A L G E M E N E V O O R W A A R D E N
| A L G E M E N E V O O R W A A R D E N
Artikel 1 | Toepassingsgebied
1. Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op alle overeenkomsten tot dienstverlening tussen de cliënt (hierna: opdrachtgever) en Rijkhoff Strafrecht (hierna: opdrachtnemer). De advocaat werkt voor eigen rekening en risico.
2. De gedrags- en beroepsregels van de Nederlandse Orde van Advocaten maken deel uit van de overeenkomst. De opdrachtgever is ervan op de hoogte dat de opdrachtnemer door de Orde van Advocaten opgelegde gedragsregels bij de uitoefening van haar praktijk in acht dient te nemen. Eventuele gevolgen die uit de toepassing daarvan voortvloeien worden door de opdrachtgever aanvaardt.
Artikel 2 |Totstandkoming en uitvoering van de opdracht
1. De opdracht komt tot stand door aanvaarding van een opdracht door opdrachtnemer. De opdrachtnemer zal een opdrachtbevestiging aan opdrachtgever sturen. Bezwaren tegen een opdracht of de daaraan verbonden voorwaarden dienen binnen vijf dagen na het tot stand komen van de opdracht schriftelijk door opdrachtnemer ontvangen te zijn, bij gebreke waarvan de opdracht en de daaraan verbonden voorwaarden geacht worden te zijn goedgekeurd door opdrachtgever.
2. De art. 7:404, 7:407 lid 2 en 7:409 BW zijn niet van toepassing op aanvaarde opdrachten. Derden kunnen aan de verrichte werkzaamheden en de resultaten daarvan geen rechten ontlenen. In aanvulling op artikel 7:411 BW heeft te gelden dat onder “een naar redelijkheid vast te stellen deel van het loon” wordt verstaan loon volgens het geldende uurtarief op het moment dat geen vaste prijs is afgesproken.
3. De overeenkomst houdt een inspanningsverbintenis in voor de opdrachtgever. De overeenkomst is expliciet geen resultaatverbintenis.
4. De opdrachtgever is gerechtigd de opdracht te allen tijde schriftelijk op te zeggen
Artikel 3 | Werkzaamheden ter uitvoering van de overeenkomst tot dienstverlening
1. Onder de werkzaamheden ter uitvoering van de overeenkomst tot dienstverlening worden onder meer – doch niet uitsluitend – begrepen:
a) inkomende en uitgaande telefoongesprekken;
a) correspondentie;
b) het opzoeken en bestuderen van literatuur en jurisprudentie;
c) het bestuderen van door opdrachtgever overgelegde (proces)stukken, correspondentie, financiële bescheiden, en alle overige schriftelijke bescheiden het houden van besprekingen binnen en buiten kantoor;
d) het bijwonen van zittingen van kantongerechten, arrondissementsrechtbanken en instanties van hoger beroep;
e) het opmaken van processtukken;
f) het bezoeken van cliënten c.q. gedetineerden in huizen van bewaring, politiebureaus en gevangenissen;
g) reistijd van en naar zittingen, besprekingen, en vergaderingen.
Artikel 4 | Verstrekking van stukken
1. De opdrachtgever heeft het recht om op zijn verzoek het dossier in te zien en opgestuurd te krijgen.
2. Een (gedeelte van een) dossier wordt niet anders dan direct aan de opdrachtgever of diens uitdrukkelijk gemachtigde afgegeven en geschiedt uitsluitend in persoon, tegen afgifte van een
gespecificeerde en door de betrokkene ondertekende verklaring van overname en slechts dan nadat de identiteit is vastgesteld aan de hand van een geldend identiteitsbewijs.
3. Afgifte van het dossier kan slechts plaatsvinden na beëindiging van de werkzaamheden en het sluiten van het dossier.
4. De opdrachtgever is een vergoeding verschuldigd ter zake van kopieer- en administratiekosten van € 0,03 per pagina op het moment dat het dossier meer dan 100 pagina’s bevat.
Artikel 5 | Honorarium en declaraties
1. Tenzij schriftelijk anders is overeengekomen zal het door de opdrachtnemer verschuldigde honorarium worden vastgesteld aan de hand van het aantal bestede uren vermenigvuldigd met het toepasselijke uurtarief, exclusief BTW, kantoorkosten, reiskosten en externe kosten, te weten € 206,62per uur exclusief B.T.W. (€ 250,00 inclusief B.T.W.)
2. Het risico voor de tijdsduur van de procedure dan wel advisering van opdrachtnemer ligt uitsluitend bij de opdrachtgever.
3. Opdrachtgever ontvangt indien hij op betalende basis is bijgestaan een urenspecificatie van gewerkte uren bij eindafrekening.
4. De opdrachtnemer is bevoegd om voorschotdeclaraties terzake van honorarium (eventueel vermeerderd met 21% BTW) alsmede terzake van externe kosten aan de opdrachtgever in rekening te brengen. De omvang van het voorschot wordt in overleg vastgesteld. Wanneer het voorschot voor ¾ is verbruikt heeft de opdrachtnemer het recht om een aanvullend voorschot in rekening te brengen.
5. Indien de uitvoering van de opdracht zich uitstrekt over een langere periode dan één maand zal het honorarium met betrekking tot verrichte werkzaamheden in beginsel tussentijds in rekening worden gebracht.
6. Op alle door opdrachtnemer verrichte dienstverlening is door opdrachtnemer BTW verschuldigd. BTW afrekening geschiedt in beginsel bij eindafrekening, doch BTW kan ook over voorschottenhonorarium in rekening gebracht worden.
7. Opdrachtgever is verplicht de facturen binnen 14 (veertien) dagen na dagtekening te voldoen, althans binnen zodanige termijn als op de factuur is vermeld. Hij is niet bevoegd op deze facturen enig bedrag wegens een door hem gestelde tegenvordering in mindering te brengen.
8. Een betaling is tijdig indien deze door opdrachtnemer is ontvangen uiterlijk op de laatste dag van de betalingstermijn.
9. Indien opdrachtgever niet tijdig aan zijn betalingsverplichtingen voldoet en evenmin gevolg geeft aan een ingebrekestelling met een termijn van 8 dagen, is de opdrachtgever wettelijk in verzuim, op grond waarvan de opdrachtnemer bevoegd is de overeenkomst tot dienstverlening zonder rechterlijke tussenkomst als ontbonden te beschouwen, met inachtneming van het bepaalde in deze algemene voorwaarden. Bij gebrek aan tijdige betaling is de opdrachtnemer gerechtigd de wettelijke rente in rekening te brengen.
Artikel 6 | Gefinancierde rechtsbijstand
1. Indien het inkomen van de opdrachtgever daar aanleiding voor geeft kunnen overeenkomsten worden aangegaan op basis van gefinancierde rechtsbijstand, ook wel toevoeging genoemd. In plaats van het uurtarief is de opdrachtgever een eigen bijdrage aan de opdrachtnemer verschuldigd. De eigen bijdrage wordt gebaseerd op het inkomen en vermogen van de opdrachtgever (en diens partner) in het peiljaar. Het peiljaar betreft het jaar twee jaar voor het jaar van de aanvraag.
2. De opdrachtnemer bekijkt bij het aangaan van de eerste overeenkomst of de opdrachtgever in aanmerking komt voor gefinancierde rechtsbijstand. De opdrachtnemer doet dit aan de hand van door de opdrachtgever verstrekte financiële gegevens. De opdrachtgever is verantwoordelijk voor de juistheid van deze (mondeling) verstrekte gegevens. Bij twijfel geuit door de opdrachtgever wordt voor de zekerheid toch een toevoeging aangevraagd.
3. Wanneer de financiële situatie van de opdrachtgever tijdens de opdracht of bij een volgende overeenkomst wijzigt of is gewijzigd, en die wijziging betekent dat de opdrachtgever alsnog in aanmerking meent te komen voor een toevoeging, dan is de opdrachtgever gehouden om de opdrachtgever hier onmiddellijk van op de hoogte te stellen.
4. Het besluit van de Raad is in veel gevallen een voorlopig besluit. Na hercontrole van het inkomen of resultaatbeoordeling bestaat de mogelijkheid dat de opdrachtgever óf een andere eigen bijdrage moet betalen óf zelf de kosten van de bijstand moet betalen. Het inkomen wordt nog een keer gecontroleerd als de inkomensgegevens van de opdrachtgever ten tijde van de aanvraag van de toevoeging niet definitief waren vastgesteld door de Belastingdienst of wanneer de opdrachtgever een peiljaarverlegging hebt aangevraagd. De Raad is dan bij de aanvraag uitgegaan van de op dat moment beschikbare gegevens. De hercontrole wordt door de Raad uitgevoerd bij de Belastingdienst. De Raad controleert of het inkomen en vermogen van de opdrachtgever intussen definitief zijn vastgesteld door de Belastingdienst. Als blijkt dat dit het geval is, neemt de Raad een nieuw besluit. De opdrachtnemer is hiervan (bij aanvang van de opdracht) op de hoogte.
5. De Raad voor Rechtsbijstand toetst het vermogen nogmaals na beëindiging van de procedure. Indien blijkt dat er vermogen bij de opdrachtgever is vrijgekomen boven het vrijgestelde bedrag ad € 10.067,50, zal de Raad voor Rechtsbijstand de toevoeging alsnog intrekken daar de opdrachtgever dan in staat wordt geacht zelf in de advocaatkosten te kunnen voorzien. In dat geval brengt de opdrachtnemer de werkzaamheden onder het geldende uurtarief aan de opdrachtgever in rekening. De opdrachtnemer is hiervan (bij aanvang van de opdracht) op de hoogte.
6. De Raad voor Rechtsbijstand kan de hoogte van de eigen bijdrage achteraf wijzigen indien het verzamelinkomen van de opdrachtgever in het peiljaar nog niet definitief vastgesteld is door de belastingdienst, de eigen bijdrage achteraf kan wijzigen. De Raad voor Rechtsbijstand is bevoegd de wettelijk voorgeschreven hercontrole uit te voeren en de eigen bijdrage opnieuw vast te stellen. Mocht de eigen bijdrage hoger worden vastgesteld, dan zal de Raad voor Rechtsbijstand de opdrachtgever hierover informeren en het bedrag incasseren. De opdrachtnemer is hiervan (bij aanvang van de opdracht) op de hoogte.
7. De opdrachtnemer is bevoegd van de opdrachtgever de betaling van een voorschot te verlangen zolang de Raad voor Rechtsbijstand (nog) geen toevoeging is verleend. De omvang van het voorschot komt in goed overleg tussen opdrachtgever en opdrachtnemer tot stand.
8. Ten aanzien van elke toevoeging die verstrekt is na 1 maart 2017 kan de Raad voor Rechtsbijstand het aan de opdrachtnemer uitbetaalde honorarium terugvorderen bij de draagkrachtige veroordeelde. De opdrachtgever is hiervan (bij aanvang van de opdracht) op de hoogte en begrijpt dat de wijze en de omvang van de procesvoering de hoogte van een eventuele terugvordering kan bepalen. In geval van een dergelijke terugvordering aanvaardt Opdrachtnemer geen enkele aansprakelijkheid.
Artikel 7 | Derdengeldenrekening
1. Opdrachtnemer beschikt over een derdengeldenrekening, te weten: Stichting Beheer Derdengelden Xxxxxxxx De Heer Advocaten.
2. Op de derdengeldenrekening worden gestort gelden die het kantoor ten behoeve van de opdrachtgever ontvangt.
3. Ter compensatie van de kosten van administratie en beheer van de rekening worden over gestorte derdengelden geen rente vergoed.
4. Gelden die aan de opdrachtgever toekomen worden zo spoedig mogelijk overgemaakt op een door de opdrachtgever aangegeven bank- of girorekening. Eventuele door de opdrachtgever aan Opdrachtnemer verschuldigde bedragen worden verrekend met ontvangen gelden. De opdrachtgever stemt in met de verrekening van de nog aan opdrachtnemer verschuldigde bedragen. Indien de opdrachtgever bezwaar is geldt hetgeen bepaald in het artikel over aansprakelijkheid. Contante uitbetaling is niet mogelijk.
Artikel 8 | Aansprakelijkheid
1. Iedere aansprakelijkheid van de opdrachtnemer voor schade die voortvloeit uit, of verband houdt met, een toerekenbare tekortkoming of onrechtmatige daad, of die is gebaseerd op een andere rechtsgrond, is beperkt tot het door de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar van opdrachtnemer te dier zake uitgekeerde of uit te keren bedrag, vermeerderd met haar eigen risico onder die verzekering, tenzij er sprake is van opzet of grove schuld.
2. Wanneer er om welke redenen dan ook geen volledige verzekeringsuitkering plaatsvindt en de opdrachtnemer – ondanks vorige lid – in beginsel nog enige betalingsverplichting zou hebben, dan is die aansprakelijkheid van de opdrachtnemer de opdrachtgever alsdan beperkt tot het in rekening gebrachte honorarium voor zover dit betrekking heeft op het desbetreffende onderdeel van de opdracht, doch in elk geval met een maximum van € 5.000,00.
3. De opdrachtnemer wijst iedere aansprakelijkheid af voor schade, van welke aard dan ook, ontstaan door dat is uitgegaan van de door de opdrachtgever verstrekte onjuiste en/of onvolledige gegevens, tenzij deze onjuistheid of onvolledigheid voor opdrachtnemer kenbaar hoorde te zijn.
4. De opdrachtnemer wijst iedere aansprakelijkheid af voor schade die samenhangt met een opschorting en/of stopzetting van de werkzaamheden gelegen in de reden dat de opdrachtgever niet bereikbaar is, niet reageert op enige vorm van correspondentie vanuit de zijde van de opdrachtnemer of omdat de opdrachtgever (ook na aanmaning) in gebreke blijft met de betaling van de declaratie(s).
5. De opdrachtnemer wijst iedere aansprakelijkheid af voor fouten of tekortkomingen van derden.
6. De opdrachtnemer is niet aansprakelijk voor schade voortvloeiend uit een gebrek van de door de opdrachtgever gekozen wijze van aanlevering van documenten, bescheiden of stukken welke van belang zijn van voor de uitvoering van de opdracht. De opdrachtnemer is niet aansprakelijk voor de schade die voortvloeit uit stortingen van geautomatiseerde systemen welke bij de uitvoering van de opdracht of voor de aanlevering van documenten, bescheiden of stukken wordt gebruikt.
7. Beperkingen van de aansprakelijkheid strekken ook ten gunste van alle werknemers van de opdrachtnemer.
8. De aanspraken van de opdrachtnemer vervallen in alle gevallen 365 dagen na het moment waarop de betrokkene bekend werd of redelijkerwijs bekend kon zijn met het bestaan van deze vorderingsrechten of andere rechten of bevoegdheden.
9. Derden kunnen aan de inhoud van de verrichte werkzaamheden geen rechten ontlenen.
Artikel 9 | Klachten en geschillenregeling
1. De opdrachtnemer neemt deel aan de klachten- en geschillenregeling Advocatuur.
2. Alle geschillen die mochten ontstaan naar aanleiding van de totstandkoming of uitvoering van een opdracht, inclusief declaratiegeschillen, zullen worden beslecht conform het Reglement Geschillencommissie. Opdrachtgever aanvaardt met het aangaan van een overeenkomst met de opdrachtnemer de toepasselijkheid van de klachten- en geschillenregeling Advocatuur.
3. Is de opdrachtgever het niet eens met (een onderdeel van) de behandeling van diens zaak, dan dient de opdrachtgever de klacht eerst schriftelijk en gemotiveerd kenbaar te maken aan de klachtenfunctionaris die is aangegeven in de kantoorklachtenregeling van de opdrachtnemer. De kantoorklachtenregeling is te vinden op de website van de opdrachtnemer. Pas hierna staat de weg naar de Geschillencommissie voor de opdrachtgever open.
4. De opdrachtgever dient de klacht in zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen drie maanden na het moment waarop hij kennisnam of redelijkerwijs kennis had kunnen nemen van het handelen of nalaten dat tot de klacht heeft geleid.
5. De klachtenfunctionaris zal vervolgens in overleg treden met de opdrachtgever en de opdrachtnemer om te bezien of een minnelijke oplossing tot de mogelijkheden behoort. Indien dat niet het geval is zal de klachtenfunctionaris de opdrachtgever uitleg geven over het verdere verloop van de klachtenprocedure. De opdrachtnemer zal binnen een redelijke termijn na binnenkomst van de klacht met een oplossing komen en deze op schrift aan de opdrachtgever uiteenzetten.
6. Wanneer de klacht niet binnen een redelijke termijn of niet naar tevredenheid is opgelost kan de opdrachtgever zich tot de Geschillencommissie Advocatuur wenden en daar zijn klacht indienen. De termijn voor het indienen van de klacht bij de Geschillencommissie Advocatuur bedraagt uiterlijk 365 dagen na indiening van de klacht bij de klachtenfunctionaris. Deze mogelijkheid vervalt na ommekomst van deze periode.
7. De Geschillencommissie Advocatuur is bevoegd te oordelen over klachten ten aanzien van de kwaliteit van de dienstverlening en de hoogte van de declaraties. Ook is de Geschillencommissie bevoegd te oordelen over schadeclaims tot een bedrag van € 10.000,00.
8. De opdrachtnemer kan onbetaalde declaraties voorleggen aan de Geschillencommissie of aan de rechtbank ter verkrijging van een incassovonnis.
Artikel 10 | Depot en begroting
1. Indien opdrachtgever de door de opdrachtnemer ingediende declaratie geheel of gedeeltelijk betwist en/of bezwaar maakt tegen verrekening door de opdrachtnemer van hem toekomende gelden, dan worden die gelden tot het beloop van het betwiste bedrag bij de Deken van de Orde van Advocaten te Amsterdam gedeponeerd, een en ander met inachtneming van het bepaalde in deze algemene voorwaarden.
2. Indien opdrachtgever en declaratie van de opdrachtnemer, die is verrekend met de door hem betaalde voorschotten en die betrekking heeft op civiele zaken, betwist in zodanige omvang dat gehele of gedeeltelijke restitutie van betaalde voorschotten wordt verlangd, dan is de opdrachtnemer verplicht, op verlangen van opdrachtgever, de declaratie ter begroting in te dienen bij de Deken der Orde van Advocaten te Amsterdam.
Artikel 11 | Invordering en opschorting van werkzaamheden bij verzuim
1. Wanneer de opdrachtgever in verzuim is met de volledige betaling van de door de opdrachtgever aan de opdrachtnemer gefactureerde bedragen, dan is de opdrachtgever aan de opdrachtnemer (onder meer) de buitengerechtelijke (incasso)kosten verschuldigd.
2. Onder buitenrechtelijke incassokosten worden tevens verstaan de door de opdrachtnemer zelf verrichte (incasso)werkzaamheden waaronder het versturen van aanmaningen, het (telefonisch) sommeren tot betaling en het eventueel treffen van betalingsregeling(en). De gemaakte kosten worden berekend naar het afgesproken of gebruikelijke uurtarief van de betrokken advocaat.
3. De opdrachtnemer heeft het recht zijn werkzaamheden ten behoeve van de opdrachtgever op te schorten, indien de opdrachtgever in verzuim is met betaling van hetgeen hem is verschuldigd. De opdrachtnemer is daartoe pas bevoegd nadat hij de opdrachtgever daarvan van tevoren op de hoogte heeft gesteld en hem nog een korte termijn heeft gegeven om alsnog aan de betalingsverplichting te voldoen. De duur is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. De opdrachtnemer aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade welke is ontstaan als gevolg van de werkzaamheden zoals bedoeld in dit lid.
4. De opdrachtnemer heeft het recht alle stukken onder zich te houden tot op het moment dat de betaling heeft plaatsgevonden
5. Nederlands recht is op geschillen tussen de opdrachtnemer en opdrachtgever van toepassing, die niet vallen onder de begrotingsbevoegdheid van de Deken der Orde van Advocaten te Amsterdam.
6. Geschillen worden door de opdrachtnemer bij uitsluiting gebracht voor de bevoegde Nederlandse rechter.
Artikel 12 | Ontbinding
1. De opdrachtnemer is bevoegd de overeenkomst zonder rechtelijke tussenkomst op te zeggen dan wel te ontbinden in de volgende gevallen.
a) Indien opdrachtgever de goede naam van opdrachtnemer aantast dan wel aangetast heeft en zulks op basis van objectieve en verifieerbare feiten is vastgesteld;
b) Indien opdrachtgever niet naar behoren medewerking verleent aan de aan de opdrachtnemer verleende opdracht. Hiervan is sprake indien door de opdrachtgever onvolledige dan wel onjuiste informatie verstrekt, dan wel nalaat de door opdrachtnemer verzochte informatie tijdig te verstrekken.
c) Indien tussen opdrachtgever en opdrachtnemer verschil van mening bestaat over de wijze waarop de opdracht tot dienstverlening moet worden behartigd en dit geschil niet in onderling overleg kan worden opgelost.
2. Door de opzegging dan wel ontbinding worden bestaande vorderingen onmiddellijk opeisbaar.
3. Indien opdrachtgever de overeenkomst wenst op te zeggen dan wel te ontbinden zullen de door de opdrachtnemer verrichte werkzaamheden eerst dienen te worden afgerekend, alvorens opdrachtgever de zich in zijn dossier bevindende stukken zal terugontvangen.
Artikel 13 | Archivering en opslag
1. De opdrachtnemer zal het tijdens de uitvoering van de overeenkomst gevormde dossier gedurende tenminste 5 jaar na beëindiging van haar werkzaamheden en sluiting van het dossier bewaren.
2. Na het verstrijken van deze termijn is de opdrachtnemer gerechtigd het dossier te vernietigen.
3. De financiële gegevens worden ten minste 7 jaar bewaard.
4. Binnen de genoemde termijnen kan de opdrachtgever het verzoek doen het dossier – tegen vergoeding van de daadwerkelijk te maken kosten – te lichten uit het archief.
Artikel 14| Bescherming van de persoonsgegevens
1. De opdrachtnemer is wettelijk verplicht de identiteit van de opdrachtgever dan wel de uitdrukkelijk gemachtigde belanghebbende vast te stellen.
2. Wij dragen zorg voor technische en organisatorische maatregelen tegen onbevoegde of ongeoorloofde verwerking van persoonsgegevens in de zin van de Wet bescherming persoonsgegevens.