Reglement Raad van Commissarissen Coöperatie VGZ U.A.,
Reglement Raad van Commissarissen Coöperatie VGZ U.A.,
VGZ Zorgverzekeraar N.V., N.V. Univé Zorg,
IZA Zorgverzekeraar N.V., N.V. Zorgverzekeraar UMC en VGZ Zorgkantoor B.V.
Statutair gevestigd te Arnhem, ingeschreven in het handelsregister onder nummer 10029718, hierna te noemen: "de Coöperatie".
Vastgesteld door de Raad van Commissarissen van
Coöperatie VGZ U.A., VGZ Zorgverzekeraar N.V., N.V. Univé Zorg, IZA Zorgverzekeraar N.V., N.V. Zorgverzekeraar UMC en VGZ Zorgkantoor B.V. op 24 juni 2021.
Versie: 2.6. geactualiseerd naar aanleiding van de statutenwijziging d.d. 15-12-2022
Datum: 8 december 2022
Xxxxxx: Corporate Secretary
Reglement Raad van Commissarissen Coöperatie VGZ U.A.
Artikel 1 Status en inhoud van de regels
1.1 Dit reglement dient ter aanvulling op de regels en voorschriften die op de Raad van Commissarissen van toepassing zijn op grond van Nederlands recht en/of de statuten van de coöperatie en/of de met haar verbonden ondernemingen.
1.2 Dit reglement dient in samenhang te worden gelezen en nageleefd met het reglement van de Raad van Bestuur en het reglement van het Executive Committee.
1.3 Het Nederlandse recht prevaleert boven de statuten van de coöperatie en/of de verbonden ondernemingen. De statuten van de coöperatie en/of de verbonden ondernemingen prevaleren boven dit reglement. Eventueel ongeldige bepalingen in dit reglement tasten de geldigheid van de overige bepalingen niet aan. Met inachtneming van de strekking en inhoud van de ongeldige bepalingen vervangt de Raad van Commissarissen de ongeldige bepalingen voor geldige bepalingen.
1.4 Voor de toepassing van dit reglement wordt onder een met de coöperatie "verbonden onderneming" verstaan: rechtspersonen en vennootschappen die met de coöperatie in een economische eenheid organisatorisch met elkaar zijn verbonden als bedoeld in artikel 2:24b van het Burgerlijk Wetboek.
Verder in dit document als geheel aangeduid als “VGZ groep”.
1.5 Dit reglement is van toepassing op:
x. xx Xxxx van Commissarissen verbonden aan de coöperatie;
b. de Raden van Commissarissen van de verbonden ondernemingen, voor zover deze verbonden ondernemingen een afzonderlijke raad van commissarissen kennen.
Het onder letter b. bepaalde is slechts van toepassing indien:
1. de betreffende raad identiek is samengesteld aan de Raad van Commissarissen van de coöperatie; dan wel:
2. de betreffende raad uitsluitend bestaat uit personen die tevens zitting hebben in de Raad van Commissarissen van de coöperatie.
1.6 Ingevolge artikel 1.5 letter b is dit reglement mede van toepassing op de Raad van Commissarissen verbonden aan de navolgende vennootschappen:
- VGZ Zorgverzekeraar N.V. - IZA Zorgverzekeraar N.V.
- N.V. Zorgverzekeraar UMC - N.V. Univé Zorg
- VGZ Zorgkantoor B.V.
1.7 Bij dit reglement zijn de volgende bijlagen beschikbaar en op aanvraag in te zien voor belanghebbenden:
• Bijlage A: de profielschetsen van de Raad van Commissarissen;
• Bijlage B: het rooster van aftreden voor leden van de Raad van Commissarissen;
• Bijlage C: het reglement Auditcommissie;
• Bijlage D: het reglement Risicocommissie;
• Bijlage E: het reglement P&S-commissie;
• Bijlage F: het overzicht van besluiten die de Raad van Commissarissen toekomen.
1.8 Dit reglement is opgesteld met inachtneming van de vigerende Corporate Governance Code en specifieke regelgeving die van toepassing is op (zorg)verzekeraars. In de op de website xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx gepubliceerde notitie ‘De Nederlandse Corporate Governancecode: De invulling van de beginselen van behoorlijk ondernemingsbestuur en best practice bepalingen door Coöperatie VGZ U.A.’ is aangegeven waar gevolg is gegeven aan deze best practices en indien hieraan geen gevolg is gegeven, de reden voor afwijking daarvan.
1.9 De Raad van Commissarissen van de coöperatie heeft besloten:
a) toepassing te geven aan en zich gebonden te achten aan de verplichtingen in dit reglement; en
b) bij toetreding van nieuwe leden van de Raad van Commissarissen deze leden een verklaring als bedoeld sub a) hierboven te laten afleggen.
1.10 Dit reglement is gepubliceerd op - en kan worden gedownload van – de website van de coöperatie: xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx
Artikel 2 Taak van de Raad van Commissarissen
2.1 De Raad van Commissarissen houdt toezicht op het -beleid van de Raad van Bestuur en op de algemene gang van zaken. Bij de vervulling van hun taak richten de commissarissen zich naar het belang van de VGZ groep. Hierbij zal de Raad van Commissarissen mede het belang van de leden in acht nemen. De Raad van Commissarissen betrekt daarbij ook de voor de onderneming relevante maatschappelijke aspecten van ondernemen. De Raad van Commissarissen is zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van zijn functioneren en stimuleert hierbij openheid en aanspreekbaarheid. De Raad van Commissarissen staat de Raad van Bestuur met raad ter zijde. Het toezichts- en toetsingskader dat de Raad van Commissarissen bij het uitoefenen van zijn taken volgt, wordt gevormd door de algemene wet- en regelgeving, specifieke wet- en regelgeving voor zorgverzekeraars en uitvoerders Wet langdurige zorg, waaronder die van De Nederlandsche Bank, de Autoriteit Financiële Markten en de Nederlandse Zorgautoriteit, de statuten en reglementen van de VGZ Groep en de Nederlandse Corporate Governance Code.
2.2 Tot de taak van de Raad van Commissarissen wordt verder gerekend het houden van toezicht en controle op, en het adviseren van, de Raad van Bestuur omtrent:
a. de realisatie van de doelstellingen van de VGZ groep;
b. het ontwikkelen van een visie op lange termijn waardecreatie van de VGZ groep;
c. het formuleren en uitvoeren van een strategie – ook op gebied van ESG (de Environmental, Social & Governance-aspecten van het ondernemen) -, voor het realiseren van die visie, met inachtneming van de voornaamste risico’s verbonden aan de activiteiten van de VGZ groep;
d. het vormgeven, vaststellen en inbedden van de waarden die bijdragen aan een organisatiecultuur die gericht is op de lange termijn waardecreatie;
e. de opzet en werking van de interne risicomanagement- en controlesystemen van de VGZ groep en de integriteit en kwaliteit van de financiële verslaggeving;
f. het effectief functioneren van de Sleutelfuncties interne audit, risicomanagement, compliance en actuariële functie als onderdeel van een adequaat risicomanagementsysteem;
g. het zorgdragen voor een systematische controle op de beheersing van de risico's die met de (bedrijfs)activiteiten van de VGZ groep samenhangen en de effectiviteit van de interne audit functie;
h. de voor de VGZ groep relevante maatschappelijke aspecten van ondernemen, inclusief voor de VGZ groep relevante doelstellingen die in lijn zijn met de Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties;
i. het financiële beheer en verslaggevingsproces, waaronder met betrekking tot het opstellen en vaststellen van de jaarrekening en het bestuursverslag alsmede een jaarlijks beleidsplan met bijbehorende begroting voor de VGZ groep;
j. het voeren van een goed personeels- en organisatiebeleid met aspecten van diversiteit en inclusie;
k. het opstellen van een regeling en het adequaat opvolgen van meldingen van (vermoedens van) misstanden en onregelmatigheden binnen de VGZ groep;
l. het acquireren, vervreemden of liquideren van de door de VGZ groep gehouden materiële aandeelbelangen, deelnemingen of bedrijfsonderdelen;
m. de verhouding met de leden van Coöperatie VGZ, de Ledenraad en de Ondernemingsraad;
n. de naleving van algemene wet- en regelgeving en specifieke wet- en regelgeving voor zorgverzekeraars en uitvoerders Wet langdurige zorg, waaronder die van De Nederlandsche Bank, de Autoriteit Financiële Markten en de Nederlandse Zorgautoriteit.
2.3 Bij zijn toezicht besteedt de Raad van Commissarissen bijzondere aandacht aan het risicobeheer van de coöperatie. Iedere bespreking van het risicobeheer wordt voorbereid door de Risicocommissie.
2.4 De Raad van Commissarissen zal jaarlijks na afloop van het boekjaar van de coöperatie een Verslag over het functioneren en de werkzaamheden van de Raad van Commissarissen en zijn commissies in dat boekjaar opstellen en publiceren. Hierbij worden vermeld de samenstelling van de commissies, het aantal vergaderingen van de commissies en de belangrijkste onderwerpen die in de vergaderingen aan de orde zijn geweest. Het Verslag wordt opgenomen in het jaarverslag van de coöperatie.
Artikel 3 Samenstelling, geschiktheid en onafhankelijkheid van de Raad van Commissarissen
3.1 De Raad van Commissarissen bestaat uit een zodanig aantal geschikte leden als vastgesteld in artikel 25 van de statuten van de coöperatie, waarbij uitgegaan wordt van een streefbezetting van minimaal vijf commissarissen. De Raad van Commissarissen stelt daartoe een profielschets van zijn omvang en samenstelling op, rekening houdend met de aard van de aan de coöperatie verbonden onderneming(en) en de gewenste diversiteit, deskundigheid, ervaring en onafhankelijkheid van zijn leden. In de profielschets wordt ingegaan op de voor de coöperatie relevante aspecten van complementariteit, collegialiteit en onafhankelijkheid en de combinatie van diversiteit, ervaring, deskundigheid en onafhankelijkheid in de samenstelling van de Raad van Commissarissen. Tevens wordt vermeld welke concrete doelstellingen de Raad te dien aanzien hanteert. Voor zover de bestaande situatie afwijkt van de nagestreefde situatie, legt de Raad van Commissarissen hierover verantwoording af in zijn Verslag en geeft hij tevens aan op welke termijn hij dit streven verwacht te realiseren. De Raad van Commissarissen zal de profielschets periodiek, doch ten minste eenmaal per drie jaar evalueren. De huidige profielschetsen van de Raad van Commissarissen zijn weergegeven in Bijlage A bij dit reglement en zijn gepubliceerd op de website van de coöperatie als bedoeld in artikel 1.10.
3.2 De Raad van Commissarissen streeft naar een gemengde samenstelling. De samenstelling van de Raad van Commissarissen zal zodanig zijn dat de combinatie in diversiteit, ervaring, deskundigheid en onafhankelijkheid van zijn leden voldoet aan de profielschets en dat deze de Raad van Commissarissen het best in staat stelt zijn diverse verplichtingen jegens de coöperatie en de bij de coöperatie betrokkenen (waaronder de leden) te voldoen, in overeenstemming met toepasselijke wet- en regelgeving.
3.3 Bij de samenstelling van de Raad van Commissarissen worden de volgende geschiktheidsvereisten in acht genomen:
a) elk lid beschikt over specifieke deskundigheid en competenties die noodzakelijk zijn voor het vervullen van zijn rol binnen de Raad van Commissarissen;
b) elk lid is in staat om de hoofdlijnen van het totale beleid van de coöperatie en de met haar verbonden ondernemingen te beoordelen en
zich een afgewogen en zelfstandig oordeel te vormen over de basisrisico’s
die daarbij worden gelopen;
c) de leden beschikken over gedegen kennis van de maatschappelijke functies van de coöperatie en van de belangen van de bij de coöperatie betrokken partijen, zodanig dat de Raad van Commissarissen een evenwichtige afweging kan maken van de belangen van de betrokkenen bij de coöperatie;
d) minimaal één lid van de Raad van Commissarissen is deskundig op het gebied van financiële verslaggeving of de controle van de jaarrekening;
e) ieder lid van de Raad van Commissarissen, de voorzitter in het bijzonder, is voldoende beschikbaar en bereikbaar om zijn taak binnen de Raad van Commissarissen en de commissies van de Raad waarin hij zitting heeft naar behoren te vervullen;
f) ieder lid van de Raad van Commissarissen voldoet aan de profielschets zoals opgenomen in Bijlage A en met zijn lidmaatschap van de Raad van Commissarissen (bij (her)benoeming en nadien) zal de Raad van Commissarissen als geheel moeten zijn samengesteld in
overeenstemming met artikel 3.2;
g) Commissarissen kunnen niet zijn:
i. personen die lid zijn van de Raad van Bestuur;
ii. personen in dienst van de coöperatie of van een afhankelijke maatschappij;
iii. bestuurders en personen in dienst van een werknemersorganisatie welke pleegt betrokken te zijn bij de vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de in dit lid (3.3. sub g.2) bedoelde personen;
h) elk van zijn leden moet onafhankelijk zijn als bedoeld in artikel 3.4;
i) geen van zijn leden mag worden benoemd na de tweede zittingsperiode van vier jaar, gevolgd door maximaal twee zittingsperioden van twee jaar dan wel na het twaalfde jaar in functie;
j) de belangrijkste taken en / of het aantal en de aard van andere commissariaten welke worden aangehouden door een lid van de Raad van Commissarissen moeten zodanig zijn dat zij een goede uitoefening van de taken van een lid van de Raad van Commissarissen niet belemmeren. Indien er een wijziging plaatsvindt in zijn takenpakket dan wel in zijn overige commissariaten wordt dat te allen tijde door het betreffende lid van de Raad van Commissarissen gemeld aan de voorzitter van de Raad van Commissarissen. De voorzitter van de Raad van Commissarissen meldt eventuele hem betreffende wijzigingen als hiervoor bedoeld aan de vicevoorzitter van de Raad van Commissarissen; en
k) de voorzitter van de Raad van Commissarissen mag geen voormalig lid van de Raad van Bestuur van de coöperatie zijn.
3.4 Een lid van de Raad van Commissarissen geldt niet als ‘onafhankelijk’ indien hij, dan wel zijn echtgenoot, geregistreerde partner of een andere levensgezel, pleegkind of bloed- of aanverwant tot in de tweede graad:
a) in de vijf jaar voorafgaande aan de benoeming tot commissaris, werknemer of lid van de Raad van Bestuur van de coöperatie is geweest of van een verbonden onderneming;
b) een persoonlijke financiële vergoeding van de coöperatie ontvangt, anders dan de vergoeding die voor de verrichte werkzaamheden als commissaris wordt ontvangen en voor zover zij niet past in de normale uitoefening van het bedrijf;
c) in het jaar voorafgaande aan de benoeming tot commissaris een belangrijke zakelijke relatie met de coöperatie of een aan haar verbonden onderneming heeft gehad. Daaronder wordt in ieder geval begrepen het geval dat een commissaris, of een kantoor waarvan hij aandeelhouder, vennoot, medewerker of adviseur is, is opgetreden als adviseur van de coöperatie (consultant, externe accountant, notaris en advocaat) en het geval dat de commissaris bestuurder of medewerker is van een bankinstelling waarmee de coöperatie of een met haar verbonden onderneming een duurzame en significante relatie onderhoudt;
d) bestuurder is van een rechtspersoon waarin een lid van de Raad van Bestuur van de coöperatie (waarop hij toezicht houdt) commissaris is (kruisverbanden);
e) een aandelenpakket van ten minste tien procent in een verbonden onderneming houdt (daarbij meegerekend het aandelenbezit van natuurlijke personen of juridische lichamen die met hem samenwerken op grond van een uitdrukkelijke juridische of stilzwijgende, mondelinge of schriftelijke overeenkomst);
f) bestuurder of commissaris is bij, of anderszins vertegenwoordiger is van, een rechtspersoon welke ten minste tien procent van de aandelen in een verbonden onderneming houdt, tenzij het gaat om groepsmaatschappijen; en
g) gedurende de voorgaande twaalf maanden tijdelijk heeft voorzien in het bestuur, bij belet en ontstentenis van de leden van de Raad van Bestuur.
De Raad van Commissarissen zal in het Verslag van de Raad van Commissarissen verklaren of naar zijn oordeel is voldaan aan het bepaalde in artikel 3.3 sub h).
3.5 Elk lid van de Raad van Commissarissen is verplicht de voorzitter van de Raad van Commissarissen de informatie te verschaffen ten aanzien van zijn:
a) geslacht;
b) leeftijd;
c) beroep;
d) hoofdfunctie;
e) nationaliteit;
f) nevenfuncties (waaronder begrepen commissariaten) voor zover relevant voor de vervulling van de taak als commissaris;
g) tijdstip van eerste benoeming; en
h) lopende termijn waarvoor hij is benoemd.
Een lid van de Raad van Commissarissen doet opgave aan de voorzitter van de Raad van Commissarissen (en indien het de voorzitter van de Raad van Commissarissen betreft aan de vicevoorzitter van de Raad van Commissarissen) met betrekking tot (wijziging van) bovenstaande gegevens. De voorzitter ziet erop toe dat deze informatie wordt gepubliceerd in het Verslag van de Raad van
Commissarissen. Ter zake wijzigingen in sub d) en f) voornoemd, beoordeelt de Raad van Commissarissen of sprake is van een verenigbare hoofd- of nevenfunctie en vraagt daartoe verplicht advies aan de P&S-commissie van de Raad van Commissarissen en indien zij dat nodig acht aan de stafafdeling Risk, Compliance, Juridische & Veiligheidszaken. De Raad van Commissarissen neemt dienaangaande gemotiveerd en buiten aanwezigheid van de betrokken commissaris relevante besluiten en treedt zo nodig in overleg met de betrokken commissaris over het voortzetten van het commissariaat. Minimaal jaarlijks worden de hoofd- en nevenfuncties in de vergadering van de P&S-commissie besproken.
Artikel 4 Voorzitter, vicevoorzitter en Secretaris van de Coöperatie
4.1 De Raad van Commissarissen benoemt uit zijn midden een voorzitter en een vicevoorzitter en al dan niet uit zijn midden een secretaris en treft een regeling voor diens vervanging. De voorzitter bepaalt de agenda, leidt de vergaderingen van de Raad van Commissarissen, draagt zorg voor een adequate informatievoorziening aan de commissarissen, zorgt ervoor dat er voldoende tijd bestaat voor de besluitvorming en draagt zorg voor het introductie- en opleidings- of trainingsprogramma voor de commissarissen. De voorzitter is namens de Raad van Commissarissen het voornaamste aanspreekpunt voor de Raad van Bestuur
c.q. het Executive Committee, heeft regelmatig overleg met de voorzitter van de Raad van Bestuur, initieert de evaluatie van het functioneren van de Raad van Commissarissen en van de Raad van Bestuur en draagt zorg voor een ordelijk en efficiënt verloop van de vergadering. De vicevoorzitter vervangt bij gelegenheid de voorzitter. De vicevoorzitter fungeert tevens als aanspreekpunt voor individuele leden van de Raad van Commissarissen en leden van de Raad van Bestuur over het functioneren van de voorzitter.
4.2 De voorzitter van de Raad van Commissarissen ziet op het volgende toe:
a) dat de contacten met de Raad van Bestuur, de Ondernemingsraad en de Ledenraad naar behoren verlopen en dat de andere leden van de Raad van Commissarissen omtrent de uitkomsten daarvan tijdig en zorgvuldig worden geïnformeerd;
b) dat de Raad van Commissarissen een vicevoorzitter kiest;
c) dat ruim voldoende tijd bestaat voor het inwinnen van advies, beraadslaging en besluitvorming door de Raad van Commissarissen;
d) dat alle leden van de Raad van Commissarissen tijdig alle informatie ontvangen die nodig is voor de goede uitoefening van hun taak;
e) dat de Raad van Commissarissen en zijn commissies naar behoren functioneren;
f) dat de leden van de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen ten minste jaarlijks worden beoordeeld op hun functioneren;
g) dat de leden van de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen hun introductieprogramma volgen;
h) dat de leden van de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen hun opleidings- of trainingsprogramma volgen;
i) dat de Raad van Bestuur de activiteiten die bijdragen aan een cultuur gericht op lange termijn waardecreatie uitvoert;
j) dat meldingen van potentiële tegenstrijdige belangen als bedoeld in artikel 11 worden ontvangen, beoordeeld en tot besluitvorming leiden;
k) dat de Raad van Commissarissen signalen uit de met de vennootschap verbonden ondernemingen opvangt en zorgt dat (vermoedens van) materiële misstanden en onregelmatigheden en vermeende onregelmatigheden die het functioneren van leden van de Raad van Bestuur betreffen, als bedoeld in artikel 12, onverwijld aan de Raad van Commissarissen worden gerapporteerd;
l) dat effectieve communicatie met de leden van de Ledenraad kan plaatsvinden;
m) dat de Raad van Commissarissen tijdig en nauw betrokken wordt bij een fusie of overnameproces;
n) dat leden van het Executive Committee toegang tot de vergadering van de Raad van Commissarissen hebben indien zij daar aanleiding toe zien en wel
via de voorzitter van de Raad van Commissarissen;
o) dat de commissarissen desgevraagd input geven aan de CEO ten behoeve van de beoordeling van de niet-statutaire leden van het Executive Committee door de Raad van Bestuur.
4.3 De Raad van Commissarissen wordt ondersteund door de Secretaris van de coöperatie. De Secretaris:
a) zorgt dat het handelen van de Raad van Commissarissen in overeenstemming is met de wettelijke en statutaire verplichtingen en de daaruit voortvloeiende regelgeving en reglementen (met inbegrip van de verplichtingen uit hoofde van dit reglement);
b) faciliteert de informatievoorziening van de Raad van Commissarissen; en
c) ondersteunt de voorzitter van de Raad van Commissarissen in de organisatie van de Raad van Commissarissen, waaronder de informatievoorziening, de agendering van vergaderingen, evaluaties en opleidingsprogramma’s.
Indien de Secretaris signaleert dat de belangen van de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen uiteenlopen, waardoor onduidelijk is welke belangen de Secretaris dient te behartigen, meldt hij dit bij de voorzitter van de Raad van Commissarissen.
4.4 Naast de jaarlijkse evaluatie van het eigen functioneren van de Raad van Commissarissen, zoals bedoeld in artikel 4.1., wordt dit functioneren eens in de drie jaar onder onafhankelijke, deskundige begeleiding geëvalueerd. De betrokkenheid van ieder lid van de Raad van Commissarissen, de cultuur binnen de Raad van Commissarissen en de relatie tussen de Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur maken deel uit van deze evaluatie.
Artikel 5 Vaste commissies van de Raad van Commissarissen, delegatie van bevoegdheden
5.1 De Raad van Commissarissen heeft de volgende vaste commissies ingesteld:
5.1.1 de Auditcommissie.
Het reglement van de Auditcommissie, waarin tevens de taken en bevoegdheden van deze commissie zijn opgenomen, wordt goedgekeurd door de Raad van Commissarissen en is als Bijlage C bij dit reglement beschikbaar.
5.1.2 de Risicocommissie.
Het reglement van de Risicocommissie, waarin tevens de taken en bevoegdheden van deze commissie zijn opgenomen, wordt goedgekeurd door de Raad van Commissarissen en is als Bijlage D bij dit reglement beschikbaar.
5.1.3 de P&S-commissie.
Het reglement van de P&S-Commissie, waarin tevens de taken en bevoegdheden van deze commissie zijn opgenomen, wordt goedgekeurd door de Raad van Commissarissen en is als Bijlage E bij dit reglement beschikbaar.
Met inachtneming van artikel 29 van de Statuten kan de Raad van Commissarissen besluiten om specifiek beschreven nadere bevoegdheden – niet zijnde besluitvorming die de Raad van Commissarissen toekomt – te delegeren aan een vaste commissie zoals bedoeld in artikel 5.1.
Artikel 6 (Her)benoeming, zittingsperiode en aftreden
6.1 De leden van de Raad van Commissarissen worden, in overeenstemming met hetgeen bepaald is in de wet en de statuten van de coöperatie, benoemd door de Ledenraad op voordracht van de Raad van Commissarissen. Aanbevelingen kunnen worden gedaan door de Algemene Vergadering, de Ondernemingsraad en de Raad van Bestuur. De aanbeveling of voordracht tot (her)benoeming wordt gemotiveerd. Bij herbenoeming wordt rekening gehouden met de wijze waarop de kandidaat zijn taak als commissaris heeft vervuld. In geval in het benoemingsbesluit geen specifieke ingangsdatum wordt bepaald, gaat de benoeming in per de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin het benoemingsbesluit is genomen.
Een commissaris wordt benoemd voor een periode van vier jaar en kan daarna eenmalig voor een periode van vier jaar worden herbenoemd. De commissaris kan nadien wederom worden herbenoemd voor een benoemingstermijn van twee jaar die daarna met maximaal twee jaar kan worden verlengd. Herbenoeming na een periode van acht jaar wordt gemotiveerd in het Verslag van de Raad van
Commissarissen.
6.2 De Raad van Commissarissen stelt een rooster van aftreden vast om zoveel mogelijk te voorkomen dat veel commissarissen tegelijkertijd aftreden. Het actuele rooster van aftreden is gepubliceerd op de website van de coöperatie. Onverminderd de artikelen 6.3 en 6.4 zullen leden van de Raad van Commissarissen aftreden overeenkomstig het rooster van aftreden.
Daarnaast stelt de Raad van Commissarissen een opvolgingsplan samen dat is gericht op het in balans houden van de benodigde deskundigheid, ervaring en diversiteit binnen de Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur.
6.3 Leden van de Raad van Commissarissen zullen tussentijds aftreden bij onvoldoende functioneren, structurele onverenigbaarheid van belangen, tussentijdse intrekking/beëindiging van door een toezichthouder verleende en ingevolge wet- en regelgeving vereiste goedkeuring, of wanneer dit anderszins naar het oordeel van de Raad van Commissarissen is geboden.
6.4 Een lid van de Raad van Commissarissen houdt op lid van die Raad te zijn:
a) door zijn (tussentijds) aftreden;
b) door zijn overlijden;
c) xxxxxxx een commissaris niet meer voldoet aan de eisen gesteld in de statuten van de coöperatie; en
d) xxxxxxx een commissaris niet meer voldoet aan de eisen gesteld in artikel
3.3. sub f), g) of h) van dit reglement.
6.5 Indien de Raad van Commissarissen tijdelijk voorziet in het bestuur bij belet en ontstentenis van alle leden van de Raad van Bestuur, treden zijn leden daarmee niet uit de Raad van Commissarissen.
Artikel 7 Vergoeding
7.1 Op voorstel van de Raad van Commissarissen kent de Ledenraad, binnen de uitgangspunten en randvoorwaarden genoemd in het tweede lid, aan de commissarissen een vaste vergoeding en een onkostenvergoeding toe. De
vergoeding is niet afhankelijk van de resultaten van de coöperatie.
7.2 Bij het vaststellen van de bezoldiging van de Raad van Commissarissen dienen de volgende vereisten in acht te worden genomen:
a) aan een commissaris mogen geen aandelen en/of opties of vergelijkbare rechten tot het verkrijgen van aandelen in het kapitaal van een aan de coöperatie verbonden onderneming worden toegekend bij wijze van bezoldiging;
b) aan een commissaris worden geen leningen verstrekt of garanties verleend, door de coöperatie of een verbonden onderneming;
c) de bezoldiging wordt jaarlijks door de Ledenraad vastgesteld met inachtneming van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen en van het Beheerst beloningsbeleid van Coöperatie VGZ.
7.4 De vergoeding zoals bedoeld in artikel 7.1. wordt schriftelijk vastgelegd in een overeenkomst tussen de coöperatie en de betreffende commissaris. Het remuneratierapport bij het jaarverslag zal een volledig en gedetailleerd overzicht geven van het bedrag en de structuur van de vergoeding van leden van de Raad van Commissarissen.
Artikel 8 Introductieprogramma en doorlopende training en opleiding
8.1 Elk lid van de Raad van Commissarissen volgt een op voorstel van de Raad van Bestuur door de Raad van Commissarissen vastgesteld introductieprogramma. Dit introductieprogramma dient van zodanige kwaliteit te zijn dat de Raad van Commissarissen kan voldoen aan de bij zijn taakvervulling gestelde (wettelijke) eisen. Hierbij dient onder meer aandacht te worden besteed aan:
a) algemene financiële, sociale en juridische zaken;
b) de financiële verslaggeving door de coöperatie;
c) specifieke aspecten die eigen zijn aan de coöperatie en haar ondernemingsactiviteiten;
d) de bestuurs-, werk- en organisatiecultuur en de relatie met het medezeggenschapsorgaan; en
e) de verantwoordelijkheden van de leden van de Raad van Commissarissen.
8.2 De Raad van Commissarissen beoordeelt periodiek, doch ten minste eenmaal per drie jaar het introductieprogramma en bekijkt aan de hand hiervan op welke onderdelen leden van de Raad van Commissarissen gedurende hun benoemingsperiode behoefte hebben aan nadere training of opleiding. De uitvoering van het introductieprogramma wordt gefinancierd door de coöperatie.
8.3 De voorzitter ziet toe op de aanwezigheid van een programma van permanente educatie voor de leden van de Raad van Commissarissen dat, door vergroting van deskundigheid, tot doel heeft de geschiktheid van de commissarissen op peil te houden en zo nodig te verbeteren. De educatie heeft in ieder geval betrekking op relevante ontwikkelingen binnen de coöperatie en de financiële sector, de ontwikkelingen op het gebied van de Zvw en de Wlz en andere ontwikkelingen binnen de zorgsector, de corporate governance in het algemeen en die van de financiële sector in het bijzonder, op de zorgplicht jegens de klant, integriteit, het risicomanagement, financiële verslaggeving en audit. Ieder lid van de Raad van Commissarissen neemt deel aan het programma en voldoet aan de eisen van permanente educatie. De uitvoering van het programma van permanente educatie wordt gefinancierd door de coöperatie.
8.4 De beoordeling van de effectiviteit van de in artikel 8.3. bedoelde permanente educatie maakt deel uit van de jaarlijkse evaluatie van de Raad van Commissarissen zoals bedoeld in artikel 4.
Artikel 9 Vergaderingen
9.1 De Raad van Commissarissen zal ten minste vijf maal in het jaar vergaderen en voorts telkens wanneer dit door de voorzitter, de vicevoorzitter of twee andere
leden van de Raad van Commissarissen, dan wel door de Raad van Bestuur wordt verlangd. De vergaderingen zullen in de regel worden gehouden ten kantore van de coöperatie, maar mogen ook elders plaatsvinden. Vergaderingen kunnen ook telefonisch of middels video-conferencing plaatsvinden.
9.2 Bij frequente afwezigheid bij de vergaderingen van de Raad van Commissarissen of zijn commissies wordt het betreffende lid van de Raad van Commissarissen daarop aangesproken en om uitleg verzocht. In het Verslag van de Raad van Commissarissen wordt het aanwezigheidspercentage van elk lid bij de vergaderingen van de Raad van Commissarissen en van de commissies vermeld.
9.3 Tenzij de Raad van Commissarissen anders besluit, zullen de vergaderingen van de Raad van Commissarissen worden bijgewoond door de leden van de Raad van Bestuur, alsmede de Secretaris van de coöperatie, ingeval deze geen deel uitmaakt van de Raad van Bestuur, met uitzondering van de vergaderingen die handelen over:
a) de beoordeling van het functioneren van de Raad van Bestuur en zijn individuele leden en de conclusies die hieraan moeten worden verbonden;
b) de beoordeling van het functioneren van de Raad van Commissarissen, zijn commissies en zijn individuele leden en de conclusies die hieraan moeten worden verbonden;
c) het gewenste profiel, de samenstelling en de competenties van de Raad van Commissarissen; en
d) de potentiële tegenstrijdige belangen van leden van de Raad van Bestuur als bedoeld in artikel 11.
De niet statutaire-leden van het Executive Committee worden door de voorzitter van de Raad van Commissarissen uitgenodigd om deel te nemen aan (een deel van) een vergadering van de Raad van Commissarissen.
De externe accountant van de coöperatie zal worden verzocht om deel te nemen aan elke vergadering van de Raad van Commissarissen waarin de jaarrekening aan de orde wordt gesteld. De externe accountant ontvangt op verzoek de financiële informatie die ten grondslag ligt aan de vaststelling van de kwartaal- en / of halfjaarcijfers en overige tussentijdse berichten en wordt in de gelegenheid
gesteld om op alle informatie te reageren.
9.4 Vergaderingen zullen worden bijeengeroepen door de Raad van Bestuur van de coöperatie namens de verzoekende commissaris(sen). Voor zover praktisch uitvoerbaar zullen de aankondiging en de agenda van te bespreken onderwerpen zeven dagen voor aanvang van de vergadering aan de leden van de Raad van Commissarissen en de leden van de Raad van Bestuur worden verstrekt.
9.5 De secretaris van de vergadering zal notulen van de vergadering opstellen. In de regel zullen deze worden vastgesteld tijdens de eerstvolgende vergadering. Indien echter alle leden van de Raad van Commissarissen met de inhoud van de notulen instemmen kan de vaststelling daarvan ook eerder plaatsvinden. De notulen worden ten blijke van hun vaststelling getekend door de voorzitter en worden zo spoedig mogelijk aan de andere leden van de Raad van Commissarissen gezonden. Uittreksels van de vastgestelde notulen kunnen worden ondertekend en verstrekt door de Secretaris van de coöperatie. Een certificaat, door de voorzitter en de secretaris van de vergadering getekend, inhoudende dat de Raad van Commissarissen een bepaald besluit heeft genomen, geldt als bewijs van een dergelijk besluit jegens derden.
Artikel 10 Besluitvorming
10.1 Het bepaalde in artikel 29 van de statuten is van toepassing op de besluitvorming van de Raad van Commissarissen.
10.2 De Raad van Commissarissen kan in vergadering slechts rechtsgeldige besluiten nemen indien tenminste drie van zijn stemgerechtigde leden aanwezig of vertegenwoordigd is zoals bedoeld in artikel 10.4 en bij volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Vertegenwoordigde leden tellen mee ter bepaling van het quorum. Leden die een tegenstrijdig belang hebben als bedoeld in artikel 11 tellen niet mee ter bepaling van dit quorum.
Heeft een vergadering geen besluit kunnen nemen op grond van het feit dat er geen quorum is, dan wordt binnen één maand opnieuw een vergadering gehouden, welke vergadering ongeacht het aantal leden besluiten kan nemen, doch alleen ten aanzien van de punten die in de vorige vergadering aan de orde zijn geweest. Op de oproep voor de opnieuw te houden vergadering dienen deze punten vermeld te worden met de aanduiding dat daaromtrent in de vorige vergadering geen besluiten zijn genomen op grond van het feit dat onvoldoende
leden van de Raad van Commissarissen aanwezig waren. De Raad van Commissarissen besluit bij volstrekte meerderheid van stemmen. Bij het staken van de stemmen is het voorstel verworpen.
Heeft een vergadering geen besluit kunnen nemen omdat ten gevolge van een tegenstrijdig belang als bedoeld in artikel 11 geen quorum aanwezig is, dan legt de Raad van Commissarissen besluitvorming in dezen voor aan de Ledenraad.
10.3 De Raad van Commissarissen kan, met voorkennis van de Raad van Bestuur, ook buiten vergadering besluiten, mits dit schriftelijk of per e-mail geschiedt en alle leden van de Raad van Commissarissen zich ten gunste van het voorstel uitspreken. Het besluit dat op een dergelijke wijze is genomen wordt schriftelijk vastgelegd in het notulenregister van de Raad van Commissarissen en ondertekend door de voorzitter, waarbij eventuele schriftelijk of per e-mail ontvangen reacties worden aangehecht. Het nemen van een besluit buiten vergadering dient te worden gemeld in de eerstvolgende vergadering van de Raad van Commissarissen.
10.4 Een lid van de Raad van Commissarissen kan zich tijdens de vergadering doen vertegenwoordigen, doch uitsluitend door een medelid van de Raad van Commissarissen en met voorafgaande schriftelijke kennisgeving van de machtiging aan de secretaris en de voorzitter.
10.5 De steeds terugkerende vergaderonderwerpen zijn in ieder geval het budget en de financiële resultaten van de coöperatie, belangrijke besluiten waaraan de Raad van Commissarissen goedkeuring moet verlenen zoals genoemd in bijlage F, de strategie van de coöperatie en veranderingen daarin (bijvoorbeeld de lange termijn strategie, kapitaalinvesteringen die buiten het budget van de coöperatie vallen, kapitaalsstructuren voor de lange termijn, het opzetten van nieuwe bedrijfsonderdelen, belangrijke acquisities en afstotingen) en de verslagen van de ingestelde commissies.
10.6 De Raad van Commissarissen bespreekt:
a) ten minste eenmaal per jaar het functioneren van de Raad van Commissarissen, zijn afzonderlijke commissies en zijn individuele leden en de conclusies die hieraan moeten worden verbonden. Hierbij wordt aandacht besteed aan:
i. inhoudelijke aspecten, de onderlinge interactie en de interactie met de Raad van Bestuur;
ii. zaken die zich in de praktijk hebben voorgedaan waaruit lessen kunnen worden getrokken; en
iii. het gewenste profiel, de samenstelling, de competenties en de deskundigheid van de Raad van Commissarissen;
b) ten minste eenmaal per jaar het functioneren van de Raad van Bestuur en dat van zijn individuele leden en de conclusies die hieraan moeten worden verbonden;
c) naar behoefte, doch ten minste eenmaal per drie jaar het introductie-, trainings- en opleidingsprogramma als bedoeld in artikel 8; en
d) de strategie en de risico's verbonden aan de onderneming en de uitkomsten van de beoordeling door de Raad van Bestuur van de opzet en de werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen, alsmede eventuele significante wijzigingen hierin.
Van het houden van de besprekingen wordt melding gemaakt in het Verslag van de Raad van Commissarissen.
Het Verslag vermeldt ook:
i. op welke wijze de evaluatie van de Raad van Commissarissen, de afzonderlijke commissies en de individuele commissarissen heeft plaatsgevonden;
ii. op welke wijze de evaluatie van de Raad van Bestuur en de individuele leden van de Raad van Bestuur heeft plaatsgevonden; en
iii. wat is of wordt gedaan met de conclusies van de evaluaties.
Artikel 11 Tegenstrijdig belang
11.1 De leden van Raad van Commissarissen zijn alert op belangenverstrengeling en zullen in ieder geval:
i. niet in concurrentie met de onderneming treden;
ii. geen (substantiële) schenkingen van de onderneming voor zichzelf, voor hun echtgenoot, geregistreerde partner of een andere levensgezel, pleegkind of bloed- of aanverwant tot in de tweede graad vorderen of aannemen;
iii. ten laste van de onderneming geen ongerechtvaardigde voordelen verschaffen aan derden;
iv. geen zakelijke kansen die aan de onderneming toekomen xxxxxxxx voor zichzelf of voor hun echtgenoot, geregistreerde partner of een andere levensgezel, pleegkind of bloed- of aanverwant tot in de tweede graad.
11.2 Een commissaris neemt niet deel aan de discussie en de besluitvorming over een onderwerp of transactie waarbij hij een tegenstrijdig belang met de coöperatie en/of de verbonden ondernemingen heeft als bedoeld in artikel 11.3. Een dergelijke transactie behoeft de goedkeuring van de Raad van Commissarissen en vindt plaats onder in de branche gebruikelijke condities.
In het verslag van de vergadering wordt opgenomen welk lid van de Raad van Commissarissen vóór of tijdens de vergadering melding heeft gemaakt van een tegenstrijdig belang en de vergadering heeft verlaten vóór de bespreking van het betreffende agendapunt.
De voorzitter van de Raad van Commissarissen ziet erop toe dat alle transacties waarbij tegenstrijdige belangen hebben gespeeld worden gepubliceerd in het Verslag van de Raad van Commissarissen, met vermelding van het tegenstrijdige belang en de verklaring dat de artikelen 11.2, 11.3 en 11.4 zijn nageleefd.
11.3 Een tegenstrijdig belang bestaat wanneer de coöperatie of de verbonden onderneming voornemens is een transactie aan te gaan met:
i. een lid van de Raad van Commissarissen van de coöperatie;
ii. een natuurlijke persoon die een familierechtelijke betrekking heeft met een lid van de Raad van Commissarissen van de coöperatie;
iii. een rechtspersoon:
a. waarin een lid van de Raad van Commissarissen persoonlijk een materieel financieel belang heeft;
b. waarvan een bestuurslid of commissaris een familierechtelijke verhouding heeft met een lid van de Raad van Bestuur of lid van de Raad van Commissarissen van de coöperatie.
Een tegenstrijdig belang bestaat voorts in andere gevallen waarin de voorzitter van de Raad van Commissarissen oordeelt dat sprake is van tegenstrijdig belang.
11.4 Een commissaris xxxxx een (potentieel) tegenstrijdig belang terstond aan de voorzitter van de Raad van Commissarissen en verschaft daarover alle relevante informatie, inclusief de relevante informatie inzake zijn echtgenoot, geregistreerde partner of een andere levensgezel, pleegkind en bloed- en aanverwanten tot in de tweede graad. De voorzitter van de Raad van Commissarissen xxxxx xxxxx aan de vicevoorzitter. Alle transacties waarbij tegenstrijdige belangen van leden van de Raad van Bestuur of leden van de Raad van Commissarissen spelen, worden tegen op de markt gebruikelijke condities overeengekomen. Besluiten tot het aangaan van deze transacties die van materiële betekenis zijn voor de onderneming en/of voor de desbetreffende leden van de Raad van Bestuur of leden van de Raad van Commissarissen behoeven goedkeuring van de Raad van Commissarissen.
11.5 De externe accountant heeft een tegenstrijdig belang jegens de coöperatie, wanneer de coöperatie of verbonden onderneming voornemens is een transactie aan te gaan met:
i. de externe accountant van de coöperatie, anders dan die binnen de dagelijkse bedrijfsuitoefening van de verbonden ondernemingen, op de binnen de branche gebruikelijke voorwaarden;
ii. een natuurlijke persoon die een familierechtelijke betrekking heeft met de externe accountant van de coöperatie, anders dan die binnen de dagelijkse bedrijfsuitoefening van de verbonden ondernemingen, op de binnen de branche gebruikelijke voorwaarden;
iii. een rechtspersoon:
a. waarin een lid van de Raad van Commissarissen persoonlijk een materieel financieel belang heeft;
b. waarvan een bestuurslid of commissaris een familierechtelijke verhouding heeft met een lid van de Raad van Bestuur of een lid van de Raad van Commissarissen van de coöperatie;
tenzij het een transactie betreft binnen de dagelijkse bedrijfsuitoefening van de verbonden ondernemingen, op de binnen de branche gebruikelijke voorwaarden. Een tegenstrijdig belang bestaat voorts in andere gevallen waarin de voorzitter van de Raad van Commissarissen oordeelt dat sprake is van tegenstrijdig belang. Artikel 11.4. is hier van overeenkomstige
toepassing.
Artikel 12 Melding Misstanden
12.1 De voorzitter van de Raad van Commissarissen wordt door de Raad van Bestuur onverwijld geïnformeerd over signalen van (vermoedens van) materiële misstanden en onregelmatigheden binnen de coöperatie en de met haar verbonden ondernemingen. Wanneer (het vermoeden van) een misstand of onregelmatigheid het functioneren van een bestuurder betreft, kan een werknemer dit rechtstreeks aan de voorzitter van de Raad van Commissarissen melden.
12.2 De Regeling Melding Misstanden (de ‘klokkenluidersregeling’) wordt geplaatst op xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx
12.3 De voorzitter van de Auditcommissie informeert de voorzitter van de Raad van Commissarissen onverwijld wanneer hij melding heeft gekregen van de externe accountant inzake een vermoeden of constatering van een misstand of een onregelmatigheid.
Wanneer (het vermoeden van) een misstand of onregelmatigheid het functioneren van een lid van de Raad van Bestuur betreft, meldt de externe accountant dit aan voorzitter van de Raad van Commissarissen.
12.4 De Raad van Commissarissen houdt toezicht op de werking van de meldingsprocedure van (vermoedens van) misstanden en onregelmatigheden, op passend en onafhankelijk onderzoek naar signalen van misstanden en onregelmatigheden en indien een misstand of onregelmatigheid is geconstateerd, een adequate opvolging van eventuele aanbevelingen tot herstelacties.
Om de onafhankelijkheid van het onderzoek te borgen heeft de Raad van Commissarissen, in gevallen waarin de Raad van Bestuur zelf betrokken is, de mogelijkheid om zelf een onderzoek te initiëren naar signalen van misstanden en onregelmatigheden en dit onderzoek aan te sturen.
Artikel 13 Informatie, relatie met de Raad van Bestuur
13.1 De Raad van Commissarissen en zijn afzonderlijke leden hebben een eigen verantwoordelijkheid om van de Raad van Bestuur, de vier sleutelfunctiehouders (Solvency II), de externe accountant en de Ondernemingsraad alle informatie te
verlangen die de Raad van Commissarissen behoeft om zijn taak als toezichthoudend orgaan goed te kunnen uitoefenen. Indien de Raad van Commissarissen dit gewenst acht kan hij informatie en adviezen inwinnen bij functionarissen en externe adviseurs van de coöperatie en/of de verbonden ondernemingen. De Raad van Bestuur stelt hiervoor de nodige middelen ter beschikking. De Raad van Commissarissen kan verlangen dat functionarissen en externe adviseurs van de coöperatie en/of de verbonden ondernemingen bij zijn vergaderingen aanwezig zijn.
13.2 De Raad van Bestuur verschaft de Raad van Commissarissen tijdig (en zo mogelijk schriftelijk) informatie over de feiten en ontwikkelingen aangaande de coöperatie die de Raad nodig heeft voor het naar behoren uitoefenen van zijn taak.
13.3 De Raad van Commissarissen kan bepalen dat een of meer van haar leden:
a) toegang zullen hebben tot alle bedrijfsruimten van de coöperatie en/of de verbonden ondernemingen;
b) bevoegd zullen zijn inzage te nemen van alle boeken, correspondentie en andere bescheiden, en
c) kennis kunnen nemen van handelingen welke hebben plaatsgehad, dan wel een gedeelte van deze bevoegdheden zullen kunnen uitoefenen.
13.4 Indien een lid van de Raad van Commissarissen de beschikking krijgt over informatie (van een andere bron dan de Raad van Bestuur of de Raad van Commissarissen) die voor de Raad van Commissarissen nuttig is om diens taken naar behoren uit te oefenen, zal hij deze informatie zo spoedig mogelijk ter beschikking stellen aan de voorzitter van de Raad van Commissarissen. De voorzitter zal vervolgens de gehele Raad van Commissarissen informeren.
Artikel 14 Algemene Ledenvergadering
14.1 De leden van de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen zijn bij de algemene vergaderingen aanwezig, tenzij zij om gegronde redenen verhinderd zijn.
14.2 De Raad van Commissarissen verschaft de algemene vergadering alle verlangde informatie, tenzij zwaarwegende belangen van de coöperatie en/of de verbonden
ondernemingen, een wettelijk voorschrift of een rechtsregel zich daartegen verzetten. Indien de Raad van Commissarissen zich op een dergelijk zwaarwegend belang beroept, wordt dit expliciet toegelicht.
14.3 Elke substantiële wijziging in de corporate governance structuur van de coöperatie en in de naleving van de Nederlandse Corporate Governance Code wordt onder een apart agendapunt ter bespreking aan de algemene vergadering voorgelegd.
14.4 Van het verhandelde in de vergadering van de Raad van Commissarissen worden notulen gehouden door of vanwege de secretaris. De notulen worden in dezelfde vergadering of in een volgende vergadering van de Raad van Commissarissen vastgesteld en ten blijke daarvan door de voorzitter en de secretaris ondertekend.
Artikel 15 Geheimhouding
Elk lid van de Raad van Commissarissen is verplicht ten aanzien van alle informatie en documentatie verkregen in het kader van zijn lidmaatschap de nodige discretie en waar het vertrouwelijke informatie betreft, geheimhouding in acht te nemen. De leden alsmede de voormalige leden van de Raad van Commissarissen zullen vertrouwelijke informatie niet buiten de Raad van Commissarissen of de Raad van Bestuur c.q. het Executive Committee brengen of openbaar maken aan het publiek of op andere wijze ter beschikking van derden stellen, tenzij de coöperatie en/of de verbonden ondernemingen deze informatie openbaar hebben gemaakt of is vastgesteld dat deze informatie al bij het publiek bekend is.
Artikel 16 Beheersing van informatie & bedrijfsmiddelen
Alle ter beschikking gestelde informatie en bedrijfsmiddelen benodigd voor het uitvoeren van het commissariaat blijven eigendom van de coöperatie.
Zodra de informatie en/of bedrijfsmiddelen niet meer nodig zijn voor de uitoefening van het commissariaat of het commissariaat is beëindigd, worden deze teruggeleverd door de commissaris aan de coöperatie en/of vernietigd conform het geldende VGZ-beleid.
Artikel 17 Slotbepalingen
17.1 Dit reglement kan worden gewijzigd of opgeheven door een besluit van de Raad van Commissarissen. Een dergelijk besluit behoeft de goedkeuring van de Algemene Vergadering. Dit besluit zal worden vermeld in het Verslag van de Raad van Commissarissen zoals bedoeld in artikel 2.
17.2 De reglementen van de afzonderlijke commissies van de Raad van Commissarissen kunnen worden gewijzigd of opgeheven door een besluit van de Raad van Commissarissen. Dit besluit zal worden vermeld in het Verslag van de Raad van Commissarissen zoals bedoeld in artikel 2.
17.3 Op dit reglement en op de reglementen van de afzonderlijke commissies van de Raad van Commissarissen is het Nederlandse recht van toepassing.
17.4 In geval van geschil met betrekking tot toepassing, uitleg, reikwijdte of enig ander aspect van dit reglement of de reglementen van de afzonderlijke commissies van de Raad van Commissarissen, beslist de Raad van Commissarissen. In geval binnen de Raad van Commissarissen geen overeenstemming wordt bereikt, beslist de voorzitter van de Raad van Commissarissen.
0-0-0
BIJLAGEN