INRICHTING REGIONAAL EXPERTISE TEAM REGIO ZUID KENNEMERLAND & IJMOND
INRICHTING REGIONAAL EXPERTISE TEAM
REGIO ZUID KENNEMERLAND & IJMOND
Versie vastgesteld in PFO Jeugd Zuid Kennemerland & IJmond d.d. 9 december 2021
Inhoudsopgave
2. De samenstelling en inbedding van het RET 4
3. Samenwerking en samenvoeging met andere casuïstiek overleggen 6
4. Randvoorwaarden voor goed functioneren RET 7
Bijlage 1: Vier functies van het regionaal expert team 10
Iedere jeugdhulpregio in Nederland moet eind 2021 een Regionaal Expertise Team (RET) hebben waarin ieder geval de volgende functies belegd zijn; consult en advies, procesregie, signaleren en leren (zie bijlage 1). Op dit moment lukt het jeugdhulpregio’s nog niet alle vragen van jeugdigen en ouders op te pakken. Het team Oppakken en leren van complexe casuïstiek (tOLCC) van het ondersteuningsteam zorg voor de jeugd (OZJ) heeft ondersteuning geboden en casussen opgepakt. Eind 2021 stopt het tOLCC en moeten de jeugdhulpregio’s zelf goed toegerust zijn om de complexe jeugdhulp vragen van jeugdigen en ouders op te pakken.
Vervolg op denkrichting besproken in PFO 7 oktober 2021
In het PFO van 7 oktober is de memo ‘Verkenning inrichting Regionaal Expertise Team’ besproken en is er ingestemd met de denkrichting. In dit voorstel is de denkrichting uitgewerkt en wordt gevraagd om instemming met de inrichting op hoofdlijnen en de bijbehorende begroting zodat dit ook ter besluitvorming aan de zeven colleges kan worden voorgelegd en het Regionaal Expertise Team opgestart kan worden. Er wordt om zowel middelen als commitment gevraagd.
Betrokkenen bij voorstel
Een tijdelijke werkgroep heeft in meerdere bijeenkomsten meegewerkt aan het tot stand komen van het voorstel en veel input geleverd. In deze werkgroep zijn ervaringsdeskundigen, jeugdhulpaanbieders, Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), Gecertificeerde Instellingen (GI), Veilig Thuis, de Raad van de Kinderbescherming (RvdK) en gemeenten vertegenwoordigd. In een brede bijeenkomst zijn alle samenwerkingspartners op managementniveau geïnformeerd en uitgenodigd
input te leveren. Ook is ervaring met expertise teams uit andere regio’s en van het
Ondersteuningsteam Zorg voor Jeugd benut.
Doel van het RET
Het RET wordt opgezet met het volgende doel:
• Het bieden van een goed vindbare plek waar jeugdigen, ouders en professionals worden geholpen met het vinden van oplossingen voor meervoudige complexe hulpvragen. Het RET ondersteunt en versterkt de betrokkenen.
• Een bijdrage leveren aan een lerend jeugdstelsel door te leren van casuïstiek.
Het RET wordt erbij gehaald en biedt tijdelijk extra expertise, ondersteuning en aanjaagkracht.
Dit betekent dat de al betrokken professionals van lokale teams en/of jeugdhulpaanbieders niet loslaten maar verantwoordelijk en betrokken blijven voor en vanuit hun rol zolang de problematiek hierom vraagt.
Inhoudelijk kader
Onderliggend aan de werkwijze van het RET zijn de beleidsdoelen uit de regiovisie:
1. Ouders, kinderen en jongeren kunnen, met steun van hun omgeving, omgaan met de gewone hobbels in het opvoeden en opgroeien.
2. Kinderen en jongeren krijgen tijdig de best passende hulp (zo licht als mogelijk, zo zwaar als nodig).
3. Kinderen en jongeren groeien zo thuis mogelijk op (streven naar 0 uithuisplaatsingen).
4. Kinderen en jongeren groeien veilig op.
5. Jeugdhulp en onderwijs zetten zich in samenhang in voor de ontwikkeling van jeugdigen.
2. De samenstelling en inbedding van het RET
Om het RET goed te laten functioneren wordt de volgende bemensing voorgesteld: twee procesregisseurs (één per regio), een kernteam bestaande uit vaste leden, een flexibele schil en een pool ervaringsdeskundigen.
Na een jaar functioneren vindt een evaluatie plaats. Op basis hiervan wordt beoordeeld of de opbouw van het RET en de beschikbare uren zich goed verhouden tot het doel van het RET. Hieronder per onderdeel een korte toelichting.
Twee procesregisseurs/voorzitters
De jeugdhulpregio’s IJmond en Zuid-Kennemerland stellen ieder voor 28 uur een procesregisseur/voorzitter aan. De procesregisseurs zitten ook het casuïstiekoverleg voor en vormen samen een team, zijn elkaars achtervang. Uitgaande van een functie schaal 11 voor 28 uur per week is de loonsom per jaar € 70.587,- (incl. werkgeverslasten) per jeugdhulpregio.
Begroting jeugdhulpregio’s IJmond en Zuid Kennemerland obv. verdeelsleutel ‘inwonersaantallen1’.
Bloemendaal | Haarlem | Heemstede | Zandvoort | |
Inwonersaantal ZK totaal 380.405 (jan.2021) | 23.478 | 162.543 | 27.545 | 17.168 |
% op bedrag € 70.587,- | 10,18 | 70,44 | 11,94 | 7,44 |
Bijdrage regiogemeenten | 7.185,76 | 49.721,48 | 8.428,09 | 5.251,67 |
Begroting regio IJmond op basis van een verdeelsleutel ‘inwonersaantallen’.
Beverwijk | Heemskerk | Velsen | |
Inwonersaantal IJ totaal 149.671 (jan.2021) | 41.863 | 39.191 | 68.617 |
% op bedrag € 70.587,- | 27,97 | 26,18 | 45,85 |
Bijdrage regiogemeenten | 19.743,18 | 18.479,68 | 32.364,14 |
Vaste deelnemers RET-team
Het kernteam is werkzaam voor de beide regio’s Zuid-Kennemerland en IJmond en maakt zich samen met de procesregisseurs hard voor het vinden van oplossingen voor complexe meervoudige casuïstiek. Zij brengen ieder hun eigen expertise en netwerk in en onderhouden nauwe contacten met hun netwerk. De onderstaande pijlers zijn vertegenwoordigd in het kernteam. Het gaat bij de vertegenwoordiging niet om de organisaties maar om de werkvelden, de expertises/competenties en vanuit eigen expertise wel breed (oog voor hele gezin en omgeving/context) en ‘out of the box’ kunnen denken.
• CJG/Toegang
• LVB/VG
• JGGZ/volwassen GGZ (bij voorkeur een psychiater)
• J&O
• Onderwijs
• Gemeente/contractmanagement (kennis van brede sociale domein)
• Aan het team verbonden ervaringsdeskundigen
De deelnemers krijgen hun inzet vergoed omdat zij nadrukkelijk niet vanuit hun organisatie aan tafel zitten, maar op basis van hun expertise. Hen wordt gevraagd mee te denken met problematiek waar zijn geen directe rol in hebben vanuit een organisatie en om bij te dragen aan het samen leren en uitdragen van de geleerde lessen.
Aan het team van vaste deelnemers is een pool van ervaringsdeskundige ouders en jeugdigen verbonden. Zij kunnen ouders en jeugdigen ondersteunen bij de gesprekken en in de zoektocht naar de best passende steun en hulp. De ervaring in andere regio’s leert dat zij vaak heel andere mogelijkheden in beeld brengen. Bij iedere aanmelding wordt aan de ouders en jeugdigen gevraagd of ondersteuning door een ervaringsdeskundige gewenst is, vervolgens wordt een goede match gemaakt. In de opbouw van de kosten is uitgegaan van een vast team met zes leden in functieschaal 11, per lid 2 uur en 2 uur voor coördinatie en inzet van ervaringsdeskundigen. Bij totaal 14 uur per week is de loonsom per jaar € 36.682,- (incl. werkgeverslasten). Er komt één kernteam voor de twee regio’s. Per jeugdhulpregio is dit een bedrag van € 18.341,- (incl. werkgeverslasten).
Begroting regio Zuid-Kennemerland op basis van een verdeelsleutel ‘inwonersaantallen2’.
Bloemendaal | Haarlem | Heemstede | Zandvoort | |
Inwonersaantal ZK totaal 230.734 (jan.2021) | 23.478 | 162.543 | 27.545 | 17.168 |
% op bedrag € 18.341,- | 10,18 | 70,44 | 11,94 | 7,44 |
Bijdrage regiogemeenten | 1.867,11 | 12.919,40 | 2.189,92 | 1.364,57 |
Begroting regio IJmond op basis van een verdeelsleutel ‘inwonersaantallen’.
Beverwijk | Heemskerk | Velsen | |
Inwonersaantal IJ totaal 149.671 (jan.2021) | 41.863 | 39.191 | 68.617 |
% op bedrag € 18.341,- | 27,97 | 26,18 | 45,85 |
Bijdrage regiogemeenten | 5.129,98 | 4.801,67 | 8.409,35 |
Flexibele schil/’kaartenbak’
Om het kernteam staat een breed netwerk. Op basis van de specifieke vraag en problematiek van een jeugdige wordt de benodigde expertise uit deze flexibele schil betrokken. Met de samenwerkingspartners in IJmond en Zuid-Kennemerland worden in de verwerving afspraken gemaakt over de beschikbaarheid van deze expertise en de (wijze van) vergoeding.
Stuurgroep
Er wordt een stuurgroep ingericht met een afvaardiging van wethouders en van bestuurders van jeugdhulpaanbieders/samenwerkingspartners). Deze stuurgroep heeft twee functies:
• Het borgen van het gezamenlijk leren en transformeren op basis van de lessen geleerd in het RET.
• Het doorhakken van knopen/afdwingen van oplossingen in vastlopende casuïstiek waar ook het RET vastloopt. Voorstel voor uitwerking hiervan wordt verder uitgewerkt en voorgelegd.
3. Samenwerking en samenvoeging met andere casuïstiek overleggen
Er zijn in IJmond en Zuid-Kennemerland diverse overleggen met betrekking tot casuïstiek. Er is nagegaan welke overleggen met de komst van het RET kunnen vervallen en met welke overleggen goede samenwerking en afbakening van taken nodig is. In onderstaand overzicht zijn de huidige casuïstiek-overleggen in de regio opgenomen en de relatie van het RET met deze overleggen:
Doorbraakberaad | Vervalt De functie die het Doorbraakberaad heeft komt te liggen bij het RET zodra deze operationeel is |
Denktank | Vervalt De Denktank vervult op dit moment de consultatie- en adviesfunctie die onderdeel vormt van de opdracht van het RET. Dit overleg komt te vervallen zodra het RET operationeel is |
Bovenregionaal expertisenetwerk Noord-Holland (BEN NH) | Aanvullend, erbij halen Het Expertisenetwerk co-morbide Jeugdhulp casuïstiek Noord- Holland (BEN NH) werkt aanvullend op het RET. Het biedt aanvullende expertise daar waar sprake is van complexe co- morbide problematiek. Daarnaast kan het BEN NH voor bv. vernieuwende initiatieven en overbrugging tijdelijke of eenmalige middelen ter beschikking stellen. |
MDA++ en ICO (Veiligheidshuis) | Samenwerken, afstemmen In deze overleggen gaat het over veiligheidsvraagstukken en/of cliënten met een justitiële problematiek. Hierbij zitten er andere partners aan tafel dan bij het RET. MDA++ richt zich op de doelgroep 0-100+. Deze overleggen blijven bestaan naast het RET. Afstemming hiertussen moet nader worden uitgewerkt. |
Beschermingstafel | Samenwerking/samengaan wordt verder uitgewerkt Bij de Beschermingstafel kijken de betrokken hulpverleners samen met de ouders en jeugdige(n) naar hoe een veilige(re) opgroei- en opvoedtoekomst voor de jeugdige(n) bereikt kan worden. De uitkomst hiervan kan een vrijwillig traject zijn, maar het kan ook leiden tot een onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming. Op basis van de evaluatie van de beschermingstafel en de ontwikkelingen in de jeugdbeschermingsketen wordt samenwerking en eventueel samengaan uitgewerkt. |
Zorgadviesteam / Samenwerkingsverband Passend Onderwijs/landelijke onderwijsconsulenten | Samenwerken, afstemmen Met het Zorgadviesteam vindt samenwerking en afstemming plaats daar waar het gaat over zorg en onderwijs. Wanneer geen geschikt onderwijs gevonden wordt kunnen de samenwerkingsverbanden en landelijke onderwijsconsulenten begeleiding, bemiddeling en advies bieden. |
Team Passende Hulp Haarlem (voorheen HET)/lokale overleggen | Afstemming Als gevolg van beheersmaatregelen kennen gemeenten hun eigen afwegingskader in relatie tot de bekostiging van jeugdhulp. Deze overleggen kunnen lokaal voortbestaan. Zij vormen echter geen extra halte ná het advies van het RET: indien nodig wordt al tijdens het proces met het gemeentelijke contractmanagement afgestemd. |
4. Randvoorwaarden voor goed functioneren RET
Voor het goed functioneren van het RET zijn onderstaande randvoorwaarden en het daarbij behorende commitment van alle belanghebbenden van belang:
Tijdig erbij halen RET
Het RET is laagdrempelig toegankelijk en wordt er tijdig bijgehaald bij complexe en meervoudige problematiek. Dit gebeurt in een fase waarin er nog ruimte is voor gezamenlijke analyse en het verkennen van meerdere oplossingsrichtingen, niet pas op het moment van crisis.
Rol gemeenten: bijdrage leveren aan communicatie en signaleren/leren.
Bindend advies RET op basis van gezamenlijk opgesteld plan
Het RET stelt samen met ouders/opvoeders, jeugdigen, onderwijs en professionals een plan voor passende steun en hulp op. Dit plan is altijd gebaseerd op een gedegen verklarende analyse. Het op deze wijze gemaakte plan is bindend. Dit betekent dat de (jeugdhulp)aanbieders de met het RET afgesproken inzet leveren en gemeenten de inzet van deze afgesproken jeugdhulp financieren.
De procesregisseurs en deelnemers van het RET hebben de kennis, ervaring en het gezag dat nodig is voor acceptatie van het bindend advies. Bovendien hebben zij korte lijnen met de (bestuurders van) betrokken partijen om gedurende het proces te zorgen dat de plannen voor passende steun afgestemd en gedragen zijn.
Rol gemeenten: afspraken over bindend advies vastleggen in contracten, subsidies en werkafspraken. Eventueel aanvullend een convenant afsluiten. Als gemeenten zelf de afspraken nakomen.
Beschikbaarheid (ervaren) jeugdhulpprofessionals
Het werkveld signaleert al geruime tijd een tekort aan (ervaren) jeugdhulpprofessionals. Dit is een aandachtspunt voor de wijze waarop en welke ondersteuning het RET biedt.
Rol gemeenten: de invloed is beperkt. Aandacht voor tijd, ruimte, scholing en waardering van professionals. Landelijke lobby.
Opschalingsmogelijkheden
Gemeenten en jeugdhulpaanbieders hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid om passende steun en hulp te bieden aan de doelgroep van het RET, jeugdigen met meervoudige complexe problematiek. Loopt het bieden van een passende (maatwerk)oplossing vast binnen een organisatie of in de samenwerking tussen organisaties dan kunnen de procesregisseurs via directe mail/06 nummer contact opnemen met de wethouder/bestuurder. Zij maken zich binnen hun eigen organisatie hard voor het vinden van een oplossing. Situaties waarin opgeschaald moest worden, worden achteraf altijd geëvalueerd om lessen uit te trekken voor het vervolg.
Rol gemeenten: beschikbaar stellen van (bestuurlijke) contactpersonen die indien nodig bereikbaar zijn en zich hard maken voor het vinden van oplossingen.
Tijd om taken uit te voeren
De procesregisseurs en de deelnemers aan het RET hebben voldoende tijd nodig om hun taken goed uit te kunnen voeren. Dit geldt ook voor de direct betrokkenen vanuit CJG, GI, onderwijs en (jeugd)hulp.
Rol gemeenten: Bekostigen voldoende uren procesregisseurs en leden RET. Afspraken maken in contracten en subsidieovereenkomsten met betrekking tot overige inzet.
Vertragen en verdragen, gesprek over veiligheid en risico’s
Er is ruimte en steun nodig voor ‘vertragen en verdragen’: de tijd te nemen en niet voor crisisinterventies te kiezen maar een time-out te nemen en eerst een gedegen verklarende analyse te maken en op basis daarvan een plan voor passende steun en hulp op te zetten. De steun van
bestuurders, leidinggevenden en het team is nodig om de ruimte en rust te creëren voor een goede analyse en om indien nodig te durven kiezen voor spannende, mogelijk risicovolle maar wel passende oplossingen.
Rol gemeenten: (morele) steun aan professionals om altijd eerst een gedegen verklarende analyse te maken alvorens hulp aan de jeugdige te starten. Indien nodig financieren van een time-out gedurende het maken van de verklarende analyse, bijvoorbeeld om een kind uit een risicovolle gezinssituatie te halen.
Verbinding sociaal domein, inzet praktische steun
Regelmatig is er in een gezin van een jeugdige met complexe meervoudige problematiek ook sprake van problematiek van de volwassenen zoals psychische en/of verslavingsproblematiek maar ook armoede, werkeloosheid en huisvestingsproblematiek. Dit vraagt om andere oplossingen dan (alleen) de inzet van jeugdhulp.
Rol gemeente: Ter ondersteuning aan het RET zou iedere gemeente een sleutelpersoon moeten hebben die binnen de gemeente de weg weet en gezag heeft wanneer inzet en steun vanuit de Wmo en Participatiewet nodig is en/of oplossingen op het gebied van huisvesting gezocht moeten worden.
Een belangrijk doel van het RET is om bij te dragen aan een lerend jeugdhulpstelsel, waarin jeugdigen daadwerkelijk tijdig bij hun situatie passende hulp krijgen. Een beweging naar minder uithuisplaatsingen en een minimalisatie van doorplaatsingen geeft deze ambitie verder richting.
De ambitie is niet nieuw en veel organisaties en professionals werken hier ook al gericht aan. Toch heeft dit tot op heden nog niet geleid tot een gezamenlijk en systematisch ingericht leerproces. Het RET wil aan een dergelijk gezamenlijk leerproces bijdragen. Een plan daarvoor wordt in de komende maanden gemaakt. Er is aandacht voor het leren op drie niveaus:
• Casusniveau: Evaluatie en leren op het niveau van casuïstiek. Heeft de inzet van RET tot verbetering en tot oplossingen in de casus zelf geleid? Welke knelpunten worden zichtbaar en hoe kunnen we die oplossen?
• Professioneel niveau: Bewustwording van en reflectie op patronen in het (professionele) handelen. Wat daarin is helpend, wat niet? Welke achterliggende waardes en aannames vragen om discussie en verandering? Dit laatste vraagt oog en oor van patronen binnen de jeugdhulp en de context waarin jeugdhulp plaatsvindt, in het besef dat xxxxxxxxx regelmatig niet alleen deel van de oplossing is, maar ook een deel van het probleem. De bereidheid tot gedragsverandering is dan ook essentieel.
• Systeemniveau: Signaleren en agenderen. Welke punten vragen bespreking en aanpak op een andere tafel of een hoger (bestuurlijk) niveau?
Om in samenhang aan verbeteringen op alle drie deze niveaus te kunnen werken worden de volgende onderdelen onderzocht en uitgewerkt:
• Monitoring. Een basis-set gegevens voor de RET’s is landelijk ontwikkeld. Met deze gegevens kan een analyse gemaakt worden van in de casuïstiek relevante factoren en wat deze zeggen over, bijvoorbeeld, veel voorkomende problemen en/of hiaten in de hulp.
We onderzoeken of het zinvol is om in aanvulling daarop een kleine set te ontwikkelen met factoren die het procesverloop gunstig of negatief beïnvloeden. Dit kan bijdragen aan goed zicht op de veranderopgave voor professionals.
• Afspraken vooraf over evaluatie en analyse. De intentie om te evalueren en daarvan te leren is bijna altijd aanwezig. Wat ontbreekt is een duidelijke infrastructuur om dat voornemen ook uit te voeren én dat niet alleen binnen de eigen organisatie of het eigen team te doen, maar organisatie-overstijgend. Een voorstel voor een dergelijke structuur wordt gemaakt.
• Agendering van signalen. De voorgaande twee typen activiteiten leiden tot de mogelijkheid om systematisch te rapporteren over knelpunten en verbeterpunten. Ook het agenderen van de signalen op de best passende plek en de beschikbare gremia goed te benutten is een leerproces.
Het bovenstaande krijgt vorm in nauwe samenwerking met de bewegingen die in de afgelopen periode al op gang zijn gekomen op landelijk, landdeel regionaal niveau.
• Landelijk betreft dit het plan van de verschillende branches die zijn betrokken bij jeugdhulp ter verbetering van de hulp (tijdig, passend, inclusief) onder de noemer StroomOp. In dit plan zijn de inzichten over de noodzakelijke veranderingen in de huidige praktijk bijeengebracht.
• Op bovenregionaal niveau kent Noord-Holland het plan ‘Een thuis voor Noordje’ dat deze
ontwikkeling en de daarbij behorende doelen concretiseert voor de regio’s van landsdeel Noord- Holland.
• IJmond en Zuid-Kennemerland zijn in gesprek met StroomOp om hun expertise op het gebied van lerende netwerken te verbinden aan de ontwikkeling van het RET in de vorm van een pilot en daarbij gebruik te maken van feiten en cijfers die een ‘baseline’ markeren.
Bijlage 1: Vier functies van het regionaal expert team
Er zijn landelijk vier functies benoemd noodzakelijk voor het goed kunnen oppakken van ingewikkelde vragen van kinderen in de eigen regio, te weten:
1. Consultatie en advies
Een regionaal expertteam kan door zowel een professional als een ouder of kind om advies gevraagd worden rondom een complexe zorgvraag. In principe kan een regionaal expertteam op alle vraagstukken een antwoord geven. Dat hoeven ze niet allemaal zelf in huis te hebben, maar ze kennen de wegen om tot dat antwoord te komen, en laten niet los voor dat antwoord er is.
2. Procesregie
Complexe zorgvragen die zijn vastgelopen op de inhoud (dan wel op de eerder gekozen oplossing, zonder dat de inhoudelijke vraagverkenning voorzien is van een breedte analyse) of op de samenwerking tussen partijen kunnen worden losgetrokken door het regionaal expertteam. Zij hebben hiervoor de functie procesregie ingericht aan de hand van vier stappen: aanmelding/triage, overleg over de zorgvraag (gezamenlijke analyse en planvorming), monitoren en afschalen/afsluiten van de gemaakte plannen. De rol van de procesregisseur is ervoor te zorgen dat alle hulpverleners/ partners die nodig zijn voor een doorbraak tot een gezamenlijk plan komen en dit ook uitvoeren. In dit plan zijn het doel, de rollen en taken duidelijk beschreven en vindt er monitoring op de uitvoering plaats. De melders, ouders en kinderen/jongeren worden bij het overleg over de zorgvraag uitgenodigd.
3. Signalering
Het expertteam maakt periodiek een analyse van de aangedragen en opgepakte complexe zorgvragen. Deze rapportage gaat in op gesignaleerde ontwikkelingen en knelpunten. De ontwikkelingen en knelpunten worden voorzien van een advies. Deze analyse wordt onder de aandacht bij de lokale en, waar nodig, de landelijke bestuurders en partners en het Bovenregionaal Expertnetwerk Noord-Holland. Dit betekent dat er basisgegevens over de aangemelde en opgepakte zorgvragen (bij functie 1 en 2) moeten worden geregistreerd en periodiek geanalyseerd.
4. Leren
De opgepakte complexe zorgvragen worden met halfjaarlijks geëvalueerd. Deze evaluaties zijn gericht op het bespreken van zowel de samenwerking als de inhoudelijke knelpunten/oplossingen. De uitkomsten van deze evaluaties worden vervolgens vertaald naar adviezen richting de moederorganisatie van de betrokken melders en hulpverleners. Naast evaluaties van complexe zorgvragen kan geleerd worden in de vorm van intervisie, en collegiale peerreviews tussen expertteams. Deze leervormen zijn primair gericht op het verbeteren van de eigen werkwijze van het expertteam en de expertisecentra/netwerken.