VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN
VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN
OPDRACHTGEVER: GEMEENTEBESTUUR STAD ANTWERPEN
Leveren en aanbrengen van duurzame wegmarkeringen
Inhoudsopgave
Aanpassingen en / of aanvullingen
1. Organisatie en V & G
1.1. Beschrijving van het project
1.1.1. Korte beschrijving van het project
1.1.2. Adres van de bouwplaats
1.1.3. Aard van de werken, van het ontwerp tot verwezenlijking
1.1.4. Aanvang van de werken
1.1.5. Duur van de werken
1.1.6. Aantal tewerkgesteld personeel
1.2. Administratieve gegevens
1.2.1. Opdrachtgever - Bouwheer
1.2.2. Bouwdirectie belast met het ontwerp
1.2.3. Bouwdirectie(s) belast met de uitvoering – hoofdaannemer(s)
1.2.4. Bouwdirectie(s) belast met de uitvoering – onderaannemer(s)
1.2.5. Bouwdirectie belast met de technische controle - keuringsorganisme
1.2.6. Bouwdirectie belast met het toezicht op de uitvoering van de werken
1.2.7. Veiligheidscoˆrdinatie
1.2.7.1. Veiligheidscoˆrdinatie ontwerp
1.2.7.2. Veiligheidscoˆrdinatie verwezenlijking
1.2.8. Dienst Preventie en Bescherming van de aannemers
1.2.9. Arbeidsongevallenverzekeraars van de aannemers
1.2.10. Ministerie van Arbeid en Tewerkstelling
1.2.10.1. Technische Inspectie
1.2.10.2. Medische Inspectie
1.2.11. N.A.V.B.
1.2.12. Andere belangrijke telefoonnummers
1.3. Bouwplaatsreglement
1.3.1. Algemeen bouwplaatsreglement
1.4. Verplichting om veiligheidsvoorschriften na te leven
1.5. Wettelijke keuringen en oplevering van de arbeidsmiddelen en PBM's
1.6. Arbeidsongevallen
1.6.1. Procedure bij een ernstig ongeval
1.6.2. Formulieren
1.6.3. Noodoproepen
1.6.3.1. Nuttige telefoonnummers
1.6.3.2. Noodoproepnummers
2. Door de aannemer te leveren documenten
2.1. Documenten te voegen bij het aanbestedingsdossier
2.1.1. Intentieverklaring
2.1.2. Organisatorisch actieplan V & G
2.1.3. Prijsopgave veiligheidsmaatregelen en verantwoording
2.2. Voorafgaande kennisgeving
2.2.1. Criteria
2.2.2. Procedure
2.3. Documenten te leveren voor de aanvang van de werken
2.3.1. Specifieke veiligheids- en gezondheidsplan
2.3.2. Planningsdocumenten
2.3.3. Werfinstallatieplan
2.3.3.1. Inplanting en inrichting van de lokalen
2.3.3.2. Opslag van gevaarlijke producten
2.3.3.3. Opslag van materialen
2.3.3.4. Afvalverwijdering en milieuvoorschriften
2.3.3.5. Elektrische installaties
2.3.3.6. Ingedeelde inrichtingen
2.4. Documenten af te leveren tijdens de uitvoering van de werken
2.4.1. Keuringen en attesten
2.4.2. Technische fiches
3. Algemene risico-analyse
4. Specifieke risico-analyse volgens de Kinney methode BIJLAGEN
Bijlage 1: Bouwplaatsreglement
Bijlage 2: Lijst van de onderaannemers en hun intentieverklaringen Bijlage 3: Intentieverklaring van de hoofdaannemer
Bijlage 4: Toolboxmeeting
Bijlage 5: Algemene risico-analyse
1. Algemeen
2. Veiligheids- en risico'sschema's
3. Aanvulling van V&G-plan door aannemer Bijlage 6: Vuur – en werkvergunning
Bijlage 7: Verplichting betreffende melden van werkzaamheden Bijlage 8: Formulieren
Formulier 1: Ongevalleninstructieblad
Formulier 2: Ongevalleninlichtingenblad
Formulier 3: Noodoproepnummers Formulier 4: Meldingsformulier NAVB
1. Organisatie V & G
1.1. Beschrijving van het project
1.1.1. Korte beschrijving van het project:
De werken omvatten in hoofdzaak:
Hoofdstuk 1: Wegmarkeringen De markeringsproducten zijn:
- verfmarkeringen;
- thermoplastische producten;
- voorgevormde markeringen;
- reliëfmarkeringen;
- koudplastische producten.
Het werk dat het aanbrengen der markeringen voorafgaat, d.w.z.:
- het vooraf plaatsen, indien noodzakelijk, van tijdelijke parkeerverboden;
- het plaatsen van alle werfsignalisatie ter aanduiding van de bouwplaats en ter beveiliging en geleiding van het wegverkeer, omleidingstrajecten, e.a.;
- het grondig reinigen, manueel of met een mechanische borstelwagen van de te markeren oppervlakken van alle vuil, stof en losse deeltjes en eventuele begroeiing, de onmiddellijke verwijdering van alle afval inbegrepen;
- eventueel voorafgaandelijk behandelen van de ondergrond om een goede hechting te verzekeren zoals reinigen van de ondergrond met ontvettende middelen, opvoegen van in rijen gelegde keien met gemodificeerde voegmortel, aanbrengen van een primer, enz..
Alle werken en leveringen nodig voor:
- het verwijderen, zonder beschadiging van de verharding, van sommige doorlopende en niet-doorlopende overlangse markeringen, pijlen en arceringen, STOP-, bushalte- en dwarsmarkeringen, zebrapaden, parkeerplaatsen voor personen met een handicap, taxistandplaatsen, voorgevormde markeringen, tijdelijke en/ of oude markeringen, enz. door middel van zandstralen met onmiddellijke afzuiging of met toevoeging van water (de onmiddellijke verwijdering naar een vergunde stortplaats van alle afval inbegrepen);
- het voorafgaandelijk traceren van nieuwe markeringen;
- het aanbrengen van overlangse markeringen in doorlopende en niet-doorlopende strepen met verschillende breedtes;
- het markeren van al dan niet doorlopende randmarkeringen, arceringen, pijlen, dwarsmarkeringen, driehoeken, opschriften, symbolen, enz;
- het markeren van zebrazones;
- het leveren en aanbrengen van voorgevormde markeringen, zoals
o pictogrammen voor een mindervalidenparkeerplaats in bestaande parkeervakken
o pictogrammen voor een taxistandplaats in bestaande parkeervakken
o haaientanden
o ondersteuning van snelheidsbeperkingen (C43)
o ondersteuning van verkeersdriehoeken (bijvoorbeeld A23)
Al deze symbolen kunnen zowel enkel in wit en/of in kleur besteld worden. De kleuren worden opgegeven bij bestelling;
- het leveren, aanbrengen en eventueel nadien verwijderen van tijdelijke markeringen;
- het leveren en aanbrengen van gekleurde koudplastische markeringen (2 mm), bvb. fietspaden, fietssuggestiestroken, enz. De aannemer gebruikt de RAL- kleuren zoals voorzien in Hoofdstuk III ñ 90.3.1 van dit bestek. Een meerprijs voor opvoegen van keien wordt in de meetstaat voorzien.
- het markeren van parkeerplaatsen voor personen met een handicap door middel van:
o ofwel een voorgevormd thermoplastisch wit pictogram in een blauw veld in koudplast. Omrandingen naar keuze in thermoplast of koudplast);
o ofwel een pictogram in een blauw veld van + 1 x 1,20 m in voorgevormd thermoplast, met witte omranding van het volledig vak in thermoplast;
o ofwel enkel een pictogram met witte omranding van het volledig vak in wegenverf. De afmetingen van het pictogram zijn ongeveer 1 x 1 m.
Voor grotere oppervlakten wordt gebruikt gemaakt van de posten voor koud- en thermoplastische en voorgevormde markeringen;
Er worden supplementen voorzien voor het opvoegen met gemodificeerd voegmortel van in rijen gelegde keien van:
o het gehele parkeervak, + extra marge van max. 10 cm in alle richtingen;
o enkel het oppervlak van het pictogram, + extra marge van 10 cm in alle richtingen;
Het bestuur gaat ervan uit dat de aannemer blauw, rood en grijs kan leveren voor eenzelfde eenheidsprijs. De aannemer gebruikt hiervoor de RAL-kleuren zoals voorzien in
Hoofdstuk III - 90.3.1 van dit bestek.
Ook geeft de aannemer andere beschikbare RAL-kleuren op. Mogelijke prijsconsequenties (meer- of minprijzen) t.o.v. de blauwe, rode en grijze kleur dienen bij zijn opgave van deze andere RAL-kleuren percentueel uitgedrukt t.o.v. de prijs voor deze 3 kleuren.
het aanbrengen van bovenstaande parkeerplaatsen zal telkens worden besteld met een minimum van 10 plaatsen. In de meetstaat wordt een meerprijs voorzien voor het aanbrengen van minder dan 10 plaatsen;
- het onderbroken schilderen in wegenverf van lineaire elementen met gele verf, ter aanduiding van een zone met parkeerverbod;
- het leggen in koudplast van gekleurde stroken in verschillende kleuren, bv. fietspaden in rode of fietssuggestiestroken in grijze verf. De RAL-kleur zal bij de bestelling worden opgegeven. Een meerprijs voor het eventuele opvoegen van keien wordt in de meetstaat voorzien;
- het nabestrooien met glasparels of een mengsel van glasparels en een stroefmakend middel van het markeringsproduct in al dan niet voorgevormde thermoplast en koudplast tijdens de nog vloeibare fase na het aanbrengen;
- alle schikkingen, noodzakelijk voor het beschermen van de nog niet overrijdbare markeringen;
- het onderhoud van de werken gedurende de waarborgperiode;
- proeven voor nazicht en oplevering;
- alle nodige prestaties om te voldoen aan de contractuele verplichtingen gedurende de waarborgperiode.
Hoofdstuk 2 : Werfsignalisatie voor wegmarkeringen.
De werfsignalisatie voldoet aan de bepalingen van hoofdstuk X-3 van het standaardbestek 250 versie 2.1 en zijn wijzigingen en het MB van 7.5.99 (BS van 21.5.99)
De kosten voor de signalisatie, inbegrepen het ter beschikking stellen en plaatsen van parkeerverboden voor het parkeervrij maken van de te markeren zones dienen verwerkt in de offerte van de markeringswerken.
Hoofdstuk 3: Onvoorziene werken voor wegmarkeringen.
Ter beschikking stellen van personeel, handgereedschap en materieel voor de uitvoering van alle onvoorziene werken. Deze werken worden door de aanbestedende overheid beschouwd als onvoorzien en dringend, en kunnen in die zin ook gemotiveerd worden. Voor deze werken wordt een geschreven dienstbevel bezorgd. De werken moeten uitgevoerd worden binnen de 24 uren nadat het dienstbevel werd bezorgd, tenzij de plaatselijke weersomstandigheden dit onmogelijk maken.
Voor alle volgens dienstbevel uit te voeren werken buiten de normale werktijden mag de aannemer een uurloonvergoeding aanrekenen voor alle personeelsleden + 1 voor de periode waarin de werken buiten de normale uren hebben plaatsgehad.
Als normale werkuren dient de periode tussen 07.00 u en 19.00 u. verstaan te worden. Het komt veelvuldig voor dat de wegmarkeringen enkel tussen 09.00 u en 16.00 u uitgevoerd kunnen worden. De aannemer kan voor eventuele verliestijden geen aanspraak maken op een vergoeding.
Hoofdstuk 4: Verwijderen van afval van wegmarkeringen.
Alle recycleerbaar en niet-recycleerbaar afval dat afkomstig is van de uitvoering van alle werken wordt verwijderd naar een vergunde verwerkingsinrichting (overslag- en sorteerbedrijf) voor niet-gesorteerd afval en/of een vergunde verwerkingsinrichting voor gevaarlijke bedrijfsafvalstoffen of een vergunde stortplaats categorie 1.
De keuze van de vergunde verwerkingsinrichting is afhankelijk van de samenstelling der afvalstoffen.
De kosten voor deze verwerking dienen inbegrepen te zijn in de diverse eenheidsprijzen van de opmetingsstaat.
De aannemer dient bij zijn inschrijving de vergunde verwerkingsinstellingen of stortplaatsen waarnaar hij de afvalstoffen heen zal voeren, kenbaar te maken.
Hoofdstuk 5: Toezicht en leiding van de werken.
De leveringen en werken waarop dit bestek van toepassing is, worden uitgevoerd voor rekening van de stad Antwerpen, een district of een dochteronderneming van de stad, voor rekening van het Vlaamse Gewest, een pararegionale instelling, een provincie, een andere gemeente of een derde.
Door de termen van het contract ter aanduiding van de verschillende autoriteiten worden dus de corresponderende autoriteiten bedoeld die afhangen van de voornoemde instanties. Zo kan "bestuur" ook een Vlaamse openbare instelling, een provincie, een andere gemeente of een derde betekenen.
De leveringen en werken worden uitgevoerd onder leiding van de stad Antwerpen. Als er werken worden uitgevoerd voor rekening van het Vlaamse gewest, een pararegionale instelling, een provincie, een andere gemeente, een dochteronderneming of een derde zal de stad Antwerpen ook de vorderingsstaat goedkeuren. Deze vorderingsstaat vermeldt dan de bestellende instantie. Na goedkeuring wordt de aannemer gevraagd zijn factuur te zenden aan de bestellende instantie.
1.1.2. Adres van de bouwplaats:
Werffadres: grondgebied van de stad Antwerpen
1.1.3. Aard van de werken, van het ontwerp tot verwezenlijking:
Voor verdere inlichtingen kan men zich wenden tot dhr. / mevr. Tel: Xxxxxxx Xxxxxxxxx
1.1.4. Aanvang van de werken
De datum van de aanvang van de werkzaamheden: 00/00/2008
1.1.5. Duur van de werken:
De werkzaamheden worden gespreid over meerdere maanden. De werken maken het voorwerp uit van ÈÈn opdracht of van meerdere opdrachten die op verschillende data worden uitgevoerd.
1.1.6. Aantal tewerkgesteld personeel:
Vermoedelijk maximum aantal werknemers op de bouwplaats: personen
1.2. Administratieve gegevens:
1.2.1. Opdrachtgever – Xxxxxxxx Xxxxxxxx/Opdrachtgever : Stad Antwerpen –
Adres : Xxxxx Xxxxx 0 0000 Xxxxxxxxx
1.2.2. Bouwdirectie belast met het ontwerp Bouwdirectie belast met het ontwerp:
Xxxxxxx Xxxxxxxxx
Adres : Xxxxxxxxxx 00 0000 Xxxxxxxxx
Telefoon: 03/ 000 00 00 Mobiel :
Fax :
E-mail : Xxxxxxx.xxxxxxxxx@xxxx.xxxxxxxxx.xx Afgevaardigde(n) :
1.2.3. Bouwdirectie(s) belast met de uitvoering – Hoofdaannemer(s) Hoofdaannemer 1 :
Adres :
Telefoon :
Mobiel :
Fax :
E-mail :
Afgevaardigde(n) :
1.2.4. Bouwdirectie(s) belast met de uitvoering – Onderaannemers(s) Onderaannemer 1 :
Adres :
Telefoon :
Mobiel :
Fax :
E-mail :
Afgevaardigde(n) :
Onderaannemer 2 :
Adres :
Telefoon :
Mobiel :
Fax :
E-mail :
Afgevaardigde(n) :
1.2.5. Bouwdirectie belast met de technische controle – keuringsorganisme Keuringsorganisme :
Adres :
Telefoon :
Mobiel : Fax :
E-mail :
Afgevaardigde(n) :
1.2.6. Bouwdirectie belast met het toezicht op de uitvoering van de werken Toezicht Xxxxxxx Xxxxxxxxx
Adres : Xxxxxxxxxx 00 0000 Xxxxxxxxx
1.2.7. Veiligheidscoˆrdinatie 1.2.7.1.Veiligheidscoˆrdinatie ontwerp
Veiligheidscoˆrdinatie ontwerp :
Ing. Xxxxx Xxx Xxxxxxxx
Adres : Xxx Xxxxxx 00 0000 Xxxxxxxxxx
Telefoon 03/ 633 00 38
Mobiel : 0475/ 46 49 35
Fax : 03/ 000 00 00
E-mail : xxxxx.xxxxxxxxxxx@xxxxxx.xx
1.2.7.2.Veiligheidscoˆrdinatie verwezenlijking Veiligheidscoˆrdinatie verwezenlijking :
Adres :
Telefoon :
Mobiel :
Fax :
E-mail :
1.2.8. Dienst Preventie en Bescherming van de aannemers
1.2.9. Arbeidsongevallenverzekeraars van de aannemers
1.2.10. Ministerie van Arbeid en Tewerkstelling
1.2.10.1. Technische inspectie
Technische inspectie : Directie Antwerpen-Noord :
Adres : Theaterbuilding, Xxxxxxxxx 000 xxx 00 0000 Xxxxxxxxx
Telefoon : 03/000.00.00 Mobiel :
Fax : 03/000.00.00
E-mail : Afgevaardigde(n) :
1.2.10.2. Medische inspectie Medische inspectie :
Adres :
Telefoon :
Mobiel :
Fax :
E-mail : Afgevaardigde(n) :
1.2.11. N.A.V.B.
N.A.V.B. :
Adres : Xxxx-Xxxxxxxxxx 0 0000 Xxxxxxx
Telefoon : 02/ 552 05 00
Mobiel : 02/ 000 00 00 Fax :
Afgevaardigde(n) :
1.2.12. Andere belangrijke telefoonnummers
• Ziekenhuis / Urgentiedienst
Naam Ziekenhuis : Algemeen ziekenhuis Stuivenberg Adres : Xxxxx Xxxxxxxxxxxxxxxx 000
0000 Xxxxxxxxx
Telefoon : 03/ 217 71 11 Dringende oproep : Tel. : 100
GSM : 112
• Ziekenhuis / Urgentiedienst
Naam Ziekenhuis : Algemeen Ziekenhuis Middelheim Adres : Xxxxxxxxxxx 0X
0000 Xxxxxxxxx
Telefoon : 03/ 280 31 11 Dringende oproep : Tel. : 100
GSM : 112
• Ziekenhuis / Urgentiedienst
Naam Ziekenhuis : Algemeen Ziekenhuis Sint-Erasmus Adres : Xxxxxxxxx Xxxxxxxxxxx 00
0000 Xxxxxxxxxx
Telefoon : 03/ 270 80 11 Dringende oproep : Tel. : 100
GSM : 112
• Ziekenhuis / Urgentiedienst
Naam Ziekenhuis : Algemeen Ziekenhuis Sint-Xxxxxxxxx Adres : Xxxxxxxxxxxxx 00
0000 Xxxxxxxxx
Telefoon : 03/ 234 41 11 Dringende oproep : Tel. : 100
GSM : 112
• Ziekenhuis / Urgentiedienst
Naam Ziekenhuis : Algemeen Ziekenhuis Hoge Beuken Adres : Commandant Xxxxxxxxxxx 000
0000 Xxxxxxx
Telefoon : 03/ 830 90 90 Dringende oproep : Tel. : 100
GSM : 112
• Ziekenhuis / Urgentiedienst
Naam Ziekenhuis : APRA kliniek voor ongevallen Adres : Xxxxxxxxxxx 00
0000 Xxxxxxxxx
Telefoon : 03/ 220 07 00 Dringende oproep : Tel. : 100
GSM : 112
• Ziekenhuis / Urgentiedienst
Naam Ziekenhuis : Algemeen Ziekenhuis Xxx Xxxxxxx Adres : Xxxxx Xxxxxxxxxx 00
0000 Xxxxxxx
Telefoon : 03/ 640 21 11 Dringende oproep : Tel. : 100
GSM : 112
• Ziekenhuis / Urgentiedienst Naam Ziekenhuis : Sint-Augustinus
Adres : Xxxxxxxxxxxxxx 00 0000 Xxxxxxx
Telefoon : 03/ 443 30 11 Dringende oproep : Tel. : 100
GSM : 112
• Ziekenhuis / Urgentiedienst
Naam Ziekenhuis : Sint-Vincentiusziekenhuis Adres : Xxxx-Xxxxxxxxxxxxxxxx 00
0000 Xxxxxxxxx
Telefoon : 03/ 285 20 00 Dringende oproep : Tel. : 100
GSM : 112
• Ziekenhuis / Urgentiedienst
Naam Ziekenhuis : Universitair Ziekenhuis Antwerpen Adres : Xxxxxxxxxxxxx 00
0000 Xxxxxx
Telefoon : 03/ 821 30 00 Dringende oproep : Tel. : 100
GSM : 112
• Brandweer
Centrale hoofdwacht
Adres : Xxxxxxx 0
0000 Xxxxxxxxx
Telefoon : 03/ 206 00 30 Dringende oproep : Tel. : 100
GSM : 112
• Brandweer
Hoofdwacht Zuid
Adres : Xxxxxxxxxxxxxxxxx 0 0000 Xxxxxxxxx
Telefoon : 03/ 259 07 70 Dringende oproep : Tel. : 100
GSM : 112
• Brandweer
Hoofdwacht - Dokken
Adres : Xxxx 00
0000 Xxxxxxxxx
Telefoon : 03/ 206 01 70 Dringende oproep : Tel. : 100
GSM : 112
• Brandweer
Hoofdwacht Deurne
Adres : Xxxxxxxxx 00 0000 Xxxxxx
Telefoon : 03/ 320 83 90 Dringende oproep : Tel. : 100
GSM : 112
• Brandweer
Hoofdwacht Xxxxxxxxxx
Adres : Xxxxxxxxxxxxx 0 0000 Xxxxxxxxxx
Telefoon : 03/ 270 44 80 Dringende oproep : Tel. : 100
GSM : 112
• Brandweer
Hoofdwacht Xxxxx
Adres : Xxxxxxxxxxx 000 0000 Xxxxxxxxx
Telefoon : 03/ 561 03 50 Dringende oproep : Tel. : 100
GSM : 112
• Brandweer
Wacht Linkeroever
Adres : Xxxxxxxxxxxx 00 0000 Xxxxxxxxx
Telefoon : 03/ 210 92 90 Dringende oproep : Tel. : 100
GSM : 112
• Politie
Politie Antwerpen
Adres : Xxxxxx 0
0000 Xxxxxxxxx
Telefoon : 03/ 202 55 11
• Politie
Politie Antwerpen-Centrum
Adres : Xxxxxxx Xxxxxxxxxx 00 0000 Xxxxxxxxx
Telefoon : 03/ 206 80 11
• Politie
Politie Antwerpen-Zuid
Adres : Xxxxxxxxxxxx 000 0000 Xxxxxxxxx
Telefoon : 03/ 259 20 20
• Politie
Politie Berchem
Adres : Xx Xxxxxxxxxxx 0 0000 Xxxxxxx
Telefoon : 03/ 287 64 11
• Politie
Politie Antwerpen - City
Adres : XxxXxxxxxxx 0 0000 Xxxxxxxxxx
Telefoon : 03/ 270 69 11
• Politie
Politie
Adres : Xxxxxxxxxxxxx 000 0000 Xxxxxxxxx
Telefoon : 03/ 270 69 11
• Politie
Politie Antwerpen West
Adres : Xxxxx Xxxxxxxxxxx 00 0000 Xxxxxxxxx
Telefoon : 03/ 201 49 11
• Politie
Politie Antwerpen - Linkeroever
Adres : Xxxxxxxxxxxx 00 0000 Xxxxxxxxx
Telefoon : 03/ 210 95 11
• Politie
Politie Antwerpen Noord
Adres : Xxxxxxxxxxx 000 0000 Xxxxxxxxx
Telefoon : 03/ 544 43 33
• Politie
Politie Merksem
Adres : Xxxxxxxxxxxxxxxx 0 0000 Xxxxxxx
Telefoon : 03/ 641 74 74
• Politie
Politie Ekeren
Adres : Xxxxxxxxxxxxx 0 0000 Xxxxxx
Telefoon : 03/ 544 11 80
• Politie
Politie Berendrecht
Adres : Xxxxxxxxxxxxx 000 0000 Xxxxxxxxxxx
Telefoon : 03/ 568 38 40
• Politie
Politie Antwerpen Oost
Adres : Xxxxxxx 0 0000 Xxxxxx
Telefoon : 03/ 320 92 30
• Politie
Politie Deurne
Adres : Xxxxxxxxxx 000 0000 Xxxxxx
Telefoon : 03/ 360 30 11
• Politie
Politie Berchem
Adres : Xxxxxxxxxx 00 0000 Xxxxxxx
Telefoon : 03/ 320 92 30
• Politie
Politie Antwerpen Zuid
Adres : Xxxxxxxxxxxxxx 00 0000 Xxxxxxx
Telefoon : 03/ 820 92 11
• Politie
Politie Hoboken
Adres : Xxxxxxxxxxxxx 00 0000 Xxxxxxx
Telefoon : 03/ 820 58 58
• Politie
Politie Kiel
Adres : Xxxx-Xxxxxxxxxxxxxxxxx 000 0000 Xxxxxxxxx
Telefoon : 03/ 259 17 11
1.3. Bouwplaatsreglement
1.3.1. Algemeen bouwplaatsreglement
Zie BIJLAGE 1. Bouwplaatsreglement
1.4. Verplichting om veiligheidsvoorschtriften na te leven
1.5. Wettelijke keuringen en opleveringen van de arbeidsmiddelen en PBM's Bijzondere aandacht dient besteed aan de hierna vermelde wettelijke opdrachten:
a) De oplevering en periodieke keuring van hefwerktuigen en hijsgereedschap;
b) De oplevering van installaties conform het voorkomingbeleid zoals voorzien in de Wet op het Welzijn en zijn uitvoeringsbesluiten, meer bepaald in de wetgeving inzake Arbeidsmiddelen;
c) Het gelijkvormigheidattest voor elektrische installaties art. 270 en 272 van het AREI;
d) De oplevering van de PBM's conform de bepalingen in de Wet op het Welzijn en meer bepaald in de wetgeving betreffende Persoonlijke Beschermingsmiddelen
1.6. Arbeidsongevallen
1.6.1. Procedure bij een ernstig ongeval
1. Vóór elk ander ingrijpen :
- het eventueel nog bestaande gevaar uitschakelen (bv. voorwerpen die dreigen te vallen wegnemen, elektrische stroom afsluiten, …)
2. Verwittigen van interne hulpdiensten, werfleiding en bestuur.
3. Xxxx verlenen aan het slachtoffer.
4. Oproepen van de externe hulpdiensten : Inhoud van de boodschap :
- naam van de oproeper;
- identificatie van de werf;
- aantal gekwetsten + aard verwondingen;
- indien nodig het medisch urgentieteam (MUG) er bijvragen.
Bij de werftoegang wordt een persoon geposteerd die de hulpdienst ontvangt, de nodige inlichtingen verschaft en begeleidt naar de plaats van het ongeval.
5. Verwittigen van :
- de familie van de gekwetste bij opname in het hospitaal of bij overlijden;
- de preventieadviseur van de hoofdaannemer;
- de werkgever van de gekwetste;
- de V&G-coˆrdinator verwezenlijking;
- arbeidsinspectie directie Antwerpen – Noord (03/232.79.05) :
* onmiddellijk indien het slachtoffer dood is of > 25% blijvende handicap;
* binnen de 2 dagen indien een ongeschiktheid van meer dan een maand of een lichte permanente handicap verwacht wordt;
* na elk ongeval waarbij een persoon een elektrische schok onderging;
- de Dienst Elektrische Energie van het Ministerie van Economische Zaken na elk ongeval
“met
elektriciteit” waarbij gekwetsten vielen;
- Federale Politie ingeval van verkeersongeval (woon- en werkverkeer)
6. Ongevalsonderzoek :
Onderzoek naar de omstandigheden uitgevoerd door de preventieadviseur van de betreffende onderneming middels geschreven rapport (kopie aan de coˆrdinator verwezenlijking).
7. Maatregelen nemen om herhaling van elk gelijkaardig ongeval te voorkomen.
8. Documenten :
- ongevalsinstructieblad (zie formulier 1 in bijlage 8) na samenspraak tussen werfleiding, preventieadviseur en coˆrdinator-verwezenlijking;
- ongevalsaangifte (zie formukier 2 in bijlage 8);
- kopieën klasseren in de veiligheidsmap op de werf;
- proces-verbaal van Federale Politie in geval van verkeersongeval (woon- en werkverkeer).
9. Bij werkhervatting :
- geen werkhervatting zonder genezingsattest;
- verwittigen preventieadviseur (indien de afwezigheid meer dan 1 week bedroeg);
- steeds de coˆrdinator-verwezenlijking op de hoogte brengen;
- eventueel medisch onderzoek door de arbeidsgeneesheer (art. 131 ARAB).
10. Opmerking :
Onder ernstig ongeval wordt verstaan :
- dodelijk ongeval;
- ongeval dat volgens de eerste medische diagnose de dood tot gevolg kan hebben;
- ongeval dat volgens de eerste medische diagnose een algehele of gedeeltelijke blijvende arbeidsongeschiktheid tot gevolg kan hebben;
- ongeval dat volgens de eerste medische diagnose een algehele tijdelijke arbeidsongeschiktheid van > 1 maand tot gevolg kan hebben.
1.6.2. Formulieren
1.6.2.1. Ongevalleninstructieblad
Van ieder ongeval dient een ongevallenrelaas te worden opgesteld, gebruik makend van een ongevals-instructieblad. (zie formulier 1 in bijlage 8)
1.6.2.2. Ongevalleninlichtingenblad
Alle arbeidsongevallen welke zich voordoen op de werf dienen periodiek aan de hand van een ongevalleninlichtingenblad te worden gemeld aan de coˆrdinator verwezenlijking en de opdrachtgever. (zie formulier 2 in bijlage 8)
3.6.2.3. Ongevalaangifte
De werkgever doet van elk arbeidsongeval dat aan een werknemer is overkomen op een tijdelijke of mobiele bouwplaats en dat tenminste ÈÈn dag arbeidsongeschiktheid tot gevolg heeft, maar dat geen ernstig ongeval is, een kennisgeving aan de inzake arbeidsveiligheid bevoegde ambtenaar.
De kennisgeving wordt gedaan, aan de arbeidsinspectie binnen de 10 kalenderdagen na de dag van het ongeval, bij middel van een brief met vermelding van de naam en het adres van de werkgever, de naam van het slachtoffer, de datum en de plaats van het ongeval en zijn vermoedelijke gevolgen.
De verplichting inzake kennisgeving vervalt zodra de werkgever het ongeval bij de inzake arbeidsveiligheid bevoegde ambtenaar aangegeven heeft, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 10 april 1971 i.v.m. de arbeidsongevallen (zie formulier aangifte van arbeidsongeval B.S. 24.12.1998).
Van elk ernstig ongeval of een tijdelijke of mobiele bouwplaats, overkomen aan een aannemer die er zelf een beroepsactiviteit uitoefent, doet de bouwdirectie belast met de verwezenlijking aan de inzake arbeidsveiligheid bevoegde ambtenaar een kennisgeving.
De bedoelde kennisgeving wordt gedaan binnen de 15 kalenderdagen na de dag van het ongeval en omvat tenminste volgende elementen :
- de naam, de voornaam en het adres van het slachtoffer;
- de datum van het ongeval;
- het adres van de tijdelijke of mobiele bouwplaats waar het ongeval zich heeft voorgedaan;
- een bondige beschrijving van de opgelopen letsels;
- een bondige beschrijving van de wijze waarop het ongeval is gebeurd;
- de vermoedelijke duur van de arbeidsongeschiktheid
1.6.3. Noodoproepen
1.6.3.1.Nuttige telefoonnummers
• EHBO-hulpverleners aannemers Naam (*) :
(*) op te geven door uitvoerende aannemer
• Anti-gifcentrum
Adres : Militair Hospitaal Neder-over-Heembeek
Telefoon : 070/245.245
.
1.6.3.2.Noodoproepnummers
Teneinde op een snelle en efficiënte wijze de hulpdiensten te kunnen verwittigen, werd een lijst met noodoproepnummers, met vermelding van de belangrijkste instructies, opgenomen in het V&G-dossier.
Een afschrift van deze lijst dient bij elke telefoonpost goed zichtbaar te worden opgehangen.
(zie formulier 3 in bijlage 8)
2. Door de aannemer te leveren documenten
2.1. Documenten te voegen bij het aanbestedingsdossier
2.1.1. Intentieverklaring (zie bijlage 3) voor formulier en modaliteiten
*Dit document dient bij de inschrijving gevoegd te worden.
2.1.2. Organisatorisch actieplan V & G
Bij de offerte moet de aannemer beschrijven hoe de organisatie op de werf zal gebeuren (m.b.t. onderaannemers) en ook hoe de informatie tot bij de veiligheidscoˆrdinator zal geraken. Dit kan bv. met behulp van een organogram.
2.1.3. Prijsopgave veiligheidsmaatregelen en verantwoording.
Volgens artikel 30 2o van het KB van 25 januari 2001 voegen de inschrijvers bij hun offertes een afzonderlijke prijsberekening in verband met de door het veiligheids- en gezondheidsplan bepaalde preventiemaatregelen en –middelen, inbegrepen de buitengewone individuele beschermingsmaatregelen en –middelen.
2.2. Voorafgaande kennisgeving
2.2.1. Criteria
De bouwdirectie belast met de uitvoering van de werken moet een voorafgaande kennisgeving doen voor :
- elke tijdelijke of mobiele bouwplaats waar ÈÈn of meer risicovolle werkzaamheden uitgevoerd worden
(zie KB van 25.01.2001 art. 26 ß 1.)
Ongeacht de voorziene preventiemaatregelen, is het opstellen en bijhouden van een veiligheids- en gezondheidsplan steeds verplicht voor de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen waar ÈÈn of meer van de volgende werkzaamheden uitgevoerd worden :
1o werkzaamheden, zoals bedoeld in het tweede lid, die de werknemers aan gevaren van bedelving, wegzinken of vallen blootstellen, gevaren die bijzonder vergroot worden door de aard van de werkzaamheden of van de toegepaste procÈdÈs of door de omgeving van de arbeidsplaats of de werken;
2o werkzaamheden die de werknemers blootstellen aan chemische of biologische agentia die een bijzonder risico voor de gezondheid en de veiligheid van de werknemers inhouden;
3o elk werk met ioniserende stralingen waarvoor de aanwijzing van gecontroleerde of bewaakte zones zoals bepaald in artikel 2 van het koninklijk besluit van 28 februari 1963 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking en van de werknemers tegen het gevaar van de ioniserende stralingen, vereist is;
4o werkzaamheden in de nabijheid van elektrische hoogspanningslijnen of -kabels; 5o werkzaamheden die de werknemers blootstellen aan een risico op verdrinking; 6o ondergrondse werken en tunnelwerken;
0x werkzaamheden met duikuitrusting; 8o werkzaamheden onder overdruk;
9o werkzaamheden waarbij springstoffen worden gebruikt;
10o werkzaamheden in verband met de montage of demontage van geprefabriceerde elementen.
Voor de toepassing van het eerste lid, 1o worden inzonderheid als bijzonder vergrote gevaren beschouwd :
a) het graven van sleuven of putten van meer dan 1,20 m diepte en het werken aan of in deze putten;
b) het werken in de onmiddellijke nabijheid van materialen zoals drijfzand of slib;
c) het werken met een valgevaar van een hoogte van 5 m of meer.
- elke tijdelijke of mobiele bouwplaats met volgende omvang (zie KB van 25.01.2001 art. 26 ß 2.)
Het opstellen en bijhouden van een veiligheids- en gezondheidsplan is bovendien verplicht voor de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen met zulke omvang dat :
1o hetzij, de vermoedelijke duur van de werkzaamheden langer dan dertig werkdagen is en waar meer dan twintig werknemers tegelijkertijd aan het werk zijn;
2o hetzij, het vermoedelijke werkvolume groter is dan 500 mandagen.
Voor de bepaling van de omvang van tijdelijke of mobiele bouwplaatsen die het voorwerp uitmaken van een continue opdracht of van een pakket opdrachten zonder onderling verband, wordt het geheel van de werken die een onderling verband hebben, als een afzonderlijke tijdelijke of mobiele bouwplaats beschouwd.
- Elke andere tijdelijke en mobiele bouwplaats: (zie KB van 25.01.2001 art. 26 ß 3.)
Voor de andere tijdelijke of mobiele bouwplaatsen dan deze bedoeld in ß 1 en ß 2, is het opstellen en bijhouden van een vereenvoudigd veiligheids- en gezondheidsplan verplicht.
2.2.2. Procedure
In het kader van het KB van 25.01.2001 (BS 07.02.2001) betreffende tijdelijke of mobiele bouwplaatsen dienen de werkzaamheden vóór het begin van de uitvoering te worden gemeld aan :
- Administratie van de Arbeidsveiligheid (Techn. Inspectie) van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid.
- Nationaal ActiecomitÈ voor Veiligheid en Hygiëne in het Bouwbedrijf (N.A.V.B.)
Deze voorafgaande kennis dient te gebeuren door de bouwdirectie belast met de uitvoering aan de hand van een formulier. ( zie bijlage 8 formulier 4 )
Op tijdelijke of mobiele bouwplaatsen waar meerdere bouwdirecties belast met de uitvoering actief zijn, valt de kennisgeving ten laste van elke bouwdirectie die als eerste activiteiten op de bouwplaats uitvoert.
Het originele formulier dient ingevuld te worden overgemaakt aan het N.A.V.B., een kopie hiervan aan de Technische Inspectie en aan de veiligheidscoˆrdinator.
De voorafgaande kennisgeving laat beide diensten toe om de intervenanten op bouwplaatsen preventief bij te staan in hun strijd tegen arbeidsongevallen en beroepsziekten.
Deze voorafgaande kennisgeving dient ten minste 15 kalenderdagen vóór het begin der werken te worden toegestuurd aan de met het toezicht inzake arbeidsveiligheid belaste ambtenaar en het N.A.V.B.
Een kopie van de voorafgaande kennisgeving moet ten minste 10 kalenderdagen vóór het begin der werken zichtbaar op de bouwplaats worden aangeplakt.
In geval van dringende en onvoorziene werken, wordt de voorafgaande kennisgeving vervangen door een mededeling, gedaan ten laatste de dag zelf van het begin der werken bij wijze van een geschikt technologisch middel.
De inhoud van de mededeling dient dezelfde te zijn als deze van het modelformulier van voorafgaande kennisgeving. (zie formulier 4 in bijlage 8)
2.3. Documenten te leveren voor de aanvang van de werken
2.3.1. Specifieke veiligheids- en gezondheidsplan
Elke aannemer dient het Algemeen V&G-plan aan te vullen voor dat deel van het project dat rechtstreeks slaat op de door hem uit te voeren werkzaamheden, zoals voorgeschreven in de Wet op het Welzijn. In deze wet is sprake van de evaluatie van de risico's, van de beschermende maatregelen en de beschermingsmiddelen evenals van de documenten waarin dit alles wordt vermeld.
Het aanvullen van het Algemeen V&G-plan dient te gebeuren door het opstellen/invullen van een Specifiek V&G-plan, waarin de aannemer naast zijn algemene (identificatie)gegevens omschrijft welke werkzaamheden hij gaat uitvoeren, inclusief tijdstip, duur en daarbij in te zetten materieel met de daaraan gekoppelde risico - analyse, risico-evaluatie en preventiemaatregelen.
Het opstellen van de risico - analyse en de risico-evaluatie valt onder de verantwoordelijkheid van de hiërarchische lijn. Enkel de personen die voldoende vertrouwd zijn met de praktische uitvoering van het project verkeren in de mogelijkheid om de uitvoeringsmethoden te bepalen en als gevolg daarvan, de risico's te bepalen. Het ligt voor de hand dat deze personen de assistentie krijgen van hun diensthoofd V&G/ preventieadviseur voor het vastleggen van de voorkomingsmaatregelen en de te gebruiken beschermingsmiddelen.
De aannemer is tegenover het bestuur ook verantwoordelijk voor zijn onderaannemers en bijgevolg ook voor het behoorlijk opstellen, tijdig overmaken en in de praktijk omzetten van elk onderdeel van het Specifieke V&G - plan, opgesteld door deze onderaannemers. Het is belangrijk dat alle onderdelen van het V&G - plan op elkaar afgestemd zijn zodat de bal niet naar elkaar wordt toegespeeld zonder concrete afspraken inzake bepaalde V&G - maatregelen waar de ene of de andere partij zich graag vanaf maakt.
Alle onderdelen van het Specifieke V&G - plan (Identificatie aannemer + Identificatie werfmaterieel + Vereenvoudigd VGM - plan + Verklaring ontvangst Algemeen V&G - plan) worden aan de leidende ingenieur en de coˆrdinator verwezenlijking overgemaakt voldoende tijd vőőr het werk aanvangt, zodat de doeltreffendheid ervan kan worden beoordeeld en er eventueel coˆrdinatiemaatregelen kunnen genomen worden die het werk van andere aannemers kunnen beïnvloeden.
2.3.2. Planningsdocumenten
Voorafgaand aan de werken dient de aannemer de planning van de door hem en/of zijn onderaannemers uit te voeren werkzaamheden, ter beoordeling, over te maken aan de veiligheidscoˆrdinator.
De aanvangsdatum, de duur en de einddatum van zijn interventie, evenals het werkvolume waarmee hij belast is en het personeel toegewezen aan de bouwplaats worden medegedeeld.
Volgens de richtlijnen van het standaardbestek 250 dient de aannemer uiterlijk ÈÈn maand na de betekening van de goedkeuring van zijn offerte een volledig werkprogramma betreffende de gehele aanneming te bezorgen. (GANTT of staafdiagramma)
2.3.3. Werfinstallatieplan
2.3.3.1. Werfinrichtingsplan Niet van toepassing.
2.3.3.2. Opslag van gevaarlijke producten
In de eerste plaats moet men er zeker van zijn dat er voor dezelfde toepassing geen minder gevaarlijke producten met evenwaardige eigenschappen bestaan.
De opslagplaatsen van ontvlambare producten en materialen, van welke aard ook, moeten zorgvuldig uitgekozen worden. Dit wil zeggen, zo ver mogelijk van de arbeidsplaatsen en dit vooral bij de uitvoering van werkzaamheden welke een zeker brandrisico inhouden (laswerken, … ). In ieder geval mogen nooit gevaarlijke producten binnen een gebouw worden opgeslagen. Alleen de voor het werk van de dag benodigde hoeveelheden mogen worden binnengebracht.
De inplanting van de voorraadplaatsen en de brandbestrijdingsmiddelen zal worden gekozen in functie van de aard van de aanwezige producten. De algemene aannemer voorziet op zijn werfoverzichtsplan een zone voor de opslag va, gevaarlijke producten, de omheining daar rond met twee meter hoge verplaatsbare draadhekken en de nodige pictogrammen met rook
– en vuurverbod. Elke aannemer voor zich zorgt in deze zone voor de reglementaire opslag van zijn producten met zonodig bijkomende signalisatiepictogrammen, aangepast aan de eigenschappen van de stoffen.
Bij werkzaamheden met gevaarlijke stoffen en preparaten moeten de werknemers er zorg voor dragen dat:
- De gevaarlijke stoffen en preparaten geëtiketteerd worden volgens artikel 723 bis van het A.R.A.B.
- Anderen soorten preparaten geëtiketteerd worden volgens artikel 393 van het A.R.A.B.
- Farmaceutische producten geëtiketteerd worden volgens het K.B. van 05-06-1975 artikel 18 tot 26
- Recipiënten met radioactieve stoffen voldoen aan het K.B. van 28-02-1963
Alle recipiënten, die gevaarlijke stoffen of preparaten bevatten, zullen eveneens een duidelijke aanduiding bezitten van de inhoud ervan.
De opslagplaatsen van gevaarlijke producten dienen zowel binnen als buiten ( op de toegangen ) voorzien te worden van de reglementaire veiligheids – en gezondheidssignalisering (gebod, gevaar, verbod)
Bij een interventie van de brandweer dient de opslagplaats van de bovenvermelde producten en hun hoeveelheid dadelijk en spontaan medegedeeld. Mede om deze reden is een correct plan van de werfinstallatie onontbeerlijk.
2.3.3.3. Opslag van materialen
De algemene aannemer, diens nevenaannemers en de onderaannemers zullen samen de afgebakende zones vastleggen waar materialen zullen opgeslagen worden. De aldus vastgelegde zones zullen voldoende verwijderd zijn van de verkeerszones zodat het normale werfverkeer niet gehinderd wordt. De voorraden zullen op een stabiele manier gestapeld worden en duidelijk gescheiden naar hun aard. Het handhaven van deze orde geldt voor iedereen. De afstand tussen de voorraden moet een gemakkelijke doorgang toelaten.
De toegang tot de verschillende zones wordt duidelijk aangeduid. Deze toegang moet voldoende breed zijn om de voertuigen voor het verplaatsen van materialen een gemakkelijke doorgang te verlenen. Deze voertuigen moeten aangepast zijn aan de te vervoeren lasten.
Dit alles moet zonodig in overleg met het bestuur gebeuren teneinde rekening te houden met de gebeurlijke aanwezigheid van de aannemers van andere loten.
2.3.3.4. Afvalverwijdering en milieuvoorschriften
Alle werknemers zullen tijdens de werkzaamheden hun plaats van tewerkstelling alsook alle gebruikte toegangswegen tot de plaats van tewerkstelling doorlopend in perfecte staat van orde en netheid houden.
Werknemers mogen nooit afval onbeheerd op de bouwplaats achterlaten.
Werknemers moeten tijdens werkzaamheden op de bouwplaats alle afval terug meenemen. Indien niet contractueel vastgelegd, wordt het afval onder verantwoordelijkheid en op kosten van hun bedrijf verwijderd.
Werknemers zijn verplicht de aard, concentratie en samenstelling van de te lozen afvalstoffen in het afvalwaternet, het afval, de tussenopslag van afval en alle werkzaamheden die een nadelige invloed op het milieu zullen veroorzaken, voorafgaandelijk te melden aan de bouwdirectie.
Om te voldoen aan de milieuwetgeving en om de administratieve verplichtingen correct te laten verlopen moeten de volgende documenten door een werknemer aan de bouwdirectie worden overhandigd:
- ophalingsattest op het moment dat het afval de bouwplaats verlaat;
- attest dat het opgehaalde afval op een wettelijke, legale manier verwerkt of gestort werd.
Deze attesten moeten overeenstemmen met de voorgeschreven attesten uit het decreet van 02/07/1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen.
Alle restanten van afval moeten volgens aard van de stof afzonderlijk opgeslagen worden. De werknemers zorgen ervoor dat het opslaan van smeermiddelen, gebruikte oliën, motorbrandstoffen, oplosmiddelen, ... (niet limitatief) gebeurt volgens alle wettelijke voorschriften. Voor de eventuele schade ontstaan tengevolge van bodemverontreiniging zal het bedrijf aansprakelijk gesteld worden.
De werknemers zorgen ervoor dat de bodem van de opslagplaatsen voor afvalstoffen voorzien is van een beschermingslaag, zodat verontreiniging van de bodem in de omgeving en van de riolering volledig uitgesloten is.
In de mate dat de werknemers de milieuvoorschriften en afvalverwijdering overtreden, zal de bouwdirectie na het schriftelijk in gebreke stellen, corrigerende maatregelen laten uitvoeren op kosten van hun bedrijf.
Alle olievlekken, veroorzaakt door het bedrijf tijdens werkzaamheden dienen steeds met zand of ander absorberend materiaal onmiddellijk verwijderd te worden door werknemers van of in opdracht van het bedrijf.
In het kader van de emissiewetgeving moeten de werknemers reuk- en lawaaihinder vermijden alsook het verhinderen en vrijkomen van schadelijke gassen.
Indien er gevaarlijke producten/afval op de bouwplaats aanwezig zijn, wordt er een procedure voor afvoeren opgesteld en overgemaakt aan de veiligheidscoˆrdinator.
2.3.3.5. Elektrische installaties
Elektrische installaties Het geheel van de elektrische installaties moet voldoen aan de eisen vervat in het AREI. Zo is een beschermingsgraad IP44 vereist voor het materieel dat dient voor het transport van elektrische stroom in open lucht.
Op het overzichtsplan dat de aannemer zal uittekenen, dienen de bevoorradingspunten van elektrische energie aangeduid te worden.
De algemene aannemer installeert en onderhoudt de gemeenschappelijke elektrische installatie. Het gaat daarbij om de aansluiting op het net, de plaatsing van een hoofdverdeelkast en van een aantal werfkasten. De plaats van die kasten en van de voedingskabels er naartoe wordt in overleg met de desbetreffende nutsmaatschappij bepaald en eventueel gewijzigd wanneer de werfevolutie daartoe aanleiding geeft.
Het coˆrdinatiedagboek van de werf dient ook de keuringsattesten van de elektrische installatie, of kopieën ervan, te bevatten evenals het totaalschema van de hiervoor bedoelde stroomverdeling op de werf. Het volstaat niet om de borden of verdeelkasten op magazijnen te laten keuren, maar wel dient de ganse installatie (aansluitingen + kasten + kabels + verbindingen + stroomgroepen + aarding) gekeurd te worden. Stroomverdeelkasten moeten aangepast zijn voor werfgebruik, dit wil zeggen met voldoende bescherming tegen weersinvloeden, stevige en stabiele constructie, gevaarloze bereikbaarheid van de
stroomonderbrekers, differentieelschakelaar, enz ... Elke stroomverdeelkast moet afzonderlijk spanningsloos kunnen gezet worden zonder tussenkomst van een bevoegd elektricien, hetgeen betekent dat voedingskabels niet op de stroomrails of andere contactpunten van een hoofdkast of van een voorliggende kast mogen worden aangesloten, maar wel, mits tussenplaatsing van een gevaarloos bereikbare en afschakelbare overstroombeveiliging, met een gepaste stekker op een stopcontact.
Verlengkabels die op de grond liggen, zullen gegroepeerd worden en beschermd tegen de invloeden eigen aan de bouwsector (doorgang van voertuigen, chemische of thermische belasting, ...) Indien kabels ondergronds geplaatst worden, dan wordt op de plaatsen waar de kabel de grond in gaat een bescherming aangebracht tot op de liggingdiepte van de kabel en ongeveer een meter boven de grond uitstekend en eveneens een stevig en duidelijk signaalbaken (piket + opschrift in opvallende kleur) geplaatst dat voldoende de aandacht van vrachtwagen- en werktuigenbestuurders trekt. Het is best om onder de werfrijweg een buis of koker aan te brengen zodat kabels er steeds kunnen doorgeleid worden achteraf.
Het spreekt voor zich dat op stroomkabels geen trekkrachten uitgeoefend worden en dat ze evenmin over scherpe randen geplaatst worden. Elke anomalie of defect aan de elektrische installatie, zal onmiddellijk aan de werfverantwoordelijke gemeld worden.
“Domino”-stekkers zijn verboden evenals tafelcontactdozen. Beschadigde kabels moeten onmiddellijk buiten gebruik gesteld worden. Beschadigde, niet conforme of niet-conform gebruikte stekkers, stopcontacten of verbindingsdozen zijn eveneens verboden.
Elk werk aan de elektrische installatie zal uitgevoerd worden door een bekwaam persoon, die zal werken volgens de regels van goed vakmanschap. Werken aan elektrische installaties moet steeds spanningsvrij gebeuren.
De aarding van de elektrische borden, kabelgoten en belangrijke metalen delen (verluchtingskokers, ...) evenals de equipotentiale verbindingen moeten worden uitgevoerd alvorens de elektrische installatie onder spanning wordt gezet.
2.3.3.6. Ingedeelde inrichtingen
Er dient rekening gehouden met de bepalingen van het VLAREM (Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunningen). Voor de administratieve plichtplegingen geldt VLAREM I en voor de technische uitrusting kan men zich baseren op VLAREM II.
Bepaalde machines (vb. compressoren), opslag van sommige producten (stookolie e.a.), oppompen en lozen van water naargelang de capaciteit en de hoeveelheid kunnen aanleiding geven tot meldingsplicht en zelfs tot vergunningsplicht.
Elke aannemer en onderaannemer die op de werf werk moet uitvoeren heeft de plicht zich volgens deze reglementering in orde te stellen en daarvan het bewijs te leveren aan de coˆrdinatorverwezenlijking.
Kopieën van meldingen, vergunningsaanvragen en vergunningen worden in het coˆrdinatiedagboek bewaard
2.4. Documenten af te leveren tijdens de uitvoering van de werken
2.4.1. Keuringen en attesten
De aannemer dient voorafgaand aan de werken te melden welk werfmaterieel zal worden ingezet.
Van keuringsplichtig materieel dient een afschrift van de keuringsattesten/certificaten aan de veiligheidscoˆrdinator te worden overgemaakt.
2.4.2. Technische fiches
Van alle aangewende (gevaarlijke) producten dienen een afschrift van de technische fiches aan de veiligheidscoˆrdinator te worden overgemaakt
3. ALGEMENE RISICO ñ ANALYSE
Volgens Art. 50 tot 53 en de Bijlage III van het Kb van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen.
1o het in goede orde en met voldoende bescherming van de gezondheid in stand houden van de bouwplaats;
2o de keuze van de plaatsing van de werkplekken rekening houdend met de toegangsmogelijkheden tot de werkplekken, en de vaststelling van verplaatsings- of verkeerswegen of -zones;
3o de voorwaarden van intern transport en interne behandeling van de materialen en het materieel;
4o het onderhoud, de controle vo¥o¥ r inbedrijfstelling en de periodieke controle van de installaties en toestellen, ten einde gebreken te voorkomen die de veiligheid en gezondheid van werknemers in gevaar kunnen brengen;
5o de afbakening en inrichting van zones voor definitieve en tussenopslag van verschillende materialen, in het bijzonder wanneer het gaat om gevaarlijke materialen of stoffen;
6o de voorwaarden voor de verwijdering van gevaarlijke materialen; 7o de opslag en de verwijdering of afvoer van afval en puin;
8o de aanpassing van de daadwerkelijke duur van de verschillende soorten werken of werkfasen, afhankelijk van de evolutie van de bouwplaats;
9o de samenwerking tussen de aannemers;
10o de wederzijdse inwerkingen met exploitatie- of andere activiteiten ter plaatse op, of in de nabijheid van, de bouwplaats.
Afdeling II
Werkplekken in de open lucht op bouwplaatsen
1. Stabiliteit en stevigheid
1.a. Hoger of lager gesitueerde mobiele of vaste werkplekken moeten stevig en stabiel zijn, waarbij rekening wordt gehouden met :
ó het aantal werknemers dat zich op een plek bevindt,
ó de maximale belasting en de verdeling daarvan,
ó eventuele externe invloeden.
Indien de ondersteunende en de andere samenstellende delen van deze werkplekken zelf niet stabiel zijn, moet men voor stabiliteit zorgen door middel van geschikte, veilige bevestigingsmiddelen ten einde een toevallige of ongewilde verplaatsing van de gehele werkplek of delen ervan te voorkomen.
1.b. Controle
De stabiliteit en de stevigheid moeten adequaat en vooral na een eventuele wijziging van de hoogte of van de diepte van de werkplek worden gecontroleerd.
2. Installaties voor energiedistributie
2.a. Op de bouwplaats aanwezige installaties voor energiedistributie, met name die welke aan externe invloeden blootstaan, dienen regelmatig te worden gecontroleerd en onderhouden.
2.b. Installaties die al voor het begin van de werkzaamheden op de bouwplaats aanwezig waren dienen te worden geý®dentificeerd, gecontroleerd en duidelijk gekenmerkt.
2.c. Wanneer er bovengrondse elektriciteitsleidingen zijn, dienen deze zoveel mogelijk hetzij buiten de bouwplaats om te worden geleid, hetzij spanningloos te worden gemaakt.
Indien dit niet mogelijk is, moeten er hekken of waarschuwingen worden geplaatst om voertuigen en installaties op een afstand te houden.
Wanneer voertuigen op de bouwplaats onder elektriciteitsleidingen door moeten rijden, dienen passende waarschuwingen en een bescherming onder deze draden te zijn aangebracht.
3. Ongunstige weeromstandigheden
De werknemers moeten worden beschermd tegen ongunstige weersomstandigheden die hun veiligheid en gezondheid in gevaar kunnen brengen.
4. Vallende voorwerpen
De werknemers moeten, wanneer dat technisch mogelijk is, als groep met algemene middelen tegen vallende voorwerpen worden beschermd.
Materialen en uitrusting moeten zodanig worden geplaatst of gestapeld dat zij niet kunnen instorten, verschuiven, omvallen of kantelen.
Zo nodig moet er op de bouwplaats in overdekte doorgangen
worden voorien of moet de toegang tot gevaarlijke zones onmogelijk worden gemaakt.
5. Naar beneden vallen van een hoogte
5.a. Het vallen van een hoogte moet materieel worden voorkomen door met name stevige leuningen die hoog genoeg zijn en ten minste een kantplank, een handleuning en een tussenregel of een andere gelijkwaardige voorziening hebben.
5.b.Werkzaamheden op een hoogte mogen in beginsel alleen worden uitgevoerd met behulp van adequate uitrustingen en algemene beschermingsmiddelen zoals leuningen, platforms en vangnetten.
Indien het gebruik van dergelijke uitrustingen is uitgesloten op grond van de aard van de werkzaamheden, dient te worden voorzien in passende toegangsmiddelen en gebruik te worden gemaakt van een hangtuig of andere veiligheidsvoorzieningen met verankering.
6. Bouwsteigers en ladders
6.a. Iedere steiger moet naar behoren zijn ontworpen, geconstrueerd en onderhouden, zodat hij niet kan instorten of bij toeval gaan schuiven.
6.b. De platforms, doorgangen en ladders van de bouwsteiger moeten dusdanig worden geconstrueerd, gedimensioneerd, beschermd en gebruikt dat niemand kan vallen of door vallende voorwerpen kan worden getroffen.
6.x. Xx xxxxxxxx moeten door een bevoegd persoon worden geïnspecteerd: 1o voor hun ingebruikname;
2o daarna, op gezette tijden;
3o na iedere wijziging, periode van niet-gebruiken, blootstelling aan weer en wind of aardschokken, of andere omstandigheden waardoor de stevigheid of stabiliteit ervan mogelijk is aangetast.
6.d. De ladders moeten stevig genoeg zijn en op de juiste wijze worden onderhouden. Zij moeten op de juiste wijze worden gebruikt op de plaatsen waarvoor zij bestemd zijn.
6.e. De verrijdbare steigers moeten worden beveiligd tegen ongewilde verplaatsingen.
7. Hefwerktuigen
7.a. Ieder hefwerktuig en elk hulpstuk, met inbegrip van de bestanddelen, bevestigingspunten, verankeringen en steunen moeten :
1o goed zijn ontworpen en geconstrueerd en stevig genoeg zijn voor het gebruik dat ervan wordt gemaakt;
2o op de juiste wijze worden geïnstalleerd en gebruikt; 3o in een goede staat van onderhoud zijn;
4o overeenkomstig de vigerende wetsvoorschriften regelmatig worden nagekeken en aan tests en controles worden onderworpen;
5o worden bediend door gekwalificeerde werknemers die hiervoor speciaal zijn opgeleid.
7.b. Op elk hefwerktuig en elk hulpstuk moet het maximumlaadvermogen duidelijk zichtbaar zijn aangegeven.
7.c. De hefwerktuigen en de hulpstukken mogen niet voor anderedoeleinden worden gebruikt dan die waarvoor zij bestemd zijn.
8. Voertuigen en grondverzet- en materiaalverladingsmachines
8.a. Alle voertuigen en grondverzet- en materiaalverladingsmachines moeten :
1o vakkundig zijn ontworpen en geconstrueerd, waarbij zoveel mogelijk rekening is gehouden met de beginselen van de ergonomie;
2o in een goede staat van onderhoud zijn; 3o op de juiste wijze worden gebruikt.
8.b. De bestuurders en bedieners van voertuigen en machines voor grondverzetwerkzaamheden en materiaalverlading moeten hiervoor speciaal zijn opgeleid.
8.c. Er moeten voorzorgsmaatregelen worden getroffen om te voorkomen dat voertuigen of machines voor grondverzetwerkzaamheden en materiaalverlading in uitgravingen of in het water terechtkomen.
8.d. Evenwel moeten grondverzet- en materiaalverladingsmachines voorzien zijn van een constructie die moet voorkomen dat de bestuurder, ingeval de machine omslaat, wordt verpletterd en die bescherming biedt tegen vallende voorwerpen.
9. Installaties, machines en uitrustingen
9.a. Installaties, machines en uitrustingen, met inbegrip van al dan niet gemotoriseerde handwerktuigen, moeten :
1o vakkundig zijn ontworpen en geconstrueerd, waarbij zoveel mogelijk rekening is gehouden met de beginselen van de ergonomie;
2o in een goede staat van onderhoud zijn;
3o uitsluitend worden gebruikt voor werkzaamheden waarvoor zij zijn ontworpen; 4o worden bediend door werknemers die hiervoor speciaal zijn opgeleid.
9.b. Installaties en toestellen onder druk moeten, overeenkomstig de vigerende wetsvoorschriften, regelmatig worden nagekeken en aan tests en controles worden onderworpen.
10. Uitgravingen, bouwputten, ondergrondse werkzaamheden, tunnels, grondverzetwerkzaamheden
10.a. Bij een uitgraving, bouwput, ondergronds werk of tunnel moeten passende voorzorgsmaatregelen worden genomen :
1o door middel van passende stut- of taludwerkzaamheden;
2o om gevaren in verband met het vallen van personen, materiaal of voorwerpen dan wel overstromingsgevaar te voorkomen;
3o om te zorgen voor voldoende ventilatie op alle werkplekken zodat er een gezonde werkomgeving ontstaat die niet gevaarlijk of schadelijk is voor de luchtwegen;
4o om de werknemers de gelegenheid te bieden om zich in geval van brand, overstroming of instorting in veiligheid te brengen.
11. Sloopwerkzaamheden
Indien de sloop van een gebouw of een werk gevaar kan opleveren :
1o moeten passende voorzorgen, methoden en procedures worden aanvaard;
2o mogen de werkzaamheden slechts worden gepland en uitgevoerd onder toezicht van een bevoegd persoon.
12. Metaal- en betonconstructies, bekisting en zware prefabelementen
12.a. Metaal- en betonconstructies en hun onderdelen, bekistingen, prefabelementen of tijdelijke stutten en schoren mogen slechts worden gemonteerd of gedemonteerd onder toezicht van een bevoegd persoon.
12.b. Er moeten toereikende voorzorgsmaatregelen worden getroffen om de werknemers te beschermen tegen gevaren die samenhangen met de breekbaarheid of de tijdelijke instabiliteit van een werk.
12.c. Bekistingen, tijdelijke stutten en schoren moeten zodanig ontworpen, berekend, geý®nstalleerd en onderhouden worden dat zij zonder gevaar de spanning kunnen dragen waaraan zij kunnen blootstaan.
13. Bouwkuipen en caissons
13.a. Alle bouwkuipen en caissons moeten :
1o goed geconstrueerd zijn, met geschikt en stevig materiaal dat voldoende resistent is; 2o voorzien zijn van een adequate uitrusting die de werknemers in staat stelt een veilig onderkomen te vinden wanneer water of materiaal binnendringt.
13.b. Een bouwkuip of caisson mag slechts worden gebouwd, geïnstalleerd, aangepast of gedemonteerd onder toezicht van een bevoegd persoon.
13.c. Alle bouwkuipen en caissons moeten regelmatig door een bevoegd persoon worden geïnspecteerd.
14. Werken op het dak (niet van toepassing)
Bijlage 1
Bouwplaatsreglement
Voorafgaande definities :
Dossier V&G :
De synthese van alle documenten i.v.m. veiligheid en gezondheid, door alle tussenkomende partijen samengebracht : opdrachtgever, architect, studiebureau, coˆrdinator-ontwerp, coˆrdinator-verwezenlijking, ondernemingen, ….
Bouwplaatsreglement :
Een standaarddocument als addendum aan het contract/bestelling. Het omvat een geheel van elementen die invloed hebben op de veiligheid, de gezondheid, de hygiëne en het milieu en die op bouwplaatsen van toepassing is.
Aanvullende bepalingen :
Werfgebonden document als addendum aan de bestelbon. Het omvat de specifieke maatregelen eigen aan de bouwplaats, opgelegd door de opdrachtgever, coˆrdinator-ontwerp, coˆrdinator- verwezenlijking of onderneming.
Onderneming :
Elke werkgever die personen tewerkstelt op de bouwplaats of elke zelfstandige die op de bouwplaats werken uitvoert.
Risicoanalyse-aannemer :
Een document dat opgesteld wordt door de onderneming en een gedetailleerde opsomming geeft van de maatregelen die de aannemer heeft voorzien om de veiligheid en gezondheid te verzekeren. Het omvat ten minste de volgorde van de activiteiten, de gebruikte uitrusting en producten, de mogelijke risico's, de risico-evaluatie en de te nemen preventiemaatregelen.
C.B.M.:
Collectieve beschermingsmiddelen. P.B.M :
Persoonlijke beschermingsmiddelen. Arbeidsmiddelen :
Alle op de arbeidsplaats gebruikte machines, apparaten, gereedschappen en installaties.
1. ORGANISATIE VAN DE PREVENTIE EN BESCHERMING
1.1.
De coˆrdinator-verwezenlijking heeft de leiding over de coˆrdinatie van de veiligheid en gezondheid voor het geheel van de werkzaamheden. Overeenkomsten tussen verschillende ondernemingen i.v.m. veiligheid en gezondheid op de bouwplaats moeten eerst door de coˆrdinator-verwezenlijking goedgekeurd worden.
1.2.
Elke onderneming moet, vooraleer met de werken te starten, zijn risicoanalyse-aannemer overmaken aan de coˆrdinator-verwezenlijking.
1.3.
De tussenkomende partijen / intervenanten, verbinden zich ertoe aanwezig te zijn op de periodieke COORDINATIEVERGADERINGEN, gehouden door de coˆrdinator-verwezenlijking.
1.4.
Elke onderneming aan wie een werk toegewezen wordt, is verplicht een veiligheidsverantwoordelijke aan te duiden die gedurende de uitvoering van de werkzaamheden op de bouwplaats aanwezig is.
1.5.
Elke onderneming voorziet in het houden van veiligheidsvergaderingen op de bouwplaats, met al haar personeel, waarbij specifieke veiligheidsonderwerpen worden besproken.
1.6.
Elke onderneming verklaart dat de werknemers de nodige opleiding/beroepservaring en lichamelijke geschiktheid bezitten om de hen opgelegde taken (incl. verantwoordelijkheden in veiligheidsfunctie) uit te voeren en het bijhorend materieel te gebruiken en te bedienen op volstrekt veilige wijze. Op vraag van de coˆrdinator-verwezenlijking legt zij de nodige stukken ter staving voor.
1.7.
De personeelsleden van de aannemers mogen slechts aangetroffen worden op de voor hen voorziene werkplaatsen.
2. NOODPROCEDURES
2.1.
Elke onderneming zal de procedures inzake E.H.B.O. en arbeidsongevallen, opgesteld door de coˆrdinator-verwezenlijking, respecteren.
2.2.
Van elk arbeidsongeval, incident of schadegeval moet de dag van het voorval een melding gemaakt worden. Voor de arbeidsongevallen moet bovendien een ongevalinstructieblad ingevuld worden en aan de coˆrdinator-verwezenlijking worden overhandigd.
2.3.
Elke onderneming rust zijn lokalen uit met de wettelijke voorzieningen inzake brandblussers en E.H.B.O.-materiaal.
2.4.
Op de bouwplaats is ten minste ÈÈn E.H.B.O.-hulpverlener permanent aanwezig.
2.5.
Elke onderneming moet over voldoende, aangepaste en conforme brandbestrijdingsmiddelen beschikken. Voor sommige werken is, in afspraak met de coˆrdinator-verwezenlijking, een vuurvergunning verplicht.
3. PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN (P.B.M.)
3.1.
Het dragen van aan het werk aangepaste P.B.M. conform de geldende wetgeving is op de bouwplaats voor IEDEREEN verplicht.
3.2.
Elke onderneming moet op haar kosten P.B.M. ter beschikking stellen van haar personeel en/of bezoekers. Zij moet eveneens toezien op het gebruik ervan. Tevens moet zij zorgen voor het onderhoud en de vernieuwing ten gepaste tijde.
3.3.
De werknemers moeten, overeenkomstig hun opleiding en de gegeven instructies, op de juiste wijze gebruik maken van de P.B.M. en ze na gebruik weer opbergen.
4. COLLECTIEVE BESCHERMIMGSMIDDELEN (C.B.M)
4.1.
Ter voorkoming van arbeidsongevallen moet elke onderneming waar nodig C.B.M. voorzien. De keuze wordt bepaald op basis van PREVENTIEBEGINSELEN vastgelegd in hoofdstuk II “Algemene beginselen” van de wet op het welzijn, waarin onder meer de voorkeur wordt gegeven aan collectieve bescherming i.p.v. persoonlijke bescherming. Cfr. Wet betreffende het welzijn van de werknemers bij de verwezenlijking van hun werk (B.S. 18/09/1996) gewijzigd bij de Wet van 13/02/1998 (B.S. 19/02/1998).
4.2.
Het plaatsen en/of wegnemen van C.B.M. wordt geregeld IN OVERLEG met de coˆrdinator- verwezenlijking. Geplaatste C.B.M. mogen NOOIT verwijderd worden zonder dat vervangende of definitieve beschermingen worden aangebracht.
4.3.
Elke op de bouwplaats vastgestelde gevaarlijke of ongezonde toestand moet onmiddellijk aan de coˆrdinator-verwezenlijking gemeld worden.
5. ORDE EN NETHEID
5.1.
Elke onderneming moet ten minste dagelijks zijn werkposten opkuisen en het afval afvoeren. De coˆrdinator-verwezenlijking kan, op kosten van de onderneming, welke in gebreke blijft, de opdracht geven aan derden de werkposten op te kuisen.
5.2.
De wegen, doorgangen moeten steeds vrij zijn van obstakels en hindernissen. Soepele leidingen en kabels mogen de doorgang niet belemmeren. Kruisen zij een doorgang, dan worden zij beschermd tegen beschadiging.
5.3.
Materialen moeten ordelijk en stabiel, beveiligd tegen weersinvloeden in de voorziene zones gestapeld worden.
6. MILIEU
6.1.
Het verbranden van afval op de bouwplaats is verboden.
6.2.
Het verwijderen van afval en/op verpakkingen gebeurt volgens de procedure opgesteld door de aannemer.
6.3.
Maatregelen dienen genomen te worden tegen bodem-, lucht- en watervervuiling.
7. BOUWPLAATSINRICHTING
7.1.
Elke onderneming is verplicht voor haar werknemers de wettelijk voorziene gezondheidsinrichtingen ter beschikking te stellen (C.A.O. van 05/01/1984 - K.B. van 01/05/1984 - A.R.A.B. art. 76 ev.) en deze dagelijks te onderhouden. Maaltijden mogen enkel in de daartoe voorziene inrichtingen worden gebruikt.
7.2.
Het gebruik van de installatie van de algemene aannemer is in principe verboden voor derden tenzij onderling schriftelijk overeengekomen.
8. ELEKTRISCHE INSTALLATIE
8.1.
De elektrische installatie moet door een erkend organisme gekeurd worden conform het A.R.E.I.
Elk defect dient ONMIDDELLIJK aan de coˆrdinator-verwezenlijking gemeld te worden.
8.2.
Verdeelborden moeten steeds gesloten blijven. Het aansluiten kan enkel met aangepaste stekkers. Alle verbindingen (stekker/stopcontact) moeten geschikt zijn voor gebruik in vochtige omstandigheden, minimum IP44.
8.3.
Kabels moeten steeds opgehangen en/of afgeschermd worden tegen mogelijke beschadiging.
8.4.
Elke onderneming staat zelf in voor de verlichting van haar werkposten. Deze verlichting moet uitgevoerd worden volgens de geldende wetgeving.
9. ARBEIDSMIDDELEN EN TOEBEHOREN
9.1.
Enkel elektrisch materieel conform de A.R.E.I.-wetgeving mag op de bouwplaats aanwezig zijn en aangesloten worden op de daartoe voorziene verdeelborden.
9.2.
Elke onderneming moet zijn arbeidsmiddelen zodanig markeren dat ze identificeerbaar zijn. Het identificatiesysteem moet beschreven worden in de risicoanalyse-aannemer.
9.3.
De arbeidsmiddelen moeten geschikt zijn voor het uit te voeren werk en regelmatig gekeurd door een bevoegd persoon zodat bij het gebruik de veiligheid en gezondheid steeds gewaarborgd zijn. Op vraag van de coˆrdinator-verwezenlijking moeten de gebruiksaanwijzingen en veiligheids- en gezondheidsinstructies kunnen voorgelegd worden.
9.4.
Bij gebruik van arbeidsmiddelen van derden is DE GEBRUIKER verantwoordelijk voor de veiligheid.
9.5.
Bij het gebruik van heftoestellen gelden volgende specifieke bepalingen :
9.5.1.
Alle heftoestellen en hijstoebehoren, evenals grondverzetmachines die gebruikt worden om lasten te hijsen, die op de bouwplaats binnengebracht worden moeten voorzien zijn van een geldig keuringsattest.
9.5.2.
Een kopie van de keuringsattesten moet aan de coˆrdinator-verwezenlijking overhandigd worden vooraleer de toestellen in gebruik te nemen. Bij ontstentenis heeft de coˆrdinator- verwezenlijking het recht de toestellen buiten dienst te stellen.
9.5.3.
Bij gebruik van meerdere heftoestellen met overlappend werkbereik moet een gebruiksprocedure opgesteld en voorgelegd worden aan de coˆrdinator-verwezenlijking.
9.6.
Ladders zijn steeds in goede staat (zonder beschadigingen en stabiel) en uitgerust met aangepaste antislipvoorzieningen. Zij worden opgesteld op een goede, stevige ondergrond. Zij worden steeds vastgemaakt wanneer zij dienst doen als toegangsladder of wanneer de ladder 25 of meer sporten telt.
10. GEVAARLIJKE PRODUCTEN
10.1.
Alle producten op de bouwplaats moeten reglementair geëtiketteerd zijn of worden. Het gebruik van brandbare, toxische of andere gevaarlijke producten moet in de risicoanalyse- aannemer vermeld staan.
10.2.
Het stockeren van producten en verwijderen van de verpakking dient volgens de geldende wetgeving te gebeuren.
10.3.
Een kopie van de veiligheid- en gezondheidssteekkaart (chemische fiche of M.S.D.S.-fiche) van de gebruikte producten moet aan de coˆrdinator-verwezenlijking overhandigd worden. De steekkaart omvat ten minste volgende gegevens :
- naam van de fabrikant
- fysische eigenschappen
- bijzondere kenmerken
- gevaren/verschijnselen
- preventie
- blusstoffen/eerste hulp/evacuatie
10.4.
Indien werken worden uitgevoerd waarbij schadelijke of hinderlijke dampen/gassen kunnen vrijkomen, moet dit gemeld worden in de risicoanalyse-aannemer. Op basis van voorgaande gegevens zal het veiligheids- en gezondheidsplan aangepast worden door de coˆrdinator- verwezenlijking. Met de coˆrdinator-verwezenlijking worden maatregelen afgesproken om de dampen/gassen op een doeltreffende manier af te voeren (afzuiginstallatie, …).
11. WERKEN MET OPEN VLAM
11.1.
Voor de aanvang van werken met open vlam vraagt de onderneming aan de coˆrdinator- verwezenlijking of een vuurvergunning vereist is.
11.2.
Het behandelen van gasflessen gebeurt met de meeste zorg. Lege gasflessen en gasflessen die niet gebruikt worden, dienen buiten het gebouw op een vaste plaats rechtop gestockeerd, vastgemaakt, voorzien van de beschermkop en beschermd tegen de zon te worden.
11.3.
De zuurstof- en brandgasflessen worden bij gebruik vertikaal of schuin onder een hoek van minimum 35o geplaatst. Bij voorkeur worden ze gemonteerd op een flessenkar. Op het einde van de dagtaak worden gasflessen dichtgedraaid en slangen en manometers ontspannen.
11.4.
Bij werken met open vlam hoort een ABC-blusapparaat van minimum 6 kg.
Bijlage 2
Lijst van de onderaannemers en hun intentieverklaringen
1.1.2. ADMINISTRATIEVE GEVENS ONDERNEMING / ZELFSTANDIGE
Naam: ………………………………………………………………………………………………………………………………
Adres: ………………………………………………………………………………………………………………………………
Telefoon: ………………………….. Fax: …………………………… E-mail : …………………………………..
RSZ – nummer : ……………………………………………………………………………………………………………..
Registratienummer : ………………………………………………………………………………………………………..
Erkenning: ………………………………………………………………………………………………………………………
NACE – code: ………………………………………………………………………………………………………………….
BTW: …………………………………………………………………………………………………………………………………
Certificeering/attestering: VCA (*) BeSaCC (*) ISO (*) Andere (*) ……………….
Geldig tot: ………………………………………………………………………..
Ondernernemingshoofd:……………………………………………………………………………………………….
Aantal werknemers: ……………………………………………………………………………………………………..
Preventieadviseur Niveau I, II of III (*)
Externe preventiedienst: ……………………………………………………………………………………………
Tel: ………………………………………………………………………………..
Arbeidsgeneeskundige dienst: ……………………………………………………………………………………
Tel: …………………………………………………………………………………
Arbeidsongevallen verzekeraar: ………………………………………………………………………………….
Tel:………………………………………………………………………………………
Project: …………………………………………………………………………………………………………………………
Omschrijving van de uit te voeren werken: …………………………………………………………………….
Projectleider: ……………………………………………………………………………………………………………………
Werfleider: ………………………………………………………………………………………………………………………….
Veiligheidsverantwoordelijke op de werf: …………………………………………………………………………
EHBO – hulpverlener: ………………………………………………………………………………………………………
Maximum aantal werknemers die op de werf zullen tewerkgesteld worden: ……………..
Verwezenlijkingsperiode van :……/…../….. tot ……/……/……
INTENTIEVERKLARING
Ondergetekende verklaart het bouwplaatsreglement ontvangen te hebben en de verantwoordelijkheid te zullen nemen al zijn werknemers en onderaannemers die voor zijn rekening werken, te informeren over de inhoud.
Eveneens bevestigt ondergetekende de voorschriften van het bouwplaatsreglement duidelijk te hebben begrepen.
Gelezen en goedgekeurd,
Naam: …………………………………………………………………………..
Functie: …………………………………………………………………………..
Handtekening: ………………………………………………………………………..
(*) Schrappen wat niet van toepassing is.
1.2. LIJST VAN ONDERAANNEMERS
NR | Onderneming | Contactpersoon | Telefoonnummer | Melding | Intentie verklaring | V&G plan | Planning |
01 | |||||||
02 | |||||||
03 | |||||||
04 | |||||||
05 | |||||||
06 | |||||||
07 | |||||||
08 | |||||||
09 | |||||||
10 |
Bijlage 3
Intentieverklaring van de hoofdaannemer
INTENTIEVERKLARING
Project : ………………………………………………………………..
Bouwplaats : ………………………………………………………………..
Onderneming : ………………………………………………………………..
Adres : ………………………………………………………………..
………………………………………………………………..
VERKLARING
Ondergetekende verklaart het veiligheids- en gezondheidsplan in zijn bezit te hebben. Hij verklaart op de hoogte te zijn van de inhoud ervan, de verantwoordelijkheid te zullen nemen om al zijn werknemers en onderaannemers die voor zijn rekening werken, te informeren over de inhoud en toe te zien op de naleving ervan.
Bovendien verklaart ondergetekende alle voorschriften ervan duidelijk begrepen te hebben.
Voor akkoord, Datum / /
Ondernemingshoofd
*Dit document dient bij de inschrijving gevoegd te worden.
Bijlage 4
Toolboxmeting
Verslag van de veiligheidsvoorlichting
TOOLBOXMEETING
Firma : …………………………………………………………………………………….
Straat : ÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖ Nr. : ÖÖÖ Postnr. : ÖÖÖÖÖ.. Gemeente : ÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖ... Tel.: ÖÖÖÖÖÖ Fax.: ÖÖÖÖÖÖ Email: ÖÖÖÖÖÖÖ..ÖÖÖÖ
Datum : ÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖ..ÖÖ..
Gegeven door : ÖÖÖÖÖÖ..ÖÖÖÖÖÖÖÖ..
Project:
ÖÖÖ
ÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖ
Beschrijving van (de) besproken thema(s) :
ÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖ. ÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖ. ÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖ. ÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖ. ÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖ. ÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖ. ÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖ. ÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖ. ÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖ.
Onderneming | Naam deelnemer | Handtekening | |
1 | |||
2 | |||
3 | |||
4 | |||
5 | |||
6 | |||
7 | |||
8 | |||
9 | |||
10 | |||
11 | |||
12 | |||
13 | |||
14 |
Bijlage 5
Algemene risico ñ analyse van de aannemers en onderaannemers
BIJLAGE 6
Vuur ñ en werkvergunning
Brandpreventie
Brand is voor ieder bedrijf een permanent risico. Materiële verliezen zijn te verzekeren, dingen te herstellen of te vervangen. Wat mensen bij brand kan overkomen is met geld niet te vergoeden.
Brandpreventie begint met het naleven van bepaalde regels bij het dagelijks werk:
• rook niet op plaatsen waar het verboden is
• wees voorzichtig met vuur of vlam
• zorg dat ontvlambare en brandbare stoffen voldoende ver verwijderd zijn van ierder warmtebron
• ledig geen asbakken in de afvalbak
• gebruik voor brandbaar afval de daartoe bestemde recipiënten
• schakel elektrische machines en apparaten na gebruik uit en zeker bij het einde van de werktijd
• schakel defecte of beschadigde machines of toestellen onmiddellijk uit en signaleer dit dadelijk aan je rechtstreekse chef
• zorg ervoor dat de elektriciteitsvoorzieningen veilig zijn
De meest voorkomende brandoorzaken vindt men bij:
• lassen en snijden
• elektrische apparatuur en installaties
• verwarmingsapparaten
• verbranden van afvalstoffen
Neem volgende voorzorgen bij lassen en snijden:
• vermijden , bedekken of afschermen van de bewerking
• xxx steeds een blustoestel bij de hand
• hou toezicht op de ruimte waar vonken en spatten kunnen terechtkomen
• hou de slangen steeds uit de zone van lassen of branden
• zorgvuldig nazicht van de werkruimte na het beëindigen van het werk
• flessen zo opstellen dat ze niet kunnen vallen
• gebruik reglementaire las- of brandinstallaties
Zorg ervoor dat de elektrische installaties veilig worden ingericht. Laat dit werk aan deskundigen over.
De vuurvergunning wordt ingevuld op de voorgedrukte bladen “VUURVERGUNNING” , zoals opgesteld door NVBB.
Deze voorgedrukte bladen kan men bestellen op volgend adres: NVBB – ANPI
Xxxx xxxxxxxxxxxx
0000 XXXXXXX-XX-XXXXX
Tel : 010 / 45.72.11
Bijlage 7
Verplichting betreffende melden van werkzaamheden
BIJLAGE A : Type formulier voorafgaande kennisgeving
Voorafgaande kennisgeving van een tijdelijke of mobiele bouwplaats (artikel 45 van het KB van 25 januari 2001)
1. Datum van de mededeling:
.....................................................................................................
2. Volledig adres van de bouwplaats:
.......................................................................….............
3. Opdrachtgever(s)
naam/namen :
...................................................................………….................................................
adres(sen)
:..................................................................................................................................
..…
telefoon- en faxnummer(s)
:..............................................................................................................
4. Aard van het bouwwerk:........................................................................................................
5. Bouwdirectie(s) :
naam/namen
:.................................................................…...................................................
adres(sen)
:...........................................................................................................................
telefoon- en faxnummer(s)....................................................................................................
6. Coˆrdinator(en) inzake veiligheid en gezondheid tijdens de uitwerkingsfase van het ontwerp van het bouwwerk :
naam/namen :
......................................................................................................................
adres(sen) :
..........................................................................................................................
telefoon- en faxnummer(s) :
.................................................................................................
6. Coˆrdinator(en) inzake veiligheid en gezondheid tijdens de verwezenlijkingsfase van het bouwwerk :
naam/namen :
....................................................................................................................................
adres(sen)
:.........................................................................................................................................
telefoon- en faxnummer(s) :
...............................................................................................................
8. Vermoedelijke datum van aanvang der werkzaamheden op de bouwplaats :
...............................................
9. Vermoedelijke duur van de werkzaamheden op de bouwplaats :
.......................................…......
10. Vermoedelijk maximumaantal werknemers op de bouwplaats :
.................................................
11. Gepland aantal ondernemingen en zelfstandingen op de bouwplaats :
.................................................
12. Naam van de reeds geselecteerde ondernemingen :
....................................................................................
BIJLAGE B : Verplichtingen inzake voorafgaande kennisgeving
Koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen (B.S. 07.02.2001)
Verplichtingen inzake voorafgaande kennisgeving.
Welke werven moeten worden gemeld ?
Een voorafgaande kennisgeving is verplicht voor :
A. Elke tijdelijke of mobiele bouwplaats waar ÈÈn of meer van de volgende werkzaamheden, uitgevoerd worden :
1o werkzaamheden die de werknemers aan gevaren van bedelving, wegzinken of vallen blootstellen, gevaren die bijzonder vergroot worden door de aard van de werkzaamheden of van de toegepaste procÈdÈs of door de omgeving van de arbeidsplaats of de werken;
worden inzonderheid als bijzonder vergrote gevaren beschouwd:
a) het graven van sleuven of putten van meer dan 1,20 m diepte en het werken aan of in deze putten;
b) het werken in de onmiddellijke nabijheid van materialen zoals drijfzand of slib;
c) het werken met een valgevaar van een hoogte van 5 m of meer.
2o werkzaamheden die de werknemers blootstellen aan chemische of biologische agentia die een bijzonder risico voor de gezondheid en de veiligheid van de werknemers inhouden;
3o elk werk met ioniserende stralingen waarvoor de aanwijzing van gecontroleerde of bewaakte zones vereist is; (artikel 2 van het ARBIS)
4o werkzaamheden in de nabijheid van elektrische hoogspanningslijnen of -kabels; 5o werkzaamheden die de werknemers blootstellen aan een risico op verdrinking; 6o ondergrondse werken en tunnelwerken;
0x werkzaamheden met duikuitrusting; 8o werkzaamheden onder overdruk;
9o werkzaamheden waarbij springstoffen worden gebruikt;
10o werkzaamheden in verband met de montage of demontage van geprefabriceerde elementen.
Opmerking : Indien deze werkzaamheden worden uitgevoerd door ÈÈn enkele aannemer, is de voorafgaande kennisgeving slechts verplicht indien de totale duur van alle werkzaamheden vijf werkdagen overschrijdt.
B. elke tijdelijke of mobiele bouwplaats waarvan de vermoedelijke duur van de werken :
1o langer is dan dertig werkdagen, en waar meer dan twintig werknemers tegelijkertijd aan het werk zijn,
2o langer is dan 500 mandagen.
Wie moet de kennisgeving doen ?
De bouwdirectie belast met de uitvoering doet de voorafgaande kennisgeving.
Indien meerdere bouwdirecties actief zijn, valt de kennisgeving ten laste van elke bouwdirectie die als eerste activiteiten op de bouwplaats uitvoert.
Wanneer en bij wie gebeurt de kennisgeving ?
De voorafgaande kennisgeving wordt ten minste vijftien kalenderdagen vóór het begin van de werken op de bouwplaats gedaan aan de met het toezicht inzake arbeidsveiligheid belaste ambtenaar.
Aanplakking op de bouwplaats
Een kopie van de voorafgaande kennisgeving moet zichtbaar op de bouwplaats worden aangeplakt ten minste tien kalenderdagen vóór het begin van de werken.
Op welke wijze moet de kennisgeving gebeuren ?
Volgens het model van kennisgeving vastgelegd bij KB, en waarvan een kopie in bijlage A.
Wat in geval van overmacht ?
In geval van onvoorziene en dringende werken, wordt de voorafgaande kennisgeving vervangen door een mededeling, gedaan ten laatste de dag zelf van het begin van de werken bij wijze van een geschikt technologisch middel.
De gegevens vervat in deze mededeling zijn dezelfde als deze van het model van kennisgeving.
Adressen van de directies van de Technische Inspectie met hun ambtsgebied.
Directie West-Vlaanderen : Xxxxxxxxxxxxx 0 (1o verdieping), 0000 Xxxxxx, 🕿 050/44.20.20
🖴 050/44.20.29
Directie Oost-Vlaanderen : Administratief Centrum “Ter Plaeten”, Xxxx -Xxxxxxxxxxx 00X, 0000 Xxxx 🕿 09/235.29.81 🖴 09/235.28.39
Directie Antwerpen-Noord : Theaterbuilding, Xxxxxxxxx 000 xxx 00, 0000 Xxxxxxxxx 🕿
03/232.79.05 🖴 03/226.02.53
Directie Antwerpen-Zuid : Theaterbuilding, Xxxxxxxxx 000 xxx 00, 0000 Xxxxxxxxx 🕿
03/226.03.07 🖴 03/226.02.53
Directie Limburg : Xxxxxxxxxx Xxxxxxxxxxxxxxxx 00 (1o verdieping), 0000 Xxxxxxx 🕿
011/22.31.72 🖴 011/23.36.89
Directie Vlaams-Brabant : Xxxxxxxxxxxxxxx 000, 0000 Xxxxxx 🕿 016/20.80.10 🖴
016/20.57.31
Directie Brussel : Xxxxxxxxxxxxxx 00 (1o verdieping), 0000 Xxxxxxx 🕿 02/233.45.46 🖴
02/233.45.23
Directie Henegouwen-West : Xxxxxxxxx Xxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxx 🕿 065/35.39.19 🕿
065/35.42.12 🖴 065/31.39.92
Directie Henegouwen-Oost en Waals-Brabant : Xxx Xxxxxx 0, 0000 Xxxxxxxxx 🕿 071/20.49.00
🖴 071/20.49.14
Directie Namen : Xxxxxx Xxxxxxxxxx Xxxxxxx 00 (0Xxx Xxxxx), 0000 Xxxxxx 🕿
081/30.46.30 🖴 081/30.86.30
Directie Luxemburg : Xxx xx xx XxxX, 0000 Xxxxxxxxx 🕿 061/22.27.40 🖴 061/23.22.55 Directie Luik : Xxxxxxxxx xx xx XxxxxxxXxx 00, 0000 Xxxx 🕿 04/222.05.81 🕿 04/222.09.63 🖴 04/221.21.33
BIJLAGE 8
Formulieren
FORMULIER 1
ONGEVALSINSTRUCTIEBLAD
1. WAT DOEN BIJ EEN ONGEVAL ?
- alle verder gevaar voorkomen;
- verzorgen van de gekwetste;
- paniek bij de andere werknemers vermijden;
- onderzoek naar de omstandigheden;
- zie procedure bij ernstig ongeval
2. | ONGEVALLENRELAAS | |
- | Naam slachtoffer | : ……………………………………………………………… |
- | Adres slachtoffer | : ……………………………………………………………… |
- | Functie slachtoffer | ……………………………………………………………… : ……………………………………………………………… |
- | Werkgever | : ……………………………………………………………… |
- | Adres werkgever | : ……………………………………………………………… |
- | Plaats van het ongeval (werfadres) | ……………………………………………………………… : ……………………………………………………………… |
- | Tijdstip van het ongeval : | ……………………………………………………………… - datum : ………………………………………………… |
: - uur : ……………………………………………………………… | ||
- | Uitgevoerde opdracht op ogenblik van ongeval : ……………………………….…………… | |
- | Wie verleende de eerste hulp ? : ……………………………………………………………… | |
- - | Getuigen (naam + adres) : ……………………………………………………………… ……………………………………………………………… ……………………………………………………………… ……………………………………………………………… ……………………………………………………………… Plaats en aard van de verwonding (hoofd, arm, inwendig, …) : ……………………………………………………………… |
- Vervoer naar hospitaal ? ja □ neen □
zo ja : □ met ziekenwagen
□ met voertuig werkgever uur van vertrek : …………………
- Andere verzorging : □ gekwetste gaat naar ziekenhuis
□ gekwetste gaat naar huisdokter
□ verzorging alleen op de werf
- Tijdstip (datum + uur) van eventueel verwittigen :
* familie van slachtoffer : ………………………………………………………………
* preventieadviseur : ………………………………………………………………
* de V&G-coˆrdinator : ………………………………………………………………
* technische inspectie : ………………………………………………………………
- Hoe gebeurde het ongeval ? : ………………………………………………………………
………………………………………………………………
………………………………………………………………
- Mogelijke oorzaak van het ongeval : ………………………………………………………………
………………………………………………………………
- De werknemer moet ook zijn ziekenkas op de hoogte brengen
- Datum werkhervatting : …………………………………………
FORMULIER 2
- ONGEVALLEN INLICHTINGENBLAD
Datum : ÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖ.
Hoofdaannemer : ÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖÖ.
BETREFT : ALLE arbeidsongevallen overkomen aan de werknemers van de hoofdaannemer en zijn onderaannemers, leveranciers en bezoekers op de werf.
De ondergetekende ………………………………………………………………………………….
verklaart dat tijdens de periode van ……………………………. tot ……………………………….
1. □ Geen enkel arbeidsongeval gebeurde in het kader van de uitvoering van zijn contract.
Handtekening : …………………………….
2. □ Volgende arbeidsongevallen zich voordeden :
Datum | Naam gekwetste | Werkgever | Afwezigheid Xxx Xxx | |
Een kopij van elke ongevalaangifte wordt hierbij gevoegd. Handtekening : …………………………….
DIT INLICHTINGENBLAD DIENT TERUGBEZORGD AAN DE COORDINATOR-VERWEZENLIJKING (MET KOPIJ AAN DE OPDRACHTGEVER) TEN LAATSTE OP HET EINDE VAN ELKE TUSSENTIJDSE VORDERINGSPERIODE
FORMULIER 3
NOODOPROEPNUMMERS
Tel 100 gsm 112 - Medische spoeddienst | Vermeldt referentiepunt en straatnaam Vermeldt de aard van verwonding Vermeldt of het slachtoffer ademt Vermeldt of het slachtoffer hartslag heeft Vermeldt de naam van Uw firma en Uw eigen naam Bij levensgevaar mgeteen via de 100 bijstand vragen van de MUG (medische urgentie groep) !!! | ||
Xxxxxxxxxx met urgentiedienst 24/24u | Maximaal beroep doen op de dienst 100 voor vervoer van een gekwetste, gezien risico van shock tijdens vervoer!! | ||
Huisartsen Cfr dienst 100 of urgentiedienst 24/24u Ziekenhuis | Oogarst Cfr urgentiedienst 24/24u | ||
Antigifcentrum 070/245.245 militair Hospitaal Neder-over-Heembeek | Wacht niet op ziekteverschijnselen vooraleer te bellen Geen melk toedienen, melk is geen tegengif Niet laten braken! Meestal is braken niet aangewezen, bel eerst Spoel overvloedig met water na spatten van een schadelijke stof in de ogen of op de huid Verlucht de ruimte goed als er irriterend of giftig gas vrijgekomen is. | ||
Brandweer Tel 100 gsm 112 | vermeldt de plaats van de brand en punt en straatnaam waar de brandweer wordt opgewacht Vermeldt de aard van de brand (gas, vloeistof, vaste stoffen,...) Vermeldt de omvang, de beschikbaarheid van bluswater de aanwezigheid van gewonden de aanwezigheid van EHBO | ||
Politiediensten : 101 (alg. nummer) | politie: tel urgentie: tel info: |
FffFf