Contract
ALGEMEEN BONDSREGLEMENT (1211/2022) |
HOOFDSTUK I – ALGEMENE REGLEMENTEN |
Artikel AR 01 – Samenwerking met de internationale en de regionale federaties Artikel AR 02 – Beslissingsorganen Artikel AR 03 – Zittingen Artikel AR 04 – Verhoor Artikel AR 05 – Afwezigheid van mandatarissen Artikel AR 06 – Klachten aangaande mandatarissen Artikel AR 07 – Vacatures Artikel AR 08 – Schorsing van mandatarissen Artikel AR 09 – Voorzitter Artikel AR 10 – Secretaris Artikel AR 11 – Vragen om inlichtingen / Betalingen Artikel AR 12 – Onverenigbaarheden Artikel AR 13 – Bescherming van leden van beslissingsorganen Artikel AR 14 – Nationale reglementen Artikel AR 15 – Officiële vertegenwoordiging Artikel AR 16 – Officiële berichten Artikel AR 17 – Officiële post Artikel AR 18 – Verplaatsingskosten Artikel AR 19 – Bekendmaking Artikel AR 20 – Federale vrijkaart Artikel AR 21 – Ereleden en Leden van Verdienste |
HOOFDSTUK II – BESTUURSORGAAN |
Artikel RB 01 – Samenstelling en duur van mandaat Artikel RB 02 – Bevoegdheden en taken Artikel RB 03 – Vergaderingen Artikel RB 04 – Beslissingen Artikel RB 05 – Nationale commissies Artikel RB 06 – Bijzondere machten |
HOOFDSTUK III – SPORTCELLEN |
Artikel SCEL 01 – Oprichting en samenstelling Artikel SCEL 02 – Bevoegdheden en taken Artikel SCEL 03 – Vergaderingen Artikel SCEL 04 – Beslissingen |
HOOFDSTUK IV – PROPAGANDACOMMISSIE |
Artikel PC 01 – Samenstelling Artikel PC 02 – Bevoegdheden en taken Artikel PC 03 – Inkomsten Artikel PC 04 – Medewerking met de Districten |
HOOFDSTUK V – WERKINGSREGELS VAN DE TUCHTCOMMISSIES |
Artikel WTC 01 – Tuchtcommissies Artikel WTC 02 – Samenstelling Artikel WTC 03 – Onverenigbaarheden |
HOOFDSTUK VI – RECHTSPRAAK |
Artikel RS 01 – Rechtsprekende organen Artikel RS 02 – Tabel voor rechtspraak Artikel RS 03 – Procedurerechten Artikel RS 04 – Zittingen Artikel RS 05 – Verschijningen Artikel RS 06 – Verhoor van de betrokkenen Artikel RS 07 – Klachten Artikel RS 08 – Beslissingen in eerste aanleg Artikel RS 09 – Beroep Artikel RS 10 – Cassatie en Evocatie Artikel RS 11 – Bewijsvoering |
HOOFDSTUK I - ALGEMENE REGLEMENTEN |
Artikel AR 01 – Samenwerking met de internationale en de regionale federaties |
AR 01.1. Als lid van de Internationale Zwembond (FINA) en van de Ligue Européenne de Natation (LEN) verbinden de Koninklijke Belgische Zwembond (KBZB) en haar organen, onder voorbehoud van de algemene rechtsprincipes, van de bepalingen van openbare orde en van de nationale, regionale en communautaire wetgeving ter zake, zich ertoe: - de spelregels zoals ze werden opgesteld door de FINA en de LEN na te leven; - de statuten, reglementen en beslissingen van de FINA en de LEN na te leven, alsook de bepalingen vermeld in Bijlage 6 van dit bondsreglement; - de principes van loyauteit, integriteit en sportieve geest als teken van fairplay na te leven; - de bevoegdheid van het “Tribunal Arbitral du Sport” (TAS) in Lausanne (Zwitserland), zoals voorzien door de overeenstemmende bepalingen van de Statuten van de FINA en de LEN, te erkennen. AR 01.2. De KBZB beschikt over de volheid van bevoegdheid in sportieve, reglementaire, disciplinaire, administratieve en jurisdisctionele aangelegenheden. Alle aangeslotenen bij de KBZB (zijnde de beide regionale zwemfederaties met inbegrip van hun clubs en aangeslotenen) aanvaarden deze bevoegdheid. Zij worden allen geacht het bondsreglement te kennen, alsook de interpretatieve beslissingen die dit reglement aanvullen en op de website gepubliceerd worden. De regionale federaties verbinden er zich bovendien toe de statuten, reglementen, richtlijnen en beslissingen van de KBZB, van de FINA en de LEN na te leven. Elke bepaling van hun statuten die strijdig zou zijn met het reglement van de KBZB, van de FINA en de LEN wordt beschouwd als nietig. De regionale federaties verbinden er zich ook toe de principes van loyaliteit, integriteit en van sportiviteit als uitdrukking van de fairplay na te leven. AR 01.3. De KBZB verbindt er zich toe een algemeen beleid te ontwikkelen dat rekening houdt met de belangen van de regionale federaties. AR 01.4. De KBZB zal er steeds over waken dat een optimale coördinatie tot stand komt tussen de beide regionale federaties. AR 01.5. De Vlaamse Zwemfederatie (VZF) en de Fédération Francophone Belge de Natation (FFBN) worden verder in dit Bondsreglement geciteerd als regionale federaties. |
Artikel AR 02 - Beslissingsorganen |
AR 02.1. Het Bestuursorgaan, de Sportcellen, de Sportcommissies, de Tuchtcommissie Waterpolo en de Centrale Scheidsrechterscommissie worden als beslissingsorganen beschouwd. AR 02.2. Alle leden van de beslissingsorganen moeten de leeftijd van 18 jaar bereikt hebben, moeten minstens twee jaar vergunninghouder zijn met uitzondering van de secretaris-generaal en de juridische adviseur van de KBZB, en moeten allen beschikken over hun burgerlijke en politieke rechten. |
Artikel AR 03 - Zittingen |
Ieder beslissingsorgaan vergadert op verzoek van hun voorzitter. |
Artikel AR 04 - Verhoor |
AR 04.1. Iedere aanvraag gericht aan een beslissingsorgaan voor verhoor moet nauwkeurig ter rechtvaardiging de redenen vermelden om aan de instantie toe te laten te oordelen over de ontvankelijkheid. AR 04.2. De klachten aangaande de handelingen en het gedrag van een vergunninghouder of van een club worden overgemaakt aan de bevoegde Tuchtcommissie. AR 04.3. De klachten aangaande het administratieve, financiële of sportieve beleid worden behandeld door het bevoegde beslissingsorgaan. |
Artikel AR 05 – Afwezigheid van mandatarissen |
AR 05.1. Een mandataris die op drie opeenvolgende vergaderingen afwezig is zonder geldige reden kan aanzien worden als ontslagnemend. De secretaris van het beslissingsorgaan zal de secretaris-generaal in kennis stellen van de beslissing die, na bekrachtiging door het Bestuursorgaan, aan de betrokkene zal overgemaakt worden. |
AR 05.2. De verplaatsingskosten van alle uitgenodigde personen en aanwezige commissieleden zijn ten laste van de leden die zonder reden afwezig waren indien de vergadering geen geldige beslissingen kon nemen. AR 05.3. De leden van de beslissingsorganen die de vergaderingen niet kunnen bijwonen, moeten hun plaatsvervanger verwittigen ten laatste 24 uren voor de vergadering. Deze regel kan niet toegepast worden voor de leden van het Bestuursorgaan en van de Scheidsrechterscommissie. |
Artikel AR 06 – Klachten aangaande mandatarissen |
Indien tegen een lid van een beslissingsorgaan klacht wordt neergelegd wegens een feit met betrekking tot de uitoefening van zijn functie of het persoonlijke gedrag van een lid, dan wordt deze klacht als volgt behandeld: 1) indien de klacht een lid aangaat van een beslissingsorgaan uitgezonderd het Bestuursorgaan, dan wordt deze klacht in eerste en laatste aanleg beslecht door het Bestuursorgaan; 2) indien de klacht een lid aangaat van het Bestuursorgaan, dan wordt die klacht rechtstreeks behandeld door het Belgisch Arbitragehof voor de Sport. |
Artikel AR 07 - Vacatures |
Als een lid van een beslissingsorgaan ontslagnemend is, zal de betrokken regionale federatie of het Bestuursorgaan zorgen voor zijn vervanging. |
Artikel AR 08 – Schorsing van mandatarissen |
De schorsing van een lid van een beslissingsorgaan heeft betrekking op alle officiële functies die het lid uitoefent binnen de KBZB. |
Artikel AR 09 - Voorzitter |
AR 09.1. De voorzitter leidt de vergaderingen van het beslissingsorgaan. Bij afwezigheid van de voorzitter zal de ondervoorzitter of een lid hem vervangen. |
Artikel AR 10 - Secretaris |
AR 10.1. De secretaris roept de leden bijeen op de dagen en uren die voor een grote meerderheid de meest geschikte zijn. AR 10.2. Hij is ook belast met het opstellen van de verslagen, met de briefwisseling en met het bijhouden van het archief. |
Artikel AR 11 - Vragen om inlichtingen / Betalingen |
AR 11.1. De clubs dienen de verzoeken, die door de KBZB aan hen gericht zijn, onverwijld te beantwoorden. AR 11.2. Een reglementaire boete ten voordele van de KBZB, zoals vastgelegd in Bijlage 1 – Inschrijvingsgelden en boetetabel van het bondsreglement en de sportreglementen, kan worden opgelegd aan de club die binnen de tien kalenderdagen of binnen een nader bepaalde termijn geen gevolg heeft gegeven aan de verzoeken van de beslissingsorganen of van het Algemeen Secretariaat of in het geval de club geen rekening heeft gehouden met de officiële berichten van de KBZB. AR 11.3. De clubs zijn verplicht bij betalingen duidelijk de reden van de betaling te vermelden. AR 11.4. Indien een club de facturen niet betaalt of de betalingsvoorwaarden die opgelegd worden door het Algemeen Secretariaat niet naleeft, wordt de onderstaande procedure toegepast: - Elke factuur ontvangen door de club moet binnen een termijn van 30 kalenderdagen betaald zijn. - Indien de betrokken factuur niet werd betaald binnen deze termijn zal de club een eerste betalingsherinnering ontvangen. Indien na ontvangst hiervan de factuur niet vereffend werd binnen de tien kalenderdagen, moet de club een forfaitair schadebeding van € 63,00 betalen alsook 10% verwijlintresten. - Indien de factuur na drie maand nog steeds onbetaald is, volgt een tweede betalingsherinnering per emailbericht met ontvangstbevestiging (of andere schriftelijke kennisgeving). - In geval van niet-betaling binnen de tien kalenderdagen, moet de club een forfaitair schadebeding van € 126,00 betalen alsook 10% verwijlintresten. - Indien vier maanden na de factuurdatum er nog geen betaling werd uitgevoerd, wordt de betrokken club, inclusief al zijn aangesloten leden, geschorst en bijgevolg uitgesloten van deelname aan alle nationale activiteiten (kampioenschappen en competities). |
Artikel AR 12 - Onverenigbaarheden |
AR 12.1. Elk beslissingsorgaan, met uitzondering van het Bestuursorgaan voor wat de nationale mandaten betreft, mag niet meer dan één lid van dezelfde club hebben. AR 12.2. Een lid kan in principe slechts deel uitmaken van één beslissingsorgaan, behoudens de uitzonderingen door het Bestuursorgaan beslist. AR 12.3. Ieder lid van een beslissingsorgaan mag niet blijven zetelen en moet tijdelijk de vergadering verlaten wanneer zaken onderzocht worden waarbij een licentiehouder van zijn eigen club, of zijn club zelf, betrokken is. AR 12.4. Ieder lid van een beslissingsorgaan kan een licentiehouder van zijn eigen club, of zijn club zelf, niet vertegenwoordigen bij een ander beslissingsorgaan. AR 12.5. Bij het beoordelen van om het even welke zaak die aanleiding kan geven tot een beslissing ten opzichte van een vergunninghouder of een club mogen alleen de stemgerechtigde leden blijven zetelen alsook de secretarisen de juridische adviseur van de KBZB. |
Artikel AR 13 - Bescherming van leden van beslissingsorganen |
Elke bewering, elke daad of gedraging die strafrechtelijk of tuchtrechtelijk sanctioneerbaar is, uitgaande van een persoon die onderworpen is aan de reglementen van de KBZB, gericht tegen de KBZB, tegen een regionale federatie, tegen een beslissingsorgaan, tegen een lid van een beslissingsorgaan, tegen omhet even welke official en tegen een tegenstrever kan bestraft worden door het bevoegde tuchtorgaan. |
Artikel AR 14 – Nationale reglementen. |
AR 14.1. De nationale en internationale sportregels voor het zwemmen, schoonspringen, waterpolo, masters, open water en artistiek zwemmen zijn algemeen en gelijkvormig voor het ganse land. AR 14.2. Zij moeten in overeenstemming zijn met de regels van de FINA. |
Artikel AR 15 – Officiële vertegenwoordiging. |
AR 15.1. De co-voorzitters en de secretaris-generaal zijn gelast de KBZB te vertegenwoordigen. AR 15.2. Zijn zij verhinderd, dan voorziet het Bestuursorgaan in hun vervanging. |
Artikel AR 16 - Officiële berichten. |
De KBZB beslist over de publicatievorm van zijn eigen berichten. |
Artikel AR 17 - Officiële post. |
AR. 17.1. Alle post bestemd voor de KBZB of zijn organen moet uitsluitend gericht worden aan het Algemeen Secretariaat, zo niet zal deze post als onontvankelijk beschouwd worden. AR 17.2. De KBZB erkent enkel de post ondertekend door de voorzitter en/of de secretaris van de clubs die aangesloten zijn bij de regionale federaties. |
Artikel AR 18 – Verplaatsingskosten. |
AR 18.1. De verplaatsingskosten van de leden van de Algemene Vergadering, van het Bestuursorgaan, van de Sportcellen en van de Sportcommissies worden gedragen door de regionale federatie waarvan zij afhankelijk zijn. AR 18.2. De verplaatsingskosten van de secretaris-generaal worden gedragen door de KBZB. AR 18.3. De verplaatsingskosten van een jury, aangeduid voor nationale en internationale organisaties in België, worden gedragen door de KBZB. AR 18.4. De verplaatsingskosten van de leden van de Centrale Scheidsrechterscommissie, van de Tuchtcommissie Waterpolo en van de Propagandacommissie worden gedragen door de KBZB. |
Artikel AR 19 - Bekendmaking |
AR 19.1. Alle beslissingen van het Bestuursorgaan, van de Sportcellen en van de Sportcommissies worden bekendgemaakt door de officiële woordvoerders van de KBZB, namelijk de co-voorzitters, de secretaris-generaal of elke persoon hiertoe gemandateerd door het Bestuursorgaan. |
Artikel AR 20 – Federale vrijkaart |
AR 20.1. Elk lid van het Bestuursorgaan, van de Sportcellen en Sportcommissies, van de Tuchtcommissie Waterpolo, de Propagandacommissie, de Centrale Scheidsrechterscommissie, elke voorzitter en secretaris van een District, Ereleden en Leden van Verdienste, verkrijgt op zijn/haar verzoek een vrijkaart met vermelding van hun identiteit en hun hoedanigheid. AR 20.2. Deze kaart verleent vrije toegang tot alle sportmanifestaties ingericht door de KBZB of door een club aangesloten bij één van de regionale federaties. |
Artikel AR 21 – Ereleden en Leden van Verdienste. |
AR 21.1. De titel van Xxxxxx of van Lid van Verdienste wordt toegekend volgens de criteria bepaald in het artikel 6 van de Statuten AR 21.2. Atleten kunnen Lid van Verdienste worden indien zij voldoen aan de volgende voorwaarden: - als zwemmer te hebben deelgenomen aan 50 internationale wedstrijden, - als waterpolospeler te hebben deelgenomen aan 100 internationale wedstrijden met de nationale ploeg. AR 21.3. Elke aanvraag moet schriftelijk ingediend en gemotiveerd worden door een regionale federatie en wordt afzonderlijk onderzocht door het Bestuursorgaan. AR 21.4. De voordrachten gebeuren door het Bestuursorgaan en worden bekrachtigd door de eerstvolgende Algemene Vergadering. |
HOOFDSTUK II – BESTUURSORGAAN |
Artikel BO 01 – Samenstelling en duur van mandaat |
BO 01.1. Het Bestuursorgaan moet worden samengesteld uit acht leden, die evenredige vertegenwoordigers zijn van de Bestuursorganen van de regionale federaties (4 FFBN en 4 ZWEMFED). De respectievelijke voorzitters van de Fédération Francophone Belge de Natation (FFBN) en de Vlaamse Zwemfederatie (ZWEMFED) zullen er automatisch zitting in hebben. Het Bestuursorgaan kan worden bijgestaan door de twee Algemeen Directeurs van de regionale federaties (FFBN en ZWEMFED). Zij hebben geen stemrecht. Het voorzitterschap wordt gezamenlijk waargenomen door de respectievelijke voorzitters van de Fédération Francophone Belge de Natation (FFBN) en de Vlaamse Zwemfederatie (ZWEMFED). Ze zijn de co-voorzitters. BO 01.2. De duur van het mandaat van de vaste vertegenwoordigers van de regionale federaties bedraagt twee jaar en is hernieuwbaar. Hun mandaat wordt niet bezoldigd. BO 01.3. In geval van vacature in de loop van een mandaat, voleindigt de vervangende bestuurder het mandaat van degene die hij vervangt. BO 01.4. De bestuurders worden benoemd en ontslagen door de Algemene Vergadering. De bestuurders worden voorgedragen aan de Algemene Vergadering door de regionale federaties FFBN en ZWEMFED. . |
Artikel BO 02 – Bevoegdheden en taken. |
BO 02.1. De bevoegdheden van het Bestuursorgaan zijn de volgende: a) waken over de naleving van de KBZB - statuten en reglementen; b) wijzigen en aanpassen van de reglementen; c) de verantwoordelijkheid opnemen voor de publicatie van de statuten en reglementen van de KBZB; d) principiële beslissingen nemen aangaande de betekenis en de interpretatie van de reglementen; e) instaan voor de betrekkingen met nationale en internationale instanties; f) voorbereiden en beslissen over nationale en internationale dossiers; g) aanduiden van nationale delegatieleiders; h) ingrijpen in door de reglementen onvoorziene gevallen; i) beslissen in eerste en laatste aanleg over klachten tegen een lid van een beslissingsorgaan uitgezonderd het Bestuursorgaan; j) alser een inbreuk gepleegd wordt op primordiale sportieve belangen door fysieke of rechtspersonen in sportdisciplines waarover de KBZB statutaire bevoegdheid heeft, kan het Bestuursorgaan deze inbreuk op eigen initiatief sanctioneren. Het Bestuursorgaan bepaalt discretionair de opgelegde sancties. Passende sancties zijn waarschuwing, berisping, blaam, uitsluiting, geldboete, herspelen van wedstrijd, schorsing, diskwalificatie, schrapping uit de uitslag, schrapping uit de selectie, teruggave van medailles, geschenken, punten en prizemoney. Onder primordiale sportieve belangen wordt inzonderheid maar niet uitsluitend verstaan: de beginselen van de sportethiek en de fairplay, inzonderheid de beteugeling van onbetamelijk of misplaatst gedrag van clubs, officials, afgevaardigden en atleten en met verwijzing naar de ethische beginselen neergelegd in de ethische code van de FINA. De uitoefening van deze bevoegdheid door het Bestuursorgaan schakelt van rechtswege de bevoegdheid uit van de andere rechtsprekende organen van de KBZB. Tegen de beslissing van het Bestuursorgaan uitgeoefend in deze materie, staat enkel een voorziening van cassatie open bij het Belgisch Arbitragehof voor de Sport wegens overtreding van een wet, een reglement of een algemeen rechtsbeginsel. k) de leden van de Sportcellen en van de Sportcommissies die door de regionale federaties werden voorgedragen, paritair bekrachtigen in hun functie; l) oprichten van bijzondere commissies en werkgroepen; m) de leden van de Propagandacommissie, Tuchtcommissie Waterpolo en Centrale Scheidsrechterscommissie benoemen; n) de klachten beslechten binnen de Sportcellen, de Tuchtcommissie Waterpolo, de Centrale Scheidsrechterscommissie en de Propagandacommissie; o) de coördinatie verzekeren tussen beide regionale federaties; p) goedkeuren van de begroting en het exploitatieresultaat en samen met de balans voorleggen aan de Algemene Vergadering; q) beheren en opvolgen van de exploitatierekeningen om de drie maanden (algemeen en per discipline); r) behandelen van alle dossiers aangaande marketing; s) aanwerven en ontslaan van personeel; t) instaan voor de oproep, inschrijvingen, opening en de geldigheid van de aanbestedingen; u) “Ereleden” en "Leden van Verdienste" voordragen; v) actief steun verlenen aan de propaganda in samenwerking met de Propagandacommissie; w) instaan voor de public relations en promotievoorstellen uitwerken. |
x) herroepen van beslissingen van andere bondsorganen en zijn gemotiveerde beslissing in de plaats stellen, met uitzondering van de beslissingen van rechtsprekende organen; y) beslissen over alle in dit reglement niet voorziene gevallen, alsook elke onduidelijke bepaling of verschillen in de landstalen, onder de vorm van een interpretatieve beslissing, indien de noodzaak daartoe bestaat en de hoogdringendheid vaststaat. Deze beslissing is onmiddellijk van toepassing en geldig en wordt eveneens op de federale website gepubliceerd. BO 02.2. Iedere onvoorziene zaak valt onder de bevoegdheid van het Bestuursorgaan. |
Artikel BO 03 - Vergaderingen |
BO 03.1. Het Bestuursorgaan vergadert minstens eenmaal per trimester. BO 03.2. Het Bestuursorgaan kan eveneens vergaderen op vraag van de co-voorzitters, van een regionale federatie of van een Sportcel. |
Artikel BO 04 – Beslissingen |
BO 04.1. De beslissingen worden genomen bij gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen, met uitsluiting van de onthoudingen. Bij gelijke stemmen, worden de beslissingen door de co-voorzitters genomen. In eerste instantie moeten zij trachten een compromis te bereiken. In geval dat mislukt (geen overeenkomst tussen hen), kan de beslissing aan het Belgisch Arbitragehof voor de Sport (BAS) voorgelegd worden. BO 04.2. De stemming gebeurt met gelijk aantal stemmende mandatarissen per regionale federatie. BO 04.3. De bestuurders kunnen, mits eenparigheid van stemmen, schriftelijk besluiten nemen wanneer het Bestuursorgaan niet in staat is te vergaderen. BO 04.4. De besluiten worden vastgelegd in notulen die worden ondertekend door de co-voorzitters en alle bestuurders die dat wensen. BO 04.5. Elke beslissing genomen door het Bestuursorgaan in verband met de interpretatie en de draagwijdte van de bondsreglementen treedt onmiddellijk in werking. De beslissingen gelden vanaf de publicatie op de website van de KBZB of vanaf een datum bepaald door het Bestuursorgaan; in dringende gevallen kunnen de beslissingen per emailbericht met ontvangstbevestiging (of andere schriftelijke kennisgeving) overgemaakt worden aan de betrokken atleet of de club. In dit geval zijn de beslissingen van kracht vijf kalenderdagen na het zenden van het emailbericht met ontvangstbevestiging (of andere schriftelijke kennisgeving), tenzij anders vermeld in het verslag van de zitting van het Bestuursorgaan. |
Artikel BO 05 – Nationale commissies |
BO 05.1. Voor het beleid van de KBZB zal het Bestuursorgaan zich laten bijstaan door de volgende commissies: - Sportcellen (SCEL) - Sportcommissie Zwemmen (SCZW) - Sportcommissie Waterpolo (SCWP) - Tuchtcommissie Waterpolo (TCWP) - Centrale Scheidsrechterscommissie (CSC) - Sportcommissie Artistiek Zwemmen (SCAZ) - Sportcommissie Schoonspringen (SCSP) - Sportcommissie Masters (SCMA) - Sportcommissie Open Water (SCOW) - Propagandacommissie (PRCO). |
Artikel BO 06 – Bijzondere machten. |
BO 06.1. Het Bestuursorgaan kan commissies oprichten en hun opdracht, bevoegdheden en taken bepalen. Het Bestuursorgaan kan personen aanduiden belast met een bijzondere bevoegdheid of taak. BO 06.2. Deze commissies en personen zijn verplicht hun verslagen en beslissingen binnen een redelijke termijn over te maken aan het Algemeen Secretariaat. |
HOOFDSTUK III – SPORTCELLEN |
Artikel SCEL 01 – Oprichting en samenstelling |
SCEL 01.1. In elke discipline kan een Sportcel opgericht worden ten einde alle kwesties specifiek aan de discipline te onderzoeken. SCEL 01.2. De Sportcel is samengesteld uit acht leden: de co-voorzitters, een bestuurder van elke regionale federatie, twee afgevaardigden van de Nationale Sportcommissie per regionale federatie, waarbij de secretaris-generaal van de KBZB is toegevoegd als verslaggever (zonder stemrecht) en de technische directeurs of de nationale coördinator als raadgevers (zonder stemrecht). SCEL 01.3. De leden van de Sportcellen zijn allen gemandateerd door hun regionale federatie en bezitten beslissingsrecht. |
Artikel SCEL 02 – Bevoegdheden en taken. |
SCEL 02.1. De bevoegdheden van de Sportcel zijn de volgende: op sportief vlak: a) bepalen van een algemene visie over het technisch en sportief beleid van haar discipline op nationaal en internationaal vlak en de sportieve leiding op zich nemen; b) goedkeuren van de nationale selecties in het kader van de internationale wedstrijden, instaan voor de administratieve en logistieke omkadering, aanduiden van begeleiders en medewerkers en hun taken vastleggen; c) goedkeuren van de nationale sportkalender; d) evalueren van de nationale kampioenschappen en internationale wedstrijden; e) goedkeuren van de selectiecriteria; f) advies geven over de werking van de nationale waterpolocoördinator en/of de nationale technisch directeur en de nationale coaches; g) advies geven over de aanpassing van de sportreglementen; op reglementair en financieel vlak: h) bespreken en goedkeuren van wijzigingen aan de programma’s, formules, richtlijnen en sportreglementen van de Belgische Kampioenschappen die financiële gevolgen (kunnen) teweegbrengen. SCEL 2.2. Elk ander punt valt niet onder de bevoegdheid van de Sportcel. |
Artikel SCEL 03 - Vergaderingen |
SCEL 3.1. De verschillende Sportcellen vergaderen minstens: a) zwemmen – viermaal per jaar; b) waterpolo – driemaal per jaar; c) artistiek zwemmen – tweemaal per jaar; SCEL 3.2. De Sportcel kan eveneens vergaderen op vraag van de co-voorzitters of van een regionale federatie. |
Artikel SCEL 04 – Beslissingen |
SCEL 04.1. De beslissingen worden bij meerderheid der stemmen genomen. Onthoudingen en blanco stemmen worden niet in aanmerking genomen. SCEL 04.2. De stemming gebeurt met gelijk aantal stemgerechtigden per regionale federatie. SCEL 04.3. In geval een co-voorzitter verhinderd is, zal hij een volmacht geven aan een lid van zijn Bestuursorgaan. SCEL 04.4. In geval van staking van stemmen, dan wordt de zaak verwezen naar het Bestuursorgaan. SCEL 04.5. Alle beslissingen van de Sportcel zijn rechtsgeldig onder voorbehoud van de goedkeuring door het Bestuursorgaan. |
HOOFDSTUK IV – PROPAGANDACOMMISSIE |
Artikel PC 01 - Samenstelling. |
PC 01.1. De Propagandacommissie bestaat uit afgevaardigden aanvaard door het Bestuursorgaan van de KBZB en een onbeperkt aantal gecoöpteerde leden die slechts over een raadgevende stem beschikken. PC 01.2. De functie van secretaris van de Propagandacommissie wordt waargenomen door de federale secretaris-generaal. |
Artikel PC 02 – Bevoegdheden en taken. |
PC 02.1. Onder de controle en in samenwerking met het Bestuursorgaan zijn de bevoegdheden van de Propagandacommissie de volgende: a) in te staan voor alle propagandakwesties aangaande de zes disciplines van de zwemsport (zwemmen, waterpolo, schoonspringen, artistiek zwemmen, masters, open water); b) samen te werken met de verschillende schoolsportfederaties; c) de verschillende brevetten en schildjes van de KBZB uit te delen; d) deelnemen aan propagandabijeenkomsten zoals sportsalons. e) een jaarlijks verslag aan het Bestuursorgaan voorleggen over haar morele en financiële toestand. |
Artikel PC 03 - Inkomsten. |
De commissie mag onder vorm van giften, toelagen, brevettenuitgifte, enz. eigen inkomsten verwerven. |
HOOFDSTUK V – WERKINGSREGELS VAN DE TUCHTCOMMISSIES |
Artikel WTC 01 - Tuchtcommissies |
Elk beslissingsorgaan stelt een Tuchtcommissie samen. Deze commissies zijn: de Sportcommissies, de autonome Tuchtcommissie Waterpolo, de Centrale Scheidsrechterscommissie en het Bestuursorgaan. Deze tuchtcommissies bepalen discretionair de opgelegde sancties. Passende sancties zijn waarschuwing, berisping, blaam, uitsluiting, geldboete, herspelen van wedstrijd, schorsing, diskwalificatie, schrapping uit de uitslag, schrapping uit de selectie, teruggave van medailles, geschenken, punten en prizemoney. |
Artikel WTC 02 - Samenstelling |
WTC 02.1. Alle tuchtcommissies zijn samengesteld uit minstens twee stemgerechtigde leden van elke regionale federatie. WTC 02.2. De functie van secretaris van de tuchtcommissie wordt waargenomen door hetzij een vast lid met stemrecht of hetzij door de federale secretaris-generaal toegevoegd als verslaggever zonder stemrecht. WTC 02.3. De beslissingsorganen duiden de leden en de plaatsvervangers aan van hun respectieve tuchtcommissies. WTC 02.4. De leden van de tuchtcommissies blijven dezelfde indien meerdere vergaderingen gewijd worden aan een en dezelfde zaak. |
Artikel WTC 03 - Onverenigbaarheden |
WTC 03.1. Elke tuchtcommissie kan niet meer dan één lid van dezelfde club tellen. WTC 03.2. Een lid mag geen deel uitmaken van verschillende tuchtcommissies. WTC 03.3. Elk lid van een tuchtcommissie kan niet zetelen in een zaak waarbij een licentiehouder van zijn club, of zijn club zelf, betrokken is, hij kan vervangen worden door een plaatsvervanger bij de behandeling van de zaak. WTC 03.4. Een lid van een tuchtcommissie mag zijn club of een licentiehouder van zijn club niet vertegenwoordigen of verdedigen voor een andere Tuchtcommissie. WTC 03.5. Alleen de stemgerechtigde leden en de secretaris mogen aanwezig blijven tijdens de beraadslagingen. De juridische adviseur, zonder stemrecht, mag eveneens aanwezig blijven tijdens de beraadslagingen. |
HOOFDSTUK VI – RECHTSPRAAK |
Artikel RS 01 – Rechtsprekende organen |
RS 01.1. De rechtsprekende organen zijn: - de tuchtcommissies van de Sportcommissies, de autonome Tuchtcommissie Waterpolo, de Centrale Scheidsrechterscommissie en het Bestuursorgaan; - in beroep het Belgisch Arbitragehof voor de Sport; - in cassatie of bij evocatie het Belgisch Arbitragehof voor de Sport. RS 01.2. Elke partij die een beroep doet op het Belgisch Arbitragehof voor de Sport aanvaardt het reglement van het Hof alsook zijn richtlijnen. Elk beroep wordt ingediend binnen dertig (30) kalenderdagen na de kennisgeving van de betwiste beslissing. |
Artikel RS 02 - Tabel voor rechtspraak. |
Artikel RS 03 - Procedurerechten |
RS 03.1. Elke partij die een klacht aanhangig maakt tegen een beslissing, verbindt zich de procedurerechten te betalen. Deze rechten zijn vastgelegd in de boetetabel van het Bondsreglement (Bijlage 1). RS 03.2. De rechten moeten betaald worden op de datum van het aanhangig maken van de klacht. RS 03.3. Indien de rechten niet tijdig betaald werden volgens de hierboven vastgestelde datum, is de klacht onontvankelijk. |
Artikel RS 04 - Zittingen |
RS 04.1. De Tuchtcommissies vergaderen in functie van de noodwendigheden. RS 04.2. Elke klacht wordt onderzocht binnen een redelijke termijn. |
Aard van de klacht | 1ste Aanleg | Beroep |
a) aangaande clubs of atleten van eenzelfde district of regionale federatie | Zie reglementen regionale federaties | |
b) aangaande clubs of atleten behorende tot verschillende regionale federatie | betrokken Tuchtcommissie | Belgisch Arbitragehof vd Sport |
c) aangaande een Belgisch Kampioenschap | betrokken Tuchtcommissie | Belgisch Arbitragehof vd Sport |
d) aangaande tuchtrechtelijke aangelegenheden voortkomend bij om het even welke officiële waterpolowedstrijd | Tuchtcommissie Waterpolo | Belgisch Arbitragehof vd Sport |
e)aangaande selectie- wedstrijden, trainingen en Belgische selecties | betrokken Tuchtcommissie | Belgisch Arbitragehof vd Sport |
f) aangaande het sanctioneren van waterpoloscheidsrechters | Centrale Scheidsrechterscommissie | Belgisch Arbitragehof vd Sport |
g) aangaande scheidsrechterlijke beslissingen en eventuele verzoeken tot herspelen van een waterpolowedstrijd | Centrale Scheidsrechterscommissie | Belgisch Arbitragehof vd Sport |
h) aangaande leden van een Sportcommissie | Bestuursorgaan | Belgisch Arbitragehof vd Sport |
i) aangaande leden van het Bestuursorgaan | Belgisch Arbitragehof voor de Sport | Geen beroep |
j) aangaande personen onderworpen aan de reglementen en richtlijnen van de KBZB die de sportieve en ethische normen opgelegd door nationale of internationale instanties overtreden. | betrokken Tuchtcommissie | Belgisch Arbitragehof voor de Sport |
Artikel RS 05 - Verschijningen |
RS 05.1. Wanneer een atleet of een lid van een club door een Tuchtcommissie wordt ontboden, mag hij bijgestaan of vertegenwoordigd worden door een andere licentiehouder van zijn club die gerechtigd is om zijn verdediging op te nemen en/of door een raadsman, of in het geval van een minderjarige door zijn ouders of door een vertrouwenspersoon. |
Artikel RS 06 - Verhoor van de betrokkenen |
RS 06.1. In geen geval kan om het even welke maatregel of sanctie uitgesproken worden ten overstaan van een atleet, een official of een club zonder dat deze per emailbericht met ontvangstbevestiging (of andere schriftelijke kennisgeving) werd ontboden, uitgezonderd wanneer automatische sancties worden opgelegd in waterpolo. RS 06.2. De betrokkenen worden ontboden door de tussenkomst van en onder de verantwoordelijkheid van de secretaris of voorzitter van hun club. Zo worden de clubs op de hoogte gehouden van de briefwisseling die hun licentiehouders aanbelangt en kunnen zij bij de betrokkenen aandringen er gevolg aan te geven. RS 06.3. De betrokkene wordt gehoord in de landstaal van zijn keuze. RS 06.4. Alle oproepen, zowel betrokkenen als getuigen en benadeelden, gebeuren per emailbericht met ontvangstbevestiging (of andere schriftelijke kennisgeving) en moeten de reden opgeven. RS 06.5. Een schorsing tot de datum van vrijwillige verschijning kan eventueel uitgesproken worden ten overstaan van ieder atleet, official of club die niet opdaagt hoewel behoorlijk opgeroepen. Dezelfde maatregel wordt toegepast bij de verontschuldigde of verhinderde atleet, official of club die geen schriftelijke uitleg hebben verstrekt die aan het beslissingsorgaan eventueel toelaat een oordeel te vellen in hun afwezigheid. RS 06.6. De secretaris van het beslissingsorgaan stuurt een volledig dossier met alle bewijsstukken en briefwisseling met betrekking tot de zaak naar de club van de gedaagde partijen. |
Artikel RS 07 – Klachten |
RS 07.1. Een klacht aanhangig maken is mogelijk: - als de regels in verband met de organisatie van wedstrijd niet nageleefd worden; - als de sportregels overtreden werden; - als onvoorziene omstandigheden het normale verloop van wedstrijden in het gedrang brengen of indien de deelnemers enig gevaar lopen; - tegen beslissingen van een beslissingsorgaan. RS 07.2. Tijdensofficiële wedstrijden moeten de klachten schriftelijk en ter plaatse ingediend worden bij de kamp- of scheidsrechter, uitsluitend door de officiële afgevaardigde van de club, behalve bij officiële waterpolowedstrijden waar de klacht door de clubafgevaardigde op het wedstrijdblad moet aangegeven worden. RS 07.3. Indien bepaalde voorafgaande omstandigheden een klacht zouden rechtvaardigen moet ze voor de aanvang van de wedstrijd ingediend worden. RS 07.4. Alle klachten, behalve voor waterpolo, worden onderzocht door de kamp- of scheidsrechter volgensde geldende procedure van de sportdiscipline. Indien hij die klacht verwerpt, moet hij wel de reden geven van zijn beslissing. De voorzitter of secretaris van de club kan via emailbericht met ontvangstbevestiging (of andere schriftelijke kennisgeving) aan het Algemeen Secretariaat tegen deze verwerping beroep indienen bij het bevoegde beslissingsorgaan binnen de tien kalenderdagen die volgen op de datum van de klacht. RS 07.5. Het is niet mogelijk om een klacht in te dienen tegen beoordelingen, beslissingen of observaties van scheidsrechters of juryleden met betrekking tot wedstrijdfeiten of –fases. |
Artikel RS 08 - Beslissingen in eerste aanleg |
RS 08.1. De beslissingen uitgesproken in eerste aanleg worden aan de betrokkenen medegedeeld per emailbericht met ontvangstbevestiging (of andere schriftelijke kennisgeving) samen met kennisgeving aan hun club. Zij treden uiterlijk in werking 5 kalenderdagen na de datum van de verzending tenzij de betrokkene beroep heeft ingediend bij het BAS of behoudens een andersluidende beslissing. RS 08.2. Bij elke behandeling van een klacht in eerste aanleg beslist de tuchtcommissie wie de veroorzaakte kosten zal dragen. |
Artikel RS 09 – Beroep |
RS 09.1. Elke partij kan bij het BAS in beroep gaan tegen een uitspraak van een beslissingsorgaan van eerste aanleg binnen de dertig (30) kalenderdagen na kennisgeving van deze beslissing. RS 09.2. Het beroep schorst de beslissing in eerste aanleg. |
Artikel RS 010 – Cassatie en Evocatie |
Het Belgisch Arbitragehof voor de Sport neemt kennis van de voorziening in cassatie van beslissingen in laatste aanleg gewezen, wegens overtreding van de wet, van een reglement of van een algemeen rechtsbeginsel. De voorziening in cassatie heeft geen schorsende werking. Elk rechtsprekend orgaan kan zijn beslissing evoceren als zij kennis neemt van een feit of een element dat het niet kende op het ogenblik van zijn beslissing en van aard is om zijn beslissing te wijzigen. De evocatie schorst de beslissing op behalve in dopingzaken. |
Artikel RS 011 – Bewijsvoering |
RS 11.1. De verklaringen van partijen, de verklaringen van getuigen, akten, verslagen, beelden en elk ander pertinent bewijsmiddel vormen de bewijsmiddelen. RS 11.2. Enkel de pertinente bewijsmiddelen met betrekking tot de klacht worden voorgelegd. RS 11.3. De bewijslast rust op de partij die een recht inroept op grond van een beweerd feit. RS 11.4. Het rechtsprekend orgaan in eerste aanleg kan ook rekening houden met andere bewijsmiddelen dan deze verstrekt door de partijen. RS 11.5. Als de bewijsvoering hoge kosten met zich brengt, kan de partij die ze inwerpt, verplicht worden deze kosten voor te schieten binnen een bepaalde termijn. RS 11.6. Het rechtsprekend orgaan oordeelt discretionair over de bewijzen. Het houdt inzonderheid rekening met de houding van de partijen tijdens de procedures, bijvoorbeeld geen gevolg geven aan een persoonlijke oproeping, het weigeren te antwoorden op vragen van het rechtsprekend orgaan of de gevraagde bewijsmiddelen niet voorleggen. |
ALGEMENE SPORTREGLEMENTEN (01/06/2020) DOPINGBESTRIJDING ART. ASR 07 (01/01/2020) |
ALGEMEEN SPORTREGLEMENT |
Artikel ASR 01 – Bepaling van “amateur” en “beroepssporter” |
ASR 01.1. Het statuut van een sportbeoefenaar bepaalt zijn reglementaire situatie aangaande zijn rechten en zijn plichten tegenover de KBZB en zijn club waarbij hij licentiehouder is. ASR 01.2. De sportbeoefenaars bezitten het statuut hetzij van amateur, hetzij van beroepssporter. ASR 01.3. Is amateur, de sportbeoefenaar die geen titularis is van een contract als beroepssporter, dat bij de KBZB geregistreerd is. ASR 01.4. Voor de amateur is het verboden bezoldigingen of premies te ontvangen waarvan de bedragen de barema’s, toepasselijk voor beroepssporter, bereiken. ASR 01.5. De inbreuken op het statuut van amateur van de sportbeoefenaar kunnen slechts bestraft worden met een reglementaire boete van 365 € tot 2.500 € uit dien hoofde als betrokken sportbeoefenaar en club. Deze boete wordt opgelegd aan elke partij, afzonderlijk, niet complementair zonder dat het bedrag verplichtend dezelfde zou zijn voor de twee betrokken partijen. ASR 01.6. Is beroepssporter, de sportbeoefenaar die zich verbindt met een arbeidscontract, in overeenstemming met de wet van 24 februari 1978 betrekking hebbende met de arbeidsovereenkomst van een bezoldigde sportbeoefenaar. |
ASR 02 – Statuut van buitenlandse sportbeoefenaar |
ASR 02.1. De buitenlandse sportbeoefenaars afkomstig uit een lidstaat van de Europese Unie (EU) met inbegrip van de Europese Economische Ruimte (EER) kunnen onbeperkt deelnemen aan alle Belgische Kampioenschappen indien zij in het bezit zijn van een geldige licentie afgeleverd door een regionale federatie (VZF of FFBN). ASR 02.2. De staatlozen en de buitenlandse spelers, meerderjarig (18 jaar en ouder), afkomstig uit een land dat niet behoort tot de Europese Unie (EU) met inbegrip van de Europese Economische Ruimte (EER) worden aanzien als communautaire sportbeoefenaars van de EU op voorwaarde een geldige permanente of tijdelijke verblijfsvergunning (recht tot wettelijk verblijf op het Belgische grondgebied) voor te leggen, zijnde een attest van registratie, bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister, identiteitskaart voor vreemdeling of een wettelijk gelijkaardig document voor te leggen. Bij afwezigheid van een geldige verblijfsvergunning is een meerderjarige buitenlandse speler nooit speelgerechtigd voor alle Belgische Kampioenschappen. Bovendien moeten deze sportbeoefenaars, met statuut van bezoldigde sportbeoefenaar, een kopij voorleggen van hun werkvergunning rechtmatig afgeleverd door de club-werkgever. ASR 02.3. De sportbeoefenaars die een dubbele nationaliteit bezitten, waarvan één de Belgische is, worden beschouwd als Belgische atleten voor zover zij geen deel hebben uitgemaakt van een officiële nationale selectie van het tweede land waarvan zij eveneens de nationaliteit bezitten. |
ASR 03 – Licenties |
ASR 03.1. De regionale federaties zijn alleen bevoegd en aansprakelijk voor de aflevering van de licenties alsook voor de controle van de rechtsgeldigheid van de afgeleverde licenties. ASR 03.2. Iedere atleet of official die aan een officiële wedstrijd deelneemt of die een officiële vergadering van een federale commissie bijwoont, moet een geldige licentie bezitten bij één van de beide regionale federaties of van een buitenlandse federatie die door de FINA is erkend. |
ASR 04 – Deelname van buitenlanders |
ASR 04.1. De deelname van buitenlandse amateur atleten die niet behoren tot de EER mag beperkt worden bij de officieel nationaal gereglementeerde competities. ASR 04.2. Deze beperking mag doorgevoerd worden om een normaal wedstrijd- en competitieverloop te garanderen. ASR 04.3. Deze buitenlandse atleten worden enkel toegelaten (in overeenstemming met Artikel 39 van het Verdrag van Rome) tijdens de vastgelegde overgangsperiodes. |
ASR 05 – Deelname in buitenland |
Elke club die deelneemt aan een wedstrijd in het buitenland is verplicht een elektronisch exemplaar van de resultaten op te sturen naar de secretariaten van de regionale federaties. Elke overtreding wordt met een reglementaire boete bestraft. |
ASR 06 – Valse namen |
ASR 06.1. Een atleet die onder een valse naam werd ingeschreven zal door de tuchtcommissie van de bevoegde Sportcommissie gehoord worden en na onderzoek gesanctioneerd worden. ASR 06.2. De clubverantwoordelijke of de official die deze inbreuk pleegt zal eveneens gehoord worden en na onderzoek gesanctioneerd worden door de bevoegde tuchtcommissie. |
Artikel ASR 07 - Dopingbestrijding |
ASR 07.1. De KBZB maakt de regelgeving van de bevoegde regionale, nationale en internationale instanties tot de hare, inzonderheid op het vlak van opsporing, onderzoek en sanctionering van doping. De KBZB erkent dat de antidopingregelgeving van de FINA (met inbegrip van de regels inzake beroepsprocedures) moet nageleefd en toegepast worden door alle atleten, hun wettelijke vertegenwoordigers, begeleiders, trainers, artsen, directieleden, officials, medisch en paramedisch personeel, teamleiders, clubsen bondsafgevaardigden die onder de bevoegdheid van de KBZB ressorteren. De KBZB staat toe dat de FINA een dopingcontrole “buiten competitie” kan uitvoeren. Sanctiesinzake doping opgelegd door de overheid of door andere organismen kunnen integraal overgenomen worden door de KBZB, hetzij internationaal, nationaal of regionaal. De FINA kan steeds in beroep gaan tegen een uitspraak van een beslissingsorgaan in eerste aanleg. |
Artikel ASR 08 - Badpakken |
ASR 08.1. De badpakken van alle atleten moeten fatsoenlijk zijn en aangepast aan de uitgeoefende sportdiscipline. Een atleet mag slechts 1 badpak dragen, zo niet volgt de uitsluiting of startverbod behalve voor waterpolo waar het toegestaan is om 2 badpakken of 2 zwembroeken te dragen. ASR 08.2. De stoffen van de badpakken mogen niet doorzichtig zijn en moeten in overeenstemming zijn met de FINA reglementen. ASR 08.3. De kamprechter of de scheidsrechter van een wedstrijd is bevoegd elke atleet de start te weigeren waarvan het badpak niet voldoet aan de FINA-reglementen. |
Artikel ASR 09 - Geldigheid van de inschrijvingen |
ASR 09.1. Een atleet mag niet deelnemen in eenzelfde discipline aan kampioenschappen of open wedstrijden onder de kleuren van verschillende clubs, tenzij als lid van een nationaal team en mits voorafgaande toelating door de FINA. ASR 09.2. Dames mogen niet uitkomen in officiële zwem- en/of waterpolowedstrijden voor Heren en omgekeerd tenzij in geval van gemengde aflossingen en tenzij uitzonderingen die door de FINA of door de KBZB Bestuursorgaan worden toegelaten. Elke overtreding wordt met een reglementaire boete bestraft. ASR 09.3. De inschrijvingen voor wedstrijden of open nummers gebeuren onder de volledige verantwoordelijkheid van de club, die ingeval van bedrog, de reglementaire boete oploopt. De atleet of de ploeg, die niet in orde is, wordt gediskwalificeerd. ASR 09.4. Een atleet die licentiehouder is bij een club mag ook aantreden in een ploegenwedstrijd van een corporatieve club. ASR 09.5. Elke inschrijving voor een Belgisch Kampioenschap die niet voldoet aan de vereist modaliteiten is ongeldig en wordt geweigerd. Elke niet-conforme inschrijving en/of elke laattijdige inschrijving zullen slechts aanvaard worden op grond van gemotiveerde reden en mits de club de reglementaire boete betaalt binnen de 7 kalenderdagen. |
Artikel ASR 10 - Weigering van inschrijvingen |
Iedere Sportcommissie heeft het recht een inschrijving te weigeren of te schrappen na aanvaarding indien een dergelijke beslissing gegrond is op billijke en gemotiveerde redenen, ingeroepen door de bevoegde Sportcommissie. |
Artikel ASR 11 - Beloningen |
De beloningen die bij open competities uitgereikt worden, moeten vermeld staan op het voorprogramma. |
Artikel ASR 12 - Inhouden van beloningen |
Indien een klacht wordt ingediend tegen een deelnemer of ploeg, zal de beloning waarop hij/zij recht heeft slechtsuitgereikt worden nadat de bevoegde Sportcommissie over de klacht een uitspraak heeft gedaan. |
Artikel ASR 13 - Reglementen van nationale wisselbekers |
ASR 13.1. De reglementen van wisselbekers worden aan de goedkeuring van de bevoegde Sportcommissie voorgelegd ASR 13.2. Wordt een wisselbeker niet opnieuw in betwisting gesteld binnen het voorziene tijdsbestek ter zake, wat aanleiding kan geven tot een klacht, dan neemt de bevoegde Sportcommissie de nodige maatregelen rekening houdend met de volgende basisregels: - organisatie door de club die in het bezit is van de wisselbeker; - als deze club zelf de schenker is van de wisselbeker en van de organisatie afziet, dan zal de organisatie kunnen toevertrouwd worden aan één van de vroegere winnaars van de wisselbeker, en hierbij zal een omgekeerde chronologische volgorde van de lijst van de winnaars primeren. |
Artikel ASR 14 - Internationale geselecteerden |
ASR 14.1. De KBZB ontleent aan haar statuten de bevoegdheid om atleten aan te duiden die België vertegenwoordigen bij internationale wedstrijden alsook de bevoegdheid om selectiecriteria vast te stellen waaraan de atleten moeten voldoen om geselecteerd te worden voor deelname aan de internationale wedstrijden. Het dragen van de opgelegde nationale uitrusting is verplicht voor elke geselecteerde tijdens alle internationale ontmoetingen of stage waaraan een officiële delegatie van de KBZB deelneemt, behoudens wat de technische uitrusting betreft. Onder technische uitrusting wordt in hoofdorde het zwempak en de zwembril verstaan. Onder niet-technische uitrusting wordt inzonderheid verstaan: training, polo, T-shirt, short, hemd, tassen, jacket en de nationale badmuts. In geval van inbreuk kan de KBZB één of verscheidene van de volgende sancties nemen: • waarschuwing • berisping • blaam • schorsing • uitsluiting • schrapping uit de selectie • boetes • schrapping van resultaten • teruggave van medailles, geschenken, punten, prizemoney, etc. • gedeeltelijke of volledige terugbetaling van de voorbereidings- en deelnamekosten door de atleet in het kader van internationale wedstrijden ASR 14.2. De nationale uitrusting moet beschouwd worden als een persoonlijk bezit en mag door de bezitter niet uitgeleend worden. ASR 14.3. De nationale uitrusting is exclusief en wordt door de KBZB gekozen. ASR 14.4. Het is verboden andere commerciële publiciteit aan te brengen of te laten drukken op de nationale uitrusting dan die van de sponsor van de KBZB. Uitzonderingen kunnen toegestaan worden mits akkoord van het Bestuursorgaan. ASR 14.5. Een atleet die geen gevolg geeft aan een officiële uitnodiging van de KBZB voor de nationale ploeg, zonder geldige reden of bezwaar van zijn club, zal opgeroepen worden door de bevoegde Sportcommissie met rechtspraak in eerste aanleg. |
Elke atleet die voor om het even welke reden afzegt voor een nationale selectie, wordt verboden om deel te nemen aan een zwemwedstrijd tijdens de ganse duur van de betrokken internationale wedstrijd op straffe van een reglementaire boete van € 250,00 ASR 14.6. In waterpolo zal elke speler verplichtend gevolg geven aan officiële uitnodigingen voor de nationale ploeg. Bij afwezigheid zonder reden of verbod van zijn club kan de betrokken speler geschorst worden voor de eerstvolgende wedstrijd van het kampioenschap en indien deze speler toch aantreedt, verliest zijn club de wedstrijd met forfait. |
Artikel ASR 15 – Internationale officials |
ASR 15.1. Elke Belgische official, in het bezit van een geldige vergunning, kan zijn kandidatuur indienen voor een internationale functie mits goedkeuring van de betrokken regionale federatie en de bevoegde nationale Sportcel of Bestuursorgaan. ASR 15.2. De kandidaturen worden onderzocht door de FINA of de LEN en worden achteraf bekrachtigd op voorwaarde te voldoen aan de internationale criteria. ASR 15.3. Alleen de erkende internationale officials of scheidsrechters zullen door de FINA of de LEN aangeduid worden voor Wereldkampioenschappen of Europese Kampioenschappen op voorwaarde dat de KBZB hen voordraagt. In waterpolo, artistiek zwemmen of zwemmen is het weliswaar mogelijk rechtstreeks aangeduid te worden zonder voordracht van de KBZB. ASR 15.4. Xxxx kandidaat stellen als internationaal official voor wereldkampioenschappen of Europese kampioenschappen is in alle disciplines een nationaal of persoonlijk initiatief. ASR 15.5. Indien een nationale waterpoloploeg wordt ingeschreven voor de Wereldkampioenschappen of Europese Kampioenschappen, is de KBZB verplicht een scheidsrechter aan te duiden en vallen de verblijfs- en de verplaatsingskosten ten laste van de KBZB. ASR 15.6. De verblijfs- en de reiskosten van de internationale juryleden artistiek zwemmen en de internationale waterpoloscheidsrechters, die door de Centrale Scheidsrechterscommissie worden aangeduid, om deel te nemen verplichte herscholingen en seminaries georganiseerd door de FINA, zijn ten laste van de KBZB. ASR 15.7. De terugbetaling van de verblijfs- en de verplaatsingskosten van internationale officials bij de andere disciplines is ten laste van de regionale federaties. |
Artikel ASR 16 - Nationale kampioenschappen / organisatie |
De KBZB organiseert jaarlijks door aanbesteding Belgische Kampioenschappen in alle disciplines(behalve waterpolo en open water) en Beker van België waterpolo (1/2 finales & finales). Onder “organisatie” wordt verstaan: - een nationaal kampioenschap georganiseerd door een club aangesloten bij één van de beide regionale zwemfederaties; - het wordt toegekend via een aanbestedingsprocedure; - de toekenning gebeurt op basis van één enkel criterium, zijnde het hoogste aanbestedingsbedrag; - de organisatiedata worden bepaald door de KBZB; - de uitnodiging, de inschrijvingsmodaliteiten en de kampioenschapsrichtlijnen worden door de KBZB verstuurd aan alle clubs; - de inschrijvingen worden door de clubs ingediend bij de bevoegde Sportcommissie en het Algemeen Secretariaat KBZB; - de jury en de officials worden opgeroepen en aangeduid door de betrokken Sportcommissie en de jurykosten zijn ten laste van de KBZB; - alle inschrijvingsgelden en boetes zijn ten voordele van de KBZB. - voor de organisatie van de Beker van België waterpolo is een apart lastenboek geldig. |
Artikel ASR 17 - Titels |
ASR 17.1. Enkel de zwemmers met Belgische nationaliteit kunnen de individuele titel "Kampioen van België" behalen. Bij de aflossingswedstrijden wordt de titel toegekend aan de club. ASR 17.2. De titel "Kampioen van België" mag slechts gebruikt worden door de officiële winnaars. ASR 17.3. Elk misbruik van de titel "Kampioen van België" wordt bestraft door de bevoegde commissie. |
Artikel ASR 18 - Plaatselijke kampioenschappen |
ASR 18.1. Men mag het woord "Kampioenschappen" slechts gebruiken indien het geassocieerd wordt met de naam van een regionale federatie, provincie, stad, plaats of om het even welke groepering als er werkelijk een nauw verband bestaat. |
ASR 18.2. Het is de clubs verboden wedstrijden te organiseren of aan te kondigen onder de benaming "Herkansing van de Belgische Kampioenschappen" op straffe van een eventuele reglementaire boete. ASR 18.3. Het is eveneens aan de clubs verboden gewone zwemfeesten te organiseren op dezelfde data als de Belgische Kampioenschappen op straffe van een eventuele reglementaire boete. Het Bestuursorgaan kan gemotiveerd afwijken van het verbodsprincipe vermeld in het vorige lid van dit artikel. |
Artikel ASR 19 - Nationale kampioenschappen / oproepen |
ASR 19.1. De oproep voor de aanbestedingen gebeurt door het Algemeen Secretariaat via een publicatie op de website van de KBZB of per afzonderlijke rondzendbrief naar de clubs. ASR 19.2. Indien er geen aanbestedingen zijn voor de kampioenschappen, wordt door het Algemeen Secretariaat in opdracht van het Bestuursorgaan een nieuwe oproep gelanceerd. ASR 19.3. Als de nieuwe oproep zonder gevolg is, kan het Bestuursorgaan beslissen de kampioenschappen niet te laten doorgaan. |
Artikel ASR 20 - Nationale Kampioenschappen / aanbestedingen |
ASR 20.1. De aanbestedingen moeten gericht zijn aan het Algemeen Secretariaat van de KBZB per emailbericht met ontvangstbevestiging (of andere schriftelijke kennisgeving) of in dubbele omslag met vermelding op de binnenste en de buitenste enveloppe "Belgische Kampioenschappen". De aanbestedingen mogen eveneens (met ontvangstbewijs) eigenhandig op voorhand in gesloten envelop op het Algemeen Secretariaat of op het uur en de dag van de opening, vermeld in de oproep, afgegeven worden. ASR 20.2. De aanbestedingen vermelden alle belangrijke inlichtingen zoals die opgegeven zijn in het lastenboek. ASR 20.3. Het bod moet forfaitair zijn zonder enige voorwaarde of voorbehoud. ASR 20.4. Het gebruik van het officiële aanbestedingsformulier is verplicht. ASR 20.5. Alleen de aanbestedingen die tijdig en reglementair op het Algemeen Secretariaat toekomen, worden door het Bestuursorgaan aanvaard. ASR 20.6. Het Bestuursorgaan opent in aanwezigheid van de afvaardiging van de betrokken Sportcommissie de aanbestedingen op de datum en het uur vastgelegd bij de oproep. ASR 20.7. De opening van de aanbestedingen is openbaar. ASR 20.8. De minimumbedragen van de aanbestedingen worden vastgelegd door het Bestuursorgaan. |
Artikel ASR 21 - Nationale Kampioenschappen / toewijzing |
ASR 21.1. Een organisatie van de Belgische Kampioenschappen wordt toegewezen bij aanbesteding in overeenstemming met de nationale reglementen, met het van kracht zijnde lastenboek en met de richtlijnen gepubliceerd op de website van de KBZB of in rondzendbrieven. ASR 21.2. De club met het hoogste bod krijgt de organisatie toegewezen voor zover aan alle verplichtingen wordt voldaan. Het is aan een organiserende club toegestaan om op haar beurt en op haar eigen risico en verantwoordelijkheid de rechten en de plichten van een toegekende organisatie over te dragen aan derden (zoals een commerciële organisatie, een gemeente- of stadsbestuur, een andere vzw, etc.). ASR 21.3. In geval van gelijke aanbieding en gelijke technische voorwaarden zal de toewijzing gaan naar de club met een overdekt bad. ASR 21.4. Het Bestuursorgaan bekrachtigt de aanbesteding na betaling van de waarborgsom. |
Artikel ASR 22 - Nationale Kampioenschappen / waarborg |
ASR 22.1. Elke club belast met de organisatie van kampioenschappen moet binnen de 15 kalenderdagen na de toewijzing een waarborg storten waarvan het bedrag gelijk is aan een derde van het aanbestedingsbedrag. |
ASR 22.2. Deze waarborg wordt verbeurd verklaard ingeval van verzaking en het bedrag wordt afgetrokken van de verschuldigde boete (zie artikel ASR 23.1. en lastenboek). |
Artikel ASR 23 - Nationale Kampioenschappen / verzaking |
ASR 23.1. Elke club die de organisatie van kampioenschappen toevertrouwd kreeg en later ervan afziet, zal een boete moeten betalen gelijk aan twee derden van het vastgelegde minimumbedrag behalve in gevallen van overmacht bewezen en aanvaard door het Bestuursorgaan. ASR 23.2. Buiten de boete moet de verzakende club de organisatiekosten van de kampioenschappen op zich nemen. ASR 23.3. De organisatiekosten worden door het Bestuursorgaan bepaald. |