Toelichtende beantwoording bij vraag 4 – Schriftelijke vragen 2019, nr. 19
Toelichtende beantwoording bij vraag 4 – Schriftelijke vragen 2019, nr. 19
Nadere overeenkomst Stationsgebied 2018 Het artikel suggereert dat er aan BAM 14 miljoen betaald is, terwijl hier ‘slechts’ een waarde van een kleine 10 miljoen tegenover zou staan (de inschatting van de kostendeskundige op de eerste onderbouwing van BAM). Dat is volgens het artikel een verschil van ruim 4 miljoen die ten onrechte betaald zou zijn aan BAM. |
Reactie: De Nadere Overeenkomst Herijking Uithoflijn Planning (HUP) is op 6 juni 2018 afgesloten om meerkosten en vertragingskosten als gevolg van de herijking van de planning en de inpassing van de Uithoflijn in het Stationsgebied met elkaar te verrekenen. De oorzaak van deze vertraging ligt in het domein van de opdrachtgevers en dus niet van de opdrachtnemer XXX. Over de oorzaken van de vertraging door de complexiteit van het Stationsgebied (denk aan de patatstraat en de poeren onder OV-terminal) bent u geïnformeerd middels voortgangsrapportages, brieven en informatie- bijeenkomsten (periode eind 2016 – medio 2017). De kosten die de aannemer heeft gemaakt als gevolg van wijzigingen in het werk en de opgelopen vertraging worden met deze overeenkomst verrekend. Het gaat daarbij om langere doorlooptijden en inefficiëntie bij de aannemer die kostenverhogend werken, zoals personeel beschikbaar houden (hoewel het werkterrein nog niet beschikbaar is) in het belang van de voortgang van het project. Ook moest de aannemer tijdige doorrolbaarheid en doorrijdbaarheid mogelijk te maken (zomer 2018), zodat getest kon worden met tramstellen op het SABUTO-traject. Een deel van de meerkosten had betrekking op een versnellingsmaatregel in 2017 (o.a. engineering S-bocht en het technisch uitwerken van scenario’s ten behoeve van de ingestelde Taskforce Stationsgebied). De HUP bestaat uit drie delen: 1. Afspraken over planningsdata Stationsgebied, incl. doorrijd-/rolbaarheid 2. Afspraken over vertragingskosten Stationsgebied 3. Afspraken over risicovergoeding mitigerende maatregelen De eerste twee delen zijn door BAM oorspronkelijk aangeboden voor een bedrag van 16,4 miljoen Euro. Dit was het vertrekpunt van de BAM. In de onderhandeling is dit vertrekpunt, naar aanleiding van kritische vragen van onze projectorganisatie en de kostendeskundige, eerst bijgesteld naar 14,4 miljoen. Dit was nog steeds hoger dan onze berekeningen. De onderhandelingen worden gevoerd op directieniveau in de zogenaamde geschillencommissie (directeur gemeente, directeur provincie, directeuren BAM). Uiteraard wordt de onderhandelingsinzet, voortgang- en uitkomst voorbereid en afgestemd met de projectorganisatie. Afspraken vinden plaats onder voorbehoud van bestuurlijk goedkeuring en bestuurders worden ook betrokken bij bepalen van de inzet en de voortgang van de onderhandelingen. Het eindresultaat voor dit deel van de aanbiedingen, inclusief vergoeding voor de eerdere versnellingsmaatregel van het stationsgebied, bedraagt uiteindelijk 10,9 miljoen. Dit is dus substantieel minder dan waarop BAM had ingezet, maar logischerwijs hoger dan de initiële inzet van de opdrachtgevers (een kleine 10 miljoen). Wij beschouwen dit als een goed en verdedigbaar onderhandelingsresultaat. Dat oordeel gaat niet alleen over het financieel resultaat, maar betreft ook de rechtmatigheid en doelmatigheid van het resultaat. De belangen van de opdrachtnemer (die inspanningen heeft geleverd en hierbij ook risico heeft genomen) en die van de opdrachtgever (beperken verdere vertraging en voorkomen nieuwe risico’s) worden gedurende dit proces besproken om tot een uitkomst te komen die voor beide partijen aanvaardbaar is. |
Naast afspraken over de eerste twee onderdelen van de overeenkomst is als derde deel ook het belang van de opdrachtgever voor het voorkomen van verdere vertraging als gevolg van de aangepaste fasering van het Stationsgebied opgenomen. Iedere maand vertraging kost de opdrachtgever 2 á 3 miljoen euro en zorgt voor een latere ingebruikname voor toekomstige reizigers. Dat is de reden dat wij in de onderhandelingen ingezet hebben op het afkopen van een aantal risico’s die binnen dit contract bij de opdrachtgever zouden liggen. Denk hierbij aan verdere vertraging door onvoorziene obstakels in de ondergrond of het niet tijdig verkrijgen van vergunningen. Met het sluiten van de overeenkomst is het risico op vertraging nu binnen bepaalde marges bij de opdrachtnemer gelegd in plaats van bij de opdrachtgever. Deze afkoop van risico, zoals het tijdig beschikbaar komen van werkterrein (afbouw wand fietsenstalling), beschikbaarheid van de Leidseveertunnel (Prorail), bodemgesteldheid voor aanleg van het oostelijk spoor en de bijbehorende beheersmaatregelen vertegenwoordigen een waarde. De waarde van deze afkoop risico is tijdens de onderhandelingen gesteld op 4,1 miljoen. Uiteindelijk bedraagt de vergoeding voor de Nadere Overeenkomst (14,4 miljoen) en de versnellingsmaatregel uit 2017 (0,6 miljoen) in totaal 15 miljoen Euro. Hier tegenover staat de geleverde prestatie van BAM in de vorm van meerwerk en vertragingskosten, zoals in de HUP is overeen gekomen. Maar ook worden met dit bedrag toekomstige (en reële) risico’s afgekocht en wordt daarmee een prikkel ingebouwd bij opdrachtnemer om beheersmaatregelen te nemen voor snelle oplevering. De overeenkomst is uiteindelijk door Directieraad aan de stuurgroep voorgelegd voor besluitvorming en tenslotte door GS vastgesteld. Het in de krant geschetste beeld is dus onjuist. Bovenstaande uiteenzetting en onderhandelingsverloop is uitgebreid besproken, gedeeld en geanalyseerd door Procap. Zowel bij het verzoek van de raad over de Second Opinion op de meerkosten, als op verzoek van de rekenkamers bij de beoordeling van alle VTW’s (Verzoeken tot Wijziging), heeft Procap ook deze overeenkomst beoordeeld en geconstateerd dat hier een plausibele berekening aan ten grondslag ligt. Er zijn geen onrechtmatige betalingen zonder tegenprestatie geconstateerd. De mijlpalen in het Stationsgebied conform deze HUP zijn gehaald. We liggen nog steeds op koers van de stuurplanning die in 2017 is vastgesteld. Gezien de complexiteit van de inpassing van de Uithoflijn in het stationsgebied, is dat een belangrijke bijdrage in het beheersen van de risico’s van dit project, op weg naar ingebruikname van de tramverbinding. |
Nadere overeenkomst versnelling SABUTO 2017 Het artikel geeft aan dat BAM is betaald voor een versnellingsmaatregel op het tracé SABUTO waarvan de mijlpaal niet is gehaald. Het betreft een meerwerk opdracht van 3,5 miljoen euro. Wegens het niet halen van de mijlpaal, zou de betaling -volgens de voormalige medewerker- onterecht zijn. |
Onze reactie: De bedoelde versnellingsmaatregel is vastgelegd als een Verzoek tot Wijziging met volgnummer 150. In deze VTW-150 worden afspraken gemaakt om de haalbaarheid van de planning te vergroten, met name vanwege dreigende vertraging in het Stationsgebied. Ook zijn er meerkosten door tegenslag in De Uithof: • Opknippen SABUTO tracé en Stationsgebied (DOVT), waardoor de fasering en inzet van medewerkers door de BAM is gewijzigd • Afspraken over planningsdata en versnellingsmaatregelen SABUTO tracé Deze maatregelen waren onder andere van belang om de openbare ruimte in De Uithof zo snel mogelijk weer beschikbaar te krijgen voor bus, fiets en voetganger. De mijlpalen zijn gehaald, |
hoewel er wel andere tegenslag was, voor een deel als gevolg van problemen in de levering van het beveiligingssysteem, waar XXX niet voor aansprakelijk was. Door de versnellingsmaatregelen was de projectorganisatie in staat om te starten met testen (EMC- maatregelen, systeemintegratie) en kon de openbare ruimte, inclusief complexe kruispunten als die met de Universiteitsweg, eerder beschikbaar komen dan zonder deze maatregelen het geval zou zijn geweest. Het in de krant aangehaalde bedrag van 83.000 herkennen we niet. Wel is onderdeel van deze overeenkomst een versnellingsmaatregel die niet is uitgevoerd en dus ook niet betaald. Dan gaat het om 68.000 Euro. Met andere woorden; de realisatie door XXX is conform deze nader overeenkomst (op een versnellingsmaatregel na) uitgevoerd, wat betaling van dit bedrag gerechtvaardigd maakt. Het in het artikel geschetste beeld is dus onjuist. |
Nadere Overeenkomst 2016 Een versnelling in 2016 zou, volgens de door het AD geciteerde voormalige projectmedewerker, voor een bedrag van 2 miljoen euro ten onrechte zijn betaald. |
Onze reactie: Er is geen overeenkomst of Verzoek tot Wijziging (VTW) voor een dergelijk bedrag met BAM afgesloten en hier heeft ook geen betaling voor plaatsgevonden. Wel heeft op 23 augustus 2016 de toenmalige projectdirectie een Nadere Overeenkomst met BAM gesloten om diverse gevolgen van vertraging van het Definitief Ontwerp en een aantal daadwerkelijk gemaakte meerkosten af te rekenen, zoals het verleggen van kabels en leidingen in De Uithof en het Stationsgebied. In deze Nadere Overeenkomst worden ook afspraken gemaakt over een aantal openstaande VTW’s en een aantal geschilpunten. De omvang van deze overeenkomst is hoger dan 2 miljoen, maar we vermoeden dat de geciteerde voormalige manager hierop doelt. De VTW’s en overeengekomen maatregelen hebben betrekking op meerkosten en planningsafspraken. De overeengekomen werkzaamheden zijn door BAM uitgevoerd en conform de reguliere procedures gefactureerd en betaald. Dat de planning niet gehaald is, is het gevolg van veel factoren en heeft geleid tot een geschil. Een geschillencommissie onder leiding van een externe adviseur heeft begin 2017 geoordeeld dat XXX hierdoor wel degelijk recht had op vergoeding van meerkosten. Er zijn dus geen onterechte betalingen gedaan. Het in het artikel geschetste beeld is dus onjuist. N.b. In deze periode werden de onderhandelingen nog gevoerd door de toenmalige projectdirectie en niet door de directeuren mobiliteit van provincie en gemeente. De overeenkomst is wel gedeeld met Directieraad, Stuurgroep en is vastgesteld door GS op 27 september 2016. |