BINDEND ADVIES
geschillencommissie voor de Fortis-schikkingsovereenkomst
p/a Tossens Goldman Gonne
IT Tower Xxxxxxxxxx 000/00, 0000 Xxxxxxx Xxxxxx Tel. x00 0 000 00 00 – Fax x00 0 000 00 00
BINDEND ADVIES
ex Artikelen 7:900 e.v. van het Nederlands Burgerlijk Wetboek
in overeenstemming met Artikel 4.3.5. van de Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
in het geschil tussen de heer
hierna genoemd: Claimant
en
Computershare Investor Services PLC
hierna genoemd: Computershare
tezamen genoemd: Partijen
De Geschillencommissie:
xxxxxxx Xxxxxxxxx Xxxx de xxxx Xxxx Xxxxx
de heer Xxxx-Xxxxxxxx Xxxxxxx
20 DECEMBER 2021
INHOUDSOPGAVE
I. INLEIDING 3
A. De Partijen 3
B. Samenstelling van de Geschillencommissie 3
C. DE HISTORISCHE CONTEXT EN DE ACHTERGROND VAN DE BINDENDADVIESPROCEDURE 3
C.1 De Gebeurtenissen 3
C.2 Het proces van bemiddeling 4
C.3 De Schikkingsovereenkomst en Eligible Shareholders 4
C.4 De Geschillencommissie 5
II. HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE BIJ DE GESCHILLENCOMMISSIE 5
III. SAMENVATTING VAN HET GESCHIL 7
IV. STANDPUNTEN VAN PARTIJEN 7
A. De correspondentie voorafgaande aan de procedure bij de Geschillencommissie 7
B. Standpunt van de Claimant 9
C. Standpunt van Computershare 13
V. BEVINDINGEN EN OVERWEGINGEN VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE 16
A. Ontvankelijkheid van het Verzoek tot Bindend Advies 16
B. Aangaande de door Computershare aanvaarde aandelen 16
C. Aangaande de niet in het Claimformulier opgegeven aandelen 17
VI. BESLISSING 22
I. INLEIDING
A. De Partijen
1. De Claimant is de heer België (de Claimant).
, wonende aan de ,
2. Computershare Investor Services PLC is een onderneming onder de wet- en regelgeving van het Verenigd Koninkrijk, kantoorhoudende per adres XX Xxx 00, Xxx Xxxxxxxxx, Xxxxxxxxxx Xxxx, Xxxxxxx XX00 0XX, Xxxxxxxx Xxxxxxxxxx (Computershare).
B. Samenstelling van de Geschillencommissie
3. De Geschillencommissie bestaat uit vijf leden1. Artikel 3.1 van haar Reglement2 schrijft voor: “Elk geschil dat aan de Geschillencommissie wordt voorgelegd zal worden beslecht door een combinatie van drie leden”.
4. Voor het onderhavige geschil bestaat deze combinatie uit de volgende leden: xxxxxxx Xxxxxxxxx Xxxx, de xxxx Xxxx Xxxxx en de heer Xxxx-Xxxxxxxx Xxxxxxx.
C. De historische context en de achtergrond van de bindendadviesprocedure
C.1 De Gebeurtenissen
5. In 2007 en 2008 hebben Fortis N.V. (na 30 april 2010, Ageas N.V.), een onderneming onder Nederlands recht en Fortis S.A./N.V. (na 30 april 2010, Ageas S.A./N.V.), een onderneming onder Belgisch recht (de Fortis Group of Ageas) bepaalde activiteiten ondernomen die volgens bepaalde aantijgingen, in strijd zouden zijn geweest met de Belgische en Nederlandse wet- en regelgeving (de Gebeurtenissen).
6. Als gevolg van deze aantijgingen werden zowel in Nederland als in België civielrechtelijke claims ingediend en gerechtelijke procedures gestart door onder anderen VEB3, SICAF4 en FortisEffect5 (alle in Nederland), en door Xxxxxxx0 en een groep van beleggers geadviseerd en gecoördineerd door Deminor (in België).
1 De Geschillencommissie bestaat uit de volgende leden: xxxxxxx Xxxxxxxxx Xxxx (vanaf 30 april 2021), de xxxx Xxxxxx Xxxxx (vanaf het begin), xxxxxxx Xxxxxxxxx Xxxxxxx (vanaf 30 april 2021), de xxxx Xxxx Xxxxx (vanaf het begin) en de heer Xxxx-Xxxxxxxx Xxxxxxx (vanaf het begin). De xxxx Xxxx Xxxx was ook lid van de Geschillencommissie (vanaf het begin tot 18 november 2020).
2 Het Reglement van de Geschillencommissie kan worden geraadpleegd op de website van FORsettlement: xxx.xxxxxxxxxxxxx.xxx.
3 Vereniging van Effectenbezitters, een vereniging naar Nederlands recht, met zetel in Den Haag, en ingeschreven in het handelsregister onder nummer 40408053 (VEB).
4 Stichting Investor Claims Against FORTIS, een stichting naar Nederlands recht, met zetel in Amsterdam, Nederland, en ingeschreven in het handelsregister onder nummer 50975625 (SICAF).
5 Stichting FortisEffect, een stichting naar Nederlands recht, met zetel in Utrecht, Nederland, en ingeschreven in het handelsregister onder nummer 30249138 (FortisEffect).
6 DRS Belgium CVBA, een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid naar Belgisch recht, met zetel in Brussel, België, en ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen onder nummer 0452.511 .928 (Deminor).
C.2 Het proces van bemiddeling
7. Op 8 oktober 2015 ging, op basis van een bemiddelingsovereenkomst, een bemiddelingsproces van start tussen de voornoemde eisers, Ageas en de Stichting FORsettlement7 (FORsettlement).
8. Uit dit bemiddelingsproces kwam voort dat Xxxxx xxxxxx was, zonder te erkennen dat zij bij enig foutief gedrag betrokken is of is geweest, of dat zij enige wet- of regelgeving heeft overtreden, of dat enige persoon die aandelen hield in de Fortis Group in 2007 of 2008 enige voor vergoeding in aanmerking komende schade zou hebben geleden, alle vorderingen te schikken die enige persoon die een of meerdere aandelen in de Fortis Group hield op enig moment tussen 28 februari 2007 c.o.b.8 en 14 oktober 2008 c.o.b. (de Eligible Shareholders), heeft gehad, heeft, of in de toekomst mocht hebben in verband met de Gebeurtenissen tegen Ageas, haar bestuurders en enige andere partijen.
C.3 De Schikkingsovereenkomst en Eligible Shareholders
9. Bovengenoemde uitkomst van de bemiddeling is op 13 april 2018 ingebed in een formele schikkingsovereenkomst tussen Ageas, VEB, SICAF, Deminor, FortisEffect en FORsettlement (de Schikkingsovereenkomst)9. Volgens de Schikkingsovereenkomst heeft iedere Eligible Shareholder aanspraak op een bepaalde vergoeding (een gedeelte van het Schikkingsbedrag), waarvan de toedeling onder toezicht staat van de Claimbehandelaar en de Geschillencommissie.
10. De Schikkingsovereenkomst is op 13 juli 2018 algemeen verbindend verklaard door het Gerechtshof Amsterdam. Vanaf dat moment heeft de Schikkingsovereenkomst op grond van artikel 7:908 lid 1 van het Nederlandse Burgerlijk Wetboek (het BW) tussen de partijen genoemd in de vorige paragraaf van dit bindend advies enerzijds en de Eligible Shareholders anderzijds de gevolgen van een vaststellingsovereenkomst waarbij ieder der Eligible Shareholders als partij geldt, uitgezonderd de Uitgesloten Personen alsmede de Eligible Shareholders die binnen de daartoe gestelde termijn een Opt-Out Notice hebben uitgebracht.
11. Volgens de Schikkingsovereenkomst heeft iedere Eligible Shareholder aanspraak op een bepaalde vergoeding (een gedeelte van het Schikkingsbedrag) te bepalen aan de hand van de Schikkingsovereenkomst en het Settlement Distribution Plan, waarvan de toedeling krachtens artikel 4.2.1 Schikkingsovereenkomst onder toezicht staat van FORsettlement.
12. FORsettlement heeft Computershare benoemd tot Claims Administrator. Zij heeft tot taak om de geldigheid van elke vordering die wordt opgegeven op een Claimformulier en het bedrag
7 Een stichting naar Nederlands recht, met zetel in Amsterdam, Nederland, en ingeschreven in het handelsregister onder nummer 65740599.
8 Volgens bijlage 1 bij de Schikkingsovereenkomst betekent "c.o.b.": het moment waarop de handel sluit op de aandelenbeurs van Amsterdam of Brussel, als relevant, op een gegeven datum.
9 Tenzij in dit Bindend Advies anders aangegeven, hebben termen met een hoofdletter in dit advies dezelfde betekenis als hoe dit termen in de Schikkingsovereenkomst gedefinieerd zijn.
dat aan een Eligible Shareholder toekomt in eerste instantie vast te stellen. Computershare handelt daarbij als onafhankelijk beoordelaar zoals bedoeld in artikel 7:907 lid 3 sub d Nederlands Burgerlijk Wetboek.
C.4 De Geschillencommissie
13. Artikel 4.3.5 van de Schikkingsovereenkomst bepaalt dat, indien een Eligible Shareholder het oneens is met de vaststelling van Computershare, deze Eligible Shareholder het geschil kan voorleggen aan de Geschillencommissie “ter definitieve beslechting in de vorm van een bindend advies naar Nederlands recht”.
14. Met het ondertekenen en indienen van het Claimformulier10 heeft de Claimant (opnieuw) ingestemd met de exclusieve bevoegdheid van de Geschillencommissie met betrekking tot de zaken als omschreven in artikelen 4.3.4 tot en met 4.3.8 van de Schikkingsovereenkomst, met inbegrip van geschillen tussen de Claimant en de Claims Administrator met betrekking tot de gerechtigdheid tot vergoeding (inclusief voor zover relevant als Active Claimant), alsmede de geldigheid en/of het bedrag van de vordering tot vergoeding zoals opgegeven in het Claimformulier, bij wege van bindend advies uit te brengen door de Geschillencommissie conform het Reglement van de Geschillencommissie (het Reglement). Het Reglement is openbaar11.
15. Het bindend advies dat de Geschillencommissie uitbrengt conform het bovenstaande is een specifieke vorm van geschillenbeslechting als voorzien in artikelen 7:900 en verder BW, waarbij de partijen bij een geschil een derde opdragen vast te stellen wat tussen hen rechtens geldt. Conform artikel 4.17 van het Reglement zal de Geschillencommissie beslissen in overeenstemming met Nederlands recht, met de bepalingen van de Schikkingsovereenkomst en het Reglement en, indien relevant, in overeenstemming met andere rechtsregels of toepasselijke handelsgebruiken, die de Geschillencommissie, gelet op de aard van het geschil, in aanmerking acht te komen.
II. HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE BIJ DE GESCHILLENCOMMISSIE
16. Op 8 september 2021 dient de Claimant een Verzoek tot Bindend Advies in bij de Geschillencommissie tegen de Kennisgeving van Afwijzing gedateerd 18 augustus 2021. Aan dit Xxxxxxx zijn een aantal bijlagen gehecht.
17. Op 10 september 2021 stuurt de Geschillencommissie het Verzoek van de Claimant en de op het Verzoek betrekking hebbende stukken door naar Computershare. Tevens nodigt de Geschillencommissie Computershare uit om uiterlijk 23 september 2021 haar verweer in te dienen, vergezeld van alle documenten, richtlijnen en feitelijke achtergrond die
10 Met Claimformulier wordt hier niet alleen bedoeld het formulier dat handmatig wordt ingevuld en per fysieke post aan Computershare wordt toegezonden, maar ook het formulier dat via de web-applicatie van Computershare wordt ingevuld en ingediend.
11 Het Reglement van de Geschillencommissie kan worden geraadpleegd op de website van FORsettlement: xxx.xxxxxxxxxxxxx.xxx.
Computershare relevant acht voor de beslissing van dit Xxxxxxx, waaronder kopieën van alle relevante documenten die Computershare bezit in de zaak van de Claimant.
18. Nadien op 10 september 2021 bevestigt de Geschillencommissie ontvangst van de e-mail van de Claimant van 8 september 2021 en de bijlagen.
19. Op 23 september 2021 vraagt Computershare om haar twee bijkomende werkdagen te verlenen voor de mededeling van haar standpunt zoals de Geschillencommissie met haar brief van 10 september 2021 had gevraagd.
20. Op 24 september 2021 bevestigt de Geschillencommissie dat aan Computershare een verlenging van de antwoordtermijn wordt toegestaan die verstrijkt op 27 september 2021.
21. Nadien op 24 september 2021 maakt Computershare aan de Geschillencommissie haar beoordeling over met een brief in het Engels en in het Nederlands, samen met een reeks stavingsstukken, en met de vraag aan de Claimant om dit geschil als opgelost te beschouwen.
22. Nadien op 24 september 2021 maakt de Geschillencommissie de brief van Computershare van eerder die dag over aan de Claimant met de vraag aan hem of hij akkoord gaat dat dit geschil als opgelost kan worden beschouwd.
23. Op 18 oktober 2021 antwoordt de Claimant dat hij vaststelt dat Computer haar initieel voorstel tot vergoeding heeft herbekeken, maar dat Computershare geen rekening houdt met het feit dat de Claimant reeds voor de aanvang van de Periode 2 eigenlijk 7.000 aandelen Fortis (en niet 4.300 aandelen) aanhield en dat daarmee bij de berekening van de vergoeding voor de resterende relevante periodes rekening moet worden gehouden. De Claimant wacht daarom op een voorstel van afrekening waarbij de totale aandelenpositie wordt betrokken.
24. Op 19 oktober 2021 bevestigt de Geschillencommissie goede ontvangst van de reactie van de Claimant van de dag voordien en nodigt zij Computershare uit om hier uiterlijk tegen 28 oktober 2021 op te reageren.
25. Op 26 oktober 2021 richt Computershare een nieuwe brief in het Engels en in het Nederlands aan de Geschillencommissie met haar reactie op de meest recente correspondentie van de Claimant.
26. Op 28 oktober 2021 zendt de Claimant een nieuwe e-mail waarin hij andermaal de stelling verdedigt dat bij de berekening van de vergoeding voor de Periodes 2 en 3 rekening moet worden gehouden met de totale positie van 7.000 aandelen.
27. Op 29 oktober 2021 nodigt de Geschillencommissie Computershare uit om een laatste maal haar commentaar te verstrekken en dit tegen uiterlijk 5 november 2021.
28. Op 2 november 2021 richt Computershare andermaal een brief in het Engels en in het Nederlands aan de Geschillencommissie.
29. Op 6 november 2021 richt de Geschillencommissie een e-mail aan de Partijen met de mededeling dat zij de debatten sluit en dat zij aanstonds een Bindend Advies zal uitbrengen.
III. SAMENVATTING VAN HET GESCHIL
30. In het kader van dit geschil is het van belang om een onderscheid te maken tussen enerzijds de onenigheid welke aanvankelijk bestond tussen Computershare en de Claimant, en anderzijds het geschil waarover de Geschillencommissie zich in het kader van onderhavig Verzoek tot Bindend Advies dient uit te spreken. De Claimant heeft op 5 oktober 2018 een Claimformulier ingediend voor het aanhouden van 3.000 aandelen Fortis aan toonder tijdens Periode 1 en voor het aanhouden van 4.300 aandelen Fortis aan toonder tijdens de Periode 2, waarbij hij een beperkt aantal stavingsstukken bij zijn Claimformulier had meegestuurd. Computershare heeft deze vordering in eerste instantie niet aanvaard op grond van gebrek aan documentatie aangaande het aanhouden van de aandelen Fortis tijdens de betrokken periodes. Zelfs nadat de Claimant in januari 2020 bijkomende stavingsstukken had bezorgd aan Computershare, bleef de Claims Administrator van oordeel dat de voorgelegde stukken onvoldoende waren, behoudens voor de toekenning van een vergoeding voor 2.700 Buyer Shares tijdens de Periode 1. Het is slechts in september 2021, en nadat de Claimant zijn Verzoek tot Bindend Advies heeft ingeleid, dat Computershare haar oorspronkelijke beoordeling heeft herzien en de bijkomende documentatie welke de Claimant heeft aangebracht in januari 2020, ten dele, heeft aanvaard om een vergoeding toe te kennen voor
4.300 Holder Shares tijdens de Periode 2, naast de reeds eerder toegekende vergoeding voor de 2.700 Buyer Shares van de Periode 1. Daarbij heeft Computershare zich laten leiden door de beoordeling van de Geschillencommissie in een aantal gelijkaardige zaken die betrekking hebben op de bewijslast aangaande aandelen aan toonder. Uit de bijkomende documentatie die de Claimant in januari 2020 heeft voorgelegd is evenwel ook gebleken dat de Claimant eigenlijk een vergoeding vorderde voor een hoger aantal aandelen dan de aantallen die hij had opgegeven in het ingediend Claimformulier, namelijk voor 7.000 Holder Shares tijdens de Periodes 2 en 3. Het geschil waarover de Geschillencommissie zich dient uit te spreken betreft daarom de vraag of de Claimant recht heeft op een vergoeding voor de (toonder)aandelen, welke hij niet heeft vermeld in het Claimformulier dat hij via de web-applicatie heeft ingediend, maar voor de eerste maal ter sprake bracht als reactie op een Kennisgeving van Tekortkoming(en) welke Computershare hem op 3 januari 2020 heeft toegezonden.
IV. STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
A. De correspondentie voorafgaande aan de procedure bij de Geschillencommissie
31. Op 5 oktober 2018 heeft de Claimant via de web-applicatie een Claimformulier ingediend bij Computershare waarbij hij een vergoeding vraagt voor het aanhouden van 3.000 aandelen Fortis tijdens de Periode 1 met als refertedata 21 september 2007 en 7 november 2007, voor het aanhouden van 4.300 aandelen Fortis tijdens de Periode 2 met als refertedata 13 mei 2008 en 25 juni 2008, en voor het aanhouden van 7.300 aandelen Fortis als hoogste positie tijdens de voor de Schikkingsovereenkomst relevante periode. In dit formulier werden geen aandelenposities opgegeven voor de Periode 3. Samen met dit Claimformulier heeft de
Claimant twee bankuittreksels overgemaakt, één uitgaand van Dexia Bank en één uitgaand van KBC-Bank.12
32. Nadien op 5 oktober 2018 heeft Computershare de ontvangst van de elektronisch ingediende Claim bevestigd, samen met de mededeling dat aan deze Claim de referte FOT-40111519-4 werd toegekend.
33. Op 3 januari 2020 heeft Computershare een Kennisgeving van Tekortkoming(en) aan de Claimant gericht waarbij hem tot 2 februari 2020 de tijd werd gegund om voor alle posities in aandelen Fortis waarvoor de Claimant een vergoeding vorderde ondersteunende documenten in te dienen die aantoonden dat hij deze aandelen aan toonder inderdaad aanhield op de data van 21 september 2007, 7 november 2007, 13 mei 2008 en 25 juni 2008.
34. Op 10 januari 2020 heeft de heer van het kantoor Belfius
cvba een e-mail, niet voorzien van enig commentaar, gericht aan de Claimant, met daaraan een aantal bijlagen gehecht.13
35. Op 14 januari 2020 heeft de Xxxxxxxx als antwoord op de Kennisgeving van Tekortkoming(en) van Computershare van 3 januari 2020, een elektronisch bericht aan Computerhare gericht met een aantal verduidelijkingen. De Claimant heeft in dit bericht verwezen naar een aantal bijlagen, die aan zijn e-mail zouden zijn toegevoegd.
36. Op 15 januari 2020 heeft Computershare ontvangst bevestigd van het bericht van 14 januari 2020 en de Claimant erop gewezen dat er geen bijlagen aan zijn e-mail waren bijgevoegd.
37. Op 16 januari 2020 heeft de Claimant vastgesteld dat in zijn eerdere correspondentie de bijlagen inderdaad niet waren gehecht zodat hij deze samen met dit bericht overmaakte. Deze e-mail bevatte één bijlage alsmede een verwijzing naar een link met het “we transfer” platform.14
38. Op 24 juni 2020 heeft Computershare een Vaststelling van aanvaarding van vordering aan de Claimant gericht, waarbij Computershare de toekenning van een voorlopige vergoeding van 1.649 EUR bevestigt, gebaseerd op 1.700 Buyer Shares voor de Periode 1 en van 1.700 aandelen Fortis als hoogste positie tijdens de voor de Schikkingsovereenkomst relevante periode. Voor de Periodes 2 en 3 werd volgens deze brief geen vergoeding toegekend. Computershare heeft in deze correspondentie tevens aan de Claimant bevestigd een vroege uitkering ten belope van 70% van de voorlopige vergoeding toe te kennen.
39. Op 20 juli 2020 richt de Claimant een e-mail aan Computershare met het bericht dat hij niet akkoord gaat met de bevestiging door Computershare van de aanvaarding van de Claim,
12 Volgens bijlage B aan het elektronisch bericht van Computershare van 24 september 2021 met als titel
“documentation initial submission -4011519- ’”.
13 Deze bijlagen stemmen overeen met de bijlagen aan de e-mail van de Claimant van 16 januari 2020 aan Computershare.
14 Deze e-mail dateert van 16 januari 2020. De link naar het “we transfer”-platform is verlopen zodat de Geschillencommissie deze bijlagen niet heeft kunnen raadplegen.
waarbij hij verwijst naar de documentatie welke hij heeft overgemaakt als bijlage aan zijn eerdere correspondentie van 3 januari 202015.
40. Op 29 juli 2020 heeft Computershare een ontvangstbevestiging naar de Claimant gestuurd van zijn bericht van 20 juli 2020.
41. Op 4 augustus 2020 heeft Computershare nogmaals een ontvangstbevestiging uitgestuurd van het Bezwaarschrift dat de Claimant op 20 juli 2020 had ingediend en heeft zij herhaald dat naar haar beoordeling niet voldoende bewijsmateriaal werd overgemaakt. Computershare wijst erop, dat in het geval van aandelen aan toonder, de Claimant zo veel mogelijk documenten dient over te maken waaruit voortdurend houderschap van aandelen Fortis gedurende een tijdspanne voor en na de in de Schikkingsovereenkomst vermelde data blijkt.
42. Op 13 oktober 2020 heeft Computershare de betaling van een tweede schijf van 164,05 EUR aan de Claimant aangekondigd.
43. Op 18 augustus 2021 heeft Computershare een Kennisgeving van Afwijzing aan de Claimant gericht op grond van haar vaststelling dat, behoudens voor de aandelen Fortis aangehouden bij Dexia en KBC welke zij met haar Vaststelling van aanvaarding van vordering van 24 juni 2020 wel had geaccepteerd (zie § 38), niet voldoende bewijsmateriaal werd voorgelegd.
B. Standpunt van de Claimant
44. De Claimant legt uit dat zijn oorspronkelijke schadeclaim via de web-applicatie werd ingevuld door zijn bankagentschap, het voormalige Dexia-kantoor te , heden het Belfius- kantoor te . Hij wijst erop dat de indiening van de Claim blijkbaar niet nauwkeurig was verlopen, mogelijk door het ontbreken van gegevens bij de bank. Dat de oorspronkelijke aankopen bij twee verschillende banken geschiedden, is daarbij een bijkomende bemoeilijkende factor. De Claimant verwijst daarbij naar het ruime opzoekwerk via de banken, dat werd bemoeilijkt door het tijdsinterval tussen de aankoopverrichtingen en de indiening van de schadeclaim.
45. De Claimant licht toe dat de aankoop van zijn totale positie in aandelen Fortis in twee tijden gebeurde. Een eerste aankoop van 2.700 aandelen Fortis geschiedde op 9 oktober 2007 via KBC, waarbij hij toegeeft dat er foutief het aantal van 3.000 aandelen Fortis op het Claimformulier werd ingevuld. Een tweede aankoop van 4.300 aandelen Fortis geschiedde op 22 november 2007 via de Dexia-Bank ( ). Het bewijs van aankoop werd getekend door de kantoordirecteur van het Belfius-kantoor , die voordien kantoordirecteur was van het Dexia-agentschap te .
46. Het totaal van de aandelen aangekocht tijdens de Periode 1 van 21 september 2007 tot 7 november 2007 is volgens de Claimant dus 2.700 (en niet het foutief in het Claimformulier
15 De Geschillencommissie neemt aan dat de Claimant hier zijn e-mail van 16 januari 2020 bedoelde als antwoord op de e-mail van Computershare van 3 januari 2020.
opgegeven aantal van 3.000), welke hoeveelheid aandelen ná de aankoop van 4.300 bijkomende aandelen op 22 november 2007, een totale aandelenpositie van 7.000 stuks werd.
47. De Claimant legt een aantal documenten voor welke de opeenvolgende aankopen en het aanhouden van deze aandelen moeten bewijzen. Zo legt hij de afrekening van een beursorder van 9 oktober 2007 van KBC voor waaruit de aankoop van 2.700 aandelen Fortis kan worden afgeleid16. Het borderel vermeldt dat de aankochte aandelen materieel dienden te worden afgeleverd in het KBC-kantoor te . Xxxxxxx werd hieraan de commentaar “aankoop I = 2.700 aandelen (KBC)” toegevoegd. 17
48. De Claimant legt eveneens een aantal bankuittreksels van 22 november 2007 voor waarop vijf debetverrichtingen te lezen staan, telkens met de vermelding “uw aankoop beurs A Fortis” maar zonder detailgegevens omtrent de beursverrichting zoals het aantal gekochte aandelen of de beurskoers. Xxxxxxx werd op dit stuk het commentaar “aankoop II = 4.300 aandelen (Dexia)” toegevoegd.18 Op het document staat ook een stempel van Belfius en de handtekening van de heer , bestuurder van Belfius cvba.
49. De Claimant legt een document met hoofding “Dexia” voor met datum 6 juni 2009 waarop
4.300 aandelen Fortis worden gerapporteerd met de vermelding “fysisch geleverd” en de koers van 2,63 EUR op datum van 4 juni 2009. Op het document is manueel het commentaar toegevoegd “gekocht 22/11/2007 cfr. rekeninguittreksel”.19 Het document vermeldt niet de naam van de rekeninghouder, noch enig rekeningnummer.
50. De Claimant legt een bewijs van incasso van coupons op briefhoofd BNP Paribas Fortis dd. 16 december 2011 voor waaruit blijkt dat 7.000 coupons nr. 41 werden geïncasseerd. Daarbij wordt verwezen naar 6 coupures van 1.000 aandelen, naar 1 coupure van 500 aandelen, en 5 coupures van 100 aandelen, zonder enige vermelding van de nummers. 20
51. De Claimant legt een kopie voor van de fysieke coupons nr. 42 met vermelding van de nummers, waarop manueel het commentaar werd toegevoegd “7000 aandelen Fortis => 700 aandelen Ageas Bewijs aandeelhouder tot op heden => dematerialisatie op effectenrekening”.21
52. De Claimant legt een bewijs van betaling van coupons op briefhoofd BNP Paribas Fortis dd. 16 december 2011 voor waaruit blijkt dat 7.000 coupons nr. 43 werden geïncasseerd. Daarbij wordt verwezen naar 6 coupures van 1.000 aandelen, naar 1 coupure van 500 aandelen, en 5 coupures van 100 aandelen zonder enige vermelding van de nummers. 22
16 De Geschillencommissie merkt op dat het cijfer “2” van het aantal van 2.700 niet leesbaar is op het
document dat werd doorgestuurd.
17 Pagina 3/12 van de bijlage aan het e-mailbericht van de Claimant van 16 januari 2020
18 Pagina 4/12 van de bijlage aan het e-mailbericht van de Claimant van 16 januari 2020
19 Pagina 5/12 van de bijlage aan het e-mailbericht van de Claimant van 16 januari 2020
20 Pagina 6/12 van de bijlage aan het e-mailbericht van de Claimant van 16 januari 2020
21 Pagina 7/12 van de bijlage aan het e-mailbericht van de Claimant van 16 januari 2020
22 Pagina 8/12 van de bijlage aan het e-mailbericht van de Claimant van 16 januari 2020
53. De Claimant legt een bewijs van afgifte van waarden voor neerlegging op effectenrekening op briefhoofd BNP Paribas Fortis dd. 16 december 2011 voor waaruit blijkt dat 4.300 aandelen met aangehechte coupons nr. 45 werden ingediend. Daarbij wordt verwezen naar 4 coupures van 1.000 aandelen en naar 3 coupures van 100 aandelen met vermelding van de nummers. 23
54. De Claimant legt een bewijs van afgifte van waarden voor neerlegging op effectenrekening op briefhoofd BNP Paribas Fortis dd. 16 december 2011 voor waaruit blijkt dat 2.700 aandelen met aangehechte coupons nr. 45 werden ingediend. Daarbij wordt verwezen naar 2 coupures van 1.000 aandelen, naar 1 coupure van 500 aandelen en naar 2 coupures van 100 aandelen met vermelding van de nummers. 24
55. De Claimant legt een opgave van effectenrekening op briefhoofd BNP Paribas Fortis dd. 16 december 2011 voor waarop 7.000 aandelen Ageas vermeld staan.25
56. Bij de indiening van zijn Verzoek tot Bindend Advies legt de Claimant uit dat hij niet begrijpt waarom Computershare een positie van slechts 1.700 aandelen Fortis aanvaardt, terwijl uit de meegedeelde stukken blijkt dat hij 2.700 aandelen heeft aangekocht.
57. De Claimant wijst erop dat alle aandelen aan toonder waren en dat het aanhouden van deze aandelen op alle in de Schikkingsovereenkomst opgegeven tussendata niet via de effectenrekening kan worden aangetoond. Tussentijds bezit hiervan kan op een andere manier officieel worden bewezen door bijvoorbeeld de inning van coupons bij latere neerlegging op een effectenrekening.
58. De Claimant stelt vandaag nog altijd bezitter van deze aandelen te zijn. Deze werden neergelegd bij de Fortis-bank te (heden BNP Paribas Fortis), conform de wettelijke regeling in België in het kader van de “demineralisatie”26 van de effecten aan toonder. Na de wijziging van de naam Fortis in Ageas geschiedde volgens de Claimant een historische herschikking van de aandelen Fortis waarbij de 7.000 aandelen Fortis werden teruggebracht naar 700 nieuwe aandelen Ageas die, vanuit historisch oogpunt, nog steeds hetzelfde aantal units vertegenwoordigen, maar herleid werden naar 1/10.
59. Volgens de Claimant toont dit alles aan dat hij deze aandelen nog steeds in zijn bezit had bij de deponering ervan op een effectenrekening in 2011, en dat er nooit een andere transactie gebeurde. Hij wijst daarvoor in het bijzonder op het feit dat er, op het moment van de neerlegging van deze aandelen, nog coupons aan de fysieke stukken waren gehecht die niet geïnd waren omdat hij zich niet bewust was van het feit dat de coupons in kwestie recht gaven op een dividenduitkering. Deze coupons waren op het ogenblik van de neerlegging nog aan de mantel en werden toen ook onthecht en uitbetaald. Deze incasso toont volgens de Claimant aan dat hij de aandelen aan toonder in zijn bezit had op de datum dat deze coupons werden uitbetaald, waarbij hij verduidelijkt dat, volgens hem, coupon nr. 41 geldig was vanaf 27 mei
23 Pagina 10/12 van de bijlage aan het e-mailbericht van de Claimant van 16 januari 2020
24 Pagina 11/12 van de bijlage aan het e-mailbericht van de Claimant van 16 januari 2020
25 Pagina 12/12 van de bijlage aan het e-mailbericht van de Claimant van 16 januari 2020
26 De Geschillencommissie begrijpt dat Claimant hiermee “dematerialisatie” bedoelt.
2008, coupon nr. 42 een nul-waarde had op 10 oktober 2008, coupon nr. 43 betaalbaar was vanaf 13 oktober 2008 en coupon nr. 44 geldig was vanaf 1 juni 2010. Al deze coupons werden samen met de neerlegging van de aandelen, aangeboden aan het bankkantoor op 16 december 2011. Coupon nr. 45 bleef bij de neerlegging van de aandelen aan toonder gehecht aan de mantel.
60. De Claimant verklaart ook dat de bewuste coupons niet aansluitend op hun vervaldag werden geïnd wegens andere zorgen van privé-aard en hij zich niet bewust was dat er nog een dividend werd uitgekeerd. Deze coupons bewijzen volgens de Claimant dat hij de aandelen over de volledige periode steeds in zijn bezit had, omdat de mantel met de officiële coupurenummers op het neerleggings-ontvangstbewijs vermeld staat, en op dezelfde datum ook de effectieve uitbetaling van de onthechte coupons geschiedde.
61. De Claimant stelt de coupons nr. 42 nog steeds in zijn bezit te hebben en dat op deze coupons alle nummers van de bewuste 7.000 aandelen Fortis aan toonder staan. De omstreden coupon nr. 42 was aanleiding voor een mogelijkse compensatie voor de aandeelhouders, maar werd historisch achterhaald en waardeloos, omdat hierover volgens zijn bankkantoorhouder/directeur mogelijk nog twijfel kon bestaan. De coupons nr. 42 werden vóór de neerlegging afgeknipt (als een slecht ‘souvenir’) zodat hij vandaag deze authentieke coupons van de 7.000 aandelen Fortis nog steeds in zijn bezit heeft.
62. In zijn reactie op de correspondentie van Computershare in het kader van onderhavig Verzoek tot Bindend Advies, wijst de Claimant erop dat er bij de primaire indiening van de schadeclaim, weldegelijk sprake was van een claim voor de 7.000 aandelen en deze zeker niet te laat werd ingediend. Voor een particulier persoon was het heel moeilijk om de richtlijnen voor de indiening van de schadeclaim correct te begrijpen, wat betreft de stand van het aantal units op de verschillende tussendata. Het zijn precies deze gegevens die een verschil uitmaken in de vergoeding. Omdat de aankopen in twee tijden zijn gebeurd, was het volgens het indieningsformulier niet duidelijk en vatbaar voor interpretatie of het op de zes peildata ging over het geheel van het aantal aandelen Fortis, dan wel om de bijgekochte aandelen op de peildata. Volgens de Claimant bleek zeer duidelijk uit zijn bewijsvoering dat hij wel degelijk
7.000 aandelen vorderde vanaf de tweede tussendatum. Per vergissing ging hij ervan uit dat het aantal dat in het Claimformulier vermeld diende te worden, enkel betrekking had op de bijkomend gekochte aandelen. Hij wenste aldus een zo correct mogelijke en geen valse, onjuiste of hogere claim te bewerkstelligen, en enkel op te geven waarop hij recht had. Nu doet men de Claimant hier juist onrecht voor aan, aldus Claimant. De Claimant is van oordeel dat hij vanaf de eerste indiening en binnen de termijn aangifte heeft gedaan van 7.000 aandelen waarmee bij de berekening van de vergoeding rekening dient te worden gehouden.
63. De Claimant voegt eraan toe dat als men er een “kluwen van administratieve rompslomp” rond bouwt, en er ook nog jaren overheen gaan, het voor de gewone burger niet mogelijk is om zijn rechten te krijgen, wanneer men zich beroept op een mogelijke administratieve vergissing bij de aangifte van het aantal aandelen.
64. De Claimant formuleert de mogelijkheid om gebruik te maken van het mondeling getuigenbewijs van de drie bankkantoor directeuren van KBC, Dexia en Fortis bank, die nog in leven zijn. Hij vermoedt evenwel dat naar Belgisch recht, zo’n getuigenbewijs, ook al is het afkomstig van officiële gemandateerde vertegenwoordigers van banken, weinig meerwaarde heeft en enkel beslissend kan zijn bij zeer lage bedragen.
C. Standpunt van Computershare
65. Computershare bevestigt in haar correspondentie als reactie op het Verzoek tot Bindend Advies van de Claimant dat voor wat betreft de Periode 1, het aantal van 2.700 Buyer Shares kan worden aanvaard, voor de Periode 2, het aantal van 4.300 Holder Shares, en 7.000 aandelen Fortis als hoogste positie op de voor de Schikkingsovereenkomst relevante data. Daarbij geeft Computershare toe dat zij aanvankelijk en dus tot op het moment van de indiening van het Verzoek tot Bindend Advies slechts 1.700 Buyer Shares voor de Periode 1 had aanvaard omdat het eerste getal in het aantal aangekochte aandelen niet duidelijk was. Uit de deling van de totale koopsom van 61.653,93 EUR door de aankoopkoers van 22,4929 EUR/aandeel bleek voor Computershare dat het aantal aangekochte aandelen 2.700 was, en niet 1.700 zoals aanvankelijk werd aangenomen. In haar brief van 24 september 2021 geeft Computershare ook toe dat zij, naar aanleiding van het Verzoek tot Bindend Advies ingeleid bij de Geschillencommissie, een diepgaand onderzoek en beoordeling heeft uitgevoerd van het oorspronkelijk verstrekte bewijsmateriaal, de aanvullende documentatie, en het bewijsmateriaal dat bij het Verzoek werd ingediend. Op grond van de aangeleverde documentatie heeft Computershare besloten om haar standpunt zoals geformuleerd in haar Vaststelling van aanvaarding van vordering van 24 juni 2020 (zie § 38) te herzien, en om een vergoeding te aanvaarden voor 2.700 Buyer Shares tijdens de Periode 1 en voor 4.300 Holder Shares voor de Periode 2, wat aanleiding gaf tot haar brief van 24 september 2021 (zie § 21) waarmee zij aan de Claimant voorstelde om dit geschil als opgelost te beschouwen.
66. Computershare deelt de web data van het ingediende Claimformulier mee waaruit blijkt dat de Claimant 3.000 aandelen Fortis heeft opgegeven, zowel voor de aanvang als voor het einde van de Periode 1, het aantal van 4.300 aandelen Fortis voor zowel de aanvang als voor het einde van de Periode 2, niets voor de Periode 3, en 7.300 aandelen als hoogste positie tijdens de voor de Schikkingsovereenskomst relevante periode.
67. Computershare merkt op dat voor wat betreft het Dexia-bankuittreksel van 22 november 2007 (zie § 48) niet het gekochte aantal aandelen maar wel de naam van het gekochte aandeel wordt vermeld, zodat dit stuk enkel als indirect bewijs voor het aanhouden van aandelen Fortis kan gelden.
68. Het door de Claimant voorgelegde stuk van Dexia Equity Investment (zie § 49) draagt volgens Computershare geen datum, noch de naam van de Eligible shareholder, maar bevestigt wel de positie van 4.300 aandelen Fortis.
69. Computershare bevestigt dat de incasso van 7.000 coupons nr. 41 en van de daaropvolgende coupons het indirect bewijs vormt van het aanhouden van aandelen in mei 2008, en de incasso
van 7.000 coupons nr. 43 het indirect bewijs vormt voor het aanhouden van de aandelen na de voor de Schikkingsovereenkomst relevante periode.
70. Computershare doet opmerken dat de Claimant voor de Periode 1 het aantal van 3.000 Holder Shares aangaf in zijn Claimformulier terwijl het in werkelijkheid, voortgaand op de naderhand afgelegde verklaringen, ging om 2.700 Buyer Shares, dat de Claimant 4.300 Holder Shares rapporteerde voor de Periode 2 terwijl hij naderhand, en na de indiening van het Claimformulier, in de correspondentie gewag maakte van 7.000 aandelen tijdens de Periode
2. Bovendien heeft de Xxxxxxxx in zijn Claimformulier niets opgegeven voor de Periode 3 terwijl hij, volgens zijn nadien gevoerde correspondentie, ook een vergoeding vraagt voor de tijdens de Periode 3 aangehouden 7.000 aandelen Fortis.
71. Computershare verwijst in haar betoog (zie § 65) en als verantwoording voor haar herziene beoordeling in de loop van de procedure voor de Geschillencommissie naar de principes die de Geschillencommissie als referte bij haar beoordeling heeft gehanteerd in de Bindende Adviezen 2020/0028 en 2021/0021 wat haar er toe heeft gebracht om het aanhouden van aandelen aan toonder op de voor de Schikkingsovereenkomst relevante data, in afwijking van haar eerste beoordeling, wel te aanvaarden om alzo uit te komen op haar herziene standpunt dat erin bestaat om het voorgelegde bewijs inzake het aanhouden van aandelen aan toonder te aanvaarden.
72. Computershare is van oordeel dat op grond van het Bindend Advies 2021/0107 de Claimant geen recht heeft op de initieel niet gevorderde 2.700 aandelen met betrekking tot de Periode 2, noch op de 7.000 initieel niet gevorderde aandelen met betrekking tot de Periode 3. Deze aandelen werden immers niet opgenomen in het Claimformulier dat de Claimant via de online web-applicatie heeft ingediend en werden dus niet opgegeven binnen de in de Schikkingsovereenkomst opgegeven termijn welke eindigde op 28 juli 2019. Overeenkomstig artikel 4.3.7 van de Schikkingsovereenkomst kan de Claimant hiervoor geen vergoeding vorderen. Computershare verwijst in dit verband naar de volgende passage uit het Bindend Advies in kwestie: “Het is de verantwoordelijkheid van elke In Aanmerking Komende Aandeelhouder, die een vergoeding wenst te ontvangen op grond van de Schikkingsovereenkomst, om de zeven vakken in Deel II van het Claimformulier (op papier of elektronisch formaat) duidelijk, nauwkeurig en volledig in te vullen Het Claimformulier is
daarom van het grootste belang als basis voor het recht van de In Aanmerking Komende Aandeelhouder om een vergoeding te verkrijgen onder de Schikkingsovereenkomst. De Geschillencommissie is van oordeel dat het Claimformulier alle documenten dient te omvatten, zoals het Claimformulier zoals, alsmede de bewijsstukken (bijvoorbeeld bankattesten) die door de In Aanmerking Komende Aandeelhouder worden ingediend bij Computershare vóór de Uiterste Indieningsdatum in overeenstemming met Artikel 4.3.7 van de Schikkingsovereenkomst. Op basis van deze documenten bepaalt de Claims Administrator het bedrag van de vergoeding die aan elke In Aanmerking Komende Aandeelhouder verschuldigd is. Er zal geen vergoeding worden betaald aan In Aanmerking Komende Aandeelhouders die hun Claimformulier hebben ingediend na de Uiterste Indieningsdatum”27.
73. Als reactie op de vaststelling door de Claimant dat Computershare haar initiële stelling heeft herzien met de vergoeding van 2.700 aandelen in plaats van 1.700 aandelen te erkennen voor
27 Vrije vertaling van het Frans naar het Nederlands zoals door Computershare voorgelegd in haar brief van 24 september 2021.
de Periode 1, ontkent zij niet dat de documenten die de Claimant naderhand (zie § 37) heeft ingediend om de oorspronkelijke tekortkoming te herstellen, inderdaad aantonen dat 7.000 aandelen gedurende Periodes 2 en 3 in zijn bezit waren. De Claims Administrator herhaalt in haar reactie van 26 oktober 2021 dat naar haar oordeel de Claimant geen recht heeft op een vergoeding voor de extra 2.700 aandelen in Periode 2 noch op de gehele 7.000 aandelen in Periode 3 omdat deze posities niet werden vermeld in het Claimformulier. De complementaire vraag tot vergoeding voor wat betreft de 2.700 aandelen Fortis in de Periode 2 en de 7.000 aandelen Fortis in Periode 3, kwam slechts ter kennis van de Claims Administrator met de reactie van de Claimant van 14 en 16 januari 2020 op de Kennisgeving van Tekortkoming(en) van 3 januari 2020. Zodra de Uiterste Indieningsdatum van 28 juli 2019 is verstreken, kan Computershare alleen een vergoeding toekennen voor aandelen die vóór de uiterste datum van 28 juli 2019 werden geclaimd. Aangezien het verzoek voor het in aanmerking nemen van bijkomende aandelen werd ingediend na de Uiterste Indieningsdatum van 28 juli 2019 is deze bijkomende vordering, in overeenstemming met artikel 4.3.7. van de Schikkingsovereenkomst, niet toewijsbaar.
74. In haar meest recente schriftelijke reactie van 2 november 2021 wijst Computershare erop dat de Claimant enkel gewag maakte van 7.300 aandelen als Xxxxxxx Xxxxxx Xxxxxxxx (0x deelneming) en dat zulks niet impliceert dat hij 7.000 aandelen bezat gedurende de Periodes 2 en 3. De zevende positie stelt enkel dat het hoogste aantal aandelen dat de Claimant op één dag binnen de relevante periode van de Schikkingsovereenkomst bezat, 7.300 is. Deze ene vermelding voor de zevende positie op het Claimformulier noopte Computershare niet tot het doen van aannames voor de Periodes 2 en 3.
75. Wat de stelling van de Claimant betreft aangaande de moeilijk begrijpbare wijze waarop de verschillende vakjes dienden te worden ingevuld, vestigt Computershare de aandacht op Deel II van het Claimformulier: “Schema van Transacties in Fortis Holdings” op pagina 3. Het Claimformulier geeft aanwijzingen voor het invullen van het aantal Fortis-aandelen in bezit bij de opening en de sluiting van Periode 1 (21 september 2007 - 07 november 2007), Periode 2 (13 mei 2008 - 25 juni 2008) en Periode 3 (29 september 2008 - 3 oktober 2008). Dit betekent dat in alle gevallen en voor alle claims de verantwoordelijkheid voor het aanvragen van het juiste aantal aandelen voor elk van de relevante periodes met het oog op het verkrijgen van een vergoeding op grond van de Schikkingsovereenkomst bij de claimant ligt.
76. In haar meest recente reactie citeert Computershare ook een passage uit het Bindend Advies in het geschil nr. 2021/0067 :"Een objectieve en te goeder trouw gegeven interpretatie van de bepalingen van de Schikkingsovereenkomst...in hun geheel beschouwd, leidt de Geschillencommissie tot de conclusie dat een In aanmerking komende Aandeelhouder niet bevoegd is om de essentiële elementen van het Claimformulier, zoals bedoeld in artikel 4.3.3
(i) van de Schikkingsovereenkomst, te wijzigen na het verstrijken van de uiterste datum voor het indienen van het claimformulier zoals voorzien in artikel 4.3.7. Een besluit anderszins zou neerkomen op een verlenging van de termijn voor het indienen van het claimformulier tot na de datum die in de Schikkingsovereenkomst is bepaald, waartoe de Geschillencommissie niet bevoegd is."28
77. Computershare wijst er ook op dat de Claimant bij de indiening van zijn Claim heeft ingestemd met de "onderwerping aan de rechtsmacht van het Hof en erkenningen". Door dit te doen, stemde de Claimant in met het volgende: “Ik (Wij) ga (gaan) akkoord met de reglementen van de Geschillencommissie die zijn gepubliceerd op xxx.xxxxxxxxxxxxx.xxx, en ga (gaan)
28 Vrije vertaling van het Frans naar het Nederlands zoals door Computershare voorgelegd in haar brief van 24 september 2021
akkoord met de exclusieve toepasselijkheid van het Nederlandse recht en met de exclusieve bevoegdheid van de Claims Administrator en de Geschillencommissie, met betrekking tot de zaken die zijn uiteengezet in de artikelen 4.3.4 tot en met 4.3. 8 van de Schikkingsovereenkomst bij wijze van bindend advies, en stem ik in met de exclusieve bevoegdheid van de Rechtbank Amsterdam, en haar appelrechtbanken, met betrekking tot elk ander geschil dat ik (wij) heb (hebben), of beweren te hebben, met Ageas, de andere partijen bij de Schikkingsovereenkomst of een van de Gevrijgestelden met betrekking tot ".
78. Computershare bevestigt tenslotte op 18 juni 2020 een eerste bedrag van 1.154,30 EUR en op 15 oktober 2020 een tweede bedrag van 164,05 EUR aan de Claimant te hebben uitbetaald.
V. BEVINDINGEN EN OVERWEGINGEN VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE
A. Ontvankelijkheid van het Verzoek tot Bindend Advies
79. Om door de Geschillencommissie in behandeling te kunnen worden genomen, moet een Verzoek tot Bindend Advies volgens artikel 4.3.5 van de Schikkingsovereenkomst bij de Geschillencommissie aanhangig worden gemaakt binnen 30 werkdagen na het schrijven van Computershare waarin zij de bezwaren van de Eligible Shareholder tegen het afwijzen van zijn claim geheel of gedeeltelijk afwijst. In artikel 4.6 van het Reglement van de Geschillencommissie wordt dit schrijven van Computershare betiteld als Kennisgeving van Afwijzing (“Notice of Rejection”). De Geschillencommissie heeft vastgesteld dat Computershare op 18 augustus 2021 aan de Claimant een Kennisgeving van Afwijzing heeft gericht en dat de Claimant zijn Verzoek tot Bindend Advies op 8 september 2021 heeft ingediend bij de Geschillencommissie. Het Verzoek is derhalve tijdig ingediend.
B. Aangaande de door Computershare aanvaarde aandelen
80. De Geschillencommissie stelt vast dat Computershare op eigen initiatief en op basis van de stukken welke de Claimant heeft meegedeeld, de in het Claimformulier opgegeven gegevens in meerdere opzichten heeft aangepast. Voor wat betreft de Periode 1 had de Claimant foutief, zoals hij zelf erkent, 3.000 Holder Shares opgegeven, welke Computershare, aan de hand van het aankoopborderel van KBC heeft gewijzigd in eerst 1.700 en vervolgens na de inleiding van het Verzoek tot Bindend Advies, in 2.700 Buyer Shares. Deze wijziging geschiedde zonder dat de Claimant in de Kennisgeving van Tekortkoming(en) van 3 januari 2020 over deze specifieke anomalieën werd geïnformeerd.
81. Of de hiervoor geëigende procedure werd gevolgd of niet is hier zonder belang vermits de Partijen het eens zijn over het feit dat voor wat betreft de Periode 1, het wel degelijk gaat over 2.700 (en niet 3.000) aandelen Fortis, welke tijdens de Periode 1 werden aangekocht en dus als Buyer Shares moeten worden aanzien en niet als Holder Shares. Computershare heeft de documentatie welke de Claimant heeft voorgelegd om de aankoop en het bezit van deze aandelen aan toonder tijdens de Periode 1 te bewijzen, aanvaard zodat dit punt ook geen voorwerp van geschil meer uitmaakt.
82. De Geschillencommissie stelt eveneens vast dat Computershare sedert de inleiding van het Verzoek tot Bindend Advies, en in afwijking van haar eerder genomen standpunt zoals nog bevestigd in de Kennisgeving van Afwijzing van 18 augustus 2021, geen punt meer maakt van het gebrek aan bewijs aangaande het aanhouden van de aandelen aan toonder. Computershare aanvaardt aldus dat de Claimant voldoende bewijs heeft geleverd aangaande het aanhouden van 4.300 aandelen Fortis tijdens de Periode 2 (Holder Shares) en het aanhouden van 7.000 aandelen als hoogste positie tijdens de voor de Schikkingsovereenkomst relevante periode.
C. Aangaande de niet in het Claimformulier opgegeven aandelen
83. De Geschillencommissie stelt vast dat de Claimant in het elektronisch ingediend Claimformulier 4.300 aandelen vermeldt op zowel de aanvangsdatum als de einddatum van de Periode 2, en niets vermeldt voor de Periode 3. Computershare stelt dat zij slechts op 16 januari 2020 door de Claimant werd geïnformeerd dat het gevorderde aantal aandelen voor zowel de Periode 2 als voor de Periode 3 in werkelijkheid 7.000 was. De Claimant brengt geen bewijs aan dat hij Computershare hierover eerder, en alleszins tegen uiterlijk 28 juli 2019, had geïnformeerd.
84. De termijn voor het indienen van een Claimformulier staat vermeld in de Schikkingsovereenkomst welke het volgende stelt:
“lndien een Eligible Shareholder niet binnen 366 dagen na de Datum Mededeling van Verbindendverklaring een Claim Form heeft ingediend (de "Uiterste lndieningsdatum"), is deze Eligible Shareholder niet gerechtigd tot enig deel van het Schikkingsbedrag zoals bedoeld in artikel 7:907 lid 6 BW.”
De Geschillencommissie stelt daarnaast vast dat de datum van Xxxxxxxxxx van Verbindendverklaring 27 juli 2018 was, zodat de termijn voor het indienen van het Claimformulier verstreek op 28 juli 2019.
85. De Mededeling van Verbindendverklaring verduidelijkt nog het volgende:
“Het claimformulier kan vanaf 27 juli 2018 worden ingediend en dient uiterlijk op 28 juli 2019 te zijn ontvangen door de Claims Administrator, of de poststempel van die datum te dragen.” 29
86. In deze casus staat het vast dat de Claimant zijn oorspronkelijk Claimfomulier heeft ingediend binnen de termijn voorzien in artikel 4.3.7 van de Schikkingsovereenkomst. Het elektronisch ingediend Claimformulier bleek evenwel niet alleen foutief voor wat betreft de posities tijdens de Periode 1 (zie §§ 45, 46,70, 80, 81 en 96) maar ook “onvolledig” in die zin dat voor de
29 Het concept van Mededeling van Verbindendverklaring maakt onderdeel van de Schikkingsovereenkomst als bijlage 3. Dit concept bepaalt dat “het claimformulier dient uiterlijk op [datum 366 dagen na de ‘Binding Declaration Notice Date’] te zijn ontvangen door de Claims Administrator, of de poststempel van die datum te dragen”. De Mededeling van Verbindendverklaring kan worden geraadpleegd op de website van FORsettlement, xxx.xxxxxxxxxxxxx.xxx.
Periode 2 slechts 4.300 aandelen werden opgegeven in plaats van 7.000 aandelen en voor de Periode 3 niets werd opgegeven in plaats van 7.000 aandelen.
87. De vraag die de Geschillencommissie derhalve dient te behandelen is de kwestie of de Claimant die zijn Claimformulier heeft ingediend vóór het verstrijken van de termijn voorzien in artikel 4.3.7 van de Schikkingsovereenkomst gerechtigd is om zijn vraag tot vergoeding na het verstrijken van de termijn zoals voorzien in artikel 4.3.7 van de Schikkingsovereenkomst uit te breiden voor wat betreft het totaal aantal aangehouden aandelen, welke hij bij vergissing verkeerd of niet heeft gerapporteerd in het ingediend Claimformulier.
88. De Geschillencommissie brengt in herinnering dat het artikel 4.3.7 van de Schikkingsovereenkomst vereist dat de Eligible Shareholders hun Claimformulier indienen binnen een termijn van 366 dagen te rekenen vanaf de Mededeling van Verbindverklaring, zijnde tegen uiterlijk 28 juli 2019, op straffe van verval op het recht tot vergoeding. Zoals de Geschillencommissie reeds heeft bevestigd in eerdere Bindende Adviezen,30, dient een Claimformulier dat wordt ingediend na deze uiterste indieningsdatum te worden beschouwd als laattijdig, en bijgevolg overeenkomstig artikel 4.3.7. ook als niet-ontvankelijk.
89. Wat de inhoud van het Claimformulier betreft, stelt artikel 4.3.3 litt. a) van de Schikkingsovereenkomst het volgende:
“4.3.3. Het Claim Form zal vereisen dat elke Eligible Shareholder het volgende doet:
(a) opgave doen van (i) het aantal Fortis Aandelen gehouden op de in Artikel 3.1 (a) tot en met (f) genoemde data, en (ii) het grootste aantal Fortis Aandelen gehouden op enig ander tijdstip tussen 28 februari 2007 c.o.b. en 14 oktober 2008 c.o.b. of, in gebreke daarvan, het hoogste aantal Fortis Aandelen gehouden op een van de data genoemd in Artikel 3.1 (a) tot en met (f);”
90. Eén van de essentiële bestanddelen van het Claimformulier is volgens de Geschillencommissie het aantal aandelen gehouden door een Eligible Shareholders op de opgegeven referentiedata. Het komt aan elke Eligible Shareholder die een vergoeding wenst te ontvangen overeenkomstig de Schikkingsovereenkomst toe om op duidelijke, juiste en volledige wijze de zeven vakken in te vullen in het deel II van het Claimformulier, en dit zowel voor het formulier op papier als in de elektronische versie:
Periode 1
A. Aantal Fortis Aandelen gehouden bij het openen van de handel op 21 september 2007: [ ]
B. Aantal Fortis Aandelen gehouden bij het sluiten van de handel op 7 november 2007: [ ]
Periode 2
A. Aantal Fortis Aandelen gehouden bij het openen van de handel op 13 mei 2008: [ ]
B. Aantal Fortis Aandelen gehouden bij het sluiten van de handel op 25 juni 2008: [ ] Periode 3
30 Zie bijvoorbeeld de Bindend Adviezen in de zaken 2021/0006, 2021/0024), 2021/0028, 2021/0038, 2021/0041 and 2021/0043.
A. Aantal Fortis Aandelen gehouden bij het openen van de handel op 29 september 2008: [ ]
B. Aantal Fortis Aandelen gehouden bij het sluiten van de handel op 3 oktober 2008: [ ]
Totale periode
Hoogste aantal Fortis Aandelen gehouden tussen het sluiten van de handel op 28 februari 2007 en het sluiten van de handel op 14 oktober 2008: [ ]
Uit de bepaling kan worden afgeleid dat de Eligible Shareholder de verplichting heeft om het aantal aangehouden aandelen Fortis op elkeen van de hierboven vermelde data te vermelden.
91. Deze verplichting die weegt op de Eligible Shareholder wordt in herinnering gebracht in artikel
4.3.3 litt. i) van de Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx die op expliciete wijze stelt:
“4.3.3. Het Claim Form zal vereisen dat elke Eligible Shareholder het volgende doet:
(i) verklaren en ervoor instaan dat de in het Claim Form opgenomen informatie volledig, waarheidsgetrouw en juist is;”
92. De wezenlijke bestanddelen van het Claimformulier zijnde het aantal aandelen en de refertedata vormen de berekeningsbasis voor Computershare om de vergoeding waarop de Eligible Shareholder recht heeft te bepalen zoals ook artikel 1.4 van de Bijlage 2 van de Schikkingsovereenkomst stelt:
“Het Schikkingsbedrag wordt uitgekeerd aan Eligible Shareholders overeenkomstig de bepalingen en onder de voorwaarden van dit Settlement Distribution Plan.”
93. Het Claimformulier is derhalve van primordiaal belang want dit formulier is de grondslag voor het recht op vergoeding van de Eligible Shareholder conform de Schikkingsovereenkomst. De Geschillencommissie is van oordeel dat het Claimformulier alle documenten bevat zijnde het Claimformulier zelf alsook de bewijsstukken die een Eligible Shareholder aan Computershare heeft meegedeeld binnen de termijn voor de indiening van een Claimformulier zoals geregeld in artikel 4.3.7 van de Schikkingsovereenkomst. Het is op basis van deze documenten dat Computershare het bedrag van de vergoeding zal bepalen dat toekomt aan elkeen van de Eligible Shareholders. Het bedrag dat toekomt aan elkeen van de Eligible Shareholders moet precies en met zekerheid gekend zijn vooraleer Computershare werk kan maken van de afronding van de Schikkingsovereenkomst met de uitkering van het saldo waarop elkeen van de Eligible Sharerholders recht heeft. Dit toont het belang aan om in het kader van de uitvoering van de Schikkingsovereenkomst precies af te bakenen tot welke datum een Eligible Shareholder zijn Claim kan indienen. Om dezelfde reden kan geen enkele vergoeding worden betaald aan een Eligible Shareholder die zijn Claimformulier heeft ingediend ná het verstrijken van de termijn voor de indiening van dit Claimformulier.
94. Een objectieve interpretatie van de bovenstaande en in hun geheel beschouwde bepalingen van de Schikkingsovereenkomst brengt de Geschillencommissie ertoe om te besluiten dat een Eligible Shareholder niet gerechtigd is de wezenlijke bestanddelen van een Claimformulier zoals bedoeld in artikel 4.3.3 (i) van de Schikkingsovereenkomst, na afloop van de termijn voor de indiening van het Claimformulier zoals voorzien in artikel 4.3.7. van de
Schikkingsovereenkomst te wijzigen. Indien men hierover anders zou oordelen zou dit erop neerkomen dat de uiterste indieningsdatum zou worden verlengd tot na 28 juli 2019, waarover de Geschillencommissie niet gemachtigd is te beslissen.
95. De vraag die in deze casus in het bijzonder voorligt is dus of Computershare, op basis van de documenten, die als bijlage waren gehecht aan het ingediende Claimformulier, had kunnen opmaken dat het Claimformulier niet correct was ingevuld, en dit niet alleen voor wat betreft de Periode 1, maar eveneens voor de Periodes 2 en 3.
96. De Geschillencommissie stelt vast dat Computershare op eigen initiatief, en zonder dat dit in de Kennisgeving van Tekortkoming(en) van 3 januari 2020 werd opgeworpen, de 3.000 Holder Shares zoals opgegeven in het ingediende Claimformulier, heeft gewijzigd in 1.700 Buyer Shares, en naderhand, in de loop van de procedure voor de Geschillencommissie, in 2.700 Buyer Shares. Daarbij heeft zij zich gebaseerd op het aankoopbewijs welke de Claimant op 14 en op 16 januari 2020 heeft voorgelegd (zie §§ 34 en 36).
97. Voortgaand op hetgeen in de voorgaande paragrafen werd uiteengezet is het voor de Geschillencommissie van wezenlijk belang uit te maken over welke documenten Computershare precies beschikte bij indiening door de Claimant van zijn Claimformulier op 5 oktober 2018. De Geschillencommissie baseert zich bij deze beoordeling enerzijds op de verklaring van Computershare en anderzijds op de toelichting verstrekt door de Claimant. Uit de Bijlage B aan het e-mailbericht van Computershare van 24 september 2021 aan de Geschillencommissie met als benaming “documentation – initial submission 40111519-4 – ” leidt de Geschillencommissie af dat bij de indiening van het
Claimformulier enkel twee bankuittreksels van KBC en Dexia waren gevoegd waarin enkel de debitering voor aankopen wordt vermeld zonder enige verduidelijking vanwege de betrokken bankinstellingen omtrent de hoeveelheid aangekochte aandelen. Uit de Bijlage D van dezelfde e-mail van Computershare blijkt dat de Xxxxxxxx samen met de documentatie op 16 januari 2020 ook het volgende had meegedeeld: “Bespreking van de nodige details zoals u vroeg en in bijlage zijn meegestuurd”. Op 20 juli 2020 heeft de Claimant andermaal een bericht naar Computershare gestuurd waarin het volgende te lezen staat: “De bankbewijzen van aankoop en data werden reeds voorheen doorgegeven (via e-mail van 3 januari 2020). Bij betwisting, of de e-mail bij jullie zoek geraakt is, kan ik ze nog altijd voorleggen.” Uit bovenstaande documentatie en e-mailverkeer leidt de Geschillencommissie af dat Computershare bij de indiening van het Claimformulier op 5 oktober 2018 noch naderhand en uiterlijk 28 juli 2019 over documentatie of zelfs ernstige aanwijzingen beschikte dat de Claimant 7.000 aandelen Fortis in bezit had tijdens de Periodes 2 en 3.
98. De enige documenten waaruit kan worden afgeleid dat de Claimant eigenaar was van 7.000 aandelen Fortis zijn het bewijs van de afgifte van de fysieke aandelen (zie §50 tot §55) op 16 december 2011 en het bewijs van onthechting op diezelfde datum van een aantal coupons, waarvan de uitbetaaldatum in het verleden lag en die nog steeds aan de mantel gehecht bleken te zijn. Vermits coupon nr. 39 betaalbaar was op 3 mei 2008 en nog gehecht was aan de mantel op het moment van de afgifte op 16 december 2011 had daaruit inderdaad kunnen worden afgeleid dat de Claimant tijdens de Periodes 2 en 3 deze 7.000 aandelen in zijn bezit
had, en dat voor de Periodes 2 en 3 het aantal van 7.000 Holder Shares diende te worden gerapporteerd in plaats van 4.300 Holder Shares voor de Periode 2 en nul aandelen voor de Periode 3. Deze stukken heeft de Claimant evenwel slechts meegedeeld met zijn e-mail van 16 januari 2020 (zie § 37). Zij maakten geen deel uit van de bijlagen die de Claimant had gevoegd bij de indiening van zijn Claimformulier. Computershare kon aldus voor de datum van 16 januari 2020 niet weten dat de Claimant aanspraak maakte op een vergoeding voor 7.000 aandelen Fortis tijdens de Periodes 2 en 3.
99. In haar brief van 24 september 2021 kent Computershare aan de Claimant een vergoeding toe op grond van het aanhouden van 7.000 aandelen Fortis als hoogste positie tijdens de voor de Schikkingsovereenkomst relevante Periode. De Geschillencommissie merkt op dat de Claimant in het ingediende Claimformulier melding maakt van 7.300 aandelen Fortis als hoogste positie tijdens de voor de Schikkingsovereenkomst relevante periode. Het opgegeven aantal is foutief, en hoorde eigenlijk 7.000 te zijn, maar het aantal werd wel degelijk vermeld in het ingediende Claimformulier, dit in tegenstelling tot de 2.700 aandelen Fortis tijdens de Periode 2 en de
7.000 aandelen Fortis tijdens de Periode 3, die de Claimant niet heeft vermeld in het Claimformulier. Uit het gegeven dat de Claimant na toekenning door Computershare van een vergoeding voor 7.000 aandelen Fortis als hoogste aantal aandelen in de gehele voor de Schikkingsovereenkomst relevante Periode, niet teruggekomen is op het aantal van 7.300 aandelen zoals hij had opgenomen in zijn Claimformulier, maakt de Geschillencommissie op dat die toekenning door Computershare niet (meer) in geschil is.
100. De Claimant voert een aantal overwegingen aan die hem ertoe brachten om in het Claimformulier het aantal tijdens de betrokken periodes gekochte aandelen te vermelden, en niet de totale aandelenpositie die hij aanhield. Daarbij verwijst hij naar zijn bekommernis om het Claimformulier zo correct als mogelijk in te vullen zonder valse, onjuiste of hogere cijfers op te geven. Hij verwijst tevens naar de mogelijke administratieve vergissing die hij bij het invullen van het Claimformulier zou hebben begaan.
101. De Geschillencommissie kan de Claimant hierin niet volgen. Deel II. van het formulier draagt misschien wel een misleidende titel “Overzicht van Transacties in Fortis aandelen”, maar het commentaar zoals vermeld naast elkeen van de in te vullen vakken voor de opgave van het aantal aandelen laat er geen twijfel bestaan over wat er precies dient te worden ingevuld: “Aantal Fortis aandelen gehouden bij het openen van de handel op (...)” en “Aantal Fortis aandelen gehouden bij het sluiten van de handel op (...)” . In de begeleidende instructies voor het invullen van het online Claimformulier staan overigens meerdere verwijzingen naar het aankopen of aanhouden van aandelen en het rapporteren op het Claimformulier van de aangehouden posities zodat ook uit deze toelichtingen kan worden afgeleid dat de aangehouden aandelenposities en niet alleen de aankoopverrichtingen dienden gerapporteerd te worden. De Geschillencommissie verwijst daarbij naar de passages “Indien u Fortis Aandelen heeft gekocht of gehouden op enig moment tussen 28 februari 2007 bij het sluiten van de handel en 14 oktober 2008 bij het sluiten van de handel”, “(...) aangezien ondersteunende documentatie vereist is voor alle bezittingentransacties”, “Geef in de aangewezen schema's van het Claim Form de vereiste informatie en documentatie met
betrekking tot al uw bezittingen van Fortis-aandelen”, “ (...) documenten die de bijzonderheden van uw bezittingen van Fortis-aandelen bevestigen”.
102. De Claimant verklaart bovendien dat hij zich liet bijstaan door een bankier, waarvan kan worden aangenomen dat hij voldoende onderlegd was om het formulier op correcte wijze in te vullen.
103. In het licht van het in voorgaande paragrafen uiteengezet principe is de Geschillencommissie van oordeel dat het Verzoek van de Claimant om eveneens een vergoeding te ontvangen voor de 2.700 Holder Shares tijdens de Periode 2, en voor de 7.000 Holder Shares tijdens de Periode 3 door Computershare terecht niet is gehonoreerd op grond van de vaststellling dat de Claimant niet voor de uiterste datum voor de indiening van het Claimformulier zijn Claim voor deze aandelen had ingediend zoals is voorzien in artikel 4.3.7 van de Schikkingsovereenkomst.
VI. BESLISSING
De Geschillencommissie, op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen:
- Besluit op grond van de niet-naleving van de termijn voorzien in artikel 4.3.7 van de Schikkingsovereenkomst, het Verzoek tot Bindend Advies van de Claimant van 8 september 2021 af te wijzen voor wat betreft zijn verzoek tot vergoeding voor het aanhouden van 2.700 aandelen Fortis tijdens de Periode 2 en voor het aanhouden van
7.000 aandelen Fortis tijdens de Periode 3.
- Bevestigt de in de loop van de procedure voor de Geschillencommissie herziene beoordeling van Computershare zoals geformuleerd in haar brief van 24 september 2021 waarbij zij aan de Claimant een vergoeding toekent voor het aanhouden van 2.700 Buyer Shares Fortis tijdens de Periode 1 en het aanhouden van 4.300 Holder Shares Fortis tijdens de Periode 2, alsmede het aanhouden van 7.000 aandelen Fortis als hoogste positie tijdens de voor de Schikkingsovereenkomst relevante Periode.
Dit Bindend Advies wordt uitgebracht in vier originele, identieke versies, één voor elk van de Partijen, één voor FORsettlement, en één voor de Geschillencommissie.
Aldus uitgebracht op 20 december 2021
De Geschillencommissie:
Xxxx Xxxxx Xxxxxxxxx XXXX
Xxxx-Xxxxxxxx Xxxxxxx