Contract
E.ON Power Plants Belgium bv | Department: HSE | Versie 0 Datum 07/02/2020 |
Reglement - Algemeen veiligheids-, gezondheids- en milieureglement voor contractanten in Nederland |
0 | 07.02.20 | TB | PB | MH | Initiële versie |
REV | DATE | MADE BY | CKH’D BY | REL’D BY | DESCRIPTION / REASON FOR REVISION |
Inhoudstabel
3. Toepasselijke wetgeving en normering 4
3.1. Veiligheids-, milieu- en gezondheidsaspecten 4
3.1.5. Managementsystemen (VCA, OHSAS) 6
4. Verantwoordelijkheid van de contractant. 6
5. Organisatie van de opdrachten 7
5.2. Identificatie en toegang 7
5.3. Identificatie van contractant en werknemers 7
5.3.2. Fotograferen - Filmen - GSM - Soortgelijke apparaten 9
6. Algemene veiligheidsvoorschriften 9
6.1. Coördinatie van de werkzaamheden 9
6.5. Tijdelijke of mobiele bouwplaatsen (Arbeidsomstandighedenbesluit) 10
6.6. Bekwaamheidsattesten, medische attesten veiligheidsfuncties 11
6.7. Keuze en gebruik van arbeidsmiddelen (AM) 11
6.7.1. Slijpschijven/slijptollen 12
6.8. Werken in explosiegevaarlijke ruimten 12
6.10. Gebruik door de contractanten van arbeidsmiddelen in eigendom van E.ON Power Plants Belgium bv 13
6.11. Keuze en gebruik van Collectieve BeschermingsMiddelen (CBM) 13
6.11.1. Signalisatie en afbakening 13
6.11.2. Afbakening van werkposten, putten, vloeropeningen 13
6.12. Keuze en gebruik van Persoonlijke Beschermingsmiddelen (PBM) 14
6.13. Producten Met Gevaarlijke Eigenschappen (PMGE) 14
8.2. Afval en overtollige materialen 16
8.4. Bescherming van de bodem en het water 17
8.5. Milieu-incidenten en ongevallen 17
8.6. Rationeel gebruik van energie en grondstoffen 18
8.7. Schoonmaak van de arbeidsplaats 18
1. Doel
Dit document heeft tot doel de veiligheids-, gezondheids- en milieuvoorschriften nader te omschrijven voor de contractanten. Het moet hen toelaten eigen werknemers en werknemers van eventuele subcontractanten de nodige informatie te verstrekken met betrekking tot de risico's en de maatregelen die, inzake gezondheid en welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun opdracht alsook de milieuwetgeving, van toepassing zijn in de inrichtingen van E.ON Power Plants Belgium bv.
De contractant is verplicht om deze passende informatie aan zijn werknemers en eventuele subcontractanten en zelfstandigen door te geven zodat alle werkzaamheden, leveringen en diensten in opdracht van E.ON Power Plants Belgium bv, door contractanten, subcontractanten en hun respectieve werknemers, in veilige omstandigheden en conform dit reglement kunnen verlopen.
2. Definities
Klant
Onderneming waar warmtekrachtcentrale door E.ON Power Plants Belgium wordt geexploiteerd.
E.ON Power Plants Belgium bv
Onderneming die optreedt als bouwheer/opdrachtgever.
Installatieverantwoordelijke
Medewerker van E.ON Power Plants Belgium bv die in de bestelling en/of in de kick-off vergadering is aangeduid als de contactpersoon voor de contractant voor die bepaalde specifieke opdracht.
Bewakingsdienst
Dienst van de klant waar de installatie van E.ON Power Plants Belgium bv zich bevindt en belast is met de gelijknamige opdracht.
Contractant
De natuurlijke of rechtspersoon waarmee de opdrachtgever de overeenkomst heeft gesloten. De term contractant kan zowel op een aannemer als op een leverancier, een constructeur, een monteur, enz. betrekking hebben.
Subcontractant
Firma die een overeenkomst heeft met de contractant voor de uitvoering van een specifiek werk.
Werkverantwoordelijke-contractant
Werknemer van de contractant die verantwoordelijke is voor de uitvoering van een specifieke opdracht.
3. Toepasselijke wetgeving en normering
3.1. Veiligheids-, milieu- en gezondheidsaspecten
3.1.1. Algemene bepalingen
Alle geldende wettelijke bepalingen inzake veiligheid, gezondheid en milieu zijn van toepassing, onder andere (niet-limitatief):
• Arbeidsomstandighedenwet
• Arbeidsomstandigheden Besluit
• A-bladen
• Arbo Besluit
• Bouwbesluit 2017
• Arbeidstijdenwet.
• Wet Arbeid en Zorg.
• Tabakswet
• Burgerlijk Wetboek
• Werboek van strafrecht
• Wet Bodembescherming
• Atex richlijn 2014/34/EU
• Laagspanningsrichtlijn 2014/35/EU
• Richtlijn steigers
• WABO
• PGS15
• Richtlijn drukapparatuur 2014/68/EU
3.1.2. Rookverbod
De Tabakswet ‘betreffende een algemene regeling voor rookvrije gesloten plaatsen toegankelijk voor het publiek en ter bescherming van werknemers tegen tabaksrook’ verbiedt uitdrukkelijk het roken op elke arbeidsplaats met uitzondering van die in open lucht.
Op de sites van E.ON Power Plants Belgium bv is er een volledig rookverbod, ook in de wagens. Roken is er enkel toegestaan in de specifieke door de klant beschikbaar gestelde ruimtes of plaatsen.
3.1.3. Uitzendkrachten
E.ON Power Plants Belgium bv aanvaardt op haar sites geen uitzendkrachten bij het personeel van de contractant. Indien de contractant echter om bijzondere redenen uitzendkrachten inzet voor werkzaamheden, dan dient hij daarvoor van tevoren de toestemming aan te vragen bij de opdrachtgever, met opgave van de reden.
De toegestane werkzaamheden volgen de bepalingen voorzien in de Arbowet, betreffende het welzijn op het werk van uitzendkrachten, en de andere geldende wetgeving.
In dat geval dient de contractant vóór het begin van de werkzaamheden en bij elke wijziging aan de Installatieverantwoordelijke een lijst van uitzendkrachten over te maken. De firma die uitzendkrachten tewerkstelt, is tevens verantwoordelijk voor hun veiligheid en hun welzijn, in overeenstemming met de wetgeving in dat verband.
3.1.4. Arbeidstijden
De arbeidsduur mag het aantal uren per dag en per week niet overschrijden dat door de wet is vastgesteld.
3.1.5. Managementsystemen (VCA, OHSAS)
E.ON Power Plants Belgium bv kiest zo veel mogelijk voor contractanten die een BESACC-, VCA- of OHSAS-managementsysteem inzake veiligheid toepassen.
De subcontractanten moeten in dit geval een gecertificeerd veiligheidsmanagementsysteem hebben.
4. Verantwoordelijkheid van de contractant.
De contractant is verantwoordelijk voor de veiligheid, de gezondheid en het milieu bij de opdrachten die hem worden toevertrouwd. De contractant heeft de leiding en het gezag over zijn personeel en over zijn subcontractanten en moet daartoe alle maatregelen nemen. De veiligheids-, gezondheids- en milieuvoorschriften, opgenomen in dit basisdocument, moeten door de contractant aan zijn personeel, en op contractuele wijze met zijn subcontractant(en) opgelegd worden. De contractant staat er borg voor dat zijn werknemers de voorschriften naleven, alsook dat hun subcontractanten deze voorschriften op hun beurt opleggen aan hun werknemers.
De contractant moet garanderen dat zijn werknemers over de vereiste technische capaciteiten en attesten beschikken, dat zij beschikken over aangepaste arbeidsmiddelen (AM1), collectieve (CBM2) en persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM3) en dat zij deze ook correct gebruiken op de locaties - waar - en tijdstippen - wanneer - nodig.
De contractant is aansprakelijk voor de schade veroorzaakt door zijn personeel en zijn subcontractanten. Hij zal E.ON Power Plants Belgium bv vrijwaren van alle vorderingen van derden dienaangaande. Tot dekking van de aansprakelijkheid zal de contractant de nodige verzekeringen onderschrijven (wordt bepaald in commercieel contract).
De contractant zal de Installatieverantwoordelijke, zo nodig eerst mondeling - daarna zo vlug mogelijk schriftelijk - op de hoogte brengen van elke omstandigheid die hem in de onmogelijkheid zou stellen om zijn opdracht onder veilige omstandigheden uit te voeren in overeenstemming met de betreffende voorschriften en het werk stoppen.
Eventueel toezicht door de Installatieverantwoordelijke of door een andere dienst van E.ON Power Plants Belgium bv beperkt zich in principe tot de uitvoering van het contract en brengt geen enkele overdracht van bevoegdheid of verantwoordelijkheid met zich mee. Nochtans heeft de Installatieverantwoordelijke of een andere dienst van E.ON Power Plants Belgium bv, in het belang van de veiligheid en de gezondheid van haar eigen werknemers en in het belang van het milieu, het recht de werkzaamheden te controleren, het gebruik van onveilig materieel, werktuigen en/of werkmethodes te verbieden en de werkzaamheden te stoppen totdat de oorzaak is weggenomen.
De contractant, zijn aangestelde (coördinator, preventieadviseur, …) of subcontractanten hebben geen recht op een vergoeding in de mate dat zij voor het ontstaan van de onveilige toestand verantwoordelijk zijn.
Indien de contractant de verplichtingen inzake het welzijn van de werknemers en inzake het respect voor het milieu niet naleeft, kan E.ON Power Plants Belgium bv, na schriftelijke ingebrekestelling, alle nodige maatregelen treffen op kosten van de contractant. Dit kan zelfs gaan tot het verwijderen van de betreffende contractant en zijn medewerkers van op de site/terreinen. De contractant is ertoe gehouden onmiddellijk ieder personeelslid te
1 AM Arbeidsmiddelen : machines, toestellen, gereedschap, installaties (b.v. hefwerktuigen, toestellen, ladders).
2 CBM Collectieve BeschermingsMiddelen: trapleuning, borstwering, …
3 PBM Persoonlijke BeschermingsMiddelen: handschoenen, helm, bril, …
vervangen waarvan de Installatieverantwoordelijke meent dat deze de goede uitvoering van de opdrachten in het gedrang brengt door hetzij zijn ongeschiktheid, hetzij zijn slechte wil of zijn kennelijk wangedrag. Indien de contractant een beroep doet op subcontractanten, dient de contractant deze bepalingen ook contractueel op te leggen aan zijn subcontractant(en).
Bij onveilig gedrag en/of het niet dragen van PBM’s gelden volgende standaard maatregelen.
- Eerste inbreuk: schriftelijke verwittiging naar betrokken contractant (Preventieadviseur);
- Tweede inbreuk: verwijdering van de site (minimum 8 uur);
- Derde inbreuk: permanente verwijdering van de sites van de opdrachtgever (vervanging door medewerker met dezelfde competentie door de betrokken contractant binnen de 24 uur).
In geval van een ernstige inbreuk op de veiligheidsregels heeft de opdrachtgever het recht om de aannemer onmiddellijk van de locatie te verwijderen. (vervanging door medewerker met dezelfde competentie door de betrokken contractant binnen de 24 uur)
De richtlijnen en raadgevingen die de Installatieverantwoordelijke aan de contractant verstrekt over de toepassing van de diverse voorschriften kunnen de contractant in generlei wijze ontheffen van zijn uitsluitende verantwoordelijkheid. De contractant ontzegt zich in dat opzicht elk recht om enig verhaal tegen E.ON Power Plants Belgium bv te doen gelden of om de vennootschap omwille daarvan medeverantwoordelijk te stellen.
5. Organisatie van de opdrachten
5.1. Informatieplicht
Vooraleer de opdrachten aan te vatten:
• zal de contractant een werkverantwoordelijke-contractant aanduiden via dewelke alle communicatie zal verlopen;
• zal de contractant, in geval de aard van de activiteiten specifieke risico's bevat, deze meedelen aan de Installatieverantwoordelijke en, indien nodig, aan andere aanwezige contractanten, om hen toe te staan de nodige maatregelen te kunnen nemen ter bescherming van hun personeelsleden en het milieu. Dit geldt ook in het geval er specifieke risico's verbonden zijn aan de door de contractant gebruikte materialen, machines en materieel. De contractant dient zijn getroffen veiligheids-, gezondheids- en milieumaatregelen mee te delen aan de Installatieverantwoordelijke via zijn Veiligheids-, Gezondheids- en Milieuplan;
• zal de contractant ter plaatse een bezoek brengen aan de terreinen waar de opdrachten moeten uitgevoerd worden om op deze wijze de werkomstandigheden te leren kennen, zodat hij alle noodzakelijke veiligheids-, gezondheids- en milieumaatregelen kan treffen op basis van een uitgewerkte risicoanalyse. Deze zal hij meedelen aan de Installatieverantwoordelijke via zijn Veiligheids-, Gezondheids- en Milieuplan (‘risicoanalyse contractant’).
5.2. Identificatie en toegang
5.3. Identificatie van contractant en werknemers
Elke contractant is verplicht om vóór de aanvang van de opdrachten een document te overhandigen aan de Installatieverantwoordelijke met identificatiegegevens (zie doc bijlage 1). Worden subcontractanten ingeschakeld, dan dient het document opgemaakt te worden per subcontractant en door de betrokken subcontractant ondertekend te worden met vermelding van de naam van de contractant met wie hij een overeenkomst heeft afgesloten.
Onverminderd andere contractuele bepalingen is voor niet-EG-werknemers een ‘arbeidsvergunning’ of arbeidskaart vereist bij aanvang van de werken.
5.3.1. Toegang
De toegang tot de installaties van E.ON Power Plants Belgium bv wordt enkel verleend aan personen, voertuigen en goederen waarvan de aanwezigheid aldaar om strikt zakelijke redenen vereist is en dit enkel gedurende de periode nodig voor de uitvoering van de opdrachten.
Personen onder invloed van drank, drugs of niet-voorgeschreven medicatie mogen de terreinen niet betreden.
Het is verboden om alcoholische dranken, drugs en andere verdovende middelen binnen te brengen of te gebruiken. Het meebrengen van wapens is eveneens verboden.
De bewakingsdienst heeft het recht voertuigen, ladingen en persoonlijke bagage te controleren.
Voertuigen waarvoor toegang tot de terreinen gevraagd is, dienen een inventaris van alle materialen en uitrustingen aan boord te hebben.
Alle werknemers van de contractanten en subcontractanten dienen zich aan de poort te melden bij de bewakingsdienst van de site en in het bezit te zijn van de nodige persoonlijke beschermmiddelen (veiligheidsbril, -helm, -schoenen, enz.) en identiteitsdocumenten.
Voor de werknemers van de contractanten en subcontractanten is er een bijkomende, voorafgaande controle, in één van de vier volgende Europese talen (N-F-E-D), van de effectieve kennis van de bijzondere regels en veiligheids-, gezondheids- en milieuvoorschriften. Er is geen enkele schadevergoeding mogelijk indien een werknemer de toegang geweigerd wordt omwille van tekortkomingen hierin.
Bovendien zullen zij een aanvraagformulier dienen in te vullen voor het bekomen van een elektronische toegangsbadge. Deze badge is strikt persoonlijk en dient na het einde van de opdracht terug ingeleverd te worden. Niet-ingeleverde badges worden aangerekend (€ 50 administratieve kost).
In verband met de sociale zekerheid dienen alle nodige documenten voorgelegd te worden.
Voor de installaties van E.ON Power Plants Belgium bv zijn enkel voertuigen die strikt noodzakelijk zijn voor het uit te voeren werk of voor het aan en/of afvoeren van materialen of uitrustingen, toegelaten tot het terrein en dit alleen gedurende de periode die voor het werk of voor het aan- en/of wegvoeren strikt noodzakelijk is. Hiervoor moet een inrijvergunning worden aangevraagd via de Installatieverantwoordelijke. Het is de bewakingsagent die zijn goedkeuring geeft.
De Nederlandse wegcode is van toepassing, alsook de plaatselijke voorrangs-, verbods- en gebodstekens.
Buiten de werkuren mag geen rollend materieel, gebruikt door de contractant, op de terreinen of langs de wegen op het domein, gestationeerd blijven tenzij met de uitdrukkelijke toelating van de Installatieverantwoordelijke en mits de speciale veiligheidssignalisatie door de contractant wordt aangebracht.
De toegangswegen tot de terreinen dienen steeds vrij te blijven, zowel voor het binnenkomende als voor het uitgaande personeel, voor bezoekers of hulpdiensten (zoals brandweer).
5.3.2. Fotograferen - Filmen - GSM - Soortgelijke apparaten
Fotograferen, filmen of het maken van video-opnames - ook via GSM, smartphone, tablet of soortgelijke apparaten - kan enkel worden toegelaten via een schriftelijk akkoord verleend door de Installatieverantwoordelijke.
Het gebruik van GSM’s en alle andere apparaten in hetzelfde zendbereik (Bluetooth, WIFI, ...) is enkel toegestaan als de omstandigheden het toelaten, tenzij dit uitdrukkelijk verboden wordt door de klant waar de installatie van E.ON Power Plants Belgium bv zich bevindt.
6. Algemene veiligheidsvoorschriften
6.1. Coördinatie van de werkzaamheden
De werkverantwoordelijke-contractant en Installatieverantwoordelijke dienen samen te werken bij de uitvoering van de maatregelen inzake veiligheid, hygiëne, gezondheid en milieu en hun optreden te coördineren. Ingeval er op dezelfde locatie personeel van E.ON Power Plants Belgium bv en de contractant tewerkgesteld wordt, dienen de te treffen veiligheids-, gezondheids- en milieuvoorzorgen te worden bepaald in overleg met de Installatieverantwoordelijke.
E.ON Power Plants Belgium bv zal het optreden van de externe ondernemingen coördineren en de samenwerking tussen deze ondernemingen en E.ON Power Plants Belgium bv verzekeren. De contractant verbindt zich ertoe samen te werken met E.ON Power Plants Belgium bv en de andere contractanten voor het nemen van de maatregelen i.v.m. het welzijn van het personeel en het respect voor het milieu tijdens de uitvoering van de opdracht.
Voor projecten (o.a. revisies, ..) zullen één of meerdere coördinatievergaderingen georganiseerd worden om zo een goede coördinatie van de veiligheids-, gezondheids- en milieumaatregelen te waarborgen. Elke partij kan zich laten bijstaan door een expert. Er zal steeds een vergadering plaatsvinden bij de opening van de werf waarop de aanwezigheid van de contractant(en) en de subcontractant(en) vereist is.
Alle relevante instructies en beslissingen betreffende veiligheid, gezondheid en milieu, die genomen worden tijdens deze vergaderingen, zullen schriftelijk worden vastgelegd en worden onmiddellijk van kracht.
6.2. Werkvergunning
Enkel mits het overhandigen van een werkvergunning door de Installatieverantwoordelijke en in het bijzonder na bespreking van de vereiste beheersmaatregelen en de interne regels met betrekking tot de organisatie van de opdrachten en de testen, mogen de opdrachten van start gaan. Er mogen maar werken uitgevoerd worden zolang de werkverantwoordelijke- contractant in het bezit is van een geldige werkvergunning.
Het is strikt verboden installatieonderdelen (afsluiters, pompen, …) te bedienen, tenzij hiervoor via de werkvergunning een expliciete toelating wordt gegeven. De toelating tot manipuleren vervalt zodra de werkvergunning terug is binnengebracht bij de Installatieverantwoordelijke.
De werkvergunning is onderworpen aan een risicoanalyse bestaande uit twee delen die de basis vormen voor de preventiemaatregelen. Het eerste deel wordt uitgevoerd door de Installatieverantwoordelijke en het tweede door de werkverantwoordelijke-contractant met daarin de risico's van zijn werkzaamheden en die van zijn eventuele subcontractanten.
De werkzaamheden in besloten ruimten vragen speciale aandacht en moeten met de Installatieverantwoordelijke voorbereid worden, volgens de van kracht zijnde procedure.
6.3. Vuurvergunning
De vuurvergunning is een document dat naast de werkvergunning aanwezig moet zijn op de werkpost tijdens werkzaamheden met verhoogd brandrisico, zoals lassen, snijbranden, slijpen en roofingwerken. De vuurvergunning vermeldt de resultaten van een risicoanalyse en is slechts geldig voor één locatie en gedurende maximaal één dag.
Bij elk brandgevaarlijk werk dient de contractant zelf te voorzien in bijkomende aangepaste blusmiddelen op de werkplek.
Ze bevat ook voorschriften die moeten worden nageleefd om het ontstaan en de verspreiding van branden te vermijden (ook na de werkzaamheden) door de adequate bescherming van de arbeidsplaats.
6.4. Taal
Tijdens de gehele duur van de opdracht dient de contractant door een verantwoordelijke persoon op de werf vertegenwoordigd te zijn. Deze verantwoordelijke dient of Engels of de taal van het taalgebied waarin de opdracht dient uitgevoerd te worden voldoende vlot te beheersen teneinde alle mondelinge en schriftelijke instructies in de desbetreffende taal vanwege de Installatieverantwoordelijke vlot te kunnen begrijpen.
Iedere werknemer van de contractant die alleen werken uitvoert, dient minstens één van de hierna vermelde talen machtig te zijn: Nederlands, Xxxxxx, Xxxxx of Duits. Voor samenwerkende werknemers volstaat dat één werknemer van elke ploeg één van de basistalen kent én de taal van de andere werknemers.
De contractant die een beroep doet op onderaannemers, verplicht deze tot een zelfde talenkennis in hoofde van hun verantwoordelijke en hun respectievelijke werknemers.
Indien de contractant niet kan voldoen aan alle in voorafgaande paragraaf omschreven vereisten van taalkennis, moet de Installatieverantwoordelijke of iemand door hem aangeduid een evaluatie uitvoeren. Hij zal slechts na het nemen van passende maatregelen de toelating van de contractant op de site al dan niet verlenen.
6.5. Tijdelijke of mobiele bouwplaatsen (Arbeidsomstandighedenbesluit)
Bij opdrachten waarbij de bepalingen van het Arbeidsomstandighedenbesluit van toepassing zijn, dienen de contractanten, evenals de subcontractanten en zelfstandigen waarop de contractant een beroep doet, naast de richtlijnen opgenomen in dit document, de specifieke verplichtingen ervan te volgen, te weten de bepalingen die van toepassing zijn op alle bouwplaatsen:
• toepassing van de algemene preventieprincipes;
• samenwerking en communicatie met alle tussenkomende partijen op de bouwplaats, inzake preventie en bescherming;
• naleven van de gekregen instructies;
• gebruik van geschikte arbeidsmiddelen;
• gebruik van geschikte PBM’s;
• kennisgeving door de bouwdirectie van elk ernstig ongeval aan de inzake arbeidsveiligheid bevoegde ambtenaar binnen de voorziene termijn en volgens de wettelijke vereisten.
Het veiligheids-, gezondheids- en milieuplan, opgesteld voor de bouwplaats, evenals de richtlijnen van de veiligheidscoördinator, dienen door de contractant (eventuele subcontractanten en zelfstandigen) strikt te worden gevolgd.
Voor ‘grote werfinstallaties’ bespreekt de contractant zijn voorstel tijdig met de Installatieverantwoordelijke betreffende de inplanting van alle tijdelijke installaties, de benodigde elektrische voedingsspanningen en stroomsterkten en andere nutsvoorzieningen.
6.6. Bekwaamheidsattesten, medische attesten veiligheidsfuncties
Alle personen onderworpen aan een veiligheidsfunctie, een functie met verhoogde waakzaamheid of een activiteit met een welbepaald risico (bestuurders en bedieners van kranen, voertuigen, hefwerktuigen enz.), moeten in het bezit zijn van een technisch bevoegdheidsattest en van een geldige medische geschiktheidverklaring, afgeleverd door een arbeidsgeneesheer. De machines, toestellen (o.a. hijswerktuigen, hoogtewerkers, …) en voertuigen mogen enkel bediend worden door deze bevoegde personen.
De contractant zal bij de kick-off vergadering een lijst overhandigen waarin hij aangeeft voor welke (vak)bekwaamheden zijn personeel is opgeleid.
De contractant verbindt zich ertoe om gedurende de ganse duur van zijn opdracht de geldigheid van deze bekwaamheidsattesten te waarborgen.
6.7. Keuze en gebruik van arbeidsmiddelen (AM)
Alleen de AM welke, rekening houdend met de omstandigheden en risico's verbonden aan de omgeving waar de opdrachten worden uitgevoerd (zoals water, schokken, warmte, koude, stof, ontplofbare atmosfeer), beantwoorden aan de veiligheids-, gezondheids- en milieuvereisten, mogen gebruikt worden. Deze AM zijn aangepast aan de gebruikers, goed onderhouden en verkeren in goede staat.
De afgeleverde keuringsattesten of controlebewijzen die door een in Nederland erkende instelling worden geleverd, dienen zich steeds bij de betreffende AM te bevinden zodat zij ter beschikking zijn van de Installatieverantwoordelijke, de externe dienst voor technische controle op de werkplaats en de met het toezicht belaste ambtenaar.
Alle keuringsplichtige AM moeten duidelijk gemerkt zijn om bovenvermelde controles mogelijk te maken. Indien de (sub)contractant VCA-gecertificeerd is, moet de keuringsvervaldatum ontegensprekelijk op deze AM terug te vinden zijn volgens de methodiek van vraag 9.2 VCA (versie 2017/06).
Alle AM moeten worden gebruikt volgens de door de constructeur gegeven instructies, zodat de werknemers niet in gevaar worden gebracht.
De organisatie van de werf, met inbegrip van de plaatsing van het materieel en de machines, mag de exploitatie van de site niet hinderen. Het opslaan van materieel mag enkel op die plaatsen, aangewezen door een verantwoordelijke, aangeduid door de Installatieverantwoordelijke.
Bij het beëindigen van de dagtaak zullen alle AM van de contractanten tegen misbruik beveiligd worden. Losliggende stukken zullen van de arbeidsplaats worden verwijderd of stevig bevestigd. De contractant is verplicht om te waken over het opbergen en het in veiligheid brengen van de AM om te vermijden dat ze zouden ontvreemd worden. In het geval van diefstal, kan E.ON Power Plants Belgium bv hiervoor niet aansprakelijk gesteld worden. Alleszins dienen de nodige voorzorgen genomen te worden opdat bij slechte atmosferische omstandigheden, zoals storm en bliksem, hieruit geen gevaarlijke toestanden kunnen voortvloeien.
6.7.1. Slijpschijven/slijptollen
• Elektrische slijptollen met een enkele wipschakelaar zijn verboden (ter verduidelijking: schakelaar die na aanzetten kan worden losgelaten waarbij de machine door blijft draaien).
• Voor alle elektrische slijptollen geldt dat deze altijd moeten zijn voorzien van:
• beveiligde activatieschakelaar met paddle-switch werking (ter verduidelijking: 2 acties zijn nodig om de machine te starten en machine stopt direct zodra schakelaar wordt losgelaten: ‘dodemanschakelaar’);
• remsysteem (elektronisch, elektrisch of mechanisch);
• Elektrische slijptollen met een slijpschijf > 150 mm moeten van het type “staartgreep” zijn en moeten altijd voorzien zijn van een “anti-kick back beveiliging”.
• In algemene zin zijn elektrische slijptollen vanwege het groot aantal veiligheidsvoorzieningen veel veiliger dan pneumatische slijptollen omdat hier de veiligheidsvoorzieningen over het algemeen ontbreken. Daarom moet het gebruik van pneumatische slijptollen worden beperkt tot het absolute minimum en mag alleen worden toegestaan als elektrische alternatieven niet mogelijk zijn. In dit laatste geval moet altijd een specifieke taak risicoanalyse of andere risico-evaluatie zijn uitgevoerd en goedgekeurd voordat de werkzaamheden kunnen aanvangen.
6.8. Werken in explosiegevaarlijke ruimten
De contractanten moeten voor werkzaamheden in explosiezones bij de Installatieverantwoordelijke naar de situatie in deze zones informeren en de ATEX-richtlijn naleven. Verder zijn een toestemming tot het verrichten van werkzaamheden en een risicoanalyse vereist vooraleer met de werkzaamheden in deze zones wordt begonnen. De preventieve maatregelen (bv. gebruik van antistatische schoenen en werkkledij, gebruik van elektrische apparaten met EX-beschermingsgraad) zijn van toepassing en er dient specifiek gereedschap te worden gebruikt.
Vóór de aanvang van de werkzaamheden, moet bevoegd personeel altijd overgaan tot een voorafgaand onderzoek inzake explosieveiligheid.
6.9. Stellingen
Toepasselijke wetgeving:
• Richtlijn Steigers
Stellingen mogen enkel gebruikt worden waarvoor ze gebouwd werden. Het is door de gebruikers van een stelling verboden (structurele) wijzigingen aan te brengen aan de stelling. Misbruik hierop zal gesanctioneerd worden. Is aan de stelling geen geldig keuringsbewijs bevestigd dan mag de stelling NIET betreden worden.
De stellingen zijn zo opgesteld dat ze geen bijkomende risico’s inhouden voor het personeel dat zich in de buurt ervan dient te verplaatsen (bv. niet-toegankelijkheid van nooduitgangen).
De stellingen worden iedere week of na iedere wijziging gecontroleerd door een daartoe bevoegde persoon. Die persoon vult het keuringsbewijs in dat op de stelling is aangebracht.
De gebruiker van een stelling dient een opleiding te hebben ontvangen, die hem in staat stelt de kennis en vaardigheden te verwerven die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van zijn taken zoals:
• preventiemaatregelen voor de risico’s op vallen van personen of voorwerpen;
• de voorwaarden inzake toelaatbare belasting;
• veiligheidsmaatregelen bij veranderende weersomstandigheden die de veiligheid van de betrokken stelling kunnen beïnvloeden.
Bij werken zoals ‘gritstraalwerken’ of reinigingswerken worden geperforeerde vloerroosters gebruikt en moet de stelling regelmatig extra gecontroleerd worden op de aanwezigheid van afval op de stellingvloeren. De gebruiker is en blijft verantwoordelijk voor de oorspronkelijke staat van de gebouwde stelling.
Alvorens een stelling te betreden, dient men:
• na te gaan of het keuringsattest aanwezig, volledig ingevuld en geldig is;
• visueel na te gaan of de stelling veilig kan betreden worden.
6.10. Gebruik door de contractanten van arbeidsmiddelen in eigendom van E.ON Power Plants Belgium bv
De contractant moet de nodige AM meebrengen op basis van de gegeven informatie (bestelling) en de uit te voeren werkzaamheden. Dat geldt ook voor de subcontractant.
De AM van de E.ON Power Plants Belgium bv mogen slechts gebruikt worden mits toestemming van de Installatieverantwoordelijke en na ontvangst van de passende schriftelijke gebruiksinstructies. De gebruikende contractant is ertoe gehouden zich vooraf te vergewissen van hun goede staat en goede werking en het gebruik ervan gebeurt op eigen risico en verantwoordelijkheid. Gedurende de volledige gebruiksduur wordt hem het toezicht op het materieel toevertrouwd. Hij moet de AM teruggeven na gebruik of na beëindiging van de opdrachten, ingeval ze voor de hele looptijd van het contract worden ontleend en in dezelfde staat als bij ontvangst. AM die bij het einde van de opdrachten niet ingeleverd worden of beschadigd zijn, zullen op kosten van de gebruiker contractant vervangen of hersteld worden. E.ON Power Plants Belgium bv behoudt zich het recht om door de contractant een document te laten ondertekenen bij de ontvangst van het geleende materieel.
6.11. Keuze en gebruik van Collectieve BeschermingsMiddelen (CBM)
6.11.1. Signalisatie en afbakening
De contractant is verplicht tot - en verantwoordelijk voor - het aanbrengen van de nodige signalisatie en versperringen. Hij moet ook rekening houden met de procedures van E.ON Power Plants Belgium bv.
6.11.2. Afbakening van werkposten, putten, vloeropeningen
De contractant is verplicht tot en verantwoordelijk voor:
• het aanbrengen van collectieve beschermingsmiddelen, zoals leuningen en veiligheidsnetten;
• het correct uitvoeren van tijdelijke werken op hoogte
• het afschermen van arbeidsmiddelen.
Indien het technisch gezien onmogelijk is collectieve beschermingsmiddelen te voorzien, moet de contractant vervangende persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking stellen.
De oppervlakte van alle werkzaamheden die werknemers in gevaar kunnen brengen op een andere verdieping dan die waar het werk plaatsvindt, moet worden afgebakend door middel van signalisatie. De reden van die signalisatie, de naam van de vennootschap en van de verantwoordelijke, alsook diens telefoonnummer (GSM) moeten op één of meerdere plaatsen op de signalisatie vermeld zijn. Elke afbakening is te beschouwen als
ontoegankelijk; indien de afgebakende zone dient betreden te worden, zullen één of meer toegangswegen worden geïnstalleerd.
Na het voltooien van de opdrachten moeten alle beschermingen, borstweringen, relingen enz. door de contractant in hun oorspronkelijke toestand teruggeplaatst worden, tenzij anders overeengekomen met de Installatieverantwoordelijke.
De contractant moet elke gevaarlijke situatie op de werf signaleren aan zijn Installatieverantwoordelijke.
6.12. Keuze en gebruik van Persoonlijke Beschermingsmiddelen (PBM)
De contractant stelt aan zijn personeel de nodige werkkledij en beschermingsmiddelen ter beschikking conform de geldende voorschriften, teneinde het personeel toe te laten zijn opdracht in veilige omstandigheden uit te voeren. De uitvoerders zijn verplicht de aangereikte PBM’s te dragen en zullen opgeleid worden in het gebruik ervan.
Op de installaties is het dragen van veiligheidschoenen, veiligheidsbril, aangepaste werkkledij (lange mouw, lange broek), werkhandschoenen en veiligheidshelm (met vermelding van naam van de werknemer en de firmanaam) verplicht.
Verder voorziet de contractant beschermingsmiddelen die aangepast zijn aan de risico’s die het uit te voeren werk met zich meebrengt. Bij slijpwerkzaamheden bv. dient men te voorzien in brandvertragende kledij, gehoorbescherming en een gelaatsscherm of ruimzichtbril.
De contractant is verantwoordelijk op het toezicht en controle van het correct dragen en aanwenden van de PBM’s door zijn werknemers.
Wanneer de klant strengere PBM’s voorschrijft dan hier boven beschreven, dient de contractant de regels van de klant te respecteren.
6.13. Producten Met Gevaarlijke Eigenschappen (PMGE)
6.13.1. Algemeen
Indien de opdracht kan leiden tot de aanwending van of het contact met Producten Met Gevaarlijke Eigenschappen, (chemische, kankerverwekkende, mutagene en biologische agentia), dient de contractant de bepalingen van PGS15 strikt na te leven.
Tijdens iedere dienstverlening moet de contractant een lijst verstrekken met alle gebruikte PMGE en de plaats waar ze zich bevinden, alsook de SDS-fiches. In geval van de wijziging van het product of in geval van de wijziging van de technische eigenschappen van het product moet E.ON Power Plants Belgium bv zo snel mogelijk op de hoogte worden gebracht en moet een nieuwe SDS-fiche voor de goedkeuring van het product worden verstrekt.
Het gebruik van PMGE moet tijdens de werkvoorbereiding met de Installatieverantwoordelijke besproken worden.
E.ON Power Plants Belgium bv vraagt de contractanten producten te gebruiken die zijn vermeld in de door hen bijgehouden lijst van de ‘goedgekeurde producten’.
Ingeval het noodzakelijk is om een nieuw PMGE binnen te brengen dat nog niet is toegelaten, moet de relevante goedkeuring 15 werkdagen voor het binnenbrengen van dat product aan de Installatieverantwoordelijke worden aangevraagd op basis van de SDS- fiche4. Deze fiche wordt, samen met de aanvraag in het Nederlands, voor onderzoek bezorgd aan de betrokken preventiedienst.
4 SDS: Safety Data Sheet
Samen met de aanvraag deelt de contractant de vergunningen (indien van toepassing) en de maximaal toegelaten hoeveelheden van de PMGE mee. Deze PMGE moeten worden beperkt in volume om de geldende wetgeving en de milieuvergunning van de site te kunnen respecteren.
6.13.2. Opslag
De PMGE zijn opgeslagen in specifieke solide recipiënten, vervaardigd uit een stof die tegen het product bestand is. Deze recipiënten moeten worden voorzien van het vereiste etiket met symbolen, gevarenaanduidingen en voorzorgsmaatregelen (H&P zinnen), in overeenstemming met de wettelijke bepalingen.
De tijdelijke opslag moet voldoen aan de wettelijke vereisten en de voorschriften van E.ON Power Plants Belgium bv. In het bijzonder worden de gevaarlijke vloeibare stoffen, de ontvlambare stoffen en de brandstoffen opgeslagen in dubbelwandige reservoirs of in/op vergaarbakken waarvan de capaciteit overeenstemt met het opgeslagen volume.
Het opslaan van ontvlambare vloeistoffen zal gebeuren in een verluchte ruimte waar normaal geen brandrisico aanwezig is.
6.13.3. Isolatiemateriaal
Het gebruikte isolatiemateriaal mag niet behoren tot categorie 1 of 2 volgens de Europese richtlijn 97/69EG.
6.14. Brandbescherming
6.14.1. Preventie
Het openen van brandvaste doorvoeringen is enkel toegelaten om brand te bestrijden. Het reinigen met water mag niet gebeuren met de waterslangen voor brandbestrijding. De evacuatiedeuren moeten steeds volledig vrij zijn van obstakels.
Brandblussers, hydranten en haspels moeten steeds volledig vrij van obstakels en volledig zichtbaar zijn.
De brandbelasting moet te allen tijde ZO LAAG MOGELIJK worden gehouden door:
• materialen met hoge brandbelasting (hout, papier, olie, licht ontvlambare producten) niet op te stapelen in de installaties/gebouwen en regelmatig van de site te verwijderen;
• de met olie doordrenkte absorptiedoeken steeds te deponeren in de speciaal voorziene gesloten metalen vaten (gevaar op zelfontbranding);
• licht ontvlambare producten steeds te bewaren in een veiligheidskan, voorzien van een duidelijke etikettering en slechts kleine hoeveelheden ervan op te slaan.
6.14.2. Branddeuren
Branddeuren moeten steeds terug gesloten worden!
6.14.3. Brandbestrijding
Eender wie een rookontwikkeling of een brand vaststelt, moet onmiddellijk het noodnummer van de betreffende site bellen om de situatie te melden.
Als de werknemer opgeleid is, mag hij, zonder zichzelf in gevaar te brengen, beginnen te blussen met het meest geschikte blusmaterieel (handblusser, muurhaspel, ...). Aangezien hij
geen brandweerman is, is het sterk aanbevolen dat hij wordt bijgestaan door een andere opgeleide persoon bij de bestrijding van een brand in de installaties.
Na het gebruik van blusapparaten moet dit altijd en zo snel mogelijk aan de Installatieverantwoordelijke gemeld worden.
7. Hygiëne
De contractanten die toelating hebben een werfwagen en/of loods op de terreinen op te richten, kunnen verplicht worden om de nodige sanitaire installaties voor hun personeel te voorzien, inclusief de chemische toiletten. Deze moeten regelmatig proper worden gehouden. De opstelling en inrichting van deze wagens en loodsen dient men uit te voeren overeenkomstig de voorschriften afgesproken met de Installatieverantwoordelijke.
De contractant is verplicht om de orde en de netheid in de lokalen en de installaties te handhaven.
In de gebouwen mogen geen maaltijden worden genuttigd, tenzij op die plaatsen die daarvoor specifiek bestemd zijn, met onbezoedelde werkkledij.
8. Milieuvoorschriften
De milieuvoorschriften opgenomen in de verschillende reglementeringen moeten strikt nageleefd worden.
8.1. Algemene informatie
Voordat hij een activiteit aanvat, moet de contractant de milieuaspecten ervan identificeren, de belangrijke aspecten ervan bepalen en de mogelijke impact evalueren. Aandachtspunten zijn de continue en verspreide emissies in de lucht, geluidsemissies, de lozingen in het water en/of in de bodem, het gebruik van grondstoffen, van natuurlijke hulpbronnen en van energie, de plaatselijke problemen en de problemen in de onmiddellijke omgeving, het afval en de subproducten; die benadering moet in ieder geval rekening houden met de normale werkingsomstandigheden, alsook de omstandigheden bij het aanvatten en het beëindigen van de werkzaamheden.
8.2. Afval en overtollige materialen
Basisprincipe is en blijft volgens de ladder van Xxxxxxx: in eerste instantie preventie, dan hergebruik, dan recyclage, energie winnen, verbranden en als laatste storten…
Daar het niet altijd mogelijk is om het te voorkomen of te hergebruiken dient de contractant voor maximaal gescheiden afvalstromen te zorgen.
De contractant doet het nodige om te voorkomen dat het geproduceerde afval zich verspreidt in geval van slechte weersomstandigheden.
De contractant is ook verantwoordelijk voor de regelmatige verwijdering en het transport van de overtollige materialen afkomstig van zijn werken.
Indien geen specifieke afspraken gemaakt zijn in de bestelling, gelden volgende afspraken:
• Als het geproduceerde afval inherent is aan de activiteit van de contractant en niet afkomstig van de installaties van E.ON Power Plants Belgium bv, dan is de contractant de producent van het afval en is hij er dus toe gehouden het beheer ervan te garanderen in overeenstemming met de geldende wettelijke voorschriften. Indien hij nalaat dit te doen zal de Installatieverantwoordelijke het afval laten ophalen op kosten van de contractant.
• Als het geproduceerde afval inherent is aan de activiteit van de contractant, maar afkomstig van de installaties van E.ON Power Plants Belgium bvba, dan is E.ON Power Plants Belgium bv de producent van het afval en is het bedrijf er dus toe gehouden het beheer ervan te garanderen in overeenstemming met de geldende wettelijke voorschriften. De contractant is er evenwel toe gehouden de interne regels inzake afval, die van kracht zijn op de site, na te leven.
De hoeveelheid verpakkingen moet zoveel mogelijk beperkt worden, overtollige verpakkingen moeten vermeden worden.
Afbraakmaterialen of -installaties die verkocht worden aan derden, dienen vóór de afbraak te worden geïnventariseerd. Bij die inventarisatie dient de toekomstige bestemming of de manier waarop ze zullen worden verwerkt, te worden vermeld.
8.3. Luchtemissies
Indien er tijdens of na de werken luchtemissies kunnen ontstaan moet de contractant de Installatieverantwoordelijke hiervan op de hoogte stellen. De contractant dient zich te houden aan de wettelijke emissiegrenswaarden.
8.4. Bescherming van de bodem en het water
Tijdens de werkzaamheden zal de contractant alle maatregelen moeten treffen om de bodem- en watervervuiling te vermijden; deze maatregelen worden geïdentificeerd met de Installatieverantwoordelijke, in overeenstemming met de wettelijke vereisten en de interne voorschriften.
Het is verboden om eender welke producten met gevaarlijke eigenschappen (solventen, chemische producten) te lozen in de rioleringen, in het koelwatercircuit of in het regenwatercircuit.
Indien er incidenteel toch een verontreiniging plaatsvindt, moeten er maatregelen worden getroffen om de verspreiding te beperken. De contractant zal de Installatieverantwoordelijke verwittigen. E.ON Power Plants Belgium bv zal de kosten voor het verwijderen en verwerken van de verontreininging ten laste van de contractant leggen.
8.5. Milieu-incidenten en ongevallen
Ingeval van een incident dat een impact kan hebben op het milieu (rookgassen, dampen, morsen, contaminatie van de grond, contaminatie van rioleringen, van waterlopen,
lawaai, …) moet E.ON Power Plants Belgium bv onmiddellijk op de hoogte gesteld worden. Men dient zo snel mogelijk alle maatregelen te treffen om de schade te beperken.
Men dient de grootste aandacht te schenken aan de preventieve maatregelen om situaties die tot een milieuramp kunnen leiden, zoveel mogelijk te beperken.
Alle milieu-incidenten en ongevallen moeten geanalyseerd worden. Een feitenboomanalyse moet opgesteld worden. Aan de Installatieverantwoordelijke wordt zo snel mogelijk en uiterlijk tien dagen na het incident of het ongeval een rapport bezorgd.
Dit rapport zal minstens de volgende informatie bevatten:
- de datum en het tijdstip van het incident of het ongeval;
- de installaties waarin het incident of het ongeval zich heeft voorgedaan;
- de activiteiten die gewoonlijk op die plaats worden uitgeoefend;
- de omstandigheden van het ongeval;
- de analyse van de oorzaken van het ongeval;
- de getroffen maatregelen om de eventuele schade aan het milieu te herstellen;
- de aanbevolen preventieve maatregelen om te voorkomen dat een soortgelijk incident of ongeval zich opnieuw zou voordoen.
8.6. Rationeel gebruik van energie en grondstoffen
Als grote hoeveelheden grondstoffen (smeermiddelen, brandstoffen, proceswater, energie, perslucht) noodzakelijk zijn, moeten akkoorden met de Installatieverantwoordelijke worden gesloten om het verbruik ervan zoveel mogelijk te beperken. Alle energieverbruikers moeten na de werkuren worden losgekoppeld indien dat de veiligheid en gezondheid niet in gevaar brengt.
8.7. Schoonmaak van de arbeidsplaats
Op het einde van de werkdag moet de arbeidsplaats worden schoongemaakt; in het bijzonder moeten al het afval, alle producten en alle containers worden weggehaald.
9. Incidenten
9.1. Organisatie
In overeenstemming met de wettelijk voorgeschreven reglementeringen beschikt de contractant over de passende uitrustingen en over voldoende opgeleide personen om de lichtgekwetsten te verzorgen en eerste hulp bij ongevallen te verstrekken. Bij ernstige gevallen of bij overmacht kan steeds een beroep gedaan worden op de eerste hulp verlener(s) van de site waar de installatie van E.ON Power Plants Belgium bv gelokaliseerd is.
9.2. Melding
Na een incident dienen dadelijk alle maatregelen genomen te worden om de schade te beperken. De tabel van hoe incidenten volgens E.ON Power Plants Belgium bv worden ingedeeld kan U hieronder terugvinden.
Incident categoriën | ||||
Xxxxxxxxxxx | Xxxxxxxxxx | Potentieel | Veiligheid & Gezondheid | Schadelijk voor het milieu |
Low | S0 | Bijna ongeval | ||
Minor | S1 | P1 | EHBO-geval (FAC) | Kleine milieuschade die waarschijnlijk binnen een periode van 1 - 7 dagen op locatie met eenvoudige middelen zal worden verholpen |
Moderate | S2 | P2 | Medische behandeling (MTC) Aangepast werk (RWC) Incidenten met werkverlet (LTI) | Matige milieuschade die naar verwachting binnen een periode van max. vier weken wordt opgelost |
Serious | S3 | P3 | Ernstig arbeidsongeval (langdurig maar omkeerbaar) | Ernstige milieuschade, die naar verwachting langer dan vier weken zal duren om de impact op te lossen |
Major | S4 | HiPo (behandelen als S3) | Ernstig arbeidsongeval (onomkeerbaar) Dodelijke ongevallen (FAT) | Ernstige milieuschade die niet kan worden opgelost en die daarom schade op de lange termijn veroorzaakt |
Voor alle ongevallen, plots optredende ziekte, brand, schierongevallen en andere noodgevallen, bel onmiddellijk het algemene noodnummer van de site waar de installatie van E.ON Power Plants Belgium bv gelokaliseerd is.
Dit nummer is altijd bereikbaar (ook buiten de diensturen en tijdens het weekend). Alle arbeidsongevallen en incidenten worden tevens onmiddellijk gemeld aan de Installatieverantwoordelijke en de preventiedienst van E.ON Power Plants Belgium bv.
Berokkent een contractant schade aan een installatie van E.ON Power Plants Belgium bv, dan dient hij dit onmiddellijk te melden aan de Installatieverantwoordelijke.
9.3. Afhandeling
Ongevallen van eigen personeel en zelf veroorzaakte schadegevallen en incidenten op de terreinen van de E.ON Power Plants Belgium bv moeten door de contractant grondig onderzocht en gedocumenteerd worden. Uiterlijk tien kalenderdagen na de datum van het ongeval zal een gedetailleerd verslag van het ongeval worden overgemaakt aan de Installatieverantwoordelijke en aan de preventiedienst van E.ON Power Plants Belgium bv.
In dit verslag zullen minimaal worden opgenomen:
• een omschrijving van het gebeuren (plaats, omstandigheden, betrokkenen, schade);
• een feitenboomanalyse van het ongeval in de zin van de wet;
• de preventie- en beschermingsmaatregelen die de contractant of de subcontractant zal nemen opdat een gelijkaardig ongeval zich niet meer zou voordoen;
• de termijn van afwezigheid/arbeidsongeschiktheid van het slachtoffer en de datum van werkhervatting.
Indien er zich een ernstig arbeidsongeval voordoet met een contractant, dan zorgt de contractant dat zijn bevoegde preventiedienst onmiddellijk het ongeval onderzoekt en dat er een omstandig verslag wordt opgesteld. Een ernstig ongeval moet, net zoals alle arbeidsongevallen, ook steeds door de contractant onmiddellijk aan de preventiedienst van E.ON Power Plants Belgium bv worden gemeld. Voor het begin van de opdracht worden er afspraken gemaakt met betrekking tot samenwerking in het onderzoek en de regeling van de eventuele kosten. De contractant stelt een deskundige aan conform de wettelijk bepalingen.
Een ernstig arbeidsongeval (met dood of blijvende arbeidsongeschiktheid) moet steeds aan de bevoegde ambtenaar gemeld worden en het omstandig verslag moet hem binnen de 10 dagen overhandigd worden.
E.ON Power Plants Belgium bv ontvangt steeds een kopie van het omstandig verslag.
10. Alarmsituatie
Het noodplan heeft tot doel om in geval van een noodtoestand de nodige mensen en instanties te waarschuwen, te alarmeren en te informeren. Het plan voorziet erin om de veiligheid van het aanwezige personeel te garanderen en indien vereist, een snelle en risicoloze ontruiming te verzekeren. Het noodplan geldt voor iedereen die op de site aanwezig is.
De alarmsignalen worden kenbaar gemaakt aan iedereen die de site betreedt en zijn op verschillende plaatsen geafficheerd.
De alarmsignalen worden door de klant regelmatig getest, frequentie van tests is van de klant afhankelijk maar wordt duidelijk medegedeeld bij aanvang van de werken.
Schriftelijke verklaring van de (sub)contractant die naar de aankoopdienst voor de bestelling moet worden teruggestuurd
ref. bestelling vermelden: …………………………….
Ik, ondergetekende, 5,
gevolmachtigde van 6
werken in onderaanneming van 7
verklaar de documenten en instructies van E.ON Power Plants Belgium bv vervat in het ‘Algemeen veiligheids-, gezondheids- en milieureglement voor contractanten bij de uitvoering van opdrachten in opdracht van E.ON Power Plants Belgium bv’ en de bijlagen te hebben ontvangen, gelezen en begrepen.
De informatie erin vervat en de passende instructies in verband met onder meer risico's voor de veiligheid, de gezondheid en milieu zal ik, vóór de aanvang van de opdrachten, doorgeven aan mijn werknemers die opdrachten zullen uitvoeren in het kader van de opdrachten.
Ik heb de informatie evenals de passende instructies aan volgende subcontractant(en) bezorgd:
…………………………………………………………………………………………………8
...………………………………………………………………………………………………
Ik bevestig uitgerust te zijn met het nodige materieel in overeenstemming met de terzake bestaande wetgeving en de bepalingen van het ‘Algemeen veiligheids-, gezondheids- en milieureglement voor contractanten bij de uitvoering van opdrachten in opdracht van E.ON Power Plants Belgium bv‘ en over geschikt en lichamelijk bekwaam personeel te beschikken om de gevraagde opdrachten uit te voeren.
Verder ga ik ermee akkoord dat, indien ik de verplichtingen inzake het welzijn van de werknemers of inzake het respect voor het milieu niet naleef, E.ON Power Plants Belgium bv, na schriftelijke ingebrekestelling, alle nodige maatregelen kan treffen op mijn kosten. Dit kan zelfs gaan tot het verwijderen van de terreinen van E.ON Power Plants Belgium bv van mezelf en mijn medewerkers. Ik ben ertoe gehouden onmiddellijk ieder personeelslid te vervangen waarvan de Installatieverantwoordelijke meent dat het de goede uitvoering van de opdrachten in het gedrang brengt door hetzij zijn ongeschiktheid, hetzij zijn slechte wil of zijn kennelijk wangedrag.
Ik verbind mij ertoe alle verplichtingen inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun opdracht, eigen aan de inrichting waarin mijn werknemers de opdrachten komen uitvoeren, na te leven.
De verantwoordelijke(n) voor de veiligheid voor de uit te voeren opdracht is (zijn):
……………………………………………………………………………………… 9
te bereiken op het volgende telefoonnummer ....…/…………………………………
Ik verklaar dat mijn vennootschap gecertificeerd is
🞏 ISO 9000 🞏 ISO 14001 🞏 OHSAS 18001/ISO 45001 🞏 VCA / SCC 🞏 Andere ………………
In geval van wijzigingen verbind ik mij ertoe dit onmiddellijk mee te delen. De contractant,
Datum:
Handtekening
5 Aan te vullen met naam en voornaam.
6 Ingeval het een rechtspersoon betreft, in te vullen met de naam van de onderneming en het adres van de maatschappelijke zetel.
7 Vermeld hier indien je niet rechtstreeks voor E.ON Power Plants Belgium bv werkt.
8 (na(a)m(en) van de subcontractant(en) invullen) of aparte lijst toevoegen, inclusief zelfstandigen.
9 Aan te vullen met naam en voornaam.