Contract
19.12.2007 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | L 334/7 |
OVEREENKOMST
tussen de Europese Gemeenschap en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië betreffende
de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven
DE HOGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN,
DE EUROPESE GEMEENSCHAP, hierna „de Gemeenschap” genoemd,
en
DE VOORMALIGE JOEGOSLAVISCHE REPUBLIEK MACEDONIË,
VASTBESLOTEN hun samenwerking te versterken teneinde illegale immigratie doeltreffender te bestrijden;
VERLANGEND door middel van deze overnameovereenkomst en op basis van wederkerigheid snelle en doeltreffende pro-cedures vast te stellen voor de identificatie en de veilige en ordelijke terugkeer van personen die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de voormalige Joegoslavische Repu-bliek Macedonië of een van de lidstaten van de Europese Unie, en de doorgeleiding van deze personen in een geest van samenwerking te vergemakkelijken;
EROP WIJZEND dat deze overnameovereenkomst geen afbreuk doet aan de rechten, verplichtingen en verantwoordelijk-heden van de Gemeenschap, de lidstaten van de Europese Unie en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië die voortvloeien uit het internationaal recht en met name uit het Europees Verdrag van 4 november 1950 tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en het Verdrag van 28 juli 1951 betreffende de status van vluchtelingen;
OVERWEGENDE dat de bepalingen van deze overnameovereenkomst, die onder de werkingssfeer van titel IV van het Ver-drag tot oprichting van de Europese Gemeenschap valt, niet van toepassing zijn op het Koninkrijk Denemarken overeen-komstig het Protocol betreffende de positie van Denemarken, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is gehecht,
REKENING HOUDEND MET artikel 76, lid 2, van de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeen-schappen en hun lidstaten, enerzijds, en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, anderzijds (1), dat de partijen ertoe verplicht op verzoek een overnameovereenkomst te sluiten,
ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:
Artikel 1
Definities
In deze overnameovereenkomst wordt verstaan onder:
a) „overeenkomstsluitende partijen”: de voormalige Joegoslavi- sche Republiek Macedonië en de Gemeenschap;
b) „overname”: de overdracht door de verzoekende staat en de toelating door de aangezochte staat van personen (eigen onderdanen van de aangezochte staat, onderdanen van derde landen of staatloze personen) die zich schuldig hebben gemaakt aan illegale binnenkomst, illegale aanwezigheid of illegaal verblijf in de verzoekende staat, overeenkomstig de bepalingen van deze overnameovereenkomst;
c) „onderdaan van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië”: iedere persoon die de nationaliteit van de voor-malige Joegoslavische Republiek Macedonië bezit overeen-komstig haar wetgeving;
(1) PB L 84 van 20.3.2004, blz. 1.
d) „onderdaan van een lidstaat”: iedere persoon die de nationa-liteit van een lidstaat bezit, zoals gedefinieerd voor com-munautaire doeleinden;
e) „lidstaat”: alle lidstaten van de Europese Unie, met
uitzonde-ring van het Koninkrijk Denemarken;
f) „onderdaan van een derde land”: iedere persoon die een andere nationaliteit bezit dan die van de voormalige Joego- slavische Republiek Macedonië of een van de lidstaten;
g) „staatloze persoon”: een persoon die geen nationaliteit bezit;
h) „verblijfsvergunning”: een door de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië of een van de lidstaten afgegeven ver- gunning, ongeacht van welke aard, die een persoon het recht geeft om op het grondgebied van de voormalige Joegoslavi- sche Republiek Macedonië of een van de lidstaten te verblij- ven. Hieronder vallen niet de tijdelijke vergunningen om op het grondgebied van een van die staten te verblijven in ver-band met de behandeling van een asielverzoek of een aan-vraag van een verblijfsvergunning;
i) „visum”: een door de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië of een van de lidstaten afgegeven vergunning of genomen beslissing die vereist is om het grondgebied van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië of een van de lidstaten binnen te komen of door te reizen. Hieronder vallen niet luchthaventransitvisa;
L 334/8 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | 19.12.2007 |
j) „verzoekende staat”: de staat (de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië of een van de lidstaten) die een overnameverzoek in de zin van artikel 7 of een door-geleidingsverzoek in de zin van artikel 14 van deze overnameovereenkomst indient;
k) „aangezochte staat”: de staat (de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië of een van de lidstaten) waaraan een overnameverzoek in de zin van artikel 7 of een door-geleidingsverzoek in de zin van artikel 14 van deze overnameovereenkomst is gericht;
l) „bevoegde autoriteit”: elke nationale autoriteit van de voor-malige Joegoslavische Republiek Macedonië of van een van de lidstaten die is belast met de uitvoering van deze overnameovereenkomst op basis van artikel 19, lid 1, onder a);
m) „grensregio”: een maximaal dertig kilometer breed gebied vanaf de gemeenschappelijke landsgrens tussen een lidstaat en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië als-mede het grondgebied van internationale luchthavens van de lidstaten en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië;
n) „doorgeleiding”: de doorreis van een onderdaan van een derde land of een staatloze persoon over het grondgebied van de aangezochte staat op weg van de verzoekende staat naar het land van bestemming.
AFDELING I
OVERNAMEVERPLICHTINGEN VAN DE VOORMALIGE JOEGOSLAVISCHE REPUBLIEK MACEDONIË
Artikel 2
Overname van eigen onderdanen
een zelfstandig verblijfsrecht in de verzoekende lidstaat hebben.
3. De voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië neemt ook personen over die na binnenkomst op het grondgebied van een lidstaat aan de nationaliteit van voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië hebben verzaakt, tenzij die personen ten minste een naturalisatietoezegging van die lidstaat hebben gekregen.
4. Nadat de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië het overnameverzoek heeft ingewilligd, verstrekt de bevoegde diplomatieke of consulaire post van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië de over te nemen persoon onverwijld en uiterlijk binnen drie werkdagen, het voor zijn terugkeer vereiste reisdocument met een geldigheidsduur van dertig dagen. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet bin-nen de geldigheidsduur van het oorspronkelijk afgegeven reis-document kan worden overgedragen, verstrekt de bevoegde diplomatieke of consulaire post van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië binnen veertien kalenderdagen een nieuw reisdocument met dezelfde geldigheidsduur. Indien de voorma-lige Joegoslavische Republiek Macedonië niet binnen veer-tien kalenderdagen het nieuwe reisdocument heeft afgegeven, wordt zij geacht in te stemmen met het gebruik van het standaard-reisdocument van de Europese Unie voor verwijderings-doeleinden (1).
5. Wanneer de over te nemen persoon naast de nationaliteit van de aangezochte staat de nationaliteit van een derde staat bezit, houdt de verzoekende lidstaat rekening met de wens van deze persoon om door de staat van zijn keuze te worden overgenomen.
Artikel 3
Overname van onderdanen van derde landen en staatloze
personen
1. De voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië neemt, op verzoek van een lidstaat en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overnameovereenkomst zijn genoemd, alle per-sonen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de verzoekende lidstaat, mits wordt aangetoond of op basis van prima facie bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat zij onderdaan zijn van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.
2. Indien mogelijk neemt de voormalige Joegoslavische Repu- bliek Macedonië tegelijkertijd ook de volgende personen over:
— minderjarige ongehuwde kinderen tot 18 jaar van de in lid 1 vermelde personen, ongeacht hun geboorteplaats of nationa-liteit, tenzij zij een zelfstandig verblijfsrecht op het grond-gebied van de verzoekende lidstaat hebben;
— echtgenoten van de personen vermeld in lid 1 die een andere
1. De voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië neemt, op verzoek van een lidstaat en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overnameovereenkomst zijn genoemd, alle onderdanen van derde landen en staatloze personen over die niet of niet meer voldoen aan de juridische voorwaarden voor binnen- komst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de ver- zoekende lidstaat, mits wordt aangetoond of op basis van prima facie bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat die personen
a) in het bezit zijn of bij binnenkomst in het bezit waren van een geldig visum of een geldige verblijfsvergunning afgege-ven door de voormalige Joegoslavische Republiek Xxxxxx-nië, of
b) het grondgebied van de lidstaten illegaal en rechtstreeks zijn binnengekomen na verblijf op of doorreis via het grondge-bied van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.
nationaliteit bezitten, mits zij het recht hebben of krijgen om op
het grondgebied van de voormalige Joegoslavische Repu-bliek Macedonië binnen te komen en te verblijven, tenzij zij
(1) Overeenkomstig het formulier dat is aangenomen bij de EU- aanbeveling van de Raad van 30 november 1994.
19.12.2007 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | L 334/9 |
2. De in lid 1 bedoelde overnameverplichting is niet van toe-passing wanneer
a) de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon slechts in luchthaventransit is geweest via een internationale luchthaven van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, of
b) de verzoekende lidstaat aan de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon vóór of na de binnenkomst op zijn grondgebied een visum of verblijfsvergunning heeft afgege-ven, tenzij
— die persoon in het bezit is van een door de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië afgegeven visum of verblijfsvergunning, dat of die later verstrijkt, of
— het visum dat of de verblijfsvergunning die door de ver-zoekende lidstaat is afgegeven, is verkregen door gebruikmaking van nagemaakte of vervalste documen-ten of door middel van valse verklaringen, en de betrok-xxx xxxxxxx heeft verbleven op of is doorgereisd via het grondgebied van de voormalige Joegoslavische Repu-bliek Macedonië, of
— die persoon niet aan de aan het visum verbonden voorwaarden voldoet en hij heeft verbleven op of is doorgereisd via het grondgebied van de voormalige Joe-goslavische Republiek Macedonië.
3. De voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië neemt op verzoek van een lidstaat ook gewezen onderdanen van de Socialistische Federale Republiek Joegoslavië over die geen andere nationaliteit hebben verworven en die zijn geboren op het grond- gebied van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en hun permanente verblijfplaats op 8 september 1991 in de voor- malige Joegoslavische Republiek Macedonië hadden.
4. Nadat de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië het overnameverzoek heeft ingewilligd, verstrekt de verzoekende lidstaat de persoon van wie de overname is aanvaard indien nodig het standaardreisdocument van de EU voor verwijderings-doeleinden (1).
AFDELING II
OVERNAMEVERPLICHTINGEN VAN DE GEMEENSCHAP
Artikel 4
Overname van eigen onderdanen
1. Een lidstaat neemt, op verzoek van de voormalige Joegosla- vische Republiek Macedonië en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overnameovereenkomst zijn genoemd, alle per-sonen over die niet of niet meer voldoen aan de juridische voor-waarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het
(1) Overeenkomstig het formulier dat is aangenomen bij de EU- aanbeveling van de Raad van 30 november 1994.
grondgebied van de voormalige Joegoslavische Republiek Mace-donië, mits wordt aangetoond of op basis van prima facie bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat zij onderdaan zijn van die lidstaat.
2. Indien mogelijk neemt een lidstaat tegelijkertijd ook de vol-gende personen over:
— minderjarige ongehuwde kinderen tot 18 jaar van de in lid 1 vermelde personen, ongeacht hun geboorteplaats of nationa-liteit, tenzij zij een zelfstandig verblijfsrecht op het grondge-bied van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië hebben;
— echtgenoten van de personen vermeld in lid 1 die een andere nationaliteit bezitten, mits zij het recht hebben of krijgen om op het grondgebied van de aangezochte lidstaat binnen te komen en te verblijven, tenzij zij een zelfstandig verblijfsrecht in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië hebben.
3. Een lidstaat neemt ook personen over die na binnenkomst op het grondgebied van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië aan de nationaliteit van een lidstaat hebben verzaakt, tenzij die personen ten minste een naturalisatietoezegging van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië hebben gekregen.
4. Nadat de aangezochte lidstaat het overnameverzoek heeft ingewilligd, verstrekt de bevoegde diplomatieke of consulaire post van die lidstaat de over te nemen persoon onverwijld en uiterlijk binnen drie werkdagen, het voor zijn terugkeer vereiste reis-document met een geldigheidsduur van ten minste dertig dagen. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidsduur van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument kan worden overgedragen, verstrekt de bevoegde diplomatieke of consulaire post van de aangezochte lidstaat bin-nen veertien kalenderdagen een nieuw reisdocument met dezelfde geldigheidsduur.
5. Wanneer de over te nemen persoon naast de nationaliteit van de aangezochte lidstaat de nationaliteit van een derde staat bezit, houdt de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië rekening met de wens van deze persoon om door de staat van zijn keuze te worden overgenomen.
Artikel 5
Overname van onderdanen van derde landen en staatloze
personen
1. Een lidstaat neemt, op verzoek van de voormalige Joegosla-vische Republiek Macedonië en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overnameovereenkomst zijn genoemd, alle onderdanen van derde landen en staatloze personen over die niet of niet meer voldoen aan de juridische voorwaarden voor binnen-komst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de voor-malige Joegoslavische Republiek Macedonië, mits wordt aangetoond of op basis van prima facie bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat die personen
a) in het bezit zijn of bij binnenkomst in het bezit waren van een geldig visum of een geldige verblijfsvergunning afgege-ven door de aangezochte lidstaat, of
b) het grondgebied van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië illegaal en rechtstreeks zijn binnengekomen na verblijf op of doorreis via het grondgebied van de aange-zochte lidstaat.
2. De in lid 1 bedoelde overnameverplichting is niet van toe-passing wanneer
a) de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon slechts in luchthaventransit is geweest via een internationale luchthaven van de aangezochte lidstaat, of
b) de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië aan de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon vóór of na de binnenkomst op haar grondgebied een visum of ver-blijfsvergunning heeft afgegeven, tenzij
— die persoon in het bezit is van een door de aangezochte lidstaat afgegeven visum of verblijfsvergunning, dat of die later verstrijkt, of
— het visum dat of de verblijfsvergunning die door de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië is afge-geven, is verkregen door gebruikmaking van nagemaakte of vervalste documenten of door middel van valse ver-klaringen, en de betrokken persoon heeft verbleven op of is doorgereisd via het grondgebied van de aange-zochte lidstaat, of
— die persoon niet aan de aan het visum verbonden voor- waarden voldoet en hij heeft verbleven op of is doorge- reisd via het grondgebied van de aangezochte lidstaat.
3. De in lid 1 vervatte overnameverplichting rust op de lidstaat die een visum of verblijfsvergunning heeft afgegeven. Indien twee of meer lidstaten een visum of verblijfsvergunning hebben afge-geven, rust de in lid 1 bedoelde overnameverplichting op de lid-staat die het document met de langste geldigheidsduur heeft afgegeven of, indien een of meer daarvan reeds zijn vervallen, het document dat nog steeds geldig is. Indien alle documenten reeds zijn vervallen, rust de in lid 1 bedoelde overnameverplichting op de lidstaat die het document met de meest recente vervaldatum heeft afgegeven. Indien dergelijke documenten niet kunnen wor-den overgelegd, rust de in lid 1 bedoelde overnameverplichting op de lidstaat waarvan het grondgebied op de meest recente datum is verlaten.
4. Nadat de lidstaat het overnameverzoek heeft ingewilligd, verstrekt de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië de persoon van wie de overname is aanvaard, het voor zijn terug-keer vereiste reisdocument.
AFDELING III
OVERNAMEPROCEDURE
Artikel 6
Beginselen
1. Onder voorbehoud van het bepaalde in lid 2, moet voor elke overdracht van een op grond van een verplichting als bedoeld in de artikelen 2 tot en met 5 over te nemen persoon een overnameverzoek worden ingediend bij de bevoegde autoriteit van de aangezochte staat.
2. Er is geen overnameverzoek vereist wanneer de over te nemen persoon in het bezit is van een geldig reisdocument en, indien van toepassing, een geldig visum of een geldige verblijfs-vergunning van de aangezochte staat.
3. Indien een persoon in de grensregio (met inbegrip van luchthavens) van de verzoekende staat is aangehouden nadat hij op illegale wijze de grens heeft overschreden rechtstreeks komend van het grondgebied van de aangezochte staat, kan de verzoe-kende staat binnen twee werkdagen na de aanhouding van deze persoon een overnameverzoek indienen (versnelde procedure).
Artikel 7
Overnameverzoek
1. Het overnameverzoek bevat, voor zover mogelijk, de vol-gende gegevens:
a) de persoonsgegevens van de over te nemen persoon (bv. naam, voornamen, geboortedatum en zo mogelijk geboorte- plaats en laatste verblijfplaats alsook persoonsgegevens van zijn ouders) en, in voorkomend geval, de persoonsgegevens van minderjarige ongehuwde kinderen en/of echtgeno(o)te;
b) vermelding van de middelen waarmee het bewijs van of het prima facie bewijs inzake de nationaliteit, de doorreis, het voldoen aan de voorwaarden voor de overname van onder- danen van derde landen en staatloze personen, de illegale binnenkomst en het illegale verblijf zal worden geleverd;
c) een foto van de betrokken persoon.
2. Het overnameverzoek bevat, voor zover mogelijk, ook de volgende gegevens:
a) een verklaring waaruit blijkt dat de over te dragen persoon hulp of verzorging nodig kan hebben, mits de betrokken per-soon uitdrukkelijk met die verklaring heeft ingestemd;
b) andere beschermings- of veiligheidsmaatregelen dan wel gegevens over de gezondheid van de persoon die voor de overdracht van die persoon nodig kunnen zijn.
3. Een gemeenschappelijk formulier voor overnameverzoeken is in bijlage 6 opgenomen.
Artikel 8
Bewijsmiddelen met betrekking tot de nationaliteit
1. Onverminderd de respectieve toepasselijke nationale wetge-vingen, kan het bewijs van de nationaliteit overeenkomstig arti-kel 2, lid 1, en artikel 4, lid 1, worden geleverd door middel van de in bijlage 1 vermelde documenten. Wanneer dergelijke docu-menten worden overgelegd, erkennen de lidstaten en de voorma-lige Joegoslavische Republiek Macedonië de nationaliteit zonder dat daarvoor verder onderzoek wordt verlangd. Het bewijs van de nationaliteit kan niet door middel van valse documenten worden geleverd.
2. Prima facie bewijs van de nationaliteit overeenkomstig arti- kel 2, lid 1, en artikel 4, lid 1, kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 2 vermelde documenten, ook indien de geldigheidsduur ervan is verstreken. Indien dergelijke docu-menten worden overgelegd, aanvaarden de lidstaten en de voor-malige Joegoslavische Republiek Macedonië dat er een vermoeden van nationaliteit bestaat, tenzij zij het tegendeel kunnen bewijzen. Prima facie bewijs van de nationaliteit kan niet door middel van valse documenten worden geleverd.
3. Indien geen van de in bijlage 1 of 2 vermelde documenten kan worden overgelegd, neemt de bevoegde diplomatieke en con-sulaire vertegenwoordiging van de betrokken aangezochte staat op verzoek de nodige maatregelen om de over te nemen persoon onverwijld en uiterlijk binnen 3 werkdagen na de dag van het ver-zoek te ondervragen teneinde diens nationaliteit vast te stellen.
Artikel 9
Bewijsmiddelen met betrekking tot onderdanen van derde
landen en staatloze personen
1. Het bewijs dat is voldaan aan de in artikel 3, lid 1, en arti- kel 5, lid 1, vermelde voorwaarden voor overname van onderda- nen van derde landen en staatloze personen kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 3 vermelde bewijs-middelen; het bewijs kan niet door middel van valse documenten worden geleverd. Dit bewijs wordt door de lidstaten en de voor-malige Joegoslavische Republiek Macedonië erkend zonder dat daarvoor verder onderzoek wordt verlangd.
2. Prima facie bewijs dat is voldaan aan de in artikel 3, lid 1, en artikel 5, lid 1, vermelde voorwaarden voor overname van onderdanen van derde landen en staatloze personen kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 4 vermelde bewijsmiddelen; prima facie bewijs kan niet door middel van valse documenten worden geleverd. Wanneer dergelijk prima facie bewijs wordt overgelegd, aanvaarden de lidstaten en de voorma-lige Joegoslavische Republiek Macedonië dat er een vermoeden bestaat dat aan de voorwaarden is voldaan, tenzij zij het tegen-deel kunnen bewijzen.
3. Het illegale karakter van de binnenkomst, de aanwezigheid of het verblijf wordt vastgesteld aan de hand van de reis-documenten van de betrokken persoon waarin het vereiste visum of de vereiste verblijfsvergunning voor het grondgebied van de verzoekende staat ontbreekt. Een verklaring van de verzoekende staat dat de betrokken persoon niet in het bezit was van de ver-eiste reisdocumenten, het vereiste visum of de vereiste verblijfs-vergunning kan evenzo als prima facie bewijs dienen voor het illegale karakter van de binnenkomst, de aanwezigheid of het verblijf.
4. Prima facie bewijs dat is voldaan aan de in artikel 3, lid 3, vermelde voorwaarden voor overname van gewezen onderdanen van de Socialistische Federale Republiek Joegoslavië kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 5 vermelde bewijsmiddelen; het bewijs kan niet door middel van valse docu- menten worden geleverd. Wanneer dergelijk prima facie bewijs wordt overgelegd, neemt de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië aan dat aan de voorwaarden is voldaan, tenzij zij het tegendeel kan bewijzen.
5. Indien geen van de in bijlage 5 vermelde documenten kan worden overgelegd, neemt de bevoegde diplomatieke en consu-laire vertegenwoordiging van de voormalige Joegoslavische Repu-bliek Macedonië op verzoek de nodige maatregelen om de over te
nemen persoon onverwijld en uiterlijk binnen 3 werkdagen na de dag van het verzoek te ondervragen teneinde diens nationaliteit vast te stellen.
Artikel 10
Termijnen
1. Het overnameverzoek moet bij de bevoegde autoriteit van de aangezochte staat worden ingediend uiterlijk één jaar nadat de bevoegde autoriteit van de verzoekende staat kennis heeft gekre-gen van het feit dat een onderdaan van een derde land of een staatloze persoon niet of niet meer aan de voorwaarden voor bin-nenkomst, aanwezigheid of verblijf voldoet. Indien er juridische of praktische belemmeringen zijn waardoor het verzoek niet tijdig kan worden ingediend, wordt de termijn op verzoek van de ver-zoekende staat verlengd, doch slechts totdat de belemmeringen zijn opgeheven.
2. Het overnameverzoek moet schriftelijk worden beantwoord
— binnen twee werkdagen wanneer het overnameverzoek in het kader van de versnelde procedure is ingediend (artikel 6, lid 3);
— binnen veertien kalenderdagen in alle overige gevallen.
Deze termijnen beginnen te lopen vanaf de datum van ontvangst van het overnameverzoek. Wordt binnen deze termijnen niet geantwoord, dan wordt aangenomen dat met de overdracht wordt ingestemd.
3. De afwijzing van een overnameverzoek wordt met redenen omkleed.
4. Nadat de instemming is gegeven of, in voorkomend geval, na het verstrijken van de in lid 2 bedoelde termijn wordt de betrokken persoon onverwijld en uiterlijk binnen drie maanden overgedragen. Deze termijn wordt op verzoek van de verzoe- kende staat verlengd met de periode die nodig is om juridische of praktische belemmeringen op te heffen.
Artikel 11
Overdrachtmodaliteiten en wijze van vervoer
1. Voordat een persoon wordt overgedragen, treffen de bevoegde autoriteiten van de voormalige Joegoslavische Repu- bliek Macedonië en de betrokken lidstaat vooraf schriftelijk een regeling met betrekking tot de datum van overdracht, de plaats van binnenkomst, eventuele begeleiders en andere voor de over-dracht relevante gegevens.
2. Vervoer kan plaatsvinden door de lucht of over land. De overdracht door de lucht is niet beperkt tot het gebruik van de nationale luchtvaartmaatschappijen van de voormalige Joegosla- vische Republiek Macedonië of de lidstaten en kan ook plaatsvin- den met gebruikmaking van lijn- en chartervluchten. In het geval van begeleide overdracht mogen naast de gemachtigde personen van de verzoekende staat ook gemachtigde personen uit de voor-malige Joegoslavische Republiek Macedonië of een andere lidstaat de over te dragen persoon begeleiden.
Artikel 12
Onterechte overname
De verzoekende staat neemt een persoon die door de aangezochte staat is overgenomen terug, indien binnen drie maanden na de overdracht van de betrokken persoon wordt vastgesteld dat niet is voldaan aan de voorwaarden van de artikelen 2 tot en met 5.
In dergelijke gevallen zijn mutatis mutandis de procedure- voorschriften van deze overnameovereenkomst van toepassing en worden tevens alle beschikbare gegevens met betrekking tot de werkelijke identiteit en nationaliteit van de terug te nemen per-soon meegedeeld.
AFDELING IV
DOORGELEIDING
Artikel 13
Beginselen
1. De lidstaten en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië moeten doorgeleiding van onderdanen van derde lan-den en staatloze personen beperken tot gevallen waarin die per-sonen niet rechtstreeks aan de staat van bestemming kunnen worden overgedragen.
2. De voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië staat de doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatloze per-sonen over haar grondgebied toe indien een lidstaat daarom ver-zoekt, en een lidstaat staat de doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatloze personen over zijn grondgebied toe indien de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië daarom verzoekt, wanneer de verdere reis in eventuele andere sta-ten van doorgeleiding en de overname door de staat van bestem-ming verzekerd zijn.
3. Doorgeleiding kan door de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië of een lidstaat worden geweigerd
a) indien de onderdaan van een derde land of de staatloze per- soon een reëel gevaar loopt in de staat van bestemming of een andere staat van doorgeleiding te worden onderworpen aan foltering, aan onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing, aan de doodstraf of aan vervolging op grond van ras, godsdienst, nationaliteit, lidmaatschap van een bepaalde sociale groep, of politieke overtuiging, of
b) indien de onderdaan van een derde land of de staatloze per-soon in de aangezochte staat of een andere staat van door-geleiding blootstaat aan strafrechtelijke sancties, of
c) om redenen van volksgezondheid, binnenlandse veiligheid, openbare orde of andere nationale belangen van de aange-zochte staat.
4. De voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië of een lidstaat kan elke afgegeven vergunning intrekken indien zich later omstandigheden zoals bedoeld in lid 3 voordoen of aan het licht komen die de doorgeleiding belemmeren of indien de verdere reis in eventuele andere staten van doorgeleiding of de overname door de staat van bestemming niet meer verzekerd is. In dat geval neemt de verzoekende staat de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon zo nodig onverwijld terug.
Artikel 14
Doorgeleidingsprocedure
1. Een doorgeleidingsverzoek moet schriftelijk worden inge-diend bij de bevoegde autoriteit van de aangezochte staat en bevat de volgende gegevens:
a) type van doorgeleiding (door de lucht of over land); eventuele andere staten van doorgeleiding en beoogde eind-bestemming;
b) de persoonsgegevens van de betrokken persoon (bv. naam, voornaam, meisjesnaam, andere namen die de betrokken persoon gebruikt of waaronder hij bekend staat, geboorte-datum, geslacht en zo mogelijk geboorteplaats, nationaliteit, taal, aard en nummer van het reisdocument);
c) voorgenomen plaats van binnenkomst, tijdstip van over-dracht en eventueel gebruik van begeleiders;
d) een verklaring waarin wordt gesteld dat volgens de verzoe-kende staat is voldaan aan de voorwaarden van artikel 13, lid 2, en dat er geen redenen bekend zijn voor een afwijzing op grond van artikel 13, lid 3.
Een gemeenschappelijk formulier voor doorgeleidingsverzoeken is in bijlage 7 opgenomen.
2. Binnen vijf kalenderdagen brengt de aangezochte staat de verzoekende staat schriftelijk op de hoogte van de toelating, met bevestiging van de plaats van binnenkomst en het geplande tijd-stip van toelating, of van de afwijzing van de toelating en de rede-nen daarvoor.
3. Indien de doorgeleiding door de lucht gebeurt, worden de over te nemen persoon en eventuele begeleiders vrijgesteld van de verplichting een luchthaventransitvisum aan te vragen.
4. De bevoegde autoriteiten van de aangezochte staat verlenen na onderling overleg steun bij de doorgeleiding, met name door toezicht te houden op de betrokken personen en door geschikte faciliteiten ter beschikking te stellen.
AFDELING V
KOSTEN
Artikel 15
Kosten van vervoer en van doorgeleiding
Onverminderd het recht van de bevoegde autoriteiten om de aan de overname verbonden kosten van de over te nemen persoon of derde partijen terug te vorderen, komen alle vervoerskosten in verband met overname en doorgeleiding uit hoofde van deze overnameovereenkomst tot aan de grens van de staat van eind- bestemming ten laste van de verzoekende staat.
AFDELING VI
GEGEVENSBESCHERMING EN ONVERMINDERDE TOEPASSELIJKHEID
Artikel 16
Gegevensbescherming
Persoonsgegevens worden alleen verstrekt wanneer dit nodig is voor de uitvoering van deze overnameovereenkomst door, naar gelang van het geval, de bevoegde autoriteiten van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië of een lidstaat. De verwer-king en de behandeling van persoonsgegevens in een bepaald geval zijn onderworpen aan de wetgeving van de voormalige Joe-goslavische Republiek Macedonië en, wanneer de voor de verwer-king van de gegevens verantwoordelijke instantie een bevoegde autoriteit van een lidstaat is, aan de bepalingen van Richtlijn 95/46/EG (1) en de nationale wetgeving van die lidstaat die uit hoofde van deze richtlijn is vastgesteld. Daarnaast zijn de vol-gende beginselen van toepassing:
a) de persoonsgegevens moeten eerlijk en rechtmatig worden verwerkt;
b) de persoonsgegevens moeten voor het welbepaalde, uitdruk-kelijk omschreven en gerechtvaardigde doel van de uitvoe-ring van deze overnameovereenkomst worden verkregen en mogen door de meedelende of ontvangende autoriteit niet verder worden verwerkt op een wijze die onverenigbaar is met dat doel;
c) de persoonsgegevens moeten toereikend, ter zake dienend en niet bovenmatig zijn in verhouding tot het doel waarvoor zij worden verkregen en/of verder verwerkt; de verstrekte persoonsgegevens mogen met name uitsluitend betrekking hebben op:
— de persoonsgegevens van de over te dragen persoon (bv. naam, voornamen, vroegere namen, andere namen die de betrokken persoon gebruikt of waaronder hij bekend staat, geslacht, burgerlijke staat, geboortedatum en –plaats, huidige en eventuele vroegere nationaliteit);
— paspoort, identiteitskaart of rijbewijs (nummer, geldig-heidsduur, datum van afgifte, afgevende autoriteit, plaats van afgifte);
— stopplaatsen en reisroutes;
— andere voor de identificatie van de over te dragen per-soon of voor het onderzoek van de overnamevereisten uit hoofde van deze overnameovereenkomst dienstige gegevens;
d) de persoonsgegevens moeten nauwkeurig zijn en moeten in voorkomend geval worden bijgewerkt;
(1) Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke perso-nen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betref-fende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31).
e) de persoonsgegevens mogen in een vorm die het mogelijk maakt de betrokkenen te identificeren, niet langer worden bewaard dan noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de doeleinden waarvoor zij worden verkregen of vervolgens worden verwerkt;
f) de mededelende en de ontvangende autoriteit treffen alle redelijke maatregelen die nodig zijn om te zorgen voor een passende correctie, uitwissing of afscherming van persoons-gegevens wanneer de verwerking ervan niet in overeenstem-ming is met de bepalingen van dit artikel, met name omdat deze persoonsgegevens niet toereikend, ter zake dienend of nauwkeurig zijn, of omdat zij bovenmatig zijn in verhouding tot het doel van de verwerking. Dit behelst tevens de kennis-geving van elke correctie, uitwissing of afscherming aan de andere partij;
g) op verzoek stelt de ontvangende autoriteit de mededelende autoriteit in kennis van het gebruik dat van de verstrekte gegevens is gemaakt en van de daardoor verkregen resultaten;
h) persoonsgegevens mogen uitsluitend aan de bevoegde auto-riteiten worden verstrekt. Voor de mededeling aan andere instanties is de voorafgaande toestemming van de medede-lende autoriteit vereist;
i) de mededelende en de ontvangende autoriteit zijn verplicht de mededeling en ontvangst van persoonsgegevens schrifte-lijk te registreren.
Artikel 17
Onverminderde toepasselijkheid
1. Deze overnameovereenkomst doet geen afbreuk aan de rechten, verplichtingen en verantwoordelijkheden van de Gemeenschap, de lidstaten en de voormalige Joegoslavische Repu-bliek Macedonië die voortvloeien uit het internationaal recht en met name uit
— het Verdrag van 28 juli 1951 betreffende de status van vluch-telingen, zoals gewijzigd bij het Protocol van 31 januari 1967 betreffende de status van vluchtelingen;
— internationale overeenkomsten waarbij wordt bepaald welk land bevoegd is voor de behandeling van ingediende asielaanvragen;
— het Europees Verdrag van 4 november 1950 tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden;
— het Verdrag van 10 december 1984 tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing;
— internationale verdragen inzake uitwijzing en doorgeleiding;
— multilaterale internationale verdragen en overeenkomsten over de overname van vreemde onderdanen.
2. Niets in deze overnameovereenkomst belet de terugkeer van een persoon op basis van andere formele of informele regelingen.
AFDELING VII
UITVOERING EN TOEPASSING
Artikel 18
Gemengd Comité overname
1. De overeenkomstsluitende partijen verlenen elkaar weder- zijds bijstand bij de toepassing en uitlegging van deze overname- overeenkomst. Daartoe stellen zij een Gemengd Comité overname (hierna „het Comité” genoemd) in, dat met name
a) toezicht houdt op de toepassing van deze overnameovereenkomst;
b) uitvoeringsregelingen vaststelt die nodig zijn voor de eenvor-mige toepassing van deze overnameovereenkomst;
c) geregeld gegevens uitwisselt over de uitvoeringsprotocollen die door de afzonderlijke lidstaten en de voormalige Joego-slavische Republiek Macedonië op grond van artikel 19 zijn opgesteld;
d) aanbevelingen doet voor wijziging van deze overname-overeenkomst en de bijlagen daarbij.
2. De beslissingen van het Comité zijn bindend voor de overeenkomstsluitende partijen.
3. Het Comité bestaat uit vertegenwoordigers van de Gemeen- schap en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië; de Gemeenschap wordt vertegenwoordigd door de Commissie.
4. Het Comité komt zo vaak als nodig bijeen op verzoek van een van de overeenkomstsluitende partijen.
5. Het Comité stelt zijn reglement van orde vast.
Artikel 19
Uitvoeringsprotocollen
1. Op verzoek van een lidstaat of de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, stellen de voormalige Joegoslavische Repu-bliek Macedonië en een lidstaat een uitvoeringsprotocol op dat betrekking heeft op de regels inzake
a) de aanwijzing van de bevoegde autoriteiten, de plaatsen voor het overschrijden van de grenzen en de uitwisseling van con- tactpunten alsook de taal waarin wordt gecommuniceerd;
b) de wijze van terugkeer in het kader van de versnelde procedure;
c) de voorwaarden voor begeleide terugkeer, met inbegrip van de doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staat-loze personen onder begeleiding;
d) andere middelen en documenten dan die vermeld in de bij-lagen 1 tot en met 5.
2. De in lid 1 bedoelde uitvoeringsprotocollen treden pas in werking nadat het Gemengd Comité overname, bedoeld in arti-kel 18, daarvan in kennis is gesteld.
3. De voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië stemt ermee in om alle bepalingen van een met een lidstaat gesloten uitvoeringsprotocol ook toe te passen in haar betrekkingen met een andere lidstaat, op verzoek van die laatstbedoelde lidstaat.
Artikel 20
Verhouding tot bilaterale overnameovereenkomsten of
overnameregelingen van de lidstaten
De bepalingen van deze overnameovereenkomst hebben voorrang boven de bepalingen van alle bilaterale overeenkomsten of regelin-gen inzake de overname van zonder vergunning op het grondge-bied verblijvende personen die op basis van artikel 19 tussen afzonderlijke lidstaten en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië zijn of kunnen worden gesloten, voor zover de bepalin-gen van deze bilaterale overnameovereenkomsten of overname-regelingen onverenigbaar zijn met die van deze overname-overeenkomst.
AFDELING VIII
SLOTBEPALINGEN
Artikel 21
Territoriale toepassing
1. Onder voorbehoud van het bepaalde in lid 2, is deze overnameovereenkomst van toepassing op het grondgebied waarop het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van toepassing is alsook op het grondgebied van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.
2. Deze overnameovereenkomst is niet van toepassing op het grondgebied van het Koninkrijk Denemarken.
Artikel 22
Inwerkingtreding, duur en opzegging
1. Deze overnameovereenkomst wordt door de overeenkomst-sluitende partijen bekrachtigd of goedgekeurd volgens hun eigen procedures.
2. Deze overnameovereenkomst treedt in werking op de eer- ste dag van de tweede maand volgend op de datum waarop de overeenkomstsluitende partijen elkaar ervan in kennis stellen dat de in lid 1 bedoelde procedures zijn voltooid.
3. Deze overnameovereenkomst wordt voor onbepaalde tijd gesloten.
4. Elke overeenkomstsluitende partij kan de uitvoering van deze overnameovereenkomst door middel van een officiële kennisgeving aan de andere overeenkomstsluitende partij en na voorafgaand over-leg met het in artikel 18 bedoelde Comité, tijdelijk, geheel of gedeel-telijk opschorten ten aanzien van onderdanen van derde landen en staatloze personen en dat om redenen van veiligheid, bescherming van de openbare orde of volksgezondheid. De opschorting gaat in op de tweede dag volgend op de dag van deze kennisgeving.
5. Elke overeenkomstsluitende partij kan deze overname- overeenkomst opzeggen door middel van een officiële kennisge-ving aan de andere overeenkomstsluitende partij. Deze overname-overeenkomst verstrijkt zes maanden na de datum van deze kennisgeving.
Artikel 23
Bijlagen
De bijlagen 1 tot en met 7 maken een integrerend deel uit van deze overnameovereenkomst.
BIJLAGE 1
Gemeenschappelijke lijst van documenten voor bewijs van nationaliteit (artikel 2, lid 1, artikel 4, lid 1, en artikel 8, lid 1)
— Alle soorten paspoorten (nationale paspoorten, diplomatieke paspoorten, dienstpaspoorten, collectieve paspoorten en paspoortvervangende documenten/noodpaspoorten)
— Identiteitskaarten (ook tijdelijke en voorlopige identiteitskaarten)
— Militaire identiteitskaarten
— Monsterboekjes en schippersbewijzen
— Burgerschapscertificaat dat vergezeld gaat van een ander identificatiedocument met een foto van betrokken persoon.
BIJLAGE 2
Gemeenschappelijke lijst van documenten waarvan de overlegging wordt beschouwd als prima facie bewijs van de nationaliteit (artikel 2, lid 1, artikel 4, lid 1, en artikel 8, lid 2)
— Fotokopieën van de in bijlage 1 genoemde documenten
— Zakboekjes of fotokopieën daarvan
— Rijbewijzen of fotokopieën daarvan
— Geboortecertificaten of fotokopieën daarvan
— Officiële verklaringen van geloofwaardige getuigen
— Verklaringen van de betrokken persoon en de door hem gesproken taal, onder meer door middel van de resultaten van een officieel onderzoek. In deze bijlage wordt verstaan onder „officieel onderzoek” een onderzoek dat is gelast of ver- richt door de autoriteiten van de verzoekende staat en dat is bekrachtigd door de aangezochte staat
— Andere documenten die kunnen bijdragen tot het vaststellen van de nationaliteit van de betrokken persoon
— In bijlage 1 vermelde documenten waarvan de geldigheidsduur is verstreken.
BIJLAGE 3
Gemeenschappelijke lijst van documenten die worden beschouwd als bewijs dat is voldaan aan de voorwaarden voor overname van onderdanen van derde landen en staatloze personen (artikel 3, lid 1, artikel 5, lid 1, en artikel 9, lid 1)
— Inreis-/uitreisstempels of soortgelijke aantekeningen in het reisdocument van de betrokken persoon of andere bewij-zen van inreis/uitreis (bv. foto’s)
— Geldig document, bv. visum en/of verblijfsvergunning, afgegeven door de aangezochte staat met het oog op een toe-gestaan verblijf op het grondgebied van de aangezochte staat
— Reisbiljetten op naam en/of passagierslijsten voor vlieg-, trein-, bus- of bootreizen waaruit de aanwezigheid van de betrokken persoon en zijn reisroute op het grondgebied van de aangezochte staat kunnen worden afgeleid
— Officiële verklaringen van grensbeambten die kunnen getuigen dat de betrokken persoon de grens heeft overschreden.
BIJLAGE 4
Gemeenschappelijke lijst van documenten die worden beschouwd als prima facie bewijs dat is voldaan aan de voorwaarden voor overname van onderdanen van derde landen en staatloze personen (artikel 3, lid 1, artikel 5. lid 1, en artikel 9, lid 2)
— Door de bevoegde autoriteiten van de verzoekende staat afgelegde verklaringen omtrent de plaats waar en de omstan- digheden waaronder de betrokken persoon na binnenkomst op het grondgebied van die staat is aangetroffen
— Xxxxxxxx met betrekking tot de identiteit en/of het verblijf van een persoon die door een internationale organisatie zijn verstrekt
— Alle soorten documenten, certificaten en rekeningen (bv. hotelrekeningen, afspraakkaarten voor bezoek aan arts/tandarts, toegangsbewijzen voor openbare/particuliere instellingen, autoverhuurcontracten, kredietkaartreçu’s enz.) waaruit duidelijk blijkt dat de betrokken persoon op het grondgebied van de aangezochte staat heeft verbleven
— Gegevens waaruit blijkt dat de betrokkene gebruik heeft gemaakt van de diensten van een tussenpersoon of reisbureau
— Officiële verklaring van de betrokken persoon in gerechtelijke of administratieve procedures.
BIJLAGE 5
Lijst van documenten die worden beschouwd als prima facie bewijs dat is voldaan aan de voorwaarden voor overname van gewezen onderdanen van de Socialistische Federale Republiek Joegoslavië (artikel 3, lid 3, en artikel 9, lid 4)
— Geboortecertificaten of fotokopieën daarvan afgegeven door de Socialistische Federale Republiek Joegoslavië
— Openbare documenten of fotokopieën daarvan afgegeven door de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië of de voormalige Socialistische Federale Republiek Joegoslavië, waarop de geboorteplaats en/of permanente verblijfplaats zijn vermeld (zie voorschrift artikel 3, lid 3)
— Andere documenten of certificaten of fotokopieën daarvan waaruit de geboorteplaats en/of permanente verblijfplaats op het grondgebied van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië blijkt
— Officiële verklaring van de betrokken persoon in gerechtelijke of administratieve procedures.
BIJLAGE 6
BIJLAGE 7
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGBETREFFENDE ARTIKEL 2, LID 2, EN ARTIKEL 4, LID 2
Bij de toepassing van de betrokken bepalingen moeten de partijen ernaar streven passende maatregelen te nemen om de eenheid en integriteit van het gezin zoveel mogelijk in stand te houden. Daartoe moeten de par-tijen alles in het werk stellen om de gezinsleden binnen een redelijke termijn over te nemen.
Het in artikel 18 vermelde Comité moet met name toezicht houden op de toepassing van het beginsel van de eenheid en integriteit van het gezin.
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE ARTIKEL 2, LID 3, EN ARTIKEL 4, LID 3
De overeenkomstsluitende partijen nemen er nota van dat overeenkomstig het nationaliteitsrecht van de voor-malige Joegoslavische Republiek Macedonië en de lidstaten, een burger van de voormalige Joegoslavische Repu-bliek Macedonië of de Europese Unie zijn nationaliteit niet kan worden ontnomen.
De partijen komen overeen dat zij te zijner tijd overleg zullen plegen wanneer deze juridische situatie zou wijzigen.
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE DE ARTIKELEN 3 EN 5
De partijen streven ernaar alle onderdanen van derde landen die niet of niet meer voldoen aan de juridische voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op hun respectieve grondgebieden, naar hun land van herkomst terug te zenden.
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE DENEMARKEN
De overeenkomstsluitende partijen nemen er nota van dat deze overnameovereenkomst niet van toepassing is op het grondgebied van het Koninkrijk Denemarken, noch op onderdanen van het Koninkrijk Denemarken. Daarom is het wenselijk dat de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Denemarken een overname-overeenkomst sluiten die vergelijkbaar is met deze overnameovereenkomst.
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE IJSLAND EN NOORWEGEN
De overeenkomstsluitende partijen nemen nota van de nauwe band tussen de Europese Gemeenschap en IJs-land en Noorwegen, met name uit hoofde van de Overeenkomst van 18 mei 1999 inzake de wijze waarop die landen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis. Daarom is het wenselijk dat de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië met IJsland en Noorwegen een overnameovereenkomst sluit die vergelijkbaar is met deze overnameovereenkomst.
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE ZWITSERLAND
De overeenkomstsluitende partijen nemen er nota van dat de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en Zwitserland een Overeenkomst hebben ondertekend inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis. Het is wenselijk dat de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, na de inwerkingtreding van deze overeenkomst inzake het Schengenac- quis, een overnameovereenkomst met Zwitserland sluit die vergelijkbaar is met deze overnameovereenkomst.