AKTE VAN STATUTENWIJZIGING
80122163/JvL/AvdB/AZ 80122163/Documents/STATW Stichting PublicSpaces
AKTE VAN STATUTENWIJZIGING
(“Stichting PublicSpaces”)
Op acht juni tweeduizend tweeëntwintig is voor mij, mr. Xxxxxxx Xxxxx xxx Xxxx, notaris met plaats van vestiging Rotterdam, verschenen:
xx. Xxxxxxxx Xxxxxxx Xxxx, werkzaam ten kantore van Ploum, advocaten en notarissen, met adres: Xxxxx 00, 0000 XX Xxxxxxxxx, geboren te 's-Gravenhage op vijftien juli negentienhonderd zesennegentig,
te dezen handelend als gevolmachtigde van een bestuurder van de hierna te noemen stichting. De comparant, handelend als vermeld, verklaarde dat op twee juni tweeduizend tweeëntwintig door het bestuur van de stichting: Stichting PublicSpaces, statutair gevestigd te Hilversum, met adres Media Parkboulevard 1, 1217 WE Hilversum, ingeschreven in het handelsregister onder nummer 71988890, hierna te noemen: de stichting, is besloten de statuten van de stichting geheel te wijzigen, van welk besluit blijkt uit het als BIJLAGE 1 aan deze akte gehechte bestuursbesluit. Ter uitvoering van voornoemd besluit verklaarde de comparant, handelend als vermeld, de statuten van de stichting zodanig te wijzigen, zodat zij in hun geheel komen te luiden als volgt:
STATUTEN
Artikel 1a. Begripsbepalingen.
In deze statuten wordt verstaan onder:
- bestuur:
het bestuur van de stichting in de zin van artikel 291 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;
- bestuurder:
een lid van het bestuur;
- deelnemer:
een aangeslotene van de stichting als bedoeld in artikel 11 lid 1;
- deelnemersovereenkomst:
de overeenkomst tussen de stichting en een deelnemer als bedoeld in artikel 11 lid 1, waarin onder meer (i) de hoogte en wijze van betaling van de bijdrage van die deelnemer wordt bepaald alsmede (ii) bepaald wordt of er stemrecht in de vergadering van deelnemers toekomt aan die deelnemer (met inbegrip van, indien van toepassing, het aantal stemmen);
- directeur:
een lid van de directie;
- directie:
de directie van de stichting als bedoeld in artikel 8 lid 1, niet zijnde een (onderdeel van het) bestuur in de zin van artikel 291 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;
- schriftelijk:
bij brief, fax of e-mail, of bij boodschap die via een ander gangbaar communicatiemiddel wordt overgebracht en elektronisch of op schrift kan worden ontvangen mits de identiteit van de verzender met afdoende zekerheid kan worden vastgesteld;
- statuten:
de statuten van de stichting, zoals die van tijd tot tijd zullen luiden;
- stichting:
de rechtspersoon waarop de statuten betrekking hebben.
Naam en zetel. Artikel 1b.
1. De stichting draagt de naam: Stichting PublicSpaces.
2. De stichting heeft haar zetel in de gemeente Hilversum.
Doel en manifest. Governance Code. Artikel 2.
1. De stichting heeft ten doel:
a. het doen van onderzoek naar en ontwikkeling van een concept en prototype voor een alternatief software ecosysteem dat het publieke belang vertegenwoordigt en geen winstoogmerk heeft, alsmede de mogelijke exploitatie daarvan;
b. het zonder winstoogmerk deelnemen in, het op andere wijze een belang nemen in en het voeren van beheer over andere rechtspersonen en ondernemingen die actief bijdragen aan de doelstelling van de stichting genoemd onder a.; en
c. het verrichten van alle verdere handelingen, die met het vorenstaande in de ruimste zin verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn.
2. Bij de verwezenlijking van haar doel, zal de stichting handelen in overeenstemming met haar manifest. De stichting publiceert haar manifest op:
xxxxx://xxxxxxxxxxxx.xxx/xxxxxxxx. Het bestuur is bevoegd tot wijziging van het manifest, doch slechts na een besluit tot goedkeuring van de wijziging van de vergadering van deelnemers, genomen met een gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Op het besluit van het bestuur tot wijziging van het manifest is voorts het bepaalde in artikel 15 lid 1 van overeenkomstige toepassing. Ingeval van een wijziging van het manifest, zal de stichting de gewijzigde tekst onverwijld op voornoemde webpagina publiceren.
3. De stichting wenst het bestuur-directie-model van de Governance Code Cultuur (zoals van tijd tot tijd gewijzigd) en de daarin gestelde beginselen te gebruiken.
Bestuur: profielschets, samenstelling, wijze van benoemen en beloning. Bindende voordracht door deelnemers.
Artikel 3.
1. Het bestuur van de stichting bestaat uit zeven (7) bestuurders.
2. Het bestuur stelt een profielschets voor haar samenstelling vast, rekening houdend met het doel en de aard van de stichting, haar activiteiten en de gewenste achtergrond, deskundigheid, diversiteit en onafhankelijkheid van de bestuurders. Het bestuur bespreekt de profielschets voor het eerst bij vaststelling en vervolgens bij iedere wijziging in de bestuursvergadering, met de directie en in de vergadering van deelnemers.
3. Bij de benoeming van de bestuurders stelt het bestuur de profielen van de bestuurders vast. De bestuurders worden benoemd en geschorst door het bestuur, op bindende voordracht van een deelnemer. Bij het geheel ontbreken van deelnemers, geldt het in dit artikel bepaalde omtrent de bindende voordracht niet en vindt benoeming plaats door het bestuur.
4. In vacatures moet zo spoedig mogelijk worden voorzien. Ingeval van een vacature binnen het bestuur, brengt het bestuur de deelnemers zo spoedig mogelijk op de hoogte van het bestaan van de vacature en het betreffende profiel, door schriftelijke mededeling aan de (elektronische) adressen die de deelnemers daartoe aan het bestuur kenbaar hebben gemaakt.
5. De deelnemers hebben vervolgens drie (3) weken de mogelijkheid tot het doen van een bindende voordracht, door schriftelijke mededeling aan het bestuur. De voordracht die door een deelnemer wordt gedaan, dient conform het profiel te zijn. Indien er meerdere kandidaten worden voorgedragen voor één
(1) functie binnen het bestuur, dan roept het bestuur een vergadering van deelnemers bijeen en besluit de vergadering van deelnemers over de voor te dragen kandidaat middels een stemming. De stemming geschiedt via gesloten briefjes.
6. Het bestuur vergewist zich voorafgaand aan de benoeming van een bestuurder van diens werkverleden, integriteit, kwaliteit en geschiktheid voor de functie en of er belangentegenstellingen of nevenfuncties zijn die de bestuurder in het uitoefenen van zijn of haar functie kunnen belemmeren.
7. Het bestuur kan besluiten (i) het bindend karakter aan een voordracht als bedoeld in lid 3, 4 en 5 ontnemen en (ii) een door het bestuur voorgedragen kandidaat voor de betreffende vacature benoemen, ingeval er ten aanzien van een voorgedragen kandidaat sprake is van evidente afwijkingen van het profiel (zulks ter bepaling door het bestuur) en/of voorziene belemmeringen in de uitoefening van zijn of haar functie (zulks ter bepaling door het bestuur). Op het besluit van het bestuur als bedoeld in de vorige zin is het bepaalde in artikel 15 lid 1 van overeenkomstige toepassing. Het bestuur stelt de deelnemers op de hoogte van een besluit dat is genomen op grond van dit lid 7.
8. Het bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester. De functies van secretaris en penningmeester kunnen door één persoon worden vervuld.
9. De bestuurders worden benoemd voor een periode van vier jaar. Zij treden af volgens een door het bestuur op te maken rooster. Een volgens het rooster afgetreden bestuurder is onmiddellijk herbenoembaar. De in een tussentijdse vacature benoemde bestuurder neemt op het rooster van aftreden de plaats in van degene in wiens vacature hij werd benoemd. De maximale zittingstermijn voor bestuurders bedraagt tweemaal een periode van ten hoogste vier jaar.
10. Ingeval van één of meer vacatures in het bestuur behoudt het bestuur zijn bevoegdheden, met inachtneming van het bepaalde in artikel 4 lid 2.
11. De bestuurders ontvangen geen beloning voor hun werkzaamheden. Zij hebben wel recht op vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun functie gemaakte kosten.
Bestuur: taak en bevoegdheden. Ontstentenis en belet. Artikel 4.
1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting.
2. In geval van ontstentenis of belet van één of meer bestuurders is (zijn) de overblijvende bestuurder(s) met het gehele bestuur belast. In geval van ontstentenis of belet van alle bestuurders wordt de stichting tijdelijk bestuurd door de directeur of een andere persoon die daartoe door het bestuur steeds moet zijn aangewezen. Degene die bij ontstentenis of belet van bestuurders ingevolge dit artikel is aangewezen tot het verrichten van bestuursdaden, wordt voor wat deze bestuursdaden betreft met een bestuurder gelijkgesteld.
3. Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, mits het besluit wordt genomen met algemene stemmen van alle in functie zijnde bestuurders.
4. Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten, waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt, mits het besluit wordt genomen met algemene stemmen van alle in functie zijnde bestuurders.
5. Erfstellingen mogen slechts onder het voorrecht van boedelbeschrijving worden aanvaard.
Bestuur: vergaderingen. Artikel 5.
1. De vergaderingen van het bestuur worden gehouden in Nederland in de gemeente waar de stichting haar zetel heeft of op de plaats als bij de oproeping is bepaald.
2. Jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar wordt een vergadering van het bestuur (de jaarvergadering) gehouden, waar in elk geval aan de orde komt (i) de vaststelling van de balans en de staat van baten en lasten en (ii) de vaststelling van het jaarverslag.
3. Voorts worden vergaderingen gehouden, wanneer de voorzitter of twee van de overige bestuurders daartoe de oproeping doet.
4. De oproeping tot een vergadering geschiedt ten minste zeven dagen tevoren, de dag van de oproeping en die van de vergadering niet meegerekend, door middel van een oproepingsbrief.
5. Een oproepingsbrief vermeldt, behalve plaats en tijdstip van de vergadering, de te behandelen onderwerpen.
6. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter. Indien deze afwezig is voorzien de aanwezige bestuurders in de leiding van de vergadering. Tot dat moment wordt de vergadering geleid door de in leeftijd oudste aanwezige bestuurder.
7. De secretaris notuleert de vergadering. Bij afwezigheid van de secretaris wordt de notulist aangewezen door degene die de vergadering leidt. De notulen worden vastgesteld en getekend door degenen, die in de vergadering als voorzitter en notulist hebben gefungeerd. De notulen worden vervolgens bewaard door de secretaris.
8. Toegang tot de vergaderingen van het bestuur hebben de in functie zijnde bestuurders en degenen die daartoe door het bestuur zijn uitgenodigd.
Bestuur: besluitvorming. Tegenstrijdig belang. Artikel 6.
1. Het bestuur kan in een vergadering alleen besluiten nemen indien de meerderheid van de in functie zijnde bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd is.
Een bestuurder kan zich in een vergadering door een andere bestuurder laten vertegenwoordigen nadat een schriftelijke, ter beoordeling van de voorzitter van de vergadering voldoende, volmacht is afgegeven. Een bestuurder kan daarbij slechts voor één andere bestuurder als gevolmachtigde optreden.
2. Is in een vergadering niet de meerderheid van de in functie zijnde bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd dan wordt een tweede vergadering bijeengeroepen, te houden niet eerder dan twee en niet later dan vier weken
na de eerste vergadering. In deze tweede vergadering kan ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders worden besloten omtrent de onderwerpen welke op de eerste vergadering op de agenda waren geplaatst. Bij de oproeping tot de tweede vergadering moet worden vermeld dat en waarom een besluit kan worden genomen ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders.
3. Zolang in een vergadering alle in functie zijnde bestuurders aanwezig zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, mits met algemene stemmen, ook al zijn de door de statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en houden van vergaderingen niet in acht genomen.
4. Het bestuur kan met algemene stemmen ook buiten vergadering besluiten nemen. Van een aldus genomen besluit wordt door de secretaris een relaas opgemaakt, dat na mede-ondertekening door de voorzitter als notulen wordt bewaard.
5. Iedere bestuurder heeft het recht tot het uitbrengen van één stem. Voor zover deze statuten geen grotere meerderheid voorschrijven worden bestuursbesluiten genomen met volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen. Bij staking van stemmen wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.
6. Alle stemmingen in een vergadering geschieden mondeling, tenzij één of meer bestuurders vóór de stemming een schriftelijke stemming verlangen. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes.
7. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
8. In alle geschillen omtrent stemmingen beslist de voorzitter van de vergadering.
9. De bestuurder die een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de stichting en de met haar verbonden onderneming of organisatie, meldt dit terstond aan de overige bestuurders en verschaft daarover alle relevante informatie. De overige bestuurders besluiten buiten aanwezigheid van de betrokken bestuurder of er sprake is van een belang dat tegenstrijdig is met het belang van de stichting en de met haar verbonden onderneming of organisatie. Wanneer hierdoor geen bestuursbesluit kan worden genomen, wordt het besluit genomen door het bestuur onder schriftelijke vastlegging van de overwegingen die aan het besluit ten grondslag liggen.
Bestuur: defungeren. Artikel 7.
Een bestuurder defungeert:
a. door zijn overlijden of indien de bestuurder een rechtspersoon is, door haar ontbinding of indien zij ophoudt te bestaan;
b. door het verlies van het vrije beheer over zijn vermogen;
c. door zijn aftreden, al dan niet volgens het in artikel 3 bedoelde rooster van aftreden;
d. door ontslag door de gezamenlijke overige bestuurders;
x. door ontslag op grond van artikel 2:298 Burgerlijk Wetboek.
Directie. Artikel 8.
1. De stichting kent een directie, bestaande uit één (1) of meer directeuren. Het bestuur bepaalt het daadwerkelijke aantal directeuren.
2. Het bestuur stelt een profielschets voor de omvang en de samenstelling van de directie vast, rekening houdend met het doel en de aard van de stichting, haar activiteiten en de gewenste deskundigheid en achtergrond van de directeuren. Het bestuur bespreekt de profielschets voor het eerst bij vaststelling en vervolgens bij iedere wijziging in de bestuursvergadering en met de directie.
3. Het bestuur benoemt, schorst en ontslaat de directeuren en stelt hun arbeidsvoorwaarden vast. Bij de benoeming van de directeuren stelt het bestuur de profielen van de directeuren vast. Het bestuur vergewist zich voorafgaand aan de benoeming van een directeur van diens werkverleden, integriteit, kwaliteit en geschiktheid voor de functie en of er belangentegenstellingen of nevenfuncties zijn die de directeur in het uitoefenen van zijn of haar functie kunnen belemmeren.
4. De directie woont de vergadering van het bestuur bij en heeft daarin een raadgevende stem. Het bestuur kan op zwaarwegende gronden die het bestuur, de directie of een directeur betreffen, besluiten zonder de directie te vergaderen.
5. In geval van ontstentenis of belet van één of meer directeuren is (zijn) de overblijvende directeur(en) met de taken en bevoegdheden van de directie belast. Bij ontstentenis van alle directeuren wijst het bestuur een waarnemend directeur aan, die gelijke taken en bevoegdheden heeft als de directie.
Taak directie. Artikel 9.
1. De directie is belast met de voorbereiding en de uitvoering van het door het bestuur vastgestelde beleid en met de leiding van de dagelijkse gang van zaken van de stichting. De directie geeft leiding aan en houdt toezicht op:
a. het personeelsbeleid;
b. het materieel en financieel beheer van de stichting;
c. de overleg-, besluitvormings- en samenwerkingsstructuren, zowel intern als extern.
2. De directie is belast met het voorbereiden en uitvoeren van bestuursbesluiten, tenzij het bestuur anders besluit.
3. De directie is bij de uitoefening van haar taak gehouden aan de door het bestuur vastgestelde jaarplan en begroting, alsmede aan de door het bestuur
gegeven bindende richtlijnen en/of instructies.
4. De directie is belast met de naleving van de betrokken collectieve arbeidsovereenkomsten en ander van toepassing zijnde wettelijke bepalingen, een en ander binnen de door het bestuur vastgestelde hoofdlijnen.
5. De directie is bevoegd binnen het kader van de vastgestelde begroting tot het doen van de daaruit voortvloeiende uitgaven.
6. Rechtshandelingen, welke niet in een begroting zijn voorzien, behoeven een afzonderlijk besluit van het bestuur.
7. Indien de directie uit meerdere leden bestaat regelen zij onderling de verdeling van taken en bevoegdheden, welke verdeling de voorafgaande goedkeuring van het bestuur behoeft.
Vertegenwoordiging. Artikel 10.
1. Het bestuur vertegenwoordigt de stichting.
2. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan:
x. xxxx (2) van de bestuurders met de titel van voorzitter, secretaris en penningmeester, gezamenlijk handelend; en
b. de directie.
3. Tegen een handelen (vertegenwoordiging) in strijd met artikel 4 leden 3 en 4 kan tegen derden beroep worden gedaan.
4. Het bestuur kan volmacht verlenen aan één of meer bestuurders, alsook aan derden, om de stichting binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.
Deelnemers. Artikel 11.
1. Deelnemer van de stichting is een (rechts)persoon, die als zodanig door het bestuur is toegelaten. Alle deelnemers sluiten met de stichting een deelnemersovereenkomst. De deelnemersovereenkomst mag niet met de wet of deze statuten in strijd zijn.
2. Deelnemers zijn jegens de stichting gehouden tot betaling van de bijdragen van de deelnemers, waarvan de hoogte en wijze van betaling per deelnemer door het bestuur wordt vastgesteld. De stichting kan per deelnemer afzonderlijk de hoogte van de bijdrage van die deelnemer en de wijze van betaling door die deelnemer, overeenkomen met die deelnemer in de deelnemersovereenkomst.
3. Het deelnemerschap eindigt:
a. door overlijden van de deelnemer of, indien de deelnemer een rechtspersoon is, doordat hij ophoudt te bestaan;
b. door opzegging door de deelnemer;
c. doordat een deelnemer failliet wordt verklaard of surséance van betaling aanvraagt;
d. doordat een deelnemer onder curatele wordt gesteld;
e. door opzegging door de vergadering van deelnemers die daartoe slechts kan besluiten met een meerderheid van drie vierden (3/4e) gedeelte van het aantal stemmen, uitgebracht in een vergadering waarin ten minste de helft van de deelnemers aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
4. Indien het deelnemerschap in de loop van een boekjaar eindigt, blijft niettemin de voor dat jaar vastgestelde bijdrage voor het geheel verschuldigd, tenzij de deelnemersovereenkomst anders bepaalt.
5. Het bestuur is verplicht over de deelnemers op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de stichting jegens de deelnemers en vice versa kunnen worden gekend.
Vergaderingen van deelnemers. Stemrecht. Artikel 12.
1. Vergaderingen van deelnemers worden bijeengeroepen door het bestuur. Ten minste twee (2) maal per jaar vindt er een vergadering van deelnemers plaats.
2. Het bestuur kan iedere deelnemer afzonderlijk het stemrecht in de vergadering van deelnemers toekennen of ontnemen en bepaalt - voor iedere deelnemer met stemrecht afzonderlijk - het aantal stemmen dat een deelnemer toekomt in de vergadering van deelnemers, hetgeen wordt vastgelegd in de deelnemersovereenkomst. Het bestuur maakt na elke wijziging in de stemverhoudingen schriftelijk kenbaar aan alle deelnemers welk aantal stemmen aan iedere deelnemer toekomt.
3. De vergadering van deelnemers voorziet zelf in haar voorzitterschap. Tot dat ogenblik wordt het voorzitterschap waargenomen door de in leeftijd oudste ter vergadering aanwezige (rechts)persoon. Toegang tot de vergadering van deelnemers hebben de deelnemers met stemrecht, de deelnemers zonder stemrecht en zij die door de voorzitter worden toegelaten, met inachtneming van het bepaalde in deze statuten. Zowel de deelnemers met stemrecht als de deelnemers zonder stemrecht hebben het recht het woord te voeren in de vergadering van deelnemers.
4. Voor zover deze statuten geen grotere meerderheid voorschrijven worden alle besluiten van de vergadering van deelnemers genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Bij staking van stemmen, is het voorstel verworpen. Blanco stemmen en ongeldige stemmen, gelden als niet uitgebracht.
5. Jaarlijks, voor aanvang van het nieuwe boekjaar, vindt één vergadering van deelnemers plaats ter behandeling van het jaarplan en de begroting. De bestuurders en directeuren hebben toegang tot die vergadering.
6. Jaarlijks, binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, vindt één vergadering van deelnemers plaats ter behandeling van het jaarverslag en de
realisatie van de maatschappelijke doelstelling van de stichting. De bestuurders en directeuren hebben toegang tot die vergadering.
Boekjaar en jaarstukken. Artikel 13.
1. Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar.
2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting en van alles betreffende de werkzaamheden van de stichting, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat daaruit te allen tijde de rechten en verplichtingen van de stichting kunnen worden gekend.
3. Het bestuur is verplicht jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de balans en de staat van baten en lasten van de stichting te maken, op papier te stellen en vast te stellen. De balans en de staat van baten en lasten kunnen indien het bestuur dit wenselijk acht worden onderzocht door een door een, mede op advies van de directie, door het bestuur aangewezen registeraccountant, accountant-administratieconsulent dan wel een andere deskundige in de zin van artikel 2:393 Burgerlijk Wetboek, telkens voor een periode van maximaal vier jaar. Deze deskundige brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan het bestuur en geeft de uitslag van zijn onderzoek weer in een verklaring omtrent de getrouwheid van de in het vorige lid bedoelde stukken.
4. Tijdig voor de aanvang van het nieuwe boekjaar, zal het bestuur het jaarplan en de begroting voor het opvolgende kalenderjaar op papier stellen. Het jaarplan en de begroting worden voor de aanvang van het nieuwe boekjaar behandeld in de vergadering van deelnemers, welke vergadering het gepresenteerde jaarplan en/of de gepresenteerde begroting kunnen afwijzen door middel van een besluit genomen met ten minste drie vierde (3/4e) van het aantal stemmen. Als het jaarplan en de begroting niet worden afgewezen, gelden die als vastgesteld door het bestuur. Ingeval van afwijzing, stelt het bestuur een nieuwe versie op papier, met inachtneming van de bezwaren die kenbaar zijn gemaakt op de vergadering van deelnemers waarin de afwijzing heeft plaatsgevonden. De aldus opgemaakte herziene versie(s) zal/zullen gelden als vastgesteld door het bestuur. Over het jaarverslag en de realisatie van de maatschappelijke doelstelling van de stichting vindt geen stemming in de vergadering van deelnemers plaats.
5. Het bestuur is verplicht de in de voorgaande leden bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven jaren te bewaren.
6. De op een gegevensdrager aangebrachte gegevens, uitgezonderd de op papier gestelde balans en staat van baten en lasten, kunnen op een andere gegevensdrager worden overgebracht en bewaard, mits de overbrenging
geschiedt met juiste en volledige weergave der gegevens en deze gegevens gedurende de volledige bewaartijd beschikbaar zijn en binnen redelijke tijd leesbaar kunnen worden gemaakt.
Reglement. Artikel 14.
1. Het bestuur is bevoegd een of meer reglementen vast te stellen, waarin die onderwerpen worden geregeld, die naar het oordeel van het bestuur (nadere) regeling behoeven.
2. Een reglement mag niet met de wet of deze statuten in strijd zijn.
3. Het bestuur is bevoegd een reglement te wijzigen of te beëindigen.
4. Op de vaststelling, wijziging en beëindiging van een reglement is het bepaalde in artikel 15 lid 1 van toepassing.
Statutenwijziging. Artikel 15.
1. Het bestuur is bevoegd deze statuten te wijzigen. Een besluit tot statutenwijziging moet met algemene stemmen worden genomen in een vergadering waarin alle bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn. Indien ter bestuursvergadering waar een besluit als bedoeld in de vorige zin op de agenda stond niet alle bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd waren, kan een nieuwe bestuursvergadering worden bijeengeroepen waarin het besluit kan worden genomen met algemene stemmen, onafhankelijk van het op deze vergadering aanwezige of vertegenwoordigde aantal bestuurders. Bij de oproeping tot de nieuwe vergadering overeenkomstig artikel 5 moet worden vermeld dat en waarom een besluit kan worden genomen, onafhankelijk van het ter vergadering aanwezige of vertegenwoordigde aantal bestuurders.
2. De wijziging moet op straffe van nietigheid bij notariële akte tot stand komen. Iedere bestuurder afzonderlijk is bevoegd de desbetreffende akte te doen verlijden.
3. De bestuurders zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het handelsregister.
Ontbinding en vereffening. Artikel 16.
1. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden.
2. Op het besluit van het bestuur tot ontbinding is het bepaalde in artikel 15 lid 1 van overeenkomstige toepassing.
3. Indien het bestuur besluit tot ontbinding wordt tevens de bestemming van het liquidatiesaldo vastgesteld. In andere gevallen van ontbinding wordt de bestemming van het liquidatiesaldo door de vereffenaars vastgesteld. Deze bestemming dient zoveel mogelijk in overeenstemming met het doel van de stichting te zijn.
4. Na ontbinding geschiedt de vereffening door de bestuurders, tenzij bij het
besluit tot ontbinding anderen tot vereffenaars zijn aangewezen.
5. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden stichting gedurende de bij de wet voorgeschreven termijn onder berusting van de door de vereffenaars aangewezen persoon.
6. Op de vereffening zijn overigens de bepalingen van Titel 1, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing
Slotbepalingen. Artikel 17.
1. In alle gevallen, waarin zowel de wet als deze statuten niet voorzien, beslist het bestuur.
2. Onder schriftelijk wordt in deze statuten verstaan elk via de gangbare communicatiekanalen overgebracht bericht, waarvan uit geschrift blijkt.
Volmacht.
Van de volmacht aan de comparant blijkt uit één (1) onderhandse akte van volmacht, die als BIJLAGE 2 aan deze akte wordt gehecht.
Slot
De comparant is mij, notaris, bekend.
Deze akte is verleden te Rotterdam op de datum in het hoofd van deze akte vermeld.
De zakelijke inhoud van deze akte is aan de comparant opgegeven en toegelicht. De comparant heeft verklaard van de inhoud van de akte kennis te hebben genomen, daarmee in te stemmen en op volledige voorlezing daarvan geen prijs te stellen.
*
Onmiddellijk na beperkte voorlezing is deze akte eerst door de comparant en daarna door mij, notaris, ondertekend.
(Volgt ondertekening)
UITGEGEVEN VOOR AFSCHRIFT