Reglement Auditcommissie Stichting Examinering VOMES
Reglement Auditcommissie Stichting Examinering VOMES
ARTIKEL 1 ALGEMEEN EN TOEPASSINGSGEBIED
1.1. Dit reglement is van toepassing op de Auditcommissie van de Stichting Veilig Omgaan met Explosieve Stoffen (hierna RI) en wordt vastgesteld door het bestuur.
1.2. Het voorliggende reglement omvat de uitwerking van de “Overeenkomst voor de aanwijzing van de Stichting Examinering VOMES als examenstichting van de Stichting Veilig Omgaan met Explosieve Stoffen” (hierna Overeenkomst) ter zake het onafhankelijk toezicht op de examen- instelling (hierna EI) zoals bedoeld in artikel 7.1 van die overeenkomst.
1.3. Voor de in dit Reglement gehanteerde termen en begrippen geldt hetgeen is bepaald in het Registratieschema voor het register Veilig Omgaan met Explosieve Stoffen en de Overeenkomst, tenzij in dit reglement anders is bepaald.
1.4. Over zaken waarin dit Reglement niet voorziet, besluit het Bestuur.
ARTIKEL 2 TAAK VAN DE AUDITCOMMISSIE EN NORMATIEVE DOCUMENTEN
2.1 De Auditcommissie heeft als taak om periodiek te beoordelen of de EI voldoet aan de eisen in het Registratieschema en de Overeenkomst, alsmede om periodiek te beoordelen of de examens conform de eisen in voornoemde documenten worden afgenomen.
2.2 De beoordeling van de EI door de Auditcommissie vindt plaats aan de hand van de eisen gesteld in de laatst geldende versies van de volgende documenten:
a) het Registratieschema;
b) de Overeenkomst;
c) het door de RI op grond van het Registratieschema vastgestelde Examenreglement;
d) de door de RI vastgestelde interpretatiedocumenten.
ARTIKEL 3 SAMENSTELLING VAN DE AUDITCOMMISSIE
3.1 De Auditcommissie bestaat uit een of twee auditoren.
3.2 Bij de benoeming van de leden van de Auditcommissie wordt rekening gehouden met de volgende profieleisen:
a) professionele en onafhankelijke werkhouding;
b) goede communicatieve vaardigheden;
c) in staat om in een commissie samen te werken;
d) ervaring met het beoordelen / auditen van organisaties;
e) onafhankelijk ten opzichte van de Examen-Instelling;
f) kennis en ervaring met het examineren van personen (ten minste voor één van de commissieleden);
g) affiniteit met het werkveld van de competentieprofielen in het Registratieschema (ten minste voor één van de commissieleden);
h) in staat om de bevindingen van de audit te vertalen naar een adequate rapportage.
3.3 Het bestuur kan besluiten om een conformiteitbeoordelende instelling aan te wijzen voor het uitvoeren van onafhankelijk toezicht zoals bedoeld in dit reglement. De benoeming van de Auditcommissie vindt dan plaats door deze conformiteit beoordelende instelling met inachtneming van de bepalingen in dit reglement.
3.4 Het bestuur kan een lid van de Auditcommissie wraken om reden van integriteit en / of functioneren. Indien het bestuur voornemens is om één of beide van de leden van de Auditcommissie te wraken, worden de leden van de Auditcommissie, en indien van toepassing de examen-instelling, in de gelegenheid gesteld hun zienswijze te geven.
ARTIKEL 4 WERKWIJZE VAN DE AUDIT VAN DE EXAMEN-INSTELLINGEN
4.1 De Auditcommissie voert jaarlijks een audit uit van de examen-instelling, waarbij onderscheid wordt gemaakt in de algemene beoordeling en de beoordeling van examens.
4.2 De tijdsbesteding voor de algemene beoordeling bedraagt 8 uur, inclusief voorbereiding en rapportage. De Auditcommissie bepaalt zelf de werkverdeling.
4.3 De beoordeling van examens bestaat uit het jaarlijks beoordelen van een theorie-examen, een praktijkexamen en een portfoliogesprek. De tijdsbesteding is als volgt: 4 uur per beoordeling, inclusief voorbereiding en rapportage.
4.4 De beschikbare tijd voor het beoordelen van corrigerende maatregelen naar aanleiding van geconstateerde afwijkingen zoals bedoeld in artikel 5, bedraagt 2 uur per afwijking.
4.5 Als hulpmiddel voor de beoordeling wordt door de Auditcommissie de als bijlage bij dit reglement opgenomen auditlijst gehanteerd.
4.6 De Auditcommissie rapporteert de resultaten van de audit. De Auditcommissie zorgt zelf voor een rapportageformat. Het rapport wordt toegezonden aan de EI en aan het bestuur van de RI.
4.7 De Auditcommissie stelt het bestuur van de RI in kennis van geconstateerde kritieke afwijkingen en adviseert het bestuur in geval van het niet tijdig treffen van corrigerende maatregelen door de examen-instelling over de te treffen maatregelen zoals bedoeld in artikel 5.
ARTIKEL 5 AFWIJKINGEN EN MAATREGELEN
5.1 Door de Auditcommissie vastgestelde afwijkingen worden door de Auditcommissie ingedeeld in kritieke afwijkingen, niet kritieke afwijkingen en aanbevelingen.
5.2 Niet kritieke afwijking:
a) Onder een niet kritieke afwijking wordt verstaan: een door de Auditcommissie geconstateerde tekortkoming die (nog) geen directe gevolgen heeft voor de kwaliteit van de uitvoering van de examinering, maar hier wel toe kan leiden.
b) De hersteltermijn voor een niet-kritieke afwijking bedraagt maximaal 6 maanden.
c) Uiterlijk na 5 maanden rapporteert de examen-instelling aan de Auditcommissie over de wijze waarop de afwijking is gecorrigeerd en hoe is geborgd dat herhaling wordt voorkomen.
d) De Auditcommissie beoordeelt de corrigerende maatregelen. In voorkomende gevallen kan de Auditcommissie besluiten tot het doen van een extra audit.
e) Een niet tijdig en / of niet adequaat gecorrigeerde afwijking wordt aangemerkt als een kritieke afwijking.
5.3 Kritieke afwijking:
a) Onder een kritieke afwijking wordt verstaan: een door de Auditcommissie geconstateerde tekortkoming die directe gevolgen heeft of kan hebben voor de kwaliteit van de uitvoering van de examinering.
b) De hersteltermijn voor een niet-kritieke afwijking bedraagt maximaal 3 maanden, dan wel een kortere termijn indien dat naar het oordeel van de Auditcommissie vereist is.
c) Uiterlijk na 2 maanden rapporteert de examen-instelling aan de Auditcommissie over de wijze waarop de afwijking is gecorrigeerd en hoe is geborgd dat herhaling wordt voorkomen. In geval van een kortere hersteltermijn geldt een door de Auditcommissie te bepalen termijn voor rapportage.
d) De Auditcommissie beoordeelt de corrigerende maatregelen. In voorkomende gevallen kan de Auditcommissie besluiten tot het doen van een extra audit.
5.4 Aanbevelingen van de Auditcommissie worden betrokken bij de eerstvolgende beoordeling van de examen-instelling door de Auditcommissie.
5.5 Ingeval van een kritieke afwijking waarvoor niet tijdig corrigerende maatregelen zijn getroffen, adviseert de Auditcommissie het bestuur tot de op te leggen maatregel, inhoudende:
a) schorsing van de bevoegdheid tot het afnemen van examens of schorsing tot het afnemen van bepaalde examens;
b) ontbinding van de overeenkomst met de examen-instelling.
5.6 Indien het bestuur voornemens is om op advies van de Auditcommissie een maatregel op te leggen, wordt de examen-instelling van dit voornemen schriftelijk en onder opgave van reden in kennis gesteld. De examen-instelling wordt daarbij in de gelegenheid gesteld om binnen 14 dagen schriftelijk een zienswijze in te brengen en om deze mondeling toe te lichten.
5.7 Indien de examen-instelling het niet eens is met de opgelegde maatregel wordt dit aangemerkt als een geschil zoals bedoeld in de overeenkomst tussen de RI en de examen-instelling, waarop artikel 11.3 van de overeenkomst van toepassing is.
ARTIKEL 6 KOSTENREGELING
6.1 De vergoedingsregeling van de (de leden van) de Auditcommissie wordt geregeld in een separate overeenkomst.
Bijlage: auditlijst
Deze auditlijst bevat alle eisen die vanuit de Overeenkomst met SZW, het Arbobesluit, de Arboregeling en het Registratieschema worden gesteld aan de Stichting Examinering VOMES en wordt gebruikt bij de externe toetsing van de Stichting Examinering VOMES.
Bron | Betreft element: | Toetsing | |
D | I | ||
Ovk VE 3.1 | Is het examenprotocol zoals opgesteld door de Stichting Examinering VOMES gepubliceerd op de website van de Stichting VOMES | ||
Ovk VE 3.1 | De Stichting Examinering VOMES stelt reglementen, protocollen en procedures voor het afnemen van examens en onderhoudt deze. | ||
Ovk VE 3.1 | De Stichting Examinering VOMES beheert een itembank met examenvragen en examenopdrachten voor de verschillende competentieniveaus. | ||
Ovk VE 3.1 | De Stichting Examinering VOMES geeft verklaringen af waaruit blijkt dat wordt voldaan aan de deskundigheidseisen in het Registratieschema. | ||
Ovk VE 3.2 | De Stichting Examinering VOMES besteedt de taken onderhoud van itembank, het afnemen van examens en het afgeven van verklaringen niet uit (Het is wel toegestaan om voor de uitvoering van taken derden in te schakelen.) | ||
Ovk VE 5.3 | Examinatoren zijn onafhankelijk en onpartijdig ten opzichte van examenkandidaten. | ||
Ovk VE 5.3 | Examinatoren hebben kennis van het Registratieschema en de werkzaamheden waarop het Registratieschema betrekking heeft. | ||
Ovk VE 5.3 | Examinatoren voldoen aan de eisen uit het examenreglement en/of -protocol en zijn in staat de examenprocedures en procedures uit het examenreglement en/of -protocol toe te passen. | ||
Ovk VE 5.3 | Examinatoren zijn competent tot het uitvoeren van examens. | ||
Ovk VE 5.3 | Examinatoren kunnen zowel in geschrift als mondeling helder communiceren. | ||
Ovk VE 5.3 | Examinatoren houden examenvragen en -opdrachten geheim zodat kandidaten die niet van te voren kunnen weten. | ||
Ovk VE 5.3 | Examinatoren zijn niet de opleider of bijscholer van de kandidaat en hebben evenmin een ander type relatie met hem of haar die afbreuk aan de onafhankelijkheid en onpartijdigheid. | ||
Ovk VE 5.3 | Examinatoren onderkennen mogelijke belangenconflicten en zorgen ervoor dat door hen genomen beslissingen onpartijdig zijn. | ||
Ovk VE 5.4 | De betrouwbaarheid van de oordelen van examinatoren wordt door de Stichting Examinering VOMES intern bewaakt op basis van een bewakingsprogramma dat observatie bij de uitvoering van examens, beoordeling van rapporten van examinatoren en evaluatie van feedback van kandidaten kan omvatten. Wanneer tekortkomingen worden aangetroffen worden herstelmaatregelen getroffen. | ||
Ovk VE 5.5 | Als een examinator een potentieel belangenconflict heeft bij het examineren van een kandidaat, neemt de Examen Instelling maatregelen om de vertrouwelijkheid, de onafhankelijkheid en de onpartijdigheid van de examinering te borgen. Deze maatregelen worden geadministreerd. | ||
Ovk VE 6.1 | Uiterlijk binnen 6 maanden na afloop van het kalenderjaar rapporteert de Stichting Examinering VOMES aan de Stichting VOMES over haar examenactiviteiten het afgelopen jaar. De rapportage bevat in ieder geval informatie over: a. het aantal afgenomen examens per competentieniveau en de resultaten (geslaagd,gezakt en herkansingen); b. bezwaren die zijn ingediend, de hoofredenen daarvan en de genomen beslissingen; c. resultaten van het interne bewakingsprogramma; d. beschrijving van de organisatiestructuur en ontwikkelingen in het achterliggende jaar; e. met derden afgesloten overeenkomsten voor de uitvoering van taken; f. financieel verslag. |
Ovk VE 7.1 | De Stichting Examinering VOMES verleent alle medewerking aan het onafhankelijk toezicht en informeert de Stichting VOMES en de onafhankelijke toezichthouder(s) terstond over alle zaken die van belang zijn voor het toezicht. | ||
Ovk VE 7.2 | Indien de onafhankelijke toezichthouder(s) een tekortkoming constateert, wordt de Stichting Examinering VOMES een redelijke termijn gegeven om deze te herstellen en informeert zij de Stichting VOMES over de genomen maatregel of maatregelen. Indien de Stichting Examinering VOMES meent dat de tekortkoming geheel of gedeeltelijk niet terecht is, kan zij dit binnen twee weken na de rapportage van de toezichthouder(s) onderbouwd voorleggen aan de Stichting VOMES. | ||
RS 4.1 | De examens worden afgenomen door de examen-instelling waarmee de registratie-instelling een overeenkomst heeft afgesloten | ||
RS 4.2 | Is een examenreglement van toepassing en zijn de vereiste aspecten opgenomen: | ||
RS 4.2 | de procedure van aanmelding door kandidaten bij de examen-instelling | ||
RS 4.2 | de wijze van identificatie van de kandidaat | ||
RS 4.2 | regels voor toelating en afwezigheid; | ||
RS 4.2 | gedragsregels voor examenkandidaten | ||
RS 4.2 | regeling alternatieve examinering | ||
RS 4.2 | normering voor slagen en afwijzen | ||
RS 4.2 | bekendmaking van de examenuitslag door de examen-instelling aan de kandidaat | ||
RS 4.2 | bewaartermijn van de examendocumenten of digitale scans daarvan zoals uitwerkingen en beoordelingsformulieren | ||
RS 4.2 | het recht van de kandidaat tot inzicht in zijn beoordeling | ||
RS 4.2 | geldigheidsduur van examenonderdelen (het theorie-examen, het praktijkexamen en eventuele andere onderdelen) in verband met herkansingsmogelijkheden | ||
RS 3.1 | Is voldaan aan de algemene entree eisen van een kandidaat? | ||
RS 3.1 | Is de kandidaat 18 jaar of ouder? | ||
RS 3.1 | Kan de kandidaat communiceren in taal waarin het examen wordt afgenomen? | ||
RS 3.1 | Is een geldig identiteitsbewijs getoond? | ||
RS 3.4 | Zijn de kosten voor examinering vermeld op de website | ||
RS 4.1 | Geschiedt de examinering onder verantwoordelijkheid van de registratie instelling | ||
RS 4.3 | Medewerkers van de examen-instelling zorgen er voor dat kandidaten niet op voorhand kennis hebben kunnen nemen van de examenvragen en/of opdrachten | ||
RS 4.4 | Zijn de eindtermen in de itembank gebaseerd op de bijlage uit het schema | ||
RS 4.4 | Worden de vragen en opdrachten bij specifieke examens uitsluitend ontleend aan de itembank | ||
RS 4.5 | Kan een kandidaat binnen zes maanden een of meerdere examenonderdelen – waarvoor een onvoldoende is behaald – opnieuw afleggen | ||
RS I | Basis kennis VOMES | ||
RS I.1 | Entree eisen | ||
RS I.1 | de kandidaat is 18 jaar of ouder; en | ||
RS I.1 | de kandidaat kan tijdens het examen communiceren in de taal waarin het examen wordt | ||
RS I.2 | Zijn examenvragen gebaseerd op toetstermen welke zijn uitgewerkt op basis van de eindtermen uit het schema | ||
RS I.2 | Bestaat het examen Basiskennis uit een theorie examen van 20 meerkeuzevragen | ||
RS I.2 | Wordt over elke eindterm 10 meerkeuze vragen gesteld | ||
RS I.2 | Levert elke meerkeuze vraag 2 punten op | ||
RS I.2 | Wordt per eindterm voldaan aan de minimum score van 60% | ||
RS I.2 | Wordt over het gehele examen voldaan aan de cesuur van 70% | ||
RS I.2 | Is voor het examen 90 minuten beschikbaar | ||
RS I.3 | Wordt voldaan aan de eindtermen van het schema (BV.01 – BV02.15) | ||
Basis kennis OOO | |||
RS II | Entree eisen | ||
RS II.1 | de kandidaat is 18 jaar of ouder; en | ||
RS II.1 | de kandidaat kan tijdens het examen communiceren in de taal waarin het examen wordt | ||
RS II.1 | Zijn examenvragen gebaseerd op toetstermen welke zijn uitgewerkt op basis van de eindtermen uit het schema | ||
RS II.2 | Bestaat het examen Basiskennis uit een theorie examen van 25 meerkeuzevragen | ||
RS II.2 | Wordt over elke eindterm meerkeuze vragen gesteld | ||
RS II.2 | Levert elke meerkeuze vraag 2 punten op |
RS II.2 | Wordt per eindterm voldaan aan de minimum score van 60% | ||
RS II.2 | Wordt over het gehele examen voldaan aan de cesuur van 70% | ||
RS II.2 | Is voor het examen 120 minuten beschikbaar | ||
RS II.3 | Wordt voldaan aan de eindtermen van het schema (BS.01.01 – BS.03.08) | ||
RS III | Assistent Deskundige OOO | ||
Entree eisen | |||
RS III.1 | de kandidaat is 18 jaar of ouder; en | ||
RS III.1 | de kandidaat kan tijdens het examen communiceren in de taal waarin het examen wordt | ||
RS III.1 | Zijn examenvragen gebaseerd op toetstermen welke zijn uitgewerkt op basis van de eindtermen uit het schema | ||
RS III.2 | Wordt voldaan aan de drie afzonderlijke examen onderdelen | ||
Theorie examen | |||
RS III.2 | Is voor het theorie examen 180 minuten beschikbaar | ||
RS III.2 | Wordt over elke eindterm meerkeuze vragen gesteld | ||
RS III.2 | Levert elke meerkeuze vraag 2 punten op | ||
RS III.2 | Wordt per eindterm voldaan aan de minimum score van 60% | ||
RS III.2 | Wordt over het gehele examen voldaan aan de cesuur van 70% | ||
Praktijkexamen | |||
RS III.2 | Is het praktijkexamen gebaseerd op de toetstermen AS.03.05.01 AS.03.05.02 AS.03.06.05 en AS03.07.05 | ||
RS III.2 | Bestaat het praktijkexamen uit twee opdrachten t.w.: | ||
RS III.2 | Realtime detectie | ||
RS III.2 | (non) realtime detectie | ||
RS III.2 | Zijn beide examens met een voldoende en zonder KO afgerond | ||
RS III.2 | Is voor elke praktijkopdracht 60 minuten beschikbaar | ||
RS III.2 | Is het voor examen binnen 6 maanden een volledige herkansing gedaan | ||
OO herkenningsexamen | |||
RS III.2 | Bestaat het herkenningsexamen uit een foto- en een veld-herkenning | ||
RS III.2 | Worden de juiste aantallen ontplofbare oorlogsresten getoond (8 resp. 7) | ||
RS III.2 | Is het maximaal te behalen aantal punten 150 | ||
RS III.2 | Is de cesuur vastgesteld op 80 % (120 punten) | ||
RS III.2 | Is voor het theorie examen 60 minuten beschikbaar | ||
RS III.3 | Wordt voldaan aan de eindtermen van het schema (BV.01 – AS.03.09.02) | ||
Deskundige OOO | |||
RS IV.1 | Entree eisen | ||
RS IV.1 | de kandidaat is 18 jaar of ouder; en | ||
RS IV.1 | de kandidaat kan tijdens het examen communiceren in de taal waarin het examen wordt | ||
RS IV.1 | Beschikt de kandidaat over een geldige of verlopen registratie ass. deskundige ooo of WCSC -OCE | ||
RS IV.1 | Beschikt de kandidaat over de benodigde ervaring van minimaal 2 jaar projectervaring assistent OOO of ass. deskundige WSCS-OCE (voor | ||
RS IV.1 | Zijn examenvragen gebaseerd op toetstermen welke zijn uitgewerkt op basis van de eindtermen uit het schema | ||
RS IV.1 | Wordt voldaan aan de drie afzonderlijke examen onderdelen | ||
Theorie examen | |||
RS IV.2 | Is voor het theorie examen 180 minuten beschikbaar | ||
RS IV.2 | Bestaat het theorie examen uit 80 meerkeuze en vijf open vragen | ||
RS IV.2 | Wordt over elke onderwerpen (BV AS DS) meerkeuze vragen gesteld | ||
RS IV.2 | Levert elke meerkeuze vraag 2 punten op | ||
RS IV.2 | Wordt per eindterm voldaan aan de minimum score van 60% | ||
RS IV.2 | Wordt over het gehele examen voldaan aan de cesuur van 70% | ||
Praktijkexamen | |||
RS IV.2 | Is het praktijk examen gebaseerd op de toetstermen DS.04.08.01 DS.04.10.01 en DS.04.13 | ||
RS IV.2 | Bestaat het praktijkexamen uit twee opdrachten t.w.: | ||
RS IV.2 | Opsporen OO (detecteren, lokaliseren, benaderen, identificeren en advies tijdelijk veiligstellen | ||
RS IV.2 | Interpreteren meetdata dieptedetectie | ||
RS IV.2 | Zijn beide examens met een voldoende en zonder KO afgerond | ||
RS IV.2 | Is voor het praktijkexamen 120 minuten beschikbaar | ||
RS IV.2 | Bij een herkansing | ||
RS IV.2 | Is het voor examen binnen 6 maanden een volledige herkansing gedaan | ||
RS IV.2 | OO identificatie examen | ||
RS IV.2 | Bestaat het herkenningsexamen uit een foto- en een veld-herkenning | ||
RS IV.2 | Worden de juiste aantallen ontplofbare oorlogsresten getoond (8 resp. 7) |
RS IV.2 | Is het maximaal te behalen aantal punten 450 | ||||
RS IV.2 | Is de cesuur vastgesteld op 80 % (360 punten) | ||||
RS IV.2 | Is voor het examen 120 minuten beschikbaar | ||||
RS IV.2 | Is voor het praktijkexamen 180 minuten beschikbaar | ||||
RS IV.2 | Wordt voor dit examen onderdeel een camera en meetinstrument ter beschikking gesteld | ||||
RS IV.2 | Wordt voldaan aan de eindtermen van het schema | ||||
RS V | Sr. Deskundige OOO | ||||
Entree eisen | |||||
RS V.1 | de kandidaat is 18 jaar of ouder; en | ||||
RS V.1 | de kandidaat kan tijdens het examen communiceren in de taal waarin het examen wordt | ||||
RS V.1 | Beschikt de kandidaat over een geldige of verlopen registratie ass. deskundige ooo of WCSC -OCE | ||||
RS V.1 | Beschikt de kandidaat over de benodigde ervaring van minimaal 2 jaar projectervaring assistent OOO of ass. deskundige WSCS-OCE | ||||
RS V.1 | Zijn examenvragen gebaseerd op toetstermen welke zijn uitgewerkt op basis van de eindtermen uit het schema | ||||
RS V.1 | Wordt voldaan aan de drie afzonderlijke examen onderdelen | ||||
Theorie examen | |||||
RS V.2 | Is voor het theorie examen 180 minuten beschikbaar | ||||
RS V.2 | Bestaat het theorie examen uit 60 meerkeuze en 13 open vragen | ||||
RS V.2 | Wordt over elke onderwerpen (BV AS DS) meerkeuze vragen gesteld | ||||
RS V.2 | Levert elke meerkeuze vraag 2 punten op | ||||
RS V.2 | Wordt per eindterm voldaan aan de minimum score van 60% | ||||
RS V.2 | Wordt over het gehele examen voldaan aan de cesuur van 70% | ||||
Praktijkexamen | |||||
RS V.2 | Is het praktijk examen gebaseerd op de toetstermen DS.04.08.01 DS.04.10.01 en DS.04.13 | ||||
RS V.2 | Bestaat het praktijkexamen uit twee opdrachten t.w.: | ||||
RS V.2 | Opsporen OO (detecteren, lokaliseren, benaderen, identificeren en advies tijdelijk veiligstellen | ||||
RS V.2 | Interpreteren meetdata dieptedetectie | ||||
RS V.2 | Zijn beide examens met een voldoende en zonder KO afgerond | ||||
RS V.2 | Is voor het praktijkexamen 120 minuten beschikbaar | ||||
RS V.2 | Bij een herkansing | ||||
RS V.2 | OO identificatie examen inclusief munitie voor en na WO II | ||||
RS V.2 | Bestaat het herkenningsexamen uit een foto- en een veld-herkenning | ||||
RS V.2 | Worden de juiste aantallen ontplofbare oorlogsresten getoond (8 resp. 7) | ||||
RS V.2 | Is het maximaal te behalen aantal punten 450 | ||||
RS V.2 | Is de cesuur vastgesteld op 80 % (360 punten) | ||||
RS V.2 | Is voor het examen 180 minuten beschikbaar | ||||
RS V.2 | Wordt voldaan aan de eindtermen van het schema (BV.01 – AS.03.09.02) | ||||
RS V.2 | Wordt ook getoetst op identificatie van munitie van voor en na WO II | ||||
RS V.2 | Is voor het praktijkexamen 180 minuten beschikbaar | ||||
RS V.2 | Wordt voor dit examen onderdeel een camera en meetinstrument ter beschikking gesteld | ||||
RS.V.2 | Wordt voldaan aan de eindtermen van het schema | ||||
XX.XX | Schietmeester | ||||
RS.VI.1 | Entree eisen | ||||
RS.VI.1 | de kandidaat is 18 jaar of ouder; en | ||||
RS.VI.1 | de kandidaat kan tijdens het examen communiceren in de taal waarin het examen wordt | ||||
Theorie-examen | |||||
RS.VI.2 | Zijn examenvragen gebaseerd op toetstermen welke zijn uitgewerkt op basis van de eindtermen uit het schema | ||||
RS.VI.2 | Bestaat het examen Basiskennis uit een theorie examen van 40 meerkeuzevragen | ||||
RS.VI.2 | Wordt over elke eindterm meerkeuze vragen gesteld | ||||
RS.VI.2 | Levert elke meerkeuze vraag 2 punten op | ||||
RS.VI.2 | Wordt per eindterm voldaan aan de minimum score van 60% | ||||
RS.VI.2 | Wordt over het gehele examen voldaan aan de cesuur van 70% | ||||
RS.VI.2 | Is voor het theorie-examen 150 minuten beschikbaar | ||||
Praktijkexamen | |||||
RS.VI.2 | Is de vrijstellingsprocedure praktijkexamen correct doorlopen, zie ook interpretatieblad i-0004 | ||||
RS.VI.2 | Wordt voldaan aan de eindtermen van het schema | ||||
Kenmerk: VOMES-013 | Versie: 2024-01 | Pagina 7 van 9 | |||
Titel: Reglement Auditcommissie | Vastgesteld door het bestuur VOMES d.d. 14-06-2024 |
RS.VIII | Springmeester IR | ||
Entree-eisen | |||
RS.VIII.1 | Is de kandidaat is 18 jaar of ouder; en | ||
RS.VIII.1 | Kan de kandidaat kan tijdens het examen communiceren in de taal waarin het examen wordt | ||
Theorie-examen | |||
RS.VIII.2 | Zijn examenvragen gebaseerd op toetstermen welke zijn uitgewerkt op basis van de eindtermen uit het schema | ||
RS.VIII.2 | Bestaat het examen Basiskennis uit een theorie examen van 70 meerkeuzevragen | ||
RS.VIII.2 | Wordt over elke eindterm meerkeuze vragen gesteld | ||
RS.VIII.2 | Levert elke meerkeuze vraag 2 punten op | ||
RS.VIII.2 | Wordt per eindterm voldaan aan de minimum score van 60% | ||
RS.VIII.2 | Wordt over het gehele examen voldaan aan de cesuur van 70% | ||
RS.VIII.2 | Is voor het examen 180 minuten beschikbaar | ||
Praktijkexamen | |||
RS.VIII.2 | Is het praktijkexamen volgens de procedure verlopen (nog niet van toepassing) | ||
RS.VIII.2 | Is de vrijstellingsprocedure praktijkexamen correct doorlopen, zie ook i-0004 | ||
RS.VIII.2 | Wordt voldaan aan de eindtermen van het schema | ||
RS.VII | Springmeester 1 en 2 | ||
Entree-eisen | |||
RS.VII.1 | Is de kandidaat is 18 jaar of ouder; en | ||
RS.VII.1 | Kan de kandidaat tijdens het examen communiceren in de taal waarin het examen wordt | ||
RS.VII.1 | Beschikt de kandidaat SP2 over een geldige dan wel verlopen registratie Springmeester 1 of Springmeester industriële reiniging afgegeven op basis van Bijlage X bij de Arboregeling zoals die luidde op 31 december 2020; of b. een actuele of verlopen registratie als Springmeester 1 in het Register. | ||
RS.VII.2 | Zijn examenvragen gebaseerd op toetstermen welke zijn uitgewerkt op basis van de eindtermen uit het schema | ||
Theorie-examen | |||
RS.VII.2 | Bestaat het examen uit een theorie examen van 36 (resp. 75) meerkeuzevragen | ||
RS.VII.2 | Wordt over elke eindterm meerkeuze vragen gesteld | ||
RS.VII.2 | Levert elke meerkeuze vraag 2 punten op | ||
RS.VII.2 | Wordt per eindterm voldaan aan de minimum score van 60% | ||
RS.VII.2 | Wordt over het gehele examen voldaan aan de cesuur van 70% | ||
RS.VII.2 | Is voor het theorie-examen 120 (resp 180) minuten beschikbaar | ||
Praktijkexamen | |||
RS.VII.2 | Is het praktijkexamen volgens de procedure verlopen (nog niet van toepassing) | ||
RS.VII.2 | Is de vrijstellingsprocedure praktijkexamen correct doorlopen, zie ook interpretatieblad i-0004 | ||
RS.VII.2 | Wordt voldaan aan de eindtermen van het schema | ||
RS.VIII | Springmeester IR | ||
Entree-eisen | |||
RS.VIII.1 | Is de kandidaat is 18 jaar of ouder; en | ||
RS.VIII.1 | kan de kandidaat tijdens het examen communiceren in de taal waarin het examen wordt | ||
Theorie-examen | |||
RS.VIII.2 | Zijn examenvragen gebaseerd op toetstermen welke zijn uitgewerkt op basis van de eindtermen uit het schema | ||
RS.VIII.2 | Bestaat het examen Basiskennis uit een theorie examen van 70 meerkeuzevragen | ||
RS.VIII.2 | Wordt over elke eindterm meerkeuze vragen gesteld | ||
RS.VIII.2 | Levert elke meerkeuze vraag 2 punten op | ||
RS.VIII.2 | Wordt per eindterm voldaan aan de minimum score van 60% | ||
RS.VIII.2 | Wordt over het gehele examen voldaan aan de cesuur van 70% | ||
RS.VIII.2 | Is voor het examen 180 minuten beschikbaar | ||
Praktijkexamen | |||
RS.VIII.2 | Is het praktijkexamen volgens de procedure verlopen (nog niet van toepassing) | ||
RS.VIII.2 | Is de vrijstellingsprocedure praktijkexamen correct doorlopen, zie ook i-0004 | ||
RS.VIII.2 | Wordt voldaan aan de eindtermen van het schema | ||
RS X | Springmeester OW | ||
Entree-eisen |
RS.X.1 | Is de kandidaat is 18 jaar of ouder; en | ||
RS.X.1 | kan de kandidaat tijdens het examen communiceren in de taal waarin het examen wordt afgenomen | ||
RS.X.1 | Beschikt de kandidaat SPIR over een geldige dan wel verlopen registratie of registratie Springmeester 1 | ||
Theorie-examen | |||
RS.X.2 | Zijn examenvragen gebaseerd op toetstermen welke zijn uitgewerkt op basis van de eindtermen uit het schema | ||
RS.X.2 | Bestaat het examen Basiskennis uit een theorie examen van 60 meerkeuzevragen | ||
RS.X.2 | Wordt over elke eindterm meerkeuze vragen gesteld | ||
RS.X.2 | Levert elke meerkeuze vraag 2 punten op | ||
RS.X.2 | Wordt per eindterm voldaan aan de minimum score van 60% | ||
RS.X.2 | Wordt over het gehele examen voldaan aan de cesuur van 70% | ||
RS.X.2 | Is voor het examen 180 minuten beschikbaar | ||
Praktijkexamen | |||
RS.X.2 | Is het praktijkexamen volgens de procedure verlopen (nog niet van toepassing) | ||
RS.X.2 | Is de vrijstellingsprocedure praktijkexamen correct doorlopen | ||
RS.X.2 | Is het praktijkexamen volgens de procedure verlopen (nog niet van toepassing) | ||
RS.X.2 | Is de vrijstellingsprocedure praktijkexamen correct doorlopen, zie ook i-0004 | ||
RS.X.2 | Wordt voldaan aan de eindtermen van het schema |
Verklaring sancties: |
A afwijking als niet geïmplementeerd |
A afwijking als niet aanwezig |
B afwijking als niet compleet |
Legenda: | |
Ovk = Overeenkomst Stichting VOMES – Stichting Examinering VOMES | |
RS = Registratieschema | |
Itembank = databank met examenvragen van de Stichting Examinering VOMES | |
Kandidaat = examenkandidaat |