ADDENDUM (dd. 07/2017)
ADDENDUM (dd. 07/2017)
aan
- de algemene voorwaarden van de pensioentoezegging met ref. 6128 (inclusief addendum dd. 12/2013);
- de algemene en bijzondere voorwaarden van de pensioentoezegging met ref. 6102 (inclusief addendum dd. 12/2013);
- de algemene voorwaarden met ref. 6116;
- de algemene voorwaarden met ref. 5.027 N (inclusief addendum dd. 12/2013).
Dit addendum bevat een aantal wijzigingen in gevolge de Wet van 15 mei 2014 houdende diverse bepalingen (Belgisch Staatsblad 19.06.2014) en de Wet van 18 december 2015 tot waarborging van de duurzaamheid en het sociale karakter van de aanvullende pensioenen en tot versterking van het aanvullende karakter ten opzichte van de rustpensioenen (Belgisch Staatsblad van 24.12.2015) aan de bovengenoemde algemene/bijzondere voorwaarden (inclusief addendum dd. 12/2013) van Vivium en maakt hiervan integraal deel uit.
Onderstaande wijzigingen zijn op de wettelijke ingangsdatum in voege getreden.
Bepalingen in de bijzondere voorwaarden, die een afwijking stipuleren op de algemene voorwaarden, blijven van toepassing voor zover ze niet in strijd zijn met de van kracht zijnde wettelijke bepalingen.
Voor wat de algemene voorwaarden met ref. 6116 betreft, zijn enkel volgende punten van dit addendum van toepassing: Punt 1. Definities
Punt 3. Verdaging van de einddatum
Punt 5. Betaling van de prestaties bij leven Punt 6. Betaling van de prestaties bij overlijden Punt 7. Opnameplicht en opnamerecht
Punt 10. Kennisgevingen
Inhoudsopgave van dit addendum
1. Definities
2. Begin en einde van de aansluiting
3. Verdaging van de einddatum
4. Verschuldigdheid en betaling van de premies en de taksen
5. Betaling van de prestaties bij leven
6. Betaling van de prestaties bij overlijden
7. Opnameplicht en opnamerecht
8. Uittreding
9. Communicatie
10. Kennisgevingen
11. Nietigheid van bepalingen zoals bedoeld in artikel 27, § 4, van de WAP (gunstige vervroegingsmaatregelen)
12. Gepensioneerde werknemers
VIVIUM is een merk van P&V Verzekeringen CVBA Verzekeringsonderneming toegelaten onder code 0058 BTW BE 0402 236 531 - RPR Brussel
Maatschappelijke Zetel
Xxxxxxxxxxxxx 000 - 0000 Xxxxxxx
TEL x00 (0)0 000 00 00
Zetel Antwerpen
Desguinlei 92 - 2018 Antwerpen
TEL x00 (0)0 000 00 00
1. Definities
Volgende definities worden gewijzigd of toegevoegd:
Aangeslotene:
In deze definitie wijzigt de omschrijving van een passieve aangeslotene als volgt:
De passieve aangeslotene is:
• de gewezen werknemer die nog steeds actuele of uitgestelde rechten geniet indien hij bij zijn uittreding gekozen heeft om zijn verworven reserves bij de pensioeninstelling te laten:
o zonder wijziging van de pensioentoezegging;
o met als enige wijziging een overlijdensdekking die overeenstemt met het bedrag van de verworven reserves.
• de werknemer wiens aansluiting beëindigd werd vanwege het feit dat hij niet langer de aansluitingsvoorwaarden van de pensioentoezegging vervulde zonder dat dit samenviel met de beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst.
Inrichter:
• De werkgever die een pensioentoezegging doet.
• De rechtspersoon die een pensioentoezegging invoert en aan de volgende cumulatieve voorwaarden voldoet:
1. als hij optreedt voor meerdere paritaire comités en/of paritaire subcomités, dan heeft hij als uitsluitend doel de opbouw van aanvullende pensioenen;
2. hij is paritair samengesteld en;
3. hij is aangeduid via een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in een paritair comité of subcomité, opgericht volgens hoofdstuk III van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités.
Pensioenreglement:
De volgende alinea wordt aan de bestaande definitie toegevoegd:
De tekst van het pensioenreglement wordt op eenvoudig verzoek aan de aangeslotene verstrekt door de inrichter. Het benefit statement vermeldt de hiertoe door de inrichter aangeduide contactpersoon.
Pensioenleeftijd:
De einddatum die in het pensioenreglement of de pensioenovereenkomst wordt vermeld. Voor de onthaalstructuur is dit de einddatum van de verbonden pensioentoezegging.
Voor werknemers die in dienst treden vanaf 01/01/2019, is de pensioenleeftijd (einddatum) gelijk aan de in voege zijnde wettelijke pensioenleeftijd tenzij de reglementair voorziene pensioenleeftijd (einddatum) hoger is dan de wettelijke pensioenleeftijd.
Wettelijke pensioenleeftijd:
Dit is de pensioenleeftijd conform de toepasselijke wetgeving ter zake.
(Vervroegde) Pensionering:
De effectieve (vervroegde) ingang van het rustpensioen met betrekking tot de beroepsactiviteit die aanleiding gaf tot de opbouw van prestaties.
vzw Sigedis:
De vereniging zonder winstoogmerk “Sociale individuele Gegevens - Données individuelles Sociales” die, conform de toepasselijke wetgeving belast is met het beheer van de informatiesystemen en de ondersteunende opdrachten voor het bijhouden van loopbaangegevens.
DB2P:
Databank 2de Pijler, de gegevensbank betreffende de aanvullende pensioenen opgericht door artikel 306 van de programmawet van 27 december 2006.
2. Begin en einde van de aansluiting
De inhoud van dit artikel blijft ongewijzigd, met uitzondering van volgende paragraaf:
De aansluiting wordt beëindigd op:
• de eerste van de maand samenvallend met of volgend op de dag waarop de aangeslotene niet langer aan de definitie van aangeslotene en/of aan de aansluitingsvoorwaarden voldoet en zijn verworven reserves de pensioentoezegging verlaten hebben;
• de eerste van de maand samenvallend met of volgend op de dag waarop de aangeslotene de dienst van de inrichter vóór de (vervroegde) pensionering verlaat en zijn verworven reserves de pensioentoezegging verlaten hebben;
• de eerste van de maand samenvallend met of volgend op de (vervroegde) pensionering;
• de datum van het overlijden van de aangeslotene vóór de (vervroegde) pensionering.
3. Verdaging van de einddatum
Deze tekst vervangt de tekst over “verdaging van de einddatum”.
Verdaging betekent dat op het moment dat de aangeslotene de einddatum bereikt, de einddatum telkens met één jaar (verdagingsjaar) uitgesteld wordt tot aan zijn pensionering.
• In de pensioentoezegging gebeurt de verdaging elk jaar volgens de tariefgrondslagen die op dat moment van toepassing zijn op verdagingen in de groepsverzekeringen. Zij worden toegepast op de reserves van de werkgeversbijdrageovereenkomst en de persoonlijke bijdrageovereenkomst en op de premie en blijven geldig gedurende het lopende verdagingsjaar.
Voor de actieve aangeslotene:
• worden de loonsverhogingen volgens de bepalingen van de pensioentoezegging in rekening gebracht.
• worden de aanspraken verder berekend volgens de bepalingen van de pensioentoezegging waarbij: o voor een pensioentoezegging van het type “Vaste prestaties”
- het aantal pensioenjaren van de aangeslotene in aanmerking wordt genomen, zolang dit het maximum aantal in de pensioentoezegging erkende pensioenjaren niet heeft bereikt.
o voor een pensioentoezegging van het type “Vaste bijdragen”
- de bijdragen gestort blijven gedurende het verdagingsjaar;
- de anciënniteit erkend wordt indien deze in aanmerking genomen wordt bij het bepalen van de vaste bijdragen.
o voor een pensioentoezegging van het type “Cash balance”
- de bedragen toegekend blijven gedurende het verdagingsjaar;
- de anciënniteit erkend wordt indien deze in aanmerking genomen wordt bij het bepalen van de bedragen.
o de overlijdenswaarborg verder berekend blijft volgens de regels die van kracht waren vóór het bereiken van de einddatum.
Voor de passieve aangeslotene:
• Voor een pensioentoezegging van het type “Vaste prestaties”
o zijn de prestaties waarop de aangeslotene recht heeft bij pensionering tenminste gelijk aan de prestaties waarop hij recht had op de einddatum overeenkomstig het pensioenreglement.
• voor een pensioentoezegging van het type “Vaste bijdragen”
o evolueren de gestorte bijdragen verder op basis van de tariefgrondslagen die op dat moment van toepassing zijn op verdagingen in de groepsverzekeringen.
• voor een pensioentoezegging van het type “Cash Balance”
o kapitaliseren de toegekende bedragen verder aan het door het pensioenreglement voorziene rendement.
• Voor de passieve aangeslotene die gekozen heeft zijn verworven reserves in de pensioentoezegging te laten met als enige wijziging een overlijdensdekking die overeenstemt met het bedrag van de verworven reserves wordt er rekening gehouden met deze overlijdensdekking.
• In de onthaalstructuur wordt de verdaging van de einddatum ook toegepast, in tegenstelling tot wat de algemene voorwaarden met ref. 6116 – art. 11 hierover bepalen. De verdaging gebeurt volgens de tariefgrondslagen die op het
moment van verdaging van toepassing zijn op de onthaalstructuur. Zij worden elk jaar toegepast op de reserves en blijven geldig gedurende het lopende verdagingsjaar.
Tijdens de periode van verdaging heeft de aangeslotene eenmalig het recht verworven pensioenreserves op te nemen terwijl hij aangesloten blijft aan de pensioentoezegging:
• op de wettelijke pensioenleeftijd, zonder opname van het wettelijk pensioen;
• als hij voldoet aan de voorwaarden om zijn vervroegd wettelijk pensioen op te nemen, zonder dat hij dit effectief doet;
• op de momenten voorzien in de overgangsbepalingen in de Wet Duurzaamheid van 18/12/2015, onderafdeling 2 – art. 22 en 23 voor zover hij voldoet aan de voorwaarden van die overgangsbepalingen en voor zover het pensioenreglement waartoe hij aangesloten is vóór 1 januari 2016 in voege was en in deze mogelijkheid voorzag.
Deze opname kan slecht één keer gebeuren tijdens de volledige verdagingsperiode. Na opname worden de aanspraken als volgt berekend:
• Voor een pensioentoezegging van het type “Vaste prestaties” / “Cash Balance”:
o De waarborg bij leven op de uitgestelde einddatum wordt verminderd met het bruto uitgekeerde kapitaal, gekapitaliseerd vanaf de datum van opname tot de nieuwe einddatum volgens
- voor “Vaste prestaties”: de tariefgrondslagen die gehanteerd worden bij de verdaging;
- voor “Cash Balance”: het door het pensioenreglement voorziene rendement.
o Vanaf het volgende verdagingsjaar wordt bij elke verdaging de waarborg bij leven voorzien op de uitgestelde einddatum verminderd met het eerder in mindering gebrachte bedrag gekapitaliseerd naar de nieuwe einddatum volgens de tariefgrondslagen/reglementair voorzien rendement, gehanteerd bij de verdaging.
• Voor de waarborg overlijden:
o Het kapitaal bij overlijden (of vestigingskapitaal van de overlevingsrente) wordt verminderd met het bruto uitgekeerde kapitaal.
o Als een aanvullend, minimum of basiskapitaal bij overlijden voorzien is, wordt dit verminderd met het bruto uitgekeerde kapitaal.
o Vanaf het volgende verdagingsjaar wordt bij elke verdaging het eerder in mindering gebrachte bedrag gekapitaliseerd naar de nieuwe einddatum volgens de tariefgrondslagen die gehanteerd worden bij de verdaging.
In geval van opname in een pensioentoezegging van het type “Vaste bijdragen” zal bij uitkering bij pensionering of bij overlijden rekening gehouden worden met het reeds uitgekeerde brutobedrag, gekapitaliseerd tot op datum van uitkering, volgens de tariefgrondslagen die gehanteerd worden bij de verdaging.
De hierboven beschreven “verdaging” is van toepassing op individuele pensioentoezeggingen vanaf de wettelijke pensioenleeftijd. Voor individuele pensioentoezeggingen met een einddatum kleiner dan de wettelijke pensioenleeftijd zal indien nodig bij het bereiken van de einddatum van de pensioenovereenkomst deze einddatum aangepast worden aan de wettelijke pensioenleeftijd, waarbij de tariefgrondslagen die op dat moment van toepassing zijn voor individuele pensioentoezeggingsverzekeringen zullen gelden.
4. Verschuldigdheid en betaling van de premies en de taksen
De inhoud van dit artikel blijft ongewijzigd, met uitzondering van volgende alinea:
Xxxxxxxxx en beëindiging van de verschuldigdheid van de premies:
• bij wijziging van de aanspraken, respectievelijk de berekeningselementen gaat de verschuldigdheid van de nieuwe premies in op de jaarlijkse aanpassingsdatum, respectievelijk de mutatiedatum;
• bij uittreding stopt de verschuldigdheid van de premies op de eerste van de maand samenvallend met of volgend op de uittreding;
• bij (vervroegde) pensionering stopt de verschuldigdheid van de premies op de eerste van de maand samenvallend met of volgend op de (vervroegde) pensionering;
• bij overlijden van de aangeslotene stopt de verschuldigdheid van de premies op het ogenblik bepaald in de bijzondere voorwaarden.
5. Betaling van de prestaties bij leven
In dit artikel worden volgende bepalingen gewijzigd:
De notie “einddatum” dient overal vervangen te worden door “(vervroegde) pensionering”.
De zin “Het pensioenkapitaal of de pensioenrente bij leven is betaalbaar op de einddatum”, dient gewijzigd te worden in “Het uit te keren kapitaal of de uit te keren rente bij leven worden berekend op datum van (vervroegde) pensionering”.
Volgende bepaling wordt toegevoegd:
Bij (vervroegde) pensionering of wanneer er andere prestaties verschuldigd zijn, licht de pensioeninstelling de begunstigde of zijn rechthebbenden in over de prestaties die verschuldigd zijn, over de mogelijke uitbetalingswijzen, met inbegrip van het recht op omzetting in een rente en over de noodzakelijke gegevens voor de uitbetaling.
6. Betaling van de prestaties bij overlijden
In dit artikel worden volgende bepalingen gewijzigd:
De notie “einddatum” dient overal vervangen te worden door “(vervroegde) pensionering”.
Volgende bepaling wordt toegevoegd:
Bij overlijden licht de pensioeninstelling de begunstigde of zijn rechthebbenden in over de prestaties die verschuldigd zijn, over de mogelijke uitbetalingswijzen, met inbegrip van het recht op omzetting in een rente en over de noodzakelijke gegevens voor de uitbetaling.
7. Opnameplicht en Opnamerecht
Deze tekst vervangt het artikel “Vervroegde vereffening”:
Opnameplicht:
De uitbetaling van het aanvullend pensioen is verbonden aan de effectieve opname van het (vervroegd) wettelijk pensioen. Op dat moment is de uitbetaling verplicht.
Opnamerecht:
Voor aangeslotenen die hun wettelijke pensioenleeftijd hebben bereikt of aan de voorwaarden voldoen om hun wettelijk pensioen vervroegd op te nemen maar hun wettelijk pensioen nog niet laten ingaan, is uitbetaling mogelijk.
Na opname worden de aanspraken als volgt berekend:
• Voor een pensioentoezegging van het type “Vaste prestaties” / “Cash Balance”:
o De waarborg bij leven op de einddatum wordt verminderd met het bruto uitgekeerde kapitaal, gekapitaliseerd vanaf de datum van opname tot de einddatum volgens
- voor “Vaste prestaties”: de van toepassing zijnde tariefgrondslagen;
- voor “Cash Balance”: het door het pensioenreglement voorziene rendement.
• Voor de waarborg overlijden:
o Het kapitaal bij overlijden (of vestigingskapitaal van de overlevingsrente) wordt verminderd met het bruto uitgekeerde kapitaal.
o Als een aanvullend, minimum of basiskapitaal bij overlijden voorzien is, wordt dit verminderd met het bruto uitgekeerde kapitaal.
o Vanaf de eerstvolgende jaarlijkse aanpassing wordt bij elke jaarlijkse aanpassing het eerder in mindering gebrachte bedrag gekapitaliseerd naar de eerstvolgende jaarlijkse aanpassingsdatum volgens de van toepassing zijnde tariefgrondslagen.
In geval van opname in een pensioentoezegging van het type “Vaste bijdragen” zal bij uitkering bij pensionering of bij overlijden rekening gehouden worden met het reeds uitgekeerde brutobedrag, gekapitaliseerd tot op datum van uitkering, volgens de van toepassing zijnde tariefgrondslagen.
Daarnaast hebben aangeslotenen die voldoen aan de overgangsbepalingen zoals voorzien in de Wet Duurzaamheid van 18/12/2015 in Onderafdeling 2 – Overgangsbepalingen artikels 22 en 23 eveneens de mogelijkheid hun aanvullend pensioen te laten uitbetalen voordat zij hun (vervroegd) wettelijk pensioen opnemen op voorwaarde dat het dienstverband met de inrichter is beëindigd of in geval van verdaging en voor zover het pensioenreglement waartoe zij aangesloten waren vóór 1 januari 2016 in voege was en de mogelijkheid van vervroegde vereffening voorzag.
De vervroegd uit te betalen prestaties worden bepaald door de theoretische afkoopwaarde van de werkgeversbijdrageovereenkomst en persoonlijke bijdrageovereenkomst. De theoretische afkoopwaarde wordt voor 100% aangewend in geval van vereffening in rente of kapitaal, voor zover de aangeslotene zijn voornemen tot vervroegde vereffening ten minste 6 maanden op voorhand aan de pensioeninstelling heeft meegedeeld.
8. Uittreding
Deze tekst vervangt het artikel “Uittreding”.
Uittreding is:
a) hetzij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, anders dan door overlijden of pensionering;
b) hetzij het einde van de aansluiting vanwege het feit dat de werknemer niet langer de aansluitingsvoorwaarden van de pensioentoezegging vervult, zonder dat dit samenvalt met de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, anders dan door overlijden of pensionering (“uittreding light”);
c) hetzij de overgang van een werknemer in het kader van een overgang van een onderneming of een vestiging, naar een andere onderneming of naar een andere vestiging, als gevolg van een conventionele overdracht of een fusie waarbij de pensioentoezegging van de werknemer niet wordt overgedragen.
Bij uittredingen bedoeld onder a) en c) gelden volgende bepalingen:
Bij uittreding van een aangeslotene is de inrichter ertoe gehouden uiterlijk binnen de 30 dagen de pensioeninstelling hiervan schriftelijk in kennis te stellen. De pensioeninstelling deelt uiterlijk binnen de 30 dagen na de hiervoor vermelde kennisgeving de volgende gegevens mee aan de inrichter door middel van de uittredingsbrief:
• het bedrag van de verworven reserves, zo nodig aangevuld tot de bedragen gewaarborgd door de van toepassing zijnde wetgeving;
• het bedrag van de verworven prestaties;
• de verschillende keuzemogelijkheden bij uittreding met vermelding of de overlijdensdekking al dan niet behouden blijft;
• indien zij berekend kunnen worden, het bedrag van de verworven prestaties indien de aangeslotene opteert voor de keuzemogelijkheid waarbij de verworven reserves in de pensioentoezegging blijven zonder een andere wijziging dan een overlijdensdekking die gelijk is aan de verworven reserves.
De inrichter stelt de aangeslotene onmiddellijk in kennis van de door de pensioeninstelling meegedeelde gegevens.
Bij uittreding worden de verworven reserves en prestaties berekend op basis van de wettelijke bepalingen en de elementen voor de berekening van de aanspraken die van toepassing zijn op de laatste jaarlijkse aanpassings- of mutatiedatum vóór de uittreding.
Op het ogenblik van de uittreding wordt geen enkele vergoeding of verlies van winstdeelname ten laste gelegd van de aangeslotene of van de verworven reserves afgetrokken.
Bij uittreding is de inrichter ertoe gehouden de eventuele tekorten van de verworven reserves aan te zuiveren evenals de tekorten ten opzichte van de garantie bedoeld in art. 24 van de WAP. De eventuele aanvulling zal door de inrichter in het financieringsfonds van deze pensioentoezegging gestort worden indien niet voldoende fondsen aanwezig zijn of indien de aanwezige fondsen andere verbintenissen van de inrichter dekken.
Pas van zodra de passieve aangeslotene de beslissing bekend maakt dat hij zijn verworven reserves wenst over te dragen, zal het op dat ogenblik geldende eventuele tekort ten opzichte van de gegarandeerde bedragen aangezuiverd worden op de werkgeversbijdrageovereenkomst.
De eventuele aanvulling zal om fiscale redenen steeds beschouwd worden als een werkgeversbijdrage.
Bij uittreding heeft de aangeslotene de volgende keuzemogelijkheden met betrekking tot de verworven reserves, zo nodig aangevuld tot de bedragen gewaarborgd door de van toepassing zijnde wetgeving:
1. In deze pensioentoezegging laten:
1.1 zonder enige wijziging. Deze mogelijkheid is niet voorzien voor de verworven reserves van de pensioentoezegging waarvoor naar aanleiding van een uittreding bedoeld onder b) gekozen werd voor een overlijdensdekking gelijk aan de verworven reserves.
1.2 zonder een andere wijziging van de pensioentoezegging dan een overlijdensdekking die overeenstemt met het bedrag van de verworven reserves. In dit geval worden de verworven prestaties herrekend in functie van de verworven reserves om rekening te houden met deze overlijdensdekking.
2. Overdragen:
2.1 naar de onthaalstructuur, gekoppeld aan dit pensioenreglement;
2.2 naar de pensioeninstelling van de nieuwe inrichter met wie hij een arbeidsovereenkomst heeft gesloten indien hij wordt aangesloten bij de pensioentoezegging van die inrichter;
2.3 naar een pensioeninstelling die de totale winst onder de aangeslotenen in verhouding tot hun reserves verdeelt en de kosten beperkt volgens de regels vastgesteld door de Koning.
Bepalingen in de bijzondere voorwaarden die bij uittreding verplicht (zonder keuzemogelijkheid voor de aangeslotene) voorzien in de overdracht van reserves van de pensioentoezegging van de ex-inrichter naar de pensioentoezegging van de nieuwe inrichter zijn niet meer van toepassing.
De aangeslotene moet zijn keuze binnen de 30 dagen na de kennisgeving door de inrichter schriftelijk meedelen aan de pensioeninstelling. Na ontvangst van de keuze van de aangeslotene voert de pensioeninstelling de keuze van de aangeslotene uit binnen de 30 dagen. Wanneer de aangeslotene deze termijn heeft laten verstrijken wordt hij
verondersteld te hebben gekozen voor de mogelijkheid om zijn verworven reserves in de pensioentoezegging van de ex- inrichter te laten zonder enige wijziging. Na het verstrijken van de termijn van 30 dagen kan de aangeslotene voor:
• de keuze 1.2 nog gedurende 11 maanden opteren;
• de keuze 2.1 – 2.2 – 2.3 nog te allen tijde opteren.
De overdrachten worden beperkt tot het gedeelte van de verworven reserves waarop geen voorschot of inpandgeving werd gedaan of dat niet werd toegewezen in het kader van de wedersamenstelling van een hypothecair krediet.
Bij keuze van de mogelijkheid 1.2 of 2.1 blijven de begunstigden zoals van toepassing in de pensioentoezegging vóór de uittreding behouden.
Indien er eventuele aanvaardende begunstigden en/of personen zijn aan wie de rechten op de pensioentoezegging werden overgedragen is er bij overdracht van de verworven reserves schriftelijke toestemming vereist van deze begunstigden en/of personen. In geval van beslag wordt geen overdracht toegestaan.
De in de pensioentoezegging met risicopremies gefinancierde tijdelijke overlijdensverzekeringen worden verdergezet tot de eerste van de maand samenvallend met of volgend op de dag dat de aangeslotene zijn keuze bij uittreding heeft bekend gemaakt en uiterlijk tot de 90ste dag na uittreding.
De aangeslotene heeft bij uittreding de mogelijkheid om door middel van vrijwillige persoonlijke stortingen de premiebetaling geheel of gedeeltelijk persoonlijk verder te zetten onder de vorm van een “persoonlijke overeenkomst”.
Dit is een individuele overeenkomst afgesloten door de aangeslotene en op basis van facultatieve premies conform de bepalingen in de algemene voorwaarden. Deze persoonlijke overeenkomst is niet in de pensioentoezegging van de inrichter inbegrepen. Indien de persoonlijke verderzetting of het behoud van de verworven reserves in de vorm van een premievrije verzekering volgens één van de hierboven bepaalde mogelijkheden leidt tot een verhoging van de
overlijdensverzekeringen, kan de pensioeninstelling medische formaliteiten vragen indien dit toegelaten wordt door de van toepassing zijnde wetgeving.
Bij uittredingen bedoeld onder b) gelden volgende bepalingen (“uittreding light”):
Bij “uittreding light” worden de bepalingen zoals hiervoor beschreven uitgesteld tot de beëindiging van de arbeidsovereenkomst anders dan door overlijden of pensionering.
In dit geval is de inrichter ertoe gehouden uiterlijk binnen de 30 dagen de pensioeninstelling schriftelijk in kennis te stellen van het niet langer voldoen van de aangeslotene aan de aansluitingsvoorwaarden.
De pensioeninstelling informeert de werknemer uiterlijk binnen de 30 dagen na de hiervoor vermelde kennisgeving over:
• de uittreding;
• het al dan niet behouden van de overlijdensdekking;
• zijn recht om zijn verworven reserves in de oude pensioentoezegging te laten: o zonder enige wijziging
of
o zonder een andere wijziging dan een overlijdensdekking die overeenstemt met het bedrag van de verworven reserves. In dit geval worden de verworven prestaties herrekend in functie van de verworven reserves om rekening te houden met deze overlijdensdekking. Bij deze keuze blijven de begunstigden zoals van toepassing in de pensioentoezegging vóór de uittreding behouden.
Wanneer de aangeslotene een termijn van 30 dagen heeft laten verstrijken na het versturen van deze informatie wordt hij verondersteld te hebben gekozen om zijn verworven reserves in de pensioentoezegging te laten zonder enige wijziging. Hij behoudt evenwel nog gedurende een bijkomende termijn van 11 maanden het recht te opteren voor bovenvermelde mogelijkheid.
De in de pensioentoezegging met risicopremies gefinancierde tijdelijke overlijdensverzekeringen worden verdergezet tot de eerste van de maand samenvallend met of volgend op de dag dat de aangeslotene zijn keuze bij “uittreding light” heeft bekend gemaakt en uiterlijk tot de 90ste dag na “uittreding light”.
De aangeslotene heeft bij uittreding de mogelijkheid om door middel van vrijwillige persoonlijke stortingen de premiebetaling geheel of gedeeltelijk persoonlijk verder te zetten onder de vorm van een “persoonlijke overeenkomst”.
Dit is een individuele overeenkomst afgesloten door de aangeslotene en op basis van facultatieve premies conform de bepalingen in de algemene voorwaarden. Deze persoonlijke overeenkomst is niet in de pensioentoezegging van de inrichter inbegrepen. Indien de persoonlijke verderzetting of het behoud van de verworven reserves in de vorm van een premievrije verzekering volgens één van de hierboven bepaalde mogelijkheden leidt tot een verhoging van de
overlijdensverzekeringen, kan de pensioeninstelling medische formaliteiten vragen indien dit toegelaten wordt door de van toepassing zijnde wetgeving.
Indien de “uittreding light” gevolgd wordt door de aansluiting aan een andere pensioentoezegging van de inrichter bij Vivium zijn volgende bepalingen van toepassing:
• Een overdracht van reserves van de oude pensioentoezegging naar de nieuwe pensioentoezegging is niet langer toegestaan. Eventuele bepalingen in de bijzondere voorwaarden die in een reserve-overdracht voorzien zijn niet meer van toepassing.
• Als de nieuwe pensioentoezegging van het type “vaste prestaties” is en de pensioenjaren worden in aanmerking genomen vanaf de datum van indiensttreding wordt de aanspraak bij leven in de nieuwe pensioentoezegging verminderd met de opgebouwde verworven prestaties, exclusief winstdeelname, in de oude pensioentoezegging tot op de datum van “uittreding light”. Er wordt hierbij geen rekening gehouden met de eventueel herrekende verworven prestaties naar aanleiding van de toepassing van hiervoor vermelde keuzemogelijkheid.
• Als de nieuwe pensioentoezegging van het type “vaste bijdragen” of “cash balance” is en de anciënniteit wordt berekend vanaf de datum van indiensttreding dan wordt er voor de bepaling van de anciënniteit in de nieuwe pensioentoezegging rekening gehouden met de anciënniteit binnen de oude pensioentoezegging.
• Als de nieuwe pensioentoezegging voorziet dat voor de bepaling van het risicokapitaal overlijden de opgebouwde reserves leven in mindering worden gebracht dan worden de verworven reserves, inclusief winstdeelname, opgebouwd in de oude pensioentoezegging op het moment van de ”uittreding light”, mee in aanmerking genomen voor de bepaling van het risicokapitaal overlijden van de nieuwe pensioentoezegging voor zover deze reserves in de oude pensioentoezegging, vóór eventuele toepassing van de hiervoor vermelde keuzemogelijkheid, aangewend werden in een verzekeringscombinatie “uitgesteld kapitaal met tegenverzekering van de reserves”.
• Bij het bepalen van de termijn van minimum 1 jaar aansluiting om het recht op de reserves opgebouwd door de werkgeversbijdragen te verwerven wordt er rekening gehouden met de datum van aansluiting in de oude pensioentoezegging.
9. Communicatie
Deze tekst vervangt de tekst van het artikel “communicatie”.
De pensioeninstelling bezorgt éénmaal per jaar aan de actieve aangeslotenen een benefit statement conform de wettelijke verplichtingen.
De passieve aangeslotene kan zijn pensioenfiche raadplegen bij DB2P (xxx.xxxxxxxxx.xx).
De pensioeninstelling stelt elk jaar een verslag op over het beheer van de pensioentoezegging zoals vereist door de van toepassing zijnde wetgeving en stelt dit verslag ter beschikking van de inrichter die het op eenvoudig verzoek meedeelt aan de aangeslotenen.
10.Kennisgevingen
De eerste alinea van dit artikel wordt aangevuld met volgende bepaling:
De pensioeninstelling wordt verplicht om bij het beheer van de pensioentoezegging rekening te houden met de gegevens aangeleverd door de vzw Sigedis.
11. Nietigheid van bepalingen zoals bedoeld in artikel 27, § 4, van de WAP (“Gunstige vervroegingsmaatregelen”)
Deze tekst betreft een nieuw artikel.
Artikel 27, § 4, van de WAP bepaalt dat bepalingen die als doel en/of als gevolg hebben dat zij:
• de gevolgen van een uittreding of de pensionering voor de wettelijke pensioenleeftijd op de omvang van de aanvullende pensioenprestaties opheffen of beperken;
• bijkomende voordelen toekennen omwille van de uittreding of de pensionering;
en die aldus leiden tot een verhoging van de verworven reserves en/of verworven prestaties of tot elk ander bijkomend voordeel omwille van de pensionering of de uittreding, absoluut nietig zijn.
Artikel 63/5 van de WAP stelt echter dat artikel 27, § 4, niet van toepassing is op de aangeslotenen die ten laatste op 31 december 2016 de leeftijd van 55 jaar bereikt hebben.
Bepalingen in de bijzondere voorwaarden die indruisen tegen de hierboven vermelde bepalingen worden dan ook van rechtswege als nietig beschouwd.
12. Gepensioneerde werknemers
De werknemer die gepensioneerd is en een beroepsactiviteit uitoefent geniet niet van de pensioentoezegging.
De bepaling uit de bijzondere voorwaarden die de aansluiting verderzet voor werknemers die met (vervroegd) wettelijk pensioen zijn gegaan en hun beroepsactiviteit bij de inrichter verderzetten, is niet meer van toepassing voor werknemers die na 01.01.2016 hun (vervroegd) pensioen hebben opgenomen.