OPRICHTING STICHTING
D106367/mlo/mls
OPRICHTING STICHTING
Op twee november tweeduizend negen
verscheen voor mij, xx Xxxxx Xxx Xxxx, notaris, gevestigd te Delft:
de xxxx Xxxxxx xxx Xxxx, wonende Xxxxxxxxx 00, 0000 XX Xxx Xxxxx, ge- meente Midden-Delfland, geboren te Nieuwland op zeventien november ne- gentienhonderd eenenzestig, gehuwd;
van wie de identiteit door mij, notaris is vastgesteld aan de hand van zijn pas- poort, nummer NY8H0F788, afgegeven door de gemeente Nieuwland op zes- entwintig november tweeduizend zeven;
in deze akte ook te noemen: “de oprichter”.
De verschenen persoon verklaarde het volgende:
- bij deze akte wordt door de oprichter een stichting opgericht;
- de statuten van de stichting worden bij deze akte vastgesteld als volgt:
─────────────────STATUTEN
Artikel 1 – Naam en zetel
De stichting draagt de naam: Stichting acties Lionsclub Delft- Princestad.
2. Plaats van vestiging
De stichting is statutair gevestigd in de gemeente Delft.
Artikel 2 - Doel
1. Doel
De stichting heeft ten doel het verlenen van assistentie en bemiddeling aan en bij de organisatie en uitvoering van acties ter realisering van de charita- tieve, culturele en andere het algemeen nut beogende doelstellingen van de vereniging Lionsclub Delft Princestad, gevestigd te Delft.
Dit kan onder andere door het mede faciliteren van de zelfwerkzaamheid van de leden van deze vereniging daarbij en door middel van fondsenwer- ving en het doen van een beroep op de publieke offervaardigheid. Onder fondsenwerving wordt verstaan dat de daarmee verkregen gelden vrijwillig zijn afgestaan, geen of geen evenredige tegenprestatie vormen voor gele- verde goederen of diensten en dat er geen rechten voor zorg of hulp aan kunnen worden ontleend.
De stichting beoogt niet het maken van winst.
2. Middelen
De stichting tracht dit doel onder meer te bereiken door:
- het aangaan van overeenkomsten die bij de realisatie van de beoogde doelstelling dienstig zijn, zoals met betrekking tot de aankoop en/of verkoop van goederen;
- de verzorging van publiciteit;
- het beheer van geldmiddelen,
alles in de ruimste zin van het woord genomen. De stichting beoogt niet het maken van winst.
Artikel 3 - Geldmiddelen
1. De geldmiddelen van de stichting bestaan uit:
- de eventueel ter gelegenheid van de oprichting van de stichting voor de verwezenlijking van haar doel bijeen gebrachte of te brengen be- dragen of goederen;
- bijdragen van begunstigers, hetzij ineens, hetzij in de vorm van perio- dieke uitkeringen;
- bijdragen van de leden van de serviceclubs, in het bijzonder de ver- eniging Lionsclub Delft Princestad;
- opbrengsten van acties die de Stichting acties Lionsclub Delft- Princestad organiseert;
- subsidies en donaties;
- verkrijgingen krachtens erfstelling, legaat, schenking of gift;
- inkomsten uit belegging van het vermogen van de stichting; en
- alle overige verkrijgingen en baten.
2. Het bestuur besluit over de geldmiddelen.
Artikel 4 – Het bestuur
1. Aantal bestuurders
De stichting wordt bestuurd door het bestuur, dat wordt gevormd door de bestuurders.
Het aantal bestuurders bedraagt ten minste drie.
Het bestuur bepaalt het aantal bestuurders door middel van een besluit van ten minste twee derde van alle in functie zijnde bestuurders. Dat be- sluit kan altijd, mits met gelijke meerderheid, worden gewijzigd.
Als het bestuur op enig moment niet uit het voorgeschreven aantal be- stuurders bestaat, dan zijn de in functie zijnde bestuurders niettemin tot uitoefening van het bestuur bevoegd, onverminderd hun verplichting om onmiddellijk in de vacature(s) te (doen) voorzien.
Voor iedere bestuurder geldt als eis dat er met één of meer andere be- stuurders:
- geen bloedverwantschap of aanverwantschap bestaat binnen de vier- de graad; en
- geen huwelijkse relatie bestaat; en
- geen samenwoningsrelatie bestaat.
2. Benoeming bestuursleden op voordracht van bestuur
De bestuursleden worden benoemd op voordracht van het bestuur van de vereniging Lionsclub Delft Princestad.
Bevat de voordracht de namen van meer personen, dan mag voor de be- noeming van de volgorde in de voordracht worden afgeweken.
Bij elke voordracht worden van de kandidaat in elk geval medegedeeld zijn leeftijd, zijn beroep en de functies die hij vervult en die hij heeft vervuld voorzover die van belang zijn in verband met de vervulling van zijn taak.
3. Voorziening in vacature
In een vacature moet, op initiatief van het bestuur, zo spoedig mogelijk worden voorzien.
Wanneer door nalatigheid, verschil van mening of enige andere reden de benoeming van een bestuurder uitblijft, wordt daarin - overeenkomstig arti- kel 2:299 Burgerlijk Wetboek - voorzien door de bevoegde rechtbank, op verzoek van iedere belanghebbende of op vordering van het openbaar mi- nisterie.
4. Zittingsperiode
De bestuursleden hebben zitting voor een periode van vijf (5) jaren.
Zij zijn slechts éénmaal herbenoembaar. Nadien komen zij pas weer voor benoeming als bestuurslid in aanmerking nadat ten minste één jaar na hun laatste defungeren is verstreken.
Het bestuur stelt aan de hand van de voorgeschreven zittingsduur een rooster van aftreden vast. Daarbij moet worden voorkomen dat het perio- diek aftreden een evenwichtig functioneren van het bestuur in gevaar brengt, om welke reden het bestuur van geval tot geval de zittingsduur van een bestuurder mag verlengen met ten hoogste één jaar.
5. Financiële bepaling
De bestuurders genieten voor hun bestuurswerkzaamheden geen belo- ning. Aan de bestuurders kan geen vacatie- of presentiegeld worden toe- gekend.
De door bestuurders gemaakte onkosten worden vergoed.
Bedrijfsmatige of beroepsmatige leveranties, werkzaamheden of dienstver- lening door een bestuurder aan of ten behoeve van de stichting, behoeven de voorafgaande schriftelijk vastgelegde eenstemmige toestemming van alle overige bestuurders. Hetzelfde geldt als de bestuurder bij deze leve- ranties, werkzaamheden of dienstverlening een indirect belang heeft.
6. Einde bestuurslidmaatschap
Een bestuurder verliest zijn functie:
- door zijn aftreden op grond van het rooster van aftreden;
- door zijn aftreden op eigen verzoek;
- wanneer hij in staat van faillissement wordt verklaard, een regeling in het kader van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen op hem van toepassing wordt verklaard of hij surseance van betaling verkrijgt;
- door zijn overlijden, onder curatelestelling of wanneer over zijn ver- mogen of persoon een bewindvoerder of mentor wordt aangesteld;
- door zijn ontslag krachtens een eenstemmig besluit van alle overige bestuursleden mits ten minste drie bestuursleden in functie zijn;
- door zijn ontslag door de rechtbank.
Een door de rechtbank ontslagen bestuurder is voor een periode van vijf jaar na het ontslag niet herbenoembaar als bestuurder van de stichting.
Artikel 5 – Vertegenwoordiging van de stichting
1. De stichting wordt vertegenwoordigd door:
- het bestuur; óf
- de voorzitter en de secretaris samen; óf
- de voorzitter en de penningmeester samen.
2. Het bestuur kan aan een bestuurder of een derde volmacht verlenen om de stichting binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.
Artikel 6 – Taak en bevoegdheid bestuur
1. Taak
Iedere bestuurder is tegenover de stichting gehouden tot een behoorlijke vervulling van zijn taak als bestuurder.
Bij de vervulling van zijn taak richt iedere bestuurder zich uitsluitend naar het belang van de stichting.
2. Registergoederen
Het bestuur is niet bevoegd tot het aangaan van overeenkomsten tot ver- krijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, tenzij het be- sluit wordt genomen met algemene stemmen van alle in functie zijnde be- stuurders.
3. Zekerheidstelling voor anderen
Het bestuur is niet bevoegd tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een ander sterk maakt of zich tot zekerheid voor een schuld van een ander verbindt.
Artikel 7 - Bestuursvergaderingen
1. Frequentie
Het bestuur vergadert ten minste eenmaal per half jaar en voorts zo dik- wijls als de voorzitter of ten minste twee bestuurders dit gewenst acht(en).
2. Oproeping en notulering
De secretaris roept alle leden van het bestuur schriftelijk waaronder begre- pen per brief, e-mail of telefax, op tot de vergadering. Tussen de dag van verzending van de oproeping en die van de vergadering moeten ten minste zeven dagen liggen. De oproeping bevat een agenda van de te behande- len onderwerpen en waar nodig een toelichting.
De secretaris of een andere door de voorzitter daartoe aangewezen per- soon maakt van het verhandelde in de vergadering notulen op die - nadat zij zijn vastgesteld - door de voorzitter en de secretaris worden onderte- kend.
Ieder lid van het bestuur heeft recht op een door de secretaris uit te reiken en door hem te ondertekenen kopie van de notulen.
3. Vertegenwoordiging door volmacht
Een bestuurder mag zich in de vergadering door een andere bestuurder laten vertegenwoordigen. Daartoe is een aan de voorzitter over te leggen schriftelijke volmacht vereist.
Een bestuurder kan gevolmachtigde zijn voor ten hoogste één bestuurder.
Artikel 8 – Besluitvorming door het bestuur
1. Geldigheid
Het bestuur kan zowel in als buiten vergadering besluiten nemen. Voorzover in deze statuten niet anders is bepaald kan een besluit in de vergadering alleen worden genomen als meer dan de helft van het aantal in functie zijnde bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd is.
Een besluit buiten vergadering vereist eenstemmigheid van alle in functie zijnde bestuurders, waarvan schriftelijk moet blijken.
Als werd gehandeld in strijd met het in deze statuten over de oproeping van de vergadering bepaalde, kan het bestuur niettemin rechtsgeldige be- sluiten nemen, mits de ter vergadering afwezige bestuurders vóór het tijd-
stip van de vergadering hebben verklaard zich niet tegen de besluitvorming te verzetten.
Iedere bestuurder kan één stem uitbrengen.
2. Wijze van stemmen
De stemmingen geschieden mondeling, tenzij een bestuurder schriftelijke stemming verlangt.
3. Vereiste meerderheid
Voorzover in deze statuten niet anders is bepaald, worden besluiten ge- nomen met volstrekte meerderheid van stemmen.
4. Staken van stemmen
Mocht bij stemming over de benoeming van personen bij eerste stemming geen volstrekte meerderheid worden verkregen, dan zal een nieuwe stemming plaats hebben. Als ook dan geen volstrekte meerderheid verkre- gen wordt, zal bij een tussenstemming worden beslist tussen welke perso- nen zal worden herstemd.
Staken de stemmen bij verkiezing van personen, dan beslist het lot; staken de stemmen bij een andere stemming dan is het voorstel verworpen.
Artikel 9 - Donateurs
1. Begrip
Donateurs zijn zij die zich hebben verplicht de stichting door middel van een of meer door het bestuur vast te stellen bijdragen financieel te steunen en als zodanig door het bestuur zijn toegelaten. De verplichting tot betaling van een jaarlijkse bijdrage eindigt eerst met ingang van het boekjaar dat volgt op het boekjaar waarin het donateurschap is geëindigd.
2. Rechten donateurs
Donateurs hebben toegang tot door het bestuur te bepalen, van de stich- ting uitgaande, evenementen, kosteloos of tegen verminderd tarief.
Artikel 10 – Boekjaar, financiële administratie en archief
1. Boekjaar
Het boekjaar van de stichting loopt van één juli tot en met dertig juni van het jaar daaropvolgend.
2. Administratie en archief
Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting en van alles betreffende de werkzaamheden van de stichting, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gege- vensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de stichting kunnen worden gekend.
3. Jaarstukken
Het bestuur is verplicht om jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de balans en de staat van baten en lasten van de stichting te ma- ken en op papier te stellen.
Artikel 11 - Statutenwijziging
1. Bevoegdheid en besluitvorming
Het bestuur is bevoegd de statuten te wijzigen.
Het besluit daartoe kan slechts worden genomen met een meerderheid van ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen in een vergade-
ring waarin alle bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
Als op deze vergadering niet alle bestuurders aanwezig of vertegenwoor- digd zijn, zal - niet eerder dan twee weken en niet later dan zes weken na de eerste vergadering - een nieuwe vergadering kunnen worden gehou- den. In die nieuwe vergadering kan dan - met behoud van vermelde meer- derheid van stemmen - tot statutenwijziging worden besloten, mits meer dan de helft van het aantal in functie zijnde bestuurders aanwezig of verte- genwoordigd is.
Bij de oproeping tot de vergadering, waarin een voorstel tot statutenwijzi- ging zal worden gedaan, dient dat te worden vermeld. Tevens dient een afschrift van het voorstel, dat de woordelijke tekst van de voorgestelde wij- ziging bevat bij de oproeping te worden gevoegd.
2. Uitvoering
Het bestuur draagt zorg voor de uitvoering van het besluit. De statutenwij- ziging komt tot stand door middel van een daartoe op te maken notariële akte. Iedere bestuurder is bevoegd daarbij namens de stichting op te tre- den, onder overlegging aan de notaris van het stuk of de stukken waaruit van het rechtsgeldig besluit tot wijziging blijkt.
Een authentiek afschrift van de akte van wijziging en een doorlopende tekst van de gewijzigde statuten moeten worden neergelegd bij het Han- delsregister.
Artikel 12 – Ontbinding van de stichting, fusie, splitsing
1. Ontbindingsbesluit
Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden.
Voor het besluit tot ontbinding gelden dezelfde regels als hiervoor opge- nomen voor het besluit tot statutenwijziging.
Het besluit tot ontbinding geeft zo mogelijk ook aan welke bestemming wordt gegeven aan het na vereffening blijkende vereffeningssaldo.
Het vereffeningssaldo moet worden bestemd voor een doel dat het doel van de stichting zoveel mogelijk nabij komt.
Als de stichting op het tijdstip van haar ontbinding geen baten meer heeft, houdt zij op te bestaan. In dat geval doet het bestuur daarvan opgave aan het Handelsregister.
De boeken en bescheiden van de ontbonden stichting blijven gedurende zeven jaar nadat de stichting heeft opgehouden te bestaan onder bewaring van de door het bestuur bij het besluit tot ontbinding aangewezen persoon. Binnen acht dagen na het ingaan van zijn bewaarplicht moet de aangewe- zen bewaarder zijn naam en adres opgeven aan het Handelsregister.
2. Andere oorzaak
De stichting wordt bovendien ontbonden:
- door insolventie nadat de stichting in staat van faillissement is ver- klaard of door opheffing van het faillissement wegens de toestand van de boedel;
- door een daartoe strekkende rechterlijke uitspraak in de bij de wet ge- noemde gevallen.
3. Fusie of splitsing
Voor een besluit tot fusie of splitsing van de stichting gelden dezelfde re-
gels van besluitvorming als voorgeschreven voor een statutenwijziging, onverminderd de eisen van de wet.
Artikel 13 - Vereffening
1. Vereffenaars
De vereffening van het vermogen van de ontbonden stichting en de afwik- keling van haar zaken geschiedt door het bestuur.
2. Stichting in liquidatie
De stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan indien en voor zover dit voor de vereffening van haar zaken nodig is.
Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten voor zo- veel mogelijk en nodig van kracht.
In stukken en aankondigingen die van de stichting uitgaan, moeten aan de naam van de stichting worden toegevoegd de woorden “in liquidatie”.
3. Bestemming vereffeningssaldo
Voor zover dat nog geen deel uitmaakt van het ontbindingsbesluit, bepaalt het bestuur welke bestemming, na betaling van alle schulden, aan de overgebleven bezittingen van de stichting (het vereffeningssaldo) zal wor- den gegeven, met dien verstande, dat het saldo moet worden bestemd voor een doel dat het doel van de stichting zoveel mogelijk nabij komt.
Voor dit nader besluit tot bestemming van het vereffeningssaldo gelden dezelfde vereisten als gelden voor het besluit tot ontbinding.
De vereffening eindigt op het tijdstip waarop geen aan de vereffenaars be- kende baten meer aanwezig zijn.
De stichting houdt in geval van vereffening op te bestaan op het tijdstip waarop de vereffening eindigt. De vereffenaars doen daarvan opgave aan het Handelsregister.
Artikel 14 – Reglementen
Het bestuur kan een huishoudelijk reglement of andere reglementen vast- stellen, wijzigen of intrekken. Een reglement mag niet in strijd zijn met de statuten of de wet en evenmin onderwerpen bevatten die naar het gelden- de recht in statuten behoren te worden geregeld.
Artikel 15 – Onvoorziene gevallen
In alle gevallen waarin door de statuten of de wet niet is voorzien, beslist het bestuur.
—————————— SLOTVERKLARINGEN
De verschenen persoon verklaarde xxxxxxxxx:
Eerste bestuur
Door de oprichter wordt het eerste aantal bestuurders vastgesteld op drie en worden tot eerste bestuurders benoemd:
1. de xxxx Xxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxxxx, wonende Xxxx Xxxxx 000, 0000 XX Xxxxx, geboren te Leiden op vijfentwintig maart negentienhonderd vijfenvijftig;
2. de xxxx Xxxxxx Xxxxx Xxxxxx, wonende Xxxxxxxxxxx 000, 0000 XX Xxxxx, geboren te Amsterdam op tien december negentienhonderd zesenveertig;
3. de genoemde xxxx Xxxxxx xxx Xxxx.
De benoeming van de bestuurders is voor vijf (5) jaar.
De onder 1, 2 en 3 genoemde personen vervullen de functie van respectievelijk voorzitter, secretaris en penningmeester.
Inschrijving in het Handelsregister
Het bestuur draagt zorg voor onmiddellijke eerste inschrijving van de stichting in het handelsregister, mede om te voorkomen dat bestuurders door het ont- breken daarvan eventueel persoonlijk aansprakelijk kunnen zijn voor verbinte- nissen van de stichting.
Eerste boekjaar
Het eerste boekjaar van de stichting eindigt op dertig juni tweeduizend tien.
Adres
Het adres van de stichting is: Xxxxxxxxxxx 000, 0000 XX Xxxxx.
Woonplaatskeuze
De oprichter kiest voor alles wat deze akte betreft woonplaats op het kantoor van de notaris, bewaarder van deze akte.
SLOT VAN DE AKTE
WAARVAN AKTE te Delft is verleden op de datum in het hoofd van deze akte vermeld.
De verschenen persoon is mij, notaris, bekend.
De inhoud van de akte is aan de verschenen persoon zakelijk opgegeven en toegelicht.
De verschenen persoon heeft verklaard van de inhoud van de akte kennis te hebben genomen en daarmee in te stemmen.
Daarna is deze akte door mij, notaris, beperkt voorgelezen en onmiddellijk daarna door de verschenen persoon en mij, notaris, ondertekend.