Royal Friesland Campina
Collectief Praktiserende Dierenartsen Xxxxxxx 0000
0000 XX Xxxxxxxxx
xxxx@xxx-xxxxxx.xx xxx.xxx-xxxxxx.xx
KvK 59759526
Royal Friesland Campina
t.a.v. Executive Board Xxxxxxx 0000
0000 XX XXXXXXXXXX
Plaats: Amsterdam Datum: 8 april 2019 Betreft: RFC flyer
Geachte directie,
Brief per mail t.a.v. RFC-directie xxxxxxxxxxxx@xxxxxxxxxxxxxxxx.xxx en aangetekende post.
Het CPD heeft op 5 april 2019 van de heer Xxx Xxxxxxxx, voorzitter van de werkgroep communicatie van het ZuivelNL project Integraal Instrument Diergezondheid en Welzijn (IIDW), via onderstaand bericht, de RFC-flyer “Melk van gezonde koeien, daar zorgt u elke dag voor” mogen ontvangen. In de email wordt aangegeven dat RFC de flyer gaat gebruiken tijdens de komende voorjaarsbijeenkomsten.
We stellen vast dat het CPD in de RFC-flyer wordt genoemd zonder dat daar voorafgaand overleg over heeft plaatsgevonden en/of toestemming voor is gegeven.
Ter informatie: het CPD heeft in het ZuivelNL-project IIDW steeds aangegeven dat de daaruit voortkomende "instrumenten" aan alle uitgangspunten en randvoorwaarden moeten voldoen. In dat kader zijn de randvoorwaarden in het schrijven van 4 december 2018 onder de aandacht gebracht van de stuur- en werkgroepen van het IIDW-project (zie bijlage).
In navolging daarop is op 1 maart 2019 aan ZuivelNL bijgevoegd schrijven gericht waarin wordt aangegeven dat met betrekking tot KoeMonitor en de daaronder vallende instrumenten KoeData, KoeAlert en KoeKompas het van belang vooraf te weten welke afspraken wel of niet zijn toegestaan. Voor de verwijzing naar het CPD in de bovengenoemde RFC-flyer sluit het CPD, in lijn met het schrijven aan ZuivelNL van 1 maart 2019, iedere claim of aansprakelijkheid uit.
Uiteraard zijn we graag bereid een toelichting op het bovenstaande te geven. Mede namens het CPD-bestuur, uitziende naar uw reactie.
Met vriendelijke groet
Collectief Praktiserende Dierenartsen
Drs. X.X. xxx Xxxxxxxx
CPD vicevoorzitter met aandachtsgebied gezondheidszorg herkauwers tevens CPD- afgevaardigde in de Stuurgroep IIDW-project
Drs. X.X. xx Xxxxx
CPD Algemeen secretaris tevens CPD-afgevaardigde in de Werkgroep Doorontwikkeling
Copy Conform
ZuivelNL opdrachtgever IIDW-project t.a.v. directeur ir. J.H. Luten xxxxx@xxxxxxxx.xxx Dhr. Xxx Xxxxxxxx XXXX-project voorzitter werkgroep communicatie xxxxxxxxxxx@xxx.xx
Van: Xxxx xxx Xxxxxxxx <xxxxxxxxxxx@xxx.xx> Date: vr 5 apr. 2019 om 09:51
Subject: CDM KoeKompas FrieslandCampina Xxx xxxxx
Om jullie op de hoogte te houden van wat de diverse partijen zoal communiceren naar hun achterban: FrieslandCampina deelt tijdens de komende voorjaarsbijeenkomsten bijgaande flyer uit over CDM en KoeKompas in 2019.
Xxxxx Xxxx
Collectief Praktiserende Dierenartsen Xxxxxxx 0000
0000 XX Xxxxxxxxx
xxxx@xxx-xxxxxx.xx xxx.xxx-xxxxxx.xx
KvK 59759526
DOEL
ZUIVELNL PROJECT
INTEGRAAL INSTRUMENT DIERGEZONDHEID EN WELZIJN “PROGRAMMA VAN EISEN”
CPD-INBRENG VOOR STUURGROEP EN
WERKGROEPEN DOORONTWIKKELING, IMPLEMENTATIE EN COMMUNICATIE
Re-design1 van de borging van diergezondheid en -welzijn van runderen op melkveebedrijven, het proces van leveren van gezonde dieren bestemd voor humane consumptie, het proces van levering van rauwe melk van gezonde koeien en de discretionaire bevoegdheid van de (melk-) veehouder om binnen bepaalde grenzen naar eigen inzicht invulling te geven aan de verantwoordlijkheden.
VERANTWOORDELIJKHEID
De melkveehouder is verantwoordelijk voor het aantoonbaar voldoen aan bepalingen van de Europese Unie2 en de nationale wetgeving. De melkveehouder kan zich in die verantwoordelijkheid laten bijstaan door derden. Voor diergezondheid en -welzijn is dat een dierenarts die daarvoor is opgeleid en waarbij de leidende principes zijn3:
▪ Keuzevrijheid: adviserende, controlerende en monitorende rol kunnen door dezelfde dierenarts worden ingevuld, maar hoeft niet.
▪ Aparte kwalificatie voor controlerende rol (inclusief borging van deze rol).
▪ Voorkeur voor duidelijke scheiding in instrumenten per doel.
Onder de randvoorwaarden:
▪ Resultaatverplichting veehouder alleen op basis van harde cijfers.
▪ Vraag om advies vanuit de veehouder (vanwege de resultaatverplichting).
▪ Ondersteuning vanuit zuivel op behalen van de resultaten.
▪ Uitgangspunt is gerechtvaardigd vertrouwen.
Zuivelpartijen én dierenartsen hebben daarbij de conclusie getrokken dat de practicus controlerende taken kán uitvoeren, als de randvoorwaarden zijn ingericht.
1 Re-design: plan om wijzigingen aan te brengen in de structuur en functies van een systeem of artefact in het oorspronkelijke ontwerp.
2 Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen geldend 14 december 2019.
3 Leidende principes voor de dierenarts op 26 september 2018 vastgesteld voor het zuivel project Integraal Instrument Diergezondheid en Welzijn en de inbreng van Geborgde Rundveedierenartsen via de iDiaLoog Integraal Instrument Diergezondheid en Welzijn.
RANDWOORWAARDEN
Uitgangspunten voor het houden van runderen:
▪ Kennis van diergezondheid4;
▪ Één-op-één overeenkomst met wettelijk verplichte bezoek- en evaluatiefrequentie5.
Uitgangspunten voor het leveren van gezonde dieren voor humane consumptie:
▪ Kennis van verantwoordelijkheden met betrekking tot voedselketeninformatie;
▪ Borgen van het proces van levering gezonde dieren voor humane consumptie6;
Uitgangspunten voor het proces van levering van rauwe melk van gezonde koeien:
▪ Xxxxxx van verantwoordelijkheden met betrekking tot proces van leveren van rauwe melk;
▪ Borgen van het proces van levering van rauwe melk van gezonde koeien (produceren en afnemen)7.
Uitgangspunten voor het particuliere kwaliteitsborgingssysteem of de -systemen voor de verantwoordelijkheden van de melkveehouder:
▪ Door de bevoegde autoriteit erkend (controle-)programma met als uitgangspunt Verordening (EU) 2017/625 ook wel Official Controls Regulation (OCR) genoemd. Verordening (EU) 2017/625 trekt onder andere Verordening (EG) Nr. 854/2004 in.
▪ Rekening houdend met Richtsnoer Samenwerkende Ondernemingen Autoriteit Consument en Markt.
▪ Rekening houdend met Algemene Verordening Gegevensbescherming Autoriteit Persoonsgegevens.
HUIDIGE SITUATIE
Momenteel staan melkveehouders diverse systemen ter beschikking om aan de discretionaire bevoegdheden en verantwoordelijkheden invulling te gegeven. Daarbij bepaalt de zuivelonderneming als afnemer van rauwe melk veelal welk systeem de melkveehouder dient te hanteren.
Wat diergezondheid en -welzijn betreft staat de melkveehouder voor de private invulling en de borging ter beschikking de één-op-één overeenkomst met de Geborgde Rundveedierenarts met het BedrijfsGezondheidsPlan (BGP) en het BedrijfsBehandelPlan (BBP) inclusief het verlenen van diensten in het kader van de voedselketeninformatie en het uitvoeren van taken voor de specifieke voorschriften voor leveren van rauwe melk in de vorm van het Periodieke BedrijfsBezoek (PBB).
Wat betreft de uitvoering van het PBB zijn Geborgde Rundveedierenartsen opgeleid voor de taken voor de specifieke voorschriften voor leveren van rauwe melk en worden daarop getoetst onder andere middels compliance controles in opdracht van de Stichting Geborgde Dierenarts door Qlip, houder van het Protocol Periodiek Bedrijfsbezoek. De basisfrequentie voor uitvoeren van het PBB is viermaal per jaar. Het instrument de Continue Diergezondheid Monitor (CDM) wordt daarbij door zuivelondernemingen ingezet als vrijstelling voor het uitvoeren van fysieke controles.
Op aangeven van zuivelondernemingen staat voor melkveehouders KoeKompas met de IntegraalKoeManagement-dierenarts, die als Geborgde Rundveedierenarts staat geregistreerd, ter beschikking, waarbij in de huidige situatie het PBB als onderdeel van KoeKompas met een frequentie van tweemaal per jaar een uitzondering op de basisfrequentie vormt.
De plannen voor de gezondheid en het welzijn van runderen die de melkveehouder overeenkomt met de dierenarts worden in beide systemen ten minste jaarlijks geëvalueerd.
4 Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid: artikel 11. 5 Regeling diergeneesmiddelen bijlage 9 artikel 3 schriftelijke overeenkomst, artikel 5 bezoekfrequentie voor
melkveerunderen eenmaal per drie maanden met een uitzondering voor zes maanden mits in de tussenliggende periode een beoordeling van de algemene gezondheidsstatus en gebruik van antimicrobiële middelen heeft plaatsgevonden en 9 de vrijstelling bij structureel laaggebruik waarvoor op basis van Wet dieren artikel 8.44 ex artikel 7.6 en volgende de Gids voor Goede Praktijk antibioticumgebruik voor Melkveehouders op de RVO-website is gepubliceerd. Besluit houders van dieren artikel 1.28, Besluit Diergeneeskundigen artikel 5.9 en Regeling diergeneeskundigen artikel 5.13; 5.14; 5.17 en 5.22 (jaarlijkse evaluatie)
6 Verordening (EG) nr. 853/2004 bijlage II Voorschriften betreffende verscheidene producten van dierlijke oorsprong, Sectie III informatie over de voedselketen.
7 Verordening (EG) nr. 853/2004 bijlage III Sectie IX rauwe melk, colostrum, zuivelproducten en producten op basis van colostrum.
De beoordeling van Geborgde Rundveedierenartsen en de IKM-dierenartsen, als plusmodule voor KoeKompas, gaan uit van principes die overeenstemming vertonen met eisen voor instellingen die audits en certificatie van personen leveren.
RE-DESIGN
Om aan de uitgangspunten van de Verordening (EU) 2017/625, die Verordening (EG) Nr. 854/2004 intrekt, te voldoen is re-design van belang.
Uitgangspunt is een particulier kwaliteitsborgingssysteem of –systemen die worden erkend door de bevoegde autoriteit de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit en het Centraal Orgaan voor Kwaliteitsaangelegenheden in de Zuivel met instemming van de Ministeries van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Erkenning is gebaseerd op de mogelijkheid voor eigen controles die op verzoek door derden kunnen worden verricht8.
Voor de erkenning van de eigen controles is de meest voor de hand liggende optie het beschikbaar houden van het systeem met de Geborgde Rundveedierenartsen in de Stichting Geborgde Dierenarts en daarbij in lijn met de leidende principes voor het doel procesbeoordeling “produceren en afnemen van rauwe melk” een plusmodule te hanteren. Voor KoeKompas is de plusmodule de IKM-dierenarts.
Waar het specifieke doelvoorschriften betreft voor het produceren en afnemen van rauwe melk geldt voor de plusmodule:
▪ omschakelen van checklist-aanpak naar procesbeoordeling van de discretionaire bevoegdheid van de melkveehouder;
▪ harde data in zetten voor de fysieke uitvoering van de procesbeoordeling van de verantwoordelijkheden van de melkveehouder;
▪ ten behoeve van de (inter-)nationale afzet van melk en melkproducten in te zetten op een kwaliteitsschema onder xxx.xxxxxxxxxxxx.xx met de scope het produceren en ophalen van rauwe melk van gezonde koeien overeenkomstig Verordening (EG) nr. 853/2004 bijlage III Sectie IX rauwe melk, colostrum, zuivelproducten en producten op basis van colostrum.
8 Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 Artikel 9 lid 1.d
Collectief Praktiserende Dierenartsen Xxxxxxx 0000
0000 XX Xxxxxxxxx
xxxx@xxx-xxxxxx.xx xxx.xxx-xxxxxx.xx
KvK 59759526
ZuivelNL
t.a.v. Bestuur Xxxxxxx 00000 0000 XX XXX XXXX
AFZ: CPD Xxxxxxx 0000, 0000 XX Xxxxxxxxx
Plaats: Amsterdam Datum: 1 maart 2019 Betreft: IIDW-project
Geacht ZuivelNL bestuur,
Digitale brief naar emailadres: xxxx@xxxxxxxx.xxx en per aangetekende post
Het CPD stelt vast dat ZuivelNL als opdrachtgever van het project Integraal Instrument Diergezondheid en Welzijn (IIDW) geëngageerd bezig is te werken aan instrumenten voor melkveehouders die deels ook betrekking hebben op de veterinaire dienstverlening. Het Collectief Praktiserende Dierenartsen heeft steeds aangegeven dat het IIDW-project en de daaruit voortkomende "instrumenten" moeten voldoen aan alle uitgangspunten en randvoorwaarden. Deze zijn in het schrijven van 4 december 2018 onder de aandacht gebracht van de stuur- en werkgroepen van het IIDW-project (zie bijlage). In dat schrijven wordt onder andere verwezen naar de “Richtsnoer samenwerkende ondernemingen” van de Autoriteit Consument en Markt. Deze richtsnoer is op 26 februari 2019 met de “Leidraad Samenwerking tussen concurrenten” komen te vervallen1. Het CPD gaat voor het IIDW-project inclusief de daaruit voortkomende “instrumenten” nu en in de toekomst uit van de actuele situatie.
We stellen vast dat, in relatie tot KoeMonitor en de daaronder vallende instrumenten KoeData, KoeAlert en KoeKompas onderzoek loopt naar uitgangspunten en randvoorwaarden en stellen dat zeer op prijs. Het is immers van belang om voor alle onderdelen van KoeMonitor vooraf te weten welke afspraken wel of niet zijn toegestaan.
Graag maakt ondergetekende namens het Collectief Praktiserende Dierenartsen in deze fase van het project duidelijk dat (juridische) procedures met betrekking tot het IIDW- project en/of de daaruit voortvloeiende "instrumenten" inclusief daarmee verband houdende kosten in welke vorm dan ook, nu en in de toekomst, voor opdrachtgever ZuivelNL en haar leden zijn en sluit in deze iedere claim of aansprakelijkheid uit.
Uiteraard zijn we graag bereid een toelichting op het bovenstaande te geven. Mede namens het CPD-bestuur.
Met vriendelijke groet
Collectief Praktiserende Dierenartsen
Drs. X.X. xxx Xxxxxxxx
CPD-afgevaardigden in Stuurgroep IIDW-project
1 xxxxx://xxx.xxx.xx/xx/xxxxxxxxxxx/xxxxxxxx-xxxxxxxxxxxx-xxxxxx-xxxxxxxxxxxx