INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN
(Niet-wetgevingshandelingen)
INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN
Wijziging op de Douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen onder dekking van carnets TIR (TIR-overeenkomst, 1975) (1)
Volgens de kennisgeving van de VN-depositaris C.N.326.2011.TREATIES - 2 treden de volgende wijzigingen op de TIR-overeenkomst op 13 september 2012 in werking voor alle overeenkomstsluitende partijen
Artikel 1, onder q), wordt als volgt gewijzigd:
„waarvan de douaneautoriteiten van een overeenkomstsluitende partij hebben erkend dat zij zich garant kan stellen” wordt vervangen door „die van de douaneautoriteiten van een overeenkomstsluitende partij toe stemming heeft gekregen zich garant te stellen”.
Artikel 1, onder q):
Deze wijziging is niet van toepassing op het Nederlands.
Artikel 1, onder q):
Voeg na artikel 1, onder q), een nieuw punt r) toe dat als volgt xxxxx:
„r) „internationale organisatie”: een organisatie die van het Administratief Comité toestemming heeft gekregen de verantwoordelijkheid op zich te nemen voor de organisatie en werking van een internationaal garantiestelsel.”.
Artikel 8, lid 1:
Lid 1 komt als volgt te luiden:
„1. De aansprakelijke organisatie verbindt zich tot betaling tot het maximum van het gegarandeerde bedrag aan rechten en heffingen bij in- en uitvoer, eventueel vermeerderd met de vertragingsrente, dat verschuldigd is krachtens de douanewetten en -reglementen van de overeenkomstsluitende partij waarin een onregelmatigheid in verband met een TIR-operatie is vastgesteld die tot een vordering bij de aansprakelijke organisatie leidt. Zij is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van bovenbedoelde bedragen met de personen die deze bedragen verschuldigd zijn.”.
Artikel 8, lid 7:
Schrap de tekst van lid 7.
Artikel 10, lid 2, wordt als volgt gewijzigd:
„land” wordt vervangen door „overeenkomstsluitende partij”.
Artikel 11, lid 1:
Lid 1 komt als volgt te luiden:
„1. Bij niet-zuivering van een TIR-operatie, stellen de bevoegde autoriteiten
a) de houder van het TIR-carnet van de niet-zuivering in kennis op het adres dat in het TIR-carnet is vermeld;
b) de aansprakelijke organisatie van de niet-zuivering in kennis.
(1) Geconsolideerde versie bekendgemaakt bij Besluit 2009/477/EG van de Raad (PB L 165 van 26.6.2009, blz. 1).
De bevoegde autoriteiten stellen de aansprakelijke organisatie in kennis binnen één jaar na de aan vaarding van het TIR-carnet door die autoriteiten of binnen twee jaar wanneer het certificaat van beëindiging van de TIR-operatie vals was of ten onrechte of op frauduleuze wijze verkregen.”.
Artikel 11, lid 1:
Voeg na lid 1 een nieuw lid 2 toe dat als volgt luidt:
„2. Wanneer de in de in artikel 8, leden 1 en 2, bedoelde bedragen opeisbaar worden, moeten de bevoegde autoriteiten voor zover mogelijk de betaling hiervan eisen van de persoon of personen die deze bedragen rechtstreeks verschuldigd is of zijn, alvorens een vordering tot betaling in te dienen bij de aansprakelijke organisatie.”.
Artikel 11, lid 2:
Hernummer de leden 2 en 3 tot de leden 3 en 4.
Artikel 11, nieuw lid 3:
Lid 3 komt als volgt te luiden:
„3. De vordering tot betaling van de in artikel 8, leden 1 en 2, bedoelde bedragen wordt aan de aansprakelijke organisatie gericht op zijn vroegst drie maanden na de datum waarop deze organisatie ervan in kennis is gesteld dat de TIR-operatie niet is gezuiverd of dat het certificaat van beëindiging van de TIR-operatie vals was of ten onrechte of op frauduleuze wijze werd verkregen, en uiterlijk twee jaar na deze datum. Echter, voor TIR-operaties die tijdens bovengenoemde termijn van twee jaar het onderwerp zijn geworden van bestuurlijke of gerechtelijke procedures betreffende de verschuldigdheid tot betaling van de in lid 2 van dit artikel bedoelde persoon of personen, worden vorderingen tot betaling ingediend binnen een jaar nadat de beschikking van de bevoegde instanties of rechtbanken afdwingbaar is geworden.”.
Artikel 11, nieuw lid 4:
Xxxx in plaats van de bestaande tekst:
„4. De aansprakelijke organisatie betaalt de gevorderde bedragen binnen drie maanden nadat de vordering tot betaling bij haar werd ingediend.
5. De betaalde bedragen worden aan de aansprakelijke organisatie terugbetaald indien, binnen twee jaar nadat de vordering tot betaling bij haar werd ingediend, ten genoegen van de bevoegde autoriteiten is aangetoond dat geen onregelmatigheid werd gepleegd in verband met de betrokken TIR-operatie. De termijn van twee jaar kan overeenkomstig de nationale wetgeving worden verlengd.”.
Bijlage 6, toelichting 0.8.3, eerste zin:
„douaneautoriteiten” wordt vervangen door „overeenkomstsluitende partijen”.
Bijlage 6, toelichting 0.8.5, eerste zin:
„beroep wordt gedaan op de garantie” wordt vervangen door „vordering wordt ingediend bij de aanspra kelijke organisatie”.
Bijlage 6, toelichting 0.8.7:
Schrap toelichting 0.8.7.
Bijlage 6, toelichting 0.10:
Hernummer toelichting 0.10 tot toelichting 0.10-1.
Bijlage 6, toelichting 0.10-1:
Voeg na toelichting 0.10-1 een nieuwe toelichting 0.10-2 toe die als volgt luidt:
„0.10-2. De zinsnede „of dat geen beëindiging heeft plaatsgevonden” heeft ook betrekking op situaties waarin het gaat om de vervalsing van het certificaat van beëindiging.”.
Bijlage 6, toelichting 0.11-1:
Xxxx in plaats van de bestaande tekst:
„0.11-1. De wijze van kennisgeving wordt bij de nationale wetgeving geregeld.”.
Bijlage 6, toelichting 0.11-2:
Xxxx in plaats van de bestaande tekst:
„0.11-2. De pogingen van de bevoegde autoriteiten om betaling te eisen van de aansprakelijke persoon of personen houden ten minste het zenden van een uitnodiging tot betaling toe aan de houder van het TIR-carnet, op het in het TIR-carnet vermelde adres of, indien dit niet dezelfde is, aan de persoon of personen die volgens het nationale recht aansprakelijk zijn. De uitno diging tot betaling aan de houder van het TIR-carnet kan worden gecombineerd met de in lid 1 a) van dit artikel bedoelde kennisgeving.”.
Bijlage 6, toelichting 0.11-3
Xxxx in plaats van de bestaande tekst:
„0.11-3-1. Bij het nemen van een besluit over het vrijgeven van de goederen of de voertuigen dienen de bevoegde autoriteiten zich niet te laten beïnvloeden door het feit dat de aansprakelijke organisatie aansprakelijk is voor de betaling van de door de houder van het carnet ver schuldigde rechten, heffingen of interest bij achterstallige betaling, indien hun wetgeving hun andere middelen verschaft ter bescherming van de belangen die zij moeten behartigen.
0.11-3-2. De bevoegde autoriteiten kunnen de aansprakelijke organisatie ervan in kennis stellen dat bestuurlijke of gerechtelijke procedures in verband met de verplichting tot betaling zijn ingeleid. De bevoegde autoriteiten stellen de aansprakelijke organisatie in elk geval van dergelijke procedures in kennis die kunnen worden beëindigd na de termijn van twee jaar voordat die termijn is verstreken.”.
Bijlage 6, toelichting 0.11-4:
Voeg een nieuwe toelichting 0.11-4 toe die als volgt xxxxx:
„0.11-4. Indien de aansprakelijke organisatie wordt verzocht, overeenkomstig de in dit artikel bedoelde procedure, de in artikel 8, leden 1 en 2, bedoelde bedragen te voldoen en hieraan binnen de bij de overeenkomst voorgeschreven termijn van drie maanden geen gevolg geeft, kunnen de bevoegde autoriteiten de betaling van de betrokken bedragen eisen op grond van hun na tionale regelgeving, want het betreft dan het niet-nakomen van een garantiecontract waarbij de betrokken organisatie zich heeft verbonden krachtens de nationale wetgeving. De termijn is ook van toepassing wanneer de aansprakelijke organisatie, bij ontvangst van de vordering, de in artikel 6, lid 2, bedoelde internationale organisatie raadpleegt over haar positie ten aanzien van de vordering.”.
Bijlage 6, toelichting 0.28:
Hernummer toelichting 0.28 tot toelichting 0.28-1.
Voeg na toelichting 0.28-1 een nieuwe toelichting 0.28-2 toe die als volgt luidt:
„0.28-2. In dit artikel is bepaald dat een TIR-operatie slechts wordt beëindigd door plaatsing van de goederen onder een andere douaneregeling of een ander systeem van douanetoezicht. Dit houdt ook de vrijgave van de goederen voor binnenlands gebruik in (hetzij zonder meer of op voorwaarden), het overbrengen van de goederen over de grens naar een derde land (uitvoer) of naar een vrije zone, of de opslag van de goederen in een door de douane goedgekeurde ruimte in afwachting van de aangifte voor een andere regeling.”.