Convenant tussen de Platforms Aansprakelijkheid, Motorrijtuigen en Rechtsbijstand van het Verbond van Verzekeraars inzake
Regeling Buitengerechtelijke Kosten Materieel 1 september 2019
Convenant tussen de Platforms Aansprakelijkheid, Motorrijtuigen en Rechtsbijstand van het Verbond van Verzekeraars inzake
Overwegende dat:
• de Platforms Aansprakelijkheid, Motorrijtuigen en Rechtsbijstand van het Verbond van Verzekeraars een regeling hebben getroffen voor die situaties waarin een aansprakelijkheidsverzekeraar (buitengerechtelijke) kosten verschuldigd is aan een benadeelde die wordt bijgestaan door een rechtsbijstandsverzekeraar. Het betreft kosten in verband met de afwikkeling van het verhaal van uitsluitend materiële (voertuig)schade.
• in deze regeling een praktische oplossing voor de afwikkeling van verhaalsvorderingen is neergelegd.
• in deze regeling verhaalszaken worden onderscheiden in: schades veroorzaakt tijdens deelname aan het verkeer (verkeerszaken) en overige schades (niet-verkeerszaken).
• in het convenant alle relevante afspraken tussen de platforms over de afwikkeling van de betreffende verhaalsvordering zijn neergelegd.
• partijen met het afsluiten van het convenant beogen om verhaalszaken op een voor beide doelmatige en acceptabele wijze af te handelen, waardoor besparingen optreden op (uitvoerings)kosten. De regeling beoogt discussies op dossierniveau over de hoogte van de te vergoeden (buitengerechtelijke) kosten in de bedoelde categorie zaken overbodig te maken.
• de rechtsbijstandsverzekeraars en de aansprakelijkheidsverzekeraars van mening verschillen omtrent de omvang van het verhaalsrecht. Om te voorkomen dat hierdoor de afwikkeling van verhaalsvorderingen leidt tot grote vertragingen en hoge (extra) kosten, hebben partijen sinds 1 april 1998 een regeling getroffen. Uitgangspunt bij het afsluiten van dit convenant is de aanname dat de lumpsum voorziet in een vergoeding van genoemde kosten.
• de in dit convenant neergelegde praktische oplossing daarmee niets afdoet aan de wederzijdse standpunten van de verzekeraars omtrent de vaststelling van de omvang van het verhaalsrecht.
• met het oog op een efficiënt schaderegelingstraject is gekozen voor een lumpsum, waarbij een prikkel is opgenomen voor het zo snel mogelijk – bij voorkeur via het Clearinghuis Regres – bereiken van een minnelijke schikking.
• de werking van het convenant zich uitstrekt over alle dossiers die vanaf 1 september 2019 worden afgewikkeld.
• de partijen die intekenen op het convenant zich verplichten bij de wederzijdse afwikkeling van verhaalsvorderingen de bepalingen van dit convenant na te leven en in de geest daarvan te handelen. Andere partijen dan deelnemende verzekeraars kunnen aan dit convenant geen rechten ontlenen.
De partijen:
Platform Aansprakelijkheid Platform Motorrijtuigen en Platform Rechtsbijstand
zijn het volgende overeengekomen omtrent de afwikkeling van verhaalsvorderingen voor (buitengerechtelijke) kosten.
De regeling luidt als volgt:
Artikel 1 - Lumpsumvergoeding
a) De aansprakelijkheidsverzekeraar vergoedt een lumpsumvergoeding voor (buitengerechtelijke) kosten per betrokken rechtsbijstandsverzekeraar bij de behandeling van een verhaalszaak met uitsluitend materiële schade.
b) Een verhaalszaak met uitsluitend materiële schade is een evenement in de zin van de rechtsbijstandspolis, waarbij de verzekerde uitsluitend materiële schade lijdt als gevolg van de (onrechtmatige) daad van een ander.
c) De lumpsumvergoeding zal worden voldaan bij het bereiken van een minnelijke regeling tussen partijen.
d) Indien er geen minnelijke regeling wordt bereikt en een civiele procedure wordt gestart, is deze regeling niet van toepassing.
e) De hoogte van de lumpsumvergoeding is afhankelijk van de vraag of de verhaalsvordering met of zonder discussie is afgewikkeld.
Artikel 2 – Afwikkeling zonder discussie – via Clearinghuis
a) Uitgangspunt bij de afwikkeling van de verhaalsvordering zonder discussie is dat de schade wordt geregeld via het Clearinghuis Regres. Voor verkeerszaken geldt dat de schade binnen een termijn van 21 kalenderdagen na de eerste melding inclusief de aansprakelijkstelling en vordering in het Clearinghuis Regres moet worden geregeld. Voor niet-verkeerszaken geldt een termijn van 42 kalenderdagen. Daarbij dient de aansprakelijkheidsverzekeraar de vergoeding van de gevorderde materiële schade binnen deze termijn te melden door middel van een betalingsaankondiging en die vordering tevens te voldoen.
b) Als de rechtsbijstandsverzekeraar zonder eerste melding de aansprakelijkstelling met vermelding van de schadevergoeding waarop aanspraak wordt gemaakt in het Clearinghuis heeft ingebracht, geldt deze aansprakelijkstelling als eerste melding. Op welk moment de rechtsbijstandsverzekeraar de vordering ook heeft gemeld, gaat de termijn van 21 dan wel 42 kalenderdagen pas lopen op het moment dat de rechtsbijstandsverzekeraar de vordering in Clearinghuis heeft gemeld.
c) De aansprakelijkheidsverzekeraar mag, alvorens zijn positie in het Clearinghuis Regres in te voeren, eenmalig met de rechtsbijstandsverzekeraar telefonisch contact leggen over diens inzet.
d) Eveneens wordt als afwikkeling zonder discussie aangemerkt de situatie dat de aansprakelijkheidsverzekeraar binnen de gestelde termijn een betalingsaankondiging doet voor een bedrag dat afwijkt van het bedrag dat door de rechtsbijstandsverzekeraar is gevorderd, mits een daarna gevoerde discussie met de rechtsbijstandsverzekeraar niet tot een andere uitkomst leidt.
Artikel 3 – Afwikkeling zonder discussie – niet via Clearinghuis
a) Indien de schade niet wordt geregeld via het Clearinghuis Regres is sprake van afwikkeling van de verhaalsvordering zonder discussie indien de aansprakelijkheidsverzekeraar de vergoeding van de gevorderde materiële schade meldt door middel van een betalingsaankondiging en tevens voldoet binnen de termijn van 21 kalenderdagen voor verkeerszaken en 42 kalenderdagen voor niet- verkeerszaken. De termijn begint te lopen nadat de rechtsbijstandsverzekeraar de vordering gedocumenteerd heeft ingediend.
b) Gedocumenteerd indienen van de vordering zal in de meeste gevallen het moment zijn waarop de rechtsbijstandsverzekeraar of de expert documenten ter onderbouwing van de vordering aan de aansprakelijkheidsverzekeraar heeft gezonden, zoals bijvoorbeeld:
• een rapport van (voertuig)expertise of een (schade)nota;
• een document waarin de toedracht duidelijk is omschreven. In geval van een verkeerszaak bij voorkeur een door betrokkenen ondertekend aanrijdingsformulier;
• kleurenfoto’s van o.a. de ongevalslocatie, de schade (aan het voertuig), het kenteken etc.
De verzenddatum van de documenten (digitaal dan wel per post) is bepalend.
c) Eveneens wordt als afwikkeling zonder discussie aangemerkt de situatie dat de aansprakelijkheidsverzekeraar binnen de gestelde termijn een betalingsaankondiging doet voor een bedrag dat afwijkt van het bedrag dat door de rechtsbijstandsverzekeraar is gevorderd, mits een daarna gevoerde discussie met de rechtsbijstandsverzekeraar niet tot een andere uitkomst leidt.
d) De rechtsbijstandsverzekeraar dient de vorderingen bij voorkeur niet per post maar per e-mail bij de aansprakelijkheidsverzekeraar in.
Artikel 4 – Afwikkeling met discussie
Alle situaties die niet vallen onder de afwikkeling van de verhaalsvordering beschreven in artikel 2 of 3 worden aangemerkt als zaken waarbij de afwikkeling plaatsvond met discussie.
Artikel 5 - Lumpsumvergoeding
a) In geval van afwikkeling van de verhaalsvordering zonder discussie, zoals beschreven in artikel 2 en 3, bedraagt de lumpsumvergoeding € 33,63. De lumpsumvergoeding bedraagt in de overige gevallen € 308,27.
b) In afwijking van artikel 2 en 3 geldt voor die gevallen waarin de aansprakelijkheidsverzekeraar binnen de gestelde termijn van 21 dan wel 42 kalenderdagen een afwijkend tegenvoorstel doet, waarna een discussie met de rechtsbijstandsverzekeraar tot een andere uitkomst leidt dan de inzet van beide verzekeraars, een lumpsumvergoeding die de helft bedraagt van het in dit artikel onder a genoemde bedrag.
c) De in dit artikel onder a. genoemde bedragen worden jaarlijks per 1 januari geïndexeerd door vergelijking van het loonindexcijfer (CAO-lonen particuliere bedrijven/ financiële en zakelijke dienstverlening) dat door het CBS wordt gepubliceerd over de maand oktober van het lopende contractjaar met het loonindexcijfer van dezelfde periode een jaar eerder.
Artikel 6 - Reikwijdte lumpsum
De lumpsum vergoedt de kosten van rechtsbijstand, gemoeid met de behandeling van de verkeersverhaalzaak met uitsluitend materiële schade, met uitzondering van de kosten verbonden aan de voertuigexpertise.
Artikel 7 - Minnelijke regeling
a) De lumpsumvergoeding zal worden voldaan bij het bereiken van een minnelijke regeling tussen partijen. Wat betreft de hoogte van de lumpsumvergoeding is bepalend het bedrag van deze regeling, zoals dat gold op het tijdstip waarop de rechtsbijstandsverzekeraar de vergoeding van de gevorderde materiële schade ontving.
b) Indien er geen minnelijke regeling wordt bereikt en een civiele procedure wordt gestart, is deze regeling niet van toepassing.
Artikel 8 - Opdracht aan een derde
a) De rechtsbijstandsverzekeraar is verplicht om in geval van een opdracht aan een derde tot behandeling van de verhaalzaak met uitsluitend materiële schade, bekend te maken respectievelijk door die derde bekend te laten maken, dat een rechtsbijstandverzekering in het geding is. De derde waaraan een dergelijke zaak is overgedragen, zal bij zijn opdrachtgever - de rechtsbijstandsverzekeraar - declareren.
b) In geval de overdracht van een verhaalzaak met uitsluitend materiële schade aan een derde zonder instemming van de rechtsbijstandsverzekeraar plaatsvindt, dient aanstonds een forfaitaire vergoeding van 40% van de lumpsumvergoeding aan de rechtsbijstandsverzekeraar te worden voldaan.
Artikel 9 - Geen wettelijke rente
Over de lumpsumvergoeding is geen wettelijke rente verschuldigd. Wettelijke rente is slechts verschuldigd indien de aansprakelijkheidsverzekeraar in gebreke blijft de lumpsum en de eventuele opslag te betalen.
Artikel 10 – Samenloop met Convenant Buitengerechtelijke Kosten - Letsel
Als een verhaalszaak tevens onder het Convenant Buitengerechtelijke Kosten – Xxxxxx valt, wordt de lumpsumvergoeding alleen op basis van het Convenant Buitengerechtelijke Kosten – Letsel vergoed.
Artikel 11 - Inwerkingtreding
Deze (aangepaste) regeling treedt in werking op 1 september 2019. Het convenant wordt voor onbepaalde tijd aangegaan. Deelname aan de regeling door partijen geschiedt telkens voor een periode van één jaar, met stilzwijgende verlening, tenzij een deelnemende partij met in achtneming van een opzegtermijn van drie maanden schriftelijk bij het Verbond van Verzekeraars haar deelname opzegt. Jaarlijks evalueren partijen de werking van het convenant.
Artikel 12 - Schriftelijke aanmelding
Deelname aan de regeling geschiedt op basis van vrijwilligheid. Leden c.q. buitengewone leden van het Verbond van Verzekeraars dienen zich schriftelijk aan te melden voor deelname aan de regeling. Het secretariaat van het Verbond van Verzekeraars (Postbus 93450, 2509 AL Den Haag) draagt zorg voor de registratie van de aanmeldingen.
Artikel 13 - Geschillencommissie Schadeverzekeraars (GCS)
Geschillen tussen twee of meer verzekeraars over de uitleg, de toepasselijkheid en/of de uitvoering van deze regeling worden voorgelegd aan de Geschillencommissie Schadeverzekeraars (GCS), die daarop een beslissing geeft. Tegen een beslissing van de GCS staat geen beroep open. De GCS behandelt de aan haar voorgelegde verzoeken en geschillen volgens het Reglement van de Geschillencommissie Schadeverzekeraars zoals dat is vastgesteld door het sectorbestuur Schade van het Verbond van Verzekeraars.
Artikel 14 - citeertitel
De citeertitel voor onderhavig convenant is: “Convenant inzake regeling buitengerechtelijke kosten materieel 2019”.
Algemene toelichting
In het convenant is bij de kostprijsbepaling rekening gehouden met de beschikbare mogelijkheden, zoals aansluiting op Clearinghuis Regres, om de werkprocessen efficiënter in te richten. In het convenant speelt het principe van ‘de vervuiler betaalt’ een grote rol. Dit vertaalt zich in de keuze van partijen voor een laag en een hoog tarief.
Looptijd
Dit convenant is van toepassing op alle dossiers die tijdens de looptijd van het convenant worden afgewikkeld. Dat betekent dat op schades met een schadedatum vóór 1 januari van een jaar die worden afgewikkeld ná 1 januari, de vanaf 1 januari geldende (geïndexeerde) tarieven van toepassing zijn. Bepalend is het tijdstip waarop de minnelijke regeling tot stand komt.
Afwikkeling zonder discussie
Uitgangspunt is dat een zaak via het Clearinghuis Regres wordt afgewikkeld. Gebeurt dat dan mag de aansprakelijkheidsverzekeraar maximaal één keer telefonisch overleg voeren met de rechtsbijstandverzekeraar met als doel eventuele onduidelijkheden over de vordering weg te nemen. Zowel bij afwikkeling via Clearinghuis Regres als daarbuiten geldt als uitgangspunt dat tussen partijen niet inhoudelijk over de zaak gediscussieerd wordt. Voor de vaststelling van het begin en het einde van de termijnen geldt het verzendmoment door de verzekeraar. Dit geldt zowel voor verzending per post als voor digitale verzending.
Voorbeeld termijnen via Clearinghuis
Wanneer de rechtsbijstandverzekeraar op 1 maart 2019 de eerste melding in het Clearinghuis Regres doet dan begint de termijn van 21 dagen op 1 maart te lopen. De aansprakelijkheidsverzekeraar moet dan uiterlijk op 21 maart de betalingsaankondiging doen. Indien de rechtsbijstandverzekeraar vervolgens de gedocumenteerde aansprakelijkstelling inclusief vordering op 8 maart 2019 in het Clearinghuis Regres meldt, start de termijn van 21 dagen op dat moment.
Correspondentie per e-mail
Doel van dit convenant is een efficiënte schadeafwikkeling te bevorderen. Daarbij hoort dat correspondentie per post zoveel mogelijk wordt vermeden. Het Verbond van Verzekeraars zal periodiek een lijst verspreiden met relevante e-mailadressen.
Contactpersoon
Om te voorkomen dat discussies over het convenant niet worden opgelost, wordt aan elk van de deelnemers gevraagd een contactpersoon te benoemen, die kan worden benaderd bij problemen in de uitvoering. Dit laat onverlet de mogelijkheid een blijvend verschil van inzicht voor te leggen aan de Geschillencommissie Schadeverzekeraars.