Statuten van de regionale maatschappij van onderlinge bijstand van de Onafhankelijke Ziekenfondsen voor het gebied Brussel-hoofdstad (580/03)
Statuten van de regionale maatschappij van onderlinge bijstand van de Onafhankelijke Ziekenfondsen voor het gebied Brussel-hoofdstad (580/03)
Gecoördineerde versie van kracht vanaf 1 december 2018
De laatste wijzigingen aan deze gecoördineerde versie van de statuten werden:
- beslist door de Algemene Vergadering van de Maatschappij van Onderlinge Bijstand op 26 oktober 2018;
- de bij de oprichting goedgekeurde versie van de statuten werd op 22 oktober 2018 goedgekeurd door de Raad van de Controledienst van de ziekenfondsen en de landsbonden van de ziekenfondsen, onder voorbehoud van aanpassingen aan artikel 13, alinea 3, artikel 15, alinea 2, en artikel 22 § 2 alinea 3;
- de aanpassingen waartoe de Algemene Vergadering van 26 oktober 2018 heeft besloten, worden op 4 februari 2019 goedgekeurd door de Raad van de Controledienst van de ziekenfondsen en de landsbonden van de ziekenfondsen onder voorbehoud van aanpassingen aan artikel 26bis
De statuten zijn opgenomen op de website van de Landsbond van de Onafhankelijke Ziekenfondsen op het volgende adres: xxxx://xxx.xxxx.xx.
INHOUDSTAFEL
Hoofdstuk i - Stichting - Benaming - Xxxxxxxxxx 0
Hoofdstuk ii – persoonlijk toepassingsgebied 6
hoofdstuk iii – ORGANEN VAN DE MAATSCHAPPIJ VAN ONDERLINGE BIJSTAND 7
AFDELING 1: De Algemene Vergadering 7
AFDELING 2: De Raad van Bestuur 10
Artikel 26bis: directeur-generaal 13
Artikel 31bis: administratieve dienst (code 98/2) 15
Hoofdstuk V – begrotingen en financieel overzicht 16
Hoofdstuk VI – wijziging aan de statuten, ontbinding en vereffening 17
Regionale Maatschappij van Onderlinge Bijstand van de Onafhankelijke Ziekenfondsen voor het gebied Brussel-Hoofdstad
Gevestigd te Brussel
Onderworpen aan de wet van 6 augustus 1990
Erkend door de Raad van de Controledienst van de Ziekenfondsen op 22 oktober 2018
(Belgisch Staatsblad van 9 november 2018)
S T A T U T E N
Gelet op de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen en haar uitvoeringsbesluiten;
Gelet op de goedkeuring van de groepering van diensten van aangesloten ziekenfondsen door de Algemene Vergadering van de Landsbond van de Onafhankelijke Ziekenfondsen op 22 juni 2018;
Gelet op de beslissingen van hun Algemene Vergaderingen hebben de volgende rechtspersonen:
OZ - Onafhankelijk Ziekenfonds (501)
Omnimut - Mutualité Libre de Wallonie (506)
Partena-Mutualité Libre (509)
Freie Krankenkasse (515)
Partena - Onafhankelijk Ziekenfonds Vlaanderen (526)
beslist, met het bij wet vereiste aanwezigheidsquorum en meerderheid van stemmen, om conform de bepalingen van het artikel 43bis, § 1, van de wet van 6 augustus 1990 een Maatschappij van Onderlinge Bijstand op te richten en de statuten van deze Maatschappij van Onderlinge Bijstand als volgt vast te leggen:
Hoofdstuk i - Stichting - Benaming - Doeleinden
Artikel 1
In toepassing van het artikel 43bis, § 1 van de wet van 6 augustus 1990 is de Maatschappij van Onderlinge Bijstand gesticht onder de benaming: ‘Regionale Maatschappij van Onderlinge Bijstand van de onafhankelijke ziekenfondsen voor het gebied Brussel-Hoofdstad’.
In zijn betrekkingen met derden kan de Maatschappij van Onderlinge Bijstand gebruik maken van volgende afkorting: RMOB van de onafhankelijke ziekenfondsen voor het gebied Brussel-Hoofdstad’.
Artikel 2
De enige doelstelling van de Maatschappij van Onderlinge Bijstand is om de missies van de verzekeringsinstellingen te vervullen voor de bevoegdheden die naar aanleiding van de 6e Staatshervorming zijn overgedragen aan de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad inzake gezondheid en bijstand aan personen.
Artikel 3
De maatschappelijke zetel van de Maatschappij van Onderlinge Bijstand is gevestigd te 0000 Xxxxxxxxxx (Xxxxxxx), Xxxxxxxxxxxx, 000X; zij kan een of meer administratieve zetels hebben die zijn gevestigd op het hoofdkantoor van een van de aangesloten ziekenfondsen of op het hoofdkantoor van de landsbond waarbij deze ziekenfondsen zijn aangesloten.
Haar werkingsgebied strekt zich uit over het gehele tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad.
Artikel 4
De ziekenfondsen die de Maatschappij van Onderlinge Bijstand vormen, zijn alle ziekenfondsen die zijn aangesloten bij de Landsbond van de Onafhankelijke Ziekenfondsen:
OZ - Onafhankelijk Ziekenfonds (501)
Omnimut - Mutualité Libre de Wallonie (506)
Partena-Mutualité Libre (509)
Freie Krankenkasse (515)
Partena - Onafhankelijk Ziekenfonds Vlaanderen (526)
De Maatschappij van Onderlinge Bijstand voldoet aan de voorwaarden voorzien bij artikel 43bis § 1 van de wet van 6 augustus 1990 en verkrijgt conform de bepalingen van het artikel 70 § 2 van deze wet de hoedanigheid van Maatschappij van Onderlinge Bijstand.
Artikel 5
Een ziekenfonds dat na de oprichting wenst aan te sluiten bij de Maatschappij van Onderlinge Bijstand, richt een schriftelijk verzoek tot de voorzitter van de Maatschappij van Onderlinge Bijstand.
Deze aanvraag, ondertekend door de voorzitter van het ziekenfonds moet:
de benaming van het ziekenfonds en zijn maatschappelijke zetel vermelden;
de datum van zijn stichting en van zijn wettelijke erkenning vermelden;
de convocatie en de notulen van de Algemene Vergadering vermelden van het ziekenfonds dat de aansluiting aanvraagt.
Daarenboven moet het ziekenfonds, die zijn aansluiting aanvraagt, de verbintenis aangaan zich te schikken naar de statuten en bijzondere reglementen van de Maatschappij van Onderlinge Bijstand en naar alle beslissingen die overeenkomstig de statutaire en wettelijke voorschriften werden genomen. Het moet bovendien bij zijn aanvraag een exemplaar van zijn statuten voegen.
De Algemene Vergadering van de Maatschappij van Onderlinge Bijstand spreekt zich uit over de aanvragen tot aansluiting.
Hoofdstuk ii – persoonlijk toepassingsgebied
Artikel 6
Alle personen die voor de verplichte verzekering aangesloten zijn bij de ziekenfondsen die zijn aangesloten bij de Maatschappij van Onderlinge Bijstand en die onder het toepassingsgebied van de in artikel 2 genoemde bevoegdheden vallen, zijn van ambtswege aangesloten bij de Maatschappij van Onderlinge Bijstand.
Artikel 7
Een persoon aangesloten bij de Maatschappij van Onderlinge Bijstand kan slechts worden uitgesloten volgens de voorwaarden en modaliteiten voorzien door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad.
Artikel 8
Om zijn hoedanigheid van aangeslotene bij de Maatschappij van Onderlinge Bijstand te bewaren moet men voor de verplichte verzekering aangesloten zijn bij een ziekenfonds dat is aangesloten bij de Maatschappij van Onderlinge Bijstand. Zodra een persoon niet langer voor de verplichte verzekering aangesloten is bij een ziekenfonds dat is aangesloten bij de Maatschappij van Onderlinge Bijstand, verliest die van rechtswege zijn hoedanigheid van aangeslotene bij de Maatschappij van Onderlinge Bijstand.
hoofdstuk iii – ORGANEN VAN DE MAATSCHAPPIJ VAN ONDERLINGE BIJSTAND
AFDELING 1: De Algemene Vergadering
Artikel 9
De Algemene Vergadering van de Maatschappij van Onderlinge Bijstand is samengesteld uit afgevaardigden die voor de duur van zes jaar worden verkozen door de Algemene Vergadering van de aangesloten ziekenfondsen, naar rata van één afgevaardigde per schijf van 10.000 leden. De eventuele rest van de deling van het totaal aantal leden door 10.000 geeft nog recht op 1 extra afgevaardigde
De eerste afgevaardigden zijn daarentegen verkozen voor een termijn die afloopt bij de hernieuwing van de Algemene Vergadering naar aanleiding van de mutualistische verkiezingen van 2022.
Elk aangesloten ziekenfonds is vertegenwoordigd in verhouding tot het aantal van zijn leden in de zin van artikel 2, § 3, van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, die eveneens aangesloten zijn bij de Maatschappij van Onderlinge Bijstand in de zin van artikel 6 van deze statuten, met een minimum van drie afgevaardigden en een maximum van dertig afgevaardigden per ziekenfonds.
Indien de Algemene Vergadering van een ziekenfonds plaatsvervangende vertegenwoordigers verkiest, worden deze toegelaten door de Algemene Vergadering van de Maatschappij van Onderlinge Bijstand ter vervanging van de effectieve leden van hun ziekenfonds.
Het aantal effectieve leden wordt berekend op 30 juni van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin deze aantallen moeten worden vastgesteld.
Artikel 10
Om verkozen te kunnen worden als vertegenwoordiger in de Algemene Vergadering van de Maatschappij van Onderlinge Bijstand, moet men:
lid zijn van de Maatschappij van Onderlinge Bijstand;
meerderjarig of ontvoogd zijn, van goed gedrag en zeden;
in regel zijn met de bijdragen bij het ziekenfonds;
geen lid zijn van het personeel van de Maatschappij van Onderlinge Bijstand of van één van de aangesloten ziekenfondsen.
Artikel 11
De vertegenwoordigers van de leden en van de personen ten laste in de Algemene Vergadering van de aangesloten ziekenfondsen die verkozen willen worden tot afgevaardigde voor de Algemene Vergadering van de Maatschappij van Onderlinge Bijstand moeten zich per aangetekende brief gericht aan de voorzitter van hun ziekenfonds kandidaat stellen, ten laatste 15 dagen vóór de datum van de Algemene Vergadering van het ziekenfonds dat de stemming zal uitvoeren, de poststempel dient hierbij als bewijs.
Artikel 12
De Raad van Bestuur van het ziekenfonds stelt de volgorde vast waarin de kandidaten voorkomen op de lijst, aan de hand van de door hem geldig ontvangen kandidaturen.
De voorzitter van het betrokken ziekenfonds die vaststelt dat een kandidaat niet aan de voorziene verkiesbaarheidsvoorwaarden voldoet, deelt hem per aangetekende brief zijn gemotiveerde weigering om hem op de lijst te plaatsen mee, binnen een termijn van vijftien kalenderdagen vanaf de dag na de datum waarop de kandidatuur verzonden werd, de poststempel dient hierbij als bewijs.
De kandidaat die de weigering betwist, kan de zaak aanhangig maken bij de Controledienst van de ziekenfondsen.
De klachten moeten, bij aangetekend schrijven, gericht worden tot de Controledienst binnen tien werkdagen volgend op de datum waarop de betwiste beslissing is verstuurd.
De Controledienst beschikt over dertig kalenderdagen om kennisgeving te doen van zijn beslissing aan de betrokken partijen.
Artikel 13
De afgevaardigden van de ziekenfondsen die de Algemene Vergadering van de Maatschappij van Onderlinge Bijstand samenstellen worden voorgedragen door de Raad van Bestuur van het aangesloten ziekenfonds waarvan zij afgevaardigd zijn en worden gekozen door de Algemene Vergadering van dat ziekenfonds.
Plaatsvervangende vertegenwoordigers kunnen onder dezelfde voorwaarden verkozen worden.
De stemming is geheim. De kandidaten worden verkozen in volgorde van het aantal bekomen stemmen. Bij gelijkheid van stemmen is de volgorde van de lijst beslissend (goedkeuring onder voorbehoud van opheldering).
Artikel 14
Verliest van ambtswege zijn hoedanigheid van afgevaardigde, de persoon die niet meer aan de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 10, voldoet.
Verliest eveneens de hoedanigheid van afgevaardigde, bij beslissing van de algemene vergadering van de Maatschappij van Onderlinge Bijstand:
hij die een afgevaardigde of een lid van de Raad van Bestuur in de uitoefening van zijn ambt belastert;
hij die tijdens een vergadering een afgevaardigde of een lid van de Raad van Bestuur bedreigt of beledigt;
hij die daden stelt die de belangen van de Maatschappij van Onderlinge Bijstand schaden;
hij die weigert zich te onderwerpen aan de statuten en de reglementen van de Maatschappij van Onderlinge Bijstand;
hij die een in kracht van gewijsde gegane veroordeling opgelopen heeft wegens eerroof, wegens een aanslag op de goede zeden, wegens geldverduistering of wegens valsheid en gebruik van valse documenten en/of een veroordeling die aanleiding gegeven heeft tot een al dan niet voorwaardelijke straf van meer dan drie maanden opsluiting.
Artikel 15
De Algemene Vergadering van de Maatschappij van Onderlinge Bijstand kan maximum tien raadgevers aanduiden, op voordracht van de Raad van Bestuur. Deze raadgevers hebben raadgevende stem. Zij zijn eveneens aangeduid voor een duur van 6 jaar. Hun mandaat is hernieuwbaar.
De directeurs van de aangesloten ziekenfondsen en van de vertegenwoordigers van de Landsbond wonen de Algemene Vergadering bij met raadgevende stem (goedkeuring onder voorbehoud van opheldering).
Artikel 16
De Algemene Vergadering beraadslaagt en beslist over de aangelegenheden bedoeld bij artikel 15, §§ 1 en 3, van de wet van 6 augustus 1990 en volgens de modaliteiten vastgesteld in de artikelen 16, 17 en 18 van dezelfde wet, evenals over de aanvraag tot aansluiting van een ziekenfonds.
Bevoegdheid van de Algemene Vergadering:
De Algemene Vergadering beraadslaagt en neemt beslissingen op de volgende gebieden:
de statutenwijzigingen;
de verkiezing en de afzetting van de bestuurders;
de goedkeuring van de begrotingen en jaarrekeningen;
de aanwijzing van één bedrijfsrevisor
de samenwerking met de rechtspersonen van openbaar of privaatrecht;
de toetredingsaanvraag van een ziekenfonds;
de samensmelting met een andere Maatschappij van Onderlinge Bijstand met dezelfde doelstelling;
de ontbinding van de maatschappij;
Aanwezigheid en stemming:
De beslissingen worden op rechtsgeldige wijze genomen indien ten minste de helft van de afgevaardigden aanwezig of vertegenwoordigd is en indien de uitgedrukte stemmen bij gewone meerderheid uitgedrukt werden, behalve in de gevallen waarin de wet of deze statuten anders bepalen.
De onthoudingen worden niet in aanmerking genomen voor de vaststelling van deze meerderheid.
Indien het vereiste aanwezigheidsquorum de eerste maal niet bereikt is, dan wordt er een tweede Algemene Vergadering bijeengeroepen. Op de agenda van deze Algemene Vergadering mogen enkel die punten ingeschreven worden, die al vermeld stonden op de agenda van de eerste Algemene Vergadering. Deze tweede Algemene Vergadering vergadert geldig, ongeacht het aantal aanwezige leden.
De bestuurder die tevens lid is van de Algemene Vergadering mag niet deelnemen aan de bespreking en de stemming over zijn eigen afzetting. De personen die uitgesloten zijn van de stemming, worden niet in aanmerking genomen voor de berekening van het aanwezigheidsquorum voor het betrokken agendapunt.
Een lid dat niet persoonlijk aan de Algemene Vergadering kan deelnemen, kan zich door middel van een schriftelijke volmacht laten vertegenwoordigen door een ander stemgerechtigd lid van de Algemene Vergadering. Elk lid van de Algemene Vergadering kan slechts houder zijn van één volmacht.
Elk aanwezig en elk rechtsgeldig vertegenwoordigd lid van de Algemene Vergadering beschikt over een stem.
Artikel 17
Conform de bepalingen van artikel 32 van de wet van 6 augustus 1990 benoemt de Algemene Vergadering een bedrijfsrevisor.
De revisor brengt rapport uit aan de jaarlijkse Algemene Vergadering, die op haar dagorde de goedkeuring van de jaarrekening van het boekjaar heeft vermeld staan.
Het mandaat van de revisor is vastgesteld voor een hernieuwbare periode van drie jaar.
De revisor woont de Algemene Vergadering bij wanneer deze beraadslaagt over een door hem opgemaakt verslag.
De revisor heeft het recht op de Algemene Vergadering het woord te voeren in verband met de vervulling van zijn taak.
Artikel 18
Er is elk jaar een Algemene Vergadering bijzonder gewijd aan het overleggen en het goedkeuren van de rekeningen en het onderzoek omtrent de toestand van de Maatschappij van Onderlinge Bijstand. De Raad van Bestuur brengt verslag uit over zijn bestuur, over de globale verrichtingen van het verlopen dienstjaar, en legt de jaarlijkse op 31 december afgesloten rekening van inkomsten en uitgaven.
De Raad van Bestuur kan, daarenboven, de Algemene Vergadering bijeenroepen wanneer hij het nodig acht. Hij is ertoe gehouden eveneens de Algemene Vergadering bijeen te roepen ten laatste binnen de 30 dagen op aanvraag van de Raad van Bestuur, ofwel op schriftelijk gemotiveerde aanvraag van ten minste een vijfde der effectieve leden.
AFDELING 2: De Raad van Bestuur
Artikel 19
De Raad van Bestuur wordt door de Algemene Vergadering verkozen voor een termijn van maximum zes jaar; hij wordt vernieuwd na elke vernieuwing van de Algemene Vergadering. Het mandaat van bestuurder is hernieuwbaar.
Artikel 20
Om lid te zijn van de Raad van Bestuur, moet men meerderjarig en van goed zedelijk gedrag zijn. Het is niet vereist deel uit te maken van de Algemene Vergadering.
Het ambt van bestuurder is onbezoldigd. Het is evenwel mogelijk om in zitpenningen en/of een vergoeding van onkosten te voorzien (verplaatsingskosten en maaltijdkosten).
Het bedrag van de toegekende zitpenningen en de wijze van vergoeding van de onkosten:
worden opgetekend in de notulen van de Algemene Vergadering waarin die beslissing werd genomen;
worden in de bijlagen van de statuten van de Maatschappij van Onderlinge Bijstand vermeld.
Artikel 21
De Raad van Bestuur is samengesteld uit maximaal 15 bestuurders, van wie maximaal 11 vertegenwoordigers van de ziekenfondsen die aangesloten zijn bij de Maatschappij van Onderlinge Bijstand.
De Raad van Bestuur van de Maatschappij van Onderlinge Bijstand is altijd samengesteld uit minimaal 10 bestuurders.
De mandaten van de vertegenwoordigers van de ziekenfondsen zijn proportioneel aan het ledental van die ziekenfondsen verdeeld. Elk ziekenfonds heeft recht op minstens 1 bestuurder voor zover er daadwerkelijk een kandidaat voorgedragen werd voor de verkiezing.
De Landsbond van de Onafhankelijke Ziekenfondsen beschikt over 4 mandaten in de Raad van Bestuur, naast de mandaten van de ziekenfondsen.
De totaliteit van de mandaten kan niet toegekend worden aan personen van eenzelfde geslacht.
De Raad van Bestuur mag niet voor meer dan één vierde zijn samengesteld uit personen die door de Maatschappij van Onderlinge Bijstand of een aangesloten ziekenfonds worden bezoldigd.
Artikel 22
De kandidaten voor de Raad van Bestuur worden voorgedragen door de Raad van Bestuur van elk ziekenfonds, onverminderd het recht van de leden van de Algemene Vergadering van de Maatschappij van Onderlinge Bijstand om zich kandidaat te stellen voor een mandaat in de Raad van Bestuur.
Voor elk van de ziekenfondsen, kan de Raad van Bestuur van de Maatschappij van Onderlinge Bijstand een lijst voorstellen, samen met de kandidaten voorgedragen door de ziekenfondsen.
Als het aantal kandidaten gelijk is aan het aantal te begeven mandaten zijn de kandidaten automatisch verkozen.
Wanneer de ziekenfondsen of de Raad van Bestuur meer kandidaten voordragen dan het aantal te begeven mandaten, dient de Algemene Vergadering van de Maatschappij van Onderlinge Bijstand tot stemming over te gaan.
De kandidaten die het grootste aantal stemmen behalen, zijn verkozen. Bij gelijkheid van stemmen is de volgorde waarin de kandidaten voorkomen op de lijst, beslissend (goedkeuring onder voorbehoud van opheldering).
Kandidaturen worden gericht aan de voorzitter van de Raad van Bestuur. De voorzitter stelt de volgorde vast waarin de kandidaten voorkomen op de lijst, aan de hand van de door hem ontvangen kandidaturen.
De Raad van Bestuur van de Maatschappij van Onderlinge Bijstand kan maximum vijf raadgevers aanduiden. Ze hebben een raadgevende stem.
De directieleden, van de Maatschappij van Onderlinge Bijstand wonen de Raad van Bestuur bij met raadgevende stem.
Artikel 23
De vervanging van een overleden of ontslagnemende bestuurder vindt plaats op de volgende Algemene Vergadering. De op deze wijze verkozen bestuurder beëindigt het mandaat van de bestuurder die hij vervangt.
Een bestuurder die drie opeenvolgende keren afwezig is zonder gemotiveerde reden, wordt beschouwd als ontslagnemend.
Verliest van ambtswege zijn hoedanigheid van bestuurder, de persoon die niet meer voldoet aan de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 20 van huidige statuten.
De Algemene Vergadering kan beslissen tot afzetting van een bestuurder volgens de procedure voorzien bij artikel 19, tweede lid, van de wet van 6 augustus 1990 indien:
de bestuurder inbreuk pleegt op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 of haar uitvoeringsbesluiten;
de bestuurder inbreuk pleegt op de wet betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen van 6 augustus 1990 of haar uitvoeringsbesluiten;
de bestuurder inbreuk pleegt op de reglementering die van toepassing is op het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
de bestuurder een al dan niet voorwaardelijke, in kracht van gewijsde gegane criminele of correctionele veroordeling heeft opgelopen;
de bestuurder daden verricht die nadeel kunnen berokkenen aan de belangen van de Maatschappij van Onderlinge Bijstand, een aangesloten ziekenfonds of de Landsbond of indien hij ontheven is van zijn burgerlijke en politieke rechten;
de bestuurder weigert zich te voegen naar de statuten en de reglementen van de Maatschappij van Onderlinge Bijstand, een aangesloten ziekenfonds of de Landsbond.
De beslissingen van de Raad van Bestuur worden genomen indien minstens de helft van de leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn en bij volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen, behalve voor de afzetting van de bestuurders.
Indien de Raad van Bestuur niet geldig is samengesteld worden de leden opnieuw opgeroepen binnen de acht kalenderdagen die daarop volgen. In dit geval beraadslaagt de Raad van Bestuur geldig met betrekking tot de punten die voor de tweede maal op de agenda staan, ongeacht het aantal aanwezige leden.
De stemming kan plaatsvinden bij handopsteking of bij naamafroeping indien de helft van de bestuurders of de voorzitter dit vraagt.
Indien er over personen dient gestemd te worden, gebeurt dit bij geheime stemming.
Een lid dat niet persoonlijk kan deelnemen aan de Raad van Bestuur, kan zich door middel van een schriftelijke volmacht laten vertegenwoordigen door een ander stemgerechtigd lid van de Raad van Bestuur. Elk lid kan slechts houder zijn van één volmacht.
Artikel 24
De Raad van Bestuur is belast met het bestuur en met de uitvoering van de beslissingen van de Algemene Vergadering.
Hij oefent alle bevoegdheden uit die de wet of de statuten niet expliciet aan de Algemene Vergadering heeft toegekend.
De vaststelling van de bijdragen uitgezonderd, kan de Raad van Bestuur, onder zijn verantwoordelijkheid, daden van bestuur of een deel van zijn bevoegdheden delegeren aan de voorzitter of aan één of meer andere bestuurders, door de Raad van Bestuur aangeduid uit zijn midden.
Artikel 25
De Raad van Bestuur kiest in zijn midden een voorzitter, een directeur-generaal, een secretaris en een schatbewaarder.
Artikel 26
De voorzitter is belast met de leiding van de Algemene Vergadering en van de Raad van Bestuur; hij waakt over de uitvoering van de statuten en van de bijzondere reglementen.
De Raad van Bestuur duidt de voorzitter of een ander lid van de Raad van Bestuur aan om de Maatschappij van Onderlinge Bijstand te vertegenwoordigen als eiser of als verweerder in alle gerechtelijke en buitengerechtelijke akten.
De voorzitter heeft het recht de Raad van Bestuur uitzonderlijk bijeen te roepen.
De oudste bestuurder vervangt de voorzitter door de vergaderingen voor te zitten als deze laatste afwezig is.
Artikel 26bis: directeur-generaal
De directeur-generaal, benoemd door de Raad van Bestuur, is verantwoordelijk voor het beheer van de diensten van de Maatschappij van Onderlinge Bijstand. Hij heeft de bevoegdheid om elke overeenkomst te ondertekenen die in het kader van dit dagelijks beheer namens de Maatschappij van Onderlinge Bijstand wordt gesloten. Bij afwezigheid van de directeur-generaal wordt de bevoegdheid om overeenkomsten te ondertekenen gedelegeerd aan de secretaris (goedkeuring onder voorbehoud).
Hij is ook verantwoordelijk voor het vervullen van alle formaliteiten die bij de administratie van de Post vervuld moeten worden om de stukken, bedoeld voor de Maatschappij van Onderlinge Bijstand, te kunnen afhalen. Hiervoor kan hij evenwel zijn bevoegdheid overdragen aan een personeelslid, aan wie hij volmacht verleent.
Artikel 27
De secretaris verricht al het nodige schrijfwerk, hij tekent de briefwisseling en hij stelt de processen-verbaal op van de vergaderingen. Hij is belast met de bewaring van het archief en het bijhouden van het ledenbestand van de Maatschappij van Onderlinge Bijstand.
Artikel 28
De schatbewaarder is verantwoordelijk tegenover de Raad van Bestuur voor al de geldverhandelingen van de Maatschappij van Onderlinge Bijstand, het bijhouden van de boeken die door de reglementering zijn voorgeschreven, het opmaken van de statistieken, alsmede van de financiële toestand.
Artikel 29
De ambten van voorzitter, directeur-generaal, schatbewaarder en secretaris kunnen niet door een en dezelfde persoon worden uitgeoefend.
Artikel 30
De Raad van Bestuur vergadert minstens éénmaal per jaar, en telkenmale de voorzitter hem bijeenroept.
De voorzitter is gehouden de Raad van Bestuur binnen de tien dagen bijeen te roepen op gerechtvaardigde aanvraag van ten minste één vijfde van de leden.
Hij stelt het reglement vast betreffende de politiek zijner zittingen en legt bijzondere reglementen ter goedkeuring voor aan de Algemene Vergadering.
Hoofdstuk IV – diensten
Artikel 31
De in de schoot van de Maatschappij van Onderlinge Bijstand opgerichte dienst heeft als doel het uitvoeren van de pijlers van de Brusselse sociale bescherming in het kader van de door de zesde staatshervorming overgehevelde bevoegdheden inzake gezondheid en bijstand aan personen.
Artikel 31bis: administratieve dienst (code 98/2)
De dienst wordt geacht om de eventuele tekorten in de beheerskosten van de Maatschappij van Onderlinge Bijstand te dekken.
In het kader van deze dienst kan aan de leden gevraagd worden om een bijdrage te betalen.
Hoofdstuk V – begrotingen en financieel overzicht
Artikel 32
De boekhoudkundige bepalingen worden geregeld, overeenkomstig de bepalingen van het decreet en zijn toepassingsdecreten en overeenkomstig de bepalingen van artikel 29 van de wet van 6 augustus 1990.
De ontvangsten van deze dienst bestaan uit:
de bijdragen;
de toelagen van de Openbare Besturen;
de giften en legaten alsook de verschillende ontvangsten en opbrengsten voor iedere dienst bijzonder bestemd;
de aan de dienst toekomende intresten en winsten op aangekochte of verkochte titels.
De dienst moet het aandeel van de bestuurskosten, de verliezen op titels en de uitgaven welke voortspruiten uit de toepassing van zijn statuten dragen.
Het maatschappelijk vermogen van de Maatschappij van Onderlinge Bijstand mag niet worden aangewend voor doeleinden andere dan uitdrukkelijk bij deze statuten zijn bepaald.
Het maatschappelijk vermogen van de Maatschappij van Onderlinge Bijstand dient belegd overeenkomstig artikel 29 § 4 van de wet van 6 augustus 1990.
Hoofdstuk VI – wijziging aan de statuten, ontbinding en vereffening
Artikel 33
De statuten kunnen enkel gewijzigd worden door de Algemene Vergadering die hiertoe bijeengeroepen wordt en beraadslaagt overeenkomstig de bij de wet van 6 augustus 1990 en de statuten bepaalde vormen.
Er kan slechts tot statutenwijziging worden besloten indien de helft van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is en de beslissing met de meerderheid van twee derden van de uitgebrachte stemmen wordt genomen.
Zo het vereiste aanwezigheidsquorum niet is bereikt, kan een tweede vergadering bijeengeroepen worden die geldig beraadslaagt welke ook het aantal aanwezige leden zij.
Artikel 34
De Maatschappij van Onderlinge Bijstand kan ontbonden worden door een beslissing van de Algemene Vergadering in buitengewone zitting samengeroepen. De bepalingen van art. 10, 11 en 12 van de wet van 6 augustus 1990 zijn hierop van toepassing.
De beschikbare reserve wordt bij ontbinding aangewend volgens de bepalingen van art. 48, § 1 en § 2 van de wet van 6 augustus 1990.
Gedurende het bestaan van de Maatschappij van Onderlinge Bijstand is elke verdeling van gelden verboden.
Hoofdstuk VII – inwerkingtreding
Artikel 35
Deze statuten worden van kracht op 1 december 2018.
De statutaire wijzigingen die worden toegebracht treden in werking op de datum die door de Algemene Vergadering wordt beslist en na goedkeuring door de Raad van de Controledienst voor de Ziekenfondsen zoals bepaald door artikel 11, §1 van de wet van 6 augustus 1990 met betrekking tot de Ziekenfondsen en de Landsbonden van Ziekenfondsen.
Bijlage
Vergoeding van de leden van de Algemene Vergadering
Aan de leden van de Algemene Vergadering, zal een forfaitaire terugbetaling van hun verplaatsingskosten toe te kennen.
Het bedrag (jaarlijks geïndexeerd op 1 juli) zal € 0,3573 zijn.
26/10/2008
Gewestelijk Maatschappij van Onderlinge Bijstand van de Onafhankelijke Ziekenfondsen voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (CDZ 580/03)
Xxxxxxxxxxxx, 000X – 0000 Xxxxxxx
Ondernemingsnr.: 0713.671.263 1 / 20