 875
4. Niet belastbare bestanddelen (Code 097 096) 877
5. Definitief belaste inkomsten en vrijgestelde roerende inkomsten (Code 099 098) 878
6. Aftrek voor octrooi-inkomsten (Code 102 101) 879
6.1. Inleiding 879
6.2. Personeel toepassingsgebied 880
6.3. Materieel toepassingsgebied 880
6.3.1. Aftrek 880
6.3.2. Octrooien 880
6.3.2.1. Een octrooi 881
6.3.2.2. Ontwikkeling of verbetering in een onderzoekscentrum 886
6.3.3. Octrooi-inkomsten 890
6.3.3.1. Begrip 890
6.3.3.1.1. Vergoedingen voor licenties 890
6.3.3.1.2. Vergoedingen begrepen in verkoopprijs 892
6.3.3.2. Verminderingen 894
6.3.3.3. At arm’s length – correcties 895
6.3.3.4. Meerdere octrooien voor één product 895
6.3.4. Formele voorwaarde 897
6.4. Temporeel toepassingsgebied 897
6.5. BEPS 898
7. Aftrek voor risicokapitaal (Code 104 103) 899
7.1. Personeel toepassingsgebied 899
7.2. Het begrip risicokapitaal 900
7.2.1. Schematische voorstelling 900
7.2.2. De verschillende bestanddelen van het risicokapitaal 900
7.2.2.1. Het eigen vermogen 900
7.2.2.2. Aandelen 902
7.2.2.3. Antimisbruikbepalingen 904
7.2.2.3.1. Op onredelijke wijze de beroepsbehoeften overtreffen 905
7.2.2.3.2. Beleggingen 906
7.2.2.3.3. Onroerende goederen waarover bepaalde bedrijfsleiders
het gebruik hebben 912
7.2.2.4. Herwaarderingsmeerwaarden en kapitaalsubsidies 916
7.2.2.5. Belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling 919
7.2.2.6. Voorraadactualisering erkende diamanthandelaars 920
7.2.3. Tijdstip beoordeling 920
7.2.3.1. Uitgangspunt 920
7.2.3.2. Wijzigingen tijdens het belastbaar tijdperk 920
7.2.3.2.1. Eigen vermogen 921
7.2.3.2.2. Aandelen en activa waarop de antimisbruikbepalingen van toepassing zijn 927
7.3. Het tarief 930
7.3.1. Algemeen 930
7.3.2. Kleine vennootschappen 931
7.3.3. Korte of lange belastbare tijdperken 931
7.4. Aftrek 932
7.4.1. Berekening 932
7.4.2. Techniek 932
7.4.3. Overdracht 933
7.4.3.1. Tot en met aanslagjaar 2012 933
7.4.3.2. Met ingang van aanslagjaar 2013 935
7.5. Vermindering buitenlandse onroerende goederen/vaste inrichting 936
7.6. Voorwaarden 939
7.6.1. Formulier 939
7.6.2. Geen cumul met vrijgestelde investeringsreserve of met investeringsaftrek 940
7.6.2.1. Investeringsreserve 940
7.6.2.2. Investeringsaftrek 940
7.7. Optimalisatie 941
7.7.1. Inbreng buitenlandse activa 941
7.7.2. Inbreng schuldenvorderingen / speciën 941
7.7.3. Gespreide taxatie van meerwaarden 941
7.7.4. Overdracht van de aandelen 942
7.7.5. Aanvalspistes tegen misbruiken? 943
7.8. Inwerkingtreding 950
7.9. Evaluatie 951
7.9.1. Algemeen 951
7.9.2. Is het doel bereikt? 951
7.9.2.1. Aandelen in handen van natuurlijke personen 952
7.9.2.2. Aandelen in handen van een vennootschap 952
7.9.2.3. Andere 953
8. Vorige verliezen (Code 000 000 000) 955
9. Investeringsaftrek (code 107) 956
9.1. In aanmerking komende investeringen 956
9.1.1. Algemeen 956
9.1.2. Materiële en immateriële vaste activa 956
9.1.3. Nieuwe materiële of immateriële vaste activa 957
9.1.4. Belgische inrichtingsvereiste 958
9.1.5. Investeringen van het boekjaar 958
9.2. Uitgesloten investeringen 959
9.2.1. Algemeen 959
9.2.2. Niet uitsluitend voor beroepsdoeleinden 960
9.2.3. Afstaan van het gebruik door middel van leasing, opstal en erfpacht 960
9.2.4. Overdracht van het recht van gebruik anders dan door middel van
leasing, opstal en erfpacht 961
9.2.5. Vaste activa die niet afschrijfbaar zijn of vaste activa waarvan de af-
schrijvingen gespreid zijn over minder dan 3 belastbare tijdperken 967
9.2.6. Xxxxxxxxxxxx’x en auto’s voor dubbel gebruik 969
9.2.7. Bij de aankoopprijs komende kosten en onrechtstreekse productiekosten 970
9.3. Soorten investeringsaftrek 971
9.3.1. De eenmalige investeringsaftrek 971
9.3.1.1. De gewone eenmalige investeringsaftrek 971
9.3.1.2. De verhoogde eenmalige investeringsaftrek 974
9.3.1.2.1. Investeringen in octrooien 974
9.3.1.2.2. Milieuvriendelijke investeringen voor onderzoek en ontwikkeling974
9.3.1.2.3. Energiebesparende investeringen 976
9.3.1.2.4. Rookafzuigsysteem of verluchtingssysteem die wordt geïn-
stalleerd in de rookkamer van een horeca-inrichting 980
9.3.1.2.5. Oplaadstations voor elektrische voertuigen 980
9.3.1.2.6. Digitale vaste activa (vanaf aanslagjaar 2016) 981
9.3.1.3. Verhoogde eenmalige investeringsaftrek voor investeringen
in beveiliging 982
9.3.1.4. Bijzondere eenmalige investeringsaftrek voor materiële vaste activa die uitsluitend bestemd zijn voor het verzekeren van het productieproces van herbruikbare verpakkingen van
dranken en nijverheidsproducten 985
9.3.1.5. Bijzondere eenmalige investeringsaftrek in het kader van de zeescheepvaart 986
9.3.2. De gespreide investeringsaftrek 987
9.3.2.1. De gewone gespreide investeringsaftrek 987
9.3.2.2. Verhoogde gespreide investeringsaftrek voor milieuvriende-
lijke investeringen voor onderzoek en ontwikkeling 987
9.3.2.3. Verhoogde gespreide investeringsaftrek voor vaste activa in productiemiddelen van hoogtechnologische producten (in-
vesteringen aangeschaft of tot stand gebracht vanaf 1 januari
2016) 987
9.4. Overdracht van de investeringsaftrek naar latere aanslagjaren 988
9.5. Overdracht of buitengebruikstelling van de activa 988
9.5.1. Aanvullende aftrek in het kader van de gespreide investeringsaftrek 988
9.5.2. Terugname van de verhoogde eenmalige investeringsaftrek t.a.v. onder-
zoek en ontwikkeling 988
9.6. Verbod van aftrek op bepaalde bestanddelen (artikel 207, tweede lid WIB 92) 989
9.7. Wijziging van de controle 989
9.8. Belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling 990
9.9. Formaliteiten 990
9.9.1. Algemeen 990
9.9.2. Verhoogde eenmalige investeringsaftrek voor octrooien 990
9.9.3. Milieuvriendelijke investeringen voor onderzoek en ontwikkeling 991
9.9.4. Energiebesparende investeringen 992
9.9.5. Investeringen in beveiliging 993
10. Winst uit zeescheepvaart 994
11. Belastbare grondslag 995
AFZONDERLIJKE AANSLAGEN 997
1. Niet verantwoorde kosten en verdoken meerwinsten (code 120) 998
1.1. Belastbare grondslag 998
1.1.1. Niet verantwoorde kosten en voordelen van alle aard 998
1.1.1.1. Kosten bedoeld in artikel 57, 1° WIB 998
1.1.1.1.1. Bedoelde kosten (volgens de belastingadministratie) 998
1.1.1.1.2. Beoordeling 1001
1.1.1.1.3. Beroepsinkomsten in hoofde van de genieter 1003
1.1.1.1.4. Verantwoording 1004
1.1.1.1.5. Administratieve uitzonderingen 1006
1.1.1.2. Kosten bedoeld in artikel 57, 2° WIB 1008
1.1.1.2.1. Bedoelde kosten 1008
1.1.1.2.2. Verantwoording 1009
1.1.1.3. Kosten bedoeld in artikel 57, 3° WIB 1010
1.1.1.3.1. Bedoelde kosten 1010
1.1.1.3.2. Verantwoording 1010
1.1.1.4. Voordelen van alle aard 1011
1.1.1.4.1. Bedoelde voordelen 1011
1.1.1.4.2. Verantwoording 1013
1.1.1.5. Wettelijke uitzonderingen 1014
1.1.1.5.1. Aangegeven door genieter 1014
1.1.1.5.2. Xxxxxxx identificatie van de genieter 1014
1.1.1.6. Andere uitzonderingen 1016
1.1.1.7. Tarief 1017
1.1.1.8. Aftrek kosten 1017
1.1.2. Verdoken meerwinsten 1018
1.1.2.1. Bedoelde meerwinsten 1018
1.1.2.1.1. Algemeen 1018
1.1.2.1.2. Niet aangegeven omzet 1019
1.1.2.1.3. Fictieve kosten 1023
1.1.2.1.4. Niet geboekte betaling van een verkoopfactuur 1025
1.1.2.2. Wettelijk uitzonderingen 1025
1.1.2.3. Tarief 1026
1.1.2.4. Aftrek verdoken meerwinst 1026
1.1.3. Financiële voordelen 1027
1.1.3.1. Bedoelde voordelen 1027
1.1.3.2. Tarief 1027
1.2. Kenmerken 1027
1.3. Aanslagjaar 1028
2. Afzonderlijke aanslagen bijzondere vennootschappen (Codes 123 – 124) 1031
2.1. Kredietverenigingen 1031
2.2. Huisvestingmaatschappijen 1031
3. ‘Fairness’ tax 1032
3.1. Toepassingsgebied 1032
3.1.1. Personeel toepassingsgebied 1032
3.1.2. Materieel toepassingsgebied 1032
3.1.3. Temporeel toepassingsgebied 1033
3.2. Belastbare grondslag 1033
3.2.1. Bruto uitgekeerd dividend 1033
3.2.2. Belastbaar resultaat 1034
3.2.3. Uitgekeerde reserves 1034
3.2.3.1. Hoofdregel 1034
3.2.3.2. Uitzondering (aanslagjaar 2014) 1035
3.2.3.3. Aftrek van vorige verliezen en aftrek voor risicokapitaal 1036
3.2.4. Fiscaal resultaat 1037
3.3. Tarief 1038
3.4. Voorbeelden 1038
3.5. Bijzonderheden 1039
3.5.1. Afzonderlijke aanslag 1039
3.5.2. Voorheffingen en FBB 1040
3.5.3. Voorafbetalingen 1040
3.5.4. Boekhoudkundige verwerking 1040
3.6. Evaluatie 1040
4. Liquidatiereserve 1044
5. Overgangsregeling verlaagde RV (artikel 537 WIB) 1046
6. Interne pensioenprovisie 1047
BIJZONDERE AANSLAGEN MET BETREKKING TOT VERRICHTINGEN 1049
6.1. Gehele of gedeeltelijk verdeling van maatschappelijk vermogen (code 125 – 126) 1050
6.2. Voordelen van alle aard (code 128) 1050
AANVULLENDE HEFFING ERKENDE DIAMANTHANDELAARS
EN TERUBETALING VAN 1051
1. Aanvullende heffing erkende diamanthandelaars 1052
2. Terugbetaling van een gedeelte van het voorheen verleende belastingkrediet voor
onderzoek en ontwikkeling 1053
NIET-BELASTBARE BESTANDDELEN 1055
1. Algemeen 1056
2. Xxxxxxxxxxxx giften 1057
2.1. Xxxxxxxx giften 1057
2.2. Xxxxxxxxxxx 0000
2.3. Fiscaaltechnische verwerking 1061
3. Vrijstelling aanvullend personeel voor bepaalde doeleinden 1062
3.1. Algemeen 1062
3.2. Formaliteiten 1063
3.2.1. Nominatieve opgave 1063
3.2.2. Attesten 1063
4. Vrijstelling bijkomend personeel KMO 1065
4.1. Vrijstellingsvoorwaarden 1065
4.1.1. Minder dan 11 werknemers 1065
4.1.2. Bijkomende tewerkstelling in België 1066
4.1.3. Per in België bijkomende personeelseenheid met laag loon 1066
4.1.4. Berekening van het gemiddeld personeelsbestand 1066
4.1.4.1. Principe 1066
4.1.4.2. Niet in aanmerking komende personen 1067
4.1.4.3. Berekening van de gepresteerde arbeidsdagen per personeelslid 1068
4.1.4.4. Berekening van het gemiddeld dag- of uurloon 1069
4.1.4.5. Gepresteerde arbeidsdagen van personeelsleden met een laag
loon 1070
4.1.4.6. Berekening van het gemiddeld personeelsbestand 1070
4.1.5. Berekening van het aantal personeelseenheden waarvoor de vrijstelling
kan bekomen worden 1072
4.1.5.1. Algemeen 1072
4.1.5.2. Totale personeelsaangroei 1072
4.1.5.3. Aangroei van de personeelsleden met een laag loon 1072
4.1.5.4. Nieuwe ondernemingen 1072
4.1.5.5. Berekening van het aantal personeelseenheden waarvoor
vrijstelling kan bekomen worden 1073
4.2. Bedrag en duur van de vrijstelling 1073
4.3. Aanrekening van de vrijstelling 1073
4.4. Behoud van de vrijstelling – Vermindering van het personeelsbestand 1074
4.5. Bijzondere gevallen 1075
4.5.1. Helpende gezinsleden van zelfstandigen 1075
4.5.2. Erkende leerlingen 1075
4.5.3. Overname van het personeel van ondernemingen in faling 1075
4.5.4. Belastingvrije verrichtingen als bedoeld in de art. 46 en 211 WIB 1076
4.5.5. Uitzendkrachten 1076
4.6. Formaliteiten 1076
5. Vrijstelling voor tewerkstelling van stagiairs 1077
6. Vrijstelling voor sociaal passief ingevolge het eenheidsstatuut (artikel 67quater
WIB92) 1078
6.1. Algemeen 1078
6.2. Het loonplafond 1079
6.3. De andere uitvoeringsmodaliteiten 1080
7. Andere niet-belastbare bestanddelen 1081
7.1. Meerwaarden op ongebouwde onroerende goederen verwezenlijkt door ven- nootschappen van huisvesting 1081
7.2. Meerwaarden op bepaalde openbare effecten 1081
7.2.1. Algemeen 1081
7.2.2. Bedoelde meerwaarden 1082
7.2.3. Herbelegging 1082
7.2.4. Gespreide taxatie 1082
7.2.5. 7.5.2. Formaliteiten 1083
DEFINITIEF BELASTE INKOMSTEN EN VRIJGESTELDE ROERENDE
INKOMSTEN 1085
1. Inleiding 1086
2. Voor de DBI-aftrek in aanmerking komende inkomsten 1091
2.1. Dividenden sub artikel 202, §1, 1° WIB 1091
2.1.1. Bedoelde inkomsten 1091
2.1.1.1. Algemeen 1091
2.1.1.2. Bijzonderheden 1091
2.1.2. Voor DBI-aftrek in aanmerking komend bedrag 1095
2.2. Dividenden sub artikel 202, §1, 2° WIB 1095
2.2.1. Xxxxxxxx inkomsten 1095
2.2.1.1. Uitgekeerd dividend in hoofde van de vennootschap waarvan het vermogen geheel of gedeeltelijk wordt verdeeld, of welke
haar eigen aandelen verkrijgt 1095
2.2.1.2. In hoofde van de aandeelhouder 1096
2.2.2. Voor DBI-aftrek in aanmerking komend bedrag 1097
2.2.3. Specifieke problemen 1100
2.2.3.1. Trapsgewijze verdeling van het vermogen 1100
2.2.3.2. Verkrijging van eigen aandelen onder de voorwaarden van
het Wetboek van vennootschappen 1103
2.2.3.2.1. Toepassing van de DBI-aftrek 1103
2.2.3.2.2. Roerende voorhefing 1104
2.3. Verdoken winstuitkeringen 1106
3. Voorwaarden 1107
3.1. Permanentievoorwaarde 1107
3.1.1. Principe 1107
3.1.2. Omruiling of vervreemding van aandelen in het kader van belastingvrije verrichtingen 1108
3.1.3. Uitzonderingen 1108
3.2. Participatievoorwaarde (kwantitatieve voorwaarde) 1113
3.2.1. Principe 1113
3.2.2. Grondwettelijk gelijkheidsbeginsel 1115
3.2.3. Uitzonderingen 1115
3.3. Taxatievoorwaarde 1116
3.3.1. Uitsluiting 1 1118
3.3.2. Uitsluiting 2 1129
3.3.2.1. Financieringsvennootschap 1129
3.3.2.2. Thesaurievennootschap 1132
3.3.2.3. Beleggingsvennootschap 1132
3.3.3. Uitsluiting 3 1135
3.3.4. Uitsluiting 4 1137
3.3.5. Uitsluiting 5 1141
3.4. Zakelijke zekerheidsovereenkomsten of aandelenleningen 1146
3.5. Ruling 1146
4. Beperking van de aftrek 1147
4.1. Verworpen uitgaven 1147
4.2. Algemene aftrekbeperking ex artikel 207, tweede lid, WIB 1150
5. Volgorde van de aftrek 1153
6. Vrijgestelde roerende inkomsten 1154
6.1. Xxxxxxxx inkomsten 1154
6.2. Aftrekbaar bedrag 1154
7. Overdracht van DBI-Overschotten 1155
7.1. De rechtspraak van het Europees Hof van Justitie en de administratieve imple-
mentatie 1155
7.1.1. Rechtspraak van het Europees Hof van Justitie 1155
7.1.2. Administratieve implementatie 1157
7.1.2.1. Algemeen 1157
7.1.2.2. Dividenden die in aanmerking komen 1162
7.1.2.2.1. Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx xxx xxxxxxxxx xxx xx XX 0000
7.1.2.2.2. Belgische dochterondernemingen 1162
7.1.2.2.3. Dochterondernemingen van lidstaten van de Europese
Economische Ruimte 1163
7.1.2.2.4. Overeenkomsten tot het vermijden van dubbele belasting 1163
7.1.2.3. Dividenden die niet in aanmerking komen 1166
7.2. Wettelijke bepaling 0000
XXXXXXXXXX DBI-AFTREK 0000
XXXXXXXXXX AFTREK RISICOKAPITAAL 1171
COMPENSEERBARE VERLIEZEN 1173
1. Principes 1174
1.1. Carry-forward: onbeperkt in bedrag en in tijd 1174
1.2. Xxxxxxxxxxxx met buitenlandse inrichtingen 1174
1.2.1. Hoofdregel 1174
1.2.2. Hulpregel: aanrekening van vorige verliezen op winsten van andere
oorsprong 1175
1.3. Bewijs van de vorige verliezen 1175
1.4. Belastingplichtige die de vorige verliezen mag aftrekken – Identiteitsvereiste 1177
2. Wijziging van controle 1179
2.1. Principe 1179
2.2. Begrip ‘controle’ 1180
2.3. Bewijslast 1181
2.4. Rechtmatige behoeften van financiële of economische aard 1181
2.4.1. Algemeen 1181
2.4.2. Ruling 1189
3. Belastingvrije verrichtingen 1191
3.1. Algemeen 1191
3.2. Aftrekbeperking 1192
3.3. Overdrachtsregeling 1193
3.4. Fiscale nettowaarde 1194
4. Aftrekverbod artikel 207, tweede lid, WIB 1197
5. Beroepsverliezen geleden in fiscaal transparante entiteiten 1198
XXXXXX VAN DE BELASTING 1199
1. Gewoon tarief 1200
1.1. Vennootschappen met een belastbaar resultaat van niet meer dan € 322.500 1200
1.1.1. Principe 1200
1.1.2. Xxxxxxxxxxxxxx 0000
1.1.2.1. Financiële vennootschappen 1201
1.1.2.2. Aandelen van de vennootschap in het bezit van andere ven- nootschappen 1202
1.1.2.3. Dividend hoger dan 13% van het gestort kapitaal 1203
1.1.2.3.1. Gestort kapitaal 1203
1.1.2.3.2. Dividend 1203
1.1.2.4. Wedde bedrijfsleider kleiner dan € 36.000 1204
1.1.2.4.1. Regel 1204
1.1.2.4.2. Bezoldiging 1204
1.1.2.4.3. Belastbaar tijdperk 1206
1.1.2.4.4. Bedrijfsleider 1206
1.1.2.5. Uitgesloten op basis van een specifieke wetgeving 1207
1.2. Vennootschap met een belastbaar resultaat van meer dan € 322.500 1207
1.3. Aangifte 1207
2. Bijzondere tarieven 1209
2.1. Meerwaarden op aandelen belastbaar tegen 25% (Code 1465) 1209
2.2. Vastgoed-Bevak en Privak (Code 1470) 1210
2.3. Meerwaarden op aandelen belastbaar tegen 0,40% (Code 1424) 1211
2.4. Steun aan de landbouw (Code 1481) 1212
3. Bijzondere vennootschappen 1213
3.1. Belgische dienst voor bedrijfsleven en landbouw 1213
3.2. Vennootschappen voor huisvesting 1213
4. Crisisbelasting 1214
VOORAFBETALINGEN 1215
1. Algemeen 1216
2. Uitzondering 1217
3. Berekening van de vermeerdering 1218
3.1. Grondslag 1218
3.2. Globale vermeerdering 1218
3.3. Voordelen wegens gedane voorafbetalingen 1218
3.4. Effectieve vermeerdering 1219
4. Bijzondere gevallen 1220
4.1. Vaststelling van het aantal kwartalen 1220
4.2. Boekjaar van minder dan 12 maanden 1220
4.3. Boekjaar van meer dan 12 maanden 1220
4.4. Voordeel wegens gedane voorafbetalingen 1221
5. Praktisch 1222
VERREKENBARE VOORHEFFINGEN 1225
1. Niet terugbetaalbare voorheffingen 1226
1.1. Fictieve roerende voorheffing (F.R.V.) 1226
1.2. Het forfaitair deel van de buitenlandse belasting (F.B.B.) 1227
1.2.1. Bedoelde inkomsten 1227
1.2.1.1. Xxxx van de inkomsten 1227
1.2.1.2. Taxatievoorwaarde 1227
1.2.1.3. Xxxxxxxxxxxxxxxxx 0000
1.2.1.4. Antichanneling-bepaling 1229
1.2.1.5. Inkomsten van financiële instrumenten 1229
1.2.2. Bedrag van het F.B.B. 1229
1.2.2.1. Xxxxxxx’x en diverse inkomsten van roerende aard 1229
1.2.2.2. Interesten 1230
1.2.2.3. Invloed van de dubbelbelastingverdragen 1231
1.2.3. Formaliteiten en aangifte 1232
1.2.4. Verworpen uitgave 1233
1.2.5. 1.2.5. Simulatie? 1234
1.3. Het belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling 1235
1.3.1. Toepassingsgebied 1235
1.3.2. Berekening 1235
1.3.3. Verrekening 1236
1.3.3.1. Algemeen 1236
1.3.3.2. Verwerking in boekhouding en fiscale aangifte 1237
1.3.3.3. Controlewijziging 1238
1.3.3.4. Belastingvrij reorganisatie 1238
2. Terugbetaalbare voorheffingen 1239
2.1. Roerende voorheffing op aandelen 1239
2.1.1. Principe 1239
2.1.2. Xxxxxxxxxxx 0000
2.1.2.1. Volle eigendom 1239
2.1.2.2. Geen waardevermindering 1239
2.1.2.3. Opname in belastbare basis 1240
2.1.2.4. Aangifte 1241
2.2. Inkomsten van roerende aard, andere dan dividenden 1241
2.2.1. Principe 1241
2.2.2. Aangifte 1243
3. Schematische voorstelling 1244
3.1. Algemeen 1244
3.2. Bijzonderheden 1244
3.2.1. Saldo minder dan € 2,50 1244
3.2.2. Betalingstermijn 1244
TAX SHELTER 1245
GROOTTE VAN DE VENNOOTSCHAP 1247
1. Algemeen 1248
2. Kleine vennootschap 1250
2.1. Criteria 1250
2.2. Bijzonderheden 1251
2.2.1. Eerste boekjaar 1251
2.2.2. Korte of lange boekjaren 1251
2.2.3. Verduidelijking criteria 1251
2.2.4. Geconsolideerde cijfers 1253
2.2.4.1. Verbonden ondernemingen 1253
2.2.4.1.1. Controlebevoegdheid 1253
2.2.4.1.2. Consortium 1260
2.2.4.2. Omtrent de consolidatie 1261
2.3. Boekjaren die aanvangen na 31 december 2015 1262
2.3.1. Criteria 1262
2.3.2. Overgangsregel 1262
2.3.3. Korte of lange boekjaren 1263
2.3.4. Verduidelijking criteria 1263
2.3.5. Geconsolideerde cijfers 1264
2.3.6. Wijziging criteria 1265
2.3.7. Micro-vennootschappen 1265
3. De bewijslast 1266
3.1. Algemeen 1266
3.2. Toepassing in concreto 1266
4. Kritische beschouwingen 1269
4.1. Omtrent de verwijzing 1269
4.2. Omtrent de temporele werking 1270
4.2.1. Aanslagjaar versus boekjaar 1270
4.2.2. Compatibiliteit met de aanslagprocedure 1271
4.3. Omtrent de grondwettelijkheid 1272
4.3.1. Het legaliteitsbeginsel 1272
4.3.2. Het gelijkheidsbeginsel 1273