Selectieleidraad
Doorontwikkeling Jeugd- en Gezinshulp Den Haag
2024 tot 2032
Dialooggerichte Procedure Sociale en Andere Specifieke Diensten (SAS)
22.525-OCW
Inhoudsopgave
Beschrijving van de Gemeente Xxx Xxxx 0
Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx Xxxxxxxx Xxx Xxxx 7
2 Huidige situatie van de jeugdhulp in Den Haag 9
Hoe is de jeugdhulp in Den Haag nu geregeld? 9
Regionale samenwerking Haaglanden 10
Aanleiding aanbesteding jeugd- en gezinshulp 10
Marktconsultaties en communicatie 12
Uitgangspunten Jeugd- en gezinshulp 13
Werken vanuit leidende principes 16
Volgen, leren en ontwikkelen 18
Overige kaders en ontwikkelingen 19
4 De Opdracht: samenhangende en effectieve jeugd- en gezinshulp 23
4.1.3 Aanvullende zorg: Specialistische jeugdhulp 26
4.1.4 Persoons gebonden budget (pgb) 28
4.3.1 Optie 1: Schoolmaatschappelijk werk 31
4.3.2 Optie 2: Onderwijs Jeugdhulparrangementen 31
4.3.3 Optie 3: Jeugdhulpexpertise in de huisartsenpraktijk 31
4.3.4 Optie 4: Stedelijke expertteams 32
4.3.5 Optie 5: Jong volwassenen (16-27 jaar) 33
Niet in scope van de Opdracht 33
Geraamde waarde van de Opdracht 36
4.8.1 Totale geraamde waarde 36
4.8.2 Geraamde waarde per perceel 37
Geraamde waarde van de opties 38
Informatievoorziening en administratie 38
Onderaanneming gedurende looptijd van de overeenkomst 39
Communicatie tijdens de Aanbesteding 41
5.7.1 Onderwerpen tijdens de Dialoogfase 42
5.7.2 Vergoeding kosten Dialoogfase 44
6.1.2 Juridische voorwaarden 45
6.1.6 Non discriminatiebeginsel 46
6.3.2 Aanleveren van de Aanmelding 47
6.3.4 Ondertekening Aanmelding 47
6.3.5 Aanmelden in Combinatie en beroep op een Derde 48
6.3.6 Kosten van de Aanmelding 49
6.3.7 Onvoorwaardelijke Aanmelding 49
6.3.8 Aanvullingen/verduidelijkingen/verificatie 50
6.3.9 Eigendom van de informatie 50
8.1.1 Uitsluiting Russische partijen 54
Bewijsstukken Uitsluitingsgronden 55
Financiële en economische draagkracht 57
Technische bekwaamheid en beroepsbekwaamheid 58
9.2.2 Overige Geschiktheidseisen 61
Selectiecriterium 1: Visie op de doorontwikkeling 63
Selectiecriterium 2. Visie op integrale Opdracht 64
Selectiecriterium 3 Referentieopdrachten 65
Voor u ligt de Selectieleidraad voor de Europese Aanbesteding voor lokale jeugdhulp in het kader van de Doorontwikkeling Jeugd- en Gezinshulp van de Gemeente Den Haag, hierna te noemen de Gemeente.
De Opdracht is opgedeeld in 4 percelen, waarbij ieder perceel een geografisch gebied omvat binnen de stad Den Haag.
Het doel van deze Europese Aanbesteding is het sluiten van één overeenkomst per perceel tussen de Gemeente en één Opdrachtnemer die het totale aanbod van de jeugdhulp binnen de scope van deze Opdracht in het betreffende gebied (perceel) gaat leveren, zie paragraaf 1.1.
Voor het toekomstbestendig organiseren van jeugd- en gezinshulp is een andere aanpak nodig. De gemeente ziet de voorgenomen aanpak zoals beschreven in hoofdstuk 3 en 4 als een grote kans om in partnerschap met Opdrachtnemers de Transformatiedoelen van de Jeugdwet te realiseren, het zorglandschap eenvoudiger in te richten en daardoor de hulp voor de jeugd in Den Haag te verbeteren.
Een belangrijke beslissing bij de vormgeving van de onderhavige Opdracht is (1) de keuze voor één integrale opdracht of één opdracht die is opgedeeld in meerdere percelen en (2) de keuze voor één of meerdere Opdrachtnemers voor de integrale Opdracht of per perceel. In de marktconsultatiefase zijn deze mogelijkheden meerdere keren aan de orde geweest en hebben partijen hun voorkeur uitgesproken.
De gemeente kiest ervoor om de omvangrijke Opdracht voor de lokale jeugdhulp in Den Haag niet als één opdracht aan te besteden, maar 4 geografische gebieden te onderscheiden die als percelen zullen worden aanbesteed.
De stad Den Haag kent 44 wijken1 die zijn geclusterd in acht stadsdelen, dit zijn:
1. Escamp
2. Centrum
3. Xxxxxx Xxxx
0. Xxxx
0. Xxxxxxxxxxxxx- Ypenburg
6. Scheveningen
7. Loosduinen
8. Segbroek
Voor het bieden van lokale jeugdhulp door de Jeugdteams vanuit de Haagsche centra voor jeugd en gezin (CJG’s) is Den Haag organisatorisch verdeeld in vier clusters die we in deze Aanbesteding opnemen als 4 percelen, te weten:
Perceel 1 Escamp (128.808 inwoners)
Perceel 2 Centrum (105.995 inwoners)
Perceel 3 Kust (Scheveningen, Loosduinen en Segbroek) (171.428 inwoners)
Perceel 4 Rand (Leidschenveen-Ypenburg, Laak en Haagse Hout) (142.931 inwoners)
1 Den Haag in Cijfers.
De Gemeente heeft gekozen voor deze perceelindeling omdat:
• de geografische perceelindeling aansluit bij de huidige gebiedsafbakening van de JGZ en de Jeugdteams van de Gemeente;
• het meer kansen biedt aan middelgrote aanbieders om ook deel te nemen aan de Aanbesteding ten opzichte van de keuze voor één Opdracht voor heel Den Haag;
• het de mogelijkheid biedt om per perceel de Opdrachtnemer te selecteren die in het betreffende specifieke gebied waarop het perceel betrekking heeft de beste jeugdhulp kan bieden;
• de keuze voor percelen de financiële risico’s voor Gemeente en aanbieders beperkt ten opzichte
van de keuze voor één Opdracht voor heel Den Haag.
De Gemeente wil per perceel één Opdrachtnemer contracteren die de volledige Opdracht voor het betreffende perceel kan uitvoeren. De keuze voor één Opdrachtnemer per perceel komt sturing en nauwe samenwerking tussen de Gemeente en de Opdrachtnemers ten goede en vergroot de kans om de Transformatiedoelen te behalen.
Een inschrijver kan op meerdere percelen inschrijven en kan ook meerdere percelen gegund krijgen. Als aan één inschrijver meerdere percelen worden gegund, zullen werkafspraken worden gemaakt over de praktische wijze waarop de aan die partij gegunde percelen zich tot elkaar verhouden. Daardoor kunnen administratieve lasten mogelijk worden beperkt.
In de marktconsultatiefase is duidelijk geworden dat sommige jeugdhulpvoorzieningen, zowel van aanbieders als van de Gemeente, gezien de spreiding en de benodigde expertise, alleen op stedelijk niveau kunnen worden aangeboden. De Opdrachtnemers zijn per gebied (perceel) verantwoordelijk voor de hulp (binnen de scope) aan alle jeugdigen die in dat gebied wonen. De jeugdhulp kan wel in
een ander gebied plaatsvinden, bijvoorbeeld als de jeugdige in een ander gebied op school zit, maar de Opdrachtnemer van het gebied waarin de jeugdige woont blijft verantwoordelijk. De indeling in gebieden mag niet verhinderen dat de juiste zorg op de juiste plek wordt aangeboden.
De Gemeente heeft de verwachting dat (een deel van) de Jeugdhulpaanbieders door middel van een samenwerkingsverband (ook wel een Combinatie) zal deelnemen aan de Aanbesteding om deze Opdracht met een breed palet aan dienstverlening te kunnen uitvoeren. Het is mogelijk dat de Opdrachtnemer gedurende de uitvoering van de overeenkomst bepaalde (andere) taken wil uitbesteden aan onderaannemers. De Opdrachtnemer moet daarbij in ieder geval de werkzaamheden die verband houden met de Toegang en Triage zelf uitvoeren.
Voor het selecteren van de aanbieders is gekozen voor een dialooggerichte procedure, binnen de kaders van de procedure voor ‘sociale en andere specifieke diensten’ (SAS), zoals deze is beschreven in de artikelen 2.6a, 2.38 en 2.39 van de Aanbestedingswet, houdende regels voor Aanbestedingen (herziene Aanbestedingswet 2012).
De werkzaamheden vallen onder de CPV-code:
• Welzijnszorg voor kinderen en jongeren 85311300-5
• Maatschappelijke dienstverlening 85300000-2
De dialooggerichte procedure kent 3 fasen; de (1) Selectiefase, (2) Dialoogfase en (3) Gunningsfase. Deze fasen zijn hieronder nader beschreven.
Selectiefase
De Aanbesteding start na de aankondiging met de Selectiefase. Aanbieders kunnen zich tijdens deze Selectiefase aanmelden voor deelname aan de aanbestedingsprocedure, conform de in deze Selectieleidraad gestelde eisen.
De selectie vindt plaats op basis van een toets op Uitsluitingsgronden en Geschiktheidseisen. Het totaal aantal geschikte Gegadigden dat voor deelname aan de Dialoogfase wordt uitgenodigd is beperkt tot maximaal vijf Gegadigden per perceel. Indien zich voor een perceel meer dan vijf geschikte Gegadigden hebben aangemeld, zal met behulp van Selectiecriteria een nadere selectie worden uitgevoerd om het aantal Gegadigden dat wordt uitgenodigd voor deelname aan de Dialoogfase terug te brengen naar vijf. De Uitsluitingsgronden, Geschiktheidseisen en Selectiecriteria worden in dit document verder uitgewerkt.
Dialoogfase
De Dialoogfase wordt doorlopen met de tijdens de Selectiefase geselecteerde Gegadigden. De Dialoogfase kent een open karakter en is toegevoegd aan onze Aanbesteding, omdat wij graag samen met aanbieders tot (nadere) invulling willen komen van bepaalde onderdelen van deze Opdracht. Het betreft onderdelen waarvan de Gemeente op voorhand nog geen keuze kan of wil maken en waarbij de Gemeente het belangrijk vindt om deze samen met Gegadigden te ontwikkelen om zo te komen tot een betere kwaliteit van de uitvoering (zie paragraaf 5.7 voor een nadere toelichting).
Bij aanvang van de Dialoogfase ontvangen de Gegadigden een dialoogleidraad. De dialoogleidraad betreft een startdocument voor de Dialoogfase en bevat een toelichting op de verschillende thema’s waarover gesproken zal worden tijdens de Dialoogfase en een planning van wanneer de gesprekken plaats zullen vinden (zie voor de planning paragraaf 5.1). Vervolgens ontvangen de Xxxxxxxxxx de overige Aanbestedingsstukken in concept, waaronder de inschrijvingsleidraad en het programma van eisen.
De dialooggesprekken worden met elke geselecteerde Gegadigde afzonderlijk gevoerd. Daarnaast vinden zogenaamde tafelgesprekken plaats met meerdere Gegadigden, waar met elkaar over
inhoudelijke thema’s wordt gesproken. Ook vinden er tafelgesprekken plaats met de Gegadigden en
belangrijke stakeholders, zoals onderwijspartners, huisartsen, cliëntvertegenwoordigers en andere samenwerkingspartners. Op basis van de opgehaalde input uit de Dialoogfase stelt de Gemeente de definitieve aanbestedingsvoorwaarden en -criteria op die na afronding van de Dialoogfase en bij aanvang van de Gunningsfase aan de Gegadigden zullen worden verstrekt.
Gunningsfase
De Gegadigden ontvangen bij aanvang van de Gunningsfase de definitieve inschrijvingsleidraad en kunnen op basis hiervan een Inschrijving doen. In deze inschrijvingsleidraad is onder meer nadere informatie opgenomen over de Opdracht, het programma van eisen, de Gunningscriteria en de beoordelingssystematiek.
In de Gunningsfase wordt getoetst of de inschrijvers aan het programma van eisen voldoen en worden de Inschrijvingen beoordeeld aan de hand van het gunningscriterium economisch meest voordelige Inschrijving op basis van de beste prijs-kwaliteitverhouding. Zoals verderop in deze Selectieleidraad wordt toegelicht stelt de Gemeente de prijs vast (zie paragraaf 4.7, 4.8 en 4.9).
De inschrijvingen worden voor 100% op kwaliteit beoordeeld. De kwalitatieve gunningscriteria. zullen betrekking hebben op de implementatie, de uitvoering van de Opdracht, risicobeheersing en monitoring. Inschrijvers zullen deze kwalitatieve gunningscriteria uitwerken in een plan van aanpak.
Om deze Opdracht te realiseren wenst de Gemeente Den Haag een overeenkomst te sluiten met één Opdrachtnemer of samenwerkingsverband per gebied (perceel). De Overeenkomst treedt in werking op 1 januari 2024 en heeft een looptijd van 8 jaar en eindigt na verloop van deze looptijd van rechtswege op 31 december 2031.
Beschrijving van de Gemeente Den Haag
De aanbestedende dienst is de Gemeente Den Haag (de Gemeente). De Gemeente heeft ca. 550.000 inwoners. Den Haag behoort hiermee tot de vier grootste gemeenten van Nederland. Het bestuur van de Gemeente, bestaande uit het college van Burgemeester en Wethouders, is gehuisvest in het Stadhuis aan het Spui. Het Stadhuis, stadskantoor Leyweg en de stadsdeelkantoren vormen de belangrijkste (neven)locaties en zijn gevestigd in de stadsdelen Centrum, Escamp, Haagse Hout, Laak, Leidschenveen-Ypenburg, Loosduinen, Scheveningen en Segbroek. Voor verdere informatie over de Gemeente zie de website xxx.xxxxxxx.xx.
Inkoopdoelstellingen Gemeente Den Haag
De Gemeente heeft als doelstelling rechtmatig en doelmatig in te kopen. De Gemeente kijkt bij haar inkopen ook naar haar beleidsdoelstellingen op het gebied van duurzaamheid, innovatie, social return en de toegankelijkheid voor het mkb. De Gemeente probeert daarbij een keuze te maken voor slimmere, veiligere en socialere oplossingen. Deze zijn nodig in de veranderende wereld waarin ook de Gemeente te maken heeft met klimaatverandering, uitputting van grondstoffen, digitalisering en demografische veranderingen. Zie voor meer informatie: xxx.xxxxxxx.xx, zakendoen met de Gemeente.
De Gemeente Den Haag wil de stad op duurzame wijze vormgeven en wil hierin een voorbeeldrol spelen door onder andere een duurzaam inkoopbeleid te voeren. Om die reden stelt de Gemeente Den Haag duurzaamheidseisen aan producten en diensten die zij inkoopt.
Door deel te nemen aan deze aanbestedingsprocedure verklaren de Inschrijvers dat bij de totstandkoming c.q. uitvoering van de in deze aanbestedingsprocedure te leveren producten en/of diensten zo veel als mogelijk gekozen wordt voor een duurzame werkwijze.
In de gunningsfase worden eisen gesteld aan de duurzaamheid deze worden opgenomen in het programma van eisen.
Door het doen van een Inschrijving in de Gunningsfase verklaart de Inschrijver dat zijn onderneming voldoet of zal voldoen aan de duurzaamheidseisen.
2 Huidige situatie van de jeugdhulp in Den Haag
Hoe is de jeugdhulp in Den Haag nu geregeld?
In Den Haag wordt er vanuit basisvoorzieningen ingezet op Preventie voor het bevorderen van een gezond en veilig opvoedklimaat voor jeugdigen. Daar waar het kind of gezin meer ondersteuning nodig heeft voor opvoed- en opgroeivragen, is de jeugdhulp georganiseerd in de gemeentelijke Jeugdteams en door middel van regionaal ingekochte jeugdhulp.
De gemeentelijke Jeugdteams vormen, samen met Jeugdgezondheidszorg (JGZ), het Haagse Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Het CJG is in ieder stadsdeel laagdrempelig aanwezig en vormt de kern van het Haagse jeugdstelsel. Het CJG biedt laagdrempelig opvoedondersteuning, jeugdgezondheidszorg en jeugdhulp aan. Het CJG werkt intensief samen met basisvoorzieningen zoals peuter- en kinderopvang, welzijnswerk, onderwijs, schoolmaatschappelijk werk, preventieve gezondheidszorg, sport, politie en huisartsen. Daarnaast werkt het CJG op gezinsniveau intensief samen met de aanbieders van Specialistische jeugdhulp, Jeugd-GGZ, Veilig Thuis, gecertificeerde instellingen en de WMO.
In totaal zijn er 26 Jeugdteams. Afhankelijk van de grootte van het stadsdeel heeft elk CJG één of meerdere Jeugdteams. Daarnaast zijn er - samenhangend met een bepaalde doelgroep, aandachtsgebied of expertise - vier stedelijke Jeugdteams, te weten het PGB team, Stedelijk team Risicogroepen, VO team Jeugdhulp en Veilig Verder Team. Per 2018 is de opdracht voor de Jeugdteams van Den Haag aanbesteed. Zij werken met verschillende expertises volgens het zogenoemde T-profiel, waarbij een generiek profiel (met basiskennis en -competenties) gecombineerd wordt met een specifieke expertise.
De Jeugdteams ondersteunen, wanneer nodig, kinderen en gezinnen bij het opgroeien en opvoeden. Hiertoe begeleiden of behandelen zij jeugdigen en gezinnen integraal. Indien nodig besluit het Jeugdteam dat gespecialiseerde jeugdhulp wordt ingezet.
De Specialistische jeugdhulp wordt regionaal ingekocht via het Servicebureau Jeugdhulp Haaglanden (SBJH). Er zijn door het SBJH circa 18o partijen gecontracteerd. Naast de regionaal ingekochte specialistische zorg wordt hoog Specialistische jeugdhulp bovenregionaal of landelijk ingekocht.
Toegang naar jeugdhulp
Elke jeugdige die via verschillende wegen (politie, onderwijs, JGZ etc.) wordt aangemeld bij de Jeugdteams voor hulp en/of ondersteuning krijgt een uitgebreide intake door een gezinscoach ten behoeve van vraagverheldering. Daarbij wordt naar het gehele gezin gekeken. Afhankelijk van de hulpvraag en in overleg met het gezin wordt er ondersteuning, begeleiding en/of behandeling ingezet vanuit de basisvoorziening of het Jeugdteam. Mocht er Specialistische jeugdhulp noodzakelijk zijn, dan verwijst het Jeugdteam naar passende ondersteuning. Aanvragen voor een persoonsgebonden budget (PGB) worden behandeld door het Jeugdteam aangevuld met de expertise vanuit het PGB- team.
In de kinderopvang zijn voorschoolse maatschappelijk werkers en in het (primair, voortgezet en middelbaar beroeps-) onderwijs zijn schoolmaatschappelijk werkers actief. Zij kunnen jeugdigen en ouders kortdurend ondersteunen. Het schoolmaatschappelijk werk werkt intensief samen met JGZ, leerplichtinstanties en de Jeugdteams. Zo nodig verwijzen zij jeugdigen en ouders voor langer durende ondersteuning door naar de Jeugdteams. Preventieve activiteiten en kortdurende trajecten op school worden veelal in co-productie (en co-financiering) tussen de Samenwerkingsverbanden van het Primair en Voortgezet Onderwijs en de Gemeente uitgevoerd.
De lokale samenwerking van huisartsen met de Jeugdteams is verbeterd door (middels een pilot) te werken met jeugdprofessionals in de huisartsenpraktijk. Deze professional ondersteunt de huisarts met vraagverheldering en Triage. Ook kan deze professional kortdurende ondersteuning aanbieden. Met de inzet van deze professional neemt de verwijzing van huisartsen naar duurdere Specialistische jeugdhulp af.
Naast de gemeentelijke Toegang en huisartsen kunnen ook andere wettelijke verwijzers (gecertificeerde instellingen, jeugdartsen, medische specialisten, rechters) rechtstreeks toe leiden naar jeugdhulp. De Triage wordt dan door de huidige aanbieders van Specialistische jeugdhulp gedaan.
Regionale samenwerking Haaglanden
In de regio Haaglanden (H102) wordt de inkoop en het contractmanagement van de tweedelijns jeugdhulp gecoördineerd door het Servicebureau Jeugdhulp Haaglanden. Het Servicebureau is hiermee de regionale uitvoeringsorganisatie en coördineert de inkoop van jeugdhulp bij jeugdhulpaanbieders (op basis van open house-procedures), de controle en afwikkeling van declaraties, het beoordelen en verstrekken van voorschotten door de H10 gemeenten aan jeugdhulpaanbieders en ramingen per gemeente van de jeugdhulpkosten.
Onder verantwoordelijkheid van de H10 gemeenten is de Regiovisie Jeugdzorg Haaglanden 2021- 20263 opgesteld. De regiovisie is ontwikkeld samen met aanbieders, professionals, ouders, jongeren, samenwerkingsverbanden passend onderwijs, beleidsmakers en lokale teams. Met de regiovisie willen de gemeenten de uitgangspunten voor een duurzame samenwerking definiëren, de koers voor de continue verbetering van de jeugdzorg uitzetten en de kosten beheersbaar maken.
Voor het verbeteren van de jeugdzorg hebben de H10 gemeenten de volgende ambities geformuleerd:
• Versterken van het gewone opvoeden en opgroeien.
• Kinderen en jongeren groeien zo thuis mogelijk op.
• Kinderen en jongeren krijgen tijdig de best passende hulp.
• Kinderen en jongeren groeien op in een duurzaam veilige situatie.
• Jeugdhulp en onderwijs werken effectief samen.
In de regiovisie wordt onder andere aangegeven dat het lokaal en/of integraal werken één van de leidende principes is die houvast geven voor (beleids-)ontwikkelingen. De Gemeente Den Haag maakt op basis van deze visie vanaf 2024 gebruik van de mogelijkheid om lokaal jeugdhulp in te gaan kopen. Voor de inkoop van hoog specialistische (veelal intramurale) jeugdhulp blijft Den Haag samenwerken met de H10 gemeenten. Vanaf 2024 zullen de contracten voor de lokale jeugdhulp door de Gemeente Den Haag zelf worden gesloten. De overeenkomsten die Den Haag in H10 verband met aanbieders heeft gesloten worden opgezegd voor het deel dat betrekking heeft op de jeugdhulp die de Gemeente Den Haag lokaal gaat inkopen en onderdeel uitmaakt van voorliggende opdracht.
Aanleiding aanbesteding jeugd- en gezinshulp
Op 1 januari 2024 lopen de huidige contracten met de partners voor de lokale Jeugdteams af, waardoor het nodig is deze dienstverlening opnieuw in te kopen. Tegelijkertijd heeft de uitvoering van de Jeugdwettaken ons de afgelopen zeven jaar veel geleerd. Dit levert belangrijke inzichten op die bepalend zijn voor de doorontwikkeling van de jeugd- en gezinshulp in Den Haag. Onderstaande
2 H10 zijn de tien gemeenten in de Regio Haaglanden: Den Haag, Delft, Rijswijk, Leidschendam-Voorburg, Zoetermeer, Wassenaar, Voorschoten, Westland, Pijnacker-Nootdorp, Midden-Delftland.
3 De link naar de regiovisie: xxxxx://xxxxxxx.xxxxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxx/00000000/0/XXX000000_Xxxxxxx_0_xxxxxxx-xxxxxxxxxxxxx_Xxxxxxxxxx
inzichten komen in het volgende hoofdstuk terug in de beschrijving van onze visie en waar we naar toe willen:
• Uitdagingen en problemen in de levens van kinderen hangen vaak samen met de problematiek van ouders, zoals relatieproblematiek, schulden of armoede. Enkel het kind helpen zorgt voor onvoldoende verbetering in het gezin als systeem.
• Jeugdigen en ouders zijn actief in de omgeving waar zij wonen, hun vrije tijd doorbrengen, naar opvang, school of de huisarts gaan en werken. Het is belangrijk de jeugdhulp goed op de Leefwereld en sociale omgeving van gezinnen aan te laten sluiten en niet altijd als zelfstandige interventie in te zetten.
• Door het open karakter van de Jeugdwet en de jeugdhulpplicht wordt jeugdhulp soms te ruimhartig en snel ingeschakeld voor vragen die ook door voorliggende of aanpalende voorzieningen opgepakt kunnen worden. Normaliseren is vaak niet de norm. Of problemen doen zich voor op het snijvlak van diverse wetten waarbij niet goed duidelijk is bij welke wet de vraag thuishoort.
• Zorg in één gezin, geleverd door meerdere instellingen werkt niet goed als de focus van iedere aanbieder enkel gericht is op inzet van het eigen aanbod. Dit geeft niet altijd het bedoelde resultaat voor het gezin en leidt tot hogere kosten.
• Er is sprake van een ‘mismatch’ in de jeugdhulp tussen de verschillende wijken4. Den Haag is een sterk gesegregeerde stad. In wijken met een lagere Sociaal Economische Status gebaseerd op gegevens over welvaart, opleidingsniveau en arbeidsmarktdeelname, staan bij veel gezinnen zorgen over bestaanszekerheid centraal5. Het gaat om zorgen over wonen, gezondheid, schulden, inkomensonzekerheid en dergelijke. We zien dat in Haagse wijken waar je op grond van de aanwezige problematiek veel gebruik van jeugdhulp zou verwachten, het gebruik lager is. Dit terwijl het gebruik juist hoger ligt in Haagse wijken waar je op grond van de aanwezige problematiek weinig gebruik van jeugdhulp zou verwachten. Dit vraagt om een gedifferentieerde aanpak voor de verschillende gebieden in Den Haag. In de ene wijk zal de focus meer moeten liggen op het bereiken van kwetsbare gezinnen. In de andere wijk zal de focus meer moeten liggen op normaliseren in plaats van problematiseren.
4 Bot, S., Xxxx, X. xx, Xxxxxxx, X., Xxxxxxxxxx, X., Xxxxx, X. xxx xxx, & Xxxxxxxx, X. (2013): Terecht in de jeugdzorg. Voorspellers van kind- en opvoedproblematiek en jeugdzorggebruik. Den Haag; Sociaal en Cultureel Planbureau. Xxxxxxxx, X. (2018): Children’s and adolescents’ enrolment in psychosocial care: determinants, expected barriers, and outcomes. Groningen: Rijksuniversiteit Groningen;
Xxxxxxxxxxxxxxx, X., Xxxx, X., Xxxxxx, X., Xxxxxxxxxx, X. (2020). Jeugdhulp in de wijk. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.
5SES-WOA score geeft in één oogopslag weer hoe een wijk scoort ten opzichte van andere wijken op drie elementen van de sociaal economische status (SES): welvaart, opleidingsniveau en arbeidsmarktdeelname (WOA). Bij een hogere SES-WOA score zijn de inwoners welvarender en/of hoger opgeleid en/of langduriger aan het werk. Het CBS berekent deze scores.
• Stijgende jeugdhulpkosten die andere publieke voorzieningen dreigen te verdringen. Dit vraagt van ons dat we kritisch kijken naar hoe we de jeugdhulp in Den Haag integraal en effectief kunnen organiseren én kosten en administratieve lasten beheersen.
• Veel professionals hebben in de jeugdsector te maken met hoge werkdruk en hoge
administratieve lasten. Door een hoge caseload, administratie, bureaucratische procedures en geen of beperkte innovatieve ruimte zijn jeugdprofessionals vaak niet goed in staat de hulp te bieden die nodig is. Dit leidt tot een hoog verzuim en een hoge uitstroom uit de sector.
Voor het toekomstbestendig organiseren van jeugd- en gezinshulp is kortom een andere aanpak nodig. We zien de onderhavige Opdracht als een grote kans om met aanbieders de Transformatiedoelen van de Jeugdwet te realiseren en daartoe het zorglandschap eenvoudiger in te richten.
Marktconsultaties en communicatie
Afgelopen maanden hebben er verschillende mondelinge en een schriftelijke marktconsultatie plaatsgevonden. De presentatie en het verslag van de bijeenkomst van 6 oktober 2022 en de opbrengst van de schriftelijke marktconsultatie zijn terug te vinden op TenderNed onder Marktconsultatie Doorontwikkeling Jeugd- en gezinshulp: xxxxx://xxx.xxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxxxxx/xxxxxxxxx/000000/xxxxxxx u klikt op Mercell Source-to- Contract in de blauwe balk .
Het verslag van de schriftelijke marktconsultatie van 17 september 2022 is als bijlage 9 bij deze Selectieleidraad gevoegd.
Overzicht marktconsultaties en communicatie
Datum | Wat | Wie |
02-06-2022 | Informatiemail | Alle gecontracteerde aanbieders |
22-06-2022 | Eerste consultatie | Selectie aanbieders |
18-07-2022 | Informatiemail | Geselecteerde subsidiepartners |
07-08-2022 | Bilaterale consultaties | Geselecteerde aanbieders |
30-08-2022 | Themasessie afbakening | Selectie aanbieders |
13-09-2022 | Themasessie Veiligheid | Selectie aanbieders, GI’s en Veiligheidsketenpartners |
13-09-2022 | Themasessie middelgrote aanbieders | Selectie middelgrote aanbieders |
17-09-2022 | Schriftelijke consultatie TenderNed | Alle aanbieders en geïnteresseerden |
06-10-2022 | Plenaire marktconsultatie | Alle aanbieders en samenwerkingspartners |
De Gemeente heeft veel waardering voor de actieve en constructieve bijdrage van aanbieders bij zowel de mondelinge als de schriftelijke consultatie(s). Het is goed om te horen dat veel aanbieders het eens zijn met de uitgangspunten en vaak dezelfde knelpunten in de uitvoering van de jeugdhulp ervaren.
Begrijpelijk is dat aanbieders ook zorgen ervaren over de door de Gemeente gekozen aanpak zoals:
• Hoe verhoudt deze Opdracht zich tot de regionale inkoop.
• Voor welke gebiedsindeling wordt gekozen en wat betekent dat voor de Opdracht.
• Zorgen over verschraling van het aanbod en minder keuzevrijheid voor cliënten.
• Korte implementatietijd van de aan te besteden Opdracht.
Aanbieders hebben ook actief meegedacht over de wijze waarop de Gemeente dit proces kan vormgeven. Dit heeft de Gemeente erg geholpen bij het samenstellen van deze Selectieleidraad. De onderwerpen die zijn aangedragen tijdens de marktconsultaties zijn verzameld en waar relevant zullen deze onderdeel uitmaken van de gesprekken in de Dialoogfase.
We beogen een toegankelijk, effectief en betaalbaar jeugdstelsel zodat de gezinnen die dit nodig hebben ook in de toekomst kunnen blijven rekenen op passende hulp van goede kwaliteit. Maar hoe doen we dat? En hoe integreren we de geleerde lessen hierin? Dat lichten we in de volgende hoofdstukken nader toe, waarbij we ingaan op onze ambitie voor de jeugd, de uitgangspunten van het toekomstperspectief, leidende principes en landelijke kaders voor het bieden van ondersteuning aan jeugdigen en gezinnen.
In lijn met de Jeugdwet is onze ambitie dat jeugdigen veilig, gezond en kansrijk opgroeien, naar vermogen mee kunnen doen in de samenleving, hun talenten kunnen ontwikkelen en prettig kunnen samenleven met elkaar. Hiervoor is een sterke Pedagogische basis nodig: een opvoed- en opgroeiomgeving waarin de opvoeders van deze jeugdigen elkaar aanvullen en versterken. Ouders zijn hierbij als eerste verantwoordelijk. De meeste ouders zijn hierin ook goed in staat. Maar er zijn ook ouders die hier minder goed in slagen. Of gezinnen die te maken hebben met kind- en/of ouderproblematiek, waar ze zelf niet meer uitkomen. Deze gezinnen hebben (tijdelijk) meer ondersteuning nodig dan anderen.
Ons beleid is erop gericht jeugdigen en ouders, waar nodig, te ondersteunen bij het (weer) in eigen handen krijgen of behouden van de regie over hun leven. Daartoe werken we vanuit de Leefwereld van jeugdigen en ouders en de sociale omgeving waarin zij leven, opgroeien en opvoeden. De nadruk ligt op ‘het gewone leven’: bestaande hulpbronnen benutten en zelfredzaamheid en grip op de eigen situatie bevorderen. Met onze ondersteuning aan gezinnen werken we vanuit deze bedoeling en maken we ‘de beweging naar voren’, naar het gewone leven van jeugdigen en ouders, naar hun Leefwereld en sociale omgeving.
In het geval van veiligheidsvraagstukken ambiëren we een goed (samen) werkende Veiligheidsketen, jeugdhulp waar mogelijk zonder dwang, zo min mogelijk uithuisplaatsingen en het voorkomen en bestrijden van huiselijk geweld.
Uitgangspunten Jeugd- en gezinshulp
Voor de doorontwikkeling van de jeugd- en gezinshulp gelden onderstaande uitgangspunten6, die aangeven waar we naar toe willen.
Gezinsgericht en integraal
Het bieden van Gezinsgerichte hulp binnen de jeugdhulp is nog niet vanzelfsprekend. Weliswaar brengen de huidige Jeugdteams met een brede intake de hulpvragen van de gezinsleden in kaart, maar de hulp zelf wordt ingestoken vanuit de jeugdige. De oorzaak van de problemen ligt echter vaak niet (alleen) bij het kind maar bijvoorbeeld in slechte huisvesting, armoede, GGZ-, verslavings- of relatieproblematiek van de ouders. Om te komen tot duurzame oplossingen zal hulp ook aan ouders geboden moeten worden. De hulp die ingezet wordt in een gezin moet in samenhang worden aangeboden.
Professionals brengen de vragen en problematiek rondom een jeugdige en zijn gezin breed in kaart. Hierbij wordt niet alleen gekeken naar de hulpvraag van de jeugdige maar ook die van zijn ouders/opvoeders met het besef dat alleen bij een stabiele thuissituatie een jeugdige zich optimaal kan ontwikkelen. Dit betekent dat er gezinsgericht gewerkt moet worden waarbij problematiek vanuit
6 RIS312349 Voorstel van het College inzake doorontwikkeling jeugd- en gezinshulp
andere sociale domeinen onderdeel wordt van de hulpverlening, om zo het gezin beter en duurzamer te ondersteunen. De hulp wordt in samenhang met elkaar geboden.
De samenwerking tussen de jeugdhulp en ondersteuning op andere sociale domeinen die vanuit de Gemeente wordt georganiseerd zal moeten plaatsvinden. Vanuit verschillende invalshoeken (onderwijs, bestaanszekerheid, werk en inkomen, schuldhulpverlening, maatschappelijke ondersteuning, zorg etc.) zal moeten worden samengewerkt rondom gezinnen om hulp te kunnen ontsluiten, op elkaar af te stemmen en effectief in te kunnen zetten.
Ook gaan we de samenwerking tussen het jeugddomein en de volwassenen ggz bevorderen zodat we met ggz partners een goed functionerende netwerksamenwerking rondom het gezin realiseren. In principe ligt de regie en het eigenaarschap bij de ouders/opvoeders. Als dit niet mogelijk of wenselijk is, wordt regie door een professional gevoerd, over de met het gezin afgestemde zorg. Het vraagt nadere uitwerking hoe de regieverantwoordelijkheid tussen het samenwerkingsverband van aanbieders en de Gemeente verdeeld wordt bij bestaanszekerheidsvraagstukken (bij problemen rond inkomen, schulden, wonen, gezondheid ouders) en bij veiligheidsrisico’s. Voor veiligheidsvraagstukken gebeurt deze uitwerking in lijn met het landelijke toekomstscenario kind- en gezinsbescherming waarin de brede blik van de professional en het vaste gezicht voor het gezin belangrijke uitgangspunten zijn.
Gebiedsgericht: kansengelijkheid bevorderen
In Den Haag is sprake van kansenongelijkheid. Dit betekent dat achtergrond, de wijk of het inkomen van de ouders een rol speelt als het gaat om de persoonlijke ontwikkeling van het kind. Hagenaars met een lage sociaaleconomische status zijn op ieder gebied minder goed af dan hun stadgenoten met een hoge sociaaleconomische status. Wie in een achterstandssituatie opgroeit, komt daar moeilijk uit. Dat geldt ook voor de volgende generatie kinderen, want kansenongelijkheid manifesteert zich op verschillende levensdomeinen tegelijkertijd. Deze kansenongelijkheid concentreert zich in de G4 en is in de afgelopen tien jaar toegenomen. We willen de kansengelijkheid en bestaanszekerheid van gezinnen die opgroeien in een achterstandssituatie vergroten. Dit vraagt om een gedifferentieerde aanpak voor de verschillende gebieden in Den Haag. Per gebied formuleren we daarom een andere opgave die recht doet aan deze verschillen. Hiermee stimuleren we dat alle Haagse jeugdigen, ongeacht achtergrond, de wijk of het inkomen van de ouders, een kansrijke start hebben en kansrijk opgroeien. Het vraagt ook dat we ongelijke situaties, ongelijk behandelen. Niet gelijkheid, maar ‘ieder het zijne geven’, is hier het uitgangspunt. Als we dat niet doen, wordt zorg echt onbetaalbaar.
Gericht op de sociale omgeving van gezinnen: Sociale basis versterken
Integraal werken vraagt om een brede blik op de sociale context van de jeugdige, waarbij het gezin en de bredere sociale omgeving worden betrokken. Ondersteuning moet in de eerste plaats gegeven worden vanuit nabijheid, dus in de buurt, bij het gezin thuis, cultuursensitief en gebruikmakend van het persoonlijk netwerk van betrokkenen en van voorzieningen die makkelijk toegankelijk zijn voor gezinnen. Belangrijke taak van de Gemeente, aanbieders en professionals is om netwerkgericht te werken: het informele en formele netwerk rond een gezin een grote rol te geven in de planvorming en ondersteuning. Belangrijk is ook om de samenwerking en samenhang tussen de preventieve
voorzieningen van de Sociale basis, de basiszorg7 en Specialistische jeugdhulp tot stand te brengen en te bevorderen. Nu opereren deze terreinen nog te veel apart van elkaar. Tussen de domeinen wordt doorverwezen en op- en afgeschaald. Er wordt meer opgeschaald naar de specialistische zorg en minder vaak andersom afgeschaald naar de basiszorg. Terwijl preventieve voorzieningen, Specialistische jeugdhulp niet alleen helpen voorkomen, maar ook bijstaan en ontlasten. Ook kan op deze wijze nazorg worden geboden als de jeugdhulp is afgerond. Afhankelijk van wat er speelt, is het belangrijk om ook de verbinding te maken met andere leefgebieden, bijvoorbeeld als er sprake is van psychische problematiek of schulden bij de ouders.
Door in te zetten op het versterken van de Sociale basis, zijn doeltreffende preventieve hulp en jeugdhulp beschikbaar via de voorzieningen waar jeugdigen en hun gezin in hun dagelijks leven komen: op school, bij de kinderopvang of gastouderopvang, bij de jeugdgezondheidszorg, het jeugd- en jongerenwerk, op de sportvereniging en bij de huisarts. De vanzelfsprekende aanwezige sociale verbanden moeten hun ondersteunende functie optimaal kunnen vervullen en laagdrempelig Toegankelijke hulp moet beschikbaar zijn. Door in te zetten op het versterken van de Sociale basis zorgen we ervoor dat jeugdigen zich kunnen ontwikkelen en minder snel zwaardere problemen ontwikkelen.
Toegankelijke hulp
Opdrachtnemers – veelal zal sprake zijn van gebiedsgerichte samenwerkingsverbanden - sluiten aan op de Sociale basisvoorzieningen in de wijk. Zij zorgen ervoor dat gezinnen laagdrempelig in de wijk terecht kunnen met hun vragen rond opgroeien en opvoeden. Voor gezinnen die meer nodig hebben, organiseren Opdrachtnemers stevige lokale teams met voldoende kennis en expertise, die met het gezin integraal kijken wat nodig is (vraagverheldering en Triage) en lichte jeugdhulp zoveel mogelijk zelf leveren. Zo nodig, wordt er aanvullende (specialistische) expertise bijgehaald. Voor hulpvragen van ouders op andere leefgebieden dan opvoeden en opgroeien of bij Meervoudig Complexe gezinsproblematiek wordt gemeentelijke expertise erbij gehaald. Voor expertise op het gebied van jeugd- en opvoedproblematiek blijf de Opdrachtnemer verantwoordelijk.
Taakgerichte uitvoering biedt ruimte voor professionals
De hoge werkdruk, een groot verloop en een hoog verzuim in de jeugdsector vormen een bedreiging voor de kwaliteit van zorg. In Haaglanden geeft 51% van de professionals aan dat regels, voorwaarden en eisen een negatieve invloed hebben op hun professionele ruimte (bron: PEO-meting 2021).
Om zo veel mogelijk ruimte te geven aan jeugdprofessionals om te doen wat nodig is in gezinnen, kiezen we voor onderhavige Opdracht voor een Taakgerichte uitvoering op basis van
7 Dat is nu de vrijtoegankelijke jeugdhulp van de Jeugdteams
Populatiebekostiging van de brede Opdracht. Dit heet Taakgerichte uitvoering. Kern hiervan is dat de Gemeente aan de Opdrachtnemers een (brede) taak toekent voor een vast budget (zie paragraaf 4.7). Bij Populatiebekostiging is het budget gebaseerd op de omvang en kenmerken van een populatie binnen een geografische regio. Bij deze vorm van bekostiging verantwoorden Opdrachtnemers niet meer op het niveau van de cliënt, maar op het niveau van de populatie in een bepaald gebied.
Indicatiestelling wordt losgelaten en de zeggenschap over de inzet van hulp ligt bij de Opdrachtnemers. Dit vraagt van Opdrachtnemers dat ze bereid zijn om hun organisatie regelluw in te richten. Ook prikkelt deze vorm van bekostiging Opdrachtnemers om zich te richten op Preventie, innovatie en integrale samenwerking en daarmee de zorg anders te organiseren. De Gemeente hoeft immers niet meer op individueel niveau van de cliënt toestemming te geven voor de zorg die de Opdrachtnemer inzet.
Werken vanuit leidende principes
Met leidende principes willen we het handelen van de Gemeente, jeugd- en zorgaanbieders, maatschappelijke instellingen, belanghebbende stakeholders, jeugdigen en opvoeders richten op de ‘bedoeling’, de ambitie waar we het voor doen. Zo creëren we met elkaar een gezamenlijk perspectief van partners in het jeugddomein en aanpalende domeinen. We beogen ermee dat deze principes worden geïntegreerd in onze manier van werken en sturen. Ze geven ons houvast en waarborgen dat we vanuit een gezamenlijk perspectief werken en elkaar kunnen aanspreken als het lastiger gaat.
Leidende principes zijn niet statisch. Gaandeweg, samen met bovengenoemde partijen, kunnen deze worden aangescherpt, en kunnen er andere woorden aan worden gegeven om nog beter aan te kunnen sluiten bij de specifieke context van een opgave of Opdrachtnemer.
Inhoudelijk worden onze leidende principes ingegeven door de vijf transformatiedoelen van de Jeugdwet8. In het jeugddomein werken we met de volgende principes.
Leefwereld centraal
De jeugdige en het gezin in het dagelijks leven vormen het uitgangspunt voor de ondersteuning en voor beleidsontwikkeling. Door bij elke casus of vraagstuk het grotere belang voor de jeugdige en het gezin voorop te stellen worden we gestimuleerd onze eigen invalshoek of organisatiebelang los te laten en samen tot een oplossing te komen. Omdat de vraag van de jeugdige, het gezin vertrekpunt is, kunnen de oplossingen divers zijn. Dit betekent in onze aanpak dat het perspectief van jeugdigen, gezinnen en de inhoud van de casus leidend is en niet het systeem (ofwel de bureaucratie).
Doen wat nodig is, op maat
Doen wat nodig is, vraagt (waar mogelijk) kijken naar talenten en mogelijkheden van jeugdigen, opvoeders en hun netwerk. Daarbij hoort ook creatief kijken naar mogelijkheden van informele hulp, voorliggende voorzieningen en het kunnen organiseren van een slim samenspel tussen verschillende partners zoals het onderwijs of huisartsen.
Doen wat nodig is kan worden aangevuld met maatwerk in de ondersteuning. Hieronder valt ook kritisch kijken welk probleem in het gezin als eerst moet worden aangepakt wil de ondersteuning effectief zijn. Zo kan het oppakken van een (voorliggend) bestaanszekerheidsvraagstuk effectiever zijn dan het bieden van opvoedondersteuning in een gezin9.
Naast goed kijken wat er nodig is, is het ook belangrijk om te weten wanneer ‘goed, goed genoeg’ is. Een praktijkvoorbeeld van ‘doen wat nodig is’, is het betalen van de huurachterstand van een gezin om huisuitzetting én uithuisplaatsing van drie kinderen (waaronder één pleegkind) te voorkomen. Om dit
8 De transformatiedoelen van de Jeugdwet (2015): 1/ meer Preventie, eigen verantwoordelijkheid, eigen kracht en sociale netwerken gezinnen benutten 2/ Jeugdigen doen naar vermogen mee: normaliseren, ontzorgen, onnodig medicaliseren 3/ sneller jeugdhulp op maat, dichtbij huis, verminderen beroep op gespecialiseerde zorg 4/betere samenwerking rond gezinnen, ontschotting van budgetten 5/ meer ruimte voor professionals, regeldruk terugdringen.
9 Een beproefde methode om te doen wat nodig is, is de Doorbraakmethode van het Instituut voor Publieke Waarden. Ook Den Haag hanteert deze methode in het Doorbraaklab.
te realiseren neemt de jeugdprofessional regie en werkt actief samen met woningbouw, schuldhulpverlening, Raad voor de Kinderbescherming, pleegzorgaanbieder en de Gemeente.
Ruimte voor professionals
Om maatwerk te kunnen leveren aan jeugdigen en gezinnen is ruimte voor professionele afwegingen en beslissingen essentieel. Dit vraagt van professionals lef, creativiteit en flexibiliteit. We laten het aan de professionals en hun cliënten over om te bepalen wat nodig is. Professionals krijgen de ruimte om zelf besluiten te nemen op basis van inhoudelijke afwegingen. De Gemeente is ‘sparringpartner’, stelt de kaders en creëert randvoorwaarden die de professionals in staat stellen samen tot de beste oplossing voor de jeugdige en het gezin te komen.
Uitgaan van mogelijkheden
Ouders zijn en blijven primair verantwoordelijk voor het bevorderen van een gezonde ontwikkeling (inclusief talenten en veerkracht) van hun kinderen, passend bij hun leeftijd. Ouders doen daarbij waar mogelijk een beroep op de eigen kracht, persoonlijke en sociale netwerken in de wijk. Niet elke kwetsbaarheid of moeilijkheid dient te worden geproblematiseerd (normaliseren) of voorzien van een label (de-medicaliseren). Het uitgangspunt is dat ouders en jeugdigen veel zelf kunnen en samen met mensen in hun omgeving (familie, buren, vrienden etc.) oplossingen kunnen vinden voor alledaagse problemen. Mocht (professionele) ondersteuning nodig zijn, dan is herstel van het gewone leven het uitgangspunt. Normaliseren vraagt om een focus op wat wél mogelijk is. Een focus op eigen kracht, gezond verstand en het zoeken naar eenvoudige, duurzame oplossingen. Daarnaast kijken we altijd welke rol het sociale netwerk speelt en hoe dit versterkt kan worden. De jeugdige, het gezin en het dagelijks leven zijn het uitgangspunt. De ondersteuning is een aanvulling op wat de jeugdige en het gezin zelf kunnen, dusdanig dat deze zo min mogelijk afhankelijk worden van professionele ondersteuning. Uiteraard zijn er ook zorgvragen die inzet van professionals blijven vragen en mag normaliseren niet leiden tot het negeren van ernstige signalen.
Zo nabij mogelijk
Zo nabij mogelijk houdt in dat jeugdigen en gezinnen ondersteuning en zorg zo veel mogelijk in hun eigen leefomgeving vinden en ontvangen. Zo nabij mogelijk betekent ook dat we de Toegang tot jeugdhulp dichtbij en laagdrempelig organiseren. Met Toegang bedoelen we de manier waarop inwoners hun weg vinden naar een vorm van ondersteuning. Zowel bij het scherp krijgen van de vraag als bij de inzet van ondersteuning is het van belang dat de verbinding wordt gelegd tussen de vraag, de te bieden hulp en de omgeving van de jeugdige en het gezin zoals familie, buurt, school en huisarts.
Dit vraagt om een goede positionering van de Toegang in de wijk. Hierbij is het nodig gesprek- en samenwerkingspartner te zijn binnen het netwerk van vertrouwenwekkende partijen voor jeugdigen en ouders zoals scholen, jeugdgezondheidszorg en huisartsen. Door in de wijk gezamenlijk op te trekken en goed zicht te hebben op wat de ander doet, wordt ondersteuning in de wijk steeds toegankelijker.
Eenvoud
Eenvoud betekent dat de inhoud van de casus leidend is en niet het systeem (de bureaucratie). De Opdrachtnemer werkt vraaggericht, regelluw en registratie en protocollen worden alleen toegepast wanneer dat echt nodig is. Als Gemeente leveren we een actieve bijdrage aan het ‘ont-regelen’ van jeugd- en Gezinsgerichte hulp door te werken met een taakgerichte brede Opdracht aan de Opdrachtnemer, één integraal budget per perceel op basis van Populatiebekostiging en het ontsluiten van gemeentelijke ondersteuning voor leefgebieden, anders dan opvoed- en opgroeivraagstukken. Er zullen zich vast situaties gaan voordoen waarbij het ‘loslaten’ van de systeemwereld een hele opgave is. De duurzame verandering, voor casuïstiek waar professionals niet uitkomen, zit erin dat we op systeemniveau leren welke aanpassingen moeten worden doorgevoerd in werkafspraken, beleid en sturing. Samen bouwen aan een goed, eenvoudig en effectief samenspel vraagt investering van Gemeente én Opdrachtnemer.
Goed partnerschap is de basis om het steeds beter te kunnen doen met en voor Haagse gezinnen. Onze opgave in het jeugddomein, het realiseren van onze ambitie is complex, kent onderlinge afhankelijkheid van andere opgaven in het sociale domein en brengt afbreukrisico ’s met zich mee. Een dergelijke opgave aanpakken en ermee verder komen vraagt om eigenaarschap en om lef. Het vraagt om rolvastheid van de Gemeente als Opdrachtgever en van de Opdrachtnemer. Daarnaast is een (langdurige) relatie van Gemeente en Opdrachtnemer, waarin ruimte is om samen lijnen uit te denken vanuit een gedeelde ambitie en leidende principes, van belang. Het gaat daarbij om wederzijds vertrouwen, waarbij we met elkaar in gesprek zijn over onvermijdelijke hobbels.
Wat wij van u verwachten
• Commitment aan de gedeelde ambitie en de leidende principes. Samen omschrijven zij de maatschappelijke bedoeling die in het werken altijd voorop staat. Een gezamenlijk gedeeld perspectief vormt de basis van ons handelen. Van u vragen we de leidende principes (stapsgewijs) door te vertalen in uw bedrijfsvoering. Dit betekent een bedrijfsvoering waarbij:
⮚ er een hoge mate van flexibiliteit en vermogen is om op ontwikkelingen in de omgeving (op buurtniveau) te anticiperen
⮚ professionals gestimuleerd worden om te doen wat nodig is en zich daarbij bewust zijn van schaarste en eindigheid van middelen;
⮚ ervaringsdeskundigheid betrokken wordt in de beleid- en uitvoeringspraktijk;
⮚ slim wordt nagedacht over hoe om te gaan met de werkelijkheid van een vast budget en de mogelijkheid en flexibiliteit die dit biedt om te doen wat nodig is;
⮚ goede prognoses gemaakt worden voor de benutting van het budget.
• Motivatie om steeds te willen leren en ontwikkelen. Samen met de Gemeente, gezinnen en partners. We doen dit op basis van goede informatie (zie 3.5).
Wat u van ons kan verwachten
• Een duurzame relatie en een lange termijn partnerschap.
• Wij scheppen met een taakgerichte opdracht aan Opdrachtnemers een randvoorwaarde voor professionals om zich zoveel mogelijk te kunnen richten op de inhoud en te kunnen doen wat nodig is voor gezinnen.
• Het ontsluiten van relevante gemeentelijke ondersteuning voor integrale dienstverlening aan gezinnen daar waar ouders problemen hebben op het gebied van inkomen, werk, schulden, huisvesting en gezondheid.
• We bevragen Opdrachtnemers actief op wat zij van de Gemeente nodig hebben, hoe we het als partner goed doen, welke knelpunten zij tegen komen in co-creatie in buurten of waar schotten binnen de Gemeente in de praktijk belemmerend werken. Zo houden Opdrachtnemers ons scherp en kunnen we ons als Opdrachtgever verder ontwikkelen.
• Het inrichten van een leer- en ontwikkelproces om met Opdrachtnemers te kunnen sturen op de
effectiviteit en de kwaliteit van de dienstverlening.
Taakgericht werken biedt ruimte om te kunnen sturen op de bedoeling: doen we wat nodig is, binnen de daarvoor afgesproken kaders en randvoorwaarden.10 Hiermee komt de focus te liggen op zaken die er écht toe doen. Met elkaar nagaan of we de beweging die we willen maken ook bereiken met elkaar.
Hoe we deze sturing op kwaliteit intern gemeentelijk en met Opdrachtnemers invullen is een gezamenlijke uitdaging en vraagt om verdere uitwerking. Dit vereist data en informatie die de transformatiebeweging (inzet op ambitie (paragraaf 3.1) en leidende principes (paragraaf 3.3)) in kaart
10 Zie hiervoor het sturingsmodel Levers of Control van Xxxxxx Xxxxxx (1995) zoals de gemeente Utrecht dit heeft uitgewerkt. Dit model biedt goede aanknopingspunten om op kwaliteit te kunnen sturen.
brengt en zicht biedt of we het goede doen voor de jeugdige en de ouders. Een beperkte basisset van kernindicatoren kan al een eerste inzicht geven. In de Dialoogfase willen we met geselecteerde Gegadigden een basisset kernindicatoren vaststellen. Ook vragen we dan aan de Gegadigden hoe zij tijdens de uitvoering van de overeenkomst inzicht kunnen krijgen en geven over deze kernindicatoren. Waar dit inzicht geboden kan worden met bestaande registraties, sluiten we daarbij aan. Later (in de loop van de uitvoeringsfase) kan de basisset met indicatoren, in overleg met Opdrachtnemers, verder ingevuld, en zo nodig verbreed en verdiept worden.
Een eerste set van kernindicatoren kan zijn:
• Bereik van voorzieningen (hoeveel jeugdigen en ouders maken gebruik van opvoed- en opgroeiondersteuning en/of ondersteuning voor problemen op andere leefgebieden; in- en uitstroom per kwartaal, de reden van beëindiging, de verwijzer voor jeugdhulp). Voor zicht op in- en uitstroom willen we het iJW berichtenverkeer blijven gebruiken.
• Beschikbaarheid van voorzieningen (wachttijd).
• Ervaringen van jeugdigen, ouders, naasten op geaggregeerd niveau (tevredenheid dienstverlening; herstel/behoud van regie op de eigen situatie; mate waarin gezinnen zonder professionele hulp weer verder kunnen).
• Ervaringen van professionals (kunnen doen wat nodig is, maatwerk bieden)
• Budget (kunnen Opdrachtnemers binnen het vastgestelde budget doen wat nodig is, worden voorliggende algemene voorzieningen/Sociale basis goed benut, vindt innovatie plaats om binnen het budget te blijven?).
• Zicht op de effectiviteit van de geboden jeugdhulp.
Voor het krijgen van zicht in deze indicatoren, kan gebruik worden gemaakt van een combinatie van kwantitatieve informatie, kwalitatieve informatie en casuïstiek. Er kan geleerd worden als de beschikbare data intern gemeentelijk en met partners worden vertaald naar informatie. Duiden van data kan plaatsvinden in periodieke gesprekken van de Gemeente (accounthouders) met aanbieders. Duiden van data kan ook plaatsvinden in speciale kenniskringen of leersessies die hiervoor worden opgezet. Xxxx is met elkaar constateren of we binnen de kaders blijven, of we werken volgens onze leidende principes (transformatiedoelen Jeugdwet) of we toewerken naar onze ambitie en waar we nog kunnen leren of verbeteren.
Als Gemeente moeten we ervoor zorgen dat we voor ouders hulp en ondersteuning snel en soepel aanbieden bij die cliënten waarbij de Opdrachtnemer dit noodzakelijk acht. Dat vraagt veel van onze gemeentelijke dienstverlening. We zullen moeten kijken waar we als Gemeente zelf iets te doen hebben en leren van de ervaringen die we met aanbieders opdoen in gezinsgericht werken. Zo kunnen we onze eigen rol versterken en verbeteren.
De Gemeente en de Opdrachtnemers dragen er zorg voor dat voor het gezamenlijk leren een doorlopende leer- en verbetercyclus wordt ingericht. Verschillende perspectieven kunnen hierbij aan tafel zitten: Gemeente, Opdrachtnemer, ervaringsdeskundige met de jeugdhulp (jeugdige, ouder).
Afhankelijk van het onderwerp kunnen andere partners worden uitgenodigd. Ondersteuning c.q. uitvoering van een dergelijke leer- en verbetercyclus kan plaatsvinden door kennisinstellingen en/of kennisnetwerken.
Overige kaders en ontwikkelingen
Hieronder een aantal kaders en ontwikkelingen die van belang zijn in het kader van het Toekomstperspectief jeugd- en gezinshulp.
Coalitieakkoord Den Haag
Op 16 september 2022 is het Coalitieakkoord Xxx Xxxx 0000-0000 ‘Voor een stad die tegen een stootje kan’ gepresenteerd. Het nieuwe college zet de komende jaren in op het vergroten van bestaanszekerheid en kansengelijkheid voor inwoners. Er worden extra middelen beschikbaar gesteld voor de versteviging van de Haagse Preventieaanpak en voor de investering in het jonge kind. Ook zet het college in op een sterke Sociale basis. Het college wil de instroom in de jeugdhulp terugdringen door een stevige en gebundelde aanpak van kinderarmoede, onderwijsachterstand en problematiek van ouders. Dit sluit goed aan op het gezinsgerichte en Gebiedsgerichte werken dat we met voorliggende Opdracht voor ogen hebben.
Hervormingsagenda jeugd
Vanaf 2018 is de VNG intensief in gesprek met het rijk over de grote tekorten van gemeenten door de sterk toegenomen uitgaven, met name die voor de jeugdhulp. Uit het onderzoek ‘Stelsel in Groei’ van AEF bleek in december 2020 dat gemeenten in 2019 een tekort kenden van € 1,7 miljard op de uitvoering van de jeugdhulp. Vervolgens is geen overeenstemming tussen het Rijk en de VNG bereikt over de vraag hoe het Rijk daarvoor gemeenten tegemoet gaat komen. Dat bracht gemeenten tot de bijzondere stap van het inzetten van de Commissie van Wijzen, die in de verhoudingen tussen het Rijk en gemeenten zeer ongebruikelijk is. In het voorjaar van 2021 heeft de ingestelde Commissie van Wijzen vastgesteld dat het Rijk gemeenten moet compenseren voor de feitelijke tekorten vanaf 2022. Daarnaast heeft zij gemeenten en het Rijk opgedragen om een ontwikkelagenda op te stellen om te komen tot betere jeugdhulp en een beheersbaar stelsel.
Het financieel besparingspotentieel van deze agenda werd door de commissie op basis van te treffen maatregelen ingeschat op circa € 1 miljard structureel vanaf 2028. De commissie heeft de aanbeveling gedaan bij het opstellen en uitvoeren van de agenda zorgvuldig de opbrengst van de maatregelen te monitoren. Op basis van de monitor moeten gemeenten worden gefinancierd voor de feitelijke uitgaven, mits gemeenten zich daadwerkelijk op een gedegen wijze en conform tijdsplanning hebben ingezet voor de implementatie van de afgesproken maatregelen. Hiermee bevestigde de commissie het wettelijk kader van de gemeentewet die voorschrijft dat het Rijk gemeenten voldoende dient te bekostigen voor taken in medebewind.
De uitspraak van de Commissie van Xxxxxx was vertrekpunt voor het proces om tot de hervormingsagenda jeugd te komen. Vanaf de zomer van 2021 is door het Rijk, de VNG en partners in de zogenoemde vijfhoek hard aan deze agenda gewerkt. De verwachting is dat de hervormingsagenda in het najaar van 2022 wordt vastgesteld. De aanpak en doelen zoals gesteld in deze agenda sluiten goed aan bij en zijn nadrukkelijk onderdeel van deze Opdracht en zullen gezamenlijk worden uitgewerkt in de Dialoogfase en tijdens de uitvoering van de Opdracht
Kamerbrief hervormingen jeugdzorg
Op 13 mei 2022 stuurden staatssecretaris Xxx Xxxxxx (VWS) en minister Xxxxxxxx (Rechtsbescherming) de Tweede Kamer een brief met hun visie op het stelsel van jeugdzorg en hervormingen van het stelsel die volgens de bewindspersonen nodig zijn. Bij de uitwerking van de noodzakelijke hervormingen van de zorg voor jeugd – samen met de partners – hanteert het rijk de volgende leidende principes:
• Passende zorg is beschikbaar voor de meest kwetsbare kinderen en jongeren.
• Versterken veerkracht van kinderen en gezinnen in hun normale dagelijkse leven.
• Minder marktwerking, meer samenwerking en betere inkoop van zorg.
• Verbetering kwaliteit en effectiviteit van jeugdzorg.
• Jeugdzorg als effectieve samenwerkingspartner.
De uitgangspunten van het Haags toekomstperspectief jeugd en gezin zijn in lijn met deze principes. Het Rijk heeft stevige lokale teams voor ogen die gezinsgerichte Triage goed op orde hebben, werken aan het herstel van het gewone leven, gezinsgericht werken en zelf hulpverlenen door goed opgeleide professionals met de juiste expertise, ruimte en mandaat en voldoende tijd om te leren en reflecteren. Inzet is de deskundigheid in de Toegang te versterken. Het Rijk ondersteunt dit door, in samenhang met de hervormingsagenda, bestuurlijk een stevig kader neer te leggen voor doorontwikkeling van de
bestaande (veelal) indicatiestellende teams naar ‘stevige lokale teams 2.0’ die zelf hulpverlenen. De komende maanden werkt het Rijk samen met de partners een businesscase ‘stevige lokale teams’ uit. Streven is in het najaar van 2022 het nieuwe bestuurlijke kader lokale teams gereed te hebben.
Kinderen en jongeren met complexe problemen of problemen die Specialistische jeugdhulp vereisen en bijvoorbeeld jongeren met een levenslange en levensbrede beperking/aandoening worden te vaak van het kastje naar de muur gestuurd, komen te vaak op wachtlijsten terecht of ontvangen niet de zorg die ze nodig hebben. Dit komt bijvoorbeeld doordat onvoldoende juiste zorg voor hen is ingekocht of omdat partijen onvoldoende met elkaar samenwerken om tot een goede oplossing voor hen te komen. Het is de prioriteit van het Rijk om hierin verbeteringen aan te brengen. Zorg die regionaal of landelijk slechts voor een aantal kinderen nodig is zou niet door individuele gemeenten opgepakt hoeven te worden, maar op de schaal waar deze zo simpel en effectief mogelijk georganiseerd kan worden.
Daarom gaat het Rijk de regionale inkoop van specialistische zorg verplichten en werkt het Rijk toe naar sterke regio’s van een zekere omvang waar deze inkoop goed georganiseerd wordt. Specifieke vormen van hoogspecialistische zorg worden op landelijk niveau georganiseerd. In een AMvB zal worden vastgelegd welke vormen van jeugdhulp als schaarse jeugdhulpfunctie worden beschouwd en daarmee (boven)regionaal dan wel landelijk ingekocht dienen te worden. Deze AMvB is daarmee dus ook bepalend voor de uiteindelijke scope van voorliggende Opdracht.
Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming
Op 30 maart 2021 is het Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming naar de Tweede Kamer gestuurd. Het toekomstscenario biedt perspectief hoe de jeugdbeschermingsketen er in de toekomst slimmer en effectiever uit kan zien waarbij het belang van kind en gezin centraal staat. Een kwartiermaker heeft het toekomstscenario in samenwerking met de betrokken partijen opgesteld, in opdracht van de ministeries van VWS en J&V en de VNG. De kind- en gezinsbescherming zijn daarbij onderdeel van een brede en gezinsgerichte aanpak. De basisprincipes van het toekomstscenario zijn gezinsgericht, rechtsbeschermend, transparant, eenvoudig en lerend. Belangrijk uitgangspunt is dat er voor kind en gezin één vast gezicht is. Rondom het kind is er een Lokaal Team met een vaste contactpersoon. Deze werkt nauw samen met een Regionaal Veiligheidsteam waarin functies van de Gecertificeerde Instellingen, Veilig Thuis en de Raad voor de Kinderbescherming zijn samengebracht.
Dat verandering nodig is, is al vaker gesignaleerd. De huidige jeugdbeschermingsketen is complex georganiseerd met vele betrokken organisaties zoals lokale wijkteams, Veilig Thuis, Gecertificeerde Instellingen en de Raad voor de Kinderbescherming. De vele schakels sluiten niet altijd op elkaar aan, met als gevolg dat de juiste hulp en bescherming tekort kan schieten. Van Opdrachtnemers verwachten we dat ze de lokale teams vormgeven in lijn met de uitgangspunten van voornoemd toekomstscenario.
Op 14 september 2022 hebben minister Xxxxxxxx en staatssecretaris Xxx Xxxxxx de Tweede Kamer geïnformeerd over de aanpak van de problemen in de jeugdbeschermingsketen. Het hierboven geschetste toekomstscenario kind- en gezinsbescherming zal de komende jaren naar verwachting versneld worden ingevoerd.
Integraal zorgakkoord
Het Integraal Xxxxxxxxxxx (IZA) heeft als doel de zorg, die onder de Zorgverzekeringswet valt, voor de toekomst goed, toegankelijk en betaalbaar te houden. Om dit te bereiken zijn er afspraken gemaakt tussen het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport en een groot aantal partijen in de zorg.
Ondertekenaars van IZA zijn onder meer overkoepelende organisaties van ziekenhuizen, de geestelijke gezondheidszorg en de ouderenzorg. Van de Opdrachtnemers verwachten we dat zij in het kader van gezinsgerichte ondersteuning intensief samenwerken met de volwassenen-ggz. Het IZA vormt hiertoe een belangrijk kader.
4 De Opdracht: samenhangende en effectieve jeugd- en gezinshulp
We willen de ondersteuning aan jeugdigen en gezinnen effectiever maken door Opdrachtnemers – gebiedsgerichte samenwerkingsverbanden – per perceel een integrale Opdracht te geven. We brengen preventieve activiteiten, basiszorg en Specialistische jeugdhulp samen in deze gebiedsgerichte Opdrachten. De inhoud van de Opdracht en wat we van Opdrachtnemers verwachten liggen in lijn met de ambitie en een gedeeld perspectief (uitgangspunten en leidende principes) dat we in partnerschap met de Opdrachtnemers willen realiseren.
Wijzigingen als gevolg van wijziging AMvB bij de Jeugdwet
De landelijke overheid is bezig met een AMvB bij de Jeugdwet waarbij wordt bepaald welke vormen van jeugdhulp op welke niveau (lokaal, regionaal of bovenregionaal) moeten worden ingekocht. Bij het schrijven van deze leidraad was de inhoud van deze AMvB nog niet (definitief) bekend. Er kunnen op basis van deze AMvB nog wijzigingen komen in de afbakening van de scope van onderhavige Opdracht, inhoudende dat bepaalde vormen van jeugdhulp daaruit nog kunnen worden toegevoegd of verwijderd.
Eén van de beoogde doelen van de decentralisatie van de jeugdhulp is dat we de zorg minder individueel en meer collectief/gericht op de gemeenschap organiseren. De verbinding met Preventie en de Sociale basis van de verschillende wijken van Den Haag is daarom belangrijk.
De Opdracht voor de Opdrachtnemers
Binnen de formele component van de sociale infrastructuur onderscheidt het Nederlands Jeugdinstituut collectieve (of universele Preventie), selectieve Preventie en geïndiceerde Preventie. Enkele collectieve, selectieve en geïndiceerde vormen van Preventie maken deel uit van de Opdracht. Van Opdrachtnemers verwachten we dat ze met hun preventieve activiteiten zo goed mogelijk aansluiten op de sociale netwerken in de wijken. De Leefwereld van jeugdigen en gezinnen, wat zij zelf al kunnen en willen en hun sociale omgeving (inclusief mantelzorgers) vormen daarbij nadrukkelijk het uitgangspunt. Het eigen perspectief van gezinnen staat voorop, waarmee eigenaarschap ontstaat, eigen regie behouden blijft of weer hersteld wordt.
Taken11
De opdrachtnemer heeft de verantwoordelijkheid om:
1 Een herkenbare, laagdrempelige en vrije ‘Toegang’ te realiseren voor jeugdigen en gezinnen voor de collectieve, selectieve en geïndiceerde vormen van Preventie die de Opdrachtnemer biedt voor opvoed- en opgroeivragen.
11 Met deze taken wordt een deel van de volgende onderdelen van de subsidieregeling Preventie en participatie Jeugd Den Haag overgedragen aan de Opdrachtnemers:
- Bijdragen aan de vaardigheidsontwikkeling en weerbaarheid van jeugdigen met een licht verstandelijke beperking dan wel jeugdigen met beginnende gedragsproblemen of psychische klachten en hun ouders of opvoeders (categorie C).
- Met het verstrekken van informatie en advies aan jeugdigen en hun ouders of opvoeders bijdragen aan een sterk opvoed- en opgroeiklimaat (categorie D).
- Met behulp van professionele begeleiding jeugdigen in kwetsbare posities en hun ouders of opvoeders bijdragen aan een sterk opvoed- en opgroeiklimaat dan wel een soepele overgang van jeugd naar volwassenheid (categorie E).
⮚ De Opdrachtnemer werkt nauw samen met partijen (in de wijk) op het gebied van onder andere kinder- en jongerenwerk, welzijn, zelforganisaties, onderwijs, kinderopvang, (jeugd)gezondheidszorg, huisartsenzorg, armoede, schulden, Complexe echtscheidingen, mensenhandel minderjarigen, sport en cultuur.
⮚ De Opdrachtnemer is, waar nodig, verantwoordelijk voor een juiste doorgeleiding naar partijen in de sociale en Pedagogische basis in het geval zij zelf niet de benodigde preventieve activiteiten bieden. Ook als Opdrachtnemer zelf niet de juiste ondersteuning kan bieden of als dit in het belang van het gezin en/of de jeugdige is, werkt de Opdrachtnemer actief samen met en leiden toe naar partners in de stad die deze vormen van ondersteuning wel bieden.
2 De volgende preventieve activiteiten te bieden:
• Het bieden van laagdrempelige opvoedondersteuning.
• Het verbinden van netwerken in de wijken aan gezinnen met vragen over opvoeden en opgroeien.
⮚ Het actief ophalen van signalen in de wijken en de opvolging ervan middels preventief acteren.
⮚ De Opdrachtnemers borgen met deze partijen (in de wijk) dat de jeugdige/ouder op de juiste plek terecht komt en dat er wordt gedaan wat nodig is.
• Het bieden van advies en informatie over weerbaarheid en mentale gezondheid bij jeugdigen.
• Het geven van trainingen aan ouders en jeugdigen op het gebied van weerbaarheid en mentale gezondheid. In het bijzonder aan kinderen van ouders met psychische problematiek en verslavingsproblematiek (XXXX/KOV) en aan kinderen met beginnende psychische klachten, kinderen in Complexe echtscheidingen en aan jeugdigen met een licht verstandelijke beperking.
• Het bieden van professionele trajectbegeleiding gericht op een soepele overgang naar volwassenheid en/of jong ouderschap.
3 Integrale Vroeghulp te organiseren voor kinderen van 0-7 jaar met een (Meervoudige) ontwikkelingsachterstand, bijvoorbeeld geconstateerd door de jeugdgezondheidszorg:
• Het bieden van een gezinsgerichte (en multidisciplinaire) aanpak. Met inzet van specialistische kennis aan de voorkant draagt Opdrachtnemer zorg voor een juiste vraagverheldering, diagnose en toeleiding naar passende hulp en/of een passend onderwijstraject.
• Het bieden van begeleiding aan het gezin gedurende het traject. De samenwerking met de jeugdgezondheidszorg, kinderopvang inclusief de vroeg- en voorschoolse educatie, en het (speciaal) onderwijs, neemt hierbij een prominente plek in. Daarbij heeft de Opdrachtnemer aandacht voor de soepele overgangen naar kinderopvang, (speciaal) onderwijs en het bieden van ambulante jeugdhulp met minimale wachttijd.
Onder basiszorg verstaan we vrij toegankelijke zorg die dichtbij huis, zo kort en licht mogelijk of zo lang en zwaar als nodig, wordt ingezet als een jeugdige of gezin problemen heeft waar ze zelf niet meer uitkomen. De basiszorg wordt in de huidige situatie door 26 lokale Jeugdteams en 4 stedelijke teams12 geleverd.
De Opdracht voor de Opdrachtnemers
Het leveren van basiszorg via lokale teams. We verwachten van de Opdrachtnemers dat ze stevige lokale teams inrichten die vraagverheldering en Triage goed op orde hebben, werken aan Veiligheid en het herstel van het gewone leven, gezinsgericht werken en zelf hulpverlenen door goed opgeleide professionals met de juiste expertise, ruimte en mandaat en voldoende tijd om te leren en te reflecteren. Naast het bieden van basiszorg en het werken aan Veiligheid, kunnen de lokale teams aanvullende Specialistische jeugdhulp inzetten (zie 4.1.3) of toe leiden in het geval het gaat om (hoog) Specialistische jeugdhulp of dyslexiezorg die (boven) regionaal is ingekocht. De Opdrachtnemers
12 Pgb team, stedelijk team risicogroepen, VO team, Veilig Verder Team
hebben een acceptatieplicht voor de jeugdigen en gezinnen die zich melden bij de (brede) Toegang van de Opdrachtnemers voor ondersteuning. Hieronder werken we de taken nader uit.
Taken
1 Het inrichten van lokale teams die werken volgens de uitgangspunten van het Landelijk toekomstscenario kind- en gezinsbescherming en volgens het geactualiseerde kwaliteitskader ‘Werken aan veiligheid voor lokale teams (eind 2022 gereed). Dit betekent (vooralsnog):
• Zichtbaar zijn in de wijk.
• Vormgeven van vraagverheldering, analyse en Triage, met als doel te doen wat nodig is, op maat, op de juiste plek, op het juiste moment.
• Het bieden van basiszorg.
⮚ De Opdrachtnemer werkt vanuit de Leefwereld van de jeugdigen, ouders en hun sociale omgeving. Gezinsleden bepalen mee wat nodig is (shared decision making). De nadruk ligt op het gewone leven, bestaande hulpbronnen (waaronder het sociale netwerk van het gezin) benutten en zelfredzaamheid en regie op de eigen situatie bevorderen.
⮚ De Opdrachtnemer heeft hierbij de taak om het informele netwerk van de gezinnen op te bouwen of te versterken om zo een duurzame stabiele basis voor het gezin op te bouwen. Hiervoor kunnen gezinnen een familiegroepsplan opstellen. Bij het opstellen van dit plan wordt het sociale netwerk betrokken.
• Een vast gezicht voor het gezin met langdurige betrokkenheid, als de situatie hierom vraagt.
• Gezinsgericht werken: hulp en steun voor alle gezinsleden.
⮚ Voor gezinsgericht werken is de aanwezigheid van verschillende expertisegebieden op het gebied van opvoeden, opgroeien en ouderproblematiek in de lokale teams randvoorwaardelijk.
⮚ Er wordt conform kwaliteitskader Jeugd en de norm verantwoorde werktoedeling gehandeld met ruimte voor de professionals om te doen wat nodig is.
• De Opdrachtnemer is verantwoordelijk voor ondersteuning bij opgroei- en opvoedproblematiek.
• Bij problemen van ouders op leefgebieden als inkomen/ schulden, huisvesting, gezondheid etc. wordt met de gemeente samengewerkt om expertise op deze gebieden vanuit de gemeente nabij beschikbaar te stellen.
• Het oppakken van (directe) overdrachten van Xxxxxx Xxxxx – CIT – daklozenloket (gezinnen).
• Het realiseren van duurzame Veiligheid door te werken aan de oorzaken.
• Het doen van een raadsmelding/onderzoek bij de Jeugdbeschermingstafel/Raad voor de Kinderbescherming bij structurele onveiligheid.
• Bij het opstellen van het gezinsplan wordt het sociale netwerk van het gezin betrokken. (Dus niet alleen bij de uitvoering van het plan.)
• Het realiseren van duurzame Veiligheid door te werken aan de oorzaken.
• Het volgen van afspraken en kaders die de afgelopen jaren in Den Haag zijn opgebouwd voor een gezinsgerichte, Integrale aanpak voor het bieden van Veiligheid en bescherming van jeugdigen (en ouders) in gezinnen. Het gaat om de volgende afspraken en kaders:
⮚ Afspraken over (zorg)meldingen met Veilig Thuis, Zorg- en Veiligheidshuis, CIT, Politie en gemeenten.
⮚ Afspraken over signaleren, bespreekbaar maken en handelen bij vermoedens van onveiligheid (handelen conform meldcode en richtlijn kindermishandeling van de Jeugdwet).
⮚ Regiovisie Huiselijk Geweld en Kindermishandeling.
⮚ Kwaliteitskader Werken aan Veiligheid voor gemeenten en lokale teams.
⮚ Landelijk Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming.
⮚ Implementatie Beter Samenspel.
⮚ Andere bestaande afspraken met ketenpartners op het gebied van Veiligheid en bescherming.
Om te voldoen aan deze landelijke afspraken heeft Den Haag een ‘Werkwijze Huiselijk Geweld’ uitgewerkt voor de lokale teams. Deze werkwijze is beschikbaar voor de Opdrachtnemers.
• Het ondersteunen van gezinnen in het doen van een WLZ aanvraag.
• Het ondersteunen van gezinnen bij de Toegang naar Jeugdwetvervoer.
2 Het bieden van Specialistische jeugdhulp door Opdrachtnemer (zie ook paragraaf 4.1.3):
• Als er specialistische expertise nodig is wordt deze geboden door de Opdrachtnemers, nabij, op maat en eenvoudig. Zo kan de professional meer integraal (en niet sectoraal) kijken wat nodig is en is er meer ruimte voor samenwerking rondom gezinnen met de basiszorg en Sociale basis.
• Er zijn geen exclusiecriteria om jeugdigen uit te sluiten van lichte of zware vormen van ondersteuning door de Opdrachtnemers die de jeugdige of het gezin nodig hebben, tenzij dit is afgestemd met de gemeente. Dit betekent dat de Opdrachtnemers verantwoordelijk zijn voor het organiseren van passende ondersteuning.
3. Het voeren van Gezinsregie:
• In de ondersteuning van een gezin kan het nodig zijn Gezinsregie uit te voeren. Gezinsregie is nodig als dit helpend is voor het gezin om de coördinatie tussen alle betrokken partijen goed te organiseren en hulp op elkaar af te stemmen. Bijvoorbeeld in het geval van Complexe gezinsproblematiek en er meerdere partijen bij het gezin betrokken zijn. Deze rol kan door Opdrachtnemer of de gemeente worden ingevuld, afhankelijk van waar de zwaarte van de problematiek ligt. In de Dialoogfase wordt dit verder uitgewerkt met de geselecteerde Gegadigden.
• Het verzorgen van vrijwillig gesloten plaatsingen (plaatsingen in gesloten jeugdzorg waar ouders en kind mee instemmen). Dit betekent: aanvragen machtiging bij kinderrechter, besluiten indienen en afgeven, kind plaatsen en regievoeren tijdens en na plaatsing.
4. De Opdrachtnemer stemt de hulpverlening die valt onder de huidige Opdracht af, waar nodig op overige vormen van Specialistische jeugdhulp, die met de onderhavige Opdracht niet worden ingekocht (dit betreffen de vormen van Specialistische jeugdhulp die geen onderdeel uitmaken van de scope, zoals genoemd in paragraaf 4.4).
4.1.3 Aanvullende zorg: Specialistische jeugdhulp
Sommige jeugdigen en ouders hebben ondersteuningsvragen die dermate complex of specifiek zijn, dat er specialistische kennis aanvullend op de Sociale basis en/of basiszorg nodig is. Voor opvoed- en opgroeivragen waar specialistische kennis voor nodig is, kan aanvullend Specialistische jeugdhulp worden ingezet.
De Opdracht voor Opdrachtnemers
De inzet van Specialistische jeugdhulp verloopt via de Opdrachtnemers. Specialistische jeugdhulp wordt ‘nabij’, op maat, aansluitend op de mogelijkheden en het sociale netwerk van de jeugdige en het gezin ingezet. De Opdrachtnemers bepalen met de jeugdigen en hun ouders wat nodig is en wat het doel van de inzet van Specialistische jeugdhulp is en werkt rondom gezinnen samen met de basiszorg en Sociale basis.
Taken
1 De Opdrachtnemer heeft de verantwoordelijkheid de volgende functies beschikbaar te hebben en kunnen deze aanvullend op de Sociale basis en/of basiszorg inzetten:
• Diagnostiek en behandeling. Hieronder valt:
⮚ Basis GGZ: De basis jeugd-ggz biedt ambulante hulp aan kinderen en jongeren met relatief milde of Enkelvoudige psychische klachten.
⮚ Specialistische GGZ: De specialistische GGZ biedt ambulante hulp aan kinderen, jongeren en gezinnen met Meervoudige en/of complexere psychische problematiek. Een multidisciplinair team van specialisten werkt in deze gevallen samen op meerdere terreinen en ontwikkelingsgebieden. Daarbij is ook aandacht voor de situatie binnen het gezin, op school en in andere omgevingen.
⮚ Ambulant hoogspecialistische GGZ, indien niet ingekocht via het Landelijk Transitie Arrangement (LTA): In de ambulant hoogspecialistische GGZ worden kinderen en jongeren met zeer complexe, ernstige en/of zeldzame psychische aandoeningen en klachten behandeld. Een multidisciplinair team van deskundigen met zeer gespecialiseerde kennis over diagnostiek en/of behandeling is hierbij betrokken.
• Begeleiding: zowel in groep- als individueel, van Enkelvoudig tot multiprobleem. Onder begeleiding vallen de volgende taken:
⮚ Ondersteuning gericht op stimuleren van ontwikkeling van kinderen op verschillende ontwikkelingsgebieden, bijvoorbeeld ter bevordering van de zelfredzaamheid.
⮚ Ondersteuning gericht op de jeugdige en zijn gezin om zo veel mogelijk zelfstandig te kunnen functioneren.
⮚ Ondersteuning bij het toepassen en inslijpen van aangeleerde vaardigheden en gedrag in het dagelijks leven door herhaling en methodische interventie.
• Opvoedondersteuning, inclusief Complexe echtscheiding, van Enkelvoudig tot multiprobleem.
⮚ Bij opvoedondersteuning gaat het om hulp gericht op ouders en opvoeders met problemen rond opvoeden en opgroeien.
⮚ Onder Complexe echtscheiding verstaan we een echtscheiding waarbij ouders door aanhoudende ernstige conflicten het belang en welzijn van de jeugdigen uit het oog verliezen, evenals het wederzijdse belang.
• Dagbehandeling en dagbesteding voor jeugdigen die niet volledig mee kunnen doen in het gewone of bijzondere onderwijssysteem of gedurende de dag niet thuis kunnen blijven. Deze jeugdigen worden overdag of tijdens dagdelen opgevangen in gespecialiseerde voorzieningen.
• Lichte woonvoorzieningen, zoals kamertraining (16 – 23 jaar). Onder de lichte woonvoorzieningen verstaan wij de woonvoorzieningen waar de jeugdige nagenoeg zelfstandig kan wonen13.
Algemeen: In het geval een jeugdige in een verblijfsvoorziening zit (via regionale inkoop H10) en aanvullende begeleiding of behandeling nodig heeft die de aanbieder van de verblijfsvoorziening zelf niet kan leveren, dan biedt de Opdrachtnemer deze zorg aan.
2. Zo goed mogelijk voorbereiden en toerusten op volwassenheid van kwetsbare jeugdigen vanaf 16 tot 23 jaar die een vorm van (Specialistische) jeugdhulp ontvangen van een Opdrachtnemer of wiens ouders ondersteuning krijgen van een Opdrachtnemer:
• Met jeugdigen maken van een toekomstplan gericht op de big 514 en hier de aanvullende ondersteuning op inrichten.
• Verlengde jeugdhulp uitvoeren conform de taken van deze Opdracht.
• Zorgen voor een soepele overgang naar volwassenzorg middels samenwerking met relevante partijen in de Sociale basis, basiszorg en Aanvullende zorg voor 18+ (denk hierbij aan het Jongerenpunt070).
3. De Opdrachtnemers en gemeenten nemen gezamenlijk verantwoordelijkheid voor het creëren van een stelsel waarin jeugdhulp veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht wordt geleverd. Hiertoe richten de Opdrachtnemers en gemeenten samen de Toegang in naar overige vormen van Specialistische jeugdhulp, die buiten de onderhavige Opdracht vallen (zie paragraaf 4.3).
In dit kader krijgen Opdrachtnemers een positie in de Toegang, zodat zij - als regisseur van de in te zetten jeugdhulp – mede bepalen op welke wijze de Specialistische jeugdhulp (voor zover die niet wordt ingekocht op basis van deze aanbestedingsprocedure) wordt ingezet in samenhang met de uitvoering van onderhavige Opdracht. De gemeente zal zich inspannen om het
13 Verblijf in een pleeggezin of gezinshuis vallen hier niet onder.
14 xxxxx://xxx.xxx.xx/xxx-xxxxx-xxxx-xxxxxxxxxxxxx/xx-xxxx-xxxxxxx-xxx-xxxxxxxxxxxxxxx
voorgaande contractueel te regelen met de overige aanbieders van de vormen van Specialistische jeugdhulp die niet onder de onderhavige Opdracht vallen.
4.1.4 Persoons gebonden budget (pgb)
Het persoonsgebonden budget (pgb) in de Jeugdwet biedt ouders van kinderen met een ondersteuningsvraag de mogelijkheid en ruimte om zo goed mogelijk passende zorg voor hun kind in te schakelen. Pgb is een financieringsvorm waarmee het gezin zelf zorg en ondersteuning inkoopt en beheert. Iedereen die vanwege een beperking, aandoening of stoornis meer dan de gebruikelijke zorg, hulp of begeleiding nodig heeft, kan gebruik maken van een persoonsgebonden budget.
Als ouders zich melden bij een Opdrachtnemer voor een pgb, dan wordt dit gezien als een gezin met hulpvraag. Na vraagverheldering en analyse vindt beoordeling en toekenning van pgb plaats.
Opdracht
De Opdrachtnemers geven de vraagverheldering en brede analyse van hulpvragen vorm voor een pgb conform landelijke richtlijnen zoals een stappenplan (conform Centrale Raad van Beroep).
In de Dialoogfase bespreken we of de beoordeling en toekenning van pgb’s onderdeel gaat worden van de concrete taken van de Opdrachtnemers of dat de gemeente deze taken blijft uitvoeren.
Het samenwerken met ketenpartners is erop gericht de ondersteuning aan jeugdigen en ouders te versterken.
JGZ
De samenwerking met de jeugdgezondheidszorg (JGZ) draagt bij aan het bevorderen, beschermen en beveiligen van de gezondheid en de lichamelijke en geestelijke ontwikkeling van jeugdigen van 0-18 jaar, zowel individueel als op populatieniveau
Opdracht
De Opdrachtnemers en de JGZ werken nauw samen ter versterking van de Pedagogische basis rond jeugdigen.
Onderwijs
Structurele en constructieve samenwerking tussen gemeente, leerplicht, onderwijs en jeugdhulppartners is noodzakelijk voor een ononderbroken ontwikkellijn voor kinderen en jongeren. Ieder kind heeft recht op de beste kansen om zich optimaal te kunnen ontwikkelen. Hiervoor kan extra ondersteuning vanuit het onderwijs nodig zijn, extra ondersteuning vanuit de jeugdhulp of beide.
Vroegtijdige en afgestemde ondersteuning en hulp op school en thuis heeft de grootste kansen wanneer de jeugdhulp daadwerkelijk nabij is in de school. Niet alleen voor overleg, maar ook voor consultatie en advies, preventieve ondersteuning, observatie en het bieden van hulp aan jongeren of ouders.
Opdracht
De Opdrachtnemers en het onderwijsveld ontwikkelen een gedeeld perspectief op basis van de leidende principes om hun ondersteuning en samenwerking rond jeugdigen vorm te geven, vanuit de ambitie dat jeugdigen de beste kansen krijgen zich optimaal te ontwikkelen. Onderwijs is voor de Opdrachtnemers een belangrijke basisvoorziening om op aan te sluiten. In dit kader werken de Opdrachtnemers ook goed samen met de leerplichtambtenaren.
Huisartsen
Huisartsen zijn de grootste verwijzers naar specialistische jeugdhulp, zowel landelijk als ook in Den Haag. De huisartsenpraktijk is voor jeugdigen en ouders een vertrouwde en laagdrempelige toegang in de wijk naar jeugdhulp of andere zorg. Een goede samenwerking tussen jeugdprofessionals en huisartsen leidt tot een betere vraagverheldering en triage van opvoed- en opgroeivraagstukken die ter sprake komen in de huisartsenpraktijk. Dit voorkomt onnodige of onjuiste doorverwijzingen naar dure jeugdhulp en draagt bij aan het realiseren van ‘de juiste (preventieve) ondersteuning op de juiste plek’.
Opdracht
Opdrachtnemers werken actief samen met huisartsen in de wijk met als doel ‘de juiste ondersteuning op de juiste plek te realiseren’ voor jeugdigen en ouders met opvoed- en opgroeivragen. Door samen te werken versterken Opdrachtnemer en huisartsen de basiszorg in de wijk rond gezinnen.
Onderstaande grafiek geeft inzicht van de verdeling van ‘eerste’ verwijzers naar ingekochte jeugdhulptrajecten. Huisartsen zijn de grootste verwijzers naar ingekochte jeugdhulp. In 2021 was de huisarts voor 53% van de ingekochte Haagse jeugdhulptrajecten de eerste verwijzer van het ingezette hulptraject.
Grafiek 1: Ingekochte Haagse jeugdhulptrajecten op basis van de eerste verwijzer (2019 – 2021)
WMO
Vanuit de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) biedt de gemeente ondersteuning aan inwoners die niet op eigen kracht zelfredzaam zijn. Toegang tot deze ondersteuning kan digitaal via een WMO melding of fysiek via een Servicepunt XL.
Opdracht
De Opdrachtnemers werken actief samen met de WMO in het geval ondersteuning vanuit de WMO deel uitmaakt van een integrale gezinsgerichte aanpak.
Volwassen GGZ
Veel ouders van kinderen in jeugdhulp en jeugdbescherming hebben psychische problemen. Om gezinsgericht een jeugdige goed te helpen, is het vaak nodig om ook aan de slag te gaan met de psychische problematiek van de ouder(s). En voor volwassenen, die al in behandeling zijn in de volwassen GGZ, is het helpend om met hen na te gaan wat zij nodig hebben om de ouderrol goed te vervullen.
Opdracht
De Opdrachtnemers hebben de Opdracht om de samenwerking met de volwassen GGZ op cliëntniveau vorm te geven en te intensiveren. Helpend in het vormgeven van deze samenwerking kan de gezamenlijke visie ‘Betere verbinding tussen professionals in de jeugdzorg en volwassen-GGZ' van het ministerie VWS zijn. De gemeente heeft de rol om met de volwassen GGZ en de zorgverzekeraars de daarvoor juiste randvoorwaarden te creëren.
Raad voor de Kinderbescherming
Bij grote zorgen over de ontwikkeling en/of de Veiligheid van kinderen, waarbij de hulpverlening die beschikbaar is gesteld om een bedreiging in de ontwikkeling te voorkomen, niet op vrijwillige basis georganiseerd kan worden, dient te worden onderzocht of een dwangmaatregel via de kinderrechter noodzakelijk is. De Raad voor de Kinderbescherming voert dit onderzoek uit. De Opdrachtnemers volgen de samenwerkingsafspraken met de Raad voor Kinderbescherming voor, tijdens en na het doen van een verzoek tot onderzoek.
Opdracht
Als een Opdrachtnemer van mening is dat de gezinssituatie voor het kind onveilig is, de jeugdhulp die zij beschikbaar stelt niet (meer) op vrijwillige basis georganiseerd kan worden, en/of dat er een kinderbeschermingsmaatregel overwogen moet worden, dan maakt zij dit kenbaar bij de Jeugdbeschermingstafel. De gemeente organiseert deze Jeugdbeschermingstafel om met ouders, jeugdigen, de Opdrachtnemer, de Raad voor de Kinderbescherming en de Gecertificeerde Instelling (GI) in gesprek te gaan over de groei en Veiligheid en om af te wegen welke hulp in het vrijwillige kader nog mogelijk is.
Doel van deze samenwerking is:
Met het gezin (ouders én kinderen), betrokken jeugdprofessional uit de vrijwillige keten en partners uit de beschermingsketen onderzoeken én besluiten of de ondersteuning aan het gezin in het vrijwillig kader (nog) voortgezet kan worden.
Afspraken maken over het vervolg van de ondersteuning van het gezin: over hoe de vrijwillige hulpverlening voortgezet kan worden en/of over hoe het proces en ondersteuning er uit ziet in het geval de Raad voor de Kinderbescherming een beschermingsonderzoek gaat uitvoeren.
Een verzoek tot onderzoek aan de Raad voor de Kinderbescherming gebeurt alleen in het uiterste geval. (Herstel van) Duurzame Veiligheid staat voorop. Daarbij heeft het de voorkeur dat jeugdigen thuis opgroeien.
Samenwerkingsafspraken
Tussen de gemeente, de Raad voor de Kinderbescherming en de Jeugdbeschermingstafel zijn samenwerkingsafspraken gemaakt. Hieronder valt ook het format voor het Verzoek tot Onderzoek (VTO).
Integrale Gezinspoli (Haga/ Juliana Kinderziekenhuis)
Het Haga/Juliana Kinderziekenhuis en de Gemeente Den Haag werken samen in de vorm van een Integrale Gezinspoli. In de Integrale Gezinspoli worden gezinnen integraal begeleid en vindt vraagverheldering en analyse plaats van problemen die zowel medisch als sociaal van aard zijn.
Door samenwerking in de Integrale Gezinspoli (multidisciplinair overleg) is snelle doorverwijzing naar relevante organisaties mogelijk. Met deze samenwerking komt ook informele steun beschikbaar in de vorm van (getrainde) ervaringsdeskundigen en vrijwilligersorganisaties. In de eerste helft van 2023 wordt de Gezinspoli geëvalueerd. Afhankelijk van de ervaringen van de eerste fase wordt de werkwijze verder aangescherpt.
Opdracht
De Opdrachtnemers werken samen met de Integrale Gezinspoli en stemmen hun werkwijze hierop af.
De gemeente overweegt om een aantal aanvullende diensten af te nemen bij de Opdrachtnemers. Onderstaande taken behoren op dit moment nog niet tot de scope van de Opdracht, maar kunnen in een later stadium wel onderdeel uit (gaan) maken van de Opdracht. Hierover vindt in eerste instantie overleg plaats met de geselecteerde Gegadigden in de Dialoogfase. Indien naar aanleiding van de Dialoogfase wordt besloten bepaalde aanvullende diensten (nog) niet aan de scope van de Opdracht toe te voegen, blijft het mogelijk om dat tijdens de looptijd van de overeenkomst als nog te doen in goed overleg met de Opdrachtnemers en afhankelijk van het gesprek hierover met partners van aanpalende domeinen.
Voor de geraamde waarde van de opties 1 tot en met 5 wordt verwezen naar paragraaf 4.9.
4.3.1 Optie 1: Schoolmaatschappelijk werk
De Opdrachtnemers bieden Schoolmaatschappelijk werk bij Voorschoolse Educatie, in het primair onderwijs, het voortgezet onderwijs en op het MBO Mondriaan. Met schoolmaatschappelijk werk leveren de Opdrachtnemers kortdurende ondersteuning (individuele en collectieve Preventie) aan jeugdigen en ouders bij opgroei- en opvoedproblemen die de ontwikkeling en schoolse en/of arbeidscarrière van jeugdigen belemmeren. Deze taak zou op zijn vroegst aan de scope worden toegevoegd vanaf 1 augustus 2025. De overdracht van deze taak aan de Opdrachtnemers is nog onderwerp van gesprek met de betrokken schoolbesturen.
4.3.2 Optie 2: Onderwijs Jeugdhulparrangementen
Bij een Onderwijs jeugdhulp arrangement (OJA) gaat het om een integrale samenwerking op school rondom een leerling tussen ouders, het onderwijs en de Opdrachtnemer. De OJA ’s worden ingezet in het Speciaal (basis) Onderwijs (SO), Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO) en op het FlexCollege.
Momenteel worden 4 typen hulp vanuit de OJA bekostigd:
1. Persoonlijke verzorging in het primair onderwijs, die gericht is op het bieden van ondersteuning aan jeugdigen die vanwege een beperking in de vorm van een fysieke of verstandelijke beperking of ontwikkelingsachterstand extra hulp nodig hebben om zich te verzorgen.
2. Persoonlijke begeleiding in het primair onderwijs, die gericht is op het bieden van ondersteuning aan jeugdigen die vanwege een beperking in de vorm van een verstandelijke beperking of ontwikkelingsachterstand extra begeleiding nodig hebben in het klaslokaal.
3. Ambulante begeleiding in het primair onderwijs, die gericht is op het bieden van ondersteuning aan jeugdigen die vanwege een beperking in de vorm van een fysieke of verstandelijke beperking of ontwikkelingsachterstand extra begeleiding nodig hebben buiten het klaslokaal.
4. Jeugdcoaches in het voortgezet onderwijs, die gericht is op het bieden van ondersteuning aan jeugdigen die vanwege een beperking in de vorm van een fysieke of verstandelijke beperking of ontwikkelingsachterstand extra ondersteuning nodig hebben op het behalen van gedragsdoelstellingen.
Xx XXX’x worden op dit moment in partnerschap met onderwijspartijen gefinancierd. Het huidige contract voor de OJA ‘s loopt tot 1 april 2023. In de komende periode worden de OJA ’s geëvalueerd. De gemeente zal met onderwijspartijen beoordelen of de OJA ’s zelfstandig aanbesteed zullen worden, of worden opgenomen in de onderhavige Opdracht.
4.3.3 Optie 3: Jeugdhulpexpertise in de huisartsenpraktijk
De gemeente heeft met de pilot Praktijkondersteuner huisartsen Jeugd (POH Jeugd) positieve ervaring opgedaan. Een jeugdprofessional in de huisartsenpraktijk (POH Jeugd) draagt bij aan een laagdrempelig verwijsproces in de wijk waar jeugdigen, ouders, huisartsen, Jeugdteams, zorgverzekeraar en de gemeente vertrouwen in hebben. Door goede samenwerking tussen Jeugdteams
en huisartsen worden jeugdigen niet (onnodig) doorverwezen, krijgen zij lichte ondersteuning van de POH Jeugd of een verwijzing naar Specialistische jeugdhulp als dat nodig is. Een POH Jeugd vervult hier een spilfunctie in.
De Opdrachtnemers stellen jeugdhulpexpertise voor de huisartsenpraktijk beschikbaar. Onderwerp van overleg met huisartsen is of deze jeugdhulpexpertise valt onder de verantwoordelijkheid van de Opdrachtnemers of onder de verantwoordelijkheid van huisartsen. Dit vraagt nader overleg met huisartsen. Het beschikbaar stellen van jeugdhulpexpertise voor de huisartsenpraktijk heeft tot doel:
• Laagdrempelig jeugd- en gezinshulp beschikbaar hebben voor jeugdigen en ouders in een vertrouwde omgeving, dichtbij huis, aansluitend op bestaande zorgnetwerken in de wijk. De drempel voor het zoeken van hulp is hierdoor lager.
• Tijdig en snel vinden van de juiste ondersteuning voor jeugdigen en gezinnen bij opgroei- en opvoedvragen in de huisartsenpraktijk. Hieraan kunnen ook sociaal-maatschappelijke problemen of gezondheidsvragen van ouders aan ten grondslag liggen. De jeugdprofessional heeft hierbij ook aandacht voor normaliseren.
• Betere afstemming van hulp tussen huisartsen en de Opdrachtnemers rondom de jeugdigen en gezinnen.
4.3.4 Optie 4: Stedelijke expertteams
Hierbij gaat het om twee bestaande stedelijke teams met expertise voor specifieke doelgroepen. Voor behoud en inzet van deze expertise is de schaalgrootte nodig van de Gemeente Den Haag.
Sociale Veiligheid en groepsdruk
Een stedelijk Jeugdteam (team Risicogroepen) werkt momenteel intensief samen met ketenpartners als de bestuursdienst, politie, zorg- en veiligheidshuis, het jongerenwerk en de jeugdbeschermingspartners rondom veiligheidsvraagstukken bij jongeren tot 18 jaar (en soms wat ouder).
De Opdrachtnemers bieden:
• selectieve en geïndiceerde Preventie aan jeugdigen rondom sociale Veiligheid en groepsdruk (ter voorkoming van onder meer criminaliserend gedrag).
• ondersteuning en begeleiding aan jongeren tot 18 jaar (en soms iets ouder) voor vraagstukken als polariserend en extremistisch gedachtegoed, rivaliteit tussen groepen, criminaliteit en het dragen en gebruiken van messen om te verwonden.
Deze jongeren vragen een bijzondere expertise op het gebied van begeleiding en familie ondersteuning.
De gemeente behoudt zich het recht voor om aparte opdrachten te verstrekken gericht op intensieve trajectbegeleiding van jeugdigen en jong volwassenen (tot 27 jaar) met complexe multiproblematiek die met politie en justitie in aanraking zijn gekomen.
Xxxxx overstijgende aanpak huiselijk geweld
De Opdrachtnemers bieden een gezinsaanpak voor gezinnen waar zeer complexe huiselijk geweld zaken spelen, als onderdeel van meerdere gezinsproblemen. De gezinsaanpak vraagt om domein- en ketenoverstijgende inzet en samenwerking om de risico's op herhaling van het geweld te verkleinen en het perspectief op duurzame Veiligheid te vergroten. In de huidige situatie wordt deze aanpak georganiseerd vanuit een stedelijk Veilig Verder Team. De Opdrachtnemers bieden een sluitende gezinsgerichte aanpak voor:
• MDA++ zaken. Dit gaat om ‘structurele onveilige casuïstiek’ waarbij ook de strafketen betrokken is.
• Alle casuïstiek die valt onder de aanpak Intensief Casemanagement (ICM). Dit gaat onder andere om recidiverende huisverboden.
• De meest complexe huiselijk geweld zaken.
4.3.5 Optie 5: Jong volwassenen (16-27 jaar)
In deze optie krijgen de Opdrachtnemers ook de verantwoordelijkheid om expertise en voorzieningen voor ondersteuning aan jong volwassenen (tot 27 jaar) beschikbaar te hebben en waar nodig in te zetten. Hiermee willen we de ontwikkeling van passend aanbod (nu nog onderdeel van de WMO – maatwerkarrangementen) voor deze doelgroep stimuleren. Het gaat om het bieden van begeleiding en woonvoorzieningen (inclusief beschermd wonen) aan kwetsbare jeugdigen tot 27 jaar15 die een vorm van jeugdhulp of een andere vorm van Aanvullende zorg (bijvoorbeeld uit het Maatwerkarrangement van de WMO) ontvangen (of ontvingen).
De hieronder vermelde vormen van jeugdhulp vormen geen onderdeel van deze Aanbesteding en zullen onderdeel blijven van (boven)regionale contractering door het Servicebureau Jeugdzorg Haaglanden samen met de andere gemeenten in de H10:
• Intramurale jeugdhulp, inclusief jeugdzorgplus
• Pleegzorg, gezinshuizen en zwaardere woongroepen
• Dyslexiediagnostiek en dyslexiebehandeling
• Crisisopvang, zowel ambulant als verblijf
• Jeugdbescherming en jeugdreclassering
• Landelijk Transitie Arrangement. Het Landelijke Transitie Arrangement (LTA) wordt landelijk gecontracteerd.
Er zijn een aantal belangrijke randvoorwaarden van toepassing op de vormgeving van de Opdracht met onze toekomstige Opdrachtnemers. We noemen ze hieronder:
Wet- en regelgeving
Voorop staat dat de Opdrachtnemers handelen volgens de vigerende wet- en regelgeving en voldoen aan de Jeugdwet en de daarbij horende uitvoeringsbesluiten. Daarnaast gelden de regionale afspraken en wordt gehandeld binnen de kaders van de gemeentelijke verordeningen en beleidsregels.
Fysieke locaties
We gaan ervan uit dat de Opdrachtnemers gebruik blijven maken van de huidige fysieke CJG locaties in de wijk, waarin ook de JGZ (en soms de WMO) is gehuisvest. Nadere afspraken daarover zullen in de Dialoogfase aan de orde komen.
Overgang van personeel
De gemeente is verantwoordelijk voor het voortdurend zorgdragen voor de kwaliteit van de Jeugdzorg. Een belangrijk aspect van continuïteit is in geval van opdrachtwijziging het zoveel mogelijk in stand houden van de relatie tussen cliënt en de hulpverlening. In dit verband verwijzen wij ook naar de inspanningsverplichtingen uit de Jeugdwet (artikel 2.13) waarmee de continuïteit richting cliënten geborgd wordt. Xxxxxx van werkgelegenheid speelt hierin ook een rol.
15 In de huidige situatie loopt de overgang van jeugd naar volwassenheid nog te vaak niet goed als het gaat om jongeren die een vorm van jeugdhulp ontvangen. Ongeveer 60% van de dakloze jongeren heeft een verleden in de jeugdhulp. De in de Jeugdwet en Wmo 2015 aanwezige knip 18-/18+ zorgt ervoor dat er te weinig aandacht en passend aanbod is voor de doelgroep jongvolwassenen, terwijl deze groep juist extra kwetsbaar is. De Haagse Jeugdombudsman richt zich daarom op de bredere groep jongvolwassenen tot 27 jaar.
Daarnaast besteden wij als gemeente taken uit die tot op heden worden uitgevoerd door medewerkers van de gemeente (JMO). Deze medewerkers verrichten taken in de Toegang tot en verlening van de jeugdhulp. Deze medewerkers hebben voor de uitvoering van de Opdracht noodzakelijke kennis en/of kunde opgebouwd. Denk aan kennis van wet- en regelgeving, kennis van de lokale infrastructuur/sociale kaart, positie in lokale netwerken, kennis van en samenwerking met andere verwijzers, ervaring met vraagverheldering, indicatiestelling, opstellen van ondersteuningsplannen, etc. We hechten veel waarde aan continuïteit van (de Toegang tot) de jeugdhulp en daarmee aan het behoud van de opgebouwde ervaring, kennis en kunde van de medewerkers van de gemeente (JMO).
Opdrachtnemers zijn gelet op het voorgaande verplicht om voor aanvang van de overeenkomst de dan reeds bekende betrokken werknemers van de JMO van de gemeente een schriftelijke arbeidsovereenkomst aan te bieden tegen tenminste dezelfde arbeidsvoorwaarden.
Het is van groot belang dat de continuïteit van de jeugdhulp bij de overgang van de oude situatie naar de nieuwe goed geborgd is. Voor cliënten met vormen van lokale jeugdhulp die in 2023 hulp ontvangen (door Jeugdteam of aanbieder) die naar verwachting doorloopt in 2024 zal een zorgvuldig overgangstraject worden vormgegeven. De continuïteit van de ingezette hulp en hulpverlenersrelatie staan daarbij centraal. Uitgangspunt is een warme overdracht van de cliënt, indien nodig. Met de geselecteerde Gegadigden zullen we in de Dialoogfase spreken hoe we de overgang van oud naar nieuw op en rond de start van de nieuwe contracten per 1 januari 2024 het beste kunnen vormgeven, rekening houdend met de hier genoemde uitgangspunten.
Voor de bekostiging van de Opdracht heeft de Gemeente Den Haag gekozen voor de zogenaamde ‘taakgerichte uitvoeringsvariant met Populatiebekostiging’. Dit betekent dat de Opdrachtnemer jaarlijks voor de uitvoering van de Opdracht één integraal budget ontvangen op basis van de populatie binnen het perceel. Met de taakgerichte bekostiging kunnen Opdrachtnemers doen wat nodig is voor de jeugdigen en ouders met een ondersteuningsvraag op het gebied van opvoeden en opgroeien en de oorzaken die hieraan ten grondslag liggen. Deze bekostigingsvorm kent een aantal voordelen:
• Veel ruimte voor samenwerking tussen de gemeente en Opdrachtnemers, en ook relevante stakeholders, door gezamenlijk commitment, gelijk gerichtheid en langdurige samenwerkingsrelaties (partnerschap).
• Het biedt handelingsvrijheid aan professionals om flexibel, preventief en creatief in te spelen op (veranderingen in de) ondersteunings- en hulpvragen van cliënten en hun sociale omgeving.
• Efficiënte en eenvoudige administratie (met weinig lasten) doordat de zorgvraag niet in detail wordt vastgelegd in een Verzoek om Toewijzing (VOT) en zorgtoewijzing aan de Opdrachtnemers. Ook vindt geen declaratieverkeer plaats tussen de gemeente en Opdrachtnemers.
• Het integrale budget geeft Opdrachtnemers de ruimte om middelen doelmatig en doeltreffend in te zetten, omdat zij kunnen schuiven met middelen als bijvoorbeeld de behoefte aan een bepaalde hulp- of ondersteuningsvorm stijgt en aan een andere vorm juist daalt. Dit biedt Opdrachtnemers financiële beheersbaarheid.
• Bij taakgerichte financiering is er – in tegenstelling tot de huidige bekostiging op basis van inspanningsgerichte financiering – geen financiële prikkel om meer jeugdigen hulp en ondersteuning te bieden of om daar langer dan nodig mee door te gaan. Met taakgerichte bekostiging krijgen professionals niet alleen de ruimte om te doen wat nodig is, maar ook de verantwoordelijkheid voor de verdeling van schaarse middelen. Net als de gemeente voelen de Opdrachtnemers dat zij keuzes moeten maken. Dit zet aan tot innovatie en het komen tot nieuwe oplossingen. Dit is noodzakelijk om de jeugdhulp betaalbaar te houden.
• In die lijn gaan wij uit van een ‘gezond bedrijfsrisico’ van Opdrachtnemers. Kostenontwikkelingen (op- en neerwaarts) die door de Opdrachtnemers kunnen worden beïnvloed vallen onder dit gezonde bedrijfsrisico van Opdrachtnemers.
Het budget
Het budget zal een reële prijs zijn, passend bij de aard en omvang van de Opdracht voor een perceel en bij de uitvoeringswerkelijkheid (de praktijk) en de kostprijs van een redelijk efficiënt functionerende jeugdhulpaanbieder.
In het kader van de Dialoogfase zal de gemeente een kostprijsonderzoek (laten) uitvoeren. Op basis van de uitkomsten van het kostprijsonderzoek en de naar aanleiding daarvan met geselecteerde Xxxxxxxxxx gevoerde gesprekken, zullen per perceel budgetafspraken worden gemaakt die uitgaan van een redelijke en passende risicoverdeling tussen de gemeente en de Opdrachtnemers.
Om te komen tot een reële prijs zal het budget in ieder geval de volgende drie elementen bevatten:
1. De kostprijs voor de te leveren zorg. In het belang van een goede prijs-kwaliteitverhouding houdt de gemeente bij de vaststelling van de vergoeding voor de te leveren zorg in ieder geval rekening met16:
• de aard en omvang van de te verrichten taken;
• de voor de sector toepasselijke cao-schalen in relatie tot de zwaarte van de functie;
• een redelijke toeslag voor overheadkosten;
• een voor de sector reële mate van non-productiviteit van het personeel als gevolg van verlof, ziekte, scholing en werkoverleg; en
• kosten voor bijscholing van het personeel.
2. De investeringskosten om de nieuwe werkwijze mogelijk te maken.
3. De inverdieneffecten: besparingen die op termijn gerealiseerd kunnen worden door de taakgerichte uitvoeringsvariant met Populatiebekostiging en overeengekomen maatregelen uit de landelijke hervormingsagenda (zoals de inperking van de reikwijdte van de jeugdhulp).
Bepaling budget
Omdat de precieze invulling van de gevraagde dienstverlening nog onderwerp van gesprek is in de Dialoogfase, kan het precieze budget op dit moment nog niet worden vastgesteld. De gemeente zal het budget voor 2024 aan het einde van de Dialoogfase en voorafgaand aan de Gunningsfase vaststellen. Hetzelfde geldt voor de wijze waarop het budget gedurende de looptijd van de overeenkomsten kan worden aangepast. Onderwerpen die van invloed kunnen zijn op het budget en na het eerste contractjaar aanleiding kunnen geven tot aanpassing van het budget (naar boven of beneden) zijn in ieder geval loon- en prijsbijstellingen, wetswijzigingen, beleidswijzigingen en substantiële wijzigingen in de zorgvraag of de populatie. Daarnaast is het de bedoeling dat de hulp en ondersteuning – door verdergaande ‘normalisering’ en door wijkgericht en gezinsgericht werken – voor een deel verschuift naar de Sociale basis (Preventie/welzijn). Als het lukt om op termijn besparingen te realiseren t.o.v. van het vastgestelde budget, dan is het onze intentie om een deel daarvan te benutten om innovatie en transformatie verder te stimuleren.
Budgettair beeld
Toen in 2015 het kabinet de verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg aan de gemeenten overdroeg, is tegelijkertijd fors bezuinigd. Bovendien namen de kosten van jeugdzorg de afgelopen jaren enorm toe.
Xxxxxxxxx Xxxxxxx Xxxxx (AEF) heeft in 2020 in opdracht van het Rijk en de VNG een onderzoek
uitgevoerd naar deze boeggolf. Hieruit blijkt dat gemeenten € 1,6 miljard tot € 1,8 miljard meer uitgeven aan jeugdzorg in 2019 dan dat ze aan middelen vanuit het Rijk hiervoor ontvangen. Ook de ingestelde Commissie van Xxxxxx kwam in haar arbitrage-uitspraak tot dezelfde conclusie als het AEF. Na deze uitspraak heeft het Rijk extra middelen toegezegd en is het gaan werken aan een landelijke hervormingsagenda jeugd. Zie in dit verband ook hetgeen hiervóór is toegelicht in paragraaf 3.6.
16 Conform artikel 3:2 van de Verordening jeugdhulp Xxx Xxxx 0000.
Het tekort landelijk is structureel € 1,8 miljard. Daarvan moet € 1 miljard worden ingevuld door de landelijke hervormingsagenda. Daarnaast is er de extra bezuiniging van €0,5 miljard in het regeerakkoord, dat na een flinke discussie de verantwoordelijkheid is van het Rijk. Bij de invulling daarvan wordt gedacht aan het invoeren van een eigen bijdrage en het normeren van de behandelduur. De extra rijksbijdrage voor de Gemeente Den Haag daalt van circa € 60 mln. in 2022 naar circa € 10 mln. per 2027 naar aanleiding van het rapport van de Commissie van Wijzen (dat betreft de totale jeugdzorg, dus niet alleen de lokale jeugdhulp die onder deze Opdracht valt, maar ook de intramurale hoogspecialistische jeugdhulp die regionaal wordt ingekocht). De kostenombuiging moet gerealiseerd worden door maatregelen uit de hervormingsagenda en extra maatregelen van het Rijk zelf. Het is een gezamenlijke opgave van gemeenten, jeugdhulpaanbieders en het Rijk om deze kostenombuiging te realiseren. De hervormingsagenda Xxxxx heeft twee doelen, die nadrukkelijk aan elkaar zijn gekoppeld: 1) betere en tijdige zorg en ondersteuning, op de juiste plek en wanneer dit nodig is en 2) een beheersbaar en daarmee duurzaam financieel houdbaar stelsel. Het voorgaande valt onder de beleidswijzigingen (en mogelijk wetswijzigingen) die van invloed kunnen zijn op het jaarlijkse budget, zoals hiervoor onder het kopje ‘Bepaling budget’ is toegelicht.
Geraamde waarde van de Opdracht
De geraamde waarde van de Opdracht bedraagt € 115,9 miljoen per jaar (prijspeil 2021) voor alle vier de percelen tezamen (exclusief eventuele opties zoals beschreven in paragraaf 4.3). De daadwerkelijke financiële omvang van de Opdracht over de gehele contractperiode is nog niet bekend, omdat het budget jaarlijks zal worden aangepast (zie paragraaf 4.7 onder het kopje ‘Bepaling budget’). De wijze van budgetbepaling is bovendien nog onderwerp van gesprek tijdens de Dialoogfase (zie ook paragraaf
4.7 onder het kopje ‘Het budget’).
De in deze paragraaf genoemde omschrijvingen en aantallen zijn bedoeld ter indicatie en zijn daarom niet leidend. Aan genoemde (omzet)gegevens in deze Selectieleidraad kunnen geen rechten worden ontleend.
De specificatie van de opdrachtwaarde op basis van de kosten in het jaar 2021 en conform de onderdelen in scope zoals genoemd in paragraaf 4.1 is als volgt:
Segment | Bedrag (2021) |
Preventie | € 7,3 mln. |
Specialistische jeugdhulp | € 84,5 mln. |
Jeugdteams | € 19,0 mln. |
PGB-jeugd | € 5,1 mln. |
Totaal | € 115,9 mln. |
Tabel 1
In onderstaande tabel is een specificatie van het onderdeel Specialistische jeugdhulp opgenomen:
Specialistische jeugdhulp | Bedrag (2021) | Aantal jeugdigen (2021) |
Diagnostiek en behandeling | € 35,2 mln. | 8.700 |
Begeleiding | € 22 mln. | 2.645 |
Opvoedondersteuning | € 10,7 mln. | 2.230 |
Dagbehandeling, dagbesteding | € 16,1 mln. | 925 |
Lichte woonvoorzieningen zoals kamertraining | € 0,5 mln. | 36 |
Totaal | € 84,5 mln. | 14.536 |
Tabel 2
Voorgaande tabel omvat alle vormen van ambulante hulp. De hulp tijdens verblijf verleend door de aanbieder van het verblijf is daarbij niet meegenomen, omdat deze behoort tot de hulp die regionaal wordt ingekocht. In het geval een jeugdige in een verblijfsvoorziening zit (via de regionale inkoop door H10) en aanvullende begeleiding of behandeling nodig heeft die de aanbieder van de verblijfsvoorziening zelf niet kan leveren, biedt de Opdrachtnemer deze zorg aan (zie ook paragraaf
4.1.3 onder 1).
Omzet PGB 2021 en aantal jeugdigen:
PGB-jeugd Bedrag | Aantal jeugdigen | |
€ 5,1 mln. | 423 |
Tabel 3
4.8.2 Geraamde waarde per perceel
Hieronder wordt de totale geraamde waarde van de Opdracht per perceel per jaar weergegeven:
Perceel | Totaal |
Escamp (perceel 1) | € 31,3 mln. |
Centrum (perceel 2) | € 21,3 mln. |
Kust (perceel 3) | € 32,9 mln. |
Rand (perceel 4) | € 30,4 mln. |
Totaal | € 115,9 mln. |
Tabel 4
De volgende tabel geeft de geraamde waarde per perceel van het onderdeel Preventie weer. De verdeling over de percelen is hier gebaseerd op het aantal jeugdigen in het gebied en niet op het feitelijk gebruik.
Perceel | Preventie (2021) |
Escamp (perceel 1) | € 1,9 mln. |
Centrum (perceel2) | € 1,3 mln. |
Kust (perceel 3) | € 2,1 mln. |
Rand (perceel 4) | € 2 mln. |
Totaal | € 7,3 mln. |
Tabel 5
In onderstaande tabel is een specificatie van het onderdeel Specialistische jeugdhulp per perceel opgenomen:
Specialistische jeugdhulp | ||
Perceel | Omzet 2021 | Aantal jeugdigen 2021 |
Escamp (perceel 1) | € 23,2 mln. | 2.927 |
Centrum (perceel 2) | € 15,5 mln. | 1.784 |
Kust (perceel 3) | € 24,1 mln. | 3.670 |
Rand (perceel 4) | € 21,7 mln. | 3.214 |
Totaal | € 84,5 mln. | 11.595 |
Tabel 6
De volgende tabel geeft de geraamde waarde per perceel van het onderdeel basiszorg (Jeugdteams) weer. De verdeling over de percelen is hier gebaseerd op het aantal jeugdigen in het gebied en niet op het feitelijk gebruik.
Perceel | Basiszorg (Jeugdteams) |
Escamp (perceel 1) | € 4,9 mln. |
Centrum (perceel 2) | € 3,5 mln. |
Kust (perceel 3) | € 5,3 mln. |
Rand perceel 4) | € 5,3 mln. |
Totaal | € 19,0 mln. |
Tabel 7
De volgende tabel geeft de geraamde waarde per perceel van het onderdeel PGB weer:
Perceel | PGB-jeugd |
Escamp (perceel 1) | € 1,3 mln. |
Centrum (perceel 2) | € 1,0 mln. |
Kust (perceel 3) | € 1,4 mln. |
Rand (perceel 4) | € 1,4 mln. |
Totaal | € 5,1 mln. |
Tabel 8
De geraamde waarde van de opties, zoals opgenomen in paragraaf 4.3 is hieronder weergegeven. Deze opties worden gespecificeerd voor de totale omvang van de 4 percelen:
Segment | Bedrag (2021) |
Wmo-maatwerkarrangementen (MWA) tot 27 jaar | € 19 mln. |
Team risicogroepen en veilig verder | € 2 mln. |
Onderwijs jeugdhulp arrangementen | € 1,4 mln. |
POH Jeugd | € 1,2 mln. |
Schoolmaatschappelijk werk | € 6 mln. |
Totaal | € 29,6 mln. |
Tabel 9
Informatievoorziening en administratie
Berichtenverkeer
Voor deze Opdracht is het berichtenverkeer iJw van toepassing met uitzondering van declaratieberichten. De controle rondom het woonplaatsbeginsel zal door de Gemeente Den Haag uitgevoerd worden. Wij verwachten van de Opdrachtnemers dat de administratie zodanig is ingericht dat gewerkt kan worden met de actuele versie van het berichtenverkeer (per 1 januari 2022 Versie 3.1).
Administratieve lasten
We willen de regeldruk en administratieve lasten voor inwoners, professionals, Opdrachtnemers en gemeente verminderen en het eenvoudiger maken om zorg en ondersteuning te leveren en te ontvangen. De Opdrachtnemer krijgt de verantwoordelijkheid over één integraal budget per gebied, waarvoor hij alle zorg en ondersteuning moet inzetten die nodig is, zonder dat de gemeente op individueel niveau toestemming hoeft te geven.
Daarnaast willen we het proces van aanvragen en toekennen van zorg zo eenvoudig mogelijk inrichten. Binnen de kaders van de Jeugdwet en de Algemene wet bestuursrecht ontwikkelen we samen met de Opdrachtnemer een met voldoende waarborgen omklede procedure voor onafhankelijke toekenning/weigering van zorg.
Onderaanneming gedurende looptijd van de overeenkomst
Het is mogelijk dat de Opdrachtnemers gedurende de uitvoering van de overeenkomst bepaalde (andere) taken willen uitbesteden aan een of meer onderaannemer(s). De Opdrachtnemer moet daarbij in ieder geval de werkzaamheden die verband houden met de Toegang en Triage zelf uitvoeren. Indien een Opdrachtnemer een onderaannemer inschakelt, blijft hij zelf verantwoordelijk voor de uitvoering van de overeenkomst. Daarbij zal de Opdrachtnemer aan de onderaannemer in ieder geval dezelfde verplichtingen opleggen als die voor hemzelf gelden uit hoofde van de overeenkomst. De verdere invulling van de taken die kunnen worden uitbesteed aan een onderaannemer, de rolverdeling tussen de Opdrachtnemers en de onderaannemer en de daarmee samenhangende contractuele verplichtingen zullen nader worden uitgewerkt in de Dialoogfase.
Op deze Aanbesteding zijn de Beleidsregels Social Return Den Haag 2016 van toepassing. Door het toepassen van de Social Return regeling geeft de gemeente samen met haar Opdrachtnemers invulling aan één van haar beleidsdoelen om toe te werken naar een inclusieve arbeidsmarkt met als motto
‘Iedereen doet mee’.
Om haar beleidsdoelen invulling te geven is, naast het direct plaatsen van de bijstandspopulatie, tevens het verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt voor hen van groot belang. Den Haag gaat deze opgave dan ook graag aan met Opdrachtnemers om samen te zoeken naar initiatieven en ideeën vanuit de markt’. De bouwblokken Social Return bieden een eerste handvat voor de invulling van de Social Return. De verschillende opties in het schema zijn te combineren.
Voor deze Aanbesteding wordt gedacht aan een percentage van 2 a 3 % van de opdrachtsom. Nadere invulling van dit percentage zal in de Dialoogfase plaatsvinden waarbij de gemeente gezamenlijk met Gegadigden en de projectmanager Social return gaat kijken naar de mogelijkheden tot invulling van Social return waarbij een realistisch percentage gehanteerd zal worden.
De definitieve invulling van de Social return verplichting zal na gunning samen met de projectmanager Social Return van het Den Haag Werkt worden bepaald. De projectmanager zal erop aansturen de Social Return verplichting zo veel mogelijk in te vullen met directe werkgelegenheid, mocht dit niet lukken dan wordt gekeken naar alternatieve invullingen die verband houden met arbeidsparticipatie. De overeengekomen invulling wordt schriftelijk vastgelegd en gearchiveerd in de web-applicatie WIZZR. In deze applicatie administreert een Opdrachtnemer de realisatie van de overeengekomen invulling van Social return. Na gunning ontvangt de Opdrachtnemer autorisatie voor WIZZR en de contactgegevens van de projectmanager Social Return bij Den Haag Werkt.
Met het verzenden van de Aankondiging op TenderNed is de aanbestedingsprocedure gestart.
In de onderstaande tabel is de planning weergegeven. De data met betrekking tot het indienen van vragen en/of opmerkingen, het kenbaar maken van bezwaren en het indienen van Aanmeldingen gelden als fatale termijnen voor de Gegadigden. De Gemeente Den Haag behoudt zich het recht voor om de planning aan te passen.
Selectiefase
Nr. | Omschrijving activiteit | Datum |
1. | Publiceren Aankondiging van de Opdracht | 28 oktober 2022 (is zichtbaar op TenderNed op 30 oktober) |
2. | Informatiebijeenkomst voor Gegadigden | 8 november 2022 10.oo tot 12.00 uur |
3. | Uiterlijke ontvangst vragen n.a.v. Publicatie | 11 november 2022 voor 12:00 |
4. | Publiceren Nota van inlichtingen nr. 1 | 18 november 2022 |
5. | Uiterlijke ontvangst vragen voor Nota van inlichtingen nr. 2 | 23 november 2022 voor 12.00 uur |
6. | Publiceren Nota van inlichtingen nr. 2 | 28 november 2022 |
7. | Uiterlijke ontvangst van Aanmeldingen | 8 december 2022 voor 12:00 |
8. | Versturen selectiebeslissing | 22 december 2022 |
9. | Einde rechtsbeschermingstermijn | 12 januari 2023 |
Voorlopige planning Dialoogfase
Nr | Omschrijving activiteit | Datum |
10. | Versturen dialoogleidraad aan geselecteerde Xxxxxxxxxx | 13 januari 2023 |
11. | Dialooggesprekken (individueel), gesprekken vinden zoveel mogelijk plaats op maandag, woensdag en donderdag | januari en februari 2023 |
12. | Tafelgesprekken (met meerdere aanbieders) gesprekken vinden zoveel mogelijk plaats op maandag, woensdag en donderdag | januari en februari 2023 |
13. | Publiceren Nota van inlichtingen n.a.v. de Dialoogfase | 1 maart 2023 |
14. | Uitnodiging tot Inschrijving aan uitgenodigde Xxxxxxxxxx | 15 maart 2023 |
Voorlopige planning van de Gunningsfase
Nr. | Omschrijving activiteit | Datum |
15. | Versturen Gunningsleidraad aan uitgenodigde Xxxxxxxxxx | 15 maart 2023 |
16. | Uiterlijke ontvangst vragen n.a.v. publicatie Gunningsleidraad | 25 maart 2023 |
17. | Publiceren Nota van inlichtingen nr. 1 Gunningfase | 3 april 2023 |
18. | Uiterlijke ontvangst van Inschrijvingen | 17 april 2023 |
Nr. | Omschrijving activiteit | Datum |
19. | Mogelijkheid tot verificatie gesprekken | 24, 25 en 26 april 2023 |
20. | Versturen brieven met voornemen tot gunning | 18 mei 2023 |
21. | Einde rechtsbeschermingstermijn en definitieve Gunning | 8 juni 2023 |
22. | Start implementatie | 9 juni 2023 |
23. | Ingangsdatum overeenkomst(en) | 1 januari 2024 |
Communicatie tijdens de Aanbesteding
De communicatie in het kader van de Aanbesteding verloopt volledig digitaal via xxx.XxxxxxXxx.xx (hierna: TenderNed). Voor vragen en opmerkingen over deze procedure dient u zich uitsluitend te wenden tot Xxxxx xxx xxx Xxxx of Petra den Hollander van de afdeling Inkoop van de Dienst Bedrijfsvoering via de berichtenfunctie (“Berichten bij deze aanbesteding”).
De afdeling Inkoop van de Dienst Bedrijfsvoering (DBV) zal het inkoopproces rondom de Aanbesteding verzorgen en gedurende het aanbestedingstraject als enig aanspreekpunt fungeren voor de Gegadigden.
Het is niet toegestaan om op andere wijze contact te zoeken met de Gemeente Den Haag over deze Europese Aanbesteding, met uitzondering van de situatie zoals beschreven in paragraaf 5.2 Klachtenafhandeling. Een Gegadigde die hiermee in strijd handelt en via andere contacten in de gemeente de aanbestedingsprocedure tracht te beïnvloeden, kan worden uitgesloten van de Aanbesteding.
De Gemeente Den Haag heeft via TenderNed een officiële Aankondiging verzonden naar het Bureau voor Officiële Publicaties van de Europese Gemeenschappen te Luxemburg. Deze Aankondiging is gepubliceerd op Tenders Electronic Daily (TED). De gehele aanbestedingsprocedure zal elektronisch via TenderNed worden uitgevoerd.
U dient zich voldoende op de hoogte te stellen van de werking van TenderNed om adequaat aan de aanbestedingsprocedure te kunnen deelnemen en alle noodzakelijke handelingen binnen de gestelde termijnen correct te kunnen verrichten. Hoe TenderNed werkt wordt toegelicht op de website. Voor onduidelijkheden of andere vragen met betrekking tot de werking van TenderNed dient u contact op te nemen met de servicedesk van TenderNed.
Op dinsdag 8 november 2022 van 10.00 tot 12.00 uur vindt informatiebijeenkomst plaats voor Gegadigden waarbij de gemeente een toelichting geeft op de Selectieleidraad met Bijlagen.
U wordt verzocht om via de berichtenfunctie in TenderNed aan te geven of u belangstelling heeft voor deze informatiebijeenkomst. U ontvangt dan een uitnodiging van ons met een link naar het aanmeldformulier. Per organisatie kunnen maximaal 2 personen deelnemen.
Na de bijeenkomst worden de presentatie en een verslag van de bijeenkomst op TenderNed gepubliceerd.
Vanaf de publicatie van de Aanbesteding kunnen potentiële inschrijvers direct, via de module ‘vraag en antwoord’ binnen TenderNed, vragen stellen naar aanleiding van de aanbestedingsdocumenten. Het is belangrijk dat inschrijvers zo vroeg mogelijk vragen presenteren. Dit biedt geïnteresseerden de kans om te reageren op het door Gemeente Den Haag gegeven antwoord. Vragen die binnenkomen worden meteen gepubliceerd door XxxxxxXxx. De antwoorden worden gepubliceerd zodra deze beschikbaar zijn. Gegeven antwoorden worden samengevoegd tot een Nota van inlichtingen.
De nota’s van inlichtingen maken integraal onderdeel uit van de aanbestedingsdocumenten.
In geval van strijdigheden tussen de Nota’s van inlichtingen onderling prevaleert het bepaalde in de
meest recente Nota van inlichtingen.
Uw Aanmelding dient uiterlijk op het in de planning genoemde tijdstip in het bezit te zijn van de Gemeente Den Haag. Bij de indiening van de Aanmelding dient u gebruik te maken van de digitale kluis in TenderNed. U dient uw Aanmelding te uploaden en vervolgens in te dienen.
Gegadigde dient rekening te houden met het feit dat:
• anderszins ingediende Aanmeldingen, zoals per fysieke post, e-mail of telefax, niet in behandeling worden genomen;
• de Gegadigde verantwoordelijk is voor de tijdige indiening van zijn Aanmelding. Te laat
ingediende Aanmeldingen worden niet beoordeeld en komen niet in aanmerking voor verdere deelname aan de aanbestedingsprocedure;
• de Gegadigde zelf het risico draagt van vertraging of storingen tijdens de elektronische
verzending;
• de aftellende digitale klok en de sluitingstijd voor indienen het van Inschrijvingen die worden getoond op TenderNed, leidend zijn en prevaleren boven alle andere tijdsaanduidingen.
De dialooggesprekken worden met elke geselecteerde Gegadigde afzonderlijk gevoerd. Daarnaast vinden zogenaamde tafelgesprekken plaats met meerdere Gegadigden waar met elkaar over
inhoudelijke thema’s wordt gesproken. Als u deelneemt aan deze aanbestedingsprocedure door middel van een Combinatie (een samenwerkingsverband bestaande uit meerdere samenwerkingspartners), laten wij het aan u om te bepalen met welke vertegenwoordiger u tijdens de Dialoogfase aan tafel wenst te gaan met de gemeente.
Naar verwachting vindt de Dialoogfase plaats in januari en februari 2023. Van geselecteerde Xxxxxxxxxx wordt verwacht dat zij in deze periode op maandag, woensdag en donderdag personen met de juiste expertise beschikbaar hebben voor zowel het individuele gesprek als de tafelgesprekken.
5.7.1 Onderwerpen tijdens de Dialoogfase
De volgende onderwerpen worden in ieder geval besproken in de Dialoogfase. Doel hiervan is de Opdracht verder te concretiseren op basis van een gedeeld perspectief, waarin de ondersteuning aan gezinnen wordt georganiseerd volgens de leidende principes. Zo wordt de vernieuwing samen vormgegeven en kunnen in deze fase al bepaalde keuzes worden gemaakt. Helder wordt dan ook wat de Opdrachtnemers nodig hebben van de gemeente (kaders, randvoorwaarden) om de Opdracht goed uit te kunnen voeren.
De uitwerking van de hieronder genoemde onderwerpen is indicatief. Bij de start van de Dialoogfase ontvangen de geselecteerde Xxxxxxxxxx een dialoogleidraad met verdere verheldering van de thema’s die we willen bespreken.
Doorontwikkeling gezinsgericht en Gebiedsgericht werken
Thema’s die hierin onder andere aan de orde komen zijn:
• Het organiseren en realiseren van samenwerking rond gezinnen waarbij ook ouderproblematiek zoals bestaanszekerheidsvraagstukken (problemen rond inkomen, schulden, wonen etc), GGZ problematiek ouders en veiligheidsvraagstukken die van invloed zijn op het opvoeden en opgroeien van jeugdigen, integraal worden opgepakt.
• Het voeren van Gezinsregie. Wat verstaan we daar onder? Wanneer voeren de Opdrachtnemers
Gezinsregie. Wanneer de gemeente?
• Kansrijk opgroeien door ‘ongelijke situaties, ongelijk’ te behandelen. Hoe doen we dat? Hoe bevorderen we kansengelijkheid?
Uitwerking zorgcontinuïteit voor lopende jeugdhulptrajecten rond de start van de overeenkomsten per 1 januari 2024
• Continuïteit van hulpverlener bij lopende jeugdhulptrajecten, zowel basiszorg als Specialistische
jeugdhulp. Hoe waarborgen we deze continuïteit en wat is hiervoor nodig?
• Hoe gaan we om met de jeugdigen die op wachtlijsten staan voor zowel de basiszorg als de Specialistische jeugdhulp rondom de overgang?
Inrichting Toegang (inclusief benutting CJG locaties) en samenwerking met partijen in de keten
Thema’s die aan de orde komen:
• Het inrichten van stevige lokale teams voor vraagverheldering, Triage, het ondersteunen van gezinnen, voeren van Gezinsregie.
• Laagdrempelig organiseren van de Toegang in de wijk, aansluitend op de Leefwereld en sociale
omgeving van gezinnen. Hoe wordt hierin samengewerkt met informele netwerken, met het onderwijs, huisartsen, de JGZ etc.
• Welke jeugdhulp gaan we wel bieden en welke niet (meer)?
Welke opties gaan mee in de Opdracht? Wanneer?
In 4.3 staan de opties die onderdeel kunnen gaan uitmaken van de Opdracht. Overleg over inhoudelijke verbindingen en haalbaarheid hierover vindt plaats met Gegadigden en (eventueel) belanghebbende stakeholders.
De aard en omvang van de SROI verplichting
Gesproken zal worden over de aard en omvang van de SROI verplichting in het contract: wat is mogelijk en wenselijk in de jeugdhulp?
Financieel kader, rechtmatigheid en verantwoording
Voor de te bespreken onderwerpen zie paragraaf 4.8.
Vormgeving partnerschap met Opdrachtgever, governance
Met Xxxxxxxxxx werken we uit hoe we als partners gaan samenwerken. Dit leggen we vast in de overeenkomst.
Hierin werken we ook randvoorwaarden uit voor een duurzame relatie van de Opdrachtnemers met onderaannemers.
Volgen, leren, ontwikkelen;
Hoe gaan we na of de beweging die we willen maken ook bereiken met elkaar, met het budget dat daarvoor beschikbaar is? Hiertoe willen we met Xxxxxxxxxx afspraken maken over:
• Een basisset met kernindicatoren.
• Hoe Opdrachtnemers inzicht kunnen krijgen en geven over deze kernindicatoren.
• Hoe we deze data gaan duiden en vertalen naar geschikte informatie.
• Het inrichten van een leer- en verbetercyclus.
Inrichting administratieve processen en systemen (waaronder PGB)
Gesproken zal worden over een effectieve en efficiënte inrichting van de administratieve organisatie die voldoet aan de relevante wet- en regelgeving.
5.7.2 Vergoeding kosten Dialoogfase
De gemeente beseft dat het deelnemen aan de Dialoogfase een grote tijdsinvestering van Xxxxxxxxxx vraagt. Daarom wordt er een vergoeding toegekend aan Xxxxxxxxxx die de gehele Dialoogfase hebben doorlopen en een Inschrijving hebben ingediend, maar aan wie de Opdracht niet wordt gegund. De vergoeding bedraagt € 25.000,- per Gegadigde.
Ten aanzien van deze aanbestedingsprocedure gelden de onderstaande voorwaarden.
Deze Aanbesteding betreft, zoals beschreven in hoofdstuk 1, een zogeheten ‘dialooggerichte procedure’, binnen de kaders van de procedure voor ‘sociale en andere specifieke diensten’ (SAS), op grond van de artikelen 2.6a, 2.38 en 2.39 van de Aanbestedingswet 2012.
De algemene voorwaarden of andersoortige voorwaarden van de Gegadigde worden bij dezen uitdrukkelijk van de hand gewezen. In de Gunningsfase stuurt de Gemeente Den Haag een conceptovereenkomst met bijbehorende voorwaarden mee met de inschrijvingsleidraad. De Gegadigden krijgen in de Gunningsfase de gelegenheid om opmerkingen te maken of vragen te stellen over de conceptovereenkomst en de van toepassing verklaarde Inkoopvoorwaarden Arvodi-2018 (bijlage 10). De Gemeente Den Haag zal de opmerkingen beoordelen en indien zij dit redelijk acht, verwerken. De Inschrijvers dienen de overeenkomst(en) met Bijlagen inclusief de aanpassingen uit de Nota’s van inlichtingen bij Inschrijving onvoorwaardelijk te accepteren.
De Wet Bibob is per 1 augustus 2020 uitgebreid tot alle overheidsopdrachten. Daarom is artikel 3:2 van de regeling Bibob Den Haag 2021 van toepassing op deze aanbestedingsprocedure en bijbehorende Overeenkomst. Opdrachtgever kan desgewenst voor de Opdracht een Bibob-toets uitvoeren met betrekking tot de rechtspersoon en/of (betrokken) natuurlijke personen/bestuurders van Opdrachtnemer (inclusief een eventuele Combinant met wie gezamenlijk is ingeschreven). Dit geldt ook voor onderaannemers. De Beleidslijn Bibob is te vinden op de website: xxxxx://xxx.xxxxxxx.xx/xx/xxxxxxxx/xxx-xxxxx.xxx
In verband met de doorlooptijd van een Bibob-toets zal afronding van dat onderzoek in voorkomend geval pas plaatsvinden na definitieve gunning van de Opdracht. Als er bezwaren zijn in de zin van de Wet Bibob tegen de gecontracteerde Opdrachtnemer, een of meer Combinant(en) van een samenwerkingsverband of onderaannemer(s), is de gemeente gerechtigd om de Overeenkomst zonder enige schadeloosstelling onmiddellijk schriftelijk te ontbinden.
Vragen, opmerkingen, verzoeken of onduidelijkheden dient u eerst aan de orde te stellen bij de vragenronde zoals beschreven in paragraaf 5.5
Bezwaren en klachten kunt u kenbaar maken bij het interne klachtenmeldpunt van de Gemeente Den Haag via het e-mailadres: xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx@xxxxxxx.xx.
U dient de klacht in te dienen conform de klachtenregeling van de Gemeente Den Haag. Deze klachtenregeling treft u aan op de website van de Gemeente Den Haag.
Wanneer er bezwaar is tegen de Selectiebeslissing dan dient er voor het einde van de rechtsbeschermingstermijn (zie ook de planning in paragraaf 5.1) een kort geding aanhangig te zijn gemaakt. In het belang van een snelle en goede voortgang wordt verzocht om de Gemeente Den Haag zo spoedig mogelijk op de hoogte te stellen van het starten van een gerechtelijke procedure. De Gemeente Den Haag ontvangt in dat geval graag een kopie van de (concept)dagvaarding.
6.1.6 Non discriminatiebeginsel
De Gemeente Den Haag wijst erop dat op die plaatsen in de Selectieleidraad en Bijlagen waar mogelijkerwijs gevraagd wordt naar bijvoorbeeld merknamen, certificaten, octrooien, typen, fabricage procedés en dergelijke én waarbij het wellicht handelt om een unieke zaak, ook in het geval dit niet expliciet is vermeld, het gestelde in artikel 2.76 lid 2 Aanbestedingswet 2012 van toepassing is op het bewuste tekstdeel en in een dergelijk geval aansluitend aan het bewuste tekstdeel de zinsnede “of
daarmee gelijkwaardig” dient te worden gelezen.
De informatie uit de Selectieleidraad moet door Xxxxxxxxxx met zorg en vertrouwelijk worden behandeld. De betreffende informatie is uitsluitend bedoeld voor deze Aanbesteding. De door de Gegadigde in het kader van de aanbestedingsprocedure te verstrekken gegevens zullen door de Gemeente Den Haag vertrouwelijk worden behandeld, met inachtneming van het transparantiebeginsel en voor zover wet- en regelgeving zich daartegen niet verzet.
De Aanbestedingsstukken met alle bijbehorende Bijlagen, zijn met grote zorg samengesteld. Mocht u desondanks tegenstrijdigheden en/of onvolkomenheden tegenkomen, dan dient u de afdeling Inkoop hier onverwijld schriftelijk van op de hoogte te stellen. Indien achteraf blijkt dat de Aanbestedingsdocumenten tegenstrijdigheden en/of onvolkomenheden bevatten die de Gegadigde redelijkerwijs had kunnen opmerken, maar die niet door de Gegadigde zijn gemeld, dan zijn de eventuele nadelige gevolgen hiervan voor risico van de Gegadigde.
De gemeente heeft het recht de procedure voortijdig stop te zetten en/of niet tot gunning over te gaan.
In geval van voortijdige opschorting en/of beëindiging van de aanbestedingsprocedure kan door Xxxxxxxxxx - afhankelijk van de situatie en de fase van de Aanbesteding - een (reken)vergoeding worden gevraagd.
Een vergoeding is aan de orde als aan de volgende, cumulatieve criteria voldaan wordt:
• er zijn daadwerkelijk kosten gemaakt en deze zijn tot genoegen van de gemeente aangetoond, en
• deze kosten zijn zo aanzienlijk dat een vergoeding ook aan de orde geweest zou zijn als de Aanbesteding niet was ingetrokken.
Inschrijver heeft geen recht op enige vergoeding voor het ongeldig verklaren van Inschrijving of het niet gunnen van de Opdracht(en).
Door het indienen van een Aanmelding en het invullen en rechtsgeldig ondertekenen van het Uniform Europees Aanbestedingsdocument (Bijlage 1) verklaart de Gegadigde expliciet:
• dat op hem geen Uitsluitingsgronden van toepassing zijn;
• zonder voorbehoud in te stemmen met en te voldoen aan alle voorwaarden en eisen zoals beschreven in deze Selectieleidraad, waaronder de minimumeisen en Geschiktheidseisen, zoals beschreven in hoofdstuk 9 van deze Selectieleidraad;
• in te stemmen met en te voldoen aan de antwoorden zoals gegeven in de Nota(‘s) van
Inlichtingen;
• een Aanmelding te doen voor deelname aan de Dialoogfase in verband met de percelen die Gegadigde heeft ingevuld in het Uniform Europees Aanbestedingsdocument (Bijlage 1).
6.3.2 Aanleveren van de Aanmelding
U dient uw Aanmelding elektronisch aan te leveren in de digitale kluis van TenderNed.
Uw Aanmelding dient alle gevraagde verklaringen, Bijlagen en invulformulieren als losse bestanden (in PDF, Word en/of Excel) te bevatten en dient door een daartoe bevoegde functionaris rechtsgeldig ondertekend te zijn (zie paragraaf 6.3.4.).
U kunt alle losse bestanden die gezamenlijk uw Aanmelding vormen uploaden in TenderNed op de
daarvoor bestemde plekken (tabbladen ‘Overige documenten’).
Voor de volgorde en de benamingen van de bestanden gebruikt u de schrijfwijze zoals voorgeschreven in de checklist (Bijlage 3).
Bijlagen mogen alleen worden toegevoegd als duidelijk wordt verwezen naar de eis of de vraag waarop de Bijlage betrekking heeft. Indien de Bijlage een uittreksel dan wel een kopie betreft, dient tevens te worden aangegeven welk gedeelte van het uittreksel c.q. kopie relevant is voor de gestelde eis of vraag. U dient de verschillende documenten als losse documenten aan uw Aanmelding toe te voegen in de gevraagde structuur zoals aangegeven in de checklist.
De Aanmelding, Inschrijving en alle overige informatie dienen volledig in de Nederlandse taal te zijn gesteld, tenzij de Gemeente Den Haag aangeeft dat hiervan kan worden afgeweken.
6.3.4 Ondertekening Aanmelding
De Aanmelding bestaat uit verschillende documenten (zie checklist bijlage 3). Alle relevante documenten dienen ondertekend te zijn door een persoon die bevoegd is uw organisatie te vertegenwoordigen.
Deze bevoegdheid dient te blijken uit het uittreksel handelsregister van de Kamer van Koophandel en indien aan de orde een volmacht.
De persoon die bevoegd is uw organisatie te vertegenwoordigen of een volmacht af te geven, moet expliciet genoemd staan in het uittreksel handelsregister van de Kamer van Koophandel.
Het uittreksel handelsregister en een eventuele volmacht behoeven niet bij Aanmelding te worden ingediend. De Gegadigde die de Gemeente Den Haag voornemens is te selecteren, dient deze bewijsstukken binnen 15 kalenderdagen na de voorgenomen selectie te overleggen.
Ten overvloede wijzen wij u hierbij op het volgende:
Controleer of het uittreksel handelsregister ten aanzien van de ondertekenaar een bevoegdheidsbeperking bevat. In het uittreksel handelsregister kan bijvoorbeeld staan dat de betreffende persoon slechts bevoegd is overeenkomsten aan te gaan tot een bepaald bedrag. De betreffende persoon is dan slechts bevoegd indien dat bedrag gelijk is of hoger is dan de geraamde waarde van de Opdracht voor de gehele contractperiode, inclusief opties en optiejaren.
Bij gebruik van een volmacht moet u aantonen dat de persoon die de volmacht verleent voldoende bevoegdheid heeft om de overeenkomst aan te gaan.
In de onderstaande tabel staan situaties waar de Gegadigde extra alert op moet zijn bij de ondertekening van (de documenten van) de Aanmelding.
Situatie | Mogelijke oplossing |
Uit het uittreksel handelsregister blijkt dat er sprake is van gezamenlijke tekenbevoegdheid. | a) Alle relevante stukken door zo veel personen laten ondertekenen totdat er volgens het handelsregister sprake is van volledige bevoegdheid; b) Eenmalig een volmacht laten ondertekenen door de personen genoemd onder punt 1 en daarmee één persoon tekenbevoegd maken voor de ondertekening van de relevante stukken. |
Uit het uittreksel handelsregister blijkt dat de persoon die de stukken ondertekent zelfstandig bevoegd is maar tot een bepaalde opdrachtwaarde. | 1. Inschatting maken of de bevoegdheid voldoende is op basis van de te verwachten contractwaarde; 2. Eenmalig een volmacht laten verstrekken door een persoon die wel bevoegd is (of meerdere personen die gezamenlijk bevoegd zijn) waardoor de betreffende persoon bevoegd wordt om te tekenen voor grotere opdrachtwaarden. |
In Bijlage 4 is een model volmacht opgenomen waarmee de tekenbevoegdheid van de gevolmachtigde vastgesteld kan worden.
Het bovenstaande is onverkort van toepassing op het doen van een Inschrijving in de Gunningsfase van deze aanbesteding.
6.3.5 Aanmelden in Combinatie en beroep op een Derde
Combinatie
Een Combinatie van twee of meer jeugdhulpaanbieders (ook wel een samenwerkingsverband genoemd) kan zich gezamenlijk aanmelden. Een Combinatie geldt als één Gegadigde. In geval van gunning aan een Combinatie moet door haar een gezamenlijk ondertekende verklaring worden overgelegd, waaruit volgt dat alle leden van de Combinatie gezamenlijk en hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de uitvoering van de overeenkomst. De Gemeente Den Haag verlangt in het geval van een Combinatie bij Aanmelding duidelijkheid welke partij als aanspreekpunt c.q. penvoerder beschouwd mag worden gedurende de aanbestedingsprocedure. In de overeenkomst wordt opgenomen wie namens de Combinatie tijdens de uitvoering van de overeenkomst als contactpersoon zal optreden.
Bij een Aanmelding als Combinatie dienen de Aanmeldingsdocumenten ingevuld en rechtsgeldig ondertekend te worden door de penvoerder van de Combinatie.
Bij een Aanmelding als Combinatie dienen alle Combinanten ieder afzonderlijk het Uniform Europees Aanbestedingsdocument (Bijlage 1) in te vullen en rechtsgeldig te ondertekenen.
Op de afzonderlijke Combinanten mogen geen Uitsluitingsgronden van toepassing zijn (hoofdstuk 8). De afzonderlijke Combinanten dienen zelfstandig te voldoen aan de Geschiktheidseisen met betrekking tot financiële en economische draagkracht (eis A, B en C en kwaliteitsmanagement (eis D) (zie hoofdstuk 9). De Combinatie als geheel dient te voldoen aan de Geschiktheidseisen met betrekking tot de technische bekwaamheid en beroepsbekwaamheid (eisen D) (zie hoofdstuk 9).
Beroep op een Derde
Voor Gegadigden is het mogelijk dat zij zich om te kunnen voldoen aan de gestelde Geschiktheidseisen beroepen op een Derde. Indien dit gebeurt, moet de Gegadigde dit expliciet in de Aanmelding vermelden, onder deel II, afdeling C van het Uniform Europees Aanbestedingsdocument (Bijlage 1).
De Gegadigde dient voor elk van deze Derden een afzonderlijk Uniform Europees Aanbestedingsdocument met de informatie die wordt gevraagd in deel II, afdelingen A en B en deel III in te dienen bij de Aanmelding.
Indien de Gegadigde zich beroept op de economische en financiële draagkracht van een Derde, waaronder ook wordt begrepen een moeder-, dochter- en/of zustermaatschappij van Xxxxxxxxx, dan dient de Gegadigde bij de uitvoering van de Opdracht ook daadwerkelijk te kunnen beschikken over (de middelen van) deze Derde. Indien de Gegadigde zich beroept op de technische bekwaamheid en/of beroepsbekwaamheid van een Derde, waaronder ook wordt begrepen een moeder-, dochter- en/of zustermaatschappij van Xxxxxxxxx, dan dient de Gegadigde deze Derde bij de uitvoering van de Opdracht ook daadwerkelijk in te zetten. De Gegadigde dient het voorgaande aan te tonen door bij aanmelding een ondertekende verklaring van de betreffende Derde in te dienen, waaruit blijkt dat hij bij de uitvoering van de Opdracht ook daadwerkelijk kan beschikken over (de middelen van) deze Derde.
Eenmalig inschrijven
Een natuurlijk persoon of rechtspersoon kan slechts éénmaal per perceel (hetzij individueel hetzij in Combinatie met andere natuurlijke personen of rechtspersonen) een Aanmelding indienen voor deze Aanbesteding. Het doen van meerdere Aanmeldingen leidt ertoe dat de Gegadigde kan worden uitgesloten van verdere deelname aan de Aanbesteding.
Met elkaar verbonden ondernemingen (bijvoorbeeld behorend tot één concern) mogen niet elk afzonderlijk aanmelden, tenzij de betreffende ondernemingen kunnen aantonen dat sprake is van een volledig gescheiden bedrijfsvoering en hun onderlinge relatie de Aanmelding niet heeft beïnvloed.
6.3.6 Kosten van de Aanmelding
Voor het uitbrengen van Aanmeldingen, Inschrijvingen en de daarvoor uit te voeren werkzaamheden en te verstrekken materialen kunnen aan de Gemeente Den Haag geen kosten in rekening worden gebracht.
6.3.7 Onvoorwaardelijke Aanmelding
Door middel van het doen van een Aanmelding geeft de Gegadigde aan in te stemmen met de te volgen aanbestedingsprocedure, de eisen en de voorwaarden zoals in dit document opgenomen (zie ook paragraaf 6.3.1).
Het onder voorwaarden en/of voorbehoud doen van een Aanmelding leidt tot onvergelijkbare Aanmeldingen. Een voorwaardelijke Aanmelding kan als ongeldig terzijde worden gelegd.
Hetzelfde is van toepassing voor het doen van een Inschrijving in de Gunningsfase van deze Aanbesteding.
6.3.8 Aanvullingen/verduidelijkingen/verificatie
De Gemeente Den Haag behoudt zich het recht voor om Gegadigden gelegenheid te bieden hun Aanmelding te verbeteren of aan te vullen, als het slechts een eenvoudige precisering of het herstel van een kennelijke materiële fout betreft.
De Gemeente Den Haag vraagt de in het kader van de Uitsluitingsgronden en Geschiktheidseisen gevraagde bewijsstukken/documenten pas op na bekendmaking van de voorlopige Selectiebeslissing. Zie paragraaf 8.2 en hoofdstuk 9.
De Gemeente Den Haag behoudt zich het recht voor om de door de Gegadigde bij Aanmelding overlegde documenten te verifiëren
De Gemeente Den Haag behoudt zich het recht voor om Gegadigden gelegenheid te bieden hun Aanmelding te verbeteren of aan te vullen, als het slechts een eenvoudige precisering of het herstel van een kennelijke materiële fout betreft.
Eventuele vragen met betrekking tot de Aanmelding dienen door de Gegadigde binnen twee werkdagen te worden beantwoord.
6.3.9 Eigendom van de informatie
Alle door de Gegadigde als onderdeel van de Aanmelding en de Inschrijving aangeboden informatie en documentatie blijven in het bezit van de Gemeente Den Haag. Verzoeken om retourzending worden niet gehonoreerd.
Voor deze Aanbesteding is een Beoordelingsteam samengesteld. In dit team zitten inhoudelijk deskundigen (vanuit beleid en de uitvoering) en een inkoopadviseur. De inkoopadviseurs toetsten de punten die zijn vermeld in paragraaf 7.2 bij de stappen 1, 2 en 3a en b, hierbij eventueel ondersteund door de jurist. De inhoudelijk deskundigen toetsen de punten die zijn vermeld bij de stappen 3b, 3c en
4. Het Beoordelingsteam van inhoudelijk deskundigen bestaat uit circa 6 personen die een vertegenwoordiging vormen vanuit verschillende invalshoeken zoals beleid, uitvoering, contractmanagement en een vertegenwoordiger van cliënten.
De beoordeling van de Aanmeldingen vindt plaats volgens de onderstaande stappen.
Stap 1: Opening van de Aanmeldingen
De digitale kluis met de Aanmeldingen wordt geopend. De opening van de Aanmeldingen is niet openbaar.
Stap 2: Controle van de Aanmeldingen op de vormvereisten en volledigheid
De Aanmeldingen worden allereerst gecontroleerd op vormvereisten, waaronder begrepen de voorwaarden, tijdige en volledige indiening van de Xxxxxxxxxx als voorgeschreven in deze Selectieleidraad. Onvolledige Aanmeldingen kunnen terzijde worden gelegd voor zover het (Europese) aanbestedingsrecht geen mogelijkheden tot herstel biedt (zie paragraaf 6.3.8.).
Stap 3: Beoordeling van de Aanmeldingen op Uitsluitingsgronden en Geschiktheidseisen
Vervolgens worden de Aanmeldingen getoetst aan de Uitsluitingsgronden en de Geschiktheidseisen. Aan de hand van de ingediende documenten wordt beoordeeld of de gestelde Uitsluitingsgronden al dan niet van toepassing zijn en of de Gegadigde voldoet aan alle gestelde Geschiktheidseisen.
a. Beoordeling Uitsluitingsgronden (hoofdstuk 8)
De Aanmelding wordt eerst getoetst aan de Uitsluitingsgronden. Indien er sprake is van een toepasselijke Uitsluitingsgrond leidt dit in beginsel tot uitsluiting van de Gegadigde aan verdere deelname aan de aanbestedingsprocedure. Dit met de volgende kanttekening.
De Gemeente Den Haag stelt de Gegadigde conform artikel 2.87a lid 1 Aanbestedingswet 2012 in de gelegenheid om – indien er sprake is van een Uitsluitingsgrond als bedoeld in artikel 2.86, eerste of derde lid, of artikel 2.87 – te bewijzen dat hij voldoende maatregelen heeft genomen om zijn betrouwbaarheid aan te tonen en ook voldaan heeft aan het bepaalde in artikel 2.87a lid 2 Aanbestedingswet 2012. De Gegadigde dient in de daartoe bestemde gedeelten in het Uniform Europees Aanbestedingsdocument (Bijlage 1) te beschrijven dat en welke zogenoemde
‘zelfreinigende maatregelen’ genomen zijn. De Gemeente Den Haag zal in een dergelijk geval de afweging maken of het bewijs/de maatregelen ter zake de Uitsluitingsgrond toereikend is/zijn om de Gegadigde toe te laten tot verdere deelname aan de aanbestedingsprocedure.
b. Beoordeling Geschiktheidseisen (hoofdstuk 9)
Vervolgens wordt de Aanmelding getoetst aan de Geschiktheidseisen. Het niet voldoen aan de Geschiktheidseisen betekent dat de Gemeente Den Haag de Aanmelding terzijde kan leggen.
c. Beoordeling Selectiecriteria (hoofdstuk 10)
Vervolgens worden de Selectiecriteria 1, 2 en 3 beoordeeld. Aanmeldingen die door het Beoordelingsteam lager worden beoordeeld dan een voldoende worden terzijde gelegd.
Stap 4: Selectie
De Gemeente Den Haag selecteert maximaal 5 Gegadigden per perceel voor deelname aan de Dialoogfase. Hiervoor komen slechts in aanmerking de Xxxxxxxxxx die:
a. een Aanmelding hebben gedaan overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk 6 van de Selectieleidraad; en
b. niet op grond van een toepasselijke Uitsluitingsgrond van verdere deelname dienen te worden uitgesloten van de aanbestedingsprocedure; en
c. hebben aangetoond te voldoen aan de in hoofdstuk 9 van de Selectieleidraad gestelde Geschiktheidseisen: en
d. voor de Selectiecriteria 1 en 2 minimaal een voldoende scoren.
Indien zich – na het doorlopen van voorgaande stappen – voor een perceel meer dan vijf geschikte Gegadigden hebben aangemeld, zal met behulp van Selectiecriteria een nadere selectie worden uitgevoerd om het aantal Gegadigden per perceel terug te brengen naar vijf, die worden uitgenodigd voor deelname aan de Dialoogfase (zie hoofdstuk 10 Selectiecriteria). De selectie geschiedt aan de hand van de volgende nadere procedure:
a. Voor iedere Gegadigde die in aanmerking komt voor deelname aan de Dialoogfase (zie a t/m d hiervoor) wordt op basis van de Selectiecriteria de eindscore bepaald volgens hoofdstuk 10 van deze Selectieleidraad.
b. De 5 Gegadigden per perceel met de hoogste eindscore worden uitgenodigd voor de Dialoogfase. Indien de eindscore voor twee of meer Gegadigden gelijk is dan wordt de onder stap 5 beschreven lotingprocedure gevolgd voor de gelijk scorende Gegadigden.
Indien het aantal Gegadigden dat resteert na toepassing van bovengenoemde stappen ad 1 t/m 3 kleiner of gelijk is aan 5 Gegadigden per perceel, en op de Selectiecriteria 1 en 2 (hoofdstuk 10) minimaal een score voldoende heeft behaald, dan nodigt de Gemeente Den Haag deze Gegadigden uit tot deelname aan de Dialoogfase.
Alle onderdelen worden samengevoegd en de eindbeoordeling wordt opgemaakt
Stap 5: Loting
Mochten onverhoopt meerdere Inschrijvingen op gelijke vijfde plaats eindigen na toepassing van de Selectiecriteria, zal aan de hand van loting door een notaris worden bepaald welke Gegadigden worden uitgenodigd voor de Dialoogfase en welke Gegadigden buiten de boot vallen.
Een eventuele loting geschiedt door het ongezien trekken van alle loten, waarbij de volgorde van trekken wordt vastgelegd en de eerste getrokken Gegadigde als eerste wordt geselecteerd.
Voorbeeld 1
Acht Gegadigden hebben een Aanmelding ingediend (Gegadigde A t/m H), maar slechts vijf Gegadigden worden geselecteerd voor de Dialoogfase. De rangorde op grond van de nadere selectie is als volgt:
Plaats 1: Xxxxxxxxx X Xxxxxx 0: Gegadigde C Plaats 3: Gegadigde B Plaats 4: Gegadigde E
Plaats 5: Gegadigde A en Gegadigde H
Plaats 6: Xxxxxxxxx X Xxxxxx 0: Gegadigde G
De Gegadigden op de plaatsen 1 t/m 4 worden zonder meer uitgenodigd voor de Dialoogfase. Gegadigden D en G vallen buiten de boot. Tussen Gegadigde A en H moet worden geloot.
Voorbeeld 2
Acht Gegadigden hebben een Aanmelding ingediend (Gegadigde A t/m H), maar slechts vijf Gegadigden worden geselecteerd voor de Dialoogfase. De rangorde op grond van de nadere selectie is als volgt:
Plaats 1: Xxxxxxxxx X xx X
Xxxxxx 0: vervalt doordat twee Gegadigden op plaats 1 staan Plaats 3: Xxxxxxxxx X
Xxxxxx 0: Gegadigde E
Plaats 5: Gegadigde A en Gegadigde H Plaats 6: Xxxxxxxxx X
Xxxxxx 0: Gegadigde G
De Gegadigden op de plaatsen 1 t/m 4 worden zonder meer uitgenodigd voor de Dialoogfase. Gegadigden D en G vallen buiten de boot. Tussen Gegadigde A en H moet worden geloot.
Indien een geselecteerde Gegadigde na verificatie alsnog wordt afgewezen, dan zal de eerstvolgende in de rangorde (eveneens onder voorbehoud van verificatie) worden uitgenodigd voor de Dialoogfase.
De Gemeente Den Haag hanteert de volgende Uitsluitingsgronden bij de onderhavige Aanbesteding:
• de verplichte Uitsluitingsgronden zoals genoemd in het Uniform Europees Aanbestedingsdocument (UEA);
• de facultatieve Uitsluitingsgronden, zoals genoemd in het Uniform Europees Aanbestedingsdocument voor zover de Gemeente Den Haag deze Uitsluitingsgronden heeft aangekruist.
Door invulling en ondertekening van het Uniform Europees Aanbestedingsdocument, verklaart de Gegadigde dat geen van de voor deze Aanbesteding geldende Uitsluitingsgronden op hem van toepassing zijn dan wel dat de Gegadigde meent dat hij heeft bewezen dat hij voldoende maatregelen heeft genomen om zijn betrouwbaarheid aan te tonen (zie paragraaf 7.2, stap 3a).
Indien de Gegadigde in Combinatie inschrijft, dienen alle Combinanten afzonderlijk het Uniform Europees Aanbestedingsdocument in te dienen.
Indien de Gegadigde een beroep doet op een Derde voor het voldoen aan gestelde eisen ten aanzien van de financiële en economische draagkracht dan wel technische bekwaamheid en beroepsbekwaamheid, dient hij voor elke Derde een afzonderlijk Uniform Europees Aanbestedingsdocument met de informatie die wordt gevraagd in deel II, afdelingen A en B, deel III en deel VI in te dienen bij zijn Aanmelding.
8.1.1 Uitsluiting Russische partijen
De Europese Unie heeft op 8 april 2022 nieuwe sancties ingesteld tegen Rusland. Met dit vijfde sanctiepakket heeft de Europese Unie een verbod ingesteld op het (direct of indirect) gunnen en voortzetten van overheidsopdrachten aan een Russische partij.
Onder Russische partijen wordt verstaan:
• personen met een Russische nationaliteit en personen of rechtspersonen (bedrijven, entiteiten of organen) die gevestigd zijn in Rusland;
• rechtspersonen (gevestigd in Rusland of een ander land) die voor meer dan 50% eigendom zijn van een Russische partij zoals hierboven genoemd; en
• personen of rechtspersonen (gevestigd in Rusland of een ander land) die handelen in belang van of op aanwijzing van een bovengenoemde Russische partij.
Russische partijen worden nadrukkelijk uitgesloten van deelname aan deze aanbestedingsprocedure. Dit geldt ook voor overheidsaanbestedingen of overheidsopdrachten waar een Russische partij voor meer dan 10% als leverancier of als onderaannemer aan deelneemt, ook al is de feitelijke Gegadigde of Inschrijver zelf géén ‘Russische partij’ in de hiervoor bedoelde betekenis.
Gegadigde verklaart bij Aanmelding uitdrukkelijk dat de EU sanctieregelgeving, waaronder het vijfde sanctiepakket, niet op de Onderneming van toepassing is en hij geen ‘Russische partij’ is waarop de sanctieregelgeving ziet. Daarnaast verklaart de Gegadigde dat bij uitvoering van de Opdracht (werk, levering, dienst) géén gebruik wordt gemaakt van een Russische partij die voor meer dan 10% aan de uitvoering van de Opdracht deelneemt. Een Gegadigde waarvan de gemeente vermoedt dat zij moet worden aangemerkt als een Russische partij, dan wel bij uitvoering van de Opdracht voor meer dan
10% gebruik maakt van een Russische partij, dient tot genoegen van de gemeente aan te tonen dat de EU sanctieregelgeving, waaronder het vijfde sanctiepakket, niet op hem van toepassing is.
Indien een Gegadigde het vermoeden heeft van deelname aan deze aanbestedingsprocedure door een Russische partij, dan dient zij dit direct aan de gemeente kenbaar te maken.
De officiële of gepubliceerde EU-regelgeving is bindend als de bovenstaande weergave onvolledig of niet conform regelgeving is.
In verband met mogelijke deelname van Russische partijen verzoekt de gemeente u om Bijlage 5 volledig in te vullen en te ondertekenen. Het niet of onvolledig invullen of het niet bij Aanmelding overleggen van de verklaring kan leiden tot uitsluiting van deelname aan de aanbestedingsprocedure.
Bewijsstukken Uitsluitingsgronden
De Gegadigde die de Gemeente Den Haag voornemens is te selecteren voor de Dialoogfase, dient de bewijsstukken waarmee de niet-toepasselijkheid van de Uitsluitingsgronden aangetoond wordt binnen 15 kalenderdagen na de voorgenomen selectiebeslissing te overleggen. Indien de betreffende Gegadigde een Combinatie is, dan dienen alle Combinanten deze bewijsstukken te overleggen.
Indien de Gegadigde die de Gemeente Den Haag voornemens is te selecteren een beroep heeft gedaan op een Derde voor het voldoen aan de gestelde Geschiktheidseisen ten aanzien van de financiële en economische draagkracht dan wel technische bekwaamheid en beroepsbekwaamheid, dient de Gegadigde tevens de betreffende bewijsstukken met betrekking tot de Uitsluitingsgronden van de betreffende onderaannemer(s) te overleggen binnen 15 kalenderdagen na de voorgenomen selectiebeslissing.
Indien bij de verificatie blijkt dat een Gegadigde niet aan het bovenstaande kan voldoen, kan de Aanmelding (alsnog) ongeldig worden verklaard.
Het gaat om de volgende bewijsstukken:
Verplichte Uitsluitingsgronden | Bewijsstuk | Geldigheidsduur (vanaf tijdstip van het indienen van de Aanmelding) |
Deel III A | GVA (Gedragsverklaring Aanbesteden) | GVA niet ouder dan 2 jaar |
Deel III B | Niet ouder dan 6 maanden | |
Facultatieve Uitsluitingsgronden | Bewijsstuk | Geldigheidsduur (vanaf tijdstip van het indienen van de Aanmelding) |
Deel III C | Uittreksel Handelsregister | Niet ouder dan 6 maanden |
GVA | GVA niet ouder dan 2 jaar |
De verklaring belastingdienst betreft de verklaring betalingsgedrag nakoming fiscale verplichtingen en vindt u op xxx.xxxxxxxxxxxxxxx.xx
Gegadigde kan de GVA aanvragen via de website xxx.xxxxxx.xx.
Buitenlandse ondernemingen moeten vergelijkbare verklaringen uit het land van herkomst overleggen. Indien een dergelijke verklaring niet in het betrokken land wordt afgegeven, kan deze worden vervangen door een verklaring onder ede – of in een land waar niet in een eed is voorzien, door een plechtige verklaring – die door de Gegadigde is afgelegd ten overstaan van een notaris.
Let op, Dienst Justis en de Belastingdienst hanteren lange termijnen voor de aanvraag van de GVA en de verklaring van de Belastingdienst. Gegadigden dienen daarmee rekening te houden.
De Gegadigde dient te voldoen aan de onderstaande Geschiktheidseisen.
Financiële en economische draagkracht
De Gegadigde voldoet aan de volgende Geschiktheidseisen in verband met de financiële en economische draagkracht en verklaart dit door middel van het invullen en ondertekenen van het Uniform Europees Aanbestedingsdocument. De Gegadigden die zijn geselecteerd voor deelname aan de Dialoogfase, dienen de originele bewijsstukken behorend bij de onderstaande eisen binnen 15 kalenderdagen na de voorgenomen selectiebeslissing te overleggen.
Eis A: Verklaring omtrent verzekering beroeps- c.q. bedrijfsrisico’s
De Gegadigde dient afdoende verzekerd te zijn voor aansprakelijkheid door middel van een beroeps- of bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering. Gegadigden kunnen bij Aanmelding volstaan met het invullen en ondertekenen van het Uniform Europees Aanbestedingsdocument. De Gegadigden die zijn geselecteerd voor deelname aan de Dialoogfase, dienen aan te tonen dat de premie voor deze beroeps- of bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering is voldaan en dienen tevens een kopie van een geldig polisblad van een beroeps- of bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering met een dekking van minimaal € 5 mln. excl. BTW per jaar en met een dekking van minimaal € 2,5 mln. per gebeurtenis te overleggen. Indien het niet mogelijk is een geldig polisblad te overleggen kan de Xxxxxxxxx een geldig verzekeringscertificaat overleggen waaruit blijkt dat hij verzekerd is voor de genoemde bedragen.
Indien de betreffende Gegadigde een Combinatie is, dienen alle Combinanten deze bewijsstukken te overleggen.
Eis B: Financiële draagkracht
Een Gegadigde dient aan te tonen dat hij beschikt over voldoende financiële en economische draagkracht. Gegadigde kan bij Aanmelding volstaan met het invullen en ondertekenen van het Uniform Europees Aanbestedingsdocument. Een Gegadigde dient binnen 15 kalenderdagen na de voorgenomen selectiebeslissing aan te tonen dat de jaarrekening 2021 een goedkeurende accountantscontrole heeft, en geen ‘continuïteitsparagraaf’ bevat. In dat kader moet de Gegadigde de accountantsverklaring en jaarrekening van 2021 overleggen.
Indien de betreffende Gegadigde een Combinatie is, dienen alle Combinanten deze bewijsstukken te overleggen.
Eis C: Financiële ratio's
De Gemeente Den Haag hecht waarde aan continuïteit van deze dienstverlening bij het bieden van zorg aan haar burgers. Teneinde de continuïteit te waarborgen, stelt de gemeente de volgende financiële ratio's vast.
Ratio | Definitie | Minimumwaarde |
Solvabiliteit | Eigen vermogen / Totaal vermogen | 0,2 |
Liquiditeit | Vlottende activa – voorraad / Kort vreemd vermogen | 1,0 |
Dit wordt berekend over het jaar 2021. De Gegadigde verklaart hieraan te voldoen door middel van het invullen van het UEA. Na voorgenomen selectie dient de jaarrekening over het boekjaar 2021 aangeleverd te worden als bewijs.
Indien de betreffende Gegadigde een Combinatie is, dienen alle Combinanten deze bewijsstukken te overleggen.
Het kan voorkomen dat een Gegadigde door bijzondere omstandigheden, om gegronde redenen niet voldoet aan deze Geschiktheidseis, terwijl een Gegadigde door deze bijzondere omstandigheden wel gelijkwaardige zekerheid kan bieden omtrent de continuïteit die de gemeente in dit criterium beoogt. Denk bijvoorbeeld, doch niet uitsluitend aan de situatie waarin een instelling als startpunt een zeer hoge solvabiliteit heeft en besluit om gefundeerde redenen (innovatie in de jeugdhulp) externe financiering aan te trekken, terwijl de instelling jaarlijks een voldoende positief (operationeel) resultaat behaalt. Onder deze bijzondere omstandigheden kan dit eveneens een gelijkwaardige zekerheid omtrent de beoogde continuïteit opleveren.
Voor dergelijke bijzondere omstandigheden staat de gemeente de Gegadigden toe bij aanmelding bescheiden inclusief toelichting te verstrekken waaruit zou kunnen blijken dat Inschrijver gelijkwaardige zekerheid omtrent de beoogde continuïteit biedt. De in te dienen bescheiden betreffen
in elk geval een gespecificeerde opgaaf van de behaalde ratio’s (conform bovengenoemde definities) en
de jaarrekening 2021.
Gegadigden die gebruik willen maken van deze alternatieve methode om aan te tonen te voldoen aan de Geschiktheidseisen met betrekking tot de economische en financiële draagkracht dienen bij aanmelding aan te geven of ze gebruik willen maken van deze mogelijkheid.
Technische bekwaamheid en beroepsbekwaamheid
De Gegadigde voldoet aan de volgende Geschiktheidseisen in verband met de technische en beroepsbekwaamheid en overlegt de in dat kader verstrekte referentieformulieren waaruit blijkt dat de Gegadigde de vereiste ervaring heeft om de Opdracht als bedoeld in deze Selectieleidraad volledig uit te kunnen voeren.
Voor de in te dienen referentieopdrachten verwijzen we naar onderstaande kerncompetenties.
De Gegadigde voldoet aan de volgende eisen en overlegt de daarbij behorende bewijsstukken waaruit blijkt dat Xxxxxxxxx per perceel aan minimaal 4 van de 6 gevraagde kerncompetenties voldoet.
De in te dienen referentieopdrachten moeten een minimale gerealiseerde opdrachtwaarde per perceel hebben, zoals aangegeven bij de betreffende kerncompetenties. De aangegeven waarde van de referentieopdracht geldt voor 1 perceel.
Indien u een Aanmelding indient voor meerdere percelen dient u de gerealiseerde waarde per kerncompetentie te vermenigvuldigen met het aantal percelen waarvoor u zich aanmeldt.
Bijvoorbeeld: U meldt zich aan voor 2 percelen en dient een of meerdere Referentieopdracht(en) in voor kerncompetentie eis C2 Basiszorg. De gerealiseerde waarde van de referentieopdracht(en)dient dan 2x de genoemde waarde van 950.000,- euro. te zijn (dus minimaal 1,9 mln.).
Als de gerealiseerde waarde van de referentieopdracht dusdanig hoog is dat deze voor meerdere percelen gebruikt kan worden dan kunt u deze voor meerdere percelen indienen.
Eis D 1: Referentieopdracht Preventie voor jeugdigen
De Gegadigde beschikt over maximaal twee vergelijkbare referentieopdrachten per perceel die zijn uitgevoerd voor een periode van 12 maanden aaneengesloten, die in de afgelopen drie jaar teruggerekend vanaf de uiterste datum voor indiening van de Aanmelding (als bedoeld in paragraaf 5.1) is verricht en die de volgende kerncompetentie bevat:
Ervaring met het aanbieden van Preventie (selectief en geïndiceerd).
Dit houdt in dat uw organisatie ervaring heeft met minimaal twee van onderstaande aspecten:
• Informatie en advies geven aan jeugd en gezin;
• Het aanleren van vaardigheden ten aanzien van mentale weerbaarheid voor jeugdigen met een lichte verstandelijke beperking, beginnende gedragsproblemen of psychische klachten;
• Het geven van informatie en advies in de vorm van een training of workshop rondom opvoeden
waarbij naast het geven van advies in de training ook aandacht is voor het uitwisselen van ervaringen;
• Professionele (traject)begeleiding jeugd & gezin zonder indicatie.
De gerealiseerde waarde van de referentieopdracht(en) is ten minste 400.000,- euro per perceel.
Eis D 2: Referentieopdracht Basiszorg voor jeugdigen.
De Gegadigde beschikt over maximaal twee vergelijkbare referentieopdrachten per perceel die zijn uitgevoerd voor een periode van 12 maanden aaneengesloten, die in de afgelopen drie jaar teruggerekend vanaf de uiterste datum voor indiening van de Aanmelding (als bedoeld in paragraaf 5.1) is verricht en die de volgende kerncompetentie bevat:
Ervaring met het organiseren en uitvoeren van de Toegang tot jeugdhulp, waaronder we minimaal een brede uitvraag en analyse van de gezinsproblematiek verstaan.
De gerealiseerde waarde van de referentieopdracht(en) is ten minste 950.000.- euro per perceel.
Eis D 3: Referentieopdracht Diagnostiek en behandeling voor jeugdigen.
De Gegadigde beschikt over maximaal twee vergelijkbare referentieopdrachten per perceel die zijn uitgevoerd voor een periode van 12 maanden aaneengesloten die in de afgelopen drie jaar teruggerekend vanaf de sluitingsdatum van de Aanmelding (als bedoeld in paragraaf 5.1) is verricht en die de volgende kerncompetentie bevat:
Ervaring met het aanbieden van diagnostiek en behandeling voor jeugdigen. Dit houdt in dat u ervaring moet aantonen met tenminste 2 van onderstaande aspecten:
• Basis GGZ
• Specialistische GGZ
• Ambulante Hoog specialistische GGZ
De gerealiseerde waarde van de referentieopdracht(en) is ten minste 1,75 mln. euro per perceel.
Eis D 4: Referentieopdracht Begeleiding individueel en groep voor jeugdigen.
De Gegadigde beschikt over maximaal twee vergelijkbare referentieopdrachten per perceel die zijn uitgevoerd voor een periode van 12 maanden aaneengesloten, die in de afgelopen drie jaar teruggerekend vanaf de uiterste datum voor indiening van de Aanmelding (als bedoeld in paragraaf 5.1) is verricht en die de volgende kerncompetentie bevat:
Ervaring met het aanbieden van Individuele en groepsbegeleiding van Enkelvoudige tot multi- problematiek.
De gerealiseerde waarde van de Referentieopdracht(en) is ten minste 1.1 mln. euro per perceel.
Eis D 5: Gezins- en opvoedondersteuning (inclusief echtscheiding)
De Gegadigde beschikt over maximaal twee vergelijkbare referentieopdrachten per perceel die zijn uitgevoerd voor een periode van 12 maanden aaneengesloten, die in de afgelopen drie jaar
teruggerekend vanaf de uiterste datum voor indiening van de Aanmelding (als bedoeld in paragraaf 5.2) is verricht en die de volgende kerncompetentie bevat:
Ervaring met het aanbieden van gezins- en opvoedondersteuning. Dit houdt in dat uw organisatie ervaring heeft met één van onderstaande aspecten:
• Ambulante begeleiding van gezinnen
• Hulp bij complexe problematiek zoals Complexe echtscheiding
De gerealiseerde waarde van de referentieopdracht(en) is ten minste 550.000,- euro per perceel.
Eis D 6 Dagbesteding voor jeugdigen.
De Gegadigde beschikt over maximaal twee vergelijkbare referentieopdrachten per perceel die zijn uitgevoerd voor een periode van 12 maanden aaneengesloten, die in de afgelopen drie jaar teruggerekend vanaf de uiterste datum voor indiening van de Aanmelding (als bedoeld in paragraaf 5.2) is verricht en die de volgende kerncompetentie bevat:
Ervaring met het aanbieden van Dagbesteding voor jeugdigen waaronder Kinderdagcentra. Dit houdt in dat uw organisatie ervaring heeft met één van onderstaande aspecten:
• Dagbesteding (naschoolse opvang, tijdens school of zorgboerderij)
• Kinderdagcentra of medisch kindzorginstellingen.
De gerealiseerde waarde van de referentieopdracht(en) is ten minste 800.000,- euro per perceel.
Toelichting
Een ingediende referentieopdracht moet naar tevredenheid van de Opdrachtgever zijn uitgevoerd.
De Gegadigde toont aan dat hij over de onder D1 tot en met D6 genoemde technische en beroepsbekwaamheid beschikt, door middel van het indienen van referentieopdrachten conform het format van Bijlage 2. In de beschrijving van de betreffende referentieopdrachten dient de Gegadigde in te gaan op de betreffende kerncompetentie, de duur en de omvang (de opdrachtwaarde) van de uitgevoerde Referentieopdrachten. Ook dient de Gegadigde de naam en contactgegevens van de opdrachtgever voor wie de opdracht is uitgevoerd te vermelden.
Indien Gegadigde beschikt over één referentieopdracht die betrekking heeft op verschillende kerncompetenties, mag hij deze referentieopdracht voor de verschillende kerncompetenties opgeven, mits voldaan wordt aan de eisen die zijn gesteld aan de betreffende kerncompetenties.
Voor de waardebepaling van de referentieopdracht(en) geldt het volgende:
1. Indien sprake is van één (langlopende) Referentieopdracht uitgevoerd bij één opdrachtgever: De referentieopdracht moet zijn uitgevoerd voor een aaneengesloten periode van 12 maanden in de afgelopen drie jaar. Dat betekent dat een referentieopdracht die korter dan 12 maanden voorafgaand aan de indiening voor Aanmelding voor deze Aanbesteding is gestart, niet als referentie kan worden
opgegeven. Een referentieopdracht die langer dan drie jaar voorafgaand aan de Aanmelding voor deze Aanbesteding is gestart mag alleen als referentie worden opgegeven als deze gedurende de afgelopen drie jaar nog ten minste 12 maanden heeft gelopen.
Voor de waarde van de referentieopdracht geldt dat alleen de waarde van de referentieopdracht binnen de afgelopen drie jaar meetelt. Indien de Opdracht is gestart voor of doorloopt na de periode van drie jaar, kan de waarde van de Opdracht die is gerealiseerd voor of na de periode van drie jaar dus niet worden meegerekend.
2. Indien sprake is van soortgelijke losse Opdrachten uitgevoerd voor één opdrachtgever: Soortgelijke losse opdrachten die de Gegadigde in de periode van drie jaar teruggerekend vanaf de uiterste datum voor indiening van de Aanmelding als bedoeld in paragraaf 5.1 heeft uitgevoerd voor één opdrachtgever, al dan niet in het kader van een raamovereenkomst, kan de Gegadigde optellen en als één referentieopdracht opgeven. Het is niet toegestaan om losse opdrachten van verschillende opdrachtgevers op te tellen en als één referentieopdracht op te geven.
3. Ervaring opgedaan in Combinatie
Indien de Gegadigde een referentieopdracht opgeeft die hij tezamen met een andere partij heeft uitgevoerd, telt alleen het gedeelte van de Referentieopdracht dat de Gegadigde zelf heeft uitgevoerd (behoudens voor zover de Gegadigde in Combinatie met die andere partij inschrijft of anderszins aantoont dat de Gegadigde tijdens de uitvoering van de Opdracht daadwerkelijk over de ervaring van die Derde kan beschikken).
De gemeente behoudt zich het recht voor om de referenties te verifiëren bij de in Bijlage 2 opgegeven contactpersoon van de opdrachtgever voor wie de Referentieopdracht is uitgevoerd.
9.2.2 Overige Geschiktheidseisen
Eis D: Kwaliteitsmanagement
De Gegadigde beschikt bij Aanmelding en gedurende de looptijd van de Overeenkomst over een functionerend kwaliteitsmanagementsysteem dat bijdraagt aan een systematische bewaking, beheersing en verbetering van de kwaliteit van jeugdhulp. Dit dient te blijken uit een kwaliteitssysteem dat voldoet aan de ISO-9001:2015 of daarvan afgeleide EN 00000 xxxx (XXX voor zorg en welzijn), of gelijkwaardig. De Gegadigde kan bij de Aanmelding volstaan met het invullen en bijvoegen van het Uniform Europees Aanbestedingsdocument. De Gegadigden die zijn geselecteerd voor deelname aan de Dialoogfase, dienen binnen 15 kalenderdagen na de voorlopige selectiebeslissing het bij deze eis behorende bewijs in te dienen.
Certificaten
Gegadigde kan dit onder meer aantonen door middel van een certificaat.
Voor alle situaties geldt dat het gaat om het kwaliteitsmanagementsysteem en een certificaat dat op naam staat van Gegadigde zelf. Wanneer sprake is van een Combinatie, dient iedere Combinant afzonderlijk aan deze vereisten inzake het kwaliteitsmanagement te voldoen.
Gelijkwaardige bewijsmiddelen
Voorbeelden van kwaliteitssystemen die als gelijkwaardig kunnen worden gezien, zijn:
• HKZ 142, 123 (Jeugdzorg);
• HKZ 124, 123 (Bureau Jeugdzorg);
Overige HKZ certificaten die zien op andere onderwerpen worden niet als vergelijkbaar gezien.
De Gemeente Den Haag aanvaardt eveneens andere bewijzen inzake gelijkwaardige maatregelen op het gebied van kwaliteitsmanagement, zoals een kwaliteitssysteem met een kwaliteitshandboek, een kwaliteitsfunctionaris en een jaarlijkse onafhankelijke externe audit. Als bewijs dient de Gegadigde dan een inhoudsopgave van het kwaliteitshandboek, de functieomschrijving en naam van de kwaliteitsfunctionaris en een verslag van een recente onafhankelijke audit die met goed resultaat is afgerond aan te leveren.
I Een kwaliteitshandboek
Dit handboek dient te zien op de werkwijze en de processen waarmee de kwaliteit van de in verband met onderhavige Opdracht te verlenen dienstverlening wordt geborgd.
In het handboek dient ten minste te zijn opgenomen:
• Dat de kwaliteitszorg organisatiebreed is verankerd (in beleid), geadopteerd door de verantwoordelijke directie en uitgedragen door deze directie.
• De organisatiebrede uitvoering van relevante procedures met betrekking tot
dienstverlening/eindproducten en het beheer van middelen en documenten, waarbij continue verbetering een belangrijk aandachtspunt is.
• De aanwezigheid van de interne kwaliteitscyclus: meting, analyse en verbetering van
kwaliteitsniveaus.
Een handboek dat ziet op processen van andersoortige dienstverlening dan de in deze procedure bedoelde Jeugdhulp is niet vergelijkbaar. Ook is een kwaliteitsstatuut of kwaliteitsvisie onvoldoende.
II Een kwaliteitsfunctionaris
Er dient een functionaris uit de organisatie expliciet te zijn belast met de taak van kwaliteitsfunctionaris. Dit hoeft geen voltijdfunctie te zijn. Er dient uit documenten te blijken dat de functionaris hiermee is belast. Die aanwijzing kan zien op een persoon of een bepaalde functionaris zonder persoonsvermelding.
III Een jaarlijkse onafhankelijke audit die succesvol is afgerond
De audit moet zijn uitgevoerd door een onafhankelijk instelling die gespecialiseerd is in het uitvoeren van audits op het gebied van kwaliteitszorg. De audits moeten jaarlijks uitgevoerd worden. En de audits moeten met een positief resultaat afgerond zijn.
IV Certificaat
Het bovenstaande kwaliteitsmanagement moet hebben geleid tot een certificaat van een onafhankelijke audit dat nog geldig is op het moment van Xxxxxxxxxx voor de aanbestedingsprocedure.
Bewijsstukken:
• Een kopie van één van de hiervoor vermelde certificaten, of
• Bewijs van een gelijkwaardig kwaliteitssysteem:
⮚ Een kwaliteitshandboek, en
⮚ Document(en) waaruit blijkt dat sprake is van een kwaliteitsfunctionaris als hiervoor omschreven (dit kan ook blijken uit het kwaliteitshandboek), en
⮚ Bewijs dat in het jaar voorafgaand aan Inschrijving een onafhankelijke audit heeft plaatsgevonden met positief resultaat.
De meeste kwaliteitsstatuten worden niet als vergelijkbaar gezien met een kwaliteitsmanagementsysteem. Ook overige HKZ certificaten die zien op andere onderwerpen worden niet als vergelijkbaar gezien.
Indien de Gegadigde een beroep doet op technische bekwaamheid van een Derde om te voldoen aan een of meerdere van bovengenoemde eisen, dan dient de Gegadigde aan te tonen dat hij bij de uitvoering van de Opdracht ook daadwerkelijk kan beschikken over (de middelen van) deze Derde. Zie paragraaf 6.3.5 voor de wijze waarop de Gegadigde dit dient aan te tonen.
Het totaalaantal geschikte Gegadigden dat voor deelname aan de Dialoogfase wordt uitgenodigd is beperkt tot maximaal vijf Gegadigden per perceel. Indien zich voor een perceel meer dan vijf geschikte Gegadigden hebben aangemeld, zal met behulp van Selectiecriteria een nadere selectie worden gemaakt van de Gegadigden die worden uitgenodigd voor deelname aan de Dialoogfase.
Een Gegadigde dient voor de Selectiecriteria 1 en 2 minimaal een voldoende als oordeel te behalen. Gegadigden die voor Selectiecriteria 1 en 2 lager scoren dan een voldoende worden terzijde gelegd.
Indien een Gegadigde zich voor meerdere percelen aanmeldt dan dient er voor ieder perceel waar Xxxxxxxxx zich voor aanmeldt een uitwerking van de Selectiecriteria ingediend te worden.
Selectiecriteria | Maximaal aantal punten |
1. Visie op de doorontwikkeling jeugdhulp (hoofdstuk 3) | 40 |
2. Visie op de integrale Opdracht (hoofdstuk 4) | 30 |
3. Aantal Referentieopdrachten | 30 |
Totaal maximaal te behalen punten | 100 |
Hieronder worden de drie Selectiecriteria en de van toepassing zijnde beoordelingsrichtlijn toegelicht.
Beoordeling Selectiecriteria 1 en 2
Naarmate de kwalitatieve aspecten van de Aanmelding op dit criterium beter zijn, wordt de Aanmelding beter beoordeeld.
De inhoudsdeskundigen kennen in eerste instantie individueel een cijferwaardering toe. Daarna bespreken zij hun cijferwaardering met elkaar om tot een gezamenlijk oordeel te komen.
Selectiecriterium 1: Visie op de doorontwikkeling
Inleiding
In hoofdstuk 3 van dit document heeft de gemeente een beeld gegeven van de doorontwikkeling die de gemeente wil realiseren met de integrale Opdracht voor de uitvoering van jeugdhulp in een gebied.
Doelstelling
De gemeente wil inzicht hebben in de ervaring van Gegadigde met soortgelijke transformaties en de visie van Gegadigde op de beoogde doorontwikkeling van de jeugd- en gezinshulp.
Het doel is om een Opdrachtnemer te selecteren die relevante ervaring heeft en deze ervaring kan inzetten om deze doorontwikkeling op creatieve en professionele wijze tot stand kan brengen.
Vraagstelling
De gemeente vraagt Xxxxxxxxx op basis van ervaring zijn visie te geven op de onderstaande drie zaken die essentieel zijn bij het realiseren van de doorontwikkeling voor het perceel (gebied) waar de Gegadigde zich voor aanmeldt:
• Gezinsgericht werken
• Ruimte voor professionals
• Versterken Sociale basis (informele netwerken en formele basisvoorzieningen)
Beoordelingsaspecten
(1) De mate waarin Xxxxxxxxx aangeeft hoe hij op basis van de leidende principes het gezinsgericht werken vormgeeft in het betreffende perceel (gebied). Zie paragraaf 3.3 voor de leidende principes.
(2) Hoe de ervaring van Xxxxxxxxx bijdraagt aan het realiseren van handelingsruimte voor de professionals.
(3) De mate waarin Xxxxxxxxx met zijn ervaring en visie op het bieden van ondersteuning aan gezinnen de Sociale basis (informele en formele netwerken) versterkt in het perceel (gebied) waar Xxxxxxxxx zich voor aanmeldt.
De totale uitwerking bestaat uit maximaal drie (3) pagina’s A4 enkelzijdig bedrukt (minimale lettergrootte 10) exclusief eventueel voorblad en inclusief eventuele bijlagen. Indien Gegadigde meer pagina’s indient dan hierboven genoemd, worden de meerdere pagina’s niet meegenomen in de beoordeling.
Beoordelingskader Selectiecriterium 1
De beoordeling van de Aanmelding op dit Selectiecriterium vindt per beoordelingsaspect plaats op een schaal van 0 t/m 40. De richtlijn voor de beoordeling is als volgt:
Uitmuntend - 40 punten | Uit de door de Gegadigde verstrekte informatie blijkt dat uitmuntend wordt ingegaan op het beoordelingsaspect. De inhoud is zeer duidelijk, realistisch, congruent en concreet. |
Goed - 30 punten | Uit de door de Gegadigde verstrekte informatie blijkt dat goed wordt ingegaan op het beoordelingsaspect. De inhoud is meer dan duidelijk, realistisch, congruent en concreet. |
Voldoende - 15 punten | Uit de door de Gegadigde verstrekte informatie blijkt dat voldoende aangesloten wordt bij het betreffende beoordelingsaspect. De inhoud is redelijk duidelijk, realistisch, congruent en concreet. |
Onvoldoende – 0 punten | Uit de door de Gegadigde verstrekte informatie blijkt dat onvoldoende aangesloten wordt ingegaan op het beoordelingsaspect. De inhoud is in belangrijke mate onduidelijk, onrealistisch, niet congruent en niet concreet. |
Selectiecriterium 2. Visie op integrale Opdracht
Inleiding
De gemeente ziet vele voordelen bij het in de markt zetten van Preventie, basiszorg (Jeugdteams) en (een deel van) Specialistische jeugdhulp in één samenhangende Opdracht. Zie hiervoor hoofdstuk 4. De gemeente is zich ervan bewust dat vooral de Opdrachtnemer, die de Opdracht gegund krijgt, aan zet is om de mogelijke voordelen van deze brede Opdracht te realiseren. Samenwerking binnen de organisatie van Opdrachtnemer (en eventueel binnen het samenwerkingsverband) én samenwerking met de gemeente zal veel belangrijker worden dan het voorheen was.
Doelstelling
De gemeente wil inzicht hebben in de ervaring van Xxxxxxxxx met en de visie op de integraliteit van de Opdracht binnen een perceel (gebied). Doel is om een zo goed mogelijke match te maken tussen de brede Opdracht (Preventie, basiszorg (Jeugdteams) en (een deel van) Specialistische jeugdhulp) en de organisatie van Gegadigde (en eventueel de samenstelling van het samenwerkingsverband).
Het doel is om Gegadigden te selecteren van wie de gemeente meent dat zij een zo groot mogelijke bijdrage aan onze ambitie (paragraaf 3.3) kunnen leveren en het meest bekwaam zijn om de Opdracht (hoofdstuk 4) zo succesvol mogelijk uit te voeren.
Vraagstelling
De gemeente vraagt Xxxxxxxxx om op basis van zijn ervaring zijn visie te geven op de afbakening van de Opdracht (vooruitlopend op de dialoog) en de gevolgen daarvan voor de organisatie van Gegadigde (en eventueel samenstelling van het samenwerkingsverband).
Beoordelingsaspecten:
(1) De mate waarin Xxxxxxxxx een duidelijke en overtuigende visie heeft hoe de afbakening van de Opdracht kan bijdragen aan het realiseren van de doelstellingen.
(2) De visie op de wijze waarop Xxxxxxxxx zijn organisatie wil inrichten, zodanig dat de integraliteit van de Opdracht is geborgd.
(3) De mate waarin de door Gegadigde beschreven ervaringen kunnen bijdragen aan de uitvoering van de integrale Opdracht.
De totale uitwerking bestaat uit maximaal drie (3) pagina’s A4 enkelzijdig bedrukt (minimale lettergrootte 10) exclusief eventueel voorblad en inclusief eventuele bijlagen. Indien Gegadigde meer pagina’s indient dan hierboven genoemd, worden de meerdere pagina’s niet meegenomen in de beoordeling.
Beoordelingskader Selectiecriterium 2
De beoordeling van de Aanmelding op dit Selectiecriterium vindt per beoordelingsaspect plaats op een schaal van 0 t/m 30. De richtlijn voor de beoordeling is als volgt:
Uitmuntend - 30 punten | Uit de door de Gegadigde verstrekte informatie blijkt dat uitmuntend wordt ingegaan op het beoordelingsaspect. De inhoud is zeer duidelijk, realistisch, congruent en concreet. |
Goed - 20 punten | Uit de door de Gegadigde verstrekte informatie blijkt dat goed wordt ingegaan op het beoordelingsaspect. De inhoud is meer dan duidelijk, realistisch, congruent en concreet. |
Voldoende - 5 punten | Uit de door de Gegadigde verstrekte informatie blijkt dat voldoende aangesloten wordt bij het betreffende beoordelingsaspect. De inhoud is redelijk duidelijk, realistisch, congruent en concreet. |
Onvoldoende – 0 punten | Uit de door de Gegadigde verstrekte informatie blijkt dat onvoldoende aangesloten wordt ingegaan op het beoordelingsaspect. De inhoud is in belangrijke mate onduidelijk, onrealistisch, niet congruent en niet concreet. |
Selectiecriterium 3 Referentieopdrachten
Doelstelling
De gemeente vindt het belangrijk dat onze toekomstige contractpartner de volledige scope van de Opdracht per perceel kan uitvoeren. In de Gunningsfase (na de Dialoogfase) dient de Inschrijver dan ook aan te tonen daadwerkelijk in staat te zijn om de volledige dienstverlening aan te bieden.
Vraagstelling
Als Geschiktheidseis dient de Gegadigde aan tenminste 4 van de 6 gevraagde Kerncompetenties per perceel te voldoen en deze aan te tonen met een of meerdere Referentieopdracht(en) zoals beschreven in hoofdstuk 9.2.1.
Als Selectiecriterium wil de gemeente de Gegadigden die per perceel aan meer dan de 4 gevraagde Kerncompetenties voldoen en deze kunnen aantonen met Referentieopdrachten zoals beschreven in 9.2.1., extra punten toekennen.
Beoordelingskader Selectiecriterium 3 kerncompetenties
Bijgaand de te behalen punten wanneer Xxxxxxxxx voldoet aan meer dan 4 kerncompetenties.
U voldoet aan 5 van de 6 kerncompetenties | 15 punten |
U voldoet aan alle 6 de kerncompetenties | 30 punten |
Het uiteindelijk toe te kennen aantal punten wordt berekend door de scores van de 3 genoemde Selectiecriteria bij elkaar op te tellen. Op basis van deze score wordt een ranking gemaakt, waarbij per perceel de 5 Gegadigden met de hoogste score zich kunnen kwalificeren voor de dialoog- en Gunningsfase.
Zie hoofdstuk 7.2 voor de beoordelingsprocedure.
Bijlage 1 Uniform Europees Aanbestedingsdocument Bijlage 2 Format referentieopdrachten
Bijlage 3 Checklist Bijlage 4 Model volmacht
Bijlage 5 Verklaring uitsluiting Russische partijen Bijlage 6 Begrippenlijst inkoop
Bijlage 7 Begrippenlijst inhoudelijk Bijlage 8 Inkoopvoorwaarden Arvodi 2018
Bijlage 9 Verslag schriftelijke marktconsultatie
Bovengenoemde Bijlagen worden als separate documenten aan deze Selectieleidraad toegevoegd.
Bijlage 6 Begrippenlijst Aanbesteding
In deze Selectieleidraad wordt een aantal begrippen met een beginhoofdletter gebruikt. Aan deze begrippen komen de onderstaande betekenissen toe. Alle op deze Selectieleidraad toepasselijke begripsomschrijvingen dienen zowel in enkelvoud als in meervoud te worden geïnterpreteerd.
Daar waar in deze Selectieleidraad en/of de Bijlagen product- of merknamen, typen, octrooien, abonnementsvormen, bepaalde productiemethoden of een bepaalde oorsprong of productie zijn genoemd, dient telkens als toevoeging te worden gelezen “of gelijkwaardig”.
Aanbesteding | De procedure van de Aankondiging van Opdracht tot (definitieve) gunning waarmee de Gemeente Den Haag een Opdracht aanbesteedt waarop Ondernemers kunnen inschrijven. De Opdracht is beschreven in de Aanbestedingsstukken. |
Aanbestedingsplatform | Website xxx.xxxxxxxxx.xx waarop de gehele Aanbesteding inclusief alle communicatie plaatsvindt. |
Aanbestedingsstukken | Alle stukken zoals opgenomen in artikel 1.1 Aanbestedingswet 2012 die door de Gemeente Den Haag zijn opgesteld of vermeld voor de omschrijving van de Opdracht en de voorwaarden van de Aanbesteding. |
Aanbestedingswet 2012 | De Wet van 1 november 2012, houdende nieuwe regels omtrent aanbestedingen, Stb. 2012 542, zoals gewijzigd bij wet van 22 juni 2016, Stb. 2016, 241 en in werking getreden per 1 juli 2016, ook wel afgekort als “Aanbestedingswet” of “Aw”. |
Aankondiging | De Aankondiging van Opdracht van de Aanbesteding op het Aanbestedingsplatform xxx.xxxxxxxxx.xx. |
Aanmelding | Een door de Gegadigde ingediende Aanmelding op basis van de in de Selectieleidraad gestelde eisen en criteria zoals gepubliceerd op xxx.xxxxxxxxx.xx. |
Beoordelingsteam | Het team van personen zoals vermeld in paragraaf 5.1 van de Selectieleidraad dat namens de Gemeente Den Haag de Aanmeldingen beoordeelt. |
Bijlage(n) | Aanhangsels bij de Selectieleidraad of Aanbestedingsstukken die daarvan deel uitmaken. |
Combinatie | Een samenwerkingsverband van Ondernemers (“Combinanten”) dat zich gezamenlijk aanmeldt als één Gegadigde/Inschrijver. |
Combinant(en) | Afzonderlijke Ondernemer binnen een Combinatie. |
Derde | De natuurlijke persoon of rechtspersoon waarop een Gegadigde of een Inschrijver zich beroept om te kunnen voldoen aan de Geschiktheidseisen voor de Opdracht. |
Dialoogfase | Met geselecteerde Ondernemers gesprekken voeren om te komen tot nadere invulling en specificering van bepaalde onderdelen van deze Opdracht. |
Gedragsverklaring Aanbesteden (GVA) | De verklaring van de minister van Veiligheid en Justitie zoals bedoeld in artikel 4.1 Aanbestedingswet 2012, dat uit een onderzoek naar de Gegadigde of Inschrijver blijkt dat geen bezwaren bestaan in verband met deelname aan of het doen van een Inschrijving op een Aanbesteding. |
Gegadigde(n) | De Ondernemer bedoeld in artikel 1.1 Aanbestedingswet 2012 die verzoekt om deelname aan een niet openbare Aanbesteding of daarvoor inmiddels is uitgenodigd. |
Gemeente Den Haag | De aanbestedende dienst volgens artikel 1.1 Aanbestedingswet 2012, die het voornemen heeft om de in deze Selectieleidraad omschreven Opdracht te gunnen. |
Geschiktheidseisen | De door de Gemeente Den Haag gestelde eisen op basis van artikel 2.90 Aanbestedingswet 2012 die betrekking hebben op de kwalificaties van de Ondernemer voor deelname aan of Inschrijving op een Aanbesteding. Deze eisen hebben betrekking op de financiële of economische draagkracht, de technische bekwaamheid, beroepsbekwaamheid of beroepsbevoegdheid. |
Gunningsfase | De fase na selectie en dialoog van geselecteerde Ondernemers bij een Dialooggerichte procedure en de fase na publicatie van een overheidsopdracht bij een openbare procedure. |
Gunningsleidraad | Het document waarin de Gemeente Den Haag de eisen, wensen en voorwaarden heeft opgenomen en waarop de Inschrijver zijn Inschrijving baseert. |
Inkoopvoorwaarden | De toepasselijke Inkoopvoorwaarden zoals vermeld in deze Selectieleidraad. |
Inschrijving | De aanbieding van Inschrijver op de Aanbesteding met inbegrip van alle door de Gemeente Den Haag in de Selectieleidraad verlangde informatie en de door Inschrijver gegeven antwoorden op eisen en vragen in de Aanbestedingsstukken. |
Nota van inlichtingen | Het document waarin de Gemeente Den Haag vragen van Xxxxxxxxxx beantwoordt of op eigen initiatief nadere informatie geeft over de Aanbesteding of de Aanbestedingsstukken. |
Onderaanneming | De Inschrijver (hoofdaannemer) maakt gebruik van een onderaannemer voor bepaalde delen van de Opdracht. |
Ondernemer(s) | Een aannemer, leverancier of dienstverlener als bedoeld in artikel 1.1 Aanbestedingswet 2012. |
Opdracht | De overheidsopdracht voor werken, leveringen of diensten volgens artikel 1.1 Aanbestedingswet 2012 zoals gespecificeerd in de Aanbestedingsstukken met inbegrip van de Inschrijving, Nota’s van inlichtingen en de (raam)overeenkomst. |
Opdrachtgever | De publiekrechtelijke rechtspersoon Gemeente Den Haag. |
Opdrachtnemer(s) | De Inschrijver(s) aan wie de Opdracht na de Aanbesteding definitief wordt gegund. |
Selectiefase | De fase van Aanmelding voor een overheidsopdracht volgens een Dialooggerichte SAS procedure door geïnteresseerde Ondernemers tot en met de selectiebeslissing om deel te nemen aan de Dialoog- en Gunningsfase van de procedure door geselecteerde Ondernemers. |
Selectieleidraad | Het document, inclusief Bijlagen waarin de gemeente Den Haag de gevraagde dienstverlening, de te volgen aanbestedingsprocedure, de Uitsluitingsgronden, de Geschiktheidseisen en de Selecticriteria heeft opgenomen en waarop de Gegadigde zijn Aanmelding baseert. |
Selecticriteria | Criteria op grond waarvan Xxxxxxxxxx die voldoen aan de Geschiktheidseisen worden geselecteerd en uitgenodigd tot het doen van een Inschrijving op basis van de inschrijvingsleidraad tijdens de Gunningsfase van deze Aanbesteding. |
Uitsluitingsgrond(en) | De toepasselijke dwingende en facultatieve Uitsluitingsgrond(en) voor de Aanbesteding volgens artikel 2.86 en 2.87 Aanbestedingswet 2012, die zien op omstandigheden van de Gegadigde, de Inschrijver, de Derde en de onderaannemer. |
Uniform Europees Aanbestedingsdocument (UEA) | De eigen verklaring zoals bedoeld in artikel 2.82 Aanbestedingswet 2012 voor het toetsen van Inschrijvers aan de gestelde Uitsluitingsgronden en Geschiktheidseisen. |
Bijlage 7 Begrippenlijst inhoudelijk
Aanvullende zorg | Is specialistische hulp daar waar de Sociale basis en/of basiszorg niet toereikend zijn. Sommige jeugdigen en ouders hebben ondersteuningsvragen die dermate complex of specifiek zijn, dat er specialistische kennis aanvullend op de Sociale basis en/of basiszorg nodig is. |
Complexe gezinsproblematiek | Een (jeugd)professional beoordeelt een casus als complex als minimaal twee van onderstaande factoren spelen: • Veranderlijkheid van de hulpvraag en/of situatie van de cliënt • Hulpvragen (uit verschillende domeinen) die elkaar beïnvloeden en niet eenvoudig op te lossen zijn • Eerder ingezette acties zijn vastgelopen • Coördinatie is nodig om tot gezamenlijke beeldvorming, doel/perspectief van het huishouden en afstemming tussen interventies te komen • Samenwerking tussen betrokken professionals is noodzakelijk en lukt onvoldoende • Interventies zijn nodig die afwijken van de standaard en daarmee noodzaak tot afwijken van regels en processen (maatwerk is nodig |
Complexe echtscheidingen | Een echtscheiding waarbij ouders door aanhoudende ernstige conflicten het belang en welzijn van de jeugdige(n) uit het oog verliezen, evenals het wederzijdse belang. |
Enkelvoudig | Het huishouden heeft een hulpvraag die beantwoord kan worden met een voorziening uit één onderdeel van het Sociaal domein of van een aanpalend domein. |
Gebiedsgericht werken | Aansluitend en rekening houdend met het karakter en de specifieke behoefte van inwoners in een bepaald gebied. |
Gezinsgerichte hulp | Bij Gezinsgerichte hulp staan problemen van kinderen of van opvoeders niet op zichzelf, maar worden steeds vanuit gezinsrelaties bekeken. De hulp die geboden wordt is naast het aanpakken van voorliggende problemen, gericht op het versterken van de verbindingen tussen de gezinsleden en hun Leefwereld. Daarbij krijgt niet alleen het kind een behandeling, maar wordt ook de ouderrol versterkt en worden gezinspatronen aangepakt. |
Gezinsregie | De coördinatie tussen alle betrokken partijen om hulp in een gezin op elkaar af te stemmen. Bijvoorbeeld in het geval er meerdere problemen in een gezin spelen en er meerdere partijen in een gezin betrokken zijn. Deze rol kan vanuit het Samenwerkingsverband of vanuit de gemeente worden ingevuld. Dit hangt af van waar de zwaarte van de problematiek ligt en de aard van deze problematiek. |
Integrale aanpak | Een aanpak waarbij er samenhang is in zorg, ondersteuning en het sociale netwerk, afgestemd op de vraag van de jeugdige en het gezin. In deze aanpak is er aandacht voor alle relevante leefgebieden en vraagstukken waar de jeugdige, het gezin mee worstelt. |
Jeugdteams | Een multidisciplinair team van jeugdprofessionals dat op decentraal niveau (wijk, stadsdeel of andere gebiedsafbakening) de hulpvraag van jeugdigen, het gezin breed analyseert, triageert en ondersteuning biedt waar nodig. |
Meervoudig | Het huishouden/gezin heeft meerdere (met elkaar samenhangende) vragen voor ondersteuning die betrekking hebben op het Sociaal domein en/of aanpalende domeinen. |
Xxxxxxxxxx | Het dagelijks leven van een jeugdige, gezin. Hier spelen sociale, culturele en etnische achtergronden en contexten in mee. |
Pedagogische basis | De gemeenschappelijke activiteiten van burgers rondom het grootbrengen van kinderen. In een goed functionerende Pedagogische basis bestaat er bij inwoners de bereidheid om met elkaar in de eigen sociale netwerken en in het publieke domein verantwoordelijkheden rond het opgroeien en opvoeden van kinderen te delen. Ouders, jongeren, buurtbewoners, familieleden, leraren, sportcoaches etc. zijn op zo'n manier onderling betrokken dat het bevorderend is voor het opgroeien en opvoeden van kinderen en jeugdigen (Xxxxx xx Xxxxxx, 2008) |
Populatiebekostiging | De zorgaanbieder ontvangt een bedrag per inwoner (of verzekerde) in zijn populatie, ongeacht of deze inwoner (of verzekerde) nu zorg gebruikt. Voor dat bedrag wordt ondersteuning geboden die voldoet aan de eisen zoals is vastgelegd in de opdracht. |
Preventie | Het geheel van activiteiten die gezond, veilig en kansrijk opgroeien en opvoeden van jeugdigen bevorderen en problemen hierbij vroegtijdig voorkomen. • Collectieve of universele Preventie richt zich op alle jeugdigen en hun opvoeders. • Selectieve Preventie richt zich op groepen jeugdigen en opvoeders met een verhoogd risico op problemen. • Geïndiceerde Preventie richt zich op individuele jeugdigen en opvoeders met een verhoogd risico op problemen of met een beginnend probleem. |
Sociaal domein | Het gedeelte van de maatschappij waar de gemeente wettelijke taken uitvoert rond jeugd en opvoeding, werk, inkomen en participatie, huisvesting en zelfredzaamheid, zorg en jeugd, maatschappelijke ondersteuning. Bijhorende wetten zijn de jeugdwet, WMO 2015, de participatiewet, de wet passend onderwijs en de wet gemeentelijke schuldhulpverlening. |
Sociale basis | Het geheel van organisaties, diensten, voorzieningen en betrekkingen die het mogelijk maken dat mensen in redelijkheid in sociale verbanden (buurten, groepen, netwerken, gezinnen) samen kunnen leven en kunnen deelnemen aan de samenleving. De Sociale basis heeft een informele en formele component. De formele component zijn de voorzieningen die jeugdigen, ouders helpen stevig in het leven te staan. Het gaat om kinderopvang, onderwijs, sportvoorzieningen, welzijn, cultuur, jeugdgezondheidszorg, openbare gezondheidszorg etc. De informele component zijn de inwoners (jeugdigen, ouders) zelf die zich vrijwillig inzetten voor elkaar, de buurt en de stad. Voor een sterke Sociale basis sluit de basisinfrastructuur (formele component) nauw aan bij de inwoners die zich actief en vrijwillig inzetten voor elkaar, de stad. |
Specialistische jeugdhulp | Sommige jeugdigen en ouders hebben opvoed- of opgroeivragen die dermate complex of specifiek zijn, dat er specialistische kennis aanvullend op de Sociale basis en/of basiszorg nodig is. |
Triage | Triage is het proces van verhelderen, routeren en zo nodig escaleren/opschalen van vragen en het begrijpen van (de urgentie van) de hulpvraag en zorgen dat de benodigde deskundigheid wordt ingeschakeld en passende hulp tijdig wordt ingezet. |
Toegang | De manier waarop inwoners hun weg vinden naar een passende vorm van ondersteuning. |
Toegankelijke hulp | De voorzieningen die het opgroeien en opvoeden ondersteunen en voor alle inwoners makkelijk te vinden zijn en zonder belemmering te benutten zijn. |
Taakgerichte uitvoering | Een zorgtaak wordt gefinancierd op het niveau van een taak en of (deel-)populatie, zonder financiële afrekening en verantwoording op individueel niveau, maar met afrekening en verantwoording op een hoger niveau. |
Veiligheid in de jeugdhulp | Het kind kan structureel rekenen op een volwassene die voorziet in zijn basale fysieke en emotionele behoefte, die hem beschermt tegen gevaar en die daarin continuïteit en voorspelbaarheid biedt. Dit verwijst naar vier verschillende aspecten: de aanwezigheid van regelmaat en stabiliteit; de lichamelijke en emotionele zorg voor de jeugdige; een gevoel van geborgenheid; de afwezigheid van en bescherming tegen geweld en misbruik. |
Veiligheidsketen Jeugd | De Veiligheidsketen is een operationalisering van het veiligheidsbeleid Jeugd, bestaande uit de vijf ketens: pro- actie, Preventie, preparatie, repressie en nazorg. |