MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP
MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP
[2003 / 201879]
Milieubeleidsovereenkomst betreffende de uitvoering van de Vlarea-aanvaardingsplicht afvalbatterijen
Gelet op het decreet van 15 juni 1994 betreffende de milieubeleidsovereenkomsten;
Gelet op het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 17 december 1997 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en beheer, hierna genoemd ″het VLAREA″;
Gelet op artikel 3.1.1.4. van het VLAREA alsmede op het verslag inzake het VLAREA aan de Vlaamse regering, waarin bepaald is dat een milieubeleidsovereenkomst in uitvoering van het decreet van 15 juni 1994 betreffende de milieubeleidsovereenkomsten, het geëigende rechtsinstrument is om de in het VLAREA ingeschreven algemene basisregels en beoogde doelstellingen inzake de aanvaardingsplicht vast te stellen in meer specifieke, aanvullende regels;
Gelet op de bekendmaking van het ontwerp van milieubeleidsovereenkomst betreffende de uitvoering van de aanvaardingsplicht afvalbatterijen in het Belgisch Staatsblad van 24 maart 2003;
Gelet op het advies van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen van 9 april 2003; Gelet op het advies van de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen van 3 april 2003;
Gelet op het feit dat het Vlaams Parlement zich niet heeft verzet tegen de sluiting van onderhavige overeenkomst; Gelet op de eenheid van de Belgische markt inzake batterijen;
Hebben de hiernavolgende partijen :
1o het Vlaamse Gewest,
Belgisch staatsblad dd. 18-11-2003
vertegenwoordigd door de Vlaamse regering, vertegenwoordigd door de heer, Xxxx Xxxxxx, minister-president van de Vlaamse regering, en de xxxx Xxxx Xxxxxx, Vlaams minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamen- werking,
hierna genoemd het Gewest; 2o de volgende organisaties :
a) de Federatie van de Elektriciteit en de Elektronica v.z.w.,
met maatschappelijke zetel te Brussel, aan de Square X. Xxxxxx 92 / 94, bus 1, vertegenwoordigd door de xxxx Xxxxxx Xxx, voorzitter, en de xxxx Xxxxxxxx Xxxxx, bestuurder en voorzitter van de Sectie ″Fabrikanten en Invoerders van Batterijen″, hierna genoemd ″F.E.E. » ;
en
b) Vlabat V.Z.W.
met maatschappelijke zetel te Sint-Stevens-Woluwe, aan het Woluwedal 28, vertegenwoordigd door de xxxx Xxxxx Xxxxxx, voorzitter, en de xxxx Xxxx Xxx Xxxxx, directeur-generaal, hierna genoemd ″Vlabat″;
hierna genoemd ″de Organisaties″;
volgende milieubeleidsovereenkomst afgesloten :
Begrippen en definities
Artikel 1. § 1. De begrippen en definities, vermeld in het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen, in het besluit van de Vlaamse regering van 17 december 1997 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en -beheer (VLAREA), zijn van toepassing op deze overeenkomst, onverminderd de aanvullende definities in deze overeenkomst omschreven.
§ 2. Voor de toepassing van deze milieubeleidsovereenkomst wordt verstaan onder :
1° het ″decreet″ : het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen;
2° het ″besluit″ : het besluit van de Vlaamse regering van 17 december 1997 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en -beheer;
3° ″de Begeleidingscommissie″ : de Begeleidingscommissie, opgericht overeenkomstig artikel 12 van de onder- havige overeenkomst;
4° ″batterij″ : iedere bron van door rechtstreekse omzetting van chemische energie verkregen elektrische energie, bestaande uit één of meer primaire (niet-oplaadbare) cellen of secundaire (oplaadbare) cellen, met uitzondering van loodstartbatterijen;
5° ″loodstartbatterij ″ : batterij, bestaande uit loodplaten in een elektrolytoplossing, bestemd voor het starten van verbrandingsmotoren
6° ″Collectief systeem ″ : het systeem opgezet door het beheersorganisme met het oog op het beheer van de uitvoering van de aanvaardingsplicht voor batterijen, zoals voorzien in het Besluit;
7° ″Leden van de Organisaties ″ : de leden van de Organisaties in de zin van artikel 10 van de wet van 27 juni 1921 waarbij aan de verenigingen zonder winstoogmerk en de instellingen van openbaar nut rechtspersoonlijkheid wordt verleend, die stemrecht hebben in de algemene vergadering van de organisaties;
8° ″Deelnemer van het collectief systeem ″ : iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die een toetredingsover- eenkomst heeft gesloten met een beheersorganisme.
9° ″inzamel- en recyclagesysteem ″ : een inzamel- en recyclagesysteem in de zin van artikel 378, § 1, eerste lid, van de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur;
10° ″inzamel- en recyclagebijdrage″ : een inzamel- en recyclagebijdrage in de zin van artikel 378,, § 1, 2, a), van de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur;
Toepassingsgebied
Art. 2. De huidige milieubeleidsovereenkomst is van toepassing op de leden van de Sectie ″Fabrikanten en Invoerders van Batterijen″ van F.E.E., op de leden van de andere Organisaties en op de deelnemers van het collectief systeem.
Onder het toepassingsgebied van deze (milieubeleids)overeenkomst vallen de batterijen en de batterijen waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen.
Doel
Art. 3. Deze milieubeleidsovereenkomst heeft tot doel uitvoering te geven aan de aanvaardingsplicht voor batterijen, overeenkomstig de bestaande gewestelijke wetgeving, op een uniforme wijze voor het ganse Belgische grondgebied in de drie Gewesten.
Preventie
Art. 4. De leden van de Organisaties verbinden zich ertoe om :
- de hoeveelheid cadmium in zink-bruinsteen batterijen en in alkaline batterijen uiterlijk op datum van in werkingtreding van deze overeenkomst terug te brengen tot 0,002 gewichtsprocent;
- de hoeveelheid lood in zink-bruinsteen batterijen en in alkaline batterijen uiterlijk op datum van in werkingtreding van deze overeenkomst terug te brengen tot 0,2 gewichtsprocent;
- aan de consumenten en de fabrikanten van toestellen duidelijk en actief te communiceren welke types van batterijen binnen hun gamma het meest geschikt zijn voor bepaalde toepassingen, rekening houdend met de technische kenmerken van de batterijen en van de toepassingen;
- de nodige inspanningen te leveren om de gemiddelde kwaliteit van de batterijen die zij op de markt brengen, te meten aan de capaciteit, de levensduur en de houdbaarheid, te verhogen. De resultaten hiervan zullen tweejaarlijks door de leden van de Organisaties en de Begeleidingscommissie geëvalueerd worden. Op basis van deze evaluaties zal de Begeleidingscommissie de nodige aanbevelingen doen aan de Vlaamse minister.
Inzameling
Belgisch staatsblad dd. 18-11-2003
Art. 5. § 1. De organisaties verbinden zich ertoe alle afvalbatterijen, die werden ingezameld door de eindverkopers met toepassing van artikel 10, § 2, van het Decreet en artikel 3.1.1.2 van het besluit, op regelmatige basis kosteloos op te halen of te laten ophalen.
§ 2. De Organisaties verbinden zich ertoe alle afvalbatterijen, die werden ingezameld door de rechtspersonen van publiek recht verantwoordelijk voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen, op regelmatige basis kosteloos op te halen of te laten ophalen.
§ 3. De uitvoering van de aanvaardingsplicht moet ertoe leiden dat uiterlijk vanaf het jaar 2002 de doelstellingen inzake inzameling van batterijen, voorzien in het besluit, worden bereikt. Bovendien dient de aanvaardingsplicht ertoe te leiden dat tijdens de duur van deze overeenkomst het relatieve gewicht van afvalbatterijen die niet selectief werden ingezameld ten opzichte van het totaal gewicht van afvalbatterijen met 10 % zal verminderen.
De berekeningsmethoden zullen uiterlijk voor 1 januari 2004 vastgesteld worden door de Begeleidingscommissie.
§ 4. De organisaties verbinden zich ertoe alle afvalbatterijen, die in het Gewest in inrichtingen vergund voor ontmanteling en decontaminatie van elektrische en elektronische toestellen of van autowrakken worden aangeboden, gratis op regelmatige basis kosteloos op te halen of te laten ophalen, voor zover deze batterijen onder de wettelijke aanvaardingsplicht voor batterijen vallen.
§ 5. De organisaties zullen een bijzondere aandacht besteden aan de inzameling van batterijen die gevaarlijke stoffen bevatten in de zin van het koninklijk besluit van 17 maart 1997 inzake batterijen en accu’s die gevaarlijke stoffen bevatten, de wijzigingsbesluiten hiervan en de reglementeringen die het bovenvermeld besluit vervangen.
§ 6. Het beheersorganisme houdt een offertevraag voor de inzameling van gebruikte batterijen en voor de overbrenging van de ingezamelde batterijen naar een inrichting voor de verwerking van batterijen.
De ophalers van gebruikte batterijen dienen de geldende gewestelijke reglementaire bepalingen na te leven.
Het lastenboek, inbegrepen de duur van de overeenkomsten en de evaluatiecriteria van de verschillende offertes, worden ter goedkeuring voorgelegd aan de Begeleidingscommissie.
§ 7. De organisaties verbinden zich ertoe om alle inzamelmiddelen die ter beschikking worden gesteld van de consumenten, wanneer deze inzamelmiddelen worden afgedankt in te zamelen en te verwerken of te laten verwerken.
Verwerking
Art. 6. § 1. De gebruikte batterijen worden, in een eerste fase, onderworpen aan een sortering die toelaat om de verschillende fracties af te zonderen met het oog op de recyclage en minstens :
— de knoopcelbatterijen met kwikoxide;
— de nikkel-cad mium en nikkel-metaalhydride accumulatoren;
— de loodbatterijen, -accumulators;
— de alkaline-, zink-bruinsteen- en andere batterijen.
§ 2. De uitvoering van deze overeenkomst moet ertoe leiden dat de overeenkomstig artikel 5 van deze overeenkomst in het Gewest ingezamelde batterijen worden verwerkt overeenkomstig de wettelijke bepalingen van het besluit.
§ 3. De verwerkingstechnieken moeten streven naar :
a) de verwerking van knoopcelbatterijen die kwikoxide bevatten recycleren : - het kwik
- de metalen na demercurisatie minimum recyclagepercentage : 75 %
b) de verwerking van nikkel-cad mium en nikkel / metaalhydride accumulatoren recycleren : - het cadmium onder de vorm van metaal;
- het nikkel onder de vorm van metaal of ijzer-nikkel legeringen valorisen :- de plastieken bestanddelen
minimum recyclage percentage : 80 %
c) de verwerking van loodaccumulatoren recycleren : - het lood
valorisen : - de plastieken bestanddelen minimum recyclage percentage : 80 %
d) de verwerking van loodaccumulatoren recycleren : - de ferro-materialen
- het zink
- het mangaan
valorisen : - de plastieken bestanddelen minimum recyclage percentage : 65 %.
De hierbovenvermelde technieken voor sortering en verwerking zullen bepaald worden in functie van de evolutie van de beschikbare technologieën en dit volgens het principe van ″de best beschikbare technologie die geen buitensporige kosten met zich meebrengt″ en waarvan de kosten kunnen gedekt worden door de inzamel- en recyclagebijdrage.
Belgisch staatsblad dd. 18-11-2003
§ 4. Voor de berekening van het recyclingpercentage wordt het totale gewicht van de afvalbatterijen die werden ingezameld verminderd met het relatieve gewicht van het elektrolyt en van andere stoffen die als niet nuttig toe te passen dienen beschouwd te worden in deze afvalbatterijen. De Organisaties en de Begeleidingscommissie zullen in samenspraak een lijst opstellen van stoffen die als niet-verwerkbaar dienen beschouwd te worden.
§ 5. De recyclingdoelstellingen zullen jaarlijks geëvalueerd worden in overleg tussen de organisaties en de Begeleidingscommissie. Op basis van deze evaluatie zullen de nodige voorstellen geformuleerd worden aan de Vlaamse minister, met het oog op de aanpassing van het recyclingpercentage.
§ 6. Het beheersorganisme houdt een offertevraag voor de verwerking van gebruikte batterijen.
Het lastenboek, inbegrepen de duur van de overeenkomsten en de evaluatiecriteria van de verschillende offertes, worden ter goedkeuring voorgelegd aan de Begeleidingscommissie
Beheersorganisme(n)
Art. 7. § 1. De Organisaties nemen het initiatief om één of meerdere beheersorganismen op te richten onder de vorm van een vereniging zonder winstgevend doel conform de wet van 27 juni 1921 waarbij aan een vereniging zonder winstgevend doel en aan de instelling van openbaar nut rechtspersoonlijkheid wordt verleend.
§ 2. Vlabat wordt beschouwd als het eerste beheersorganisme in de zin van dit artikel.
§ 3. Het (de) beheersorganisme(n) zal (zullen) onder meer voorzien in :
1° de organisatie van de ophaling van afvalbatterijen overeenkomstig de bepalingen van deze overeenkomst; 2° de organisatie van de verwerking van de ingezamelde afvalbatterijen;
3° de informatievoorziening naar alle actoren betrokken bij de uitvoering van deze overeenkomst;
4° het verzekeren van de monitoring van het behalen van de resultaten vermeld in artikelen 4 en 5 en de uitvoering van de andere bepalingen van deze overeenkomst.
§ 4. Een vertegenwoordiger van het Gewest, aangeduid door de Vlaamse minister, zal uitgenodigd worden voor de vergaderingen van de Raad van Bestuur van het beheersorganisme. Hij kan de vergaderingen van de raad van bestuur bijwonen als waarnemer, zonder evenwel over stemrecht te beschikken. Hij zal eveneens de verslagen van de vergaderingen van de raad van bestuur ontvangen.
§ 5. Het Beheersorganisme zal jaarlijks een beheersplan opstellen, dat ter goedkeuring zal voorgelegd worden aan de Begeleidingscommissie.
Dit beheersplan zal de nodige maatregelen omvatten om de inzameling en verwerking van batterijen verder te garanderen tijdens een periode van zes maanden na de eventuele stopzetting van de activiteiten van het Beheersorganisme.
§ 6. Indien de uitvoering van het plan niet leidt tot het bereiken van de doelstellingen van deze overeenkomst, verbindt het Beheersorganisme er zich toe het beheersplan te herzien en een nieuw beheersplan ter goedkeuring voor te leggen aan de Begeleidingscommissie.
Informatieverstrekking
Art. 8. § 1. De organisaties delen jaarlijks voor 1 april aan de Begeleidingscommissie de hoeveelheid batterijen mee die tijdens het voorgaande kalenderjaar in het Gewest door hen in het verbruik werden gebracht, uitgedrukt in kilogram en minstens opgesplitst naar elk van de volgende soorten :
1° zink-bruinsteenbatterijen; 2° alkali-mangaanbatterijen; 3° kwikoxydebatterijen;
4° zilveroxydebatterijen; 5° zink-luchtbatterijen;
6° nikkel-cad miumbatterijen;
7° nikkel-metaalhydridebatterijen;
8° herlaadbare lithium batterijen; 9° loodbatterijen;
10° overige batterijen.
De hoeveelheid batterijen die in het Gewest in het verbruik gebracht werden, wordt bepaald in functie van de totale hoeveelheid batterijen die in dezelfde periode in België in het verbruik werden gebracht en van de demografische gegevens die bekendgemaakt worden door het Nationaal Instituut voor de Statistiek.
§ 2. De organisaties delen jaarlijks vóór 1 april aan de Begeleidingscommissie de hoeveelheid batterijen mee die door hen werden ingezameld in uitvoering van deze milieubeleidsovereenkomst, uitgedrukt in kilogram en minstens opgesplitst naar elk van de volgende soorten :
1° herlaadbare batterijen; 2° knoopcelbatterijen;
3° loodbatterijen;
4° overige batterijen.
§ 3. Op basis van de gegevens vermeld in §§ 1 en 2, delen de organisaties jaarlijks vóór 1 april aan de Begeleidingscommissie een raming mee van de hoeveelheid afvalbatterijen die door hen werden ingezameld in uitvoering van deze milieubeleidsovereenkomst, uitgedrukt in kilogram en minstens opgesplitst naar elk van de volgende soorten :
1° zink-bruinsteenbatterijen; 2° alkali-mangaanbatterijen; 3° kwikoxydebatterijen;
4° zilveroxydebatterijen; 5° zink-luchtbatterijen;
Belgisch staatsblad dd. 18-11-2003
6° nikkel-cad miumbatterijen;
7° nikkel-metaalhydridebatterijen; 8° herlaadbare lithium batterijen; 9° loodbatterijen;
10° overige batterijen.
§ 4. De organisaties delen jaarlijks vóór 1 april aan de Begeleidingscommissie mee in welke inrichtingen de door hen ingezamelde afvalbatterijen verwerkt werden en op welke wijze deze verwerking gebeurde.
§ 5. De organisaties delen jaarlijks vóór 1 april aan de Begeleidingscommissie de hoeveelheid gerecycleerde stoffen afkomstig van de afvalbatterijen mee, voor elk van de soorten vermeld in artikel 6, § 2.
§ 6. De organisaties informeren de Begeleidingscommissie i.v.m. de overeenkomsten voor recyclage en nuttige toepassing, afgesloten voor rekening van het beheersorganisme met het oog op het bereiken van de doelstelling van deze overeenkomst.
§ 7. Met het oog op het bereiken van de doelstellingen van deze overeenkomst, formuleert het beheersorganisme jaarlijks een informatie- en sensibiliseringscampagne voor de consumenten.
De ontwerpcampagnes worden voor advies voorgelegd aan de Begeleidingscommissie.
In het geval dat de informatiecampagnes niet in overeenstemming zijn met de bepalingen van de huidige overeenkomst of ten nadele zijn van de campagnes van algemeen belang gehouden door de Gewesten, zal het beheersorganisme ertoe gehouden zijn haar informatiecampagnes aan te passen.
Beheer
Art. 9. § 1. Alle producenten en invoerders kunnen voor de nakoming van hun aanvaardingsplicht toetreden tot het collectief systeem.
§ 2. Voor de uitvoering van de bepalingen van deze milieubeleidsovereenkomst kunnen de Organisaties overeenkomsten sluiten met derden die over de nodige middelen beschikken om de aanvaardingsplicht te kunnen vervullen en die de geldende gewestelijke wetgeving naleven.
§ 3. De beheersorganismen kunnen de gegevens, vereist in artikel 6, geglobaliseerd aan de Begeleidingscommissie overmaken voor het geheel van de aangesloten producenten en invoerders. Deze cijfers zullen voor waarheid verklaard worden door de bedrijfsrevisor van het beheersorganisme.
§ 4 Ieder jaar zal het beheersorganisme op haar kosten haar jaarrekeningen laten controleren door haar bedrijfsrevisor. Het verslag van de bedrijfsrevisor zal overgemaakt worden aan de Begeleidingscommissie.
Dit jaarverslag zal een duidelijk beeld geven van de financiering van het collectief systeem.
§ 5. De Begeleidingscommissie wordt op de hoogte gebracht van alle strategische beslissingen inzake operationele en logistieke aspecten van de uitvoering die aan deze overeenkomst wordt gegeven.
Financiering
Art. 10. § 1. De deelnemers van het beheersorganisme betalen ter financiering van het collectief systeem aan het beheersorganisme een bijdrage per batterij bij het op de markt brengen van elke batterij. Deze bijdrage kan verschillen per type van batterij, rekening houdend met de kosten voor elk type van batterij in het kader van de uitvoering van deze milieubeleidovereenkomst.
Het bedrag van deze bijdrage zal bepaald worden door het beheersorganisme, rekening houdend met de vermoedelijke kosten voor onder meer ophaling en verwerking en met een reserve tegen het verkeerd inschatten van deze vermoedelijke kosten.
§ 2. De hoogte en de modaliteiten van de bijdrage, bedoeld in § 1, moet gemotiveerd ter goedkeuring aan de de Begeleidingscommissie worden voorgelegd.
§ 3. Het bedrag van de bijdrage, bedoeld in § 1, is jaarlijks herzienbaar. De herziene bijdragen worden uiterlijk zes maanden na het door de Begeleidingscommissie uitgebrachte advies toegepast.
§ 4. Deze bijdragen met vermelding van de bedragen worden steeds op de factuur vermeld bij een verkoop van batterijen aan handelaars.
§ 5. Ter berekening van de door hen verschuldigde bijdragen, bedoeld in § 1, doen de deelnemers van het collectief systeem periodiek aangifte aan het beheersorganisme van het aantal batterijen dat door hen in de referteperiode op de markt werd gebracht.
De periodiciteit van de aangifte en de referteperiode worden bepaald door het beheersorganisme.
§ 6. De bijdrage, bedoeld in § 1, is niet verschuldigd voor de batterijen waarvoor de deelnemer van het collectief systeem kan bewijzen dat er een inzamel- en recyclagebijdrage werd betaald aan een inzamel- en recyclagesysteem waarmee het beheersorganisme een overeenkomst heeft gesloten.
§ 7. Naast de bijdragen, bedoeld in § 1, betalen de deelnemers van het collectiefsysteem een jaarlijkse vergoeding aan het beheersorganisme. Deze vergoeding dekt de administratieve verwerking van de aangiften van de deelnemers van het collectief systeem en de administratie van de rapportering aan de overheid.
Taken van de overheid
Art. 11. § 1. Teneinde een verstoring van de markt te voorkomen, zal het gewest erover waken dat de geldende reglementaire bepalingen betreffende de aanvaardingsplicht, stringent worden toegepast en gesanctioneerd. De overheid zal daartoe de nodige controle-instrumenten uitwerken en implementeren.
Belgisch staatsblad dd. 18-11-2003
Deze controle zal er in de eerste plaats op gericht zijn dat alle producenten en invoerders die onderworpen zijn aan de aanvaardingsplicht geïdentificeerd zouden worden en dat deze producenten en invoerders ook daadwerkelijk aan hun aanvaardingsplicht voldoen. De overheid neemt het initiatief om gezamenlijk met de ondertekenende organisaties deze problematiek van de free-riders aan te pakken
§ 2. Om de ondernomen stappen van de organisaties en hun leden die deze milieubeleidsovereenkomst onderschrijven te steunen, verbindt het gewest er zich toe indien de realisatie van de aanvaardingsplicht dat vergt en na overleg met de organisaties, op haar niveau de nodige aanvullende reglementaire bepalingen te treffen.
Begeleidingscommissie
Art. 12. Een begeleidingscommissie wordt opgericht. Deze commissie is onder meer samengesteld uit :
- een vertegenwoordiger van de Vlaamse minister;
- een vertegenwoordiger van de OVAM;
- twee vertegenwoordigers van de Organisaties.
De Begeleidingscommissie neemt haar beslissingen bij consensus.
Geschillencommissie
Art. 13. § 1. In geval van een geschil over de uitvoering van de milieubeleidsovereenkomst zal een geschillencommissie samengesteld worden. Deze commissie wordt ad hoc samengesteld (afhankelijk van de aard van het geschil) en bestaat altijd uit twee vertegenwoordigers van het Gewest en twee vertegenwoordigers van het (de) beheersorganisme(n) en een voorzitter. De voorzitter wordt in consensus aangeduid door de vertegenwoordigers.
De geschillencommissie neemt haar beslissingen bij consensus.
§ 2. Indien over een geschil geen oplossing wordt gevonden, zal de Geschillencommissie een verslag opmaken voor de Vlaamse minister.
Duur en einde van de milieubeleidsovereenkomst
Art. 14. § 1. De milieubeleidsovereenkomst treedt in werking op de tiende dag na de integrale publicatie van de milieubeleidsovereenkomst in het Belgisch Staatsblad.
§ 2. De milieubeleidsovereenkomst wordt afgesloten voor een duur van vijf jaar.
Zij kan worden gewijzigd in onderling overleg en overeenkomstig de bepalingen van de geldende wetgeving.
Zij kan worden vernieuwd door het Gewest en één of meer van de Organisaties in onderling overleg en overeenkomstig de bepalingen van de geldende wetgeving.
§ 3. De partijen kunnen ten allen tijde de milieubeleidsovereenkomst opzeggen, mits zij een opzeggingstermijn van zes maanden in acht nemen.
De opzeggingstermijn begint te lopen vanaf de eerste dag van de maand volgend op de kennisgeving.
De kennisgeving van de opzegging gebeurt op straffe van nietigheid hetzij bij een ter post aangetekende brief hetzij bij deurwaardersexploot.
§ 4. Deze milieubeleidsovereenkomst kan steeds vroegtijdig beëindigd worden in gemeenschappelijk akkoord tussen alle partijen.
§ 5. Wanneer deze overeenkomst wordt beëindigd, hetzij door het verlopen van de voorziene termijn, hetzij door opzegging door één of meerdere van de partijen, hetzij door ontbinding in onderling akkoord, zijn de fabrikanten en invoerders van batterijen waarop deze overeenkomst van toepassing is, gehouden aan hun aanvaardingsplicht te voldoen overeenkomstig de bepalingen van het Decreet en van het Besluit.
Bevoegdheidsbeding
Art. 15. Elk geding dat uit deze milieubeleidsovereenkomst ontstaat of ermee verband houdt en waarvoor geen oplossing kan worden gevonden in de geschillencommissie zoals bedoeld in artikel 13 van deze overeenkomst, wordt voorgelegd aan de rechtbanken van het gerechtelijk arrondissement Brussel.
Slotbepaling
Art. 16. De milieubeleidsovereenkomst werd gesloten te Brussel, op 18 juli 2003 en werd ondertekend door de vertegenwoordigers van alle partijen. Elke partij erkent haar exemplaar van de overeenkomst te hebben ontvangen.
Xxxxxxx, 00 juli 2003.
Voor het Vlaamse Gewest :
De minister-president van de Vlaamse regering,
X. XXXXXX
De Vlaamse minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking, L SANNEN
Voor de Organisaties :
Namens F.E.E., Federatie van de Elektriciteit en de Elektronica V.Z.W. :
D. NOE Ph. CELIS
Namens VLABAT V.Z.W. :
X. XXXXXX X. XXX XXXXX
Belgisch staatsblad dd. 18-11-2003
*