ALGEMENE VOORWAARDEN PAKKETVERZEKERING GARAGE
ALGEMENE VOORWAARDEN PAKKETVERZEKERING GARAGE
Januari 2018: GARAGE GAR18 FGD-V 2019-01
INHOUDSOPGAVE
I Algemeen
Begripsomschrijvingen artikel 1
Grondslag van de verzekering artikel 2
Verstrekte gegevens artikel 2.1
Kennisgeving artikel 2.2
Onzekerheidsvereiste artikel 2.3
II Omschrijving van de dekking
III Uitsluitingen artikel 3
Opzet artikel 3.1
Molest artikel 3.2
Atoomkernreacties artikel 3.3
Verstrekken onjuiste gegevens artikel 3.4
Fraude artikel 3.5
Verzekerd onder een andere verzekering artikel 3.6
Door misdrijf artikel 3.7
Inbreuk op handel- en/of economische sancties artikel 3.8
IV Schade artikel 4
Melden schade artikel 4.1
Schaderegeling artikel 4.2
Schadebetaling artikel 4.3
Vervaltermijn schade-uitkering artikel 4.4
V Premie artikel 5
Premiebetaling artikel 5.1
Premierestitutie artikel 5.2
Premievaststelling artikel 5.3
No-claimkorting artikel 5.4
VI Wijziging van premie en voorwaarden artikel 6
VII Duur en einde van de verzekering artikel 7 Duur van de verzekering artikel 7.1
Einde van de verzekering artikel 7.2
VIII Bijzondere bepaling Terrorismedekking artikel 8
IX Overige bijzondere bepalingen artikel 9 Persoonsgegevens artikel 9.1
Klachten artikel 9.2
Toepasselijk recht artikel 9.3
I ALGEMEEN
ARTIKEL 1 Begripsomschrijvingen
Atoomkernreacties
Iedere kernreactie waarbij energie vrijkomt, zoals kernfusie, kernsplijting, radioactiviteit.
Bereddingskosten
Kosten van maatregelen die door of namens verzekeringnemer of een verzekerde worden getroffen en redelijkerwijs geboden zijn om het onmiddellijk dreigend gevaar van een verzekerde gebeurtenis af te wenden of om schade als gevolg van een verzekerde gebeurtenis te beperken.
Eigen risico
Het op het polisblad vermelde bedrag dat in geval van schade voor rekening van verzekerde blijft.
Gebeurtenis
Een voorval of een reeks met elkaar verband houdende voorvallen waarbij schade veroorzaakt wordt. Alle voorvallen van een reeks worden geacht te zijn ontstaan op het tijdstip waarop het eerste voorval is ontstaan.
Maatschappij
FGD Assuradeuren B.V. als gevolmachtigde van de op het polisblad vermelde verzekeraar(s).
Molest
Gewapend conflict, burgeroorlog, opstand, binnenlandse onlusten, oproer en muiterij. Deze begrippen zijn gedefinieerd in de tekst, die door het verbond van Verzekeraars in Nederland op 2 november 1981 bij de Griffie van de Rechtbank te ’s-Gravenhage is gedeponeerd onder nummer 136/1981.
Schade aan personen
Schade door letsel of aantasting van de gezondheid van personen, al dan niet de dood ten gevolge hebbende. Onder schade aan personen wordt niet verstaan kosten van maatregelen tot voorkoming van schade als bedoeld in artikel 6:96 BW en vergelijkbare wettelijke bepalingen met inbegrip van de daaruit voortvloeiende schade, tenzij het kosten betreft die voortvloeien uit maatregelen die redelijkerwijs geboden zijn om het onmiddellijk dreigend gevaar van schade af te wenden.
Schade aan zaken
Xxxxxx door beschadiging, vernietiging of verloren gaan van zaken. Onder schade aan zaken wordt niet verstaan kosten van maatregelen tot voorkoming van schade als bedoeld in artikel 6:96 BW en vergelijkbare wettelijke bepalingen met inbegrip van de daaruit voortvloeiende schade, tenzij het kosten betreft die voortvloeien uit maatregelen die redelijkerwijs geboden zijn om het onmiddellijk dreigend gevaar van schade af te wenden.
Verzekerde
Degene die als zodanig op het polisblad en/of in de bijzondere verzekeringsvoorwaarden is omschreven.
Verzekeringnemer
Degene die als zodanig op het polisblad is vermeld en met wie de maatschappij deze verzekering is aangegaan.
ARTIKEL 2 Grondslag van de verzekering
2.1 Verstrekte gegevens
De door verzekeringnemer verstrekte inlichtingen en verklaringen vormen de grondslag van de verzekering. Het door de maatschappij afgegeven polisblad en andere ondertekende documenten of mededelingen geven de inhoud van de overeenkomst weer.
2.2 Kennisgeving
a. De verzekeringnemer is verplicht wijzigingen in verzekerde risico’s en belangen direct, doch uiterlijk binnen één maand, aan de maatschappij mede te delen. Hieronder vallen in elk geval: wijzigingen in de aard van de activiteiten, adreswijzigingen, geheel of gedeeltelijke staking van de bedrijfsvoering, wijziging van de bestemming en/of bouwaard van verzekerde gebouwen, leegstand, wijziging van de rechtsvorm of wijzigingen ten gevolge van een fusie, splitsing of overname.
b. Alle mededelingen door de maatschappij geschieden rechtsgeldig aan het laatste aan haar bekende adres van de verzekeringnemer, of aan het adres van de Assurantie Bemiddelaar via wiens bemiddeling de verzekering loopt.
2.3 Onzekerheidsvereiste
Deze overeenkomst beantwoordt aan het vereiste van onzekerheid als bedoeld in artikel 7:925 BW, indien en voor zover de schade op vergoeding waarvan aanspraak wordt gemaakt, het gevolg is van een gebeurtenis waarvan voor partijen ten tijde van het sluiten van de verzekering onzeker was dat daaruit schade was ontstaan dan wel naar de normale loop van omstandigheden zou ontstaan.
Indien er tegenstrijdigheid is tussen deze algemene voorwaarden en de bijzondere voorwaarden, gelden de bijzondere voorwaarden.
II OMSCHRIJVING VAN DE DEKKING
De dekking is omschreven op het polisblad en of in de bijzondere voorwaarden
III UITSLUITINGEN
ARTIKEL 3 Uitsluitingen
Niet verzekerd is schade:
3.1 Door opzet of roekeloosheid van een verzekerde veroorzaakt.
3.2 Door molest.
3.3 Door atoomkernreacties.
3.4 Waarbij verzekerde omtrent het ontstaan en/of de omvang daarvan onjuiste gegevens heeft verstrekt dan wel gegevens heeft verzwegen.
3.5 Indien fraude is gepleegd. Fraude heeft tot gevolg dat:
- alle door de maatschappij in verband met de schadeclaim gemaakte kosten op verzekerde zullen worden verhaald;
- de maatschappij gerechtigd is, aangifte te doen bij politie, justitie of andere daartoe geëigende instanties;
- de maatschappij gerechtigd is andere verzekeraars van de fraude in kennis te stellen;
- er een registratie van persoonsgegevens plaatsvindt in daartoe geëigende bestanden en signaleringssystemen.
3.6 Die onder een andere verzekering, al dan niet van oudere datum, verzekerd is of daarop verzekerd zou zijn indien onderhavige verzekering niet zou hebben bestaan. In dat geval wordt alleen die schade vergoed die het bedrag van de vergoeding krachtens die andere verzekering te boven gaat.
3.7 Ontstaan of veroorzaakt terwijl een verzekerde enig misdrijf (mede)pleegt, waaronder inbegrepen de voorbereiding.
3.8 Ten aanzien van:
- zaken waarin niet mag worden gehandeld op grond van nationale of internationale wet en/of regelgeving;
- (financiële) belangen van personen, ondernemingen, overheden en andere entiteiten ten aanzien waarvan het de maatschappij ingevolge nationale of internationale wet en/of regelgeving niet is toegestaan die belangen te verzekeren.
IV SCHADE
ARTIKEL 4 Schade
4.1 Zodra een verzekerde kennis draagt van een gebeurtenis, die voor de maatschappij tot een verplichting tot uitkering kan leiden, is hij verplicht:
- deze zo spoedig mogelijk aan de maatschappij te melden en haar alle gegevens en stukken te doen toekomen;
- alles in het werk te stellen om schade te beperken;
- de maatschappij in kennis te stellen van alle overige verzekeringen waaronder dekking voor de schade wordt geboden;
- in geval van (poging tot) diefstal, braak, verduistering, joyriding, vermissing of enig strafbaar feit zo snel mogelijk aangifte te doen bij de politie.
De maatschappij is gerechtigd de gegevens van het gestolen motorrijtuig aan te melden bij het Vermiste Objecten Register ten behoeve van het terugvinden van het motorrijtuig.
De verzekerde kan geen rechten aan de polis ontlenen, indien hij één of meer van deze verplichtingen niet is nagekomen en daardoor de belangen van de maatschappij zijn geschaad.
4.2 Schaderegeling
a. De maatschappij belast zich met het regelen en vaststellen van de schade. De maatschappij heeft het recht benadeelden rechtstreeks schadeloos te stellen en met hen schikkingen te treffen.
b. De maatschappij benoemt een schade-expert. Verzekerden hebben het recht op eigen kosten eveneens een schade-expert te benoemen. In dat geval benoemen beide experts vooraf een derde expert. Als er een verschil bestaat in de door beide experts vastgestelde schadebedragen, dan zal de derde expert binnen de grenzen van de beide taxaties een bindend advies uitbrengen. De kosten van de derde expert worden door elk der partijen voor de helft gedragen. De kosten van alle experts zullen voor rekening van de maatschappij komen, indien de expert benoemd door verzekerden door de derde expert geheel in het gelijk wordt gesteld.
4.3 Schadebetaling
a. Indien op grond van de verzekering recht op schadevergoeding bestaat, zal deze ingeval van vermissing van het object pas opeisbaar zijn dertig dagen na ontvangst van alle noodzakelijke gegevens door de maatschappij.
b. Verzekerde is verplicht om op verzoek van de maatschappij alle rechten tegenover anderen betreffende de schade aan de maatschappij over te dragen. De maatschappij doet geen verhaal jegens verzekerde, behalve indien een in artikel 3 genoemde uitsluiting ten opzichte van die verzekerde van toepassing is.
c. In geval van verlies van de verzekerde zaak dient verzekerde, die tevens eigenaar is, de eigendom van de verzekerde zaak aan de maatschappij over te dragen. Pas hierna wordt de schade uitgekeerd.
d. De maatschappij heeft de leiding in de schaderegeling en in de eventueel daaruit voortvloeiende procedures.
e. De maatschappij heeft het recht een schade-uitkering aan verzekerde te verrekenen met een premieachterstand.
4.4 Vervaltermijnen
Een rechtsvordering tegen de maatschappij tot het doen van een uitkering verjaart door verloop van drie jaren na de aanvang van de dag, volgend op die waarop verzekerde met de opeisbaarheid daarvan bekend is geworden. Een rechtsvordering bij verzekering tegen aansprakelijkheid verjaart niet eerder dan zes maanden nadat verzekerde aansprakelijk is gesteld, mits de aansprakelijkstelling binnen de verjarings- of vervaltermijn is gedaan.
V PREMIE
ARTIKEL 5 Premie
5.1 Premiebetaling
a. Verzekeringnemer dient de premie, kosten en assurantiebelasting te voldoen uiterlijk dertig dagen na de premievervaldatum.
b. Indien de verzekeringnemer de premie, kosten en assurantiebelasting niet tijdig betaalt of weigert te betalen, wordt geen dekking verleend met terugwerkende kracht tot de eerste dag van de onbetaald gebleven verzekeringsperiode. Verzekeringsnemer blijft verplicht de premie, kosten en assurantiebelasting te voldoen.
c. De dekking wordt weer van kracht voor gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden na de dag waarop hetgeen de verzekeringnemer verschuldigd is, geheel door de maatschappij of een door de maatschappij aan te wijzen derde is ontvangen. In geval van termijnbetalingen geldt dat de dekking pas
in kracht wordt hersteld nadat alle onbetaald gebleven termijnen zijn voldaan.
5.2 Premierestitutie
Behalve bij opzegging wegens opzet de maatschappij te misleiden wordt bij tussentijdse opzegging de lopende premie naar rato verminderd.
5.3 Premievaststelling
De jaarpremie wordt mede vastgesteld op basis van door verzekeringnemer verstrekte gegevens. Na ieder verzekeringsjaar vraagt de maatschappij gegevens op om de premie voor het eerstkomende verzekeringsjaar vast te kunnen stellen. Verzekeringnemer is verplicht binnen twee maanden nadat de maatschappij daarom verzoekt de gegevens te verstrekken. Indien hieraan niet wordt voldaan heeft de maatschappij het recht de premie voor het eerstkomende verzekeringsjaar te verhogen met 25% of zoveel meer als de maatschappij op basis van haar gegevens redelijk acht.
Het aantal rijrisico’s en de gemiddelde cataloguswaarde hiervan worden vastgesteld op basis van gegevens van het voorgaande schadejaar, zoals aangeduid in artikel 5.4 lid e. Indien het werkelijke aantal rijrisico’s of de gemiddelde cataloguswaarde meer dan 30% hierboven ligt, kan de maatschappij de premie tussentijds aanpassen.
Een premie-aanpassing op basis van dit artikel is geen grond om de verzekering op te zeggen.
5.4 No-claimkorting
Voor de modules garage (bedrijfsaansprakelijkheid inclusief cliëntenobjecten en wettelijke aansprakelijkheid motorrijtuigen), module collectief casco in combinatie met module handelsvoorraad is een no-claimregeling van toepassing.
a. Indien de maatschappij in een schadejaar geen schades heeft uitgekeerd zal een korting van 30% worden verleend op de premie voor het eerstkomende verzekeringsjaar.
b. Indien de schadelast in een schadejaar minder bedraagt dan 30% van de betaalde premie in een verzekeringsjaar, zal een korting van 30% minus de schadelast worden verleend op de premie voor het eerstkomende verzekeringsjaar.
c. Het voorgaande geldt separaat voor module garage enerzijds en module collectief casco en handelsvoorraad anderzijds.
d. De no-claimregeling is niet van toepassing voor module handelsvoorraad indien module collectief casco niet is meeverzekerd.
e. Een verzekeringsjaar loopt van 1 januari tot en met 31 december, een schadejaar loopt van 1 november tot en met 31 oktober.
f. Een schade heeft geen invloed op het verlenen van no-claimkorting indien de maatschappij:
- de schade geheel heeft kunnen verhalen;
- de schade uitsluitend als gevolg van een tussen verzekeraars geldende schaderegelingsovereenkomst heeft moeten betalen, of niet heeft kunnen verhalen;
- de schade niet geheel heeft kunnen verhalen, omdat volgens de voorwaarden de vergoeding hoger was dan de werkelijke schade;
- schade heeft vergoed onder module garage, bijzondere voorwaarden wettelijke aansprakelijkheid motorrijtuigen artikel 2.5 Automobilistenhulp.
VI WIJZIGING VAN DE PREMIE OF VOORWAARDEN
ARTIKEL 6 Wijziging van de premie of voorwaarden
De maatschappij heeft het recht de voorwaarden en/of premie van bepaalde groepen verzekeringen en bloc te herzien op een door haar te bepalen datum. Verzekeringnemer wordt van de herziening in kennis gesteld en wordt geacht hiermee te hebben ingestemd, tenzij hij binnen één maand na de mededeling het tegendeel heeft bericht. In dit laatste geval eindigt de verzekering per aanpassingsdatum.
VII DUUR EN EINDE VAN DE VERZEKERING
ARTIKEL 7 Duur en einde van de verzekering
7.1 Duur van de verzekering
De verzekering is aangegaan voor een periode als in de polis omschreven. Indien de periode meer bedraagt dan één jaar wordt de verzekering na afloop omgezet naar een contractduur van één jaar, tenzij anders wordt overeengekomen. Verzekeringen met een contractduur van één jaar worden stilzwijgend verlengd.
7.2 Einde van de verzekering
7.2.1
Indien sprake is van een contractduur van één jaar kan verzekeringnemer de verzekering na afloop van het eerste verzekeringsjaar dagelijks en schriftelijk opzeggen met een opzegtermijn van één maand.
Indien sprake is van een contractduur van twee jaar heeft de maatschappij het recht om de verzekering per hoofdpremievervaldatum op te zeggen of de condities en premie te herzien met inachtneming van een opzegtermijn van twee maanden, wanneer:
- de herverzekering geheel of gedeeltelijk door herverzekeraars aan verzekeraar is opgezegd;
- onder dit contract de in het verzekeringsjaar geboekte en gereserveerde schade meer bedraagt dan 60% van de jaarpremie.
7.2.2
De verzekering eindigt door schriftelijke opzegging:
a. op de contractvervaldatum indien tenminste twee maanden voor de contractvervaldatum de verzekering is opgezegd;
b. na een schademelding met inachtneming van een opzegtermijn van twee maanden. De opzegging dient uiterlijk binnen dertig dagen na beëindiging van de schadebehandeling te zijn ontvangen;
c. door de maatschappij op de in de opzeggingsbrief genoemde datum indien verzekeringnemer langer dan dertig dagen in gebreke is premie, kosten en assurantiebelasting te betalen;
d. indien verzekeringnemer een wijziging overeenkomstig artikel 6 niet accepteert;
e. bij beëindiging van de activiteiten, vestiging in het buitenland, surseance van betaling alsmede faillissement van verzekeringnemer;
f. binnen twee maanden nadat de maatschappij ontdekt dat de verzekeringnemer heeft gehandeld met de opzet hem te misleiden, of de maatschappij bij kennis van de ware stand van zaken geen verzekering zou hebben gesloten. De verzekering eindigt op de in de opzeggingsbrief genoemde datum;
g. onmiddellijk bij opzet van een verzekerde de maatschappij te misleiden.
VIII BIJZONDERE BEPALINGEN TERRORISMEDEKKING
ARTIKEL 8 Bijzondere bepalingen terrorismedekking
Op deze verzekering is het Clausuleblad Terrorismedekking bij de Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden N.V. (NHT) van toepassing. het Clausuleblad terrorismedekking, het Protocol afwikkeling claims en de Toelichting protocol afwikkeling claims is te lezen en te downloaden via de website van de NHT, xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx. U kunt het Clausuleblad terrorismedekking ook bij de maatschappij opvragen.
IX OVERIGE BEPALINGEN
ARTIKEL 9 Overige bepalingen
9.1 Persoonsgegevens
Bij de aanvraag van een verzekering worden persoonsgegevens gevraagd. Deze worden door de maatschappij verwerkt ten behoeve van het aangaan en uitvoeren van verzekeringsovereenkomsten, voor het uitvoeren van marketingactiviteiten, ten behoeve van het waarborgen van de veiligheid en integriteit van de financiële sector, voor statistische analyse en om te kunnen voldoen aan wettelijke verplichtingen.
In verband met een verantwoord acceptatie-, risico-, en fraudebeleid kan de maatschappij uw gegevens raadplegen en vastleggen in het Centraal informatiesysteem van de in Nederland werkzame verzekeringsmaatschappijen (Stichting CIS) te Den Haag.
Doelstelling hiervan is risico's te beheersen en fraude tegen te gaan. Het privacyreglement van de Stichting CIS is van toepassing. Zie hiervoor xxx.xxxxxxxxxxxx.xx.
Op deze verwerking van persoonsgegevens is de Gedragscode Verwerking Persoonsgegevens Financiële Instellingen van toepassing. In deze gedragscode worden rechten en plichten van partijen bij de gegevensverwerking weergegeven. De volledige tekst van de Gedragscode kan opgevraagd worden bij het Verbond van Verzekeraars, Xxxxxxx 00000, 0000 XX Xxx Xxxx.
Na een schadeclaim kunnen gegevens aangeleverd worden aan het fraude- informatiesysteem FISH en kunnen gegevens opgenomen worden in een schadeverledendatabank, zoals de SVP (Schadeverledenpas).
9.2 Klachten
Klachten en geschillen die betrekking hebben op de bemiddeling, totstandkoming en uitvoering van de verzekeringsovereenkomst kunnen worden voorgelegd aan de klachtencoördinator van de maatschappij. Een samenvatting van de klachtenprocedure is op aanvraag beschikbaar. Wanneer het oordeel van de maatschappij voor verzekerde niet bevredigend is, kan verzekerde het geschil voorleggen aan de bevoegde rechter.
9.3 Toepasselijk recht
Op deze verzekering is Nederlands recht van toepassing.
en de Toelichting protocol afwikkeling claims is te lezen en te downloaden via de website van de NHT, xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx. U kunt het Clausuleblad terrorismedekking ook bij de maatschappij opvragen.
BIJZONDERE VOORWAARDEN BEDRIJFSAANSPRAKELIJKHEID INCLUSIEF CLIËNTENOBJECTEN
Deze bijzondere voorwaarden vormen één geheel met de van toepassing zijnde algemene voorwaarden.
Januari 2018: GAR18 FGD-V 2019-01
INHOUDSOPGAVE
I Algemeen
Aanvullende begripsomschrijvingen artikel 1
II Omschrijving van de dekking
Omschrijving van de dekking artikel 2.1
Omvang van de dekking artikel 2.2
Dekkingsgebied artikel 2.3
Grenzen van de dekking naar tijd artikel 2.4
Bereddingskosten artikel 2.5
Overige kosten artikel 2.6
III Uitsluitingen
Uitsluitingen artikel 3
IV Schade aan cliëntenobjecten
Schadevergoeding artikel 4.1
Schaderegeling artikel 4.2
Uitkering bij diefstal, verduistering, vermissing artikel 4.3 Sleutelbeheer artikel 4.4
I ALGEMEEN
ARTIKEL 1 Aanvullende begripsomschrijvingen
Milieuaantasting: de uitstoot, lozing, doorsijpeling, loslating of ontsnapping van enige vloeibare, vaste of gasvormige stof voor zover die een prikkelende of een besmetting of bederf veroorzakende of een verontreinigende werking heeft in of op de bodem, de lucht, het oppervlaktewater of enig(e) al dan niet ondergronds(e) water(gang).
Cliëntenobjecten:
a. motorrijtuigen en aanhangers van een cliënt voor zover deze voor reparatie of onderhoud aan verzekeringnemer zijn toevertrouwd;
b. door verzekeringnemer verkochte maar nog niet geleverde of opgeleverde motorrijtuigen en aanhangers, op voorwaarde dat de verkoop schriftelijk is vastgelegd;
x. xxxxxxxxx’x, eigendom van verzekeringnemer en in gebruik bij derden, voor zover deze voor reparatie of onderhoud aan verzekeringnemer zijn toevertrouwd;
d. consignatie-auto’s van particulieren, mits hieraan een schriftelijke overeenkomst volgens BOVAG-model aan ten grondslag ligt.
Verzekerde:
a. de verzekeringnemer in de op het polisblad omschreven hoedanigheid;
x. xx xxxxxxxx, firmanten, compagnons, commissarissen en bestuurders van verzekeringnemer, handelend als zodanig;
c. ondergeschikten, familieleden en huisgenoten van verzekeringnemer met betrekking tot werkzaamheden die zij voor verzekeringnemer in diens verzekerde hoedanigheid verrichten;
d. personeelsverenigingen, pensioen- en andere fondsen, instellingen en stichtingen, alsmede de als zodanig handelende ondergeschikten en bestuursleden daarvan, uitsluitend bestaand in verband met de verhouding tussen verzekeringnemer en zijn ondergeschikten;
e. ondernemingsraden van verzekeringnemer handelend in die hoedanigheid.
Dagwaarde: het bedrag dat op het tijdstip onmiddellijk voorafgaand aan de gebeurtenis nodig is voor de aanschaf van een naar merk, type, uitvoering, ouderdom en staat gelijkwaardig object.
Aanspraak: een tegen de verzekerde ingestelde schriftelijke vordering van geleden schade.
Aanspraken die met elkaar verband houden of uit elkaar voortvloeien, worden als één aanspraak beschouwd en worden geacht bij de maatschappij te zijn aangemeld bij melding van de eerste aanspraak.
Handelen of nalaten: een handelen of nalaten waaruit een aanspraak voortvloeit. Met een handelen of nalaten wordt gelijkgesteld een schadevoorval dat uitsluitend vanwege een aan een verzekerde toebehorende hoedanigheid krachtens de wet of de in het verkeer geldende opvattingen voor rekening van een verzekerde komt.
Omstandigheid: feiten, die verband houden met of voortvloeien uit een bepaald handelen of nalaten van een verzekerde, waarvan in redelijkheid kan worden aangenomen dat deze leiden tot een aanspraak.
II OMSCHRIJVING VAN DE DEKKING
ARTIKEL 2 Dekking
2.1 Omschrijving van de dekking
a. Aansprakelijkheid.
Verzekerd is de aansprakelijkheid door handelen of nalaten van verzekerden voor schade (met inbegrip van daaruit voortvloeiende schade), mits:
− de aanspraak tegen verzekerden voor de eerste maal is ingesteld tijdens de geldigheidsduur van de verzekering en tevens schriftelijk is gemeld bij de maatschappij tijdens deze geldigheidsduur;
− de aanspraak respectievelijk de omstandigheid bij het aangaan van de verzekering bij de verzekeringnemer of de aansprakelijk gestelde verzekerde niet bekend was.
Indien een omstandigheid tijdens de geldigheidsduur van de verzekering voor de eerste maal schriftelijk bij de maatschappij is aangemeld, zal de aanspraak die daaruit voortvloeit geacht worden te zijn ingesteld op de datum van melding van deze omstandigheid.
Indien de verzekeringnemer aansprakelijkheidsbeperkende leveringsvoor- waarden hanteert, zal de maatschappij hem volgen in zijn beslissing zich hierop al dan niet te beroepen tenzij benadeelde elders recht op vergoeding van schade kan doen gelden.
b. Schade aan cliëntenobjecten. Verzekerd is schade aan:
− een cliëntenobject veroorzaakt door een van buiten komend onheil;
− zaken die zich in of op het cliëntobject bevinden en verzekeringnemer aansprakelijk is voor de schade.
c. Goed Werkgeverschap / artikel 7:611 BW
1. Onder schade wordt eveneens verstaan de door een ondergeschikte van verzekerde als genoemd in artikel 1 - Verzekerde, sub c. geleden schade in verband met een van buiten komend, plotseling en rechtstreeks inwerkend geweld (hierna te noemen: het ongeval), als gevolg waarvan door de ondergeschikte zaakschade en/of personenschade wordt geleden en waarvoor de hiervoor genoemde verzekerde op grond van artikel 7:611 BW een behoorlijke verzekering (of vergoeding ten behoeve van een dergelijke verzekering) had dienen te verzorgen.
2. Indien ten tijde van de in lid 1 genoemde schade ten behoeve van de daar genoemde ondergeschikten een SVI, WEGAM of een vergelijkbare verzekering (hierna te noemen: andere polis) van kracht is, biedt de onderhavige verzekering - in afwijking van het bepaalde in artikel 3.2 van de Bijzondere voorwaarden Bedrijfsaansprakelijkheid - eveneens dekking indien de schade is veroorzaakt door of toegebracht met motorrijtuigen.
Echter met inachtneming van de navolgende aanvullende bepalingen:
2.1 Indien de andere polis geen aansprakelijkheidsverzekering betreft wordt artikel 3.6 van de Algemene voorwaarden Pakketverzekering Garage vervangen door de navolgende bepaling:
De schadevergoeding onder die andere polis wordt in mindering gebracht op de schadevergoeding ingevolge de onder lid 1 verleende dekking.
2.2 Uitgesloten blijft echter:
2.2.1 schade veroorzaakt tijdens deelname aan wedstrijden, straatraces, snelheidsproeven of -ritten;
2.2.2 schade waarbij de bestuurder van het motorrijtuig onder zodanige invloed van alcoholhoudende dranken en/of enig bedwelmend, opwekkend middel of geneesmiddel verkeerde, dat hij niet in staat kon worden geacht het motorrijtuig naar behoren te besturen, dan wel door de wet of overheid is of zou zijn verboden;
2.2.3 schade waarbij de feitelijke bestuurder niet in het bezit is van een geldig voor het motorrijtuig wettelijk voorgeschreven rijbewijs, dan wel de bestuurder de rijbevoegdheid is ontnomen of onvoorwaardelijk is ontzegd.
2.3 De uitsluitingen als omschreven in lid 2.2.2 en 2.2.3 gelden niet ten aanzien van schade geleden door ondergeschikten die aantonen dat de daarin genoemde omstandigheden zich buiten hun weten en tegen hun wil hebben voorgedaan en dat hen daarvan geen enkel verwijt treft.
3. Indien ten tijde van de in lid 1 genoemde schade ten behoeve van de daar genoemde ondergeschikten geen andere polis van kracht is, wordt artikel 3.2 sub a, b, c en d van de Bijzondere voorwaarden Bedrijfsaansprakelijkheid ten aanzien van de in lid 1 genoemde dekking geacht te zijn doorgehaald.
4. Een eventueel toepasselijk eigen risico voor zaakschade of personenschade geldt, afhankelijk van de aard van de in eerste instantie door de ondergeschikte ten gevolge van het ongeval geleden schade (zaakschade of personenschade), ook met betrekking tot de in lid 1 bedoelde schade.
2.2 Omvang van de dekking
a. Verzekerd bedrag per aanspraak: de verzekering geeft per aanspraak dekking tot ten hoogste het in de polis genoemde bedrag voor alle verzekerden tezamen.
b. Verzekerd bedrag per verzekeringsjaar: de verzekering geeft per verzekeringsjaar dekking tot ten hoogste het in de polis genoemde bedrag. De datum van de eerste schriftelijke melding van de aanspraak of gebeurtenis is bepalend voor het verzekeringsjaar waaraan de aanspraak of gebeurtenis wordt toegerekend.
2.3 Dekkingsgebied
De dekking geldt voor een aanspraak die zich waar ook ter wereld voordoet, tenzij de aanspraak verband houdt met verrichte diensten en uitgevoerde werkzaamheden in, of met zaken door verzekerde of anderen bedrijfsmatig geëxporteerd naar de Verenigde Staten van Amerika of Canada.
2.4 Grenzen van de dekking naar tijd
a. Inloop: verzekerd is de aansprakelijkheid voor schade, die zich manifesteert tijdens de looptijd van deze verzekering, en waarbij de schadeveroorzakende gebeurtenis niet eerder dan drie jaar voor ingang van deze verzekering heeft plaatsgevonden.
b. Uitloop: uitsluitend indien de verzekering eindigt wegens opheffing van het bedrijf of beëindiging van het beroep, anders dan door faillissement, blijft de dekking van kracht ten aanzien van de aansprakelijkheid voor schade, die veroorzaakt is tijdens de looptijd van de verzekering en die zich in de periode van één jaar na beëindiging daarvan manifesteert.
2.5 Bereddingskosten
Bereddingskosten worden zo nodig boven het verzekerd bedrag vergoed tot maximaal het verzekerd bedrag per aanspraak.
Bereddingskosten tellen wel mee voor de maximale vergoeding per verzekeringsjaar.
2.6 Overige kosten
Zo nodig worden boven het verzekerd bedrag vergoed:
a. de kosten van door of onder leiding van de maatschappij gevoerd verweer tegen aanspraken, alsmede de hier uit voortvloeiende proceskosten;
b. de kosten van rechtsbijstand, die op verzoek van de maatschappij worden verleend in een tegen verzekerde aanhangig gemaakt strafgeding of tuchtzaak;
c. de wettelijke rente.
III UITSLUITINGEN
ARTIKEL 3 Uitsluitingen
Deze verzekering biedt geen dekking voor schade:
3.1
Die voortvloeit uit de bedrijfsuitoefening door een vestiging buiten Nederland.
3.2
Veroorzaakt met of door een motorrijtuig, vaartuig of luchtvaartuig.
Wel verzekerd is de aansprakelijkheid:
a. voor schade veroorzaakt met of door een aanhanger of oplegger welke, na van een motorrijtuig te zijn losgemaakt of losgeraakt, veilig buiten het verkeer tot stilstand is gekomen;
b. voor schade veroorzaakt door lading bij het laden of lossen van een motorrijtuig, aanhanger of oplegger;
x. xxx xxxxxxxxxxxxxxxx als werkgever voor schade veroorzaakt door ondergeschikten met of door een motorrijtuig waarvan verzekeringnemer geen eigenaar of houder is en die niet aan verzekeringnemer zijn toevertrouwd;
d. voor schade toegebracht door verzekerde als passagier van een motorrijtuig, vaartuig of luchtvaartuig.
3.3
Die voortvloeit uit een boete-, schadevergoedings-, garantie-, vrijwarings- of ander beding, tenzij verzekerde ook zonder dat beding aansprakelijk is.
3.4
In verband met het vervangen, verbeteren, herstellen of terugroepen van door of onder verantwoordelijkheid van verzekeringnemer (op)geleverde zaken.
3.5
In verband met het geheel of gedeeltelijk opnieuw verrichten van door of onder verantwoordelijkheid van verzekeringnemer uitgevoerde werkzaamheden.
3.6
a. aan een motorrijtuig, aanhanger of oplegger , eigendom van fabrikanten, importeurs, dealers en universele autobedrijven, die aan verzekeringnemer ter beschikking zijn gesteld;
b. aan een motorrijtuig, aanhanger of oplegger, eigendom van verzekerden zelf, alsmede de echtgeno(o)t(e) of levenspartner van de verzekeringnemer, directeur of vennoot van het bedrijf;
c. aan een motorrijtuig, aanhanger of oplegger dat is verkocht maar nog niet is geleverd of opgeleverd, tenzij de schade een gevolg is van het afleveringsklaar maken van het object. Hierbij blijven de uitsluitingen genoemd in artikel 3.4 en 3.5 onverminderd van kracht.
Wel verzekerd is de aansprakelijkheid:
voor schade aan leaseauto’s, eigendom van verzekeringnemer en in gebruik bij derden, voor zover deze voor reparatie of onderhoud aan verzekeringnemer zijn toevertrouwd.
3.7
In verband met milieuaantasting.
Wel verzekerd is de aansprakelijkheid:
a. in verband met milieuaantasting door een plotselinge onzekere gebeurtenis en deze gebeurtenis niet het rechtstreeks gevolg is van een langzaam (in)werkend proces. Deze dekking geldt alleen als er geen dekking is op een milieuaansprakelijkheidsverzekering. Een eigen risico op een milieuaansprakelijkheidsverzekering wordt niet vergoed;
b. van verzekeringnemer tegenover zijn ondergeschikten voor schade door een milieuaantasting indien die schade verband houdt met het verrichten van werkzaamheden voor verzekeringnemer.
3.8
Aan zaken veroorzaakt gedurende de tijd dat verzekerde of een ander voor hem deze zaken in beheer, in huur, ter vervoer, in gebruik, ter bewerking, ter behandeling, voor herstel of om een andere reden onder zich heeft.
Wel biedt deze verzekering dekking voor:
a. de aansprakelijkheid van verzekeringnemer als werkgever voor schade aan zaken van ondergeschikten;
b. voor schade aan zaken, die verzekerde, anders dan in huur, pacht, bruikleen of bewaarneming onder zich heeft, indien door brandverzekeraars schade is vergoed en door hen regres wordt genomen;
c. de aansprakelijkheid van verzekeringnemer voor schade aan gehuurde of ter beschikking gestelde ruimten of stands bij deelname aan beurzen, tentoonstellingen en dergelijke;
d. voor schade aan cliëntenobjecten.
3.9
Die is veroorzaakt door seksuele gedragingen.
3.10
Veroorzaakt door, voortgevloeid uit of verband houdend met asbest of asbesthoudende zaken.
3.11
Veroorzaakt door het adviseren, ontwerpen, analyseren, ontwikkelen en (op)leveren van programmatuur, alsmede het aanbrengen van wijzigingen in programmatuur.
3.12
In verband met aanspraken tot vergoeding indien dit een inbreuk zou vormen op sanctiewet- en regelgeving uit hoofde waarvan het de verzekeraar verboden is om krachtens deze verzekering dekking te bieden of een schadeloosstelling uit te keren.
IV SCHADE AAN CLIËNTENOBJECTEN
ARTIKEL 4 Schade aan cliëntenobjecten
4.1 Schadevergoeding
De maatschappij vergoedt de reparatiekosten tot maximaal het verschil in waarde van het motorrijtuig onmiddellijk voor en na de gebeurtenis. Indien de reparatiekosten meer bedragen dan dat verschil vergoedt de maatschappij maximaal het verschil.
De maatschappij vergoedt het verschil in waarde van het motorrijtuig onmiddellijk voor en na de gebeurtenis, als de reparatiekosten meer dan tweederde bedragen van de dagwaarde onmiddellijk voor de gebeurtenis.
4.2 Schaderegeling
Bij een schade die meer dan € 570,- (exclusief btw) bedraagt, zijn verzekerden verplicht de maatschappij in de gelegenheid te stellen de schade voor reparatie door een schade-expert op te laten nemen.
4.3 Uitkering bij diefstal, verduistering en vermissing
Het recht op uitkering gaat in, indien 30 dagen na ontvangst van het schadeformulier en van het originele bewijs van aangifte bij de politie door de maatschappij, verzekeringnemer of cliënt het motorrijtuig nog niet heeft teruggekregen of heeft kunnen terugkrijgen.
Voordat tot uitkering wordt overgegaan dienen de eigendomsbewijzen, eigendomsrechten en alle originele sleutels aan de maatschappij te worden overgedragen.
4.4 Sleutelbeheer
Uit alle aanwezige cliëntenobjecten dienen de sleutels te zijn verwijderd. De sleutels dienen te zijn opgeborgen in een verankerde en afgesloten sleutelkluis met een waardeberging van minimaal € 5.000,-. De kluis dient verankerd te zijn binnen het bereik van detectie van een door de maatschappij geaccepteerde alarminstallatie.
Tijdens openingsuren kunnen sleutels van cliëntenobjecten, waar niet aan gewerkt wordt, op de volgende wijze worden opgeborgen:
a. in een afgesloten bureau of kast binnen een afgesloten kantoorruimte;
b. in een sleutelkast. De sleutelkast dient vast te zijn gemonteerd op een buiten het gezichtsveld van bezoekers gelegen plaat;
c. op het lijf gedragen.
a. Wanneer niet aan deze voorwaarden is voldaan zal per gebeurtenis een percentage van 50% van het schadebedrag als eigen risico van toepassing zijn.
De maximale uitkering bedraagt € 50.000,- per verzekeringsjaar per verzekerde vestiging.
BIJZONDERE VOORWAARDEN WETTELIJKE AANSPRAKELIJKHEIDSVERZEKERING MOTORRIJTUIGEN
Deze bijzondere voorwaarden vormen één geheel met de van toepassing zijnde algemene voorwaarden.
Januari 2018: GAR18 FGD-V 2019-01
Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen
Met voorbijgaan aan hetgeen anders in deze verzekering mocht zijn bepaald, wordt deze verzekering geacht te voldoen aan de door of krachtens de WAM gestelde eisen
INHOUDSOPGAVE
I Algemeen
Aanvullende begripsomschrijvingen artikel 1
II Dekking
Omschrijving van de dekking artikel 2.1
Verzekeringsgebied artikel 2.2
Borgstelling artikel 2.3
Verzekerd bedrag artikel 2.4
Automobilistenhulp artikel 2.5
Bereddingskosten artikel 2.6
Overige kosten artikel 2.7
III Uitsluitingen
Uitsluitingen artikel 3
IV Verhaalsrecht
Verhaalsrecht artikel 4
I ALGEMEEN
ARTIKEL 1 Aanvullende begripsomschrijvingen
Inzittende: ieder die zich als bestuurder of passagier met toestemming van verzekeringnemer in een verzekerd motorrijtuig bevindt, in of uit dit motorrijtuig stapt of hieraan onderweg noodreparaties verricht of daarbij behulpzaam is.
Verzekerd motorrijtuig:
a. een motorrijtuig dat eigendom is van verzekeringnemer mits het gebruik van het motorrijtuig valt binnen de op het polisblad omschreven hoedanigheid.
b. Niet verzekerd is een motorrijtuig dat in huurkoop is verkocht of waarvan hij fiduciair eigenaar is;
c. een motorrijtuig dat eigendom is van directeur of vennoot van het bedrijf.
d. een motorrijtuig dat eigendom is van de echtgeno(o)t(e) of levenspartner van verzekeringnemer, directeur of vennoot van het bedrijf;
e. een motorrijtuig dat verzekeringnemer voor verkoop, of op grond van huur, huurkoop of bruikleen onder zich heeft;
f. een motorrijtuig, caravan, vouwwagen, aanhanger of oplegger, dat/die door een cliënt aan verzekeringnemer is toevertrouwd;
g. een door verzekeringnemer verkocht maar nog niet afgeleverd motorrijtuig.
Verzekerde:
a. de verzekeringnemer, directieleden en vennoten van het bedrijf van de verzekeringnemer, alsmede hun echtgenoten of levenspartners;
b. een inzittende;
c. de werkgever van een inzittende indien de werkgever op grond van artikel 6:170 van het Burgerlijk Wetboek voor de inzittende aansprakelijk is.
WAM: Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen.
Alarmcentrale: de op het internationaal verzekeringsbewijs (groene kaart) vermelde hulporganisatie.
Aanspraak: een tegen de verzekerde ingestelde schriftelijke vordering van geleden schade. Aanspraken die met elkaar verband houden of uit elkaar voortvloeien, worden als één aanspraak beschouwd.
II DEKKING
ARTIKEL 2 Dekking
2.1 Omschrijving van de dekking
a. Verzekerd is de aansprakelijkheid van verzekerden voor schade veroorzaakt met of door:
- het verzekerd motorrijtuig;
- vervoerde zaken, xxxxxx dan tijdens laden en lossen, die zich op of in het verzekerd motorrijtuig en de aanhanger of oplegger bevinden dan wel daarvan of daaruit vallen of zijn gevallen.
b. Verzekerd is de aansprakelijkheid van verzekerden voor schade veroorzaakt aan een motorrijtuig dat wordt gesleept door het verzekerd motorrijtuig.
c. Verzekerd is schade veroorzaakt met het verzekerd motorrijtuig aan een ander motorrijtuig waarvan verzekeringnemer eigenaar of huurder is, als de gebeurtenis plaatsvond op de openbare weg en de maatschappij ook had moeten uitkeren als de gebeurtenis had plaatsgevonden tussen een willekeurig motorrijtuig en het verzekerd motorrijtuig.
2.2 Verzekeringsgebied
De verzekering geldt voor gebeurtenissen in de landen die zijn vermeld op het bij deze verzekering behorende internationale verzekeringsbewijs (groene kaart) en voor gebeurtenissen die plaatsvinden tijdens het vervoer van het motorrijtuig tussen die landen, tenzij het land op de groene kaart is doorgehaald en/of uit het polisblad anders blijkt.
2.3 Borgstelling
Wanneer ter zake van een schade door een overheid een borgsom wordt verlangd om de opheffing van een op het verzekerd motorrijtuig gelegd beslag of de invrijheidstelling van verzekerden te verkrijgen, zal de maatschappij deze borgsom verstrekken tot ten hoogste € 23.000,- voor alle verzekerden tezamen, mits aanspraak bestaat op vergoeding van de schade. De maatschappij is gerechtigd over de verstrekte borgsom te beschikken zodra deze wordt vrijgegeven.
2.4 Verzekerd bedrag
Indien de gebeurtenis plaatsvindt in een land, waar krachtens een met de WAM overeenkomstige wet een hoger te verzekeren bedrag is voorgeschreven, dan verleent de verzekering dekking tot dat hogere bedrag.
2.5 Automobilistenhulp
De automobilistenhulp is uitsluitend van toepassing bij motorrijtuigen met een toelaatbaar totaalgewicht van maximaal 3500 kg. Er is alleen recht op hulp of vergoeding van kosten als de alarmcentrale wordt ingeschakeld.
a. Dekking in Nederland.
Indien ten gevolge van een ongeval het verzekerd motorrijtuig zodanig is beschadigd dat daarmee niet meer verantwoord kan worden gereden of verzekerden door het ongeval niet meer in staat zijn het motorrijtuig te besturen, belast de alarmcentrale zich met de organisatie van de hulpverlening en betaalt de kosten voor het vervoer van:
- het motorrijtuig met de eventuele aanhanger naar een door verzekerden aan te wijzen adres in Nederland;
- verzekerden en hun bagage naar een door verzekerden aan te wijzen adres in Nederland.
b. Dekking in het buitenland.
Indien ten gevolge van een ongeval of pech het verzekerd motorrijtuig zodanig is beschadigd, dat het herstel daarvan langer dan drie werkdagen duurt, of indien het motorrijtuig is gestolen en niet binnen drie werkdagen wordt teruggevonden. Dan belast de alarmcentrale zich met organisatie van de hulpverlening en/of met de repatriëring van het motorrijtuig met de eventuele aanhanger, de verzekerden en hun bagage. In overleg met verzekerden wordt voor één van de volgende oplossingen gekozen:
- het motorrijtuig wordt teruggebracht naar een door verzekerden aan te wijzen adres in Nederland;
- het motorrijtuig wordt op de plaats van het ongeval hersteld en de alarmcentrale laat het motorrijtuig naar de plaats van de reisbestemming brengen;
- het motorrijtuig wordt op de plaats van het ongeval hersteld en de alarmcentrale stelt een treinticket (als de reis korter duurt dan 12 uur) of een vliegticket ter beschikking aan verzekerden om het motorrijtuig weer te kunnen ophalen.
De alarmcentrale laat onderdelen versturen die noodzakelijk zijn voor het herstel van het motorrijtuig, indien deze onderdelen ter plaatse niet beschikbaar zijn en de leverancier deze onderdelen nog in voorraad heeft. De kosten van aankoop, douaneheffingen en retourvracht komen voor rekening van verzekeringnemer. De alarmcentrale neemt de kosten van vervoer van het motorrijtuig naar de dichtstbijzijnde herstelinrichting voor haar rekening tot maximaal € 160,-.
Indien de herstel- of repatriëringskosten hoger zijn dan de in Nederland voor het motorrijtuig geldende dagwaarde, betaalt de alarmcentrale de kosten verbonden aan achterlating. De alarmcentrale verzorgt repatriëring van verzekerden en hun bagage tot hun woonplaats per trein (als de reis korter duurt dan 12 uur) of per vliegtuig. Deze kosten zullen worden vergoed tot maximaal de in Nederland voor het motorrijtuig geldende dagwaarde op de schadedatum.
Indien verzekerden de reis wensen voort te zetten, dan zal de alarmcentrale de kosten van een vervangend motorrijtuig van gelijke categorie voor haar rekening nemen tot ten hoogste € 70,– per dag voor maximaal drie dagen.
Indien de bestuurder van het verzekerd motorrijtuig niet in staat is het motorrijtuig verder te besturen ten gevolge van een van de onderstaande oorzaken, en een medereiziger de besturing niet kan overnemen, zal de alarmcentrale het motorrijtuig naar Nederland brengen (waarbij kosten als brandstof en tolgelden voor rekening van verzekeringnemer blijven):
- ziekte of ongeval, waarbij genezing niet binnen redelijke termijn te verwachten is;
- overlijden van een familielid in de eerste of tweede graad of een met de bestuurder duurzaam samenlevende persoon;
- opname in een levensbedreigende toestand in een ziekenhuis van een familielid in de eerste of tweede graad of een met de bestuurder duurzaam samenlevende persoon;
- een schade aan zaken van de bestuurder door brand, inbraak, explosie, blikseminslag, storm of overstroming waardoor diens snelle aanwezigheid noodzakelijk is.
2.6 Bereddingskosten
Bereddingskosten worden zo nodig boven het verzekerd bedrag vergoed tot maximaal het verzekerd bedrag per gebeurtenis.
2.7 Overige kosten
Zo nodig worden boven het verzekerd bedrag vergoed:
a. de kosten van door of onder leiding van de maatschappij gevoerd verweer tegen aanspraken, alsmede de hier uit voortvloeiende proceskosten.
b. de kosten van rechtsbijstand, die op verzoek van de maatschappij worden verleend in een tegen verzekerde aanhangig gemaakt strafgeding of tuchtzaak.
c. de wettelijke rente.
III UITSLUITINGEN
ARTIKEL 3 Uitsluitingen
Niet verzekerd is schade:
3.1
Ontstaan terwijl de feitelijke bestuurder van het motorrijtuig niet in het bezit is van een voor het motorrijtuig wettelijk voorgeschreven geldig rijbewijs of hem de rijbevoegdheid is ontzegd, of indien hij niet voldoet aan andere wettelijke bepalingen met betrekking tot het gebruik van het motorrijtuig. Deze uitsluiting geldt niet:
- indien de geldigheid van het rijbewijs van de bestuurder niet langer dan 12 maanden voor het ontstaan van de schade is geëindigd ten gevolge van het feit dat hij verzuimd heeft het rijbewijs tijdig te verlengen;
- indien de bestuurder, na zijn rijexamen met goed gevolg te hebben afgelegd, het wettelijk voorgeschreven rijbewijs nog niet heeft ontvangen.
3.2
Ontstaan terwijl de bestuurder onder zodanige invloed van alcoholhoudende dranken en/of enig bedwelmend of opwekkend middel verkeerde, dat hij niet in staat kon worden geacht het motorrijtuig naar behoren te besturen. Dit wordt in elk geval aangenomen indien het alcoholpromillage hoger is dan wettelijk is toegestaan.
3.3
Veroorzaakt tijdens het deelnemen aan:
- snelheidswedstrijden of –ritten;
- regelmatigheids- en behendigheidsritten, die niet geheel binnen Nederland plaatsvinden.
3.4
Ontstaan terwijl het verzekerde motorrijtuig voor andere doeleinden wordt gebruikt dan met de maatschappij is overeengekomen. Hieronder wordt onder andere verstaan:
- vervoer van personen en/of goederen tegen betaling;
- gebruik als les-of examenauto;
- verhuur;
- leasing.
Onder verhuur wordt niet verstaan het ter beschikking stellen van een motorrijtuig aan cliënt waarvan het motorrijtuig in verband met reparatie of onderhoud aan verzekeringnemer is toevertrouwd of indien cliënt in afwachting is van een door verzekeringnemer aan cliënt verkocht motorrijtuig.
3.5
Veroorzaakt door of met autobussen, touringcars en elobikes.
3.6
Aan zaken die verzekerden toebehoren, die zij onder zich hebben of die met het motorrijtuig worden vervoerd.
3.7
Ontstaan gedurende de tijd, dat het motorrijtuig door een overheid is gevorderd of in beslag is genomen.
3.8
Aan de bestuurder van het verzekerde motorrijtuig.
3.9
Veroorzaakt door degene die zonder machtiging van verzekerden het motorrijtuig als bestuurder of passagier gebruikt.
3.10
Veroorzaakt met motorrijtuigen waarvan de kentekens niet zijn aangemeld bij de maatschappij. Aanmelding dient zo spoedig mogelijk te gebeuren, maar uiterlijk binnen vijf dagen nadat het motorrijtuig door verzekeringnemer in gebruik is genomen. Motorrijtuigen die behoren tot de handelsvoorraad hoeven niet te worden aangemeld.
De uitsluitingen in artikel 3.1, 3.2, 3.3, 3.4, 3.10 gelden niet voor de verzekeringnemer, die aantoont dat de omstandigheden zich buiten zijn weten of tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem ten aanzien daarvan niets is te verwijten.
IV VERHAALSRECHT
ARTIKEL 4 Verhaalsrecht
Indien de maatschappij op grond van de WAM of andere wettelijke bepalingen een verplichting tot schadevergoeding heeft, terwijl verzekerde geen rechten aan de verzekering kan ontlenen, dan heeft de maatschappij het recht de schadevergoeding en kosten te verhalen op verzekerde.
BIJZONDERE VOORWAARDEN COLLECTIEF CASCOVERZEKERING EIGEN MOTORRIJTUIGEN EN HANDELSVOORRAAD
Deze bijzondere voorwaarden vormen één geheel met de van toepassing zijnde algemene voorwaarden.
Januari 2018: GAR18 FGD-V 2019-01
INHOUDSOPGAVE
I Algemeen
Aanvullende begripsomschrijvingen artikel 1
II Omschrijving van de dekking
Schade aan het verzekerd motorrijtuig artikel 2.1
Accessoires artikel 2.2
Aanvullende dekking artikel 2.3
Sleutelbeheer artikel 2.4
Verzekeringsgebied artikel 2.5
Bereddingskosten artikel 2.6
III Uitsluitingen
Uitsluitingen artikel 3
IV Schade
Schadevergoeding artikel 4.1
Uitkering bij diefstal, verduistering, vermissing artikel 4.2 Overdracht bij algeheel verlies artikel 4.3
Schaderegeling artikel 4.4
I ALGEMEEN
ARTIKEL 1 Aanvullende begripsomschrijvingen
Accessoires: onderdelen die aan het motorrijtuig kunnen worden bevestigd en die daarvan kunnen worden verwijderd, terwijl de (rij)technische staat van het motorrijtuig daardoor niet wordt beïnvloed, alsmede verbandtrommel, gevarendriehoek, pechlamp, reservelampen, sleepkabel, vloermatten en landkaarten.
Dagwaarde: het bedrag dat op het tijdstip onmiddellijk voorafgaand aan de gebeurtenis nodig is voor de aanschaf van een naar merk, type, uitvoering, ouderdom en staat gelijkwaardig object.
Inkoopwaarde: de inkoopprijs verhoogd met aangebrachte accessoires, meeruitvoeringen en gemaakte kosten
Verzekerd motorrijtuig:
a. een motorrijtuig, aanhanger/oplegger dat eigendom is van verzekeringnemer mits het gebruik van het motorrijtuig valt binnen de op het polisblad omschreven hoedanigheid.
b. Niet verzekerd is een motorrijtuig dat in huurkoop is verkocht of waarvan hij fiduciair eigenaar is;
c. een motorrijtuig, aanhanger/oplegger dat eigendom is van directeur of vennoot van het bedrijf;
d. een motorrijtuig dat eigendom is van de echtgeno(o)t(e) of levenspartner van verzekeringnemer, directeur of vennoot van het bedrijf;
e. een motorrijtuig dat verzekeringnemer op grond van huurkoop of bruikleen onder zich heeft;
f. een motorrijtuig dat is verkocht maar nog niet is geleverd of opgeleverd, op voorwaarde dat de verkoop schriftelijk is vastgelegd;
g. motorrijtuigen die in consignatie zijn ontvangen van de importeur, fabrikant of BOVAG aangesloten dealer- of universeel bedrijf. Hiervoor dient een schriftelijke overeenkomst te zijn.
II OMSCHRIJVING VAN DE DEKKING
ARTIKEL 2 Omschrijving van de dekking
2.1 Schade aan het verzekerd motorrijtuig
a. Beperkte cascodekking
Deze dekking geldt voor verzekerde motorrijtuigen die ouder zijn dan 84 maanden, maar niet ouder zijn dan 180 maanden. Verzekerd is schade aan of verlies van het verzekerd motorrijtuig door:
– brand, ontploffing, zelfontbranding, kortsluiting en blikseminslag;
– ruitbreuk, tenzij dit een gevolg is van een botsing;
– storm, overstroming, vloedgolf, inundatie, hagel, aardbeving, vulkanische uitbarsting, lawines, vallend gesteente, instorting, oeverafschuiving en dijkval;
– diefstal, inbraak, joyriding of poging daartoe, verduistering en vermissing;
– botsing met vogels of loslopende dieren;
– relletjes;
– het in aanraking komen met een vallend luchtvaartuig of delen hiervan;
– een van buiten komend onheil, ontstaan gedurende de tijd dat het motorrijtuig voor transport aan een vervoerder is overgedragen met uitzondering van schade in de vorm van krassen, schrammen en lakschade;
– een van buiten komend onheil, ontstaan tijdens het maken van een proefrit op de openbare weg met een motorrijtuig dat behoort tot de handelsvoorraad en als zodanig is geregistreerd. Deze dekking geldt uitsluitend indien een Collectieve Casco Verzekering is afgesloten;
− verontreiniging van de bekleding van het motorrijtuig ten gevolge van het kosteloos vervoeren van gewonden;
− schade aan beletteringen en beschilderingen door een van buiten komend onheil. De vergoeding is gemaximeerd tot € 1.000,-.
b. Uitgebreide cascodekking
Deze dekking geldt voor verzekerde motorrijtuigen die niet ouder zijn dan 84 maanden. Naast de onder a genoemde gebeurtenissen is verzekerd, schade aan of verlies van het verzekerd motorrijtuig door:
− ieder van buiten komend onheil, zoals botsen, aanrijding, slippen, omslaan, te water of van de weg geraken;
− kwaadwillige beschadiging, ook als gevolg van eigen gebrek.
2.2 Accessoires
De verzekering dekt schade aan of verlies van vast gemonteerde accessoires inclusief SCM/VbV goedgekeurd alarmsysteem, die niet tot de standaard uitrusting behoren, op voorwaarde dat deze accessoires wettelijk zijn toegestaan en de schade of het verlies het gevolg is van een gedekte gebeurtenis, zoals beschreven in artikel 2.1.
Niet vast gemonteerde accessoires zoals een verbandtrommel, gevarendriehoek, pechlamp, brandblusser, sleepkabel, reserve lampjes, vloermatten en landkaarten zijn eveneens onder deze verzekering begrepen.
Niet tot accessoires wordt gerekend mobiele apparatuur zoals een telefoon, autocamera, beeld-, geluids- en navigatieapparatuur. Deze apparatuur is uitgesloten van de dekking.
De niet tot de standaarduitrusting behorende accessoires zijn gratis meeverzekerd tot een bedrag van maximaal € 1.500,-.
2.3 Aanvullende dekking
Kosten voor de aanschaf van nieuwe kentekenbewijzen en sleutels, inclusief het inlezen van nieuwe sleutels, worden vergoed indien de schade of het verlies het gevolg is van een gedekte gebeurtenis, zoals beschreven in artikel 2.1 en het motorrijtuig niet ouder is dan 180 maanden. Indien het inlezen van de nieuwe sleutel niet mogelijk is, wordt een nieuw contactslot vergoed. Deze dekking geldt uitsluitend indien een Collectieve Casco Verzekering is afgesloten.
2.4 Sleutelbeheer
Uit alle aanwezige motorrijtuigen dienen de sleutels te zijn verwijderd. De sleutels dienen te zijn opgeborgen in een verankerde en afgesloten sleutelkluis met een waardeberging van minimaal € 5.000,-. De kluis dient verankerd te zijn binnen het bereik van detectie van een door de maatschappij geaccepteerde alarminstallatie. Kentekenbewijzen dienen opgeborgen te worden in een verankerde kluis met een waardeberging van minimaal € 2.500,-.
Tijdens openingsuren kunnen sleutels op de volgende wijze worden opgeborgen:
a. in een afgesloten bureau of kast binnen een afgesloten kantoorruimte;
b. in een sleutelkast. De sleutelkast dient vast te zijn gemonteerd op een buiten het gezichtsveld van bezoekers gelegen plaats;
c. op het lijf gedragen.
Wanneer niet aan deze voorwaarden is voldaan zal per gebeurtenis een percentage van 50% van het schadebedrag als eigen risico van toepassing zijn. De maximale uitkering bedraagt € 50.000,- per verzekeringsjaar per verzekerde vestiging.
2.5 Verzekeringsgebied
De verzekering geldt voor gebeurtenissen in de landen die zijn vermeld op het bij deze verzekering behorende internationale verzekeringsbewijs (groene kaart) en voor gebeurtenissen die plaatsvinden tijdens het vervoer van het motorrijtuig tussen die landen, tenzij het land op de groene kaart is doorgehaald en/of uit het polisblad anders blijkt.
2.6 Bereddingskosten
Bereddingskosten worden zo nodig boven het verzekerd bedrag vergoed tot maximaal het verzekerd bedrag per gebeurtenis.
III UITSLUITINGEN
ARTIKEL 3 Uitsluitingen
Niet verzekerd is schade:
3.1
Ontstaan terwijl de feitelijke bestuurder van het motorrijtuig niet in het bezit is van een voor het motorrijtuig wettelijk voorgeschreven geldig rijbewijs of hem de rijbevoegdheid is ontzegd, of indien hij niet voldoet aan andere wettelijke bepalingen met betrekking tot het gebruik van het motorrijtuig. Deze uitsluiting geldt niet:
− indien de geldigheid van het rijbewijs van de bestuurder niet langer dan 12 maanden voor het ontstaan van de schade is geëindigd ten gevolge van het feit dat hij verzuimd heeft het rijbewijs tijdig te verlengen;
− indien de bestuurder, na zijn rijexamen met goed gevolg te hebben afgelegd, het wettelijk voorgeschreven rijbewijs nog niet heeft ontvangen.
3.2
Ontstaan terwijl de bestuurder onder zodanige invloed van alcoholhoudende dranken en/of enig bedwelmend of opwekkend middel verkeerde, dat hij niet in staat kon worden geacht het motorrijtuig naar behoren te besturen. Dit wordt in elk geval aangenomen indien het alcoholpromillage hoger is dan wettelijk is toegestaan.
3.3
Veroorzaakt tijdens het deelnemen aan:
− snelheidswedstrijden of –ritten;
− regelmatigheids- en behendigheidsritten, die niet geheel binnen Nederland plaatsvinden.
3.4
Ontstaan terwijl het verzekerde motorrijtuig voor andere doeleinden wordt gebruikt dan met de maatschappij is overeengekomen. Hieronder wordt onder andere verstaan:
− vervoer van personen en/of goederen tegen betaling;
− gebruik als les- of examenauto;
− verhuur;
− leasing.
3.5
Aan motorrijtuigen met een buitenlands kenteken met uitzondering van motorrijtuigen die door verzekeringnemer zijn gekocht en door verzekeringnemer vervoerd worden naar Nederland.
3.6
Aan motorrijtuigen die eigendom zijn van een vestiging van verzekeringnemer buiten Nederland en/of motorrijtuigen die gewoonlijk verder dan 25 kilometer buiten Nederland zijn of worden gestald.
3.7
Ontstaan gedurende de tijd, dat het motorrijtuig door een overheid is gevorderd of in beslag is genomen.
3.8
Door waardevermindering na reparatie.
3.9
Aan motorrijtuigen die door verzekeringnemer zijn verkocht maar nog niet zijn geleverd of opgeleverd, voor zover deze in gebruik zijn voor het afleveringsklaar maken van het object.
3.10
Als gevolg van verduistering indien geen kopie van een geldig legitimatiebewijs van de bestuurder aan de maatschappij kan worden overgelegd.
3.11
Als gevolg van langzaam inwerkende weersinvloeden, slijtage of onvoldoende onderhoud.
3.12
Aan autobussen, touringcars en elobikes.
3.13
Als gevolg van het tanken van verkeerde brandstof.
De uitsluitingen in artikel 3.1, 3.2, 3.3, 3.4 gelden niet voor de verzekeringnemer, die aantoont dat de omstandigheden zich buiten zijn weten of tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem ten aanzien daarvan niets is te verwijten.
IV SCHADE
ARTIKEL 4 Schade
4.1 Schadevergoeding
a. De maatschappij vergoedt de reparatiekosten tot maximaal het verschil in waarde van het motorrijtuig onmiddellijk voor en na de gebeurtenis. Indien de reparatiekosten meer bedragen dan dat verschil, vergoedt de maatschappij maximaal het verschil.
b. De maatschappij vergoedt het verschil in waarde van het motorrijtuig onmiddellijk voor en na de gebeurtenis, als de reparatiekosten meer dan tweederde bedragen van de waarde, zoals vastgesteld volgens artikel 4.1.c of 4.1.d, onmiddellijk voor de gebeurtenis.
c. Inkoopwaarde- en afschrijvingsregeling
Toepassing van de inkoopwaarde- en afschrijvingsregeling betekent dat als waarde van het motorrijtuig op het moment van de gebeurtenis wordt aangemerkt:
− indien het motorrijtuig jonger is dan 12 maanden na afgifte kentekenbewijs deel 1, de inkoopwaarde;
− indien het motorrijtuig ouder is dan 12 maanden na afgifte kentekenbewijs deel 1, wordt de inkoopwaarde voor iedere volle maand verminderd met 1,5% over de eerste € 5.000,- en 2% over het bedrag daarboven.
d. In de volgende gevallen zal de dagwaarde als waarde van het motorrijtuig op het moment van de gebeurtenis worden aangemerkt:
– indien het motorrijtuig ouder is dan 36 maanden na afgifte kentekenbewijs deel 1;
– indien de dagwaarde hoger is dan de waarde volgens de inkoopwaarde- en afschrijvingsregeling;
– indien het motorrijtuig niet nieuw was bij afgifte kentekenbewijs deel 1;
– indien het motorrijtuig een inkoopwaarde van meer dan € 68.250,- (inclusief btw/bpm) heeft;
– indien het motorrijtuig een bestel- of vrachtauto is.
4.2 Uitkering bij diefstal, verduistering en vermissing
Het recht op uitkering gaat in, indien dertig dagen na ontvangst van het schadeformulier en van het originele bewijs van aangifte bij de politie door de maatschappij, verzekeringnemer het motorrijtuig nog niet heeft teruggekregen of heeft kunnen terugkrijgen. Voordat tot uitkering wordt overgegaan dienen de eigendomsbewijzen, eigendomsrechten en alle originele sleutels aan de maatschappij te worden overgedragen.
4.3 Overdracht bij algeheel verlies
Bij schadevergoeding in geval van totaal verlies van het motorrijtuig behoudt de maatschappij zich het recht voor het wrak over te doen dragen aan een door de maatschappij aan te wijzen partij. Voordat tot uitkering wordt overgegaan dienen de eigendomsbewijzen, eigendomsrechten en alle originele sleutels aan de maatschappij te worden overgedragen.
4.4 Schaderegeling
Bij een schade die meer dan € 570,- (exclusief btw) bedraagt, zijn verzekerden verplicht de maatschappij in de gelegenheid te stellen de schade voor reparatie door een schade-expert op te laten neme.
BIJZONDERE VOORWAARDEN BRAND- EN BEDRIJFSSCHADEVERZEKERING
Deze bijzondere voorwaarden vormen één geheel met de van toepassing zijnde algemene voorwaarden.
Januari 2018: GAR18 FGD-V 2019-01
INHOUDSOPGAVE
I Algemeen
Begripsomschrijvingen artikel 1
II Omschrijving van de dekking
Omvang van de dekking artikel 2
Gedekte gebeurtenissen artikel 3
III Uitsluitingen
Uitsluitingen artikel 4
IV Schade
Verplichtingen in geval van schade artikel 5
Schaderegeling artikel 6
Vergoeding van schade en kosten artikel 7
Bijverzekering na schade artikel 8
Wijziging van premie en/of voorwaarden na schade artikel 9
V Premie en voorwaarden
Premiebetaling artikel 10
VI Duur en einde van de verzekering
Duur en einde van de verzekering artikel 11
VII (Informatie)verplichtingen van verzekeringnemer en/of verzekerde
Wijziging van het risico artikel 12
Algemene verplichtingen van verzekerde artikel 13
Andere verzekeringen artikel 14
Overgang van het zakelijk belang artikel 15
VIII Overige bepalingen
Inbreuk op handels- en/of economische sancties artikel 16 Verpanding/cessie artikel 17
IX Productvoorwaarden Rubriek 1 Zaakschade
Omvang van de dekking artikel 18
Zonnestroominstallatie artikel 19
Indexering artikel 20
Taxatie artikel 21
Roerende zaken van derden artikel 22
Dekking roerende zaken buiten het gebouw artikel 23 Dekking roerende zaken elders binnen Europa artikel 24 Vergoedingen boven het verzekerd bedrag artikel 25
Vergoeding van schade en kosten artikel 26
Verbrugging artikel 27
Rubriek 2 Bedrijfsschade
Omvang van de dekking artikel 28
Uitbreiding van de bedrijfsschade dekking artikel 29
Dekking buiten het gebouw artikel 30
Dekking elders binnen Europa artikel 31
Aanvullende uitsluitingen artikel 32
Uitkeringstermijn artikel 33
Vergoeding van schade en kosten artikel 34
Verrekening voorschotpremie bedrijfsschade artikel 35
I ALGEMEEN
1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
Van de termen die cursief zijn weergegeven is een definitie opgenomen.
1.1 Bedrijfsschade
De vermindering van de brutowinst onder aftrek van besparingen als gevolg van een stilstand of stoornis in de uitoefening van het bedrijf, het beroep of activiteit, zoals op het polisblad is omschreven.
1.2 Bedrijfsuitrusting/inventaris
Alle roerende zaken van verzekerde dienende tot de uitoefening van het bedrijf, beroep of activiteit zoals op het polisblad omschreven met inbegrip van interne transportmiddelen.
Onder bedrijfsuitrusting/inventaris wordt niet verstaan:
a. goederen;
b. dieren en levende have;
c. huishoudelijke inboedel;
x. xxxx en geldswaardige papieren, onbewerkte edele metalen, ongezette edelgesteenten;
e. aanhangwagens, kentekenplichtige motorvoertuigen, caravans, pleziervaartuigen, schepen en luchtvaartuigen, alles met inbegrip van losse onderdelen, accessoires en toebehoren behorende tot deze zaken (waaronder ook wordt verstaan: sleutels, eigendomsbewijzen en kentekenbewijzen).
1.3 Brutowinst
De omzet verminderd met de variabele kosten. Dit is gelijk aan de vaste kosten (waaronder de lonen en salarissen) vermeerderd met de nettowinst respectievelijk verminderd met het nettoverlies.
1.4 Constructiefout
Een gebrek in de constructie van het gebouw ten gevolge van een ontwerpfout, een fout in de uitvoering van de bouw of later aan het gebouw uitgevoerde bouwtechnische wijzigingen.
1.5 Effectief bedrag
De brutowinst over een periode gelijk aan de overeengekomen
uitkeringstermijn, anders dan een jaarbedrag.
1.6 Eigenaarsbelang
De kosten door verzekerde voor eigen risico en rekening gemaakt in diens hoedanigheid van individuele appartementsrechteigenaar ter verbetering, verfraaiing of aanpassing van het gebouw van de Vereniging van Eigenaren waartoe verzekerde behoort.
1.7 Europa
De landen van de Europese Unie, Andorra, (Turks) Cyprus, IJsland, Kanaaleilanden, Liechtenstein, Monaco, Noorwegen, San Xxxxxx, het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland.
1.8 Expert
Een deskundige op het gebied van schade-expertise.
1.9 Extra kosten
De kosten die worden gemaakt om de bedrijfsschade te voorkomen of beperken.
1.10 Gebeurtenis
Een (schade)voorval of een reeks met elkaar verband houdende (schade)voorvallen die voortvloeien uit een en dezelfde oorzaak.
1.10.1 Gedekte gebeurtenis
De gedekte gebeurtenissen zijn genoemd en omschreven in artikel 3. Indien de dekking op het polisblad of in deze bijzondere voorwaarden is beperkt, dan worden de gedekte gebeurtenissen geacht te zijn beperkt tot uitsluitend die genoemde gebeurtenissen.
1.11 Gebouw
De op het polisblad omschreven onroerende zaak met al wat daartoe bestemd is dan wel volgens verkeersopvatting daarvan deel uitmaakt. Voor zover niet voor afzonderlijke bedragen verzekerd, zijn in de omschrijving alle bouwsels begrepen, die naar hun aard en inrichting bestemd zijn om duurzaam ter plaatse te blijven (waaronder ook wordt verstaan terreinafscheidingen en hekwerken).
De funderingen zijn uitsluitend verzekerd indien dit op het polisblad is vermeld.
1.12 Gevaarsobjecten
De gebouwen, het huurdersbelang, het eigenaarsbelang, de bedrijfsuitrusting/inventaris en goederen van verzekerde of in gebruik bij verzekerde.
1.13 Goederen
Grond- en hulpstoffen, halffabrikaten, eindproducten, goederen in bewerking en emballage.
1.14 Herbouwwaarde
Het bedrag dat benodigd is voor herbouw van het verzekerde gebouw - op dezelfde locatie en naar constructie en indeling gelijkwaardig - onmiddellijk na de gebeurtenis.
1.15 Herinvestering
Het aanwenden van de vergoeding van schade voor herstel, herbouw en/of (her)aanschaffing van verzekerde zaken die door een gedekte gebeurtenis zijn getroffen ter voortzetting van het bedrijf, beroep of activiteit vallende binnen de op het polisblad weergegeven omschrijving.
1.16 Huishoudelijke inboedel
Alle roerende zaken behorende tot een particuliere huishouding.
1.17 Huurdersbelang
De kosten door verzekerde in diens hoedanigheid van huurder gemaakt ter verbetering, verfraaiing of aanpassing van het gehuurde gebouw of de gehuurde ruimten.
1.18 Indexering
Automatische en ononderbroken aanpassing van het verzekerd bedrag aan de overeengekomen index.
1.19 Jaarbedrag
De brutowinst over de periode van één jaar. Het 2-jaarsbedrag is de brutowinst
over een periode van twee jaar.
1.20 Kostprijs
Het bedrag dat benodigd is voor de aanschaf van goederen, vermeerderd met eventuele toegevoegde waarde.
1.21 Neerslag
Atmosferische neerslag bestaande uit regen, hagel, ijzel en/of sneeuw. Onder neerslag wordt ook verstaan smeltwater als gevolg van gesmolten neerslag.
1.22 Nettowinst
Het (positieve) verschil tussen de inkomsten die het bedrijf van verzekerde genereert en alle aan de bedrijfsuitoefening verbonden kosten. Indien het verschil negatief is, spreken we van een nettoverlies.
1.23 Nieuwwaarde
Het bedrag dat benodigd is voor het verkrijgen van nieuwe zaken van dezelfde soort en kwaliteit.
1.24 Opruimingskosten
De kosten voor het afbreken, wegruimen, afvoeren, storten en vernietigen van de verzekerde zaken op het risico-adres mits deze kosten niet reeds in de schadetaxatie begrepen zijn, en indien en voor zover deze afbraak en/of wegruiming en/of afvoer en/of storting en/of vernietiging het noodzakelijke gevolg is van een onder deze verzekering gedekte gebeurtenis.
Onder opruimingskosten wordt niet verstaan de kosten voor het wegnemen dan wel voorkomen van milieuaantasting.
1.25 Registerexpert
Een expert die is ingeschreven in het Register van het Nederlands Instituut van Register Experts (Nivre).
1.26 Sloopwaarde
Het bedrag dat zou kunnen worden verkregen voor de nog bruikbare respectievelijk waardevolle onderdelen van het gebouw, verminderd met de kosten van het laten afbreken, wegruimen, afvoeren, storten en vernietigen.
1.27 Uitkeringstermijn
De op het polisblad voor de bedrijfsschadeverzekering vermelde maximale schadevergoedingstermijn. De werking van de uitkeringstermijn is geregeld in artikel 33 van deze bijzondere voorwaarden.
1.28 Variabele kosten
De kosten die afhankelijk van het niveau van de bedrijfsactiviteiten toe- of afnemen.
1.29 Vaste kosten
De kosten die ongeacht het niveau van de bedrijfsactiviteiten doorlopen.
1.30 Verkoopwaarde
Het bedrag dat bij verkoop in het normale verkeer en uitgaande van dezelfde bestemming van het gebouw - met uitzondering van de grond -verkregen zou kunnen worden.
1.31 Vervangingswaarde
Het bedrag dat benodigd is voor het verkrijgen van naar soort, kwaliteit, staat en ouderdom gelijkwaardige zaken.
Als er geen vervangingsmarkt bestaat dan wordt de hoogste uitkomst aangehouden van;
a. de nieuwwaarde onder aftrek van een bedrag voor technische
b. veroudering; of
c. de nieuwwaarde onder aftrek van een bedrag voor economische veroudering.
d. Hierbij wordt rekening gehouden met de staat van onderhoud van de zaak.
1.32 Verzekerde
In aanvulling op artikel 1 van de algemene voorwaarden wordt als verzekerde tevens verstaan: verzekeringnemer, tenzij op het polisblad een ander als verzekerde wordt genoemd.
1.33 Verzekerde zaken
De op het polisblad omschreven verzekerde gevaarsobjecten. Indien een gevaarsobject niet als verzekerde zaak is omschreven, dan is het geen verzekerde zaak.
1.34 Zaakschade
Materiële schade aan of verlies zoals beschreven in artikel 7:958 BW van
gevaarsobjecten en/of verzekerde zaken.
1.35 Zakelijk belang
Het belang van verzekerde bij het behoud van de gevaarsobjecten en/of verzekerde zaken uit hoofde van eigendom of een ander zakelijk recht of het dragen van het risico voor het behoud daarvan.
1.36 Zonnestroominstallatie
Het systeem, (al dan niet door middel van ballast) gemonteerd op het dak van het gebouw of aard- en nagelvast in- en op de grond op het terrein behorende bij het gebouw op het op het polisblad vermelde risico-adres bestaande uit zonnepanelen, een omvormer en alle aan- en toebehoren, welke dient om zonlicht om te zetten in elektrische energie.
1.36.1 Indien de zonnestroominstallatie aard- en nagelvast gemonteerd is in- en op de grond spreken we van een grondinstallatie.
De zonnestroominstallatie dient dan wel gelegen te zijn op het terrein behorende bij het gebouw op het op het polisblad vermelde risico-adres.
II OMSCHRIJVING VAN DE DEKKING
2 OMVANG VAN DE DEKKING
Verzekerd is het zakelijk belang tegen zaakschade indien en voor zover de schade het gevolg is van een gebeurtenis waarvan voor partijen ten tijde van het sluiten van de verzekering onzeker was dat daaruit voor verzekerde schade was ontstaan dan wel nog zou ontstaan.
De dekking is omschreven in de verzekerde rubrieken (Hoofdstuk IX Productvoorwaarden). Een rubriek is uitsluitend meeverzekerd indien dit op het polisblad staat vermeld.
3 GEDEKTE GEBEURTENISSEN
Indien de dekking op het polisblad of in deze bijzondere voorwaarden is beperkt, dan worden de gedekte gebeurtenissen geacht te zijn beperkt tot die genoemde gebeurtenissen.
3.1 Brand
Een door verbranding veroorzaakt en met vlammen gepaard gaand vuur buiten een haard dat in staat is zich uit eigen kracht voort te planten.
Derhalve is onder andere geen brand:
x. xxxxxx, schroeien, smelten, verkolen, broeien;
b. doorbranden van elektrische apparaten en motoren;
c. oververhitten, doorbranden, doorbreken van ovens en ketels.
3.2 Ontploffing
Onmiddellijk veroorzaakt door een eensklaps verlopende hevige krachtsuiting van gassen of dampen, met inachtneming van het volgende.
Voor de vaststelling of sprake is van een ontploffing dient het volgende onderscheid te worden gemaakt.
3.2.1 Binnen een vat
Binnen een - al dan niet gesloten – vat dient een opening in de wand van het vat te zijn ontstaan door de druk van de zich daarin bevindende gassen of dampen en door die opening de druk binnen en buiten het vat plotseling aan elkaar gelijk zijn geworden.
Hoe de gassen of dampen ontstaan zijn respectievelijk of die al dan niet voor de ontploffing aanwezig waren, is niet relevant.
3.2.2 Buiten een vat
Buiten een vat moet die krachtsuiting het onmiddellijke gevolg zijn van een scheikundige reactie.
3.2.3 Onder ontploffing wordt niet verstaan implosie.
3.3 Lucht- en ruimtevaartuigen
Het getroffen worden door een vertrekkend, vliegend, landend of vallend lucht- of ruimtevaartuig, dan wel een daaraan verbonden, daarvan losgeraakt of daaruit gevallen projectiel, ontploffingsmiddel of ander voorwerp.
3.4 Blikseminslag
Waarbij de bliksem aantoonbaar is ingeslagen op één of meerdere van de verzekerde zaken ook als dit geen brand tot gevolg heeft gehad.
3.5 Overspanning/inductie
Als gevolg van bliksemontlading anders dan begrepen onder artikel 3.4
3.6 Storm
Een windsnelheid van minstens 14 meter per seconde.
3.7 Luchtdruk
Als gevolg van startende en/of proefdraaiende lucht- en ruimtevaartuigen en het doorbreken van de geluidsbarrière.
3.8 Water- en neerslag
3.8.1 Water, stoom of blusmiddel
Gestroomd of overgelopen uit binnen of buiten het gebouw gelegen leidingen of daarop aangesloten toestellen respectievelijk installaties van waterleiding, centrale verwarming, gebouwgebonden airconditioning, sprinklers e.d. als gevolg van het springen door vorst, breuk, verstopping of een ander plotseling optredend defect.
3.8.1.1 Hak- en breekwerk
In geval van schade aan de verzekerde zaken door een in artikel 3.8.1 genoemde gebeurtenis wordt tevens vergoed de kosten van het opsporen van de breuk of defect aan de leiding en het daarmee verband houdende herstelwerk aan muren, vloeren en andere onderdelen van het gebouw.
3.8.1.2 Springen door vorst
Bij het springen door vorst wordt tevens vergoed: het herstel van de beschadigde leidingen, installaties en toestellen; althans voor zover deze kosten voor rekening van verzekerde komen en die kosten niet op een andere polis gedekt zijn of gedekt zouden zijn als de dekking die dit artikel biedt niet zou bestaan.
3.8.2 Neerslag
Onvoorzien het gebouw binnengekomen, mits niet binnengekomen door openstaande ramen, deuren, luiken en/of ventilatieopeningen.
Uitgesloten is schade door neerslag binnengekomen als gevolg van:
a. vochtdoorlating van muren;
b. constructiefouten;
c. achterstallig onderhoud aan het gebouw.
d. Niet vergoed worden de reparatiekosten van daken, dakgoten en regenwaterafvoerpijpen.
3.8.3 Hagelschade
3.8.4 Druk op het gebouw door neerslag
Onvoorziene schade aan het gebouw door het gewicht van neerslag dat drukt op het dak of een ander deel van het gebouw.
Uitgesloten is schade als gevolg van:
a. constructiefouten;
b. achterstallig onderhoud aan het gebouw.
3.8.5 Aquaria
Water en de overige inhoud van aquaria door breuk of defect daarvan. Ook worden de kosten van herstel van de aquaria en de inrichting daarvan vergoed.
3.8.6 Vlonderbepaling
Niet verzekerd is de water- en neerslagschade aan bedrijfsuitrusting/inventaris in opslag en goederen in kelders of souterrains doordat deze zaken niet geplaatst waren op vlonders, pallets of rekken op ten minste 15 cm boven de vloer.
3.9 Diefstal van tot het gebouw behorende materialen
Voor zover die aard- en nagelvast aan het gebouw zijn bevestigd, alsmede de beschadiging van het gebouw als gevolg daarvan.
3.10 Inbraak
3.10.1 Inbraak, diefstal of poging daartoe, waarbij de dader het gebouw, waarin de verzekerde zaken zich bevinden, is binnengedrongen of getracht heeft binnen te dringen, door middel van braak van buitenaf aan het hiervoor genoemde gebouw of een daarmee binnenshuis gemeenschap hebbend gebouw. Onder braak van buitenaf wordt niet verstaan het verbreken van terreinafscheidingen en hekwerken.
3.10.2 Als in het gebouw meerdere bedrijven, instellingen e.d. zijn gevestigd dan is aan het in artikel 3.10.1 gestelde voldaan indien de dader het bij verzekerde in gebruik zijnde perceelsgedeelte door middel van braak is binnengedrongen of getracht heeft binnen te dringen.
3.11 Vandalisme
3.11.1 Nadat de dader het gebouw door middel van braak binnengedrongen is. Onder gebouw wordt in dit verband niet verstaan terreinafscheidingen en hekwerken.
3.11.2 Deze dekking geldt niet voor gebouwen of gedeelten daarvan die buiten gebruik zijn gesteld.
3.12 Beroving en/of overval
Mits vergezeld van fysiek geweld of bedreiging hiermee ten opzichte van personen.
3.13 Glasscherven
Als gevolg van het breken van het glas van ruiten, vitrines, spiegels en wandversieringen in het gebouw. De schade aan het glas zelf, met uitzondering van spiegels en wandversieringen, is niet verzekerd.
3.14 Aanrijding, aanvaring en als gevolg daarvan afgevallen of uitgestroomde lading
Niet gedekt is schade aan of het verlies van het voertuig en/of vaartuig en/of de lading die de schade veroorzaakt noch de bedrijfsschade die daarvan het gevolg is.
3.15 Olie en andere vloeistoffen
Gestroomd of gelekt uit vast opgestelde lokaalverwarmingsinstallaties of de daarbij behorende leidingen en tanks als gevolg van breuk, verstopping of een ander plotseling optredend defect.
3.16 Rook en roet
Plotseling uitgestoten door een op een afvoerkanaal aangesloten vast opgestelde lokaalverwarmingsinstallatie.
3.17 Storing in koelkasten en diepvriezers
Deze dekking heeft alleen betrekking op de inhoud van koelkasten en diepvriezers. De maximale schadevergoeding bedraagt na aftrek van het op het polisblad genoemde eigen risico EUR 5.000,00 per gebeurtenis.
3.18 Het omvallen van kranen, hoogwerkers, heistellingen, windmolens, antennes, bomen, vlaggen-, licht- en zendmasten, en/of het losraken van delen daarvan
Indien de hierboven genoemde zaken zijn meeverzekerd, is niet gedekt zaakschade aan deze zaken noch de bedrijfsschade die daarvan het gevolg is, tenzij deze schade is veroorzaakt door een andere gedekte gebeurtenis.
3.19 Het kappen en/of snoeien van bomen
3.20 Relletjes en/of opstootjes
Incidentele collectieve geweldsmanifestaties.
3.21 Meteorieten
3.22 Werkstaking
Het door een aantal werknemers in een onderneming, gemeenschappelijk niet of slechts gedeeltelijk uitvoeren van het legitiem opgedragen werk.
3.23 Aardverschuiving
Een gebeurtenis waarbij een grote massa grond plotseling in beweging komt en langs een bovengrondse helling naar beneden valt of glijdt.
Niet gedekt is de schade door verzakking. Evenmin is gedekt schade door een aardverschuiving indien ontstaan ten gevolge van een aardbeving of een andere uitgesloten gebeurtenis.
3.24 Bijtende stoffen
Plotseling en onvoorzien gestroomd uit leidingen, installaties, tanks, vaten in het bij verzekerde in gebruik zijnde complex voor zover niet ontstaan als gevolg van productiefouten of ontstaan tijdens reiniging, reparatie of vernieuwing.
III UITSLUITINGEN
4 UITSLUITINGEN
Van deze verzekering is uitgesloten schade die verband houdt met en/of die voortvloeit uit:
4.1 Molest
Molest.
4.2 Atoomkernreacties
Atoomkernreacties, onverschillig hoe de reactie is ontstaan.
De uitsluiting terzake van atoomkernreacties geldt niet met betrekking tot radioactieve nucliden die zich buiten een kerninstallatie bevinden en gebruikt worden of bestemd zijn om gebruikt te worden voor industriële, commerciële, landbouwkundige, medische of wetenschappelijke doeleinden, met dien verstande dat de benodigde vergunning(en) voor vervaardiging, gebruik, opslag en het zich ontdoen van radioactieve stoffen door de overheid moet(en) zijn afgegeven. Voor zover krachtens de wet een derde voor de geleden schade aansprakelijk is, blijft de uitsluiting van kracht.
Onder ‘wet’ wordt verstaan de Wet Aansprakelijkheid Kernongevallen (Staatsblad 1979-225), zijnde de bijzondere wettelijke regeling van de aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie.
Onder ‘kerninstallatie’ wordt verstaan een kerninstallatie in de zin van bedoelde wet.
4.3 Aardbeving, vulkanische uitbarsting
Aardbeving of vulkanische uitbarsting. Bij schaden die ontstaan hetzij gedurende de tijd waarin hetzij gedurende 24 uur nadat zich in of nabij de gevaarsobjecten en/of verzekerde zaken de gevolgen van aardbeving of vulkanische uitbarsting hebben geopenbaard, dient verzekerde te bewijzen, dat de schade niet aan die verschijnselen is toe te schrijven.
4.4 Overstroming
Overstroming ten gevolge van het bezwijken en/of overlopen van dijken, kaden, sluizen, oevers of andere waterkeringen ongeacht of de overstroming oorzaak dan wel gevolg is van een voorval waartegen is verzekerd.
Deze uitsluiting geldt niet voor brand of ontploffing veroorzaakt door overstroming.
4.5 Eigen schuld
Opzet, bewuste of onbewuste roekeloosheid. Met opzet, bewuste of onbewuste roekeloosheid wordt voor toepassing van deze uitsluiting gelijkgesteld opzet, bewuste of onbewuste roekeloosheid van degene die in opdracht of met goedvinden van verzekerde de algehele feitelijke leiding heeft over het bedrijf of een deel van het bedrijf van verzekerde en die in die hoedanigheid schade heeft veroorzaakt.
4.6 Illegale activiteiten
Activiteiten die als een strafbaar feit kunnen worden aangemerkt, ongeacht of:
a. is aangetoond dat deze activiteit de oorzaak van de schade vormt of
b. verzekerde (bijv. als verhuurder) op de hoogte was van de illegale activiteit.
c. Onder illegale activiteit wordt bijvoorbeeld verstaan:
d. onwettige teelt, fabricage of handel in hennepproducten, XTC-pillen, heroïne, cocaïne en soortgelijke onder de Opiumwet verboden activiteiten;
e. het produceren of bezitten van illegaal vuurwerk;
f. illegaal bezit van wapens en/of munitie.
IV SCHADE
5 VERPLICHTINGEN IN GEVAL VAN SCHADE
5.1 Verplichtingen
5.1.1 Schademeldingsplicht
Zodra verzekerde op de hoogte is of behoort te zijn van een gebeurtenis die voor verzekeraars tot een uitkeringsplicht kan leiden, is verzekerde verplicht die gebeurtenis zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is aan verzekeraars te melden. Bij vermoeden van een strafbaar feit dient verzekerde ook aangifte te doen bij de politie.
5.1.2 Schade-informatieplicht
Verzekerde is verplicht binnen redelijke termijn aan verzekeraars alle inlichtingen en bescheiden te verschaffen die voor verzekeraars van belang zijn om hun uitkeringsplicht te beoordelen. Hieronder wordt tevens verstaan het overleggen van een opgave van andere verzekeringen (overeenkomstig artikel 14).
5.1.3 Medewerkingsplicht
Verzekerde is verplicht volle medewerking te verlenen, de aanwijzingen van verzekeraars of de door hen benoemde expert op te volgen en alles na te laten wat de belangen van verzekeraars zou kunnen schaden.
5.1.4 Schadebeperkingsplicht
Verzekerde is verplicht al het mogelijke te doen ter vermindering of beperking van schade.
5.2 Sanctie bij niet nakomen verplichtingen
Aan deze verzekering kunnen geen rechten worden ontleend indien verzekerde een of meer van de in artikel 5.1 genoemde verplichtingen niet is nagekomen voor zover verzekeraars daardoor in een redelijk belang zijn geschaad.
5.3 Sanctie bij opzettelijke misleiding
Ieder recht op uitkering vervalt indien de verzekerde een of meer van de in artikel 5.1 genoemde verplichtingen niet is nagekomen met de opzet verzekeraars te misleiden.
Verzekeraars hebben het recht de verzekering met onmiddellijke ingang op te zeggen indien een van de in artikel 5.1 genoemde verplichtingen niet is nagekomen met de opzet verzekeraars te misleiden.
5.4 Sanctie bij het niet nakomen van de bereddingsplicht
Aan deze verzekering kunnen geen rechten worden ontleend indien verzekerde heeft nagelaten maatregelen te nemen ter voorkoming of vermindering van schade als bedoeld in artikel 7:957 BW en daardoor de belangen van verzekeraars zijn geschaad.
5.5 Gemachtigden
Nalatigheid met betrekking tot mededelingen en/of handelingen van (de) gemachtigde(n) van verzekerde wordt aangemerkt als nalatigheid van verzekerde zelf.
6 SCHADEREGELING
6.1 De schade wordt geregeld in onderling overleg tussen verzekeraars en verzekerde of door de benoeming van experts. Indien de schade wordt geregeld door de benoeming van experts, dan geldt het bepaalde in artikel 6.2 t/m 6.4.
6.2 Benoeming experts
6.2.1 Als uitsluitend bewijs van de grootte van de schade geldt een taxatie die is gemaakt door een gezamenlijk te benoemen (register)expert of door twee (register)experts, waarvan verzekerde en verzekeraars er ieder één benoemen.
In het laatste geval benoemen beide experts vóór de aanvang van hun werkzaamheden samen een derde (register)expert. Bij gebrek aan overeenstemming stelt deze, na beide experts gehoord of behoorlijk opgeroepen te hebben, de omvang van de schade vast overeenkomstig de polis, polisvoorwaarden en clausules en binnen de grenzen van de beide taxaties.
De (register)experts hebben het recht zich, afzonderlijk of gezamenlijk, door deskundigen te laten bijstaan.
Iedere partij kan voor gebouwen, bedrijfsuitrusting/inventaris, huurdersbelang/eigenaarsbelang, goederen, bedrijfsschade en milieuschade de benoeming van een afzonderlijke (register)expert verlangen.
6.2.2 De kosten van de expert van verzekerde komen uitsluitend voor vergoeding ten laste van verzekeraars in aanmerking indien deze expert een registerexpert is.
6.2.3 Benoeming van expert(s) en aanvaarding van de opdracht moet blijken uit een door verzekerde en expert(s) te ondertekenen akte, waarvan het model door de Coöperatieve Vereniging Nederlandse Assurantie Beurs B.A. is gedeponeerd ter griffie van de Arrondissementsrechtbank te Amsterdam. Hierdoor komt geen vaststellingsovereenkomst, in de zin van artikel 7:900 e.v. BW, tot stand. Een vaststellingsovereenkomst kan uitsluitend tot stand komen tussen verzekerde en verzekeraars.
6.2.4 Indien enige benoeming door nalatigheid of door gebrek aan overeenstemming niet tot stand komt, zal een benoeming op verzoek van de meest gerede partij door de Voorzitter van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Amsterdam of Rotterdam gedaan voor beide partijen bindend zijn. De partij van wie dit verzoek uitgaat zal daarvan aan de wederpartij kennis geven.
6.2.5 De experts dienen zich te houden aan de Gedragscode schade- expertiseorganisaties.
6.2.6 Medewerking aan de omschreven gang van zaken houdt voor
verzekeraars geen erkenning van vergoedingsplicht in.
6.3 Medewerking
Verzekerde en verzekeraars zijn verplicht de experts alle medewerking te geven die deze voor een juiste taakvervulling nodig oordelen, waaronder het ter inzage geven van de polis en andere administratieve gegevens, alsmede het verschaffen van inlichtingen omtrent oorzaak, toedracht en omvang van de schade.
6.4 Honoraria en kosten
Het honorarium en de kosten van de door verzekerde benoemde registerexpert en de door deze geraadpleegde deskundige(n) worden slechts vergoed voor zover deze het honorarium en de kosten van de door verzekeraars benoemde registerexpert en de door deze geraadpleegde deskundige(n) niet te boven gaan. Het meerdere is voor eigen rekening van verzekerde.
6.5 Vergoeding van schade en kosten
Elke verschuldigde schadevergoeding zal door verzekeraars worden voldaan binnen vier weken na ontvangst van alle noodzakelijke gegevens ter beoordeling van oorzaak, toedracht en omvang van de schade. Verzekeraars zullen nooit eerder in verzuim zijn dan vanaf vier weken na deze ontvangst.
6.6 Verjaring
Een rechtsvordering tegen verzekeraars tot het doen van een uitkering verjaart door verloop van drie jaar na de aanvang van de dag, volgende op die waarop verzekerde met de opeisbaarheid daarvan bekend is geworden.
7 VERGOEDING VAN SCHADE EN KOSTEN
7.1 Verzekerde rubrieken
De vergoeding van schade en kosten is geregeld in de verzekerde rubrieken (artikel 26 voor zaakschade, artikel 34 voor bedrijfsschade en artikel 42 voor milieubescherming).
7.2 Indexering
Bij verzekering op basis van indexering wordt met inwerking van de index op het verzekerd bedrag onmiddellijk voor de gebeurtenis rekening gehouden, tot het eventueel overeengekomen maximum.
7.3 Verbrugging
Overschotten van te hoog verzekerde zaken worden aangewend voor tekorten op te laag verzekerde zaken met inachtneming van en in de volgorde als bepaald in artikel 27.
7.4 Onderverzekering
7.4.1 In geval van schade door een gedekte gebeurtenis is vergoeding van schade en kosten slechts naar evenredigheid verschuldigd indien het verzekerd bedrag lager is dan de waarde van de verzekerde zaken onmiddellijk voor de gebeurtenis.
7.4.2 Vergoedingen boven het verzekerd bedrag als genoemd in artikel 25 worden volledig verleend tot de daarvoor geldende maxima. De evenredigheidsbepaling is op deze vergoedingen niet van toepassing.
7.5 Oververzekering
Bij een te hoog verzekerd bedrag zal slechts de werkelijk geleden schade voor vergoeding door verzekeraars in aanmerking komen.
7.6 Premier risque
Ten aanzien van de onder deze verzekering verleende dekkingen op basis van “premier risque” geldt dat de in artikel 7.4 omschreven evenredigheidsbepaling niet van toepassing is.
8 BIJVERZEKERING NA SCHADE
Na een schade blijft de verzekering voor het volle bedrag van kracht zonder dat over het uitgekeerde bedrag van schade een aanvullende premie verschuldigd zal zijn. De automatische bijverzekering na schade geldt niet in geval verzekeraars na de schade schriftelijk bevestigen de bijverzekering niet te accepteren. Verzekeraars kunnen van dit recht gebruik maken tot vier weken na ontvangst van alle noodzakelijke gegevens ter beoordeling van oorzaak, toedracht en omvang van de schade.
9 WIJZIGING VAN PREMIE EN/OF VOORWAARDEN NA SCHADE
Verzekeraars hebben het recht na schade de premie en/of voorwaarden gedurende de verzekeringstermijn te wijzigen, mits dit gebeurt binnen 30 dagen na het doen van een (aanbod van) betaling of na schriftelijke afwijzing van betreffende schade. Verzekerde heeft het recht de wijziging van de verzekeringsovereenkomst schriftelijk te weigeren binnen 30 dagen nadat hem daarvan mededeling is gedaan. De verzekering wordt in dat geval beëindigd op de datum waarop verzekeraars deze kennisgeving hebben ontvangen.
V PREMIE EN VOORWAARDEN
10 PREMIEBETALING
Gedurende de periode dat de dekking krachtens de artikel 5 van de algemene voorwaarden is geschorst, zal er geen dekking zijn voor gebeurtenissen die plaatsvinden in de schorsingsperiode. De dekking zal met uitzondering van voornoemde gebeurtenissen in de schorsingsperiode voor het restant van de contracttermijn volledig in kracht zijn hersteld, na de dag waarop verzekeraars het verschuldigde bedrag voor het geheel hebben ontvangen.
VI DUUR EN EINDE VAN DE VERZEKERING
11 DUUR EN EINDE VAN DE VERZEKERING
11.1 In afwijking van artikel 7 van de algemene voorwaarden vangt de verzekering aan om 12:00 (’s middags) op de betreffende ingangsdatum en eindigt deze om 12:00 (’s middags) op de contractvervaldatum.
Indien de gevaarsobjecten en/of de verzekerde zaken zich in het buitenland bevinden, dan geldt voor toepassing van dit artikel voor (uitsluitend) deze zaken de lokale tijd van het land waarin de gevaarsobjecten en/of de verzekerde zaken zich bevinden.
11.2 In afwijking van artikel 11.1 zal de dekking 12 uren eerder aanvangen om 00:00, uitsluitend indien en voor zover er zonder toepassing van dit artikel verzekerde onverzekerd zou zijn omdat er geen andere verzekering is die gedurende deze 12 uren dekking verleent.
De verzekering zal eindigen om 12:00 op de contractvervaldatum.
VII (INFORMATIE)VERPLICHTINGEN VAN VERZEKERINGNEMER EN/OF VERZEKERDE
12 WIJZIGING VAN HET RISICO
12.1 Bekendheid
De omschrijving van de gevaarsobjecten/verzekerde zaken respectievelijk van het op het polisblad vermelde bedrijf wordt aangemerkt als afkomstig van verzekerde.
12.2 Verzekeraars zijn bekend met de ligging, bouwaard, inrichting en gebruik van het bedrijf van verzekerde bij het begin van de overeenkomst alsmede met de belendingen.
12.3 Verzekerde heeft met betrekking tot de gevaarsobjecten/verzekerde zaken de vrijheid tot aanbouw, verbouwing, vervanging, uitbreiding, afbraak, interne verplaatsing en andere wijzigingen over te gaan, alles binnen de grenzen van de op het polisblad vermelde omschrijving.
12.4 Wijziging van het risico
Verzekeringnemer en/of verzekerde dienen verzekeraars zo spoedig mogelijk doch in elk geval binnen twee maanden nadat zij met de wijziging van het risico bekend zijn geworden dan wel bekend hadden kunnen of moeten zijn schriftelijk op de hoogte te stellen indien:
a. de bestemming, bouwaard of dakbedekking van het gebouw wijzigt;
b. het gebouw voor langer dan drie maanden leeg staat (zal leegstaan);
c. de verzekerde zaken voor langer dan drie maanden buiten gebruik (zullen) zijn;
d. het gebouw door krakers wordt gebruikt.
12.5 Uiterlijk één maand nadat verzekeraars van de wijziging van het risico op de hoogte zijn gesteld, zullen zij schriftelijk mededelen of alsnog per de wijzigingsdatum de dekking wordt beperkt óf de premie wordt
aangepast óf de gehele verzekering niet wordt voortgezet. In het laatste geval nemen verzekeraars een opzegtermijn in acht van twee maanden.
12.6 Verzekeringnemer heeft het recht om de verzekering binnen één maand nadat de herziene premie en/of voorwaarden van kracht werd(en), op te zeggen. De verzekering eindigt dan met ingang van de datum van deze mededeling van verzekeringnemer.
12.7 Verzuimt verzekeringnemer en/of verzekerde tijdig mededeling te doen van een wijziging van het risico zoals vermeld in artikel 12.4, dan eindigt de dekking twee maanden na de datum van de wijziging van het risico, tenzij de verzekering ook na de mededeling zou zijn verlengd.
12.8 Als verzekeraars de verzekering ook na de mededeling zou hebben verlengd, wordt een eventuele schade vergoed in dezelfde verhouding als de vóór het optreden van de wijziging van het risico geldende premie staat tot de nieuw te berekenen premie.
12.9 Indien verzekeraars zelf een wijziging van het risico ontdekken, bijvoorbeeld na een technische inspectie, dan hebben verzekeraars het recht de verzekering tussentijds op te zeggen met inachtneming van een opzegtermijn van twee maanden. Indien de dekking op grond van artikel 12.7 inmiddels al was beëindigd, verleent de verzekering geen dekking voor schades die na de datum van de wijziging van het risico hebben plaatsgevonden.
12.10 In geval van daadwerkelijke leegstand, buiten gebruikstelling of kraken van het gebouw zoals bedoeld in artikel 12.4 b, c respectievelijk d wordt de dekking vanaf wijzigingsdatum beperkt tot de gebeurtenissen brand, ontploffing, blikseminslag, lucht- en ruimtevaartuigen en storm.
Deze beperkte dekking geldt eveneens voor gebouwen welke tijdens de aanvang van deze verzekering nog niet permanent in gebruik zijn. Verzekeringnemer blijft verplicht hiervan mededeling te doen.
13 ALGEMENE VERPLICHTINGEN VAN VERZEKERDE
Verzekerde is verplicht:
13.1 Voorzorgsmaatregelen
Alle voorzorgsmaatregelen te nemen om de gevaarsobjecten in goede bedrijfsvaardige toestand te houden en om schade te voorkomen.
13.2 Wettelijke bepalingen en voorschriften
Ervoor zorg te dragen dat de wettelijke bepalingen en de voorschriften van de bevoegde autoriteiten betreffende de beveiliging en behandeling van de gevaarsobjecten in acht worden genomen.
13.3 Inspectie
Op elk tijdstip waarop zulks redelijkerwijs kan worden verlangd verzekeraars medewerking te verlenen bij de inspectie van de gevaarsobjecten.
13.4 Sanctie bij niet nakomen verplichtingen
Indien verzekerde de voorschriften en/of verplichtingen zoals vermeld in dit artikel niet is nagekomen, verliest verzekerde zijn recht op schadevergoeding, tenzij verzekerde bewijst dat de schade hierdoor niet is (mede)veroorzaakt of vergroot.
14 ANDERE VERZEKERINGEN
14.1 Verzekerde is verplicht verzekeraars opgave te doen en, indien redelijkerwijs mogelijk, afschrift te geven van alle hem bekende overige verzekeringen die tijdens de gebeurtenis dekking boden tegen schade aan de verzekerde zaken en/of (een onderdeel van de) bedrijfsschade en/of milieuschade.
14.2 Indien de verzekerde zaken respectievelijk de bedrijfsschade of milieuschade eveneens zijn verzekerd op een daartoe speciaal afgesloten verzekering gaat deze speciale verzekering te allen tijde voor. Onder ‘speciaal afgesloten verzekering’ wordt bijvoorbeeld verstaan: glasverzekering, kostbaarhedenverzekering, werkmaterieelverzekering, computer (bedrijfsschade) verzekering, machinebreuk (bedrijfsschade) verzekering, constructie all risks (bedrijfsschade) verzekering, advance profit verzekering, reconstructiekostenverzekering, huurdervingverzekering.
15 OVERGANG VAN HET ZAKELIJK BELANG
15.1 Ten aanzien van de verzekerde zaken geldt dat de verzekering het zakelijk belang volgt indien en voor zover het op een ander overgaat. Deze bepaling geldt niet ten aanzien van goederen. Voor de overgang van de verzekering geldt het volgende:
15.1.1 Na overgang van het zakelijk belang door overlijden kunnen zowel de nieuwe verzekerde als verzekeraars binnen drie maanden nadat zij van die overgang kennis hebben gekregen, de overeenkomst met inachtneming van een termijn van twee maanden opzeggen.
15.1.2 Na overgang van het zakelijk belang anders dan door overlijden vervalt de overeenkomst door verloop van 30 dagen, tenzij de nieuwe verzekerde binnen die termijn aan verzekeraars heeft verklaard dat hij de verzekering overneemt. In dat geval mogen verzekeraars binnen 30 dagen na ontvangst van deze verklaring de overeenkomst met een termijn van ten minste acht dagen opzeggen.
15.2 Het in dit artikel bepaalde kan niet leiden tot verlenging van de overeenkomst of tot beperking van het recht op opzegging uit anderen hoofde.
15.3 Wijziging van handelsnaam of rechtsvorm, het deelnemen aan, het treden uit of het overdragen van aandelen in een vennootschap of een gemeenschappelijk eigendom wordt niet beschouwd als overgang van het zakelijk belang.
VIII OVERIGE BEPALINGEN
16 INBREUK OP HANDELS- EN/OF ECONOMISCHE SANCTIES
Van deze verzekering is uitgesloten schade die verband houdt met en/of die voortvloeit uit schade aan of verlies van zaken waarin op grond van nationale of internationale regelgeving niet mag worden gehandeld.
Uitgesloten zijn de (financiële) belangen van personen, ondernemingen, overheden en andere entiteiten ten aanzien waarvan het verzekeraars ingevolge nationale of internationale regelgeving niet is toegestaan die belangen te verzekeren.
17 VERPANDING/CESSIE
Indien verzekeringnemer en/of verzekerde de verzekerde zaken waarop deze verzekering betrekking heeft en/of de hen uit deze verzekering toekomende rechten hebben verpand en/of gecedeerd, blijven verzekeringnemer en/of verzekerde verplicht de verplichtingen uit deze verzekering na te komen.
Alle clausules, polisvoorwaarden en overige condities blijven onverminderd van kracht.
In geval van schade zullen verzekeraars alleen in overleg treden met
verzekeringnemer en/of verzekerde.
IX PRODUCTVOORWAARDEN RUBRIEK 1 ZAAKSCHADE
18 OMVANG VAN DE DEKKING
Verzekerd is de zaakschade aan de op het polisblad omschreven verzekerde zaken op het op het polisblad vermelde risico-adres die is veroorzaakt door een gedekte gebeurtenis als in artikel 3 omschreven, ongeacht of deze gebeurtenis is veroorzaakt door de aard of een gebrek van de verzekerde zaken.
Niet verzekerd is schade aan de verzekerde zaken als gevolg van een in artikel 4 genoemde uitsluiting.
19 ZONNESTROOMINSTALLATIE
19.1 Indien het verzekerd bedrag van het gebouw of huurdersbelang/eigenaarsbelang daarvoor ruimte biedt, dekt deze verzekering tevens zaakschade door een gedekte gebeurtenis aan zonnestroominstallaties welke voor risico en rekening van verzekerde zijn, met in achtneming van het in artikel 19.2 en 19.3 bepaalde.
19.2 Dekkingsvereisten
Zaakschade aan de zonnestroominstallatie is uitsluitend verzekerd indien de zonnestroominstallatie door een daartoe gekwalificeerd en erkend elektrotechnisch installateur volgens de daarvoor geldende normen is geïnstalleerd.
Indien de zonnestroominstallatie door verzekerde in eigen beheer is geïnstalleerd en aangesloten, dan dient een daartoe gekwalificeerd en erkend elektrotechnisch installateur na beproeving en goedkeuring schriftelijk te verklaren dat de zonnestroominstallatie volgens de daarvoor geldende normen gemonteerd en aangesloten is.
19.3 Grondinstallatie
Grondinstallaties (als omschreven in artikel 1.36.1) zich bevindende buiten het gebouw zijn tegen beperkte gevaren verzekerd. Niet gedekt is schade door diefstal, inbraak, vandalisme, relletjes en/of opstootjes.
19.4 Constructieberekening
In aanvulling op artikel 13 is verzekerde verplicht de dakconstructie te laten doorrekenen door een constructeur/architect alvorens de zonnestroominstallatie op het dak te installeren. Na installatie dient de dakconstructie nog steeds te voldoen aan de daarvoor geldende wet- en regelgeving.
19.5 Sanctie bij niet nakomen verplichting
Indien verzekerde de voorschriften en/of verplichtingen zoals vermeld in artikel
19.4 niet is nagekomen, verliest verzekerde zijn recht op schadevergoeding, tenzij verzekerde bewijst dat de schade hierdoor niet is (mede)veroorzaakt of vergroot.
20 INDEXERING
Indien uit het polisblad blijkt dat indexering van kracht is geldt het volgende:
20.1 Het verzekerd bedrag van de te indexeren gebouwen en/of huurdersbelang/eigenaarsbelang en/of bedrijfsuitrusting/inventaris zal jaarlijks per (hoofd)premievervaldag worden verhoogd of verlaagd overeenkomstig het laatste prijsindexcijfer van de op het polisblad vermelde prijsindex, vastgesteld door een onafhankelijke deskundige instelling.
20.2 De premie wordt elk jaar per de premievervaldag berekend over het aldus verhoogde of verlaagde verzekerd bedrag.
20.3 Bij schade zullen de in artikel 6.2 bedoelde experts behalve de daar vermelde taxaties ook een raming geven van het indexcijfer op het moment van schade. Is laatstbedoeld indexcijfer hoger dan het indexcijfer ten tijde van de laatste premievervaldag dan geldt voor de regeling van de schade als verzekerd bedrag het bedrag overeenkomende met het indexcijfer op het moment van de schade, echter met als maximum 125% van het op de laatste premievervaldag vastgestelde verzekerd bedrag.
21 TAXATIE
21.1 Indien uit het polisblad blijkt dat de verzekerde zaken vooraf door een deskundige zijn getaxeerd overeenkomstig artikel 7:960 BW dan is deze deskundigentaxatie gedurende drie jaren geldig, te rekenen vanaf dagtekening van het taxatierapport. Het taxatierapport wordt uitsluitend na fiattering door verzekeraars en/of aantekening hiervan op het polisblad geacht deel uit te maken van de overeenkomst. Eventuele aanvullende taxatierapporten c.q. supplementen hebben dezelfde einddatum als het oorspronkelijke taxatierapport.
21.2 Indien op de verzekering van aldus getaxeerde gebouwen indexering van toepassing is, dan is de deskundigentaxatie gedurende zes jaren geldig, te rekenen vanaf de dagtekening van het rapport. Verhoging of verlaging van het verzekerd bedrag als gevolg van indexering wordt geacht op dezelfde wijze te zijn getaxeerd.
21.3 Indien na verloop van de genoemde termijnen geen nieuw taxatierapport is uitgebracht dan blijft de deskundigentaxatie gedurende een periode van drie maanden geldig met dien verstande dat verzekeraars het recht hebben om aan te tonen dat het verzekerd bedrag op het moment van schade bovenmatig was. Na verloop van deze periode van drie maanden verliest de deskundigentaxatie haar geldigheid en wordt het verzekerd bedrag beschouwd als een opgave van verzekerde zelf.
21.4 Verlies geldigheid
De deskundigentaxatie vooraf verliest tevens haar geldigheid indien een of meer van de in artikel 21.4.1 t/m 21.4.3 omschreven gevallen zich voordoet (voordoen).
21.4.1 voor alle verzekerde zaken:
a. indien na schade niet tot herinvestering wordt overgegaan;
b. in geval van overgang van het zakelijk belang én de nieuwe verzekerde de
verzekerde zaken voor andere doeleinden gaat gebruiken;
c. indien het gebouw of een als zelfstandig aan te merken deel daarvan voor langer dan twee maanden buiten gebruik is (zal zijn) of leeg staat (zal staan);
d. indien het gebouw geheel of gedeeltelijk door krakers gebruikt wordt;
e. indien verzekeraars aannemelijk maken dat er sprake is van bedrog.
21.4.2 voor het gebouw, indien vóór de schade:
a. verzekerde het gebouw ter verkoop aanbiedt;
b. verzekerde het voornemen heeft het gebouw af te breken en/of te slopen;
c. het gebouw bestemd was voor afbraak of onteigening.
21.4.3 voor bedrijfsuitrusting/inventaris:
a. indien en voor zover vóór de schade is besloten tot definitieve buiten bedrijfstelling van de bedrijfsuitrusting/inventaris;
b. indien en voor zover delen van de bedrijfsuitrusting/inventaris onttrokken zijn aan het gebruik waarvoor zij bestemd zijn.
22 ROERENDE ZAKEN VAN XXXXXX
22.1 Indien het verzekerd bedrag voor bedrijfsuitrusting/inventaris en/of goederen daarvoor ruimte biedt, zijn bedrijfsuitrusting/inventaris en/of goederen van derden, waarvoor een verzekerde verantwoordelijk c.q. aansprakelijk is, met inachtneming van artikel 24.2 meeverzekerd, indien deze zaken niet of niet voldoende elders zijn verzekerd.
22.2 Onder niet of niet voldoende elders verzekerd wordt niet verstaan een van toepassing zijnde eigen risico. Een eigen risico elders is nooit verzekerd.
22.3 De in artikel 22.1 bedoelde zaken van derden zijn uitsluitend verzekerd indien ze aanwezig zijn op het op het polisblad vermelde risico-adres.
23 DEKKING ROERENDE ZAKEN BUITEN HET GEBOUW
23.1 Zaakschade
Deze verzekering dekt tevens zaakschade aan verzekerde bedrijfsuitrusting/inventaris en/of goederen veroorzaakt door een gedekte gebeurtenis voor zover deze verzekerde zaken zich bevinden:
23.1.1 onder afdaken, onder overkappingen of op het terrein
Op het terrein behorende bij het gebouw op het op het polisblad vermelde risico-adres, met uitzondering van schade door storm, water- en neerslag, diefstal, inbraak en vandalisme.
23.1.2 in eilandvitrines, -etalages of automaten
Op het terrein behorende bij het gebouw op het op het polisblad vermelde risico-adres, met uitzondering van schade door diefstal, inbraak, vandalisme, relletjes en/of opstootjes.
23.1.3 in portacabins en/of containers
Op het terrein behorende bij het gebouw op het op het polisblad vermelde risico-adres, met uitzondering van schade door water- en neerslag, diefstal, inbraak en vandalisme.
23.2 Portacabins en/of containers van verzekerde (casco)
De portacabins en/of containers van verzekerde zelf zijn meeverzekerd indien ze voor risico en rekening van verzekerde zijn en mits aanwezig nabij het gebouw op het op het polisblad vermelde risico-adres, met uitzondering van schade door water- en neerslag, diefstal, inbraak en vandalisme. Deze regeling geldt ook indien deze zaken zijn verzekerd als gebouwen, huurdersbelang of eigenaarsbelang.
23.3 Lichtreclame, zonneschermen, parkeerinstallaties, -automaten en/of camera’s
Die zich bevinden buiten/nabij het gebouw op het op het polisblad vermelde risico-adres, door een gedekte gebeurtenis, met uitzondering van schade door diefstal, inbraak, vandalisme, relletjes en/of opstootjes. Deze regeling geldt ook indien deze zaken zijn verzekerd als gebouwen, huurdersbelang of eigenaarsbelang.
24 DEKKING ROERENDE ZAKEN ELDERS BINNEN EUROPA
Indien het verzekerd bedrag van de bedrijfsuitrusting/inventaris en/of goederen daarvoor ruimte biedt, dekt deze verzekering tevens zaakschade veroorzaakt door een gedekte gebeurtenis voor zover de verzekerde bedrijfsuitrusting/inventaris en/of goederen zich bevinden:
24.1.1 In gebouwen
In gebouwen op locaties binnen Europa die niet op het polisblad zijn genoemd tot een maximum van 10% van het verzekerd bedrag van de bedrijfsuitrusting/inventaris en/of goederen, maar niet meer dan EUR 50.000,00 per gebeurtenis.
24.1.2 Buiten gebouwen
Buiten gebouwen op locaties binnen Europa die niet op het polisblad zijn genoemd met uitzondering van schade door storm, water- en neerslag, diefstal, inbraak, vandalisme, aanrijding, aanvaring en als gevolg daarvan afgevallen of uitgestroomde lading, relletjes en/of opstootjes en aardverschuiving tot een maximum van 10% van het verzekerd bedrag van de bedrijfsuitrusting/inventaris en/of goederen, maar niet meer dan EUR 50.000,00 per gebeurtenis.
24.1.3 In portacabins en/of containers
In portacabins en/of containers van verzekerde op locaties binnen Europa die niet op het polisblad zijn genoemd met uitzondering van schade door water- en neerslag, diefstal, inbraak, vandalisme, aanrijding, aanvaring en als gevolg daarvan afgevallen of uitgestroomde lading, relletjes en/of opstootjes en aardverschuiving tot een maximum van 10% van het verzekerd bedrag van de bedrijfsuitrusting/inventaris en/of goederen, maar niet meer dan EUR 50.000,00 per gebeurtenis.
24.2 Niet verzekerde roerende zaken elders binnen Europa
Niet verzekerd onder dit artikel is:
a. zaakschade aan bedrijfsuitrusting/inventaris en/of goederen van derden;
b. zaakschade die op een andere polis ten behoeve van verzekerde is gedekt of gedekt zou zijn als de dekking die dit artikel biedt niet zou bestaan;
c. zaakschade tijdens transport is ontstaan.
Onder transport wordt tevens verstaan het laden en lossen alsmede het verblijf van de verzekerde zaken in het transportmiddel, ongeacht waar dat zich bevindt.
25 VERGOEDING BOVEN HET VERZEKERD BEDRAG
Indien niet of niet voldoende elders verzekerd geeft deze verzekering bij een schade op het op het polisblad vermelde risico-adres door een gedekte gebeurtenis boven het verzekerd bedrag recht op vergoeding van de in artikel
25.1 t/m 25.3 omschreven vergoedingen.
25.1 Voor alle verzekerde zaken:
25.1.1 Bereddingskosten
Bereddingskosten tot een maximum van 50% van het verzekerd bedrag van de
verzekerde zaken die zich op het risico-adres bevinden.
25.1.2 Opruimingskosten
Opruimingskosten tot een maximum van 10% van het verzekerd bedrag van de verzekerde zaken op het risico-adres, maar niet meer dan EUR 500.000,00 per gebeurtenis.
25.1.3 Kosten op last van de overheid
Kosten die verzekerde op last van de overheid moet maken in verband met noodzakelijke bij het herstel van een schade doorgevoerde veranderingen in de verzekerde zaak en in verband met noodvoorzieningen tot een maximum van EUR 25.000,00 per gebeurtenis.
De maatregelen moeten eerst na de schadeveroorzakende gebeurtenis door de overheid kenbaar zijn gemaakt en bovendien dwingend zijn opgelegd. Niet verzekerd zijn kosten verband houdende met het aanleggen van preventiemaatregelen, zoals voor brandblus- en brandmeldinstallaties.
25.1.4 Schade aan tuinaanleg met alles wat daartoe behoort, alsmede de bestrating indien en voor zover deze schade ten laste komt van verzekerde tot een maximum van EUR 25.000,00 per gebeurtenis.
Niet verzekerd is: schade door storm, diefstal, vandalisme en water- en neerslag.
25.2 indien gebouwen zijn verzekerd:
25.2.1 Huurderving gedurende maximaal 52 achtereenvolgende weken indien en voor zover dit geen onderdeel is van de vergoeding van bedrijfsschade. Indien niet tot herstel of herbouw wordt overgegaan gedurende maximaal 13 achtereenvolgende weken. In beide gevallen tot een maximum van 10% van het verzekerd bedrag van het betreffende gebouw. Als verzekerde zowel eigenaar als gebruiker van het gebouw is, dan wordt de huurderving vastgesteld op basis van de economische huurwaarde van het gebouw.
25.3 indien bedrijfsuitrusting/inventaris en/of goederen zijn verzekerd:
25.3.1 De kosten van vervoer en opslag
De kosten van vervoer en opslag van de verzekerde bedrijfsuitrusting/inventaris/goederen als gevolg van het tijdelijk niet beschikbaar zijn van het gebouw tot een maximum van 10% van het verzekerd bedrag voor bedrijfsuitrusting/inventaris en/of goederen die zich op het risico- adres bevinden.
25.3.2 Schade aan gehuurde gebouwen
Schade aan door verzekerde gehuurde gebouwen in geval van inbraak (artikel 3.10) of vandalisme (artikel 3.11) althans indien en voor zover deze schade ten laste van verzekerde komt tot een maximum van EUR 2.500,00 per gebeurtenis.
Deze vergoeding geldt uitsluitend indien:
a. verzekerde het gebouw of een zelfstandig deel daarvan huurt; en
b. er een huurovereenkomst is waaruit blijkt dat de schade voor risico en rekening van verzekerde is.
25.3.3 Geld
Geld en geldswaardig papier (waaronder begrepen cheques, betaalkaarten, betaalpassen, chipkaarten e.d.), voor zover eigendom van verzekerde en zich bevindende in de op het polisblad vermelde gebouwen tot een maximum van EUR 1.500 per gebeurtenis. Buiten die gebouwen zijn deze zaken alleen verzekerd tegen beroving en/of overval, mits vergezeld van fysiek geweld of onmiddellijke bedreiging hiermee ten opzichte van verzekerde (als natuurlijk persoon) of werknemers van verzekerde.
25.3.4.1 Kosten in verband met diefstal van sleutels
De kosten van het vervangen en inregelen van sloten, (computer)kaarten of verdere afsluitmiddelen tot een maximum van EUR 2.500 per gebeurtenis, wanneer deze vervanging het noodzakelijke gevolg is van:
a. diefstal van sleutels, toegangskaarten etc. na inbraak, ongeacht of de inbraak heeft plaatsgevonden op het op het polisblad vermelde risico-adres dan wel bij directieleden of bevoegde personeelsleden thuis.
x. xxxxxxxx en/of overval mits vergezeld van fysiek geweld of dreiging hiermee ten opzichte de sleutelhouder.
25.3.4.2 De vergoeding van artikel 25.3.4.1 geldt uitsluitend indien
a. verzekerde zelf gebruiker is van het gebouw; en
b. inbraak, vandalisme en beroving en/of overval zijn meeverzekerd.
26 VERGOEDING VAN SCHADE EN KOSTEN
26.1 De verplichting van verzekeraars tot vergoeding van schade aan
verzekerde zaken en kosten bestaat uit:
26.1.1 Zaakschade: naar keuze van verzekeraars, het verschil tussen de waarde van de verzekerde zaken onmiddellijk voor en onmiddellijk na de gebeurtenis of de herstelkosten onmiddellijk na de gebeurtenis van die zaken, die naar het oordeel van de experts voor herstel vatbaar zijn, alsmede - bij verzekering op basis van nieuwwaarde - door de gebeurtenis veroorzaakte en door het herstel niet opgeheven waardevermindering.
26.1.2 Het bedrag van de vergoedingen overeenkomstig artikel 25.
26.2 Vaststelling van zaakschade
Bij de bepaling van de waarde van de verzekerde zaken onmiddellijk voor de gebeurtenis wordt uitgegaan van de waardegrondslag zoals hieronder genoemd, terwijl bij de vaststelling van de waarde onmiddellijk na de gebeurtenis met deze waardegrondslag rekening zal worden gehouden.
26.2.1 In geval van verzekering op basis van een geldige taxatie (op grond van artikel 21): het bedrag van de taxatie.
26.2.2 Indien er geen geldige taxatie is, in geval van verzekering van:
26.2.2.1 gebouwen:
- de herbouwwaarde indien:
a. verzekerde binnen 12 maanden na de schadedatum aan verzekeraars mededeelt dat tot herinvestering door herstel en/of herbouw - al dan niet op dezelfde plaats - wordt overgegaan;
b. deze lager is dan de verkoopwaarde;
c. op het gebouw een herbouwplicht rust.
- de verkoopwaarde indien:
a. verzekerde niet binnen 12 maanden na de schadedatum aan verzekeraars heeft medegedeeld dat tot herstel respectievelijk herbouw wordt overgegaan;
b. het herstel/de herbouw niet binnen 24 maanden na de schadedatum is aangevangen.
c. verzekerde vóór de schade al het voornemen had het gebouw te verkopen;
d. niet voor eigen risico en rekening tot herstel respectievelijk herbouw wordt overgegaan;
e. het gebouw reeds vóór de schade door de bevoegde autoriteiten onbewoonbaar of onbruikbaar was verklaard;
f. het gebouw voor langer dan negen maanden leeg stond of buiten gebruik was;
g. het gebouw geheel of gedeeltelijk langer dan drie maanden is gekraakt;
- de sloopwaarde indien:
a. verzekerde vóór de schade al het voornemen had het gebouw af te breken;
b. het gebouw bestemd was voor afbraak of onteigening.
26.2.2.2 Bedrijfsuitrusting/inventaris en huurdersbelang / eigenaarsbelang:
- de nieuwwaarde, indien verzekerde binnen 12 maanden aan verzekeraars na de schadedatum mededeelt dat tot herinvestering door herstel en/of heraanschaf wordt overgegaan.
- de vervangingswaarde wordt aangehouden:
a. indien verzekerde niet binnen 12 maanden aan verzekeraars na de schadedatum heeft medegedeeld dat tot herinvestering wordt overgegaan;
b. de herinvestering niet binnen 24 maanden na de schadedatum is aangevangen.
c. indien verzekerde reeds voor de schade het voornemen had het bedrijf te beëindigen;
d. voor zaken waarvan de vervangingswaarde minder bedraagt dan 40% van de nieuwwaarde;
e. voor zaken die voorafgaande aan de gedekte gebeurtenis onttrokken zijn aan het gebruik waarvoor zij zijn bestemd;
f. voor kunstvoorwerpen, antiek en zeldzame zaken;
g. voor de hierna genoemde zaken indien, in tegenstelling tot artikel 1.2 lid e, uit het polisblad blijkt dat ze zijn meeverzekerd: aanhangwagens, kentekenplichtige motorvoertuigen, caravans, pleziervaartuigen, schepen en luchtvaartuigen, alles met inbegrip van losse onderdelen, accessoires en toebehoren behorende tot deze zaken.
26.2.2.3 Goederen:
- de kostprijs of de vervangingswaarde indien dit een lager bedrag is.
In geval van verkochte doch niet geleverde goederen, die nog voor rekening en risico van verzekerde zijn: de verkoopprijs, indien en voor zover de verkoop als gevolg van een gedekte gebeurtenis geen doorgang vindt.
26.2.3 Indien een andere waarde dan in artikel 26.2.2.1 t/m 26.2.2.3 omschreven is overeengekomen: die andere waarde.
26.3 Huurdersbelang/eigenaarsbelang
Indien hiervoor geen afzonderlijk bedrag is verzekerd en voor zover het verzekerd bedrag hiervoor toereikend is, wordt het huurdersbelang/eigenaarsbelang geacht te zijn meeverzekerd onder het verzekerd bedrag voor bedrijfsuitrusting/inventaris.
26.4 Maximale schadevergoeding
De verplichting van verzekeraars tot vergoeding van schade en kosten geldt tot ten hoogste het verzekerd bedrag van de verzekerde zaken, rekening houdende met de indexering van artikel 20, vermeerderd met het bedrag van de vergoedingen boven het verzekerd bedrag overeenkomstig artikel 25.
27 VERBRUGGING
27.1 Indien verzekerde zaken, al dan niet met taxatie verzekerd - met uitzondering van op declaratiebasis verzekerde goederen - niet meer aanwezig zijn, worden de vrijvallende bedragen aangewend voor de vervangende verzekerde zaken. Heeft geen, dan wel slechts gedeeltelijke vervanging plaatsgehad, dan worden de vrijvallende bedragen in de in dit artikel bedoelde herberekening betrokken.
27.2 De premie wordt vervolgens herberekend op basis van de waarden onmiddellijk voor de gebeurtenis tegen de onderscheiden premievoeten.
27.3 Indien na herberekening blijkt, dat het totaal van de oorspronkelijke premiebedragen gelijk is aan of groter is dan het totaal van de herberekende premiebedragen, wordt de evenredigheidsregel van artikel 7.4 niet toegepast en vindt schadevergoeding plaats op basis van de onmiddellijk voor de gebeurtenis vastgestelde waarde.
27.4 Indien na herberekening blijkt, dat het totaal van de oorspronkelijke premiebedragen kleiner is dan het totaal van de herberekende premiebedragen, worden verzekerde bedragen herleid in de verhouding waarin de tekorten aan verschuldigde premie staan tot het totale overschot aan premie, zodanig dat het totaal van de alsdan herberekende premiebedragen gelijk is aan het totaal van de oorspronkelijke premiebedragen, waarna schadevergoeding plaatsvindt volgens de evenredigheidsregel van artikel 7.4.
27.5 Indien meerdere risico-adressen zijn verzekerd, dan is het verbruggen van verzekerde bedragen van andere risico-adressen naar het risico-adres waar de schade heeft plaatsgevonden slechts toegestaan tot maximaal 125% van de laatst bij verzekeraars bekende verzekerde bedragen van het risico-adres waar de schade heeft plaatsgevonden.
RUBRIEK 2 BEDRIJFSSCHADE
28 OMVANG VAN DE DEKKING
Verzekerd is de bedrijfsschade die optreedt als gevolg van zaakschade aan de gevaarsobjecten op het op het polisblad vermelde risico-adres die is veroorzaakt door een gedekte gebeurtenis als in artikel 3 omschreven, ongeacht of deze gebeurtenis is veroorzaakt door de aard of een gebrek van het gevaarsobject.
Niet verzekerd is bedrijfsschade door zaakschade aan gevaarsobjecten als gevolg van een in artikel 4 genoemde uitsluiting.
29 UITBREIDING VAN DE BEDRIJFSSCHADE DEKKING
In aanvulling op artikel 28 is bedrijfsschade ook gedekt indien veroorzaakt door:
29.1 Straatafzetting
Het onbereikbaar zijn van het gevaarsobject door straatafzetting of afzetting van de toevoerweg te water in verband met materiële schade aan een naburig gebouw als gevolg van een gedekte gebeurtenis. De uitkeringstermijn van deze dekking wordt beperkt tot maximaal de periode dat het gebouw van verzekerde hierdoor niet toegankelijk is, maar nooit langer dan de verzekerde uitkeringstermijn.
29.2 Aardgaslevering
Het wegvallen van de aardgaslevering door een zaakschade als gevolg van een gedekte gebeurtenis bij het door de gasproductie- en/of gasdistributiebedrijf in gebruik zijnde:
a. voedings-, compressor-, meet- en regel-, meng-, gasafgifte- en/ of reduceerstations;
b. leidingen, afsluiters, reduceerkasten die zich bevinden tussen de genoemde stations en het op het polisblad omschreven bedrijf van verzekerde.
Deze dekking treedt pas in zodra de storing of stilstand in het bedrijf van
verzekerde langer dan 6 uur (aaneengesloten) duurt.
29.3 Nutslevering
Het wegvallen van de nutslevering door een zaakschade als gevolg van een
gedekte gebeurtenis aan:
a. het waterleidingbedrijf en/of pompstations en/of tussenstations;
b. de stroomleverende centrale en/of onderstations en/of schakelstations en/of transformatorhuizen.
Deze dekking treedt pas in zodra de storing of stilstand in het bedrijf van
verzekerde langer dan 6 uur (aaneengesloten) duurt.
Uitgesloten is de bedrijfsschade welke verzekerde lijdt door het wegvallen van de watervoorziening en/of elektrische stroomlevering als gevolg van schade – van welke aard dan ook – aan buizen, pijpen, leidingen, hoogspanningsmasten met alle aan- en toebehoren, kabels e.d. zich bevindende tussen één of meer van de in dit artikel genoemde bedrijven/stations en/of het bedrijf van verzekerde.
30 DEKKING BUITEN HET GEBOUW
De bedrijfsschade die ontstaat als gevolg van de in artikel 23 omschreven
zaakschade aan bedrijfsuitrusting/inventaris en/of goederen is verzekerd.
31 DEKKING ELDERS BINNEN EUROPA
De bedrijfsschade die ontstaat als gevolg van de in artikel 24 omschreven zaakschade aan bedrijfsuitrusting/inventaris en/of goederen is gemaximeerd op 10% van het verzekerde bedrag voor bedrijfsschade, maar niet meer dan EUR
50.000 per gebeurtenis.
32 AANVULLENDE UITSLUITINGEN
In aanvulling op artikel 4 is uitgesloten de bedrijfsschade die verband houdt met en/of die voortvloeit uit:
32.1 Bedrijfsschade zonder relatie met de gebeurtenis
Bedrijfsschade die ook ontstaan zou zijn als de zaakschade aan de gevaarsobjecten door een gedekte gebeurtenis niet zou hebben plaatsgevonden.
32.2 Boetebedingen
Boetes of schadevergoeding door contractbreuk, vertraagde uitvoering van opdrachten of het niet uitvoeren van opdrachten of boetes/schadevergoeding uit andere hoofde verschuldigd.
32.3 Dubieuze debiteuren
Afschrijving op dubieuze debiteuren.
32.4 Toeleveranciers- en afnemersrisico
Toeleveranciers- en afnemersrisico, tenzij anders op het polisblad is vermeld.
33 UITKERINGSTERMIJN
33.1 De uitkeringstermijn vangt aan op het moment dat de bedrijfsschade ontstaat of (indien dat moment eerder is) vanaf het moment dat extra kosten worden gemaakt. De uitkeringstermijn eindigt op het ogenblik dat de bedrijfsactiviteiten niet meer worden beïnvloed door de gedekte gebeurtenis.
33.2 De uitkeringstermijn beloopt maximaal het aantal achtereenvolgende weken zoals op het polisblad is vermeld.
33.3 In geval van liquidatie of indien geen pogingen tot herstel van de bedrijfsvoering van verzekerde zijn ondernomen binnen vier weken na de gebeurtenis, zal de termijn van schadevergoeding worden beperkt tot maximaal 13 weken, met inachtneming van het bepaalde in artikel 33.5.
33.4 Indien na een schade sprake is van overgang van het bedrijfsschadebelang in verband met verkoop, geldt in afwijking van artikel 15 dat de uitkering van schade direct eindigt op het moment van overgang van het belang.
33.5 Ten aanzien van lonen en salarissen die verzekerde op grond van een wettelijke of contractuele verplichting dient door te betalen, wordt de termijn van schadevergoeding bij liquidatie gebracht op het aantal weken waarvoor de verplichting tot doorbetaling bestaat met een maximum van 26 weken. Indien de uitkeringstermijn korter is, dan zal die kortere termijn als maximum gelden.
34 VERGOEDING VAN SCHADE EN KOSTEN
34.1 De verplichting van verzekeraars tot vergoeding van bedrijfsschade
en kosten bestaat uit:
34.1.1 Bedrijfsschade gedurende de uitkeringstermijn (verminderd met de eventuele besparingen).
34.1.2 Overdekking (30%)
De bedrijfsschade is verzekerd tot 130% van het verzekerd bedrag voor
bedrijfsschade, tenzij anders overeengekomen.
34.1.3 Extra kosten voor zover ze de bedrijfsschade beperken
overeenkomstig artikel 34.7.1.
34.2 Uitkeringstermijn
Aan het einde van een gehele of gedeeltelijke bedrijfsstilstand doch uiterlijk aan het einde van de uitkeringstermijn zal worden vastgesteld hoeveel de brutowinst is achtergebleven bij die in de overeenkomstige periode van het aan de gedekte gebeurtenis voorafgegane jaar.
34.3 Scenariobepaling
Bij de vaststelling van het te vergoeden bedrag zullen de experts rekening houden met elke vermindering of vermeerdering van de omzet of productie, welke had kunnen worden verwacht, indien de gedekte gebeurtenis niet zou hebben plaatsgevonden.
34.4 Concernbepaling
Indien verzekerde onderdeel uitmaakt van een bedrijf of concern, dan zullen de met de gedekte gebeurtenis verband houdende besparingen en brutowinst die elders binnen het bedrijf en/of concern behaald worden dan wel redelijkerwijze behaald kunnen worden in mindering worden gebracht op de vergoeding van de bedrijfsschade.
34.5 Afschrijvingen
Bij de vaststelling van het te vergoeden bedrag voor afschrijving op gebouwen, bedrijfsuitrusting/inventaris, huurdersbelang en goederen zullen de experts naar billijkheid rekening houden met de afschrijvingen door verzekerde in het bedrijf gedaan in de drie aan de gedekte gebeurtenis voorafgaande boekjaren, alsmede met de afschrijvingen, welke als algemeen aangenomen kunnen worden in een soortgelijk bedrijf.
34.6 Huurderving
Indien verzekerde eigenaar is van het gebouw en uit hoofde van zijn gebouwenverzekering of huurdervingsverzekering na een gedekte gebeurtenis recht heeft op een huurdervingsuitkering dan wordt dit recht op uitkering als besparing op de vergoeding van bedrijfsschade aangemerkt.
34.7 Vergoeding van extra kosten
34.7.1 De extra kosten worden vergoed tot maximaal het bedrag van de vermindering van de bedrijfsschade dat binnen de uitkeringstermijn met de extra kosten is bereikt.
34.7.2 De extra kosten die met vooraf verkregen schriftelijke instemming van verzekeraars zijn gemaakt, worden volledig vergoed, zo nodig boven het verzekerd bedrag.
34.8 Onderverzekering
Mocht ten tijde van het ontstaan van de gedekte gebeurtenis het verzekerd bedrag met in achtneming van artikel 34.1.2 onvoldoende zijn om de brutowinst van verzekerde volledig te dekken, dan zijn verzekeraars slechts gehouden tot een vergoeding van bedrijfsschade en extra kosten vast te stellen in evenredigheid van het verzekerd bedrag (met in achtneming van artikel 34.1.2) tot de brutowinst van verzekerde.
34.9 Maximale schadevergoeding
De verplichting van verzekeraars tot vergoeding van bedrijfsschade strekt niet verder dan het verzekerd bedrag voor bedrijfsschade, vermeerderd met de eventuele overdekking overeenkomstig artikel 34.1.2 en het bedrag van gedekte extra kosten overeenkomstig artikel 34.7.2.
35 VERREKENING VOORSCHOTPREMIE BEDRIJFSSCHADE
De verrekening vindt plaats met inachtneming van artikel 34.1.2 (overdekking) als volgt:
35.1 Het jaarlijks aan het begin van het contractjaar te betalen premiebedrag is een voorschot op het definitieve premiebedrag. Het definitieve premiebedrag wordt vastgesteld na afloop van het contractjaar. Daartoe dient verzekerde binnen zes maanden na afloop van het contractjaar een verklaring te verstrekken waaruit de brutowinst van het afgelopen boekjaar blijkt.
Deze opgave leidt niet automatisch tot aanpassing van het verzekerd bedrag.
35.2 Het voorschot wordt met het definitieve premiebedrag verrekend.
Het definitieve premiebedrag bedraagt maximaal 130% van het voorschot (accres), terwijl terugbetaling van premie zal plaatsvinden tot maximaal 30% van het voorschot (decres).
35.3 Indien verzekerde niet binnen 18 maanden na afloop van het contractjaar de opgave van de brutowinst heeft verstrekt, zal het definitieve premiebedrag op 130% van het voorschot worden vastgesteld.
35.4 Indien uit het polisblad blijkt dat er een ander percentage overdekking is overeengekomen dan vermeld in artikel 34.1.2, dan geldt voor de verrekening (de bijbetaling) zoals genoemd in de artikelen 35.2 en 35.3 dat afwijkende percentage.
In geval van terugbetaling blijft het percentage maximaal 30%, tenzij anders overeengekomen.
35.5. Indien uit het polisblad blijkt dat geen overdekking is overeengekomen, dan is artikel 35 niet van toepassing.
BIJZONDERE VOORWAARDEN EXTRA UITGEBREIDE SCHADEVERZEKERING INZITTENDE
Deze bijzondere voorwaarden vormen één geheel met de van toepassing zijnde algemene voorwaarden.
Januari 2018: GAR18 FGD-V 2019-01
INHOUDSOPGAVE
I Algemeen
Aanvullende begripsomschrijvingen artikel 1
II Dekking
Omschrijving van de dekking artikel 2.1 en 2.2
Verzekeringsgebied artikel 2.3
Verzekerd bedrag artikel 2.4
Bereddingskosten artikel 2.5
Overige kosten artikel 2.6
III Uitsluitingen
Uitsluitingen artikel 3
I ALGEMEEN
ARTIKEL 1 Aanvullende begripsomschrijvingen
Inzittende: ieder die zich als bestuurder of passagier met instemming van verzekeringnemer in een motorrijtuig bevindt, in of uit dit motorrijtuig stapt of hieraan onderweg noodreparaties verricht of daarbij behulpzaam is.
Bestuurder: degene die een motorrijtuig daadwerkelijk bestuurt. Verzekerd motorrijtuig:
a. een motorrijtuig dat eigendom is van verzekeringnemer, directeur of vennoot van het bedrijf, met uitzondering van een motorrijtuig dat in huurkoop is verkocht of waarvan hij fiduciair eigenaar is;
b. een motorrijtuig dat eigendom is van de echtgeno(o)t(e) of levenspartner van verzekeringnemer, directeur of vennoot van het bedrijf.
Ongeval: een botsing, aan- of overrijding, brand, blikseminslag, of te water raken waarbij een motorrijtuig betrokken is.
Werknemer:
a. ieder met een arbeidsovereenkomst conform burgerlijk recht met verzekeringnemer;
b. uitzendkrachten, oproepkrachten en gedetacheerden, voor zover zij werkzaamheden voor verzekeringnemer verrichten.
Verzekerde:
a. de verzekeringnemer, directieleden en vennoten van het bedrijf van verzekeringnemer, alsmede hun echtgeno(o)ten of levenspartners;
b. een inzittende;
c. een werknemer.
Aanspraak: een tegen de verzekerde ingestelde schriftelijke vordering van geleden schade. Aanspraken die met elkaar verband houden of uit elkaar voortvloeien, worden als één aanspraak beschouwd.
II DEKKING
ARTIKEL 2 Omschrijving van de dekking 2.1
In geval van een ongeval met een verzekerd motorrijtuig vergoedt de
maatschappij:
a. schade aan personen voor zover het lichamelijk letsel van een inzittende betreft;
b. Schade van de in artikel 6:108 van het Burgerlijk Wetboek omschreven personen bij het overlijden van een inzittende;
c. Xxxxxx aan zaken van inzittenden.
De omvang van de schade wordt vastgesteld overeenkomstig Afdeling 10 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek. Artikel 6:107 a, leden 2 en 3 van het Burgerlijk Wetboek blijven buiten beschouwing. De schadevergoedingsplicht van de maatschappij wordt verminderd overeenkomstig artikel 6:101 van het Burgerlijk Wetboek indien verzekerde tijdens de gebeurtenis geen gebruik heeft gemaakt van de wettelijk voorgeschreven beveiligingsmiddelen, zoals een veiligheidsgordel of een veiligheidshelm.
2.2
In geval van een ongeval met een niet verzekerd motorrijtuig bestuurd door een werknemer van verzekeringnemer tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst, vergoedt de maatschappij:
x. xxxxxx aan personen voor zover het lichamelijk letsel van de werknemer als inzittende betreft;
b. schade van de in artikel 6:108 van het Burgerlijk Wetboek omschreven personen bij het overlijden van de werknemer als inzittende;
x. xxxxxx aan zaken van de werknemer als inzittende.
De omvang van de schade wordt vastgesteld overeenkomstig Afdeling 10 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek. Artikel 6:107 a, leden 2 en 3 van het Burgerlijk Wetboek blijven buiten beschouwing. De schadevergoedingsplicht van de maatschappij wordt verminderd overeenkomstig artikel 6:101 van het Burgerlijk Wetboek indien verzekerde tijdens de gebeurtenis geen gebruik heeft gemaakt van de wettelijk voorgeschreven beveiligingsmiddelen, zoals een veiligheidsgordel of een veiligheidshelm.
2.3 Verzekeringsgebied
De verzekering is van kracht in alle landen die zijn aangegeven op het internationaal verzekeringsbewijs (groene kaart).
2.4 Verzekerd bedrag
De vergoeding bedraagt maximaal het op het polisblad genoemde verzekerd bedrag voor alle inzittenden tezamen. Indien de gezamenlijke schade hoger is, zal ieders schade naar verhouding worden vergoed.
2.5 Bereddingskosten
Bereddingskosten worden zo nodig boven het verzekerd bedrag vergoed tot maximaal het verzekerd bedrag per gebeurtenis.
2.6 Overige kosten
Zo nodig worden boven het verzekerd bedrag vergoed:
a. de kosten van door of onder leiding van de maatschappij gevoerd verweer tegen aanspraken, alsmede de hier uit voortvloeiende proceskosten;
b. de kosten van rechtsbijstand, die op verzoek van de maatschappij worden verleend in een tegen verzekeringnemer aanhangig gemaakt strafgeding of tuchtzaak;
c. de wettelijke rente.
III UITSLUITINGEN
ARTIKEL 3 Uitsluitingen
Niet verzekerd is schade:
3.1
Ontstaan terwijl de bestuurder van het motorrijtuig niet in het bezit is van een voor het motorrijtuig wettelijk voorgeschreven rijbewijs dat geldig is op de plaats van het ongeval of hem de rijbevoegdheid is ontzegd, of indien hij niet voldoet aan andere wettelijke bepalingen met betrekking tot het gebruik van het motorrijtuig.
Deze uitsluiting geldt niet:
- indien de geldigheid van het rijbewijs van de bestuurder niet langer dan
12 maanden voor het ontstaan van de schade is geëindigd ten gevolge van het feit dat hij verzuimd heeft het rijbewijs tijdig te verlengen;
- indien de bestuurder, na zijn rijexamen met goed gevolg te hebben afgelegd, het wettelijk voorschreven rijbewijs nog niet heeft ontvangen.
3.2
Ontstaan terwijl de bestuurder onder zodanige invloed van alcoholhoudende dranken en/of enig bedwelmend of opwekkend middel verkeerde, dat hij niet in staat kon worden geacht het motorrijtuig naar behoren te besturen. Dit wordt in elk geval aangenomen indien het alcoholpromillage hoger is dan in Nederland wettelijk is toegestaan.
3.3
Veroorzaakt tijdens het deelnemen aan snelheidswedstrijden of –ritten.
3.4
Ontstaan terwijl het motorrijtuig voor andere doeleinden wordt gebruikt dan met de maatschappij is overeengekomen. Hieronder wordt onder andere verstaan:
- vervoer van personen en/of goederen tegen betaling;
- gebruik als les- of examenauto;
- verhuur;
- leasing.
3.5
Veroorzaakt door of met autobussen en touringcars.
3.6
Aan motorrijtuigen, geld en geldswaardig papier.
3.7
Ontstaan gedurende de tijd, dat het motorrijtuig door een overheid is gevorderd of in beslag is genomen.
3.8
Aan enig belang ten behoeve waarvan een garantieregeling van kracht is of waarbij aanspraak kan worden gemaakt op uitkering op grond van enige wet, voorziening of aanspraak uit anderen hoofde.
De uitsluitingen in artikel 3.1, 3.2, 3.3, 3.4 gelden niet voor die verzekerde, die aantoont dat de omstandigheden zich buiten zijn weten of tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem ten aanzien daarvan niets is te verwijten.
BIJZONDERE VOORWAARDEN BEDRIJFSRECHTSSTAND
Deze bijzondere voorwaarden vormen één geheel met de van toepassing zijnde algemene voorwaarden.
Januari 2018: GAR18 FGD-V 2019-01
Samenhang en samenloop voorwaarden
Op deze bijzondere voorwaarden bedrijfsrechtsbijstand zijn de volgende artikelen van de algemene voorwaarden GAR18 FGD-V 2019-01 van toepassing:
Artikel 5 - Premie, met uitzondering van artikel 5.4 (no-claimkorting die niet over de rechtsbijstandspremie wordt toegepast). Artikel 6 - Wijziging van de premie of voorwaarden
Artikel 7 - Duur en einde van de verzekering Artikel 9 - Overige bepalingen
INHOUDSOPGAVE
I Algemeen
Begripsomschrijvingen artikel 1
II Dekking
Verzekerd risico en gebeurtenis artikel 2.1
Verzekerde activiteiten artikel 2.2
Verzekerde motorrijtuigen artikel 2.3
Adviesservice artikel 2.4
Kosten van rechtsbijstand artikel 2.5
Eigen risico artikel 2.6
Rechtsbijstandgebied/bevoegde rechter artikel 2.7 Waarborgsom artikel 2.8
III Uitsluitingen
Algemene uitsluitingen artikel 3.1 Uitgesloten geschillen en rechtsproblemen artikel 3.2 Minimumbelang artikel 3.3
Wachttijd artikel 3.4
IV Verlenen van rechtsbijstand
Algemeen artikel 4.1
Verplichtingen van verzekerde artikel 4.2
Belangenconflicten artikel 4.3
Geschillenregeling artikel 4.4
Correspondentie artikel 4.5
Persoonsgegevens artikel 4.6
Klachtenregeling artikel 4.7
V Risicowijziging en premievaststelling
Periodieke opgave artikel 5.1
VI Incassoservice
Begripsomschrijvingen artikel 6.1
Aanspraak op incassobijstand artikel 6.2
Verlening van de incassobijstand artikel 6.3
Kosten van de incassobijstand artikel 6.4 Kosten van de buitengerechtelijke incasso artikel 6.5 Kosten van gerechtelijke incasso artikel 6.6
Verplichtingen van de verzekerde artikel 6.7
Begrenzing incassobijstand artikel 6.8
Geschillenregeling artikel 6.9
I ALGEMEEN
Begripsomschrijvingen
Verzekeraar:
DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., te Amsterdam (KvK 33110754) hierna genoemd: DAS, voor wie FGD Assuradeuren B.V. als gevolmachtigd agent optreedt. In deze bijzondere voorwaarden wordt verstaan onder:
Rechtsbijstand:
a. het behartigen van de juridische belangen van de verzekerde die in een geschil betrokken is geraakt. Hieronder wordt verstaan:
- het adviseren van de verzekerde over zijn rechtspositie en over de mogelijkheden het door hem gewenste resultaat te behalen;
- het voeren van verweer tegen (strafrechtelijke) vorderingen, het geldend maken van vorderingen of het namens de verzekerde indienen en verdedigen van verzoek- en bezwaarschriften;
- het ten uitvoer brengen van vonnissen, beschikkingen of arbitrale uitspraken.
b. het vergoeden of voorschieten van de kosten van rechtsbijstand die voortvloeien uit de bovengenoemde activiteiten, zoals nader omschreven in artikel 2.5;
c. incassobijstand zoals omschreven in artikel 6;
x. xxxxxxxxxx adviesservice zoals omschreven in artikel 2.4.
Verzekerde:
a. de verzekeringnemer in de op het polisblad genoemde hoedanigheid;
b. de (eventueel) op het polisblad genoemde medeverzekerden, eveneens in hun op het polisblad genoemde hoedanigheid.
Werknemers en bestuurders:
De verzekerde kan aanspraak maken op rechtsbijstand ten behoeve van zijn werknemers, bestuurders of hun nagelaten betrekkingen als bedoeld in artikel 6:108 van het Burgerlijk Wetboek, voor verhaal van door hen geleden schade, ontstaan door een beschadiging aan lijf of goed (met uitzondering van motorrijtuigen) en ten behoeve van zijn werknemers en bestuurders voor bijstand in een strafzaak. Deze aanspraak kan alleen gemaakt worden als het voorval waaruit de behoefte aan rechtsbijstand voortvloeit in direct verband staat met de uitvoering van werkzaamheden voor de verzekerde.
II DEKKING
ARTIKEL 2 Dekking
2.1 Verzekerd risico en gebeurtenis
a. Verzekerd is het risico dat een verzekerde in een geschil moet voorzien in een eigen behoefte aan rechtsbijstand ten gevolge van een gebeurtenis, mits voldaan wordt aan beide onderstaande voorwaarden:
- dat de gebeurtenis, het geschil en de daaruit voortvloeiende behoefte aan rechtsbijstand zich voordoen gedurende de looptijd van de verzekering;
- dat de gebeurtenis, het geschil en de daaruit voortvloeiende behoefte aan rechtsbijstand bij afsluiten of uitbreiden van de verzekering redelijkerwijs niet voorzien konden worden.
b. Onder gebeurtenis wordt verstaan het voorval dat of de feitelijke ontwikkeling die redelijkerwijs moet worden beschouwd als de oorzaak van het geschil.
In geval van het verhaal van schade is het schadeveroorzakende voorval de gebeurtenis. Een gebeurtenis, waarvan de verzekerde niet op de hoogte was en ook niet behoefde te zijn, kan niet worden aangemerkt als oorzaak van het geschil. Bij twijfel is het aan de verzekerde om dit aan te tonen.
c. Een samenhangend geheel van geschillen die voortvloeien uit een gebeurtenis wordt beschouwd als één geschil.
d. De omvang van de dekking wordt nader bepaald door hetgeen op of bij het polisblad en in deze voorwaarden wordt vermeld.
2.2 Verzekerde activiteiten
Als verzekerde betrokken is geraakt in een geschil bij de uitoefening van zijn ondernemersactiviteiten in zijn verzekerde hoedanigheid, heeft hij aanspraak op rechtsbijstand, voor zover hij in dat geschil betrokken is geraakt in een op geld waardeerbaar belang.
2.3 Verzekerde motorrijtuigen
a. Een motorrijtuig dat aan verzekerde in eigendom toebehoort voor zover dit motorrijtuig bij het verzekerde bedrijf in gebruik is en niet voor verhuur- of leasedoeleinden is bestemd.
b. Een motorrijtuig dat verzekerde in verkoop, dan wel op grond van huur, huurkoop of bruikleen onder zich heeft.
c. Een door verzekerde verkocht maar nog niet afgeleverd motorrijtuig.
d. Een motorrijtuig en aanhanger (zoals aanhangwagen, boottrailer, caravan) van een cliënt van verzekerde voor zover deze voor reparatie of onderhoud aan verzekerde is toevertrouwd.
e. Een motorrijtuig dat in eigendom toebehoort aan de eigenaar, directeur of vennoot van het verzekerde bedrijf of diens echtgeno(o)t(e).
2.4 Adviesservice
De verzekerde heeft aanspraak op de juridische adviesservice als hij in zijn verzekerde hoedanigheid behoefte heeft aan juridisch advies van een juridisch deskundige als gevolg van een onzekere gebeurtenis. Onder ‘adviesservice’ wordt verstaan: het telefonisch verlenen van juridisch advies aan de hand van informatie die de verzekerde telefonisch verstrekt.
2.5 Kosten van rechtsbijstand
DAS vergoedt de volgende kosten van rechtsbijstand:
a. alle interne kosten: de kosten van de deskundigen in loondienst van DAS;
b. tot ten hoogste € 35.000,- per geschil de volgende externe kosten:
- de kosten van externe deskundigen die door DAS worden ingeschakeld, voor zover deze kosten redelijk en noodzakelijk gemaakt zijn voor de uitvoering van de opdracht;
- dat deel van de kosten van een door DAS ingeschakelde mediator dat voor rekening van de verzekerde komt, voor zover deze kosten naar het oordeel van DAS noodzakelijk zijn voor de verlening van de mediation;
- de kosten van getuigen voor zover door een rechter toegewezen;
- de proceskosten die ten laste van de verzekerde blijven of waartoe hij in een onherroepelijk vonnis is veroordeeld;
- de noodzakelijke, in overleg met DAS te maken, reis- en verblijfkosten als zijn persoonlijk verschijnen voor een buitenlandse rechter is bevolen of dringend gewenst wordt door de ingeschakelde advocaat.
c. de kosten die verbonden zijn aan de tenuitvoerlegging van een vonnis;
d. DAS schiet de kosten voor die op grond van een contractuele of wettelijke bepaling verhaald, verrekend of door anderen vergoed kunnen worden. Als deze voorgeschoten kosten daadwerkelijk verhaald, verrekend of door anderen vergoed zijn, komen deze aan DAS toe;
e. niet voor vergoeding komen in aanmerking:
- de kosten die beneden een overeengekomen eigen risico blijven;
- de in 2.5b bedoelde externe kosten die het verzekerde kostenmaximum per geschil te boven gaan.
2.6 Eigen risico
In alle geschillen geldt een eigen risico van 10% over de advocaatkosten. Van vergoeding blijven uitgesloten de kosten die beneden de grens van het eigen risico blijven.
2.7 Rechtsbijstandgebied/bevoegde rechter
a. In geval van een vordering op grond van een onrechtmatige daad en in geval van een strafzaak en in geval van geschillen uit sleep- en reparatieovereenkomsten van bedrijfsmotorrijtuigen, in Europa en de landen rondom de Middellandse Zee, mits de rechter van één van die landen bevoegd is en het recht van één van die landen van toepassing is.
b. In alle overige gevallen alleen in Nederland, mits de Nederlandse rechter bevoegd is en het Nederlandse, Duitse, Belgische of Luxemburgse recht van toepassing is.
2.8 Waarborgsom
a. DAS schiet aan de verzekerde een waarborgsom voor van ten hoogste
€ 50.000,- als door een buitenlandse overheid in verband met een gedekte strafzaak, de betaling van een waarborgsom wordt verlangd voor de vrijlating van de verzekerde of die van zijn werknemer of bestuurder, de teruggave van hem toebehorende goederen of de opheffing van een beslag daarop.
b. Door het aanvaarden van het voorschot, machtigt de verzekerde DAS onherroepelijk daarover te beschikken zodra het weer wordt vrijgegeven en aanvaardt hij de verplichting, zijn volle medewerking te verlenen aan het verkrijgen van onverwijlde restitutie aan DAS.
c. De verzekerde is verplicht het voorschot zo spoedig mogelijk terug te betalen, maar in ieder geval binnen één jaar nadat het is verstrekt.
III UITSLUITINGEN
ARTIKEL 3 Uitsluitingen
3.1 Algemene uitsluitingen
DAS verleent geen (verdere) rechtsbijstand in de hierna omschreven gevallen:
a. als de verzekerde in strijd met de verzekeringsvoorwaarden handelt en de belangen van DAS daardoor schaadt. Daarvan is in ieder geval sprake als hij zijn verzoek om rechtsbijstand zó laat heeft aangemeld dat DAS alleen maar met meer inspanningen of meer kosten rechtsbijstand zou kunnen verlenen;
b. als het geschil een gevolg is van natuurrampen, atoomkernreacties of molest (onder molest worden de omstandigheden en gebeurtenissen verstaan zoals omschreven in de tekst van het Verbond van Verzekeraars die op 2 november 1981 gedeponeerd bij de griffie van de Rechtbank in Den Haag onder nr. 136, waaronder gewapend conflict, burgeroorlog, opstand, binnenlandse onlusten, oproer, muiterij, sabotage en terrorisme).
Als het geschil direct of indirect verband houdt met terrorisme, preventieve maatregelen dan wel handelingen of gedragingen ter voorbereiding van terrorisme of preventieve maatregelen, wordt rechtsbijstand verleend indien en voor zover de Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden (NHT), waar DAS zich voor het terrorismerisico heeft herverzekerd, dekking verleent. Het Clausuleblad terrorismedekking en het Protocol afwikkeling claims bij terrorismeschade van de NHT zijn van toepassing. De tekst hiervan wordt u op verzoek toegezonden of kunt u nalezen op xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx. of op xxx.xxx.xx. In aanvulling op artikel 4.2 vervalt de aanspraak op rechtsbijstand als het verzoek daartoe niet is gedaan binnen twee jaar nadat de NHT heeft beslist dat er sprake is van terrorismeschade;
c. als het geschil verband houdt met het besturen van een voer- of vaartuig, terwijl de bestuurder niet bevoegd was dit te besturen. DAS doet hierop geen beroep als in een strafzaak de vervolging geen betrekking heeft op het onbevoegd besturen of als verzekerde die het verzoek om rechtsbijstand doet, niet wist of redelijkerwijs niet kon weten dat de bestuurder onbevoegd bestuurde;
d. in een geschil tussen een verzekerde en DAS, dan wel in een geschil over de uitleg en/of uitvoering van deze verzekeringsovereenkomst (DAS vergoedt echter alsnog de redelijk gemaakte kosten van rechtsbijstand als de verzekerde in een onherroepelijk vonnis gelijk krijgt);
e. als het geschil het beoogde of zekere gevolg is van het handelen of nalaten van de verzekerde, of hij het ontstaan daarvan of van de behoefte aan rechtsbijstand willens en wetens heeft geaccepteerd om enig voordeel te behouden of te behalen;
f. voor zover de verzekerde aanspraak kan maken op behartiging van zijn belangen krachtens een aansprakelijkheidsverzekering.
3.2 Uitgesloten geschillen en rechtsproblemen
DAS verleent voorts geen rechtsbijstand in de hierna omschreven geschillen en situaties die tot de behoefte aan rechtsbijstand hebben geleid:
a. in geschillen over het verwerven, voorhanden hebben, onderhouden, besturen en verkopen van vaartuigen en luchtvaartuigen en de niet in artikel
2.3 vermelde motorrijtuigen;
b. bij (verweer tegen) een aanvraag tot faillissement of surseance van betaling, alsmede in een geschil gedurende de tijd dat verzekerde in faillissement of surseance van betaling verkeert;
c. incasso van vorderingen uit overeenkomst, tenzij sprake is van incassobijstand als bedoeld in artikel 6;
d. in geschillen over industriële en intellectuele eigendom, zoals auteurs-, octrooi-, merken- of kwekersrecht, met uitzondering van geschillen over de handelsnaam of domeinnaam;
e. in geschillen over geldelijke bijdragen van de overheid, zoals subsidies;
f. bij het voeren van verweer tegen vorderingen uit onrechtmatige daad, waaronder mede begrepen daarvoor in de plaats komende regresvorderingen en vorderingen op grond van artikel 5:37 van het Burgerlijk Wetboek;
g. bij het bestrijden van algemeen verbindende rechtsregels, een bestemmingsplan daaronder niet begrepen, die een overheidsorgaan heeft vastgesteld of wil vaststellen;
x. in geschillen over onroerende zaken, tenzij deze betrekking hebben op
- de op het polisblad vermelde onroerende zaken;
- de nog niet op het polisblad vermelde onroerende zaken, bestemd voor eigen gebruik, met uitzondering van geschillen over aanneemovereenkomsten met een aanneemsom van meer dan € 100.000,- en mits verzekerde voldoet aan de verplichtingen uit artikel 5.1.
Waarbij in beide gevallen bovendien geldt dat een eventuele aanneemovereenkomst schriftelijk is aangegaan en daarop een een arbitraal beding van toepassing is.
i. in geschillen over bodemverontreiniging;
j. in geschillen:
- over het stichten van een onderneming of het beëindigen van de verzekerde onderneming;
- met organen van de onderneming of over samenwerkingsverbanden in een (personen)vennootschap of een rechtspersoon;
- over het verwerven van een (deel van een) onderneming alsmede het overdragen van (een deel van) de verzekerde onderneming.
x. in geschillen over het aantrekken en beheren van bedrijfskapitaal of het verschaffen van zekerheid.
3.3 Minimumbelang
De verzekerde kan alleen aanspraak maken op rechtsbijstand als het belang van zijn verzoek tenminste € 450,- bedraagt. Deze bepaling geldt niet voor verhaal van schade die in het verkeer is ontstaan en voor strafzaken.
3.4 Wachttijd
a. DAS verleent geen rechtsbijstand als het geschil zich heeft voorgedaan binnen drie maanden na de ingangsdatum van de verzekering. Ingeval van een geschil over onteigening is deze termijn twaalf maanden.
b. De wachttijd geldt op overeenkomstige wijze voor een na de ingangsdatum van de verzekering afgesloten aanvullende dekking.
c. De wachttijd geldt niet als de verzekering direct aansluit op een soortgelijke verzekering waaraan de verzekerde bij voortbestaan dezelfde rechten had kunnen ontlenen.
IV VERLENEN VAN RECHTSBIJSTAND
ARTIKEL 4 Verlenen van rechtsbijstand
4.1 Algemeen
a. De rechtsbijstand wordt verleend door deskundigen in loondienst van DAS, tenzij DAS besluit de verlening van de rechtsbijstand of een deel daarvan over te dragen aan een externe deskundige. Voor zover de deskundige in loondienst van DAS de rechtsbijstand verleent, overlegt DAS met de verzekerde over de wijze van behandeling en informeert hem over de haalbaarheid van het gewenste resultaat.
b. Als er geen redelijke kans (meer) is het gewenste resultaat te bereiken, wordt de rechtsbijstandverlening gestaakt.
c. DAS is bevoegd geen (verdere) bijstand te verlenen als het belang van de zaak niet opweegt tegen de (verder) te maken kosten van rechtsbijstand. DAS stelt dan een bedrag beschikbaar dat gelijk is aan het belang van de zaak.
d. Als het naar het oordeel van DAS noodzakelijk is de behandeling of een deel daarvan over te dragen aan een externe deskundige, is uitsluitend DAS bevoegd om, na overleg met de verzekerde, opdrachten daartoe te verstrekken.
e. Als er geprocedeerd moet worden en de inschakeling van een advocaat is niet verplicht heeft verzekerde de keuze om de procedure door DAS te laten voeren of door een door verzekerde aan te wijzen rechtshulpverlener. In het laatste geval worden de eigen kosten van die rechtshulpverlener (honorarium en kantoorkosten) in die procedure tot de hieronder vermelde maximum bedragen vergoed en moet verzekerde een eigen risico van EUR 500,- betalen. DAS geeft de door verzekerde aangewezen rechtshulpverlener pas opdracht nadat het eigen risico door DAS is ontvangen:
- arbeidsrechtelijke procedure € 2.500,-;
- bestuursrechtelijke en sociaalverzekeringsrechtelijke procedure € 3.000,- (voor twee instanties tezamen);
- overige procedure € 5.000,-,
Als vertegenwoordiging door een advocaat verplicht is volgt DAS de keuze van verzekerde. Als de zaak in Nederland dient, komen alleen advocaten die in Nederland zijn ingeschreven in aanmerking. Dient de zaak in het buitenland, dan moet de advocaat bij het gerecht in het betreffende land zijn ingeschreven. In alle andere gevallen bepaalt DAS de keuze.
f. De opdrachten worden steeds namens de verzekerde gegeven. De verzekerde machtigt DAS hiertoe onherroepelijk. DAS is niet verplicht om in het kader van eenzelfde verzoek om rechtsbijstand aan meer dan één advocaat (al dan niet in loondienst van DAS) of (andere) externe deskundigen een opdracht te verstrekken. Voor zover de rechtsbijstand wordt verleend door een advocaat die niet in loondienst is van DAS, treedt DAS slechts op als financier van de daarmee gemoeide kosten overeenkomstig de bepalingen van artikel 2.5.
g. De aansprakelijkheid van schade door of in verband met de verlening van rechtsbijstand door deskundigen in loondienst van DAS is beperkt tot het bedrag waarop de afgesloten beroepsaansprakelijkheidsverzekering aanspraak geeft, vermeerderd met het eigen risico onder die verzekering. Een kopie van de polis ligt ter inzage bij DAS. DAS is niet aansprakelijk voor schade door of in verband met de werkzaamheden van een door DAS ingeschakelde externe deskundige.
h. Als verzekerde, na toestemming van DAS, samen met (een aantal) andere belanghebbenden collectief actie voert via een externe deskundige, vergoedt DAS naar evenredigheid de ten behoeve van alle belanghebbenden gezamenlijk gemaakte kosten van rechtsbijstand.
4.2 Verplichtingen van de verzekerde
a. De verzekerde die een verzoek om rechtsbijstand wil doen, meldt zijn verzoek zo spoedig mogelijk na het ontstaan van het geschil aan bij DAS.
b. Als twijfelachtig is of het verzoek om rechtsbijstand van de verzekerde betrekking heeft op een geschil, moet de verzekerde de aanwezigheid van een geschil aantonen door een deskundigenrapport. Dit rapport moet uitsluitsel geven over de feitelijke gevolgen van de gebeurtenis en over de oorzaak en veroorzaker van het geschil. Geeft het rapport voldoende steun voor het verlenen van rechtsbijstand dan vergoedt DAS de kosten van het rapport.
c. De verzekerde die een beroep op zijn verzekering doet verleent alle medewerking aan DAS of aan de ingeschakelde externe deskundigen. Dit houdt in ieder geval in dat hij:
- alle gegevens en stukken verstrekt die op zijn verzoek betrekking hebben;
- op verzoek van DAS de omvang van het geschil en/of het (financieel)belang aannemelijk maakt;
- DAS machtigt de stukken die een externe deskundige over zijn verzoek ter beschikking heeft in te zien;
- zich desgevraagd civiele partij stelt in een strafzaak en meewerkt aan het verhalen van de gemaakte kosten van rechtsbijstand op derden;
- verplicht is om alle medewerking te verlenen en/of om zijn rechten aan DAS over te dragen om de gemaakte of nog te maken kosten op derden te verhalen;
- alles nalaat wat de belangen van DAS kan schaden;
- DAS in de gelegenheid stelt om te proberen het conflict met de tegenpartij zonder een procedure op te lossen en tot een minnelijke regeling te komen.
d. De verzekerde is verplicht de door DAS voorgeschoten kosten, voor zover hij die ontvangt, te restitueren aan DAS. Daaronder worden onder andere verstaan:
- de door de verzekerde ontvangen buitengerechtelijke kosten;
- de bij een onherroepelijk vonnis toegewezen proceskosten;
- de voor de verzekerde verrekenbare btw.
4.3 Belangenconflicten
Er is sprake van een belangenconflict als beide partijen in een geschil aanspraak maken en hebben op rechtsbijstand door DAS. In dat geval geldt het volgende:
a. bij een geschil tussen de verzekeringnemer en één van de medeverzekerden op één polis, verleent DAS alleen rechtsbijstand aan de verzekeringnemer;
b. bij een geschil tussen twee medeverzekerden op één polis, verleent DAS alleen rechtsbijstand aan de verzekerde die door de verzekeringnemer is aangewezen;
c. bij een geschil tussen twee verzekerden op twee verschillende polissen hebben beide verzekerden recht op bijstand door een advocaat naar eigen keuze. De hieraan verbonden kosten worden vergoed overeenkomstig de bepalingen van artikel 2.5.
4.4 Geschillenregeling
a. Als de verzekerde het oneens blijft met het oordeel van DAS over de regeling van het geschil waarvoor hij een beroep op de verzekering heeft gedaan, dan kan hij DAS schriftelijk verzoeken dit meningsverschil voor te leggen aan een advocaat naar zijn keuze.
b. DAS legt dan dit verschil van mening, met alle relevante stukken, voor aan de gekozen advocaat en verzoekt hem zijn oordeel te geven. Desgewenst verwoordt de verzekerde ook zelf nog eens het meningsverschil.
b. Het oordeel van de advocaat is bindend voor DAS. De kosten zijn voor rekening van DAS en komen niet ten laste van het verzekerde kostenmaximum.
c. De verlening van rechtsbijstand wordt door DAS voortgezet in overeenstemming met het oordeel van de advocaat, tenzij de verzekerde op dat moment te kennen geeft dat hij gebruik wil maken van het bepaalde in lid 5 van dit artikel.
d. Als DAS de behandeling overdraagt aan een externe deskundige, mag de opdracht niet aan de advocaat die het bindende oordeel heeft gegeven of aan een kantoorgenoot worden verstrekt.
e. Als verzekerde zich niet met het oordeel van de advocaat kan verenigen, kan hij de zaakbehandeling voor eigen rekening en risico voortzetten. Wordt hij daardoor alsnog geheel of gedeeltelijk in het gelijk gesteld, dan betaalt DAS alsnog de redelijk gemaakte kosten van rechtsbijstand, overeenkomstig het bepaalde in artikel 2.5.
f. Deze geschillenregeling is niet van toepassing op een meningsverschil over de regeling van het geschil tussen de verzekerde en een advocaat of een door DAS ingeschakelde externe deskundige.
4.5 Correspondentie
a. Mededelingen door DAS aan de verzekeringnemer worden rechtsgeldig gedaan aan het laatst door hem opgegeven adres of aan het adres van zijn assurantieadviseur.
b. Het overleg over de zaaksbehandeling wordt steeds met en door de verzekerde gevoerd, tenzij anders overeengekomen.
4.6 Persoonsgegevens
De bij een verzoek om rechtsbijstand verstrekte persoonsgegevens worden door DAS verwerkt voor het aangaan of uitvoeren van de verzekering en het beheren van de daaruit voortvloeiende relaties. Hieronder vallen ook het voorkomen en bestrijden van fraude alsmede marketingactiviteiten van DAS ondernemingen. Indien u niet wilt dat uw gegevens worden gebruikt voor marketingactiviteiten kunt u dat kenbaar maken via xxx.xxx.xx/xxxxxxxx.
4.7 Klachtenregeling
a. DAS onderschrijft de Gedragscode Verzekeraars en richt zich op de naleving ervan. De tekst ligt ter inzage bij DAS.
b. DAS heeft een vergunning van De Nederlandsche Bank voor het aanbieden van rechtsbijstandverzekeringen en staat ingeschreven in het register van toezichthouder Autoriteit Financiële Markten (AFM) onder nummer 12000541.
c. In afwijking van het bepaalde in artikel 9.2. (klachten) van de algemene voorwaarden geldt dat klachten en geschillen die betrekking hebben op de uitvoering van deze verzekeringsovereenkomst kunnen worden voorgelegd aan de directie van DAS. Wanneer het oordeel van DAS voor de verzekerde niet bevredigend is, kan hij zich wenden tot de Stichting Klachteninstituut Financiële Dienstverlening, Xxxxxxx 00000, 0000 XX Xxx Xxxx,
telefoon 070 – 333 89 99, xxx.xxxxx.xx. Deze mogelijkheid geldt alleen voor consumenten. Wanneer de verzekerde geen gebruik wil of kan maken van deze klachtenbehandelingsmogelijkheid, of de behandeling of de uitkomst hiervan niet bevredigend vindt, kan hij het geschil voorleggen aan de bevoegde rechter. Bij deze klachtenregeling is van bijzonder belang artikel
3.1 sub d.
V RISICOWIJZIGING EN PREMIEVASTSTELLING
ARTIKEL 5 Risicowijziging en premievaststelling
5.1 Periodieke opgave
a. De verzekering geeft aanspraak op rechtsbijstand bij geschillen die voortvloeien uit het risico zoals dit is geaccepteerd en omschreven en waarvoor premie is berekend.
b. De verzekeringnemer wordt periodiek gevraagd om een opgave omtrent het risico. Op grond hiervan beslist zij of de dekking, de omschrijving van het risico en de premie aan eventuele wijzigingen worden aangepast.
c. De navolgende wijzigingen kunnen niet wachten tot de eerstvolgende periodieke opgave, maar moeten door de verzekeringnemer direct worden opgegeven:
- de wijziging van de verzekerde hoedanigheid;
- de wijziging van de rechtsvorm of wijzigingen ten gevolge van een fusie, samengaan, splitsing of overname.
d. Een verzoek om bijstand voortvloeiend uit een gewijzigd risico neemt DAS alleen in behandeling als:
- de verzekeringnemer de wijziging opgeeft uiterlijk bij de eerstkomende periodieke opgave;
- de verzekeringnemer de verschuldigde premie terzake vanaf de wijzigingsdatum betaalt.
VI INCASSOSERVICE
ARTIKEL 6 Incassoservice
In geval van incassobijstand gelden de bepalingen van dit artikel, in afwijking van en in aanvulling op de overige bepalingen die op deze verzekeringsovereenkomst van toepassing zijn.
6.1 Begripsomschrijvingen
Buitengerechtelijke incasso: het schriftelijk en telefonisch aanmanen tot betaling van de schuldenaar.
DAS: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., alsmede de (rechts)personen die in haar opdracht en voor haar rekening werkzaamheden met betrekking tot de buitengerechtelijke incasso verrichten.
Externe kosten:de kosten die aan DAS in rekening gebracht worden in verband met de gerechtelijke incasso.
Geldvordering: het, blijkens een uitgebrachte factuur of gesloten overeenkomst door verzekerde aan de schuldenaar in rekening gebrachte bedrag inclusief btw, verhoogd met vertragingsrente en incassokosten.
Gerechtelijke incasso:
a. alle maatregelen, in rechte, ter incasso van een vordering;
b. alle maatregelen gericht op de tenuitvoerlegging van een verkregen vonnis;
c. het zo nodig verrichten van een onderzoek naar de verhaalbaarheid van de vordering middels een standaard verhaalsrapport.
Incassobijstand: het verlenen van rechtsbijstand bij de buitengerechtelijke en gerechtelijke invordering van een geldvordering uit overeenkomst op een schuldenaar, als aan het uitblijven van betaling geen juridisch verweer ten grondslag ligt.
Onder incassobijstand wordt niet begrepen:
- het onderbouwen van de vordering in antwoord op verweer van de schuldenaar;
- het voeren van verweer tegen een tegenvordering van de schuldenaar. Mogelijk valt deze bijstand wel onder de dekking van artikel 2 van deze polisvoorwaarden.
Incassokosten: de door de schuldenaar in rekening gebrachte kosten voor de buitengerechtelijke incasso van de geldvordering.
Interne kosten: de kosten van de deskundigen in loondienst van DAS.
Proceskosten: dat deel van de externe kosten dat rechtstreeks samenhangt met het uitbrengen van de dagvaarding en het voeren van de procedure.
Vertragingsrente: de door de schuldenaar verschuldigde rente wegens vertraging in de voldoening van de geldvordering.
Verzekerde: de in de polis genoemde verzekeringnemer en de eventueel meeverzekerde bedrijven in hun verzekerde hoedanigheden.
6.2 Aanspraak op incassobijstand
Als verzekerde bij het leveren van producten en diensten wordt geconfronteerd met een schuldenaar die zijn betalingsverplichting uit een overeenkomst niet nakomt, heeft hij aanspraak op de in de hierna volgende artikelen beschreven incassobijstand en kostenvergoeding, mits de vordering is ontstaan gedurende de looptijd van deze verzekering dan wel binnen een tijdvak van ten hoogste drie maanden voorafgaand aan het van kracht worden van deze verzekering en de incassobijstand wordt verleend door DAS.
6.3 Verlening van de incassobijstand
a. De incassobijstand wordt verleend door DAS.
b. DAS onderhoudt met de verzekerde een rekening-courantverhouding. Van de schuldenaar ontvangen bedragen, voor zover deze aan verzekerde toekomen, en door verzekerde verschuldigde bedragen worden in rekening-courant geboekt, waarbij kosten die ten laste van verzekerde komen worden verrekend met geïncasseerde bedragen. Van een in zijn geheel ingevorderde vordering betaalt DAS het aan verzekerde toekomende saldo direct door aan verzekerde. Van deelbetalingen betaalt DAS ten hoogste eenmaal per maand het aan verzekerde toekomende saldo door, mits dit ten minste € 450,- bedraagt.
c. DAS is gerechtigd pas tot gerechtelijke incasso van een vordering op een schuldenaar over te gaan, nadat een daaraan voorafgaand bij dezelfde schuldenaar ingestelde vordering door deze is voldaan.
d. Als door de buitengerechtelijke incasso de geldvordering niet geïncasseerd is, verricht DAS zo nodig een onderzoek naar de verhaalbaarheid van de vordering. Als er naar het oordeel van DAS op grond van dit onderzoek geen redelijke kans is de geldvordering te incasseren, staakt DAS de incassobijstand.
e. Als een gerechtelijke incasso is gestaakt in verband met onvoldoende verhaalsmogelijkheden of als een verkregen vonnis niet of niet volledig ten uitvoer is gelegd in verband met de onvindbaarheid van de schuldenaar zal DAS binnen twee jaar na het beëindigen van de eerste incasso trachten voor een tweede keer voldoening van de schuld te verkrijgen, mits de schuldenaar een natuurlijk persoon betreft.
f. DAS is gerechtigd namens de verzekerde met de schuldenaar een afbetalingsregeling te treffen met een looptijd van maximaal zes maanden.
6.4 Kosten van de incassobijstand
a. DAS vergoedt de aan de buitengerechtelijke incasso en gerechtelijke incasso verbonden kosten zoals omschreven in de artikelen 6.5 en 6.6, tenzij verzekerde de incasso-opdracht intrekt, zelf een regeling treft met de debiteur of de vordering zelf incasseert.
In deze gevallen is de verzekerde aan DAS verschuldigd de kosten van buitengerechtelijke incasso die de schuldenaar zou hebben moeten betalen als de geldvordering door DAS volledig zou zijn geïncasseerd. Indien van toepassing is de verzekerde daarnaast de interne en externe kosten van de gerechtelijke incasso verschuldigd. De interne kosten worden vastgesteld op basis van het actuele uurtarief van DAS Support.
b. De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten en de proceskosten waartoe de schuldenaar is veroordeeld, voor zover geïncasseerd, komen ten goede aan DAS.
c. DAS is bevoegd de niet geïncasseerde buitengerechtelijke incassokosten en de proceskosten te verrekenen met de geïncasseerde geldvordering indien de schuldenaar slechts de geldvordering of een deel daarvan, maar niet de verschuldigde buitengerechtelijke kosten en/of de proceskosten heeft voldaan en invordering daarvan onevenredige kosten voor DAS met zich mee zou brengen.
d. De vergoeding van het griffierecht door DAS (als onderdeel van de externe kosten) is gebonden aan een maximum van € 1.000,- per kalenderjaar.
6.5 Kosten van buitengerechtelijke incasso
DAS vergoedt de aan de buitengerechtelijke incasso verbonden interne en externe kosten.
6.6 Kosten van gerechtelijke incasso
a. DAS vergoedt de aan de gerechtelijke incasso verbonden interne en externe kosten indien de schuldenaar tijdens de gerechtelijke procedure geen verweer voert, of de schuldenaar in de gerechtelijke procedure bij de sector kanton van de rechtbank (het kantongerecht) verweer voert en/of een tegenvordering instelt.
b. DAS vergoedt de aan de gerechtelijke incasso verbonden interne en externe kosten indien de schuldenaar in de gerechtelijke procedure bij de sector civiel van de rechtbank (de rechtbank) verweer voert en/of een tegenvordering instelt indien en voor zover verzekerde aanspraak kan maken op rechtsbijstand ingevolge de artikelen 2 en 3 van deze polisvoorwaarden. De kosten worden vergoed met inachtneming van het bepaalde in artikel 2.5.
6.7 Verplichtingen van de verzekerde
a. Verzekerde draagt er zorg voor dat:
- op alle overeenkomsten ter zake waarvan hij incassobijstand verzoekt algemene of leveringsvoorwaarden van toepassing zijn, waarvan de betalingsvoorwaarden door DAS bij de aanvang van de dekking beoordeeld en akkoord bevonden zijn;
- verzekerde zelf de schuldenaar ten minste tweemaal schriftelijk tot betaling heeft aangemaand voordat hij een verzoek om incassobijstand doet;
- in de aanmaning aanspraak is gemaakt op betaling van de incassokosten conform de leveringsvoorwaarden van verzekerde. Bij een particuliere schuldenaar dient na het verstrijken van de betalingstermijn een schriftelijke herinnering te worden verstuurd met een laatste betaaltermijn van 14 dagen. In deze brief dient vermeld te worden dat na 14 dagen aanspraak wordt gemaakt op incassokosten, onder vermelding van de hoogte van de alsdan verschuldigde incassokosten, conform het besluit vergoeding buitengerechtelijke kosten.
b. een verzekerde die een beroep wil doen op de incassobijstand dient het verzoek daartoe in binnen zes maanden nadat hij voor het eerst aan de schuldenaar verzocht heeft de geldvordering te voldoen.
c. Op verzoek van DAS overlegt verzekerde:
- een kopie van de factuur die de geldvordering vermeldt;
- kopieën van de zelf verzonden aanmaningen;
- alle informatie die van belang is voor het welslagen van de incasso.
d. Verzekerde onthoudt zich, na het overdragen van de vordering, van afspraken met de schuldenaar ter zake van de betaling van de vordering.
e. Xxxxxxxxxx stelt DAS direct op de hoogte van de ontvangst van correspondentie dan wel rechtstreekse betalingen van de schuldenaar.
6.8 Begrenzingen incassobijstand
a. DAS verleent geen (verdere) incassobijstand zodra de schuldenaar in staat van faillissement of surseance van betaling is geraakt, dan wel een aanvraag daartoe is ingediend, tenzij deze aanvraag door of in overleg met DAS zelf is gedaan.
b. De incassobijstand wordt uitsluitend verleend in Nederland, mits de schulde- naar in Nederland gevestigd is, de Nederlandse rechter bevoegd is en het Nederlandse recht van toepassing is.
c. DAS verleent geen incassobijstand bij de volgende vorderingen:
- geldvorderingen die meer dan zes maanden na factuurdatum ter incasso worden aangeboden;
- geldvorderingen uit huurovereenkomsten van onroerend goed;
- geldvorderingen uit leverantie van gas, water of stroom;
- geldvorderingen uit het verschaffen van consumptief krediet.
6.9 Geschillenregeling
a. Als verzekerde het oneens blijft met DAS over de verhaalbaarheid van de vordering of de verdere wijze van incasso en hij ter zake een rapport overlegt dat is opgesteld door een onafhankelijk onderzoeksbureau, waarin zijn opvatting gesteund wordt, dan kan de verzekerde verzoeken dit verschil van mening voor te leggen aan een gerechtsdeurwaarder naar zijn keuze.
b. DAS legt dan het eigen rapport en het door verzekerde ingebrachte rapport voor aan de gerechtsdeurwaarder naar keuze van verzekerde en verzoekt hem een oordeel te geven over de verhaalbaarheid. Het oordeel van de gerechtsdeurwaarder is bindend voor DAS en verzekerde. Als verzekerde door de gerechtsdeurwaarder in het gelijk wordt gesteld, vergoedt DAS de kosten van het door verzekerde overlegde rapport en hervat DAS de incasso
BIJZONDERE VOORWAARDEN MILIEUSCHADEVERZEKERING
Deze bijzondere voorwaarden vormen één geheel met de van toepassing zijnde algemene voorwaarden.
Januari 2018: GAR18 FGD-V 2019-01
Rubriek Brand
INHOUDSOPGAVE
I Algemeen
Aanvullende begripsomschrijving Artikel 1
II Omschrijving van de dekking
Omvang van de dekking Artikel 2
Aanvullende uitsluitingen Artikel 3
Samenloop Artikel 4
III Schade
Verplichtingen bij verwezenlijking van schade Artikel 5 Saneringsbepalingen Artikel 6
Schaderegeling Artikel 7
IV Premie
Premie Artikel 8
V Overige bepalingen
Risicowijziging Artikel 9
Risico-inspectie Artikel 10
Einde van de verzekering Artikel 11
Verweersbijstand Artikel 12
I ALGEMEEN
ARTIKEL 1 Aanvullende begripsomschrijvingen
In deze Bijzondere Voorwaarden verstaan wij onder:
1. Bereddings- en opruimingskosten
Kosten verbonden aan maatregelen, die tijdens de looptijd van de verzekering door of vanwege verzekerde worden getroffen en redelijkerwijs geboden zijn om het onmiddellijk dreigend gevaar van verontreiniging af te wenden, de verontreiniging of de gevolgen daarvan te beperken, en de kosten verbonden aan het wegnemen, afvoeren en vernietigen van in dat kader ingezamelde, opgevangen of afgezonderde verontreinigde stoffen en voorwerpen.
2. Derde
Ieder ander dan verzekerde.
3. Emissie
Het onvoorzien vrijkomen van gassen, vloeistoffen en/of fijn verdeelde vaste stoffen.
4. Locatie van derden
Een locatie waarvan een derde belang heeft bij het behoud daarvan uit hoofde van eigendom of een ander zakelijk recht, dan wel voor het behoud daarvan risico draagt.
5. Looptijd van de verzekering
De periode vanaf de aanvang tot aan het einde van de verzekering.
6. Merkelijke schuld
Een ernstige mate van schuld. Hieronder verstaan wij onder meer een gedraging die, of een nalaten dat, in negatieve zin afwijkt van wat een redelijk denkend of handelend (rechts)persoon in soortgelijke omstandigheden zou doen.
7. Sanering
Het ongedaan maken van een verontreiniging.
8. Verkoopwaarde
Het bedrag dat bij verkoop in het normale verkeer en uitgaande van dezelfde bestemming van het gebouw verkregen zou kunnen worden, exclusief de waarde van de grond.
9. Verontreiniging
a. De aanwezigheid van een stof in of op de bodem of het oppervlaktewater in een zodanige concentratie dat de toepasselijke overheidsnormen (streefwaarde of een overeenkomstige waarde) die gelden op het moment dat de aanwezigheid van de stof zich manifesteert, worden overschreden.
b. De aanwezigheid van asbest in een zodanige concentratie dat de toepasselijke overheidsnormen die gelden op het moment dat de aanwezigheid van asbest zich manifesteert, worden overschreden.
10. Verzekerde
a. U;
b. de in de polis als verzekerde(n) genoemde natuurlijke of rechtsperso(o)n(en) voor zover hij/zij belang heeft/hebben bij het behoud van de verzekerde locatie uit hoofde van eigendom of een ander zakelijk recht of voor het behoud daarvan het risico draagt.
11. Verzekerde locatie
a. Het/de in de polis vermelde risicoadres(sen);
b. de werklocatie.
12. Werklocatie/Werkzaamheden bij derden
De locatie van derden, gelegen binnen Nederland, waar u of iemand namens u werkzaamheden verricht binnen de in de polis vermelde bedrijfsactiviteit.
13. Zaakschade
Beschadiging, waaronder ook begrepen wordt vervuiling, vernietiging of vermissing van zaken.
II OMSCHRIJVING VAN DE DEKKING
ARTIKEL 2 Omvang van de dekking
1. Omschrijving van de dekking
In geval van verontreiniging zijn verzekerd:
– kosten van sanering van de verzekerde locatie en de locatie van derden;
– schade en kosten die het gevolg zijn van de sanering;
– zaakschade die het gevolg is van de verontreiniging.
– Een en ander als en voorzover de verontreiniging het gevolg is van een emissie die zich voordoet tijdens de looptijd van de verzekering en de verwezenlijking van deze emissie zijn oorsprong vindt op de verzekerde locatie.
a. Eigen gebrek
De onder 2.1 omschreven dekking is ook van kracht als de emissie het gevolg is van een eigen gebrek van opstallen en roerende zaken op de verzekerde locatie voorzover het eigen gebrek is veroorzaakt door of bestaat uit fouten in ontwerp, constructie, uitvoering of materiaalkeuze.
De dekking voor de gevolgen van een eigen gebrek geldt slechts als er voldaan is aan de in de polis vermelde onderhoudsverplichtingen.
Ten aanzien van installaties, machines en leidingen geldt deze dekking bovendien uitsluitend als de verontreiniging zich manifesteert binnen een termijn van tien jaar, gerekend vanaf de datum waarop de installaties, machines en leidingen nieuw zijn (op)geleverd, of vanaf de datum waarop de delen waarin het eigen gebrek is gelegen, zijn vernieuwd en (op)geleverd.
b. Werkzaamheden bij derden
In geval van werkzaamheden bij derden geldt de onder 2.1 omschreven dekking alleen als de verontreiniging het gevolg is van een emissie veroorzaakt door de uitvoering van bovengenoemde werkzaamheden en zich manifesteert binnen vijf jaar na afloop hiervan.
c. Herbouw van opstallen
In het geval het voor de uitvoering van de sanering noodzakelijk is om opstallen of een gedeelte daarvan af te breken en te herbouwen, dan worden de herbouwkosten vergoed tot maximaal de verkoopwaarde van de opstallen vóór de uitvoering van de sanering.
2. Meeverzekerde kosten
Binnen de grenzen van het verzekerd bedrag zijn meeverzekerd:
a. expertisekosten;
b. bereddings- en opruimingskosten.
3. Verzekerd bedrag
a. Begrenzing naar bedrag
Per emissie of reeks van emissies die met elkaar samenhangen of uit elkaar voortvloeien wordt niet meer vergoed dan het in de polis vermelde verzekerd bedrag.
b. Verdeling verzekerd bedrag
Als het verzekerd bedrag niet toereikend is om alle schade en kosten, die het gevolg zijn van de sanering of de verontreiniging, te vergoeden, wordt het verzekerd bedrag in de verhouding 50/50 verdeeld over de verzekerde locatie en de locatie van derden.
Als het aldus verkregen verzekerd bedrag voor één van de locaties niet toereikend is en het voor de andere locatie beschikbare verzekerd bedrag nog niet (geheel) is aangewend, komt (het restant van) dat deel van het verzekerd bedrag ten goede aan de locatie waarvoor het verzekerd bedrag te kort schiet.
c. Dekking boven het verzekerd bedrag
Boven het verzekerd bedrag is meeverzekerd de wettelijke rente over de door ons verschuldigde vergoeding. Deze is opeisbaar vanaf vier weken nadat wij alle noodzakelijke gegevens hebben ontvangen op basis waarvan de verschuldigdheid van de vergoeding kan worden vastgesteld.
4. Derdenbeding
Deze verzekering geschiedt mede ten behoeve van derden. Voor derden ontstaan aanspraken op vergoeding onder de polis pas door een daartoe strekkende schriftelijke verklaring, door u tegenover ons afgelegd.
5. Dekking na het einde van de verzekering
Na het einde van de verzekering blijft de dekking uitsluitend van kracht voor verontreiniging en zaakschade die zich manifesteren binnen een periode van één jaar na dat einde, maar waarvan de oorzaak is gelegen binnen de looptijd van de verzekering.
III UITSLUITINGEN
ARTIKEL 3 Aanvullende uitsluitingen
Naast de uitsluitingen in de Algemene Voorwaarden gelden de volgende bepalingen.
1. Aardbeving/Overstroming
Wij vergoeden geen schade en kosten als gevolg van een verontreiniging veroorzaakt door, optredende bij of voortvloeiende uit:
a. aardbeving of vulkanische uitbarsting.
b. overstroming waaronder te verstaan het bezwijken of overlopen van dijken, kaden, sluizen of andere waterkeringen.
2. Merkelijke schuld
Wij verlenen geen dekking voor schade en kosten die het gevolg zijn van opzet, al dan niet bewuste roekeloosheid of al dan niet bewuste merkelijke schuld van een verzekerde. Met opzet, al dan niet bewuste roekeloosheid of al dan niet bewuste merkelijke schuld van een verzekerde stellen wij gelijk: de opzet, de al dan niet bewuste roekeloosheid of de al dan niet bewuste merkelijke schuld van de (rechts)persoon die in opdracht of met goedvinden van een verzekerde de algehele feitelijke leiding over het bedrijf of een deel van het bedrijf van die verzekerde heeft en in die hoedanigheid schade veroorzaakt.
3. Genetische schade
Niet gedekt zijn schade en kosten als gevolg van genetische modificatie.
4. Milieuzorg
De verzekering biedt geen dekking voor schade en kosten ontstaan bij of als gevolg van handelingen of gedragingen waarbij de verzekerde onvoldoende milieuzorg heeft betracht. Deze uitsluiting geldt evenwel niet als en voor zover verzekerde aantoont dat de schade en/of kosten ook zou(den) zijn ontstaan als hij wel voldoende milieuzorg zou hebben betracht.
Een verzekerde wordt in ieder geval geacht onvoldoende milieuzorg te betrachten als hij in strijd handelt met de milieuvergunning of een voor het bedrijf geldende AMvB, of als hij, in geval van werkzaamheden bij derden, niet werkt op basis van de toepasselijke proces- en productcertificatie op grond van de Wet Milieubeheer. Als de bedoelde verzekerde een rechtspersoon is, wordt voor de toepassing van deze uitsluiting onder verzekerde verstaan een lid van de directie of bedrijfsleiding alsmede enige functionaris in dienst van verzekerde die door een lid van de directie is belast met de verantwoordelijkheid voor de naleving van eerder genoemde voorschriften.
5. Verhuurder en (mede)huurder(s)
Niet gedekt zijn de schade en kosten veroorzaakt door of voortvloeiende uit de activiteiten van de verhuurder en (mede)huurder(s) van de verzekerde locatie, behalve als uitdrukkelijk anders is overeengekomen.
De uitsluiting voor de verhuurder geldt niet als u tevens de verhuurder bent.
6. Ondergrondse tanks
Niet gedekt zijn de schade en kosten die veroorzaakt zijn door of samenhangen met de ondergrondse opslag van stoffen in tanks.
7. Motorrijtuigen
In geval van werkzaamheden bij derden, zoals omschreven in artikel 1.12, zijn van de dekking uitgesloten de schade en kosten, die worden toegebracht met of door een motorrijtuig dat:
- een verzekerde bezit, houdt, bestuurt of gebruikt;
- een verzekerde als werkgever doet of laat gebruiken;
- een niet-ondergeschikte gebruikt in het kader van de uitoefening van uw bedrijf.
Uitzonderingen
Wel gedekt zijn:
a. Aanhangwagens
Schade veroorzaakt met of door een aanhangwagen die, na van een motorrijtuig te zijn losgemaakt of losgeraakt, veilig buiten het verkeer tot stilstand is gekomen.
b. Laden/lossen
Schade veroorzaakt door lading, bij het laden of lossen van motorrijtuigen.
c. Lading
Schade toegebracht door lading die zich bevindt op dan wel valt of is gevallen van een motorrijtuig.
8. Vaar- of vliegtuigen
In geval van werkzaamheden bij derden, zoals omschreven in artikel 1.12, zijn van de dekking uitgesloten de schade en kosten, die worden toegebracht met of door een vaar- of vliegtuig, dan wel door werkzaamheden met of vanaf een vaar- of vliegtuig, dan wel veroorzaakt door een zaak die zich daarin/op bevindt, of daaruit of daarvan is gevallen of losgeraakt.
IV SCHADE
ARTIKEL 4 Samenloop
De schadevergoeding die op grond van deze verzekering voor onze rekening komt, wordt door ons voldaan. Ook in die gevallen, dat wij ons kunnen beroepen op wettelijke bepalingen die leiden tot vermindering van de uitkering wegens elders lopende verzekeringen.
Verzekerde is echter verplicht zijn rechten ten opzichte van de andere verzekeraars tot het beloop van die vermindering desgevraagd aan ons over te dragen.
ARTIKEL 5 Verplichting bij verwezenlijking van schade
Een spoedige en voor alle betrokken partijen bevredigende uitvoering van onze verplichtingen is voor een belangrijk deel afhankelijk van medewerking van u en/of de verzekerde. De na een schadegeval door ons te verlangen medewerking is neergelegd in de navolgende verplichtingen.
1. Aanmelding
Verzekerde is verplicht ons onmiddellijk kennis te geven van elke emissie die zich op de verzekerde locatie manifesteert.
2. Overige verplichtingen
Verzekerde is verplicht:
a. ons zo spoedig mogelijk alle van belang zijnde gegevens en bescheiden te verstrekken;
b. alle aanwijzingen van of namens ons op te volgen en overigens alle medewerking te verlenen en inlichtingen te verschaffen, die voor de beoordeling van de door de verontreiniging ontstane situatie van belang zouden kunnen zijn;
c. alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd om verdere verontreiniging te voorkomen of te beperken.
3. Verlies van dekking
Alle aanspraken op vergoeding onder deze polis vervallen, als de verzekerde, die aanspraak op vergoeding onder de polis maakt:
a. opzettelijk onjuiste gegevens verstrekt;
b. enige uit deze verzekeringsovereenkomst voortvloeiende verplichting niet of niet tijdig is nagekomen en daardoor onze belangen zijn geschaad;
c. binnen één jaar over een aanspraak op vergoeding tegen de schriftelijke mededeling van ons dat dekking geheel of gedeeltelijk ontbreekt, geen rechtsvordering heeft ingesteld.
4. Derden
Het bepaalde in 5.2 en 5.3 geldt ook voor de derde die aanspraak op de dekking maakt.
ARTIKEL 6 Saneringsbepalingen
1. Regeling van sanering
Verzekerde belast zich met de voorbereiding en regeling van de sanering en houdt zich daarbij aan onze aanwijzingen. Voordat tot sanering wordt overgegaan, moet het saneringsplan hiertoe door ons goedgekeurd zijn.
2. Opdracht tot sanering
De opdracht tot sanering moet door verzekerde binnen een door ons schriftelijk aangegeven termijn worden gegeven. Als verzekerde nalaat deze opdracht binnen de gestelde termijn te geven, verliest verzekerde het recht op vergoeding van saneringskosten en de meeverzekerde kosten. Bovendien hebben wij het recht de polis op te zeggen.
3. Derden
Het bepaalde in dit artikel 6 geldt ook voor de derde die aanspraak op de dekking maakt.
ARTIKEL 7 Schaderegeling
1. Schaderegeling
De omvang van de schade en de hoogte van de kosten worden vastgesteld:
a. ofwel in onderling overleg;
b. ofwel, bij onderling goedvinden, door één expert;
c. ofwel, als partijen dat xxxxxx, door twee ter zake deskundige experts, waarvan er één wordt benoemd door de verzekerde en één door ons. In laatst genoemd geval moeten de experts, voordat ze met hun werkzaamheden beginnen, een derde expert benoemen. Als de eerste twee experts niet tot overeenstemming kunnen komen, stelt de derde de schade vast. Hij blijft daarbij binnen de grenzen van de beide eerdere schadevaststellingen. Zijn vaststelling is bindend, zowel voor de verzekerde als voor ons. Alle experts zullen zich bij de schadevaststelling baseren op dezelfde rapporten bodemonderzoek/saneringsplan, voorzover deze voldoen aan de geldende kwaliteitsnormen. Als wij meewerken aan de vaststelling van de schade, betekent dat niet automatisch dat wij de schade zullen vergoeden.
2. Expertisekosten
Hieronder wordt verstaan het salaris van alle experts, die met de schadevaststelling zijn belast. Wij vergoeden de expertisekosten van de door verzekerde benoemde expert tot maximaal het bedrag van de door ons benoemde expert.
Module bedrijfsrechtsbijstand Pagina 30 van 31
V PREMIE
ARTIKEL 8 Premie
1. Naverrekening
De premie is gebaseerd op variabele factoren. Wij kunnen van u verlangen om periodiek gegevens te verschaffen om de juiste premie te kunnen berekenen. Als u niet binnen de gestelde termijn voldoet aan een verzoek daartoe, hebben wij het recht om de geldende premie te verhogen met vijftig procent of zoveel meer als ons toekomt op grond van de ons bekende gegevens.
2. Terugbetaling van premie
Bij tussentijdse beëindiging van de verzekering verminderen wij de premie als en voor zover dit billijk is. Wij betalen geen premie terug als er sprake is van opzet van de verzekerden om ons te misleiden.
V OVERIGE BEPALINGEN
ARTIKEL 9 Risicowijziging
1. Wijziging van het risico
Zodra de aard van de in de polis vermelde activiteiten een zodanige wijziging ondergaat, dat het verzekerde risico daardoor wordt verzwaard, bent u verplicht hiervan direct aan ons schriftelijk kennis te geven.
2. Voorstel van ons
Na kennisgeving hebben wij het recht voor te stellen de verzekering op gewijzigde premie en/of voorwaarden voort te zetten dan wel, als dit naar ons oordeel niet mogelijk is, deze per aangetekende brief op te zeggen met inachtneming van een termijn van dertig dagen. In dat geval restitueren wij de premie over de nog resterende looptijd van de verzekering.
3. Aanvaarding/afwijzing voorstel
Doen wij een voorstel tot voortzetting van de verzekering, dan heeft u het recht binnen een termijn van dertig dagen het voorstel al dan niet te aanvaarden.
Als u het voorstel binnen deze termijn aanvaardt, wordt over aanspraken op vergoeding onder de polis die door ons na de ontvangst van de kennisgeving tot risicowijziging en tijdens de contractduur van de verzekering zijn ontvangen, dekking verleend op basis van de nieuwe overeengekomen voorwaarden.
Als u het voorstel afwijst of daarop binnen deze termijn niet antwoordt, wordt over aanspraken op vergoeding onder de polis die door ons daarna gedurende de contractduur van de verzekering zijn ontvangen, dekking verleend op basis van de reeds geldende voorwaarden, als en voor zover verzekerde aantoont dat de geleden schade op geen enkele wijze verband houdt met de bedoelde wijziging van het risico. Hebben wij ons het recht voorbehouden de verzekering alsnog op te zeggen als u ons voorstel afwijst of daarop binnen de gestelde termijn niet antwoordt, dan eindigt de dekking dertig dagen nadat wij het bericht van opzegging per aangetekende brief hebben verzonden.
4. Achterwege blijven kennisgeving van risicowijziging
Blijft een kennisgeving als bedoeld in artikel 9.1 achterwege, dan vervalt elke aanspraak op vergoeding onder de polis, behalve als verzekerde aantoont dat de geleden schade op geen enkele wijze verband houdt met deze wijziging.
Zodra wij alsnog met de wijziging van het risico bekend worden, hebben wij het recht de verzekering met onmiddellijke ingang op te zeggen. In dat geval restitueren wij premie over de nog resterende looptijd van de verzekering.
ARTIKEL 10 Risico-inspectie
1. Inspectierecht
Wij hebben het recht om de verzekerde locatie(s) op ieder moment te (laten) inspecteren. Verzekerde is verplicht hierbij alle medewerking te verlenen die in het kader van een beoordeling van het verzekerde risico redelijkerwijs is geboden.
2. Verplichte maatregelen
Wij kunnen verzekerde naar aanleiding van de inspectie verplichten binnen een bepaalde termijn maatregelen te treffen, die wij met het oog op de dekking van het verzekerde risico nodig vinden.
ARTIKEL 11 Einde van de verzekering
In aanvulling op het artikel Einde van een verzekering in de Algemene Voorwaarden gelden de volgende bepalingen.
De verzekering eindigt:
1. bij beëindiging van uw activiteiten of zodra het verzekerd belang door verkoop of op andere wijze is overgegaan;
2. als verzekerde de opdracht tot sanering niet binnen de gestelde termijn heeft gegeven en wij de polis schriftelijk opzeggen;
3. als verzekerde de in artikel 10.1 omschreven medewerking niet verleent binnen veertien dagen nadat hij daartoe per aangetekende brief is aangemaand, of als verzekerde de in artikel 10.2 bedoelde maatregelen niet heeft getroffen binnen de door ons gestelde termijn. In dat geval restitueren wij de premie over de nog resterende looptijd van de verzekering.
ARTIKEL 12 Verweerbijstand
1. Omschrijving van de dekking
Verzekerd is:
a. het verlenen van verweersbijstand, zoals omschreven in artikel 12.2;
b. het vergoeden van kosten van verweersbijstand, zoals omschreven in artikel 12.6.
2. Verlenen van Verweersbijstand
Verweersbijstand wordt verleend:
a. bij het voeren van verweer tegen vorderingen van derden over aansprakelijkheid van verzekerde voor door derden geleden schade,
b. over geschillen met de overheid over de sanering van de verzekerde locatie, een en ander als en voorzover:
1. de door derden geleden schade of de sanering van de verzekerde locatie betrekking hebben op een verontreiniging die het gevolg is van een emissie die zich voordoet tijdens de looptijd van de verzekering en de verwezenlijking van deze emissie zijn oorsprong vindt op de verzekerde locatie;
2. binnen één jaar na het zich manifesteren van de verontreiniging een beroep op dekking onder dit artikel is gedaan;
3. op de vordering van de derde als hierna onder 4 van dit artikellid genoemd, Nederlands recht van toepassing is;
4. de vordering ingesteld wordt door een derde, aan wie in verband met het bepaalde in artikel 2.3.b over het verzekerde bedrag, niet de volledige schade is vergoed, of de vordering wordt ingesteld door een derde die ondanks een schriftelijke verklaring van u als bedoeld in artikel 2.4 over het derdenbeding, geen aanspraak op vergoeding wenst te maken en zijn vordering jegens verzekerde op aansprakelijkheid baseert;
5. de gevorderde schade meer bedraagt dan het door verzekerde gekozen toepasselijk eigen risico.
3. Duur van Verweersbijstand
Wij zullen verweersbijstand blijven verlenen voor zover naar onze mening er een redelijke kans bestaat dat het beoogde resultaat bereikt wordt.
Als succes in redelijkheid niet te verwachten is, zullen wij dit gemotiveerd meedelen aan de verzekerde.
4. Behandeling van aangemelde zaken
Wij behandelen de aangemelde zaken in principe zelf. Wij zullen altijd, voor zover mogelijk, in eerste instantie een regeling in der minne nastreven.
5. Bijstand bij procedures in rechte
Wanneer een procedure in rechte gevoerd moet worden, zullen wij voor zover mogelijk, zelf de bijstand verlenen.
6. Vergoeding van kosten
a. Vergoeding per emissie
Over de in artikel 12.2 genoemde vorderingen en geschillen en onder de voorwaarden in dat artikel genoemd, vergoeden wij tot maximaal het hiervoor in de polis genoemde verzekerde bedrag, per emissie:
1. de honoraria en de verschotten van de door ons ingeschakelde advocaat, procureur, deurwaarder, andere deskundige en expert;
2. de proces- en gerechtskosten, de kosten van arbitrage of de kosten van bindend advies. Hieronder zijn niet begrepen dwangsommen, afkoopsommen, boetes en andere bij wijze van straf opgelegde maatregelen;
3. de kosten van getuigen in een gerechtelijke en administratieve procedure;
4. de kosten van de tegenpartij, voor zover zij op grond van een rechterlijke uitspraak, arbitraal vonnis of bindend advies voor rekening van de verzekerde komen.
b. Betaling aan belanghebbenden
Wij hebben het recht de kosten van verweersbijstand rechtstreeks aan belanghebbende te betalen.
c. Door tegenpartij te vergoeden kosten
Als bij een proces, arbitrage of bindend advies de tegenpartij tot vergoeding in de kosten wordt veroordeeld, komt het bedrag van die kosten, voor zover zij voor onze rekening zijn, ten gunste van ons.
d. BTW-verrekening
Als de verzekerde de BTW kan verrekenen met de door hem verschuldigde BTW-afdrachten, komt die BTW-toeslag niet voor vergoeding in aanmerking.
e. Verhaal van kosten
Als de verzekerde op grond van een wettelijke of contractuele bepaling de kosten van verweersbijstand geheel of gedeeltelijk vergoed kan krijgen, komen die kosten niet in aanmerking voor vergoeding op grond van dit artikel. Wij zullen de verzekerde, ter compensatie van de door ons voorgeschoten kosten, bijstand verlenen bij het terugvragen of verhalen van die kosten.