STAATSCOURANT
STAATSCOURANT
Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
Nr. 11138
19 juli
2010
Regeling van de Minister-President, Minister van Xxxxxxxx Xxxxx, van 7 juli 2010, nr. 3093917
De Minister-President, Xxxxxxx xxx Xxxxxxxx Xxxxx,
Handelende in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad: Besluit:
Artikel 1
Vastgesteld worden de bij dit besluit gevoegde Algemene rijksvoorwaarden bij IT-overeenkomsten, voortaan genaamd ARBIT.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.
Dit besluit wordt met de bijlage in de Staatscourant geplaatst.
De Minister-President, Minister van Xxxxxxxx Xxxxx,
J.P. Balkenende.
ALGEMENE RIJKSVOORWAARDEN BIJ IT-OVEREENKOMSTEN (ARBIT), VERSIE ARBIT 2010
Algemene Rijksvoorwaarden Bij IT-Overeenkomsten (Arbit)
Algemene Bepalingen
De Algemene Rijksvoorwaarden bij IT-overeenkomsten (ARBIT) bestaan uit deze Algemene bepalingen en Bijzondere bepalingen. Deze Algemene bepalingen hebben betrekking op alle IT-overeenkomsten die Opdrachtgever aangaat. De Bijzondere bepalingen hebben betrekking op specifieke
IT-overeenkomsten die Opdrachtgever aangaat.
Artikel 1. Begrippen
In deze voorwaarden wordt onder de navolgende begrippen, indien met een beginhoofdletter gebruikt, verstaan:
1.1. Acceptatie: de goedkeuring door Opdrachtgever van (onderdelen van) de Prestatie.
1.2. Acceptatieprocedure: in de Overeenkomst vastgelegde procedure met behulp waarvan Opdrachtgever beoordeelt of hij al dan niet overgaat tot Acceptatie van de Prestatie.
1.3. Aflevering: de bezorging door Wederpartij van Producten op de bij de Overeenkomst bepaalde wijze, blijkend uit een door Opdrachtgever afgegeven bewijs van ontvangst daarvan.
1.4. Bestek: de aan Wederpartij ter beschikking gestelde documenten (incl. nadere toelichtingen en wijzigingen) waarin de organisatie van Opdrachtgever, de Prestatie en het door Opdrachtgever beoogde gebruik daarvan alsmede de aanbestedingsprocedure zijn beschreven en toegelicht.
1.5. Bijlage: een aanhangsel bij de Overeenkomst dat daar na parafering door partijen onderdeel van uitmaakt.
1.6. Broncode: het geheel van programma-instructies in hun oorspronkelijke programmeertaal met inbegrip van daarbij behorende Documentatie, bedoeld voor uitvoering door een computer, in een zodanige vorm dat een programmeur die beschikt over kennis en ervaring van de gebruikte programmeerwijze en techniek, daarmee de programmatuur kan wijzigen.
1.7. Documentatie: iedere beschrijving van de Prestatie en de eigenschappen daarvan al dan niet specifiek bestemd voor de installatie, Implementatie, het gebruik, beheer en/of het onderhoud daarvan.
1.8. Fatale termijn: een nadrukkelijk als zodanig door partijen overeengekomen termijn bij overschrij- ding waarvan de partij ten aanzien van wie de termijn is gesteld terstond, dat wil zeggen zonder ingebrekestelling, in verzuim geraakt.
1.9. Gebrek: iedere storing en/of ander mankement als gevolg waarvan de Prestatie niet geschikt is voor het Overeengekomen gebruik.
1.10. Gebruiksrecht: het recht op grond waarvan Opdrachtgever bevoegd is tot het installeren en gebruiken van Standaardprogrammatuur overeenkomstig het Overeengekomen gebruik met inbegrip van alle daarvoor redelijkerwijs noodzakelijke al dan niet tijdelijke verveelvoudigingen en openbaarmakingen.
1.11. Implementatie: het geheel van handelingen en maatregelen nodig om de organisatie van Opdrachtgever geschikt te maken voor het Overeengekomen gebruik van het Product en/of Programmatuur.
1.12. Installatie: het door Wederpartij plaatsen en aansluiten van het Product en/of het invoeren van Programmatuur.
1.13. Leverancier: de Wederpartij bij de Overeenkomst die zich heeft verplicht tot de levering van een Product dan wel het verschaffen van een Gebruiksrecht.
1.14. Materialen: voor installatie, implementatie, gebruik en/of onderhoud van de Prestatie benodigde (hulp)zaken zoals kabels, smartcards en fysieke gegevensdragers waarop Programmatuur wordt aangeleverd.
1.15. Meerwerk: niet in de Opdracht begrepen werkzaamheden die leiden tot kosten die de Vergoe- ding te boven gaan.
1.16. Nieuwe versie: een opvolgende versie van de Standaardprogrammatuur met in overwegende mate nieuwe of gewijzigde functionaliteiten, al dan niet onder een andere naam uitgebracht.
1.16. Objectcode: Vertaling van de Broncode in een direct door een computer leesbare en uitvoerbare code.
1.18. Onderhoud: door Opdrachtnemer uit te voeren werkzaamheden gericht op het herstellen en/of verbeteren van de Prestatie.
1.18. Opdracht: door Opdrachtnemer ten behoeve van Opdrachtgever te verrichten werkzaamheden, anders dan op grond van arbeidsovereenkomst.
1.20. Opdrachtgever: de partij ten behoeve waarvan de Overeenkomst wordt gesloten.
1.21. Opdrachtnemer: de Wederpartij bij de Overeenkomst die zich heeft verplicht tot het uitvoeren van de Opdracht.
1.22. Oplevering: het aanbieden door Opdrachtnemer van (onderdelen van) de Prestatie ter Accepta- tie.
1.23. Overeengekomen gebruik: het door Opdrachtgever beoogde gebruik van de Prestatie zoals dat ten tijde van het sluiten van de Overeenkomst op grond van het Bestek en/ of op basis van de in artikel 4 bedoelde informatie, voor Wederpartij kenbaar is of redelijkerwijs moet zijn, een en ander voor zover dat gebruik in de Overeenkomst niet uitdrukkelijk is uitgesloten of beperkt.
1.24. Overeenkomst: de afspraken tussen Opdrachtgever en Wederpartij waarvan de Voorwaarden onderdeel uitmaken.
1.25. Patch: als tijdelijk bedoelde correctie van Standaardprogrammatuur.
1.26. Personeel: de door partijen bij de uitvoering van de Overeenkomst in te schakelen personeelsle- den en/of hulppersonen.
1.27. Prestatie: het door Wederpartij te leveren Product, de door deze uit te voeren Opdracht of het door deze te verstrekken Gebruiksrecht dan wel een combinatie daarvan, waaronder begrepen Materialen en Documentatie.
1.28. Product: de zaak die Leverancier op basis van de Overeenkomst aan Opdrachtgever levert.
1.29. Programmatuur: de door Wederpartij op te leveren set programmaregels zoals die, op directe of indirecte wijze, door een computer kan worden gebruikt om een bepaald, nader omschreven, resultaat tot stand te brengen. Programmatuur kan worden onderscheiden in Standaard- of Maatwerkprogrammatuur.
1.30. Standaardprogrammatuur: voor algemeen gebruik ontwikkelde Programmatuur die niet exclusief aan Opdrachtgever beschikbaar wordt gesteld.
1.31. Verbeterde versie: een opvolgende versie van de Standaardprogrammatuur waarin Xxxxxxxx zijn hersteld en/of de werking daarvan anderszins is verbeterd.
1.32. Vergoeding: de in totaal voor de Prestatie overeengekomen prijs.
1.33. Voorwaarden: de Algemene Rijksvoorwaarden bij IT-overeenkomsten (ARBIT) bestaande uit deze Algemene bepalingen en alle Bijzondere bepalingen.
1.34. Wederpartij: de Opdrachtnemer of Leverancier met wie de Overeenkomst is aangegaan.
1.35. Werkdagen: kalenderdagen, behoudens weekenden en algemeen erkende feestdagen in de zin van art. 3 van de Algemene termijnenwet.
Artikel 2. Contactpersonen en escalatie
2.1. Partijen wijzen elk een contactpersoon aan die de contacten over de uitvoering van de Overeen- komst onderhoudt. Partijen informeren elkaar over wie zij als contactpersoon hebben aangewe- zen.
2.2. Contactpersonen kunnen partijen alleen vertegenwoordigen en binden voor zover het betreft de uitvoering van de Overeenkomst. Tot wijziging van de Overeenkomst zijn zij niet bevoegd.
2.3. Onverkort het bepaalde in artikel 37 beschikken Partijen over een interne escalatieprocedure of dragen zij zorg voor het opstellen daarvan.
Artikel 3. Status van mededelingen
Mededelingen, waaronder begrepen toezeggingen of (nadere) afspraken, van de ene aan de andere partij van belang voor de uitvoering van de Overeenkomst, binden partijen alleen indien ze schriftelijk door een daartoe bevoegde persoon zijn gedaan of bevestigd.
Artikel 4. Onderzoek- en informatieverplichting
4.1. Ter bepaling van het door Opdrachtgever met de Prestatie beoogde gebruik heeft Wederpartij zich in voldoende mate op de hoogte gesteld van:
a. de doelstellingen, in verband waarmee Opdrachtgever de Overeenkomst aangaat;
b. de organisatie van Opdrachtgever, voor zover van belang voor de Overeenkomst.
4.2. Bij de uitvoering van de onderzoek- en informatieverplichting van artikel 4.1 heeft Wederpartij zich tevens een oordeel gevormd over de haalbaarheid van de Prestatie binnen de door Opdrachtgever daarvoor aangegeven kaders.
4.3. Opdrachtgever heeft Wederpartij, met het oog op het bepaalde in artikel 4.1, van voldoende informatie voorzien. Opdrachtgever verstrekt Wederpartij op verzoek aanvullende informatie voor zover die niet van vertrouwelijke aard is en in redelijkheid relevant moet worden geacht voor de uitvoering van de Overeenkomst. Bij eventuele onduidelijkheid doet Wederpartij tijdig navraag bij Opdrachtgever.
4.4. Partijen houden elkaar op de hoogte van ontwikkelingen en veranderingen die van belang (kunnen) zijn voor de uitvoering van de Overeenkomst.
Artikel 5. Kwaliteitsborging
Opdrachtgever is steeds bevoegd maatregelen te treffen gericht op borging van de kwaliteit van de Prestatie. Wederpartij is gehouden aan die maatregelen in redelijkheid zijn medewerking te verlenen en aan de uitkomsten daarvan in redelijkheid uitvoering te geven.
Artikel 6. Aflevering
6.1. Wederpartij verricht de Aflevering in één keer.
6.2. Partijen controleren bij Aflevering visueel op hoeveelheid en aan de buitenkant waarneembare beschadiging.
6.3. Bij een geconstateerde beschadiging hoeft Opdrachtgever het Product niet in ontvangst te nemen. Dit laat de verplichting van Wederpartij tot tijdige Aflevering onverlet.
6.4. Opdrachtgever verstrekt Wederpartij een bewijs van ontvangst voor de in ontvangst genomen Producten. Dit bewijs laat de rechten van Opdrachtgever uit hoofde van de Overeenkomst onverlet.
6.5. Wederpartij maakt zoveel mogelijk gebruik van duurzame verpakkingsmiddelen en draagt zorg voor een milieuvriendelijke afvoer daarvan.
Artikel 7. Risico- en eigendomsovergang
7.1. Het risico van beschadiging of verlies van Producten die het voorwerp van de Prestatie zijn of onderdeel van de Prestatie uitmaken gaat bij Aflevering over op Opdrachtgever.
7.2. Onverminderd het bepaalde in artikel 8 gaat de eigendom van (onderdelen van) de Prestatie bij Acceptatie over op Opdrachtgever.
Artikel 8. Intellectuele eigendomsrechten
8.1. Alle intellectuele eigendomsrechten die ten aanzien van de Prestatie waar en wanneer ook kunnen of zullen kunnen worden uitgeoefend, berusten bij:
a. Opdrachtgever voor zover het betreft een Prestatie die specifiek voor Opdrachtgever is of wordt ontworpen of vervaardigd en/of onder leiding of toezicht van Opdrachtgever dan wel aan de hand van diens instructies of ontwerpen is of wordt gerealiseerd. Voor zover nodig worden deze rechten op grond van de Overeenkomst door Wederpartij aan Opdrachtgever overgedragen welke overdracht reeds nu voor alsdan door Opdrachtgever wordt aanvaard;
b. Wederpartij of een derde in alle overige gevallen. Wederpartij verleent in dat geval aan Opdrachtgever een nader bij de Overeenkomst te bepalen niet exclusief recht tot gebruik van de Prestatie dat in ieder geval toereikend is voor nakoming van het in de Overeenkomst(en) bepaalde.
8.2. Door ondertekening van de Overeenkomst worden de in artikel 8.1 sub a bedoelde rechten aan Opdrachtgever overgedragen. Voorzover voor de overdracht van die rechten op enig moment een nadere akte is vereist, machtigt Wederpartij Opdrachtgever hierbij voor dat geval onherroe- pelijk een dergelijke akte op te maken en deze mede namens Wederpartij te ondertekenen een en ander onverminderd de verplichting van Wederpartij om op eerste verzoek van Opdrachtge- ver aan de overdracht van deze rechten medewerking te verlenen zonder daarbij voorwaarden te kunnen stellen. Wederpartij machtigt voorzover nodig Opdrachtgever hierbij tevens onherroepe- lijk om de overdracht van deze intellectuele eigendomsrechten in de desbetreffende registers in of over te (doen) schrijven.
8.3. Bij verschil van mening tussen partijen over intellectuele eigendomsrechten op (delen van) een Prestatie wordt er, behoudens tegenbewijs, vanuit gegaan dat die rechten bij Opdrachtgever berusten. Opdrachtgever mag ongeacht de uitkomst van dat geschil voortgaan met het Overeengekomen gebruik.
8.4. Wederpartij doet hierbij, voorzoveel als nodig, mede namens zijn Personeel, afstand van alle eventueel aan hem toekomende zogenoemde persoonlijkheidsrechten als bedoeld in artikel 25 lid 1, sub a t/m c Auteurswet, in de mate waarin die regelgeving zodanige afstand toelaat. Wederpartij garandeert Opdrachtgever bevoegd te zijn om deze afstand mede namens zijn Personeel te verrichten.
8.5. Wederpartij vrijwaart Opdrachtgever tegen aanspraken van derden terzake van een (gestelde) inbreuk op intellectuele eigendomsrechten van die derden, zulks met inbegrip van persoonlijk- heidsrechten als bedoeld in artikel 25, eerste lid van de Auteurswet, vergelijkbare aanspraken met betrekking tot kennis, ongeoorloofde mededinging en dergelijke daaronder begrepen. Wederpartij neemt op eerste verzoek van Opdrachtgever de verdediging op zich in iedere procedure die in verband met de Prestatie tegen Opdrachtgever mocht worden ingesteld wegens inbreuk op de intellectuele eigendomsrechten van een derde. Opdrachtgever zal Wederpartij in verband daarmee onverwijld van een dergelijke actie in kennis stellen en aan Wederpartij de noodzakelijke volmachten en hulp verstrekken. Wederpartij vrijwaart Opdracht- gever tevens tegen alle schade en kosten waartoe die in een dergelijke procedure mocht worden veroordeeld alsook tegen de kosten van die procedure zelf waaronder, maar niet beperkt tot, de kosten die verband houden met het inwinnen van juridisch advies in verband daarmee.
8.6. Wederpartij zal in geval van een gestelde inbreuk op het intellectuele eigendomsrecht van een
derde, op zijn kosten alle maatregelen treffen die kunnen bijdragen tot voorkoming van stagnatie van Opdrachtgevers bedrijfsvoering en tot beperking van door Opdrachtgever als
gevolg daarvan te maken kosten en/of te lijden schade.
8.7. Onverminderd het bepaalde in artikel 8.5 en 8.6 kan Opdrachtgever, indien derden hem terzake van schending van intellectuele eigendomsrechten in rechte betrekken, de Overeenkomst buiten rechte geheel of gedeeltelijk ontbinden, een en ander onverminderd zijn verdere rechten jegens Wederpartij, waaronder maar niet beperkt, tot enig recht op schadevergoeding.
Artikel 9. Documentatie
9.1. Documentatie is zodanig opgesteld dat de Prestatie met behulp daarvan door Opdrachtgever en derden naar behoren kan worden gebruikt, beheerd en onderhouden.
9.2. Opdrachtgever mag Documentatie, zonder daarvoor een nadere vergoeding verschuldigd te zijn, verveelvoudigen, wijzigen en voor gebruik binnen zijn organisatie openbaar maken, mits daarop voorkomende aanduidingen van auteursrechten e.d. worden gehandhaafd.
Artikel 10. Vergunningen
10.1. Voor zover voor de uitvoering van de Overeenkomst krachtens enig nationaal of internationaal voorschrift een vergunning is vereist, is Wederpartij verantwoordelijk voor het verkrijgen en behouden van een dergelijke vergunning.
10.2. Wederpartij stelt Opdrachtgever onverwijld in kennis van alles wat naar zijn oordeel strijd met de vergunning oplevert of kan opleveren.
Artikel 11. Acceptatie
11.1. Opdrachtgever is niet gehouden tot enige betaling aan de Wederpartij alvorens Acceptatie heeft plaatsgevonden. Betalingen die voorafgaand aan Acceptatie worden verricht, vinden steeds plaats onder de opschortende voorwaarde van Acceptatie.
11.2. Opdrachtgever deelt binnen 14 dagen na Oplevering c.q. Aflevering aan Xxxxxxxxxxx mee of hij de Prestatie accepteert. Hij kan dat doen door een expliciet daarvoor bedoelde mededeling of door toezending van het testverslag als bedoeld in artikel 58.3 indien de Maatwerkprogramma- tuur daarin wordt goedgekeurd.
11.3. Acceptatie omvat de Documentatie.
11.4. Indien Opdrachtgever niet in staat is om binnen de in artikel 11.2 genoemde termijn aan Wederpartij mee te delen of hij de Prestatie accepteert, meldt hij dat voor afloop van die termijn aan Wederpartij onder opgaaf van redenen en van de termijn waarbinnen hij alsnog wel aan Wederpartij zal meedelen of hij de Prestatie accepteert.
11.5. Bij het uitblijven van enige mededeling als bedoeld in artikel 11.2 of 11.4 alsmede in het geval de aanvullende termijn voor Acceptatie, als bedoeld in artikel 11.4, zonder nader bericht van Opdrachtgever is verstreken, geldt de Prestatie als door Opdrachtgever geaccepteerd.
11.6. Indien Opdrachtgever de Xxxxxxxxx accepteert ondanks de geconstateerde aanwezigheid van een of meer Gebreken, stelt hij de Wederpartij daarvan bij de mededeling of in het testverslag bedoeld in artikel 11.2, in kennis. Wederpartij herstelt die Gebreken met in achtneming van het bepaalde in artikel 12.5.
Artikel 12. Garanties
12.1. Wederpartij garandeert dat hij alleen Personeel inzet dat beschikt over de overeengekomen dan wel voor het verrichten van de Prestatie benodigde vaardigheden en kwalificaties, rekening houdend met de aard van de te leveren Prestatie en de wijze waarop Wederpartij zich als deskundige heeft gepresenteerd. Hij garandeert tevens dat het door hem ingezette Personeel voldoet aan de eisen die dienaangaande aan een vergelijkbare dienstverlener als redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot mogen worden gesteld.
12.2. Wederpartij garandeert dat hij geen Personeel aan Opdrachtgever ter beschikking stelt of bij deze werkzaam laat zijn dat tevens werkzaam is voor derden indien dat Personeel daardoor in een belangenconflict kan komen.
12.3. Wederpartij garandeert voor de duur van twaalf maanden na Acceptatie, dat hij Gebreken voor zijn rekening herstelt. Indien Opdrachtgever een beroep wil doen op deze garantie, stelt hij Wederpartij daarvan schriftelijk en in spoedgevallen telefonisch op de hoogte.Wederpartij herstelt Gebreken onverwijld rekening houdend met de ernst en de aard daarvan. Herstel vindt waar nodig plaats in overleg met Opdrachtgever.
Indien Wederpartij aantoont dat sprake is van een Gebrek dat Opdrachtgever redelijkerwijs bij het uitvoeren van de Acceptatieprocedure had moeten constateren mag hij extra kosten die als gevolg daarvan met het herstel van dat Gebrek zijn gemoeid aan Opdrachtgever in rekening brengen.
12.4. Indien Wederpartij ter uitvoering van de garantie als bedoeld in artikel 12.3 een tijdelijke
oplossing aanbrengt, vergoedt hij schade die Opdrachtgever als gevolg daarvan lijdt. Artikel 26 is daarbij van overeenkomstige toepassing.
12.5. Wederpartij garandeert in aanvulling op artikel 12.3 dat hij Gebreken die Opdrachtgever tijdens de Acceptatieprocedure heeft geconstateerd, maar die voor hem geen reden vormden om niet tot Acceptatie over te gaan, met bekwame spoed na Acceptatie voor zijn rekening zal herstellen.
12.6. De in artikel 12.3 bedoelde garantie geldt niet voor zover Wederpartij aantoont dat een Gebrek is ontstaan als gevolg van een, zonder zijn toestemming, door Opdrachtgever of een door deze ingeschakelde derde in de Prestatie aangebrachte wijziging. De garantie geldt evenmin indien een Gebrek aantoonbaar het gevolg is van onjuist, onzorgvuldig of ondeskundig gebruik van de Prestatie door Opdrachtgever.
12.7. Wederpartij garandeert dat hij de Prestatie tot 5 jaar na datum van Acceptatie kan onderhouden, waarvan tenminste 3 jaar op de in de Bijzondere bepalingen Onderhoud bepaalde wijze.
Artikel 13. Ondersteuning en Onderhoud
13.1. Wederpartij maakt Opdrachtgever en diens Personeel op verzoek vertrouwd met het gebruik van de Prestatie. Indien Wederpartij tevens belast is geweest met de Implementatie van de Prestatie, wordt die ondersteuning in beginsel gegeven door Personeel dat daarbij betrokken is geweest.
13.2. Aard, omvang, duur en (indien van toepassing) kosten van de ondersteuning worden afzonder- lijk in de Overeenkomst vermeld.
13.3. Indien Opdrachtgever dat wenst onderhoudt Wederpartij de Prestatie met inachtneming van het bepaalde in artikel 12.7.
Artikel 14. Facturering, korting en Meerwerk
14.1. Wederpartij factureert op de in de Overeenkomst voorgeschreven wijze.
14.2. Wederpartij verzendt de factuur elektronisch zodat deze met inachtneming van de door Opdrachtgever gegeven specificaties elektronisch kan worden ontvangen en verwerkt.
14.3. Een overeengekomen korting op de Vergoeding of boete komt Opdrachtgever toe onverminderd diens andere rechten of vorderingen, waaronder begrepen, maar niet beperkt tot:
a. zijn vordering tot nakoming van de overeengekomen verplichting tot het verrichten van de Prestatie;
b. zijn recht op schadevergoeding en/of;
c. zijn recht op ontbinding.
14.4. Meerwerk wordt tijdig aan Opdrachtgever gemeld, steeds apart gefactureerd en komt niet voor vergoeding in aanmerking dan na instemming van Opdrachtgever.
Artikel 15. Betaling en controle
15.1. Opdrachtgever voldoet de door hem op basis van de Overeenkomst aan Wederpartij verschul- digde bedragen uiterlijk binnen 30 dagen na ontvangst van de factuur indien deze voldoet aan het bepaalde in artikel 14.1. De termijn van 30 dagen begint te lopen vanaf de datum van ontvangst van de factuur of wanneer dat moment later gelegen is vanaf de datum van Accepta- tie.
15.2. Indien Opdrachtgever een factuur zonder geldige reden niet binnen de in artikel 15.1 bedoelde termijn heeft voldaan, is hij van rechtswege de rente als bedoeld in artikel 6:119a Burgerlijk Wetboek over het openstaande bedrag verschuldigd. Wederpartij heeft geen recht op rentever- goeding, indien de desbetreffende factuur niet voldoet aan overeengekomen vereisten.
15.3. Opdrachtgever kan een door Wederpartij toegezonden factuur door een door hem aan te wijzen accountant als bedoeld in artikel 2:393 lid 1 Burgerlijk Wetboek op inhoudelijke juistheid laten controleren. Wederpartij verleent deze accountant inzage in boeken en bescheiden en verstrekt hem alle gegevens en informatie die hij verlangt. De controle is vertrouwelijk en strekt zich niet verder uit dan voor het verifiëren van de factuur is vereist. De accountant brengt zijn rapportage met bekwame spoed aan beide partijen uit. De kosten van het accountantsonderzoek komen voor rekening van Opdrachtgever, tenzij uit het onderzoek van de accountant blijkt dat de factuur niet juist of onvolledig is, in welk geval de kosten van het accountantsonderzoek voor rekening van Xxxxxxxxxxx komen.
15.4. Opdrachtgever kan de betaling van een factuur of het deel daarvan waarover tussen partijen geen overeenstemming bestaat opschorten gedurende de periode van het accountantsonder- zoek. Van deze bevoegdheid maakt Opdrachtgever uitsluitend gebruik, indien bij hem in redelijkheid twijfel kan bestaan over de juistheid van de desbetreffende factuur.
15.5. In geval van overschrijding van een betalingstermijn door Opdrachtgever of (gedeeltelijke) niet-betaling door Opdrachtgever van een factuur omdat deze van mening is dat de factuur
onjuist of de Prestatie ondeugdelijk is, doet Wederpartij afstand van enig recht om de werkzaam- heden op te schorten of te beëindigen.
Artikel 16. Voorschot
16.1. Indien Opdrachtgever ter uitvoering van de Overeenkomst een betaling verricht voor een Prestatie die nog niet is geaccepteerd, kan hij verlangen dat Wederpartij voorafgaand aan die betaling(en) een kredietinstellingsgarantie ‘op afroep’ aan hem afgeeft ter waarde van het (de) vooraf betaalde bedrag(en). Aan de kredietinstellingsgarantie zijn voor Opdrachtgever geen kosten verbonden. Wordt de Prestatie vanwege een toerekenbare tekortkoming aan de zijde van Wederpartij niet binnen de overeengekomen termijn geaccepteerd, dan is Wederpartij de wettelijke rente over het voorschot verschuldigd voor de tijd dat de tekortkoming voortduurt.
16.2. De kredietinstellingsgarantie ‘op afroep’ wordt afgegeven door een in het maatschappelijk verkeer betrouwbaar geachte instelling als aangewezen in het kader van de uitvoeringsregelge- ving op basis van artikel 37 Comptabiliteitswet 2001, overeenkomstig het bij de Overeenkomst gevoegde model. Na finale Acceptatie ontvangt Wederpartij het document waarin de garantie is vastgelegd, terug.
Artikel 17. Geheimhouding
17.1. Partijen maken hetgeen hen bij de uitvoering van de Overeenkomst ter kennis komt, en waarvan zij het vertrouwelijke karakter kennen of redelijkerwijs kunnen vermoeden, op geen enkele wijze verder bekend behalve voorzover enig wettelijk voorschrift of uitspraak van de rechter hen tot bekendmaking daarvan verplicht. Met een uitspraak van de rechter wordt in dit verband gelijk gesteld een uitspraak van een instantie die ingevolge artikel 37.1 bevoegd is om het geschil te beslechten indien partijen een andere vorm van geschillenbeslechting zijn overeengekomen.
17.2. Partijen verplichten hun Personeel om de geheimhoudingsverplichting opgenomen in artikel
17.1 na te komen.
17.3. Wederpartij verleent op verzoek van Opdrachtgever haar medewerking aan het uitoefenen van toezicht door of namens Opdrachtgever op de bewaring en het gebruik van vertrouwelijke informatie door Wederpartij.
17.4. Wederpartij stelt alle gegevens die zij in het kader van de uitvoering van de Overeenkomst onder zich heeft, inclusief eventueel daarvan gemaakte kopieën, op diens eerste verzoek aan Opdracht- gever ter beschikking.
17.5. Beide partijen geven geen persberichten uit en doen geen andere openbare mededelingen met betrekking tot de onderhavige opdracht dan na voorafgaande toestemming van de andere partij. Toestemming is niet nodig, indien de verstrekking van informatie berust op een wettelijke verplichting.
17.6. De partij die de in artikel 17.1 opgenomen geheimhoudingsverplichting schendt, is aan de andere partij een onmiddellijk opeisbare boete verschuldigd van € 50.000,– per overtreding.
Artikel 18. Verwerking persoonsgegevens
18.1. Voor zover Wederpartij in het kader van de uitvoering van de Overeenkomst persoonsgegevens voor Opdrachtgever verwerkt, wordt Wederpartij als bewerker in de zin van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) aangemerkt en geldt de Overeenkomst tevens als overeenkomst in de zin van artikel 14 lid 2 Wbp. Wederpartij is niet gerechtigd om op enig moment de persoonsge- gevens die zij ter beschikking krijgt op enigerlei wijze geheel of gedeeltelijk anders te (doen) gebruiken dan voor de uitvoering van de Overeenkomst een en ander behoudens afwijkende wettelijke verplichtingen.
18.2. Wederpartij zal in het in artikel 18.1 bedoelde geval passende technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen treffen om de persoonsgegevens te beveiligen tegen verlies of tegen enige vorm van onrechtmatige verwerking. Deze maatregelen garanderen, rekening houdend met de stand van de techniek en de kosten van de tenuitvoerlegging daarvan, een passend beveiligingsniveau gelet op de risico’s die de verwerking en de aard van de te beschermen gegevens meebrengen. De maatregelen zijn er mede op gericht onnodige verzameling en verdere verwerking van persoonsgegevens te voorkomen. Wederpartij legt de maatregelen schriftelijk vast.
18.3. Wederpartij verwerkt persoonsgegevens, als gedefinieerd in artikel 1 Wbp, op behoorlijke en zorgvuldige wijze en in overeenstemming met de toepasselijke wet- en regelgeving alsmede een eventueel toepasselijke gedragscode van Opdrachtgever. Het voorgaande geldt onverkort ook voor grensoverschrijdende verzending en/of distributie en/of verstrekking van persoonsgege- vens naar niet EU-landen.
18.4. Wederpartij verleent Opdrachtgever haar volledige medewerking om betrokkenen in de zin van artikel 1 onder f Wbp (i) inzage in hun persoonsgegevens te laten krijgen, (ii) persoonsgegevens te laten verwijderen of te corrigeren, en/of (iii) aan te laten tonen dat persoonsgegevens verwijderd of gecorrigeerd zijn indien zij incorrect zijn of, indien Opdrachtgever het standpunt van betrokkene bestrijdt, vast te leggen dat betrokkene zijn persoonsgegevens als incorrect beschouwt.
Artikel 19. Beveiligingsprocedures en huisregels
19.1. Voor zover de Prestatie bij Opdrachtgever wordt verricht draagt Wederpartij haar Personeel op de door Opdrachtgever aangegeven beveiligingsprocedures en huisregels in acht te nemen.
19.2. Opdrachtgever kan vorderen dat van Personeel van Wederpartij uiterlijk drie Werkdagen voor aanvang van de werkzaamheden bij Opdrachtgever verklaringen omtrent het gedrag worden overgelegd.
19.3. 1Opdrachtgever kan het Personeel van Wederpartij dat voor de uitvoering van de Overeenkomst is of wordt ingeschakeld, aan een veiligheidsonderzoek, overeenkomstig de bij Opdrachtgever gebruikelijke regels, (doen) onderwerpen. Wederpartij verleent aan dat onderzoek zijn volledige medewerking. Opdrachtgever kan op grond van de uitkomsten daarvan de inzet van het betrokken personeelslid bij de uitvoering van de Overeenkomst weigeren.
19.4. Wederpartij meldt de komst van zijn Personeel op een locatie van Opdrachtgever tijdig bij de contactpersoon van Opdrachtgever. Wederpartij zorgt ervoor dat zijn Personeel zich op verzoek van Opdrachtgever kan legitimeren en kan aantonen dat zij voor of namens haar werkzaam is. Opdrachtgever mag een ieder de toegang tot een van zijn locaties weigeren.
19.5. Indien een persoon die behoorde of behoort tot het Personeel van Wederpartij en in die hoedanigheid locaties van Opdrachtgever bezoekt, om wat voor reden ook niet meer voor Wederpartij werkzaam is respectievelijk zal zijn, meldt Wederpartij dat onverwijld aan de contactpersoon van Opdrachtgever.
Artikel 20. Arbeidsomstandigheden
20.1. Xxxxxxxxx werkzaamheden bij Opdrachtgever worden uitgevoerd, zorgt Opdrachtgever voor een adequate en veilige werkplek.
20.2. Wederpartij draagt er zorg voor dat zijn Personeel tijdig bekend is met bij Opdrachtgever geldende voorschriften inzake arbeidsomstandigheden en stelt Opdrachtgever met bekwame spoed op de hoogte indien hem blijkt van omstandigheden die een inbreuk op die voorschriften (kunnen) maken.
Artikel 21. Melding in publicaties en/of reclame-uitingen
Wederpartij maakt in publicaties (waaronder begrepen persberichten) of reclame-uitingen impliciet noch expliciet melding van de Prestatie en gebruikt de naam van Opdrachtgever niet als referentie, dan na toestemming van Opdrachtgever.
Artikel 22. Vervanging Personeel van Wederpartij
22.1. Wederpartij vervangt Personeel alleen met voorafgaande toestemming van Opdrachtgever. Opdrachtgever weigert zijn toestemming niet op onredelijke gronden en kan daaraan voorwaar- den verbinden.
22.2. Opdrachtgever kan vervanging verlangen van Personeel, indien hij de inzet daarvan om redenen in de persoon gelegen niet langer wenselijk acht.
22.3. Bij vervanging van Personeel brengt Wederpartij geen daarmee verband houdende kosten aan Opdrachtgever in rekening, tenzij Wederpartij aantoont dat het verzoek tot vervanging geen redelijke grondslag had.
22.4. Bij vervanging van Personeel stelt Wederpartij tegen hetzelfde tarief Personeel beschikbaar dat qua deskundigheid, opleiding en ervaring ten minste gelijkwaardig is aan het oorspronkelijk ingezette Personeel.
Artikel 23. Onderaanneming
23.1. Bij het uitvoeren van de Overeenkomst mag Wederpartij alleen met voorafgaande toestemming van Opdrachtgever gebruik maken van de diensten van derden. Deze toestemming, waaraan door Opdrachtgever nadere voorwaarden kunnen worden verbonden, wordt niet zonder redelijke grond geweigerd.
23.2. Toestemming van Opdrachtgever laat de eigen verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid van Wederpartij voor de nakoming van de krachtens de Overeenkomst op hem rustende verplichtin- gen en de krachtens de belasting-, zorgverzekerings- en sociale verzekeringswetgeving op hem als werkgever rustende verplichtingen, onverlet.
Artikel 24. Overdracht rechten en verplichtingen
Partijen dragen uit de Overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen, niet zonder toestem- ming van de andere partij aan een derde over. Deze toestemming, waaraan voorwaarden kunnen worden verbonden, wordt niet zonder redelijke grond geweigerd.
Artikel 25. Dreigende vertraging
25.1. Indien de uitvoering van de Prestatie vertraging dreigt te ondervinden, deelt Wederpartij dat onmiddellijk aan Opdrachtgever mee onder vermelding van de oorzaak en consequenties daarvan. Tevens stelt Wederpartij Opdrachtgever daarbij maatregelen voor om (verdere) vertraging te voorkomen.
25.2. Zo spoedig mogelijk na ontvangst van de in artikel 25.1 bedoelde mededeling, bericht Opdracht- gever aan Wederpartij of hij al dan niet instemt met de voorgestelde maatregelen. Instemming betekent niet dat Opdrachtgever de oorzaak van de dreigende vertraging erkent en laat zijn rechten jegens de Wederpartij onverlet.
Artikel 26. Aansprakelijkheid
26.1. Indien een partij tekortschiet in de nakoming van een overeengekomen verplichting, kan de andere partij haar in gebreke stellen waarbij de nalatige partij alsnog een redelijke termijn voor de nakoming wordt gegund. Blijft nakoming ook dan uit dan is de nalatige partij in verzuim. Ingebrekestelling is niet nodig wanneer voor de nakoming een Fatale termijn geldt of indien uit een mededeling van de andere partij moet worden afgeleid dat deze in de nakoming van haar verplichting zal tekortschieten. De partij die toerekenbaar tekortschiet in de nakoming van haar verplichtingen, is tegenover de andere partij aansprakelijk voor de door deze geleden en/of te lijden schade.
26.2. De in artikel 26.1 bedoelde aansprakelijkheid voor persoons- en zaakschade en daaruit voort- vloeiende schade, is beperkt tot een bedrag van EURO 1.250.000,– per aanspraak Samenhan- gende aanspraken worden daarbij aangemerkt als één aanspraak.
26.3. De in artikel 26.1 bedoelde aansprakelijkheid voor schade anders dan die bedoeld in artikel 26.2 is beperkt tot een bedrag van ten hoogste 4 maal de hoogte van de Vergoeding per aanspraak. Samenhangende aanspraken worden daarbij aangemerkt als één aanspraak.
26.4. De in artikel 26.2 en artikel 26.3 opgenomen beperkingen van aansprakelijkheid komen te vervallen:
x. xxxxxxx van aanspraken van derden op schadevergoeding ten gevolge van dood of letsel en/of;
b. indien sprake is van opzet of grove schuld aan de zijde van de andere partij of diens Personeel en/of;
c. in geval van schending van intellectuele eigendomsrechten als bedoeld in artikel 8.
26.5. Alle verplichtingen, ook die krachtens de belasting-, zorgverzekerings- en sociale verzekerings- wetgeving met betrekking tot Personeel van Wederpartij, komen ten laste van Wederpartij. Wederpartij vrijwaart Opdrachtgever tegen elke aansprakelijkheid die daarmee verband houdt.
Artikel 27. Overmacht
27.1. Een tekortkoming in de nakoming van de Overeenkomst die niet te wijten is aan schuld van een partij en evenmin krachtens, wet, rechtshandeling of in het maatschappelijk rechtsverkeer geldende opvatting voor haar rekening komt levert overmacht op.
27.2. Onder overmacht aan de zijde van Wederpartij wordt in ieder geval niet verstaan: gebrek aan personeel, stakingen, ziekte van Personeel, verlate aanlevering of ongeschiktheid van voor het verrichten van de Prestatie benodigde goederen dan wel liquiditeits- of solvabiliteitsproblemen.
27.3. Indien Wederpartij terzake van een tekortkoming als bedoeld in artikel 27.1 aanspraak kan maken op enig voordeel dat hij bij behoorlijke nakoming daarvan niet zou hebben gehad, vergoedt Wederpartij de door Opdrachtgever als gevolg van die tekortkoming geleden schade tot maximaal de waarde van het in de vorige volzin bedoelde voordeel. Het bepaalde in artikel 26 leden 2 en 3 is daarbij van toepassing.
Artikel 28. Gebreken in de samenwerking met andere programmatuur of apparatuur
28.1. Wederpartij neemt op verzoek van Opdrachtgever deel aan overleg met door Opdrachtgever aangewezen andere wederpartijen en/of leveranciers van Opdrachtgever indien op enig moment blijkt dat de Prestatie niet goed functioneert in samenhang met andere bij Opdrachtgever in gebruik zijnde of te nemen programmatuur en/of producten.
28.2. Het overleg, bedoeld in artikel 28.1 is gericht op het achterhalen van de oorzaak van het onvoldoende in samenhang functioneren en het zo mogelijk vinden van een oplossing daarvoor. Aan het overleg en uitwerken van een oplossing verbonden redelijke kosten komen voor rekening van Opdrachtgever, tenzij het onvoldoende in samenhang functioneren toerekenbaar blijkt aan Wederpartij.
Artikel 29. Verzekering
29.1. Wederpartij heeft zich op een naar verkeersnormen passende en gebruikelijke wijze verzekerd en houdt zich zodanig verzekerd tegen wettelijke aansprakelijkheid.
29.2. De verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid biedt dekking voor ten minste EURO 1.250.000 per aanspraak, met een minimale jaarlijkse uitkering van 200% van dit bedrag.
29.3. Wederpartij overlegt op verzoek onverwijld bewijs van premiebetaling aan Opdrachtgever waarbij Wederpartij, behoudens in het geval wettelijke verplichtingen daaraan in de weg staan, mededeling doet van eerdere claims onder dezelfde polis in het lopende verzekeringsjaar.
29.4. Wederpartij zegt een verzekering als bedoeld in artikel 29.1 voor de duur van de Overeenkomst niet op zonder voorafgaande toestemming van Opdrachtgever. Evenmin wijzigt Wederpartij de voorwaarden waaronder deze verzekering werd aangegaan uit eigen beweging ten nadele van Opdrachtgever.
29.5. Indien Opdrachtgever Wederpartij aansprakelijk heeft gesteld uit hoofde van de Overeenkomst dient Wederpartij op verzoek van Opdrachtgever daarmee verband houdende aanspraken terzake van een uitkering van verzekeringspenningen uit hoofde van de verzekering als bedoeld in artikel 29.1, onverwijld aan Opdrachtgever te cederen. Wederpartij machtigt Opdrachtgever door het aangaan van de Overeenkomst onherroepelijk om de akte van xxxxxx alsdan in haar naam te ondertekenen en aan verzekeraar mee te delen. Wederpartij deelt deze cessie in dat geval ook zelf onverwijld aan verzekeraar mee.
Artikel 30. Ontbinding en opzegging
30.1. Onverminderd hetgeen overigens in de Overeenkomst is vastgelegd, kan elk van de partijen de Overeenkomst door middel van een aangetekend schrijven buiten rechte geheel of gedeeltelijk ontbinden indien de andere partij in verzuim is dan wel nakoming blijvend of tijdelijk onmogelijk is.
30.2. In geval van overmacht gaan partijen niet eerder tot ontbinding over dan na het verstrijken van een termijn van 15 Werkdagen na het intreden van de tekortkoming.
30.3. Opdrachtgever kan zonder voorafgaande aanmaning of ingebrekestelling met onmiddellijke ingang buiten rechte de Overeenkomst door middel van een aangetekend schrijven ontbinden, indien Wederpartij (voorlopige) surseance van betaling aanvraagt, Wederpartij zijn faillissement aanvraagt of in staat van faillissement wordt verklaard, de onderneming van Wederpartij wordt ontbonden, Wederpartij zijn onderneming staakt, sprake is van een ingrijpende wijziging in de zeggenschap over de activiteiten van de onderneming van Wederpartij, op een aanmerkelijk deel van het vermogen van Wederpartij beslag wordt gelegdof Wederpartij anderszins niet langer in staat moet worden geacht de verplichtingen uit de Overeenkomst na te komen. Deze bevoegdheid geldt ook indien zich gedurende de looptijd van de Overeenkomst ten aanzien van Wederpartij uitsluitingsgronden voordoen als bedoeld in artikel 45 van het Besluit aanbeste- dingsregels voor overheidsopdrachten.
30.4. Opdrachtgever kan de Overeenkomst ook op de in artikel 30.3 aangegeven wijze ontbinden indien hij op goede gronden aanneemt dat de rechter op een daartoe strekkende vordering op grond van de Wira de overeenkomst zal vernietigen.
Wederpartij heeft alsdan aanspraak op vergoeding van in redelijkheid voor de uitvoering van de Overeenkomst gemaakte kosten en in verband daarmee in redelijkheid voor de toekomst reeds aangegane verplichtingen. Indien Opdrachtgever echter aantoont dat de onrechtmatigheid (mede) aan Wederpartij toerekenbaar is, komt Wederpartij geen vergoeding toe.
30.5. Indien Opdrachtgever met Wederpartij twee of meer samenhangende Overeenkomsten heeft gesloten, mag Opdrachtgever in de gevallen bedoeld in artikel 30.1 en 30.3 ook de andere Overeenkomst(en) op de aangegeven wijze ontbinden. Van samenhang als hiervoor bedoeld, moet blijken uit de (bijbehorende) Overeenkomsten.
30.6. Indien sprake is van een Opdracht kan Opdrachtgever deze door middel van een aangetekend schrijven opzeggen eventueel ook met onmiddellijke ingang. Tussen Opdrachtgever en Opdrachtnemer vindt in dat geval afrekening plaats op basis van de door Opdrachtnemer ter uitvoering van de Overeenkomst ten tijde van de opzegging reeds verrichte werkzaamheden, in redelijkheid gemaakte kosten en in redelijkheid voor de toekomst reeds aangegane verplichtin- gen. Opdrachtgever is niet verplicht Opdrachtnemer op enig andere wijze schadeloos te stellen voor de gevolgen van de opzegging van de Overeenkomst.
Artikel 31. Behoud recht om nakoming te vorderen
Het nalaten door één van de partijen om binnen een in de Overeenkomst genoemde termijn nakoming van enige bepaling daaruit te verlangen, tast het recht om daarvan alsnog nakoming te verlangen niet aan, tenzij de desbetreffende partij schriftelijk uitdrukkelijk met de niet-nakoming heeft ingestemd.
Artikel 32. Exitclausule
32.1. Indien de Overeenkomst om welke reden ook (tussentijds) eindigt, doet Wederpartij op eerste verzoek van Opdrachtgever datgene wat redelijkerwijs noodzakelijk is om er voor te zorgen dat een nieuwe Wederpartij of Opdrachtgever zelf zonder belemmeringen de uitvoering van de Overeenkomst kan overnemen en/of een soortgelijke Prestatie ten behoeve van Opdrachtgever kan verrichten. Tevens retourneert Wederpartij aan Opdrachtgever onverwijld alle haar door Opdrachtgever ter hand gestelde documenten, boeken, bescheiden en andere goederen (waaronder begrepen gegevens- en informatiedragers).
32.2. Anders dan in geval van ontbinding van de Overeenkomst krachtens het bepaalde in artikel 30 leden 1 of 3 verricht Wederpartij de in artikel 32.1 bedoelde diensten tegen de in de Overeen- komst bepaalde tarieven en condities of bij gebreke daarvan tegen de in het algemeen door Wederpartij gehanteerde tarieven en nader overeen te komen condities. De in artikel 32.1 bedoelde diensten worden eveneens kosteloos verricht indien het bepaalde in de laatste volzin van artikel 30.4 van toepassing is.
Artikel 33. Overname van personeel, omkoping en belangenverstrengeling
33.1. Partijen nemen zonder toestemming van de ander, tijdens de uitvoering van de Overeenkomst en binnen één jaar na beëindiging daarvan, geen Personeel van elkaar in dienst noch zullen zij met dat personeel over indiensttreding onderhandelen. Deze toestemming wordt niet zonder redelijke grond geweigerd.
33.2. Partijen bieden elkaar noch derden aan - noch vragen zij, accepteren zij of krijgen zij van elkaar of derden, voor xxxxxxx of enige andere partij - enige schenking, beloning, compensatie of (ander) voordeel van welke aard ook, dat uitgelegd kan worden als een onwettige praktijk. Opdrachtgever kan de Overeenkomst bij het constateren van een dergelijke praktijk geheel of gedeeltelijk ontbinden.
33.3. Indien blijkt dat Personeel van Opdrachtgever een al dan niet betaalde nevenfunctie bij Wederpartij vervult of ten tijde van de onderhandelingen over de totstandkoming van de Overeenkomst heeft vervuld, zonder dat Opdrachtgever daarover vóór het sluiten van de Overeenkomst door Wederpartij is ingelicht, kan Opdrachtgever de Overeenkomst zonder ingebrekestelling met onmiddellijke ingang buiten rechte ontbinden zonder tot enige schadever- goeding te zijn gehouden en onverminderd enig recht van Opdrachtgever op schadevergoeding.
33.4. Wederpartij betrekt geen personen, anders dan met voorafgaande toestemming van Opdracht- gever, bij de uitvoering van de Overeenkomst die binnen een periode van twee jaar voorafgaand aan de werkzaamheden bij Opdrachtgever in dienst zijn geweest.
Artikel 34. Voortdurende verplichtingen
Beëindiging van de Overeenkomst ontslaat partijen niet van verplichtingen daaruit die naar hun aard doorlopen. Tot deze verplichtingen behoren in ieder geval: vrijwaring voor schending van intellectuele eigendomsrechten, garanties, aansprakelijkheid, geheimhouding, geschillen en toepasselijk recht.
Artikel 35. Vervolgopdracht
Wederpartij kan aan de Overeenkomst geen recht ontlenen tot het verkrijgen van een vervolgopdracht.
Artikel 36. Nietige bepalingen
Indien één of meer bepalingen van de Overeenkomst nietig blijken te zijn of door de rechter vernietigd worden, blijven de overige bepalingen van de Overeenkomst zoveel mogelijk onverkort van kracht.
Partijen voeren over de nietige bepalingen overleg teneinde zo mogelijk een vervangende regeling te treffen. Doel en strekking van de Overeenkomst worden daarbij niet aangetast.
Artikel 37. Geschillen en toepasselijk recht
37.1. Ieder geschil tussen partijen terzake van de Overeenkomst wordt bij uitsluiting voorgelegd aan de daartoe bevoegde rechter in het arrondissement Den Haag, tenzij partijen alsnog een andere vorm van geschilbeslechting overeenkomen.
37.2. Op de Overeenkomst is Nederlands recht van toepassing met uitdrukkelijke uitsluiting van regels van internationaal privaatrecht waaronder het Weens Koopverdrag.
Algemene Rijksvoorwaarden Bij IT-Overeenkomsten (Arbit)
Bijzondere bepalingen koop
Deze bepalingen zijn steeds samen met de Algemene bepalingen van de ARBIT van toepassing bij de koop van IT-Producten (verder aan te duiden als Producten) zoals computers, laptops en servers.
Artikel 38. Installatie
38.1. Indien de aard en/of omvang van de Prestatie daartoe aanleiding geeft kan Leverancier de plaats van Installatie van het Product voorafgaand aan de Aflevering inspecteren.
38.2. Indien Leverancier de plaats van Installatie ongeschikt bevindt, deelt hij dat zo spoedig mogelijk aan Opdrachtgever mee. Vervolgens zullen Opdrachtgever en Leverancier in onderling overleg een geschikte plaats van Installatie bepalen.
Artikel 39. Garanties
In aanvulling op artikel 12 garandeert Leverancier dat:
a. het Product bij Aflevering is samengesteld uit nieuwe onderdelen;
b. het Product hem ten tijde van de Aflevering in volledige eigendom toebehoort, daarop geen eigendomsvoorbehoud, beperkt recht of beslag van een derde rust en vrij is van andere lasten en beperkingen.
Artikel 40. Bijzondere informatieverplichting
Leverancier informeert Opdrachtgever gedurende tenminste 3 jaar na het sluiten van de Overeen- komst uit eigen beweging over mogelijkheden tot verbetering van de werking van het Product.
Artikel 41. Modificaties van Producten
Indien de fabrikant van een Product een modificatie daarvan voorschrijft, zorgt Leverancier ervoor dat die modificatie zo spoedig mogelijk kosteloos hetzij door hemzelf hetzij door de fabrikant van het Product wordt uitgevoerd.
Algemene Rijksvoorwaarden Bij IT-Overeenkomsten (Arbit)
Bijzondere Bepalingen Gebruiksrechten
De bepalingen van dit bijzondere deel zijn steeds samen met de Algemene bepalingen van de ARBIT van toepassing indien Opdrachtgever Gebruiksrechten verwerft.
Artikel 42. Aanvullende begripsbepalingen
In dit bijzondere deel van de ARBIT wordt, in aanvulling op artikel 1, onder de navolgende begrippen indien met een beginhoofdletter gebruikt, verstaan:
42.1. Escrow: het deponeren van (een kopie van) de Broncode bij een onafhankelijke derde opdat Opdrachtgever deze, bij het in vervulling gaan van een of meer in de Escrow-overeenkomst bepaalde voorwaarden, eigenmachtig kan (laten) gebruiken voor het herstellen van fouten en anderszins onderhouden en beheren van de Standaardprogrammatuur.
42.2. Installatiekopie: een gegevensdrager met daarop de Standaardprogrammatuur waarvoor het Gebruiksrecht wordt verleend.
42.3. Rechthebbende: degene bij wie het intellectueel eigendomsrecht op de Standaardprogramma- tuur berust.
Artikel 43. Aard en inhoud van het Gebruiksrecht
43.1. Leverancier verleent aan Opdrachtgever met inachtneming van de Voorwaarden, een eeuwigdu- rend en onherroepelijk Gebruiksrecht op de Standaardprogrammatuur alsmede op Nieuwe versies indien Opdrachtgever is gerechtigd tot de ontvangst daarvan. Het Gebruiksrecht omvat geen overdracht door Leverancier aan Opdrachtgever van octrooi-, auteurs- of merkenrechten op de betreffende Standaardprogrammatuur.
43.2. In het Gebruiksrecht is, zonder dat Opdrachtgever daarvoor enige additionele vergoeding verschuldigd is, in ieder geval begrepen:
a. het recht om alle voor Opdrachtgever toegankelijke functionaliteiten van de Standaardpro- grammatuur te gebruiken ook als die niet in de Documentatie staan vermeld;
b. het recht om kopieën van de Standaardprogrammatuur te vervaardigen, op te slaan,
regelmatig te testen en ‘hot standby’ te houden voor het geval van een calamiteit;
c. het recht om de Standaardprogrammatuur voor test- en ontwikkeldoeleinden te gebruiken;
d. het recht om de Standaardprogrammatuur zonder enige beperking of begrenzing met betrekking tot plek, apparatuur, tijdsduur of anderszins te gebruiken waaronder begrepen het gebruik daarvan door derden ten behoeve van Opdrachtgever.
43.3. Opdrachtgever mag kopieën van de Standaardprogrammatuur vervaardigen en in gebruik nemen zo vaak hij dat voor zijn bedrijfsvoering nodig oordeelt. Als hij daartoe overgaat en om die reden een additionele betaling aan Leverancier verschuldigd is, deelt hij dat Leverancier met bekwame spoed mee. Opdrachtgever verwijdert geen aanduidingen van eigendoms- en auteursrechten bij het verveelvoudigen van Standaardprogrammatuur.
43.4. Tot het moment van Acceptatie van de Standaardprogrammatuur verkrijgt Opdrachtgever van Leverancier een niet-exclusief recht tot het gebruik daarvan voor installatie- en testdoeleinden.
43.5. Indien Leverancier Gebreken in de Standaardprogrammatuur alleen herstelt door middel van het uitbrengen van Patches of Verbeterde versies, heeft Opdrachtgever gedurende de garantieter- mijn van artikel 12.3, ook al is hij met Leverancier geen Onderhoud overeengekomen, recht op de kosteloze ontvangst en het gebruik daarvan.
Artikel 44. Garanties
In aanvulling op artikel 12 garandeert Leverancier dat:
a. de Standaardprogrammatuur geen technische voorzieningen, functies of andere vreemde elementen bevat die op enig moment, al dan niet tijdelijk, aan het Overeengekomen gebruik in de weg (kunnen) staan;
b. indien hij niet de Rechthebbende van de Standaardprogrammatuur is, hij door Rechthebbende is gemachtigd om namens deze Gebruiksrechten aan derden te verschaffen. Leverancier verstrekt Opdrachtgever op verzoek een kopie van die machtiging.
Artikel 45. Verstrekken van een Installatiekopie
45.1. Leverancier verstrekt Opdrachtgever zo mogelijk een Installatiekopie, of stelt deze in de gelegenheid die zelf te maken. De prijs daarvan is in de Vergoeding begrepen.
45.2. Indien Opdrachtgever recht heeft op de ontvangst van Nieuwe versies, geldt het bepaalde in artikel 45.1 ook ten aanzien daarvan.
45.3. Indien de Installatiekopie in het ongerede is geraakt of zodanig beschadigd dat het Overeenge- komen gebruik niet meer mogelijk is, verstrekt Leverancier Opdrachtgever op verzoek met bekwame spoed een nieuwe Installatiekopie van de oorspronkelijk geleverde versie alsmede van door Opdrachtgever in gebruik genomen Verbeterde en Nieuwe Versies daarvan of stelt hij Opdrachtgever in de gelegenheid die zelf te maken. Leverancier kan daarbij, voorzover van toepassing, alleen aanspraak maken op vergoeding van de kostprijs van de materialen van de Installatiekopie.
Artikel 46. Omzetting in andere Gebruiksrechten
46.1. Indien Leverancier het aan Opdrachtgever verleende Gebruiksrecht op enig moment wil omzetten in een ander gebruiksrecht ten aanzien van de Standaardprogrammatuur treedt hij daarover, alsmede over de daarbij te hanteren omwisselverhouding, vooraf in overleg met Opdrachtgever. Aan een dergelijke omzetting zijn voor Opdrachtgever geen nadelige gevolgen van welke aard ook, verbonden.
46.2. Indien partijen bij het overleg bedoeld in artikel 46.1 geen overeenstemming bereiken, mag Opdrachtgever zijn Gebruiksrecht onverkort blijven uitoefenen.
Artikel 47. Escrow
47.1. Opdrachtgever heeft er te allen tijde aanspraak op dat Leverancier in Escrow voorziet, ook indien dat aanvankelijk niet is overeengekomen.
47.2. Escrow omvat alle niet openbaargemaakte informatie die Opdrachtgever redelijkerwijs nodig heeft voor foutherstel, onderhoud en beheer van de Standaardprogrammatuur zodat hij daarvan het Overeengekomen gebruik kan blijven maken. Escrow voldoet aan hetgeen dienaangaande ten tijde van het afsluiten daarvan op de Nederlandse markt gebruikelijk is.
47.3. Indien Escrow onderdeel van de Overeenkomst uitmaakt legt Leverancier aan Opdrachtgever bewijs over waaruit blijkt dat de Xxxxxx voldoet aan hetgeen dienaangaande in de Overeen- komst is bepaald of zorgt Leverancier met bekwame spoed voor het treffen van een dergelijke voorziening.
47.4. Indien Escrow geen onderdeel uitmaakt van de Overeenkomst heeft Opdrachtgever ook nadien het recht te verlangen dat een dergelijke regeling alsnog wordt aangegaan c.q. mag hij te allen tijde aansluiten bij een overeenkomst van Escrow als bedoeld in artikel 47.2. Daaraan verbonden
redelijke kosten, zijn voor rekening van Opdrachtgever.
Algemene Rijksvoorwaarden bij IT-overeenkomsten (ARBIT)
Bijzondere bepalingen opdrachten
De bepalingen van dit bijzondere deel zijn steeds samen met de Algemene bepalingen van de ARBIT van toepassing indien Leverancier ten behoeve van Opdrachtgever diensten verricht zoals adviesdien- sten, ontwikkeling van Maatwerkprogrammatuur, leiding geven aan IT-projecten, het verzorgen van het beheer en de exploitatie van een IT-infrastructuur, netwerk- en werkplekdiensten of Detachering.
Opdrachten algemeen
Artikel 48. Aanvullende begripsbepalingen
In dit bijzondere deel van de ARBIT wordt, in aanvulling op artikel 1, onder de navolgende begrippen, indien met een beginhoofdletter gebruikt, verstaan:
48.1. Detachering: het door Opdrachtnemer aan Opdrachtgever ter beschikking stellen van Personeel om onder leiding en toezicht van Opdrachtgever, werkzaamheden te verrichten.
48.2. Maatwerkprogrammatuur: specifiek ten behoeve van Opdrachtgever te ontwikkelen of ontwik- kelde Programmatuur dan wel aanpassingen in Standaardprogrammatuur specifiek ten behoeve van Opdrachtgever.
Artikel 49. Plaats en tijden werkzaamheden
De werkzaamheden worden verricht op de in de Overeenkomst bepaalde tijd en plaats. Opdrachtgever kan de plaats waar de werkzaamheden worden verricht wijzigen, mits hij dat uiterlijk 3 Werkdagen voor ingang van de wijziging aan Opdrachtnemer kenbaar maakt. Indien de wijziging aantoonbaar leidt tot hogere kosten voor Opdrachtnemer, vergoedt Opdrachtgever die kosten. In het tegenoverge- stelde geval heeft Opdrachtgever recht op een daarmee overeenstemmende verlaging van de Vergoeding.
Artikel 50. Inzet specifiek Personeel
Indien Opdrachtgever de Overeenkomst is aangegaan met het oog op de uitvoering daarvan door een of meer specifieke personen, zorgt Opdrachtnemer ervoor dat die personen ook inderdaad met de uitvoering belast worden en blijven.
Artikel 51. Voortgangsrapportage en werkoverleg
51.1. Opdrachtnemer rapporteert aan Opdrachtgever over het verloop van zijn werkzaamheden op de in de Overeenkomst bepaalde wijze. Hij geeft daarbij inzicht in het verloop en de stand van zijn werkzaamheden, het tot dan toe aan de Opdracht bestede aantal uren en andere voor de uitvoering daarvan relevante aspecten.
51.2. Partijen overleggen zo vaak als een van hen dat nodig oordeelt over de voortgang van de werkzaamheden.
Artikel 52. Beroepsaansprakelijkheidsverzekering
Onverkort het bepaalde in artikel 29 heeft Opdrachtnemer zich op een naar verkeersnormen passende en, rekening houdend met de aard en omvang van de Opdracht, gebruikelijke wijze verzekerd en houdt hij zich zodanig verzekerd tegen beroepsaansprakelijkheid.
Specifieke opdrachten
Adviesdiensten
Artikel 53. Dagelijkse leiding en toezicht
De dagelijkse leiding van en het toezicht op de uitvoering van de Opdracht berusten bij Opdrachtne- mer.
Artikel 54. Projectleiders
Partijen kunnen (ieder) een projectleider benoemen wiens bevoegdheden, taken en verantwoordelijk- heden in de Overeenkomst worden geregeld.
Artikel 55. Projectfasering
In geval van fasering van het project worden de verschillende projectfasen in de Overeenkomst benoemd. Daarbij wordt vermeld uit welke werkzaamheden de afzonderlijke fasen bestaan, voor welke werkzaamheden Fatale termijnen gelden, tot welke uitkomst ze moeten leiden en wanneer en hoe ze worden afgesloten.
Ontwikkeling Maatwerkprogrammatuur
Artikel 56. Leiding en toezicht, benoeming projectleiders en projectfasering
Bij ontwikkeling van Maatwerkprogrammatuur zijn artikel 53 tot en met artikel 55 van overeenkom- stige toepassing.
Artikel 57 Oplevering Maatwerkprogrammatuur
De Opdracht tot ontwikkeling van Maatwerkprogrammatuur omvat de Oplevering daarvan. Oplevering vindt plaats in Bron- en Objectcode.
Artikel 58. Acceptatieprocedure Maatwerkprogrammatuur
58.1. Onverminderd het bepaalde in artikel 11 vindt Acceptatie van Maatwerkprogrammatuur als volgt plaats.
58.2. Opdrachtnemer stelt Opdrachtgever tijdig op de hoogte van de Oplevering van de Maatwerkpro- grammatuur.
58.3. Indien Opdrachtgever een acceptatietest (laat) verricht(en), stelt hij zo spoedig mogelijk een testverslag op en zendt hij dat ondertekend aan Opdrachtnemer. In het testverslag worden geconstateerde Xxxxxxxx vastgelegd alsook of Opdrachtgever de Maatwerkprogrammatuur goed- of afkeurt.
58.4. Indien Opdrachtgever de Maatwerkprogrammatuur goedkeurt, geldt de datum van onderteke- ning van het testverslag als datum van Acceptatie.
58.5. Indien Opdrachtgever de Maatwerkprogrammatuur niet bij eerste uitvoering van de acceptatie- test goedkeurt zal hij deze test binnen een door hem vast te stellen redelijke termijn geheel of gedeeltelijk herhalen. In een aanvullend testverslag legt Opdrachtgever vervolgens vast of de bij de eerste test geconstateerde Xxxxxxxx zijn verholpen en of hij de Maatwerkprogrammatuur thans wel goedkeurt.
58.6. Indien Opdrachtgever de Maatwerkprogrammatuur afkeurt, herstelt Opdrachtnemer de geconstateerde Gebreken voor eigen rekening binnen een daartoe door Opdrachtgever te verlenen redelijke termijn die ingaat op de datum van ondertekening van het testverslag. Indien Opdrachtnemer daaraan niet voldoet, mag Opdrachtgever de Gebreken na voorafgaande mededeling aan Opdrachtnemer voor diens rekening zelf verhelpen of door een derde laten verhelpen. Opdrachtnemer verleent daaraan in dat geval kosteloos zijn volledige medewerking onder meer door daarvoor noodzakelijke informatie op diens eerste verzoek aan Opdrachtgever te verstrekken. Indien Opdrachtgever een Gebrek om reden als hiervoor bedoeld zelf verhelpt of door een derde laat verhelpen, laat dat de overeengekomen verantwoordelijkheden van Opdrachtnemer voor de Maatwerkprogrammatuur geheel onverlet.
58.7. Indien Opdrachtgever de Maatwerkprogrammatuur na de tweede acceptatietest opnieuw afkeurt, is Opdrachtnemer als gevolg daarvan in verzuim. Opdrachtgever kan de Overeenkomst in dat geval met onmiddellijke ingang buiten rechte ontbinden zonder dat daarvoor enige aanmaning of ingebrekestelling is vereist.
Artikel 59. Gebruik open source programmatuur
Indien Opdrachtnemer bij de uitvoering van de Opdracht (mede) gebruik maakt van open source programmatuur, stelt hij zich vooraf op de hoogte van de kwaliteit daarvan en onderzoekt hij nauwge- zet of en zo ja door wie en met welk resultaat daarop intellectueel eigendomsrechtelijke aanspraken zijn of naar redelijke verwachting gaan worden gemaakt.
Artikel 60. Onderhoud Maatwerkprogrammatuur
60.1. Indien Opdrachtgever Maatwerkprogrammatuur zelf onderhoudt of door een derde laat onderhouden, ondersteunt Opdrachtnemer hem daarbij op verzoek tegen een marktconforme vergoeding. Opdrachtnemer verstrekt daartoe op verzoek de daarvoor benodigde (aanvullende) informatie aan Opdrachtgever of een door deze daarvoor ingeschakelde derde. Het voren- staande is tevens van toepassing op beheeractiviteiten ten aanzien van Maatwerkprogramma- tuur die Opdrachtgever zelf uitvoert dan wel door een derde laat uitvoeren.
60.2. Indien Opdrachtgever met Opdrachtnemer tevens Onderhoud is overeengekomen, geldt hetgeen dienaangaande in die Overeenkomst is bepaald.
Detachering
Artikel 61. Toepasselijkheid
Van Detachering en derhalve toepasselijkheid van artikel 61 tot en met artikel 67 is alleen sprake indien de betreffende Overeenkomst door partijen nadrukkelijk als Overeenkomst van Detachering is benoemd.
Artikel 62. Garanties
In aanvulling op het bepaalde in artikel 12.1 garandeert Opdrachtnemer dat hij steeds over voldoende Personeel ten behoeve van Opdrachtgever kan beschikken om de Overeenkomst naar behoren uit te voeren.
Artikel 63. Werkdagen en -tijden
63.1. Werkdagen en -tijden van door Opdrachtnemer ter beschikking gesteld Personeel zijn gelijk aan die van het Personeel van Opdrachtgever op de betreffende locatie.
63.2. Van overwerk is alleen sprake indien op verzoek van Opdrachtgever werkzaamheden worden verricht buiten de werkdagen en -tijden als bedoeld in artikel 63.1. Werkzaamheden aansluitend op de in dat artikel bedoelde werktijden van ten hoogste een half uur, worden niet als overwerk aangemerkt.
Artikel 64. Uitlening en tewerkstelling buiten Nederland
64.1. Opdrachtgever leent bij hem gedetacheerd Personeel niet zonder toestemming van Opdrachtne- mer uit aan derden.
64.2. Opdrachtgever stelt bij hem gedetacheerd Personeel niet zonder toestemming van Opdrachtne- mer te werk buiten Nederland.
Artikel 65. Verlof- en cursusdagen
65.1. Personeel van Opdrachtnemer neemt in overleg met Opdrachtgever en rekening houdend met de normale voortgang van de werkzaamheden verlof op.
65.2. Verlof dat door Personeel van Opdrachtnemer wordt opgenomen, is voor rekening van Opdrachtnemer.
65.3. Kosten van cursussen die op verzoek van Opdrachtgever worden gevolgd alsmede de daarmee gemoeide tijd, komen voor rekening van Opdrachtgever.
65.4. Opdrachtgever kan jaarlijks een aantal dagen aanwijzen waarop zijn kantoor om nader aan te geven redenen is gesloten. In dat geval worden ook door Personeel van Opdrachtnemer geen werkzaamheden verricht op die locatie.
Artikel 66. Vrijwaring
Opdrachtnemer vrijwaart Opdrachtgever tegen aanspraken van het Personeel van Opdrachtnemer gebaseerd op het beweerdelijk bestaan van een arbeidsovereenkomst met Opdrachtgever.
Artikel 67. Inlenersaansprakelijkheid
67.1. Opdrachtnemer vrijwaart Opdrachtgever tegen inlenersaansprakelijkheid voor de loonheffingen en omzetbelasting die Opdrachtnemer of door deze ingeschakelde derden in verband met het uitvoeren van de Overeenkomst verschuldigd zijn of worden.
67.2. Opdrachtgever mag de loonheffingen en omzetbelasting die Opdrachtnemer in verband met de uitvoering van de Overeenkomst moet afdragen:
a. rechtstreeks storten bij de Belastingdienst, of;
b. betalen op een zogenoemde g-rekening van Opdrachtnemer. Indien Opdrachtnemer niet over een g-rekening beschikt opent hij zo mogelijk op eerste verzoek van Opdrachtgever een g-rekening en doet hij al hetgeen nodig is voor het gebruik daarvan.
Algemene Rijksvoorwaarden bij IT-overeenkomsten (ARBIT)
Bijzondere bepalingen onderhoud
De bepalingen van dit bijzondere deel zijn steeds samen met de Algemene bepalingen van de ARBIT van toepassing indien Opdrachtgever met Opdrachtnemer Onderhoud overeenkomt.
Onderhoud algemeen
Artikel 68. Aanvullende begripsbepalingen
In dit bijzondere deel van de ARBIT wordt, in aanvulling op artikel 1 onder de navolgende begrippen, indien met een beginhoofdletter gebruikt, verstaan:
68.1. Correctief Onderhoud: het opsporen en herstellen door Opdrachtnemer van Storingen, die Opdrachtgever hem heeft gemeld of die Opdrachtnemer anderszins bekend zijn geworden.
68.2. Functiehersteltijd: de periode, uitgedrukt in Service-uren, gelegen tussen het moment waarop een Storing bij Opdrachtnemer wordt gemeld en het moment waarop die is verholpen.
68.3. Innovatief Onderhoud: het beschikbaar stellen door Opdrachtnemer aan Opdrachtgever van Nieuwe versies c.q. nieuw ontwikkelde onderdelen van Producten en/of nieuwe Documentatie.
68.4. Preventief Onderhoud: het treffen van maatregelen door Opdrachtnemer ter voorkoming van Storingen en andere daarmee verband houdende vormen van dienstverlening.
68.5. Reactietijd: de tijd waarbinnen (Personeel van) Opdrachtnemer op een melding door Opdracht- gever van een Storing en andere verzoeken van Opdrachtgever om dienstverlening, adequaat moet reageren.
68.6. Service levels: ten aanzien van Onderhoud en andere overeengekomen vormen van dienstverle- ning in de Overeenkomst opgenomen eisen zoals Reactie- en Functiehersteltijden.
68.7. Service-uren: uren die vallen binnen de overeengekomen service-periode.
68.8. Storing: een technisch probleem dat zich voordoet bij het gebruik maken van de Prestatie.
Artikel 69. Onderhoud op reeds eerder verrichte Prestaties
Ook indien Opdrachtgever met Opdrachtnemer later alsnog Onderhoud overeenkomt ten aanzien van een eerder door laatstgenoemde voor Opdrachtgever verrichte Prestatie, zijn deze Bijzondere bepalingen daarop van toepassing.
Artikel 70. Ingangstijdstip Onderhoud
Opdrachtnemer verstrekt Onderhoud vanaf het in de Overeenkomst bepaalde tijdstip.
Artikel 71. Plaats en tijden uitvoering Onderhoud
71.1. Opdrachtnemer voert Onderhoud uit op of vanaf zijn locatie. Alleen indien redelijkerwijs noodzakelijk voert Opdrachtnemer Onderhoud uit op locatie van Opdrachtgever.
71.2. Onderhoud dat kan leiden tot verstoring van het arbeidsproces bij Opdrachtgever, wordt in beginsel buiten de bij Opdrachtgever gebruikelijke werkuren uitgevoerd.
71.3. Indien verstoring van het arbeidsproces als bedoeld in artikel 71.2, gelet op het belang van onmiddellijk herstel van de Storing, onvermijdelijk is, stelt Opdrachtnemer Opdrachtgever daarvan tijdig op de hoogte voordat hij met het Onderhoud aanvangt.
Artikel 72. Voortgangsrapportage en werkoverleg
72.1. Opdrachtnemer rapporteert aan Opdrachtgever over het verloop van zijn werkzaamheden op de in de Overeenkomst bepaalde wijze. Hij geeft daarbij inzicht in het verloop en de stand van zijn werkzaamheden, het bestede aantal uren en andere voor de uitvoering daarvan relevante aspecten.
72.2. Partijen overleggen zo vaak als een van hen dat nodig oordeelt over de voortgang van de werkzaamheden.
72.3. Opdrachtnemer zorgt voor een adequate vastlegging en archivering van de oorzaken van Storingen en de resultaten van Onderhoud alsmede indien nodig voor aanpassing van Documentatie.
Artikel 73. Correctief Onderhoud en tijdelijke oplossingen
73.1. Onderhoud omvat tenminste Correctief Onderhoud.
73.2. De garantie van artikel 12.7 dat Opdrachtnemer de Prestatie gedurende tenminste 3 jaar na Acceptatie overeenkomstig deze bepalingen kan onderhouden, geldt voor Correctief Onderhoud
onverkort ook als Opdrachtgever niet wenst over te gaan tot het afnemen van Nieuwe versies of laatste modellen van een Product.
73.3. Opdrachtnemer brengt een tijdelijke oplossing alleen aan met toestemming van Opdrachtgever. Tenzij partijen daarover in een concreet geval een andere afspraak maken, vervangt Opdrachtne- mer een tijdelijke oplossing zo snel mogelijk door een definitieve oplossing.
Artikel 74. Preventief Onderhoud
Als onderdeel van Preventief Onderhoud onderzoekt Opdrachtnemer de Prestatie regelmatig en tenminste 1 keer per jaar op haar goede werking.
Artikel 75. Aan-, afmelding en prioritering van Storingen
75.1. Opdrachtgever meldt Storingen aan en af op de in de Overeenkomst voorgeschreven wijze.
75.2. Opdrachtgever stelt bij het melden van een Storing, overeenkomstig het bepaalde in de Overeenkomst tot Onderhoud, het daaraan toe te kennen prioriteitsniveau vast.
75.3. De reactie van Opdrachtnemer op een melding als bedoeld in artikel 75.1, is steeds gericht op het zo spoedig mogelijk verhelpen van de Storing al dan niet door het tot stand brengen van een tijdelijke oplossing. Het bepaalde in artikel 73.3 is daarbij van toepassing.
Artikel 76. Nakoming Service levels
76.1. Opdrachtnemer spant zich tot het uiterste in om Service levels te realiseren. De gevolgen van het niet halen daarvan worden in de Overeenkomst geregeld. Het bepaalde in artikel 14.3 is hierbij van toepassing. Ontbinding van de Overeenkomst is in ieder geval mogelijk bij herhaalde overschrijding van Service levels.
76.2. In afwijking van het bepaalde in artikel 76.1 gelden Functiehersteltermijnen en Reactietijden als Fatale termijnen.
76.3. Service levels doen geen afbreuk aan hetgeen overigens in de Overeenkomst is bepaald.
Artikel 77. Onderhoud door anderen dan Opdrachtnemer
Opdrachtgever kan Onderhoud dat hij met Opdrachtnemer is overeengekomen gedurende de looptijd van de betreffende Overeenkomst alleen met behoud van rechten door een derde laten uitvoeren indien Opdrachtnemer in de nakoming van zijn verplichtingen uit die Overeenkomst in gebreke is of indien hij daarvoor van Opdrachtnemer toestemming krijgt.
Artikel 78. Testen resultaat Onderhoud
Opdrachtgever mag (laten) testen of een Storing daadwerkelijk is verholpen. Opdrachtnemer is verplicht daaraan zijn medewerking te verlenen. Indien uit de test blijkt dat een Storing niet naar behoren is verholpen kan Opdrachtgever de kosten van het testen op Opdrachtnemer verhalen.
Artikel 79. Beroepsaansprakelijkheidsverzekering
Onverkort het bepaalde in artikel 29 heeft Opdrachtnemer zich op een naar verkeersnormen passende en, rekening houdend met de aard en omvang van het Onderhoud, gebruikelijk wijze verzekerd en houdt hij zich zodanig verzekerd tegen beroepsaansprakelijkheid.
SPECIFIEK ONDERHOUD
Producten
Artikel 80. Modificaties Producten
Opdrachtnemer voert modificaties van Producten die niet door de fabrikant of Leverancier zijn voorgeschreven, uit in overleg met en niet dan na instemming van Opdrachtgever met de daarbij behorende prijsopgave.
Artikel 81. Vervanging onderdelen
81.1. Indien de vervanging van onderdelen door Opdrachtnemer leidt of kan leiden tot wijzigingen in het functioneren van het Product, vindt die vervanging alleen plaats met instemming van Opdrachtgever.
81.2. Onderdelen worden alleen vervangen door nieuwe, functioneel en technisch tenminste gelijkwaardige onderdelen.
Artikel 82. Omvang Onderhoud
In aanvulling op het bepaalde in artikel 73.1 bestaat Onderhoud van Programmatuur behalve uit Correctief tevens uit Preventief Onderhoud en ondersteuning. Indien Opdrachtgever dat wenst omvat Onderhoud van Programmatuur ook Innovatief Onderhoud.
Artikel 83. Ondersteuning
83.1. In aanvulling op het bepaalde in artikel 13 verstrekt Opdrachtnemer aan Opdrachtgever op diens verzoek ondersteuning in de vorm van advies over het gebruik en functioneren van Programma- tuur.
83.2. Opdrachtgever kan Opdrachtnemer om ondersteuning vragen op de in de Overeenkomst tot Onderhoud vermelde tijden.
83.3. Indien Opdrachtgever om ondersteuning als bedoeld in artikel 83.2 vraagt, brengt Opdrachtne- mer zo spoedig mogelijk en, indien van toepassing, binnen de Reactietijd contact tot stand tussen een programma-specialist en Opdrachtgever.
Artikel 84. Verbeterde en Nieuwe versies
84.1. Opdrachtnemer zorgt voor een consistent versiebeleid. Daarbij geldt als uitgangspunt dat Verbeterde en Nieuwe versies tijdig beschikbaar komen. Opdrachtnemer onderzoekt met het oog daarop regelmatig de noodzaak om dergelijke versies uit te brengen en informeert Opdrachtgever zo snel mogelijk over de uitkomsten van zijn onderzoek.
84.2. Tussentijdse wijzigingen in Programmatuur als gevolg van Correctief Onderhoud, maken zoveel mogelijk onderdeel uit van Verbeterde en Nieuwe versies.
84.3. Opdrachtnemer stelt Opdrachtgever op verzoek kosteloos een exemplaar van een Nieuwe versie ter beschikking voor test- en evaluatiedoeleinden. Opdrachtgever is niet verplicht tot ingebruik- name van Nieuwe versies.
84.4. Indien is overeengekomen dat Opdrachtnemer de Programmatuur installeert, geldt deze verplichting tevens voor Nieuwe versies die Opdrachtgever in gebruik wil nemen.
84.5. Indien Opdrachtnemer er voor kiest om in plaats van een Nieuwe versie andere Programmatuur uit te brengen en te stoppen met Innovatief Onderhoud op de bij Opdrachtgever in gebruik zijnde Programmatuur, kan Opdrachtgever aanspraak maken op hetzij onverkorte nakoming van de Overeenkomst van Onderhoud hetzij op een Gebruiksrecht op die nieuwe Programmatuur tegen de in de Overeenkomst vastgelegde voorwaarden voor een Nieuwe versie.
TOELICHTING
Deze Toelichting is openbaar maar maakt geen onderdeel uit van de Overeenkomst. Bij twijfel over de betekenis en/of uitleg van de ARBIT kan hetgeen in deze Toelichting staat mede bepalend zijn. De Toelichting doet geen afbreuk aan hetgeen partijen in een concreet geval zijn overeengekomen.
Algemene inleiding
1.1. Totstandkoming en opzet ARBIT
Sinds het begin van de jaren negentig maakt de Rijksoverheid voor het verstrekken van IT- opdrachten en de inkoop van IT-producten gebruik van de zogenoemde BiZa-modellen (contractmodellen van het Ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties uit het begin van de negentiger jaren).
De afgelopen jaren is vooral ten aanzien van de modale inkoop van IT (d.w.z. de kleine, middelgrote projecten en standaardproducten) een toenemende behoefte ontstaan aan meer flexibele contractmo- dellen die kunnen worden gebruikt voor de grote variëteit aan IT-opdrachten zoals die inmiddels door de overheid worden verstrekt. Daarnaast zijn er de afgelopen jaren zodanige ontwikkelingen op
IT-gebied geweest en nieuwe ervaringen met op IT-opdrachten betrekking hebbende overeenkomsten opgedaan, dat ook inhoudelijk op een aantal onderdelen behoefte bestond aan modernisering van de BiZa modellen. Met het opstellen van de Algemene Rijksvoorwaarden bij IT-overeenkomsten (ARBIT) wordt zoveel mogelijk in die behoeften te voorzien.
Onderwerpen op het gebied van informatie technologie zijn doorgaans relatief ingewikkeld. Dat geldt ook voor de contractuele regeling daarvan. Voor het kunnen begrijpen en op een adequate wijze gebruiken van de ARBIT en de bijbehorende Modelovereenkomst, is enige juridische kennis onont- beerlijk. De ARBIT zijn dan ook in de eerste plaats bedoeld voor medewerkers met enige kennis en ervaring op dat terrein.
Anders dan de BZK modellen, zijn de ARBIT opgesteld als een set van algemene voorwaarden die bestaan uit 1 deel met Algemene en 4 delen met Bijzondere bepalingen. Voor die opzet is gekozen om aan de wens van eenvoudige en snelle toepasselijkheid te voldoen. Bij het contracteren van Prestaties via een Europese aanbestedingsprocedure, waarvan in de praktijk vaak sprake zal zijn, dienen de ARBIT samen met de bijbehorende Overeenkomst zo vroeg mogelijk aan de inschrijver te worden verstrekt. Dat dient bij voorkeur te gebeuren door ze al direct bij de start van een aanbestedingsproce- dure met de overige aanbestedingsstukken mee te zenden. Een enkele verwijzing in die stukken naar de ARBIT, is doorgaans niet voldoende omdat een inschrijver voorafgaand aan het sluiten van de Overeenkomst (zie artikel 6: 233, sub b, BW) een redelijke mogelijkheid moet zijn geboden om van algemene voorwaarden, zoals de ARBIT, kennis te nemen.
Omdat het bijvoorbeeld vanwege de complexiteit van de te sluiten Overeenkomst in de praktijk lastig kan zijn om te beoordelen welke Bijzondere bepalingen van de ARBIT naast de Algemene bepalingen van toepassing moeten worden verklaard, is ervoor gekozen om, ongeacht de specifieke Prestatie(s), steeds de complete ARBIT van toepassing te verklaren. De Overeenkomst bevat daarom de standaard- bepaling dat de Voorwaarden (dat wil zeggen de complete set van Algemene en Bijzondere bepalin- gen) van toepassing zijn.
Met een tijdige toezending van de ARBIT aan marktpartijen is nog een ander belang gediend. Een aantal bepalingen uit de ARBIT heeft consequenties voor de opzet en het verloop van de aanbeste- dingsprocedure. Dat geldt bijvoorbeeld voor de onderzoek- en informatieverplichting van artikel 4 en de inspectiemogelijkheid van artikel 38. In een Opdracht geïnteresseerde partijen moeten dan logischerwijs al wel bij de start van een aanbestedingsprocedure van de inhoud van die bepalingen op de hoogte (kunnen) zijn. Ook daarom is het belangrijk dat de ARBIT al bij de start van een aanbeste- dingstraject aan partijen worden toegezonden.
De ARBIT bestaan, als hiervoor gezegd, uit een deel Algemene bepalingen en vier delen met Bijzon- dere bepalingen te weten Bijzondere bepalingen Koop, Bijzondere bepalingen Gebruiksrechten, Bijzondere bepalingen Onderhoud en Bijzondere bepalingen Opdrachten. Deze vijf delen vormen gezamenlijk één onlosmakelijke geheel met de bijbehorende Overeenkomst.
Bij het maken van de ARBIT zijn over de opzet en inhoud daarvan informatieve gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van andere overheden en het bedrijfsleven waaronder de branche- organisatie, advocatuur en verzekeraars. Voorts is bij het schrijven daarvan uit oogpunt van uniformi- teit zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de structuur, inhoud en bewoordingen van recent ver- nieuwde producties van de Interdepartementale Werkgroep Contracten zoals de Algemene Rijksvoorwaarden voor het verstrekken van Opdrachten tot het verrichten van diensten (ARVODI 2008) en de Algemene Rijksinkoopvoorwaarden (ARIV 2008).
1.2. Trendbreuken
Ook bij het schrijven van de ARBIT is uitgangspunt geweest dat in een goed contract rekening wordt
gehouden met de belangen van beide partijen. Dat zoeken naar ‘het redelijke midden’ heeft ertoe geleid dat in de Algemene bepalingen van de ARBIT een aantal oude bekenden zoals de ‘beroepsfout’ en de ‘meest begunstigingsclausule’, niet langer is opgenomen. Ook bevatten de ARBIT minder boetebepalingen dan voorheen vaak gebruikelijk was en kunnen boetes in enkele gevallen ook ten laste van Opdrachtgever vervallen. Daarnaast is gekozen voor een redelijker risico-overgang bij Aflevering van Producten.
Een belangrijk thema in de ARBIT vormt het ‘Overeengekomen gebruik’ waarop hierna uitvoerig wordt ingegaan. Dat gebruik dient bij het contracteren voorop te staan.
Ook is bij het schrijven van de ARBIT, zoals hiervoor al opgemerkt, op diverse plaatsen rekening gehouden met de Europese aanbestedingsregels die de afgelopen jaren aanzienlijk aan betekenis hebben gewonnen. Die aanpak heeft er, zoals hiervoor al opgemerkt, mede toe geleid dat enkele artikelen uit de Algemene bepalingen ‘terugblikken’ op de aanbestedingsfase en contractuele consequenties worden verbonden aan fouten die tijdens een aanbesteding zijn gemaakt.
Verder hebben begrippen als Meerwerk en Fatale termijn in de ARBIT een meer specifieke betekenis gekregen en zijn onderwerpen zoals mededelings- en informatieverplichtingen, garanties, verzekerin- gen, kortingen, en de omgang met persoonsgegevens in de ARBIT verder uitgewerkt dan totnogtoe gebruikelijk was. Ook de aansprakelijkheidsbepaling kent een meer genuanceerde uitwerking dan tot op heden gebruikelijk is.
Daar staat tegenover dat in de ARBIT een bijzonder accent wordt gelegd op de verplichting van de IT markt om zich vooraf nauwgezet te oriënteren op de organisatie van Opdrachtgever alsmede op de verwachtingen die Opdrachtgever van het resultaat van de te sluiten Overeenkomst heeft en om die verwachtingen indien nodig bij te stellen. De bedoeling daarvan is een te grote mate van vrijblijvend- heid van partijen bij het contracteren te voorkomen. Om dat te kunnen realiseren worden tevens extra eisen gesteld aan de zorgvuldigheid die Opdrachtgever, in het bijzonder ook bij het verstrekken van
IT-opdrachten aan de markt, in acht moet nemen. Door voorafgaand aan het sluiten van de Overeen- komst uitvoering te geven aan vorenbedoelde onderzoek- en informatieverplichtingen, moet het Overeengekomen gebruik daadwerkelijk vorm en inhoud krijgen.
Die werkwijze heeft ook gestalte gekregen in de regeling van Gebruiksrechten, bij Detachering en bij Onderhoud. Verder is ervoor gekozen om, anders dan bij de BiZa modellen, de levering van Systeem- programmatuur niet langer in die van IT-producten begrepen te achten. Tenslotte krijgt ook open source Programmatuur aandacht.
1.3. Reikwijdte ARBIT
De ARBIT zijn vooral bedoeld voor modale IT-inkopen door de overheid en niet zozeer voor grote en bijzondere IT-projecten. Dat neemt niet weg dat ze ook dan als uitgangspunt voor het opzetten van een meer specifieke contractuele relatie met de IT markt kunnen dienen. Vanwege de flexibiliteit van de Overeenkomst kan deze veelal ook gebruikt worden bij de inzet van specifieke IT-producten en diensten zoals bijvoorbeeld webhosting of SaaS (software as a service). Een zorgvuldige specifieke omschrijving van zo’n nieuw product of dienst moet dan worden opgenomen in artikel 2 van de Overeenkomst. Daarna kunnen de ARBIT, die zoveel mogelijk techniekonafhankelijk zijn geschreven, ook daarop in beginsel gewoon van toepassing worden verklaard. De combinatie van ARBIT en Overeenkomst kan daarmee een solide basis vormen voor IT -contractering in de komende jaren.
Overigens worden dergelijke specifieke IT-diensten vooralsnog niet beschouwd als ‘commodities’ waarvoor de ARBIT in de eerste plaats zijn bedoeld (zie de Algemene inleiding van deze Toelichting). Mocht uit evaluaties van de ARBIT blijken dat dergelijke thema’s hier toch meer specifiek aandacht verdienen, dan zal dat op een later tijdstip alsnog gebeuren.
1.4. Afwijkingen van de ARBIT
Met de ARBIT wordt mede beoogd de uniformiteit van IT contractering tussen (Rijks)overheid en markt te bevorderen. Een onverkort en ongewijzigd gebruik daarvan is dan ook uitgangspunt. Voor afwijkingen van de ARBIT of het al dan niet (mede) van toepassing verklaren van andere (algemene) voorwaarden kan slechts in uitzonderingssituaties aanleiding bestaan. Meestal verdient het echter ook dan aanbeveling om de ARBIT wel naast en ter aanvulling op die andere algemene voorwaarden van toepassing te verklaren. Een uitzonderingssituatie als hiervoor bedoeld doet zich bijvoorbeeld voor bij het betrekken van open source Programmatuur. Voor het gebruik daarvan gelden namelijk specifieke licentiemodellen zoals die door verschillende open source communities zijn opgesteld (zie daarvoor verder de Toelichting op blz. 50 onder ‘Open source’). Nadrukkelijk zij hier opgemerkt dat de ARBIT geen keuze voor open of closed source software behelzen. Wel zijn de Bijzondere bepalingen Gebruiksrechten in de eerste plaats geschreven voor de verwerving en ingebruikneming van Gebruiksrechten op ‘closed source’ Programmatuur. Daarmee dient dan ook rekening te worden gehouden indien Wederpartij bij het verrichten van een Prestatie (mede) gebruik maakt van open source Programmatuur. In voornoemd onderdeel van de Toelichting op blz. 50 wordt daarop verder ingegaan. Wordt in de Overeenkomst van de ARBIT afgeweken dan is het verstandig om daarbij de
juridische afdeling van uw organisatie daarbij in te schakelen omdat hetgeen dan in de Overeenkomst wordt vastgelegd, in geval van eventuele strijdigheid met de ARBIT, boven die bepalingen gaat. Ook moet dan vaststaan dat degene die namens de overheid de afwijking(en) van de ARBIT met de markt overeenkomt, daartoe bevoegd is (zie daarvoor de toepasselijke mandaatregeling en/of het volmacht- register).
In een aantal in de Overeenkomst aangegeven gevallen, bestaat de mogelijkheid om artikelen binnen een daarbij aangegeven marge, aan te passen aan de specifieke omstandigheden van een voorliggend geval.
1.5. Duurzaam inkopen
AgentschapNL ondersteunt overheden bij het introduceren van duurzaamheidsaspecten in de eigen bedrijfsvoering (xxxx://xxx.xxxxxxxxxxxx.xx). De Rijksoverheid heeft de ambitie om duurzaamheid ten aanzien van haar volledige inkoop in 2010 als criterium mee te nemen. Daarop betrekking hebbende specifieke afspraken moeten worden vastgelegd in de Overeenkomst.
1.6. Status Toelichting
Deze Toelichting is openbaar maar maakt geen onderdeel uit van de Overeenkomst. Bij twijfel over de betekenis en/of uitleg van de ARBIT kan hetgeen in deze Toelichting staat daarbij mede bepalend zijn. De Toelichting kan echter geen afbreuk doen aan hetgeen partijen in een concreet geval zijn overeen- gekomen.
1.7. Evaluatie
Het is van groot belang om de ARBIT actueel te houden en waarnodig verder aan te passen en uit te breiden. Daarom zal periodiek een evaluatie van de ARBIT plaatsvinden waarbij ook rekening zal worden gehouden met de ervaringen van de gebruikers van de ARBIT. Bij tussentijdse vragen over of suggesties ten aanzien van de ARBIT, kunt u (bij voorkeur door tussenkomst van de juridische afdeling van uw organisatie) contact opnemen met de Evaluatiecommissie ARBIT (telefoonnummer 070- 3706400/3143).
1.8. De overheid die contracteert.
De overheid kan als iedere andere rechtspersoon in het maatschappelijk verkeer, overeenkomsten sluiten. Ook als de overheid privaatrechtelijke rechtshandelingen verricht, bijvoorbeeld door
IT-producten of diensten in te kopen, is de Minister daarvoor tegenover het parlement verantwoorde- lijk. Deze ministeriële verantwoordelijkheid dwingt niet alleen tot extra zorgvuldigheid bij het aanbesteden en vastleggen van de gemaakte afspraken maar ook tot een zorgvuldig contractmanage- ment. Dat betekent ook dat inkopers er voor moeten oppassen dat zij geen ongerechtvaardigde toezeggingen aan marktpartijen doen en dat zij letten op een correcte naleving van hetgeen partijen zijn overeengekomen.
Artikelsgewijs
Hierna wordt alleen op die artikelen ingegaan die naar het oordeel van de schrijvers van de ARBIT, een nadere toelichting behoeven.
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1. Begrippen
In dit artikel zijn begrippen gedefinieerd die ofwel alleen in de Algemene bepalingen aan de orde komen ofwel voor een goed inzicht in het totaal van de ARBIT van een zodanig belang zijn dat zij om die reden direct onder de begrippen van de Algemene bepalingen zijn opgenomen. In de Bijzondere bepalingen zijn daarnaast begrippen gedefinieerd die vooral van belang zijn voor hetgeen daarin geregeld wordt. Wanneer een gedefinieerde term in een werkwoordsvorm wordt gebruikt komt daaraan, net als bij gebruik van een gedefinieerde term met een kleine letter, niet de betekenis van de begripsbepaling toe. Zo is bijvoorbeeld ‘onderhoud’ of ‘onderhouden’ een algemene formulering met een niet vastomlijnde inhoud. ‘Onderhoud’ moet daarentegen worden uitgelegd als bepaald in de betreffende begripsbepaling.
Gebruiksrecht (artikel 1.10), Opdracht (artikel 1.19), Prestatie (artikel 1.27) en Product (artikel 1.28) zijn kernbegrippen van de ARBIT die in een zodanige relatie tot elkaar staan dat ze daarom al direct in de
Algemene bepalingen zijn gedefinieerd. Prestatie is het verzamelbegrip voor alle goederen of diensten die kunnen worden verworven. Dat begrip is verder onderverdeeld in de specifieke begrippen Gebruiksrecht, Product en Opdracht. Het algemene begrip Wederpartij (1.34) is in de ARBIT verder uitgewerkt in Leverancier en Opdrachtnemer. Zo worden Producten geleverd en Gebruiksrechten verstrekt door een Leverancier (artikel 1.13), Opdrachten uitgevoerd door een Opdrachtnemer (artikel 1.21). De begrippen Gebruiksrecht, Product en Opdracht krijgen verder inhoud in respectievelijk de Bijzondere bepalingen Gebruiksrechten, de Bijzondere bepalingen Koop en de Bijzondere bepalingen Opdrachten.
Lid 3
Van Aflevering is alleen sprake bij voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten als bedoeld in artikel 3:2 BW. Bij zuiver intellectuele Prestaties (diensten) kan van Aflevering geen sprake zijn en wordt het begrip Oplevering (zie artikel 1.22) gebruikt. Net als Oplevering moet ook Aflevering nog worden gevolgd door Acceptatie. Acceptatie markeert de eigendomsovergang van een Prestatie (artikel 7.2) en biedt de vereiste legitimatie voor betaling (artikel 11.1).
Lid 7
Documentatie kan van essentieel belang zijn voor bijvoorbeeld het gebruik en onderhoud van Programmatuur. Uit oogpunt van gebruiksgemak dient Documentatie bij voorkeur in de Nederlandse taal te zijn geschreven. In de ARBIT is dat evenwel niet verplicht gesteld. Vaak is bij IT nu eenmaal sprake van Documentatie die in de Engelse taal is geschreven. Het eisen van een Nederlandstalige versie van de Documentatie zal dan extra kosten met zich brengen. Of een vertaling die kosten waard is moet per geval worden beoordeeld.
De term installatie is hier met een kleine beginletter geschreven. Het gaat dan, anders dan bij het begrip Installatie (artikel 1.12), om werkzaamheden die door Opdrachtgever zelf worden uitgevoerd.
Lid 8
Van een Fatale termijn is alleen sprake indien deze nadrukkelijk als zodanig is aangeduid. De vereiste expliciete aanwijzing in een Overeenkomst van een termijn als Fatale termijn, veronderstelt dus een bewuste keuze. Daartoe kan bijvoorbeeld aanleiding bestaan bij projectfasering (vgl. artikel 55). Het aanwijzen van een termijn als Fatale termijn heeft onder meer tot gevolg dat de Overeenkomst, als die termijn niet wordt gehaald, in het algemeen onmiddellijk kan worden ontbonden. Is een termijn niet als Fatale termijn aangeduid, dan is om de Overeenkomst te kunnen ontbinden bijna altijd eerst een ingebrekestelling nodig waarbij Wederpartij alsnog een redelijke termijn voor nakoming moet worden gesteld. Pas als ook die termijn niet wordt gehaald kan de Overeenkomst worden ontbonden.
Soms kiezen partijen ten aanzien van de gevolgen van het niet halen van een Fatale termijn voor een andere oplossing dan ontbinding van de Overeenkomst. Dat gebeurt bijvoorbeeld regelmatig bij Onderhoud, in welk geval aan het niet halen van een Fatale termijn meestal specifieke service credits of kortingen zijn verbonden.
Lid 9
Anders dan bij de Storing van artikel 68.8 gaat het hier om storingen van een zodanige aard dat ze aan het Overeengekomen gebruik in de weg staan.
Lid 11
Implementatie is erop gericht om de organisatie van Opdrachtgever te laten werken met een nieuw Product of nieuwe Programmatuur. Het gaat daarbij om een combinatie van technische en organisato- rische maatregelen. Soms is het overzetten van data van het oude naar het nieuwe systeem (de zogenoemde dataconversie) onder Implementatie begrepen. Uitgangspunt van de ARBIT is dat Implementatie zonder een daarop gerichte specifieke in de Overeenkomst vastgelegde afspraak, geen onderdeel van de Prestatie uitmaakt.
Lid 12
In dit artikellid gaat het om handelingen verricht door Wederpartij. Tenzij anders overeengekomen, is Installatie beperkt tot het feitelijke aansluiten van een Product of het feitelijk invoeren van Programma- tuur. Installatie is daarmee in omvang dus veel beperkter dan Implementatie. Of de Wederpartij verplicht is tot Installatie, moet blijken uit de inhoud van de Overeenkomst.
Lid 18
Op dergelijke afzonderlijk overeen te komen werkzaamheden zijn de Bijzondere bepalingen inzake Onderhoud van toepassing. Onderhoud kan preventief, correctief en innovatief van aard zijn.
Lid 19
Bij een Opdracht gaat het om een Overeenkomst in de zin van artikel 7:400 e.v. BW. De term Opdracht in de ARBIT is een verzamelbegrip. De ARBIT onderscheiden Opdracht in (a) Detachering (zie artikel 61 e.v.) in welk geval werkzaamheden onder leiding en toezicht van Opdrachtgever worden verricht en (b) overige vormen van Opdracht. In dat laatste geval gaat het om werkzaamheden die zelfstandig en onder eigen verantwoordelijkheid door Opdrachtnemer worden uitgevoerd. Het met die werkzaamhe- den door Opdrachtnemer te behalen eindresultaat, staat daarbij voorop. Adviesdiensten en het ontwikkelen van Maatwerkprogrammatuur zijn beide voorbeelden van Opdrachten .
Lid 20
Opdrachtgever is degene ten behoeve van wie de Overeenkomst met Wederpartij wordt aangegaan. Een duidelijke omschrijving in de Overeenkomst van wie precies Opdrachtgever is, is zowel civiel- als aanbestedingsrechtelijk van groot belang.
Lid 22
Oplevering heeft, anders dan Aflevering (zie artikel 1.3), betrekking op een niet stoffelijke (d.w.z. intellectuele) Prestatie. Oplevering kan bijvoorbeeld plaatsvinden in de vorm van het aanbieden van een (eind)rapport. Aan Oplevering kan bij Opdrachtnemer al een uitgebreid testtraject vooraf zijn gegaan. Vervolgens is het aan Opdrachtgever om de Prestatie al dan niet door middel van een acceptatietest te beoordelen. Oplevering hoeft, anders dan Aflevering, niet in een fysieke vorm plaats te vinden. Programmatuur wordt bijvoorbeeld vaak elektronisch (via het internet) aan Opdrachtgever beschikbaar gesteld. Omdat bij een dergelijke (niet fysieke) Oplevering niet altijd duidelijk is op welk moment de betalingsverplichting voor Opdrachtgever ontstaat, is het van belang om dat moment steeds duidelijk in de Overeenkomst vast te leggen.
Lid 23
Overeengekomen gebruik is, zoals hiervoor reeds opgemerkt, een van de kernbegrippen uit de ARBIT. Het begrip heeft een nadrukkelijke relatie met de zogenoemde conformiteitsregeling van artikel 7:17 BW waarin staat dat de afgeleverde zaak aan de overeenkomst moet beantwoorden. Beantwoordt de Prestatie gedurende een normale gebruiksduur niet aan het Overeengekomen gebruik, dan is sprake van een Gebrek.
Lid 24
Onder Overeenkomst valt ook een raamovereenkomst waaronder nadere Overeenkomsten worden afgesloten of feitelijke Opdrachten worden verstrekt. Iedere Overeenkomst moet de bepaling bevatten dat de ARBIT daarop van toepassing zijn.
Lid 26
Onder hulppersonen, als bedoeld in dit artikellid, vallen ook ondernemingen (rechtspersonen) indien die door een partij bij de uitvoering van de Overeenkomst worden ingeschakeld.
Lid 28
Producten zijn stoffelijke zaken, als bedoeld in artikel 3:2 BW. Aan Product komt de gebruikelijke ruime betekenis toe. Het zal in dit verband meestal om computerapparatuur gaan. Ook een voor het gebruik van dergelijke apparatuur te installeren klimaatbeheersingssysteem, kan echter een Product zijn.
Lid 32
De Vergoeding vormt de tegenprestatie van Opdrachtgever. In de Overeenkomst moet goed worden vastgelegd welke onderdelen (bijvoorbeeld reis- en verblijfkosten, BTW) wel en welke niet in de Vergoeding zijn begrepen.
Lid 34
Wederpartij wordt in de ARBIT gebruikt als het verzamelbegrip voor de contractspartij(en) en is daarin dus niet bedoeld als ‘tegenpartij’ bij een juridisch geschil.
Artikel 2. Contactpersonen en escalatie
Lid 2
Contactpersonen mogen alle handelingen (feitelijke en rechtshandelingen) verrichten die noodzakelijk zijn in het kader van de uitvoering van de Overeenkomst zoals het ondertekenen van ontvangstbewij- zen en testrapporten. Wijzigingen van de Overeenkomst kunnen echter alleen worden overeengeko- men tussen de personen die de Overeenkomst hebben ondertekend dan wel door hun rechtsopvol- gers en/of daartoe specifiek gevolmachtigde personen.
Lid 3
Het verdient aanbeveling om er voor te zorgen dat geschillen die bij de uitvoering van de Overeen- komst ontstaan, kunnen worden gedeëscaleerd. Daarom is het wenselijk dat die geschillen, alvorens daarmee naar buiten wordt getreden, eerst aan een voldoende onafhankelijk hoger niveau binnen de eigen organisatie van Opdrachtgever kunnen worden voorgelegd. Door raadpleging van niet eerder bij het project betrokken personen uit de eigen organisatie wordt bovendien voorkomen dat dergelijke geschillen langdurig binnen een project blijven bestaan vaak zonder dat Opdrachtgever daarvan op de hoogte is. De ervaring leert dat met een beoordeling van een geschil buiten het project, een deel van de problemen vaak al kan worden opgelost. Lukt dat niet dan staat desgewenst de weg naar de rechter, of indien overeengekomen een andere geschillenbeslechter, uiteraard gewoon nog open.
Escalatieprocedures worden vaak vastgelegd in Service Level Agreements of in een zogenoemd ‘dossier afspraken en procedures’ (DAP).
Artikel 3. Status van mededelingen
Het komt vaak voor dat vergadernotulen of andere stukken die zijn opgesteld na het sluiten van de Overeenkomst, van de Overeenkomst afwijkende afspraken bevatten. Dergelijke afwijkende afspraken zijn op basis van de ARBIT alleen geldig indien ze schriftelijk door daartoe bevoegde personen zijn gemaakt of tenminste achteraf door die personen zijn bevestigd. Contactpersonen zijn daartoe (zie artikel 2.2) niet bevoegd. Ook alle andere mededelingen die van belang zijn voor de uitvoering van de Overeenkomst moeten schriftelijk worden gedaan. In het algemeen wordt onder ‘schriftelijk’ ook ‘elektronisch’ verstaan. Gelet op de verstrekkende gevolgen die aan het doen van mededelingen kunnen zijn verbonden wordt in de ARBIT onder schriftelijk in beginsel ’op papier’ verstaan. Indien partijen gebonden willen zijn aan de inhoud van communicatie langs elektronische weg is het verstandig dat met zoveel woorden in de Overeenkomst vast te leggen. Daarbij kunnen dan tevens specifieke afspraken worden gemaakt over bijvoorbeeld de adressering van mails en de verzending van ontvangst- en leesbevestigingen.
Artikel 4. Onderzoek- en informatieverplichting
Lid 1
Op grond van dit artikellid is Wederpartij verplicht tijdig inzicht te verwerven in de organisatie van Opdrachtgever en zich een beeld te vormen van de verwachtingen die Opdrachtgever van de Prestatie heeft alsook om die verwachtingen, als dat nodig is, bij te sturen. Deze verplichting dwingt Wederpar- tij tot een actieve precontractuele houding. Die moet er immers op zijn gericht om te komen tot een Prestatie die aansluit op hetgeen Opdrachtgever daarvan in redelijkheid mag verwachten. Het begrip Overeengekomen gebruik (zie artikel 1.23) vormt daarvan het sluitstuk.
Omdat het daarvoor bedoelde onderzoek van Wederpartij met name zal moeten plaatsvinden in de aanbestedingsfase, hebben de onderhavige onderzoeks- en informatieverplichtingen ook consequen- ties voor de opzet en inhoud van (Europese) aanbestedingstrajecten. Opdrachtgever zal er immers ook zelf aan moeten bijdragen dat marktpartijen tijdig inzicht krijgen in hetgeen hem met de Prestatie voor ogen staat en met het oog daarop al direct in de aanbestedingsfase invulling moeten geven aan een ‘goed opdrachtgeverschap’. Dat vraagt om een heldere communicatie met de markt zodat misverstan- den over het door Opdrachtgever beoogde gebruik zoveel mogelijk worden voorkomen. Van deelne- mers aan een aanbesteding mag met het oog daarop worden verwacht dat deze gebruik maken van de mogelijkheden tot het stellen van vragen.
Lid 2
In de praktijk blijkt het voltooien van IT-opdrachten binnen daarvoor aanvankelijke gedachte kaders vaak moeilijk. Dit lid dwingt in de opdracht geïnteresseerde marktpartijen zich van tevoren een nadrukkelijk beeld te vormen van de realiteit van door Opdrachtgever daarbij gestelde kaders. Zo blijkt met de uitvoering van IT-opdrachten vaak aanzienlijk meer geld gemoeid te zijn dan Opdrachtgever ten tijde van het verstrekken van de opdracht voor ogen stond. Heeft Opdrachtgever het financiële kader waarbinnen de Opdracht dient te worden uitgevoerd vooraf bekend gemaakt dan dient Wederpartij zich ook over de haalbaarheid daarvan uit te laten. Uitgangspunt, ook bij IT-Prestaties, moet zijn dat het welslagen van het project vooropstaat en dat Meerwerk uitzondering en geen regel is.
Lid 3
Wederpartij moet op de hoogte kunnen zijn van de verwachtingen die Opdrachtgever ten aanzien van de Overeenkomst heeft. Deze – aanvullende – informatieverplichting draagt daar mede aan bij.
Artikel 5. Kwaliteitsborging
De in dit artikel geregelde kwaliteitsborging is gericht op het welslagen van de Prestatie en daarmee in het belang van beide partijen. Dit artikel is een kapstokbepaling die al naar gelang de omvang en het belang van een project ook verder kan worden uitgewerkt in de Overeenkomst. Door Opdrachtgever in het kader van kwaliteitsborging te stellen eisen moeten – uiteraard – steeds in redelijkheid verdedig- baar zijn.
Artikel 6. Aflevering
Lid 2 en 3
Het gaat hier niet om Acceptatie maar om een indruk op het eerste gezicht waarbij van Opdrachtgever een inspanning wordt gevraagd die al naar gelang de omstandigheden van het geval redelijk is. Zo zal een omvangrijke bezorging vanuit het buitenland meer controle vereisen dan een kleine bestelling vanuit Nederland. Inontvangstneming na deze eerste visuele controle laat onverlet dat Opdrachtgever nadien alsnog kan besluiten om niet tot Acceptatie over te gaan. Ook als een Product bij een eerste controle wordt geweigerd, blijven overeengekomen leveringstermijnen gewoon gelden.
Lid 4
De afgifte van een ontvangstbewijs is onder andere van belang om te kunnen bepalen op welk moment het risico van het Afgeleverde Product op Opdrachtgever overgaat (zie artikel 7.1).
Lid 5
Dit artikellid is opgenomen vanwege het sterk toegenomen belang van milieuregelgeving.
Artikel 8. Intellectuele eigendomsrechten
Lid 1
Dit artikellid bevat het contractuele uitgangspunt ten aanzien van het al dan niet overgaan van intellectuele eigendomsrechten (hierna verder IE rechten). Voor alle duidelijkheid wordt erop gewezen dat intellectuele eigendomsrechten strikt formeel rusten op een ‘werk’ als bedoeld in artikel 10 van de Auteurswet. In de ARBIT is dienaangaande volstaan met het begrip Prestatie die, als hiervoor opgemerkt, kan bestaan uit een te leveren Product, een uit te voeren Opdracht, een te verstrekken Gebruiksrecht dan wel een combinatie daarvan. Artikel 8 heeft derhalve betrekking op Prestaties die tevens zijn aan te merken als een ‘werk’ in vorenbedoelde zin dat om die reden voorwerp kan zijn van intellectuele eigendomsrechten. Omdat dergelijke rechten voor Wederpartij een niet onbelangrijke commerciële waarde kunnen vertegenwoordigen, verlangt deze voor de overdracht daarvan meestal een (soms aanzienlijke) Vergoeding. Van het in de ARBIT gekozen uitgangspunt mag in de Overeen- komst worden afgeweken omdat aan het verkrijgen van IE-rechten, voor Opdrachtgever anders dan voor marktpartijen nu eenmaal geen concurrentievoordelen verbonden zijn. Het voordeel van een eventueel lagere Vergoeding bij het uitblijven van de overdracht van IE rechten, dient daarom per geval te worden afgewogen tegen de nadelen daarvan. Zo’n nadeel kan bijvoorbeeld zijn dat Opdrachtgever, indien die rechten niet worden overgedragen, voor het Onderhoud van Programma- tuur meestal op Wederpartij is aangewezen omdat die dan als enige over de daarvoor benodigde Broncode beschikt.
In de praktijk is soms niet duidelijk bij wie de IE rechten berusten. Zo kan dat bijvoorbeeld lastig te beoordelen zijn indien een Prestatie bestaat uit een combinatie van Standaard (waarvan de IE rechten vrijwel nooit worden overgedragen) en Maatwerkprogrammatuur (waarvan de IE rechten in beginsel altijd worden overgedragen). Dat kan ertoe leiden dat Opdrachtgever IE-rechtelijke risico’s loopt.
Xxxxx afspraken daarover in de vorm van duidelijke garanties en vrijwaringen van Wederpartij, zijn daarom wenselijk.
Lid 7
Indien Opdrachtgever betrokken raakt bij een geschil over IE rechten op de Prestatie, kan hij de Overeenkomst ontbinden. Daartoe kan bijvoorbeeld aanleiding bestaan indien zijn bedrijfsvoering door zo’n geschil in het gedrang dreigt te komen. Ontbinding van de desbetreffende Overeenkomst hoeft niet te betekenen dat daarmee ook iedere verdere betrokkenheid van Opdrachtgever bij zo’n geschil is uitgesloten. De verplichting van Wederpartij tot vrijwaring, bedoeld in artikel 8.5, blijft daarom ook na ontbinding van de Overeenkomst (zie artikel 34) onverkort bestaan.
Artikel 9. Documentatie
Lid 1
Dit artikel is alleen van belang indien Documentatie beschikbaar is. Is dat niet zo en is Documentatie ook niet strikt noodzakelijk voor het kunnen gebruiken, beheren of onderhouden van de Prestatie, dan zal het verstrekken van een (aanvullende) opdracht tot het maken daarvan voornamelijk tot extra kosten leiden. Bovendien is Wederpartij op grond van artikel 13 in ieder geval verplicht tot het geven van ondersteuning.
Documentatie kan in fysieke of digitale vorm beschikbaar worden gesteld.
Artikel 11. Acceptatie
Lid 1
Uitgangspunt van de ARBIT is dat Opdrachtgever niet voor de Prestatie hoeft te betalen voordat hij die heeft geaccepteerd. Ook omdat Opdrachtgever geen garantie heeft op volledig gratis herstel van Xxxxxxxx die hij tijdens de Acceptatieprocedure redelijkerwijs had moeten constateren (zie artikel 12.3) is het, zeker bij omvangrijke Prestaties, van belang de Acceptatieprocedure zorgvuldig in te richten. Hoewel Acceptatie de legitimatie vormt voor betaling dient Opdrachtgever daarmee proportio- neel om te gaan. Zo mag hij bijvoorbeeld bij een gefaseerde Oplevering en Acceptatie van de Prestatie Wederpartij wel in termijnen betalen. Ook om andere redenen kan aanleiding bestaan om toch reeds voor Acceptatie tot (gedeeltelijke) betaling over te gaan. Dat kan bijvoorbeeld zo zijn indien Wederpar- tij een langlopende Opdracht anders volledig zou moeten voorfinancieren. Indien Opdrachtgever in dergelijke gevallen toch (gedeeltelijke) betaling voor Acceptatie met Wederpartij overeenkomt kan hij Wederpartij om een kredietinstellingsgarantie vragen (zie artikel 16).
Lid 2
Opdrachtgever kan mededeling van Acceptatie doen door het verzenden van een expliciete medede- ling dan wel door het toezenden van het verslag van een test op basis waarvan de Prestatie is goedgekeurd. In het laatste geval geldt de toezending aan Wederpartij van het betreffende testverslag als mededeling in de zin van dit artikellid. Mededeling van Acceptatie kan uiteraard pas worden gedaan nadat de Prestatie is verricht. Bij het downloaden van Programmatuur is dat het moment waarop Opdrachtgever daadwerkelijk over de Programmatuur kan beschikken en dus niet het moment waarop Opdrachtgever de autorisatiecode krijgt om de Programmatuur te kunnen downloaden.
Lid 4
Op enig moment moet, ook zonder mededeling als bedoeld in artikel 11.2 ARBIT, duidelijkheid bestaan over het al dan niet geaccepteerd zijn van de Prestatie. Dat neemt niet weg dat stilzwijgende Accepta- tie, ook vanwege de belangrijke consequentie daarvan voor het ontstaan van de betalingsverplichting, uitzondering moet blijven. Stilzwijgende Acceptatie kan worden voorkomen door Wederpartij er tijdig van in kennis te stellen dat niet binnen de voorgeschreven termijn van veertien (14) dagen kan worden meegedeeld of de Prestatie wordt geaccepteerd. Daarbij dient Opdrachtgever een andere, wel haalbare, termijn te vermelden waarbinnen hij aan Wederpartij mededeling inzake de al dan niet Acceptatie zal doen. Dat moet, rekening houdend met de omvang en het belang van de Prestatie, uiteraard wel een redelijke termijn zijn. Vervolgens moet hij Wederpartij voordat die termijn verstrijkt alsnog mededeling van de al dan niet Acceptatie doen.
Lid 6
Het staat Opdrachtgever vrij om een Prestatie die Gebreken bevat toch te accepteren. Hij is daartoe echter nooit verplicht, ook niet als het daarbij slechts zou gaan om wat voorheen wel ‘kleine gebreken’ werden genoemd.Het is van belang dat Opdrachtgever die een Prestatie ondanks de aanwezigheid van Xxxxxxxx accepteert, dat zorgvuldig vastlegt. Daarmee wordt voorkomen dat Wederpartij aan Acceptatie het verval van recht op volledig gratis herstel ontleent omdat sprake zou zijn van Gebreken die Opdrachtgever redelijkerwijs al bij Acceptatie had moeten constateren maar niet heeft geconsta- teerd als bedoeld in artikel 12.3.
Artikel 12. Garanties
Leden 1 t/m 7
Het niet nakomen van een verplichting uit hoofde van de afgegeven garanties leidt naar veelal wordt aangenomen direct tot een tekortkoming van Wederpartij met alle daaraan voor Opdrachtgever verbonden contractuele en wettelijke rechten. De tekortkoming behoeft daarvoor niet aan Wederpartij toerekenbaar te zijn en zal in de regel dan ook niet terzijde kunnen worden gesteld met een beroep op overmacht.
Lid 3
Deze garantie betreft het herstel van Xxxxxxxx die optreden of geconstateerd worden na Acceptatie. De garantie geldt gedurende 12 maanden na Acceptatie. Extra kosten verbonden aan het herstel door Wederpartij van Gebreken die Opdrachtgever redelijkerwijs bij Acceptatie had moeten constateren, komen voor rekening van Opdrachtgever. Dat legt een extra verplichting op Opdrachtgever om de Acceptatie zorgvuldig vorm en inhoud te geven.
Lid 5
Deze garantie geldt alleen voor het herstel van Xxxxxxxx die Opdrachtgever al tijdens de Acceptatie- procedure heeft gesignaleerd maar die niet aan Acceptatie in de weg hebben gestaan (zie ook artikel
11.6 ARBIT).
Lid 7
Het is vaak van belang dat de Prestatie wordt onderhouden. Dat geldt met name voor Gebruiksrech- ten. Opdrachtgever moet dat Onderhoud desgewenst ook kunnen verkrijgen. De ARBIT bevatten de garantie dat Wederpartij de Prestatie tot 3 jaar na Acceptatie overeenkomstig het dienaangaande in de Bijzondere bepalingen Onderhoud bepaalde, kan onderhouden. Ook voor de daaropvolgende 2 jaar kan Opdrachtgever aanspraak op onderhoud maken maar dat hoeft dan niet meer gelijk te zijn aan het gedefinieerde Onderhoud. Wil Opdrachtgever daarover geen enkele onzekerheid dan moet hij direct bij het afnemen van de Prestatie (voor een langere periode) Onderhoud met Wederpartij overeenko- men en dat eventueel op een later moment laten ingaan.
Artikel 14. Facturering, korting en Meerwerk
Lid 4
Ondanks de voorgestane actieve precontractuele houding op basis waarvan Wederpartij in de fase van de verstrekking van de Opdracht ook de haalbaarheid van een daarbij eventueel bekend gemaakt financieel kader dient te onderzoeken (zie artikel 4.2), kan zich ‘gaande de rit’ toch een noodzaak tot Meerwerk voordoen met name als de Prestatie op basis van een vaste Vergoeding is overeengeko- men. Opdrachten voor Meerwerk mogen, ook vanwege de daaraan verbonden aanbestedingsrechte- lijke risico’s (de omvang van de opdracht wordt daardoor na de gunning immers gewijzigd hetgeen aanbestedingsrechtelijk alleen in uitzonderingsgevallen is toegestaan), slechts bij uitzondering worden verstrekt. Voor Meerwerk gelden daarnaast de overeengekomen voorwaarden. Opdrachtgever dient zich er in ieder geval steeds goed van bewust te zijn dat aan tussentijdse wijzigingen van de Opdracht aanvullende financiële consequenties verbonden kunnen zijn.
Artikel 15. Betaling en controle
Lid 1
De betaaltermijn is onder verwijzing naar het Besluit van de minister-president van 23 februari 2009, nr. 3075033, Stcrt. 2009, 53, p1, verkort tot 30 dagen. Voor het betaalbaar kunnen stellen van een
factuur is de interne goedkeuring daarvan meestal noodzakelijk. Opdrachtgever dient er voor te zorgen dat die goedkeuring, die uiteraard alleen betrekking kan hebben op door Wederpartij op de factuur te vermelden gegevens, zo snel mogelijk plaatsvindt. Wanneer Opdrachtgever een factuur afkeurt omdat de door Wederpartij op grond van de Overeenkomst op die factuur te vermelden gegevens onjuist of onvolledig zijn, dient hij Wederpartij daarvan binnen 14 dagen in kennis te stellen. Goedkeuring betreft uitsluitend de factuur en houdt geen Acceptatie in. Voor Acceptatie wordt verwezen naar artikel 11.
Lid 2
Er is voor gekozen om voor schadevergoeding verschuldigd wegens vertraging in de voldoening van een geldsom, aan te sluiten bij de (strengere) regeling voor handelsovereenkomsten van artikel 6:119a BW. De op basis daarvan verschuldigde handelsrente is hoger dan de rente bedoeld in artikel 6:119 BW. Opdrachtgever is over het openstaande bedrag rente verschuldigd met ingang van de dag volgend op die welke geldt als uiterste dag van betaling. De verplichting tot betaling van rente loopt door tot en met de dag waarop de verschuldigde Vergoeding (verhoogd met de daarop tot op dat moment belopen rente) alsnog wordt voldaan.
Artikel 16. Voorschot
Lid 1
Uitgangspunt van de ARBIT is dat geen betalingen aan Wederpartij worden gedaan voordat Opdracht- gever de Prestatie heeft geaccepteerd. Dat is ook redelijk nu ondernemers met het Rijk als Opdrachtge- ver nauwelijks enig debiteurenrisico lopen. Onder bijzondere omstandigheden kan er echter toch aanleiding bestaan voor het betalen van een voorschot. Opdrachtgever moet dan wel zoveel mogelijk proberen in te schatten hoe groot het risico is dat Wederpartij zijn contractuele verplichtingen jegens hem niet of niet geheel zal nakomen. Op het betalen van een voorschot is de Regeling verlening voorschotten 2007 van de Minister van Financiën van toepassing. Op grond daarvan is bij het betalen daarvan onder bepaalde omstandigheden het eisen van zekerheidstelling verplicht. Opdrachtnemer kan aan deze eis voldoen door overlegging van een kredietinstellingsgarantie, ook wel bankgarantie genoemd. Dat is een formulier dat door een bank- of kredietinstelling op verzoek en voor rekening van Opdrachtnemer wordt opgesteld en waarmee de bank onder de voorwaarden van de bankgarantie garandeert een bepaald maximumbedrag uit te betalen, indien Opdrachtgever daarop aanspraak maakt.Het vragen van een bankgarantie kan bijvoorbeeld redelijk zijn als tussen het betalen van een factuurbedrag door Opdrachtgever en het verrichten van de Prestatie door Opdrachtnemer, een relatief lange periode zit. Omdat het afgeven van een kredietinstellingsgarantie aanzienlijke kosten voor Wederpartij met zich kan brengen, dient Opdrachtgever met het vragen daarvan terughoudend te zijn.
Een model van een kredietinstellingsgarantie is als Bijlage bij de Modelovereenkomst ARBIT gevoegd.
Artikel 17. Geheimhouding
Lid 1
Een geheimhoudingsverplichting kan eventueel worden vastgelegd in een door Wederpartij onderte- kende schriftelijke geheimhoudingsverklaring.
Artikel 18. verwerking persoonsgegevens
Lid 1
Meestal zal de Overeenkomst ook als ‘bewerkersovereenkomst’ in de zin van artikel 14, lid 2 Wbp kunnen gelden. De Wet bescherming persoonsgegevens (’Wbp’) stelt niet de eis dat daarvoor een aparte overeenkomst moet worden opgemaakt.
Lid 2
De (eigen) wettelijke verplichting van Opdrachtgever wordt hier contractueel ‘doorgelegd’ naar Opdrachtnemer. Die dient er onder andere voor te zorgen dat de te treffen passende technische en organisatorische maatregelen schriftelijk worden vastgelegd. Voor alle duidelijkheid wordt erop gewezen dat deze ‘doorlegging’ van wettelijke verplichtingen van Opdrachtgever naar Opdrachtnemer, aan de eigen verplichtingen van Opdrachtgever als ‘verantwoordelijke’ in de zin van de Wbp, niets afdoet.
Lid 4
Het doorzenden van persoonsgegevens naar landen buiten de EU is geregeld in de artikelen 76 t/m 78 Wbp. Omdat Wederpartij wordt aangemerkt als ‘bewerker’ in de zin van die wet maar de Minister desondanks wettelijk (eind)verantwoordelijk blijft voor een correcte gegevensverwerking, wordt een en ander hier zekerheidshalve herhaald.
Artikel 22. Vervanging Personeel van Wederpartij
Lid 1
Wederpartij dient zijn Personeel slechts bij wijze van uitzondering, en alleen met toestemming van Opdrachtgever, te vervangen. Zeker als het daarbij gaat om Personeel dat Opdrachtgever van cruciaal belang acht voor het verrichten van de Prestatie, (zogenoemde sleutelfiguren) zal die toestemming in de regel niet behoeven te worden verleend.
Lid 2
De hier bedoelde vervanging heeft niet alleen betrekking op situaties waarin Opdrachtgever Personeel onbekwaam acht maar ook op situaties waarin sprake is van ‘incompatibilité d’humeur’. Bij het laatste gaat het om bezwaren gelegen in de persoon zelf. Voor een dergelijk verzoek tot vervanging kan ook aanleiding bestaan bij het uitblijven van een Verklaring omtrent het gedrag (VOG).
Artikel 24. Overdracht rechten en verplichtingen
Overdracht van rechten en verplichtingen uit de Overeenkomst leidt juridisch tevens tot een overgang van de verantwoordelijkheid voor de correcte nakoming daarvan. De derde aan wie door Wederpartij contractuele verplichtingen worden overgedragen, wordt voor het overgedragen deel, anders dan bij de onderaanneming van artikel 23 ARBIT, ten opzichte van Opdrachtgever immers zelf uitvoerder van (dat deel van) de Overeenkomst. Daarom is daarvoor steeds toestemming van Opdrachtgever vereist.
Artikel 26. Aansprakelijkheid
Leden 1, 2 en 3
Gebreken in Prestaties kunnen (zeker op het terrein van de IT) tot grote, vaak moeilijk op voorhand te overziene consequenties in de vorm van (gevolg)schades leiden. Teneinde de daaruit voor de markt voortvloeiende risico’s beheersbaar en daarmee verzekerbaar te houden, is afgezien van toepassing van het in beginsel onbeperkte wettelijke aansprakelijkheidsregime. In plaats daarvan is gekozen voor een regeling waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen persoons- en zaakschade alsmede daaruit voortvloeiende schade (de zogenoemde indirecte of gevolgschade) en overige schade. Voor persoons- en zaakschade en daaruit voortvloeiende schade, welke schades doorgaans vallen onder de dekking van een aansprakelijkheidsverzekering bedrijven (AVB), is aansluiting gezocht bij het daarvoor gebruikelijk in de IT-markt verzekerde bedrag van 1.250.000 euro per aanspraak (zie artikel 29.2 ARBIT). Bedoelde schades en de daaruit voortvloeiende schades (zoals doorbetaling van salaris in geval van persoonsschade en kosten van vervangende apparatuur in geval van zaakschade) vallen derhalve onder de aansprakelijkheidsbeperking van lid 2.
De aansprakelijkheid voor overige schade die in de praktijk meestal zal bestaan uit zuivere vermogens-
schade (d.w.z. op zichzelf staande schade die niet is een gevolg is van daaraan voorafgaande persoons- of zaakschade) en die doorgaans valt onder de dekking van een beroepsaansprakelijkheids- verzekering (BAV), is gelimiteerd op een bedrag van maximaal vier (4) maal de hoogte van de Vergoeding per aanspraak. In de Overeenkomst kunnen de genoemde maxima op een ander bedrag worden vastgesteld indien de aard van de Prestatie, de daaraan verbonden risico’s en/of de omvang van de Vergoeding daartoe aanleiding geven.
De voorheen gebruikelijke verhoging van de aansprakelijkheid in geval van ‘beroepsfouten’, is vervallen omdat vrijwel alle fouten van Wederpartij bij de uitvoering van de Overeenkomst, als ‘beroepsfouten’ kunnen worden aangemerkt. De met het oog op beheersbaarheid van de aansprake- lijkheidsrisico’s geïntroduceerde maximalisering daarvan, zou bij handhaving van de ‘beroepsfout’ derhalve al direct weer vrijwel volledig aan belang verliezen.
Verder verdient aandacht dat zowel in deze artikelleden als in artikel 29.2 ARBIT, is gekozen voor ‘aanspraak’ in plaats van de bij verzekeringen gebruikelijke ‘gebeurtenis’. Onder ‘aanspraak’ wordt hier verstaan een schriftelijke bij Wederpartij ingediende aansprakelijkstelling. Samenhang tussen aanspraken kan zich in beginsel voordoen gedurende de gehele looptijd van de Overeenkomst en indien de aanspraak later wordt gedaan ook nadien. Indien de aard van de Overeenkomst of de aard en omvang van te belopen schade daartoe aanleiding geven, kan de periode gedurende welke van samenhang sprake kan zijn, in de Overeenkomst worden beperkt.
Lid 4
Dit lid bevat drie (gebruikelijke) uitzonderingen op de in de leden 2 en 3 opgenomen maximalisering van de aansprakelijkheid. De onder b opgenomen uitzondering heeft niet alleen betrekking op opzet of grove schuld van de leiding van de onderneming van Xxxxxxxxxxx maar ook op die van het Personeel. Dat is van belangrijk omdat meestal het Personeel en niet de leidinggevenden, worden ingezet voor de uitvoering van de werkzaamheden.
Artikel 27. Overmacht
Lid 3
Voor alle duidelijkheid bevat dit lid een herhaling van hetgeen is geregeld in artikel 6:78 BW.
Artikel 28. Gebreken in de samenwerking met andere programmatuur of apparatuur
De praktijk leert dat IT Producten en/of Programmatuur van verschillende marktpartijen niet altijd even goed met elkaar kunnen samenwerken (‘compatibel’ zijn). Dit artikel verplicht Wederpartij om op verzoek van Opdrachtgever deel te nemen aan een overleg van bij zo’n samenwerkingsprobleem – mogelijk – betrokken derden met als doel het vinden van de oorza(a)k(en) daarvan en zo mogelijk een oplossing.
Artikel 29. Verzekering
Lid 1
Hoewel er geen wettelijke verplichting tot het afsluiten van een verzekering bestaat, hebben veel bedrijven een aansprakelijkheidsverzekering bedrijven (AVB) afgesloten. In de IT-branche zijn ook veel bedrijven tegen beroepsaansprakelijkheid (BAV) verzekerd. Ook komen computerapparatuur-, gegevens- en softwareconstructieverzekeringen en verzekeringen tegen de specifieke risico’s van internet en e-commerce, voor. Het afsluiten van verzekeringen voor specifieke IT-projecten is in het algemeen moeilijk en kostbaar. Zowel verzekeraars als de IT-brancheorganisatie ICT-Office kunnen meestal wel informatie verstrekken over wat een ‘passende en gebruikelijke wijze’ van verzekeren is. Daarbij dient te worden bedacht dat het enkele feit dat Wederpartij verzekerd is niet persé hoeft te betekenen dat door Opdrachtgever geleden schade ook steeds (volledig) zal worden vergoed. Dat hangt immers mede af van het bedrag dat op de verzekeringspolis van Wederpartij nog voor uitkering open staat op het moment waarop Opdrachtgever schade lijdt alsook van het daarbij geldende eigen risico en de eventueel in de verzekeringspolis opgenomen uitsluitingsgronden. Ook ten aanzien van het eigen risico en eventuele uitsluitingsgronden geldt steeds dat ze ‘passend en gebruikelijk’ zullen moeten zijn. Bijzondere aandacht verdient nog dat verzekeraars wettelijk bevoegd zijn om verzeke- ringsbepalingen eenzijdig en zelfs met terugwerkende kracht te wijzigen. Dat kan Wederpartij al dan niet tijdelijk voor problemen stellen bij de naleving van de in dit artikellid opgenomen verplichting om zich op een naar verkeersnormen passende en gebruikelijke wijze te verzekeren en verzekerd te houden. Opdrachtgever zal daarmee in zo’n geval naar redelijkheid rekening dienen te houden tenzij daarover in de Overeenkomst expliciete afspraken zijn gemaakt.
Is de Opdracht voorwerp geweest van een Europese aanbesteding, dan moeten de eisen die op grond van dit artikel aan een verzekering worden gesteld, vanzelfsprekend overeenkomen met de eisen die daaromtrent eerder tijdens die aanbesteding (met name in de selectiefase) zijn gesteld.
Tenslotte wordt erop gewezen dat hetgeen in dit artikel is bepaald ten aanzien van de AVB eveneens geldt voor de BAV (zie artikel 52 ARBIT).
Lid 3
Verzoeken tot het overleggen van bewijzen van premiebetaling of informatie over (dreigende) schadeclaims kunnen, vooral bij beursgenoteerde bedrijven op bezwaren stuiten omdat het daarbij gaat om koersgevoelige informatie die daarom niet mag worden verstrekt. Ook weigeren verzekeraars soms om de verzekeringspolis aan derden over te leggen uit vrees voor daarop afgestemd claimge- drag. Wel is men in de regel bereid om certificaten af te geven met informatie over de aard en omvang van de door Wederpartij afgesloten verzekering(en).
Lid 5
Cessie aan Opdrachtgever van eventueel uit de verzekering voortvloeiende vorderingen, heeft als doel te voorkomen dat Opdrachtgever bijvoorbeeld bij een onverhoopt faillissement van Wederpartij met
lege handen komt te staan. Zonder voorafgaande cessie van dergelijke uitkeringen zouden die dan immers in de boedel van de failliete Wederpartij vallen. Cessie bij voorbaat wordt inmiddels door de meeste verzekeraars in de polis verboden. Mede gelet op het bepaalde in artikel 3:287 BW op grond waarvan een vordering tot schadevergoeding bevoorrecht is op een eventuele vordering die Weder- partij terzake op zijn verzekeraar heeft, is er vanaf gezien om de cessie bij voorbaat nog in de ARBIT op te nemen.
Tenslotte zij erop gewezen dat ook bij het sluiten van Overeenkomsten met (Nederlandse) dochter- maatschappijen van in het buitenland gevestigde moedermaatschappijen, het bepaalde in dit artikel onverkort van toepassing is.
Artikel 30. Ontbinding en opzegging
Lid 1
Bij ontbinding van de Overeenkomst ontstaan zogenoemde ongedaanmakingsverbintenissen (art. 6:271 BW). De ontvanger van een Prestatie is op grond daarvan verplicht tot teruggave daarvan. Bij ICT contracten zal dat veelal niet onverkort mogelijk zijn. In dat geval kan de partij die ontbindt, gehouden zijn een vergoeding te betalen voor de waarde die de ontvangen Prestatie heeft gehad (artikel 6: 272 BW).
Ook gedeeltelijke ontbinding van de Overeenkomst als bedoeld in artikel 6:270 BW is mogelijk indien de tekortkoming geen volledige ontbinding rechtvaardigt of Opdrachtgever er de voorkeur aan geeft om (een deel van) een reeds verrichte Prestatie te behouden.
Omdat de Overeenkomst veelal het gevolg zal zijn van een Europese aanbesteding is aan het artikel toegevoegd dat Opdrachtgever de Overeenkomst kan ontbinden indien alsnog uitsluitingsgronden op Opdrachtnemer van toepassing zijn. Ook kan het voorkomen dat Opdrachtnemer niet langer aan de destijds gestelde kwalificatiecriteria of minimumeisen voldoet. Dat laatste is onder meer afhankelijk van de inhoud van de gevoerde aanbesteding. Daarom zijn daar in de Arbit zelf geen gevolgen aan verbonden. In daartoe aanleiding gevende gevallen kunnen daarvoor in de met de aanbesteding mee te zenden Overeenkomst specifieke bepalingen worden opgenomen.
Lid 3
Surseance van betaling, al dan niet in voorlopige vorm, is vooral bedoeld om bedrijven de kans op een doorstart te bieden en faillissement te voorkomen. Daarmee dient bij het overwegen van de mogelijkheid om in geval van surseance tot ontbinding van de Overeenkomst over te gaan, dan ook rekening te worden gehouden.
Lid 4
Op grond van de Wet implementatie rechtsbeschermingsrichtlijnen aanbesteden (Wira) kan een overeenkomst onder omstandigheden op aanbestedingsrechtelijke gronden worden vernietigd. Deze vernietiging wordt door de rechter in een bodemprocedure uitgesproken. Tussen het moment waarop Opdrachtgever bekend is met de vernietigingsgrond (uiterlijk de datum van de dagvaarding) en de datum van de uitspraak in de bodemprocedure kan een dermate lange periode zijn gelegen dat Opdrachtgever er belang bij heeft de overeenkomst voortijdig eenzijdig te ontbinden. Het gaat dan met name om situaties waarin er naar eigen inschatting een grote kans bestaat dat de rechter de vernietiging van de Overeenkomst zal uitspreken en Opdrachtgever met een voortijdige ontbinding de schade als gevolg daarvan kan beperken.
Lid 5
Normaliter is bij contractering op basis van de ARBIT sprake van één Overeenkomst en één Wederpar- tij. Is dat in een concreet geval anders en schiet Wederpartij bij de uitvoering van een van die Overeenkomsten tekort of komt hij anderszins tijdelijk of blijvend in de onmogelijkheid te verkeren om te presteren, dan kan het wenselijk zijn om behalve de eigenlijke Overeenkomst ook een of meer van de daarmee wezenlijk samenhangende Overeenkomsten met Wederpartij te ontbinden. Daarvoor moet derhalve sprake zijn van een essentieel verband tussen de betreffende Overeenkomsten. Dat kan bijvoorbeeld zo zijn indien Opdrachtgever van Wederpartij voorafgaand aan een door deze uit te voeren IT project, alvast bij afzonderlijke Overeenkomst Gebruiksrechten heeft afgenomen. Mocht het desbetreffende IT project in dat geval mislukken dan zal Opdrachtgever meestal ook geen behoefte meer hebben aan die Gebruiksrechten. Omdat de gevolgen van de ontbinding zich in dat geval verder uitstrekken dan alleen tot de Overeenkomst bij de uitvoering waarvan tekort wordt geschoten, is het noodzakelijk dat een dergelijk verband tussen Overeenkomsten daarin duidelijk wordt vastgelegd.
Artikel 32. Exitclausule
Lid 1
Het is vrijwel altijd zo dat Opdrachtgever in zekere mate afhankelijk is van Wederpartij waardoor hij bij beëindiging van de Overeenkomst niet zonder Wederpartij verder kan. Opdrachtgever zal bijvoorbeeld zelf werkzaamheden moeten verrichten die hij dacht te hebben uitbesteed of een nieuwe Wederpartij in staat moeten stellen die werkzaamheden te verrichten. Zowel Opdrachtgever als de nieuwe Wederpartij hebben er belang bij dat de uitvoering van een IT-overeenkomst niet wordt belemmerd door migratieperikelen als gevolg van gebrekkige medewerking van de oude Wederpartij. Het verdient dus aanbeveling om een en ander nader uit te werken in de IT-overeenkomst.
Lid 2
Bij een ’normale’ beëindiging van de Overeenkomst vormt de medewerking van de Wederpartij een betaalde dienst. Wordt de Overeenkomst wegens een toerekenbare tekortkoming ontbonden dan is die medewerking onderdeel van de schadebeperkingsplicht en wordt daarvoor niet apart betaald.
Artikel 35. Geschillen en toepasselijk recht
Lid 1
Steeds vaker wordt voor het oplossen van geschillen gebruik gemaakt van andere vormen van rechtspraak dan die door de rechter. Daarbij kan ondermeer worden gedacht aan arbitrage en mediation. De ARBIT gaan in beginsel nog steeds uit van rechtspraak door de rechter maar laten wel uitdrukkelijk de mogelijkheid open dat partijen een andere wijze van geschilbeslechting overeenko- men. In de Modelovereenkomst is met het oog daarop een facultatieve bepaling opgenomen. Bij een keuze daarvoor dienen partijen zich voor de beslechting van hun geschil te wenden tot de in het beslechten van automatiseringsgeschillen gespecialiseerde Stichting Geschillenoplossing Automatise- ring (SGOA). De afspraak om een geschil niet aan de gewone rechter voor te leggen kan ook op een later moment nog worden gemaakt.
Juist bij de beoordeling van IT-geschillen zal vaak behoefte bestaan aan het inhoudelijk oordeel van een IT-deskundige. Dat kan worden verkregen door de inschakeling van een deskundige in een gewone procedure maar bijvoorbeeld ook door een keuze voor arbitrage als vorm van geschillenbe- slechting. Mediation is, anders dan gewone rechtspraak en arbitrage, vooral gericht op het inzichtelijk maken van persoonlijke motieven van partijen en minder op een juridische en technische beoordeling van het geschil. Overigens kan ook de gewone rechter partijen, in daartoe naar zijn oordeel aanleiding gevende gevallen, adviseren een mediator in te schakelen.
Lid 2
De bepalingen van het Weens Koopverdrag die alleen zien op de koop van roerende zaken zijn, zoals meestal gebeurt in algemene voorwaarden van kopers, samen met (andere) regels van internationaal privaatrecht van toepassing uitgesloten.
BIJZONDERE BEPALINGEN KOOP
Artikel 38. Installatie
Dit is een van de artikelen uit de ARBIT die terugblikken op de fase voorafgaand aan het sluiten van de Overeenkomst (zie bijvoorbeeld ook artikel 4 ARBIT). Inspectie is immers alleen zinvol voordat het Product is Afgeleverd. Aan deze verplichting moet dus al in de aanbestedingsfase aandacht worden geschonken. De bijzondere eisen die het Product aan zijn omgeving stelt, zijn mede bepalend voor de vraag of tot zo’n inspectie moet worden overgegaan. Ziet Leverancier daarvan af en blijkt later dat de plek van Installatie vanwege de eisen die het Product daaraan stelt had moeten worden aangepast, dan kan hem dat worden aangerekend.
Artikel 39. Garanties
Onder ‘nieuw’ worden tevens verstaan zogenoemde ‘refurbished’ (opgeknapte) onderdelen.
Artikel 40. Bijzondere informatieverplichting
Deze verplichting geldt gedurende drie jaar na het sluiten van de Overeenkomst. Daarna staat het partijen uiteraard vrij om dergelijke informatie uit te (blijven) wisselen.
Artikel 41. Modificaties van Producten
Verplichte modificaties worden steeds kosteloos uitgevoerd. Het zal daarbij meestal gaan om modificaties die verband (kunnen) houden met productaansprakelijkheid van de Leverancier als bedoeld in artikel 6:185 e.v. BW.
Volledigheidshalve wordt er nog op gewezen dat Gebruiksrechten op besturingssoftware in bijvoor- beeld hardware, anders dan bij de BiZa modelcontracten het geval was, afzonderlijk moeten worden verworven.
BIJZONDERE BEPALINGEN GEBRUIKSRECHTEN
Algemeen
De licentiepraktijk van Standaardprogrammatuur kent diverse varianten waaronder bekende als concurrent user-, site- en MIPS-licenties (‘million instructions per second’). In feite zijn dit contractuele afspraken over de vormen van gebruik die de rechthebbende van de programmatuur aan de gebruiker daarvan wel of niet toestaat en waar wel of niet aanvullend voor moet worden betaald. Veel van die licenties (in de ARBIT Gebruiksrechten genoemd) zijn door de fabrikanten contractueel vaak ook nog verschillend uitgewerkt. Zo kende bijvoorbeeld alleen Microsoft tot voor kort al ruim honderd verschillende licentievormen.
In de ARBIT is er voor gekozen om, ongeacht het door Wederpartij aangeboden licentiemodel, te volstaan met het vastleggen van een aantal bij licentiëring van Standaardprogrammatuur wenselijk geachte voorwaarden. Daarmee wordt voorkomen dat de ARBIT bij wijzigingen van bestaande licentiemodellen steeds opnieuw moeten worden aangevuld en/of gewijzigd.
Indien onverkorte toepassing van de ARBIT bij de verwerving van Gebruiksrechten in een voorliggend geval niet mogelijk blijkt dient over een eventuele afwijking daarvan contact te worden opgenomen met de juridische afdeling van uw organisatie. Ook dan dient echter wel steeds zoveel mogelijk aan de uitgangspunten van de ARBIT te worden vastgehouden.
Open source
Aan de inzet van open source Programmatuur (hierna ook te noemen OSS), zijn bijzondere conse- quenties ten aanzien van de toepasselijkheid van de ARBIT verbonden. In haar Actieplan ’Nederland Open in Verbinding’ heeft het Kabinet aangegeven dat het betrekken van OSS voor overheden een ‘forse inspanningsverplichting’ is. Bij OSS wordt, anders dan bij ‘closed source’ Programmatuur, de Broncode vrijgegeven en mag de gebruiker de Programmatuur – verder – openbaar maken en wijzigen. Bij ‘closed source’ Programmatuur mag alleen de rechthebbende dat. OSS wordt onder eigen licentievoorwaarden uitgebracht met als meest typerende kenmerk een volledig vrij toeganke- lijke Broncode. Inmiddels bestaan er vele tientallen door het Open Source Initiative goedgekeurde OSS licenties met als bekendste de GNU/GPL, Mozilla en BSD.
Omdat aan het betrekken en inzetten van OSS bijzondere civiel-, auteurs- en aanbestedingsrechtelijke consequenties verbonden zijn, kan OSS niet zonder meer op basis van de Voorwaarden worden verworven. Die zijn namelijk in de eerste plaats geschreven vanuit het perspectief van de verwerving van Gebruiksrechten op ‘closed source’ Programmatuur.
Bij de afname van OSS zijn verschillende situaties denkbaar. Indien OSS (gratis) van het internet wordt gedownload en daarbij de toepasselijke licentievoorwaarden worden geaccepteerd, zijn de ARBIT niet van toepassing. Wordt Programmatuur aanbesteed en kunnen daarbij zowel aanbieders van OSS als closed source Programmatuur inschrijven, dan dient te worden gezorgd voor een gelijke behandeling van de inschrijvers (’level playing field’). In de praktijk zal dit ertoe leiden dat ook van marktpartijen die op basis van OSS aanbieden, geëist zal worden dat zij bepaalde verplichtingen uit de ARBIT, bijvoor- beeld ten aanzien van aansprakelijkheid, vrijwaring en garanties, aanvaarden. OSS licentievoorwaar- den verzetten zich daartegen meestal ook niet. Die aanvullende verplichtingen moeten dan vanwege het feit dat de ARBIT in zo’n geval niet althans niet integraal van toepassing (kunnen) zijn, afzonderlijk in een overeenkomst worden vastgelegd. Wederpartij dient daarbij duidelijk aan te geven welke specifieke licenties op welke delen van de Programmatuur van toepassing zijn.
In een speciaal met het oog op het verwerven van OSS Programmatuur op te stellen addendum bij de Model (Raam)overeenkomst zal worden vermeld welke specifieke ARBIT bepalingen in dat geval wel en welke niet van toepassing zijn. Dat addendum geldt derhalve (zie ook de Toelichting onder 1.4) voor de situatie waarin Wederpartij bij het verrichten van de Prestatie mede gebruik maakt van OSS Programmatuur.
Voorts is denkbaar dat een IT-opdracht wordt aanbesteed waarbij wordt volstaan met het vragen van de inschrijvers om een oplossing voor een in de opdracht beschreven probleem. Ook dan moet een ‘level playing field’ bestaan en zal een Wederpartij die bij zijn oplossing gebruik wil maken van OSS, in ieder geval aanvullende verplichtingen als hiervoor bedoeld moeten aanvaarden. Dat kan ook dan
gebeuren door vorenbedoeld addendum bij de Model (Raam)Overeenkomst van toepassing te verklaren.
Het platform Nederland Open in Verbinding (NOiV) heeft in met het oog op het voorgaande een Handreiking opgesteld die kan worden gevonden via de link: xxxx://xxx.xxxxx.xx/xxxxxxxxxx. In de Handreiking wordt tevens ingegaan op de vraag wanneer OSS moet worden aanbesteed. Omdat het betrekken van OSS in de praktijk meestal wordt gecombineerd met een daarop aansluitende vorm van dienstverlening in de vorm van Maatwerk en/of Onderhoud, komt OSS hierna nog kort aan de orde in het Bijzondere deel Opdrachten (zie artikel 59).
Artikel 42. Aanvullende begripsbepalingen
Lid 1
Waar in deze Bijzondere bepalingen sprake is van ‘onderhoud’ (derhalve met een kleine letter en niet als begrip met een hoofdletter) gaat het alleen om handelingen die strikt noodzakelijk zijn voor de continuïteit van het gebruik van Standaardprogrammatuur. Andere meer omvattende activiteiten zoals het uitbrengen van Nieuwe versies, maken daar geen onderdeel van uit. Dat kan wel zo zijn indien sprake is van Onderhoud met een hoofdletter (artikel 68 e.v.).
Vaak worden Opdrachtgevers overigens bij de aanschaf van Gebruiksrechten contractueel verplicht om tevens Onderhoud van Wederpartij af te nemen.
Artikel 43. Aard en inhoud van het Gebruiksrecht
Een Gebruiksrecht (licentie) is een persoonlijk recht dat Opdrachtgever verkrijgt op basis van een Overeenkomst. Gebruiksrechten worden in verschillende vormen op de markt gebracht. De vastleg- ging van de omvang van een Gebruiksrecht is een belangrijk onderdeel van de Overeenkomst.
Leveranciers beperken de omvang van dat recht vaak sterk wat veel onduidelijkheid kan opleveren. De omvang van een Gebruiksrecht wordt in de ARBIT vooral bepaald door het Overeengekomen gebruik (zie artikel 1.23). Hiermee kan Opdrachtgever zich er van verzekeren dat hij Standaardprogrammatuur ook inderdaad zal kunnen gebruiken voor het daarmee door hem beoogde doel. Om te kunnen vaststellen wat het Overeengekomen gebruik in een concreet geval inhoudt worden partijen gedwon- gen zich vooraf een goed beeld te vormen van hetgeen Opdrachtgever met de inzet van de Program- matuur voor ogen staat. Aangezien bij het sluiten van een Overeenkomst door onderdelen van de Rijksoverheid steeds de Staat der Nederlanden als formele contractspartij optreedt, is het voor de bepaling van de omvang van het toegestane gebruik van Gebruiksrechten vereist dat duidelijkheid bestaat over de vraag wie exact de feitelijke Opdrachtgever/gebruiker is. Het door deze beoogde gebruik van de Programmatuur is immers in beginsel bepalend voor wat uiteindelijk als Overeengeko- men en dus toegestaan gebruik van de Standaardprogrammatuur moet worden beschouwd. Inkopers dienen er bij het opstellen van het Bestek dan ook goed op te letten wie de feitelijke gebruikers van de Standaardprogrammatuur worden en voor welk doel zij die Programmatuur willen inzetten.
Lid 1
Hoofdregel is dat een Gebruiksrecht eeuwigdurend en onherroepelijk is. Dat neemt niet weg dat Wederpartij de Overeenkomst in geval van een tekortkoming door Opdrachtgever (bijvoorbeeld omdat die de Vergoeding niet betaalt) de Overeenkomst kan ontbinden en dat de daaruit wettelijk voortvloei- ende ‘ongedaanmakingsverbintenissen’ (zie onder artikel 30, lid 1, hiervoor) dan alsnog kunnen leiden tot beëindiging van het Gebruiksrecht. Bovendien kan het onder omstandigheden (bijvoorbeeld bij software die slechts korte tijd gebruikt gaat worden) verstandig zijn om geen eeuwigdurend maar een
– veelal goedkoper – tijdelijk Gebruiksrecht te verwerven. In dat geval dient in de Overeenkomst een afwijkende bepaling te worden opgenomen.
Lid 2
Dit artikellid bevat enkele specifieke rechten die worden geacht altijd in een Gebruiksrecht te zijn begrepen. Tot die rechten behoort onder meer het recht om kopieën te vervaardigen, op te slaan en regelmatig te testen met het oog op calamiteiten. Het recht om die kopieën, mocht zich zo’n calamiteit voordoen, ook te mogen gebruiken is daarbij inbegrepen. Bij het gebruik van de Standaardprogram- matuur ten behoeve van test- en ontwikkeldoeleinden moet ‘ontwikkelen’ worden verstaan in de beperkte zin van handelingen ter voorbereiding van de ingebruikname van Standaardprogrammatuur.
Bij het gebruik door een derde van Standaardprogrammatuur waarvan de Gebruiksrechten eerder door Opdrachtgever zijn verworven, kan met name aan ‘outsourcing’ worden gedacht. Daarbij geldt nadrukkelijk dat de Gebruiksrechten door de outsourcing dienstverlener alleen ten behoeve van de
eigen bedrijfsvoering van Opdrachtgever mogen worden ingezet. De bij de outsourcing aan dat bedrijf beschikbaar gestelde Programmatuur mag dus niet ook voor diensten ten behoeve van derden (waaronder in dit verband begrepen andere overheidsdiensten) worden gebruikt. Dat zou ook niet meer aansluiten bij het Overeengekomen gebruik. De licentiegever kan bovendien verlangen dat de outsourcing dienstverlener dan een geheimhoudingsverklaring ondertekent.
Lid 3
Om de continuïteit van de bedrijfsvoering te verzekeren, mag Opdrachtgever Standaardprogramma- tuur die bij hem in gebruik is kopiëren en installeren zo vaak als hij dat om die reden nodig acht.
Opdrachtgever mag dus Programmatuur kopiëren zonder dat hij inbreuk maakt op het intellectuele eigendomsrecht daarop van Wederpartij.
In de bijbehorende Overeenkomst dient met het oog daarop nauwkeurig te worden vastgelegd welke betalingsmodel (named of concurrent user, site enz.) bij het verkrijgen van het Gebruiksrecht is afgesproken, wie de administratie van het totaal aantal in omloop zijnde Gebruiksrechten gaat bijhouden, hoe dat gaat gebeuren en op welke wijze Opdrachtgever een eventueel verschuldigde aanvullende Vergoeding, aan Wederpartij dient te voldoen. Opdrachtgever dient zich ook daarom vooraf zorgvuldig door Wederpartij te laten informeren over de totale kosten die naar redelijke verwachting van Wederpartij voor Opdrachtgever aan het gebruik van de Standaardprogrammatuur verbonden zullen zijn.
Lid 4
Duidelijk moet zijn wanneer het volle Gebruiksrecht ingaat. Met de keuze voor het moment van Acceptatie wordt voorkomen dat een daaraan voorafgaand gebruik door Opdrachtgever voor installatie- en testdoeleinden, door Wederpartij al kan worden aangemerkt als uitoefening van het eigenlijke Gebruiksrecht. Dat laatste zou immers ook betekenen dat de Standaardprogrammatuur (dus) reeds door Opdrachtgever is geaccepteerd.
Lid 5
Opdrachtgever heeft op grond van artikel 12 een garantie van 12 maanden op gratis herstel van gebreken. Het is in beginsel aan Wederpartij om te bepalen op welke wijze hij aan die garantiever- plichting uitvoering geeft. Herstelt hij Gebreken in Standaardprogrammatuur alleen door het uitbrengen van Patches of Verbeterde versies, dan kan Opdrachtgever, ongeacht de vraag of partijen behalve het gebruik van de Programmatuur ook nog Onderhoud zijn overeengekomen, uit hoofde van deze garantie aanspraak op de ontvangst en het gebruik daarvan maken.
Artikel 44. Garantie
Onder a.
Beschermingsmaatregelen, van welke aard ook, mogen er nooit toe leiden dat Opdrachtgever op welke wijze ook in het Overeengekomen gebruik wordt gehinderd.
Onder b.
Soms zal de Wederpartij niet de ’eigenaar’ zijn van de software. In dat geval verleent hij namens die eigenaar een licentie. Daartoe dient hij vanzelfsprekend wel gemachtigd te zijn.
Artikel 45. Verstrekken van een Installatiekopie
Lid 1
Steeds meer Standaardprogrammatuur wordt niet in een fysieke vorm verstrekt maar door middel van toegang tot een website zodat Opdrachtgever de Programmatuur kan downloaden. De rechtmatige verkrijging van een (Installatie)kopie op een fysieke gegevensdrager, wordt door sommigen van belang geacht voor de toepasselijkheid van de zogenoemde ‘uitputtingsleer’ geregeld in artikel 12b Auteurswet (Aw). Die leer komt er op neer dat indien de rechtmatige verkrijger van een exemplaar van een werk als bedoeld in de Aw (waaronder ook computerprogramma’s vallen) datzelfde exemplaar aan een derde overdraagt, hij geen inbreuk op het auteursrecht van de maker van het werk maakt. De verkrijging van een fysiek exemplaar zou bovendien van belang zijn voor de toepasselijkheid van de wettelijke licentieregeling van artikel 45j Aw. Vanwege het woord ‘exemplaar’ wordt daarbij wel het standpunt ingenomen dat zowel de uitputtingsleer als de wettelijke licentieregeling alleen van toepassing zijn indien Programmatuur niet alleen ‘on line’ maar ook in een fysieke vorm (bijv. op een CD ROM) beschikbaar is gesteld. Hoewel bij die uitleg kanttekeningen te plaatsen zijn verdient het
aanbeveling dat Opdrachtgever, indien mogelijk en toegestaan, wel een Installatiekopie maakt. Bij Standaardprogrammatuur die wordt gedownload, geldt de drager waarop de Programmatuur wordt vastgelegd als Installatiekopie.
Artikel 46. Omzetting in andere Gebruiksrechten
Omzetting kan bijvoorbeeld leiden tot een andere wijze van betaling bijvoorbeeld door wijziging van een named user- in een serverlicentie. Mede gelet op de vergaande consequentie van het niet bereiken van overeenstemming, dient het in dit artikellid bedoelde overleg door beide partijen steeds in redelijkheid te worden gevoerd. Indien een voorgestelde omzetting kan leiden tot een ander dan het Overeengekomen gebruik, verdient ook de vraag of de omzetting dan aanbestedingsrechtelijk wel is toegestaan, aandacht.
Artikel 47. Escrow
Leden 1 en 4
Of Escrow inderdaad nodig, gebruikelijk en redelijk is moet per geval worden bepaald. In het algemeen bestaat aanleiding voor Escrow indien sprake is van bedrijfskritische Standaardprogramma- tuur, van Standaardprogrammatuur die wordt aangeboden door een kleinere Wederpartij en/of van Standaardprogrammatuur met een relatief kleine gebruikerskring. Ook tijdens de looptijd van de Overeenkomst is het op grond van dit artikel mogelijk Escrow overeen te komen als dat bij aanvang van de Overeenkomst nog niet is gebeurd. Verder kan bij een al bestaande regeling van Xxxxxx worden aangesloten als de voorwaarden daarvan althans niet strijdig zijn met die van de Overeen- komst.
Er dient steeds op gelet te worden dat de Rechthebbende ook aan de derde, aan wie de Standaardpro- grammatuur in Escrow wordt gegeven, een Gebruiksrecht verstrekt zodat die zijn bij de Escrow regeling overeengekomen activiteiten ook inderdaad kan verrichten. Tezamen met de Broncode dient alle informatie te worden gedeponeerd die nodig is om de Broncode bij vrijgave te kunnen gebruiken en te onderhouden.
Lid 2:
Het gaat te ver om in de ARBIT alle aan Xxxxxx te stellen eisen te regelen. Daarom is volstaan met het uitgangspunt dat een overeenkomst van Escrow dient te voldoen aan hetgeen dienaangaande in Nederland gebruikelijk is. Dat geldt ook voor de zogenoemde ‘triggering events’, dat wil zeggen de bijzondere omstandigheden waaronder Opdrachtgever afgifte van de Broncode van de derde kan eisen. Als een Opdrachtgever specifieke eisen met betrekking tot Xxxxxx heeft moet hij dat direct bij de verwerving van de Standaardprogrammatuur aan de orde stellen en waarnodig in de Overeen- komst vastleggen.
BIJZONDERE BEPALINGEN OPDRACHTEN
De artikelen 48 t/m 52 gelden voor alle IT-Opdrachten. Daarna volgen specifieke artikelen voor Adviesdiensten (artikel 53 t/m 55), ontwikkeling Maatwerk Programmatuur (artikel 56 t/m 0) en
Detachering (artikel 61 t/m 67).
OPDRACHTEN ALGEMEEN
Algemeen
IT-Opdrachten komen in verschillende vormen voor. De meest bekende daarvan zijn IT- adviesdiensten en Detachering. Tussen Opdrachtgever en Opdrachtnemer is daarbij meestal sprake van een Overeen- komst van opdracht als bedoeld in artikel 7:400 e.v. BW. Dat laatste geldt echter niet ook steeds voor de juridische verhouding zoals die ontstaat tussen Opdrachtgever en het door Opdrachtnemer voor de uitvoering van de Opdracht bij Opdrachtgever ingezette Personeel. Opdracht en Detachering verschil- len daarin wezenlijk van elkaar. Hierna wordt op dat verschil, waaraan ook aanbestedingsrechtelijke gevolgen zijn verbonden, verder ingegaan.
Opdrachten waarbij het specifieke IT-aspect niet voorop staat zoals die tot het verzorgen van IT-opleidingen, kunnen in beginsel gewoon met toepassing van de ARVODI worden verstrekt.
Artikel 48. Aanvullende begripsbepalingen
Lid 1:
Aard en inhoud van de Opdracht zijn bepalend voor het onderscheid tussen een opdracht in de zin van artikel 7:400 BW, waarbij het gaat om het realiseren van een bepaalde Prestatie (het werk) enerzijds en Detachering anderzijds. Bij Detachering gaat het Personeel van Opdrachtnemer al dan niet specifieke werkzaamheden verrichten onder leiding en toezicht van Opdrachtgever. Die werkzaamheden worden, anders dan bij de Opdrachtovereenkomst als bedoeld in artikel 7:400 BW, dus niet ‘in zelfstandigheid en onder eigen verantwoordelijkheid’ van Opdrachtnemer uitgevoerd zoals bedoeld in artikel 7:400 BW, maar onder verantwoordelijkheid, leiding en toezicht van Opdrachtgever zelf. Daarom kan bij Detachering ook geen sprake zijn van Acceptatie van het resultaat van de werkzaamheden en evenmin van Meerwerk.
Artikel 49. Plaats en tijden werkzaamheden
Lid 1:
Bij de in dit artikellid bedoelde wijzigingen van de werkplek gaat het om een structurele wijziging, niet om de incidentele inzet door Opdrachtgever van aan hem beschikbaar gesteld Personeel op een andere dan overeengekomen plaats.
Artikel 50. Vervanging van personeel
Als uitgangspunt geldt dat Opdrachtnemer voor de uitvoering van de Overeenkomst ingezet Personeel in beginsel niet zal vervangen. Is de Overeenkomst gesloten met het oog op de uitvoering daarvan door een of meer bepaalde personen, dan kan van vervanging helemaal geen sprake zijn.
Artikel 51 Voortgangsrapportage en werkoverleg
Zo’n concrete verrichting kan bijvoorbeeld bestaan uit het opstellen van een rapport.
Artikel 52. Beroepsaansprakelijkheidsverzekering
In artikel 29 ARBIT is de verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid van bedrijven (AVB) geregeld. Daarnaast beschikken de meeste ICT-dienstverleners ook over een beroepsaansprakelijkheidsverzeke- ring (BAV). De formulering van het artikel laat ruimte voor het niet verzekerd zijn tegen beroepsaan- sprakelijkheid indien Opdrachtnemer aantoont dat het hebben van zo’n verzekering onder de omstandigheden van het voorliggende geval, ongebruikelijk is. Vindt Opdrachtgever het hebben van een BAV noodzakelijk dat dient hij daarover in de aanbestedingsdocumenten specifieke eisen op te nemen. Die eisen moeten uiteraard wel steeds proportioneel en relationeel zijn.
SPECIFIEKE OPDRACHTEN
Kenmerkend voor zowel IT-adviesdiensten als voor de ontwikkeling van Maatwerkprogrammatuur is dat de eindverantwoordelijkheid voor een goede uitvoering van de Opdracht, anders dan bij Detache- ring, volledig bij Opdrachtnemer ligt.
Adviesdiensten
Artikel 53. Dagelijkse leiding en toezicht
Een van de verantwoordelijkheden die voortvloeit uit het hebben van de dagelijkse leiding en het houden van toezicht is dat Opdrachtnemer er voor zorgt dat zoveel bevoegd en deskundig toezicht- houdend Personeel wordt ingezet als, gelet op de omvang en complexiteit van de Opdracht, voor een goede uitvoering daarvan noodzakelijk is.
Artikel 55. Projectfasering
In de Overeenkomst moet worden geregeld of een projectfase eerst moet zijn afgesloten door middel van (deel)Acceptatie alvorens Opdrachtnemer met zijn werkzaamheden ten behoeve van de daarop volgende fase mag aanvangen. De in het kader van projectfasering overeengekomen termijnen, zullen veelal Fatale termijnen zijn (artikel 1.8).
Ontwikkeling Maatwerkprogrammatuur
Artikel 56. Leiding en toezicht, benoeming projectleiders en projectfasering
Net als bij IT-adviesdiensten worden werkzaamheden tot ontwikkeling van Maatwerkprogrammatuur steeds uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van Opdrachtnemer. Daartoe behoren de Oplevering van het functioneel en technisch ontwerp van de Programmatuur.
Artikel 57. Oplevering Maatwerkprogrammatuur
Mede vanwege de (in beginsel) voorgeschreven overdracht van intellectuele eigendomsrechten op Maatwerkprogrammatuur (zie artikel 8), dient Oplevering plaats te vinden in Bron- en Objectcode- vorm.
Artikel 58. Acceptatieprocedure Maatwerkprogrammatuur
Lid 2
Partijen kunnen overeenkomen dat zij voorafgaand aan de Oplevering gezamenlijk een testprocedure opstellen. Ook kunnen zij overeenkomen dat Opdrachtnemer, voordat hij de Prestatie aan Opdrachtge- ver oplevert, eerst zelf beoordeelt of de Prestatie geschikt is voor het Overeengekomen gebruik.
Lid 3
Indien Opdrachtgever tot Acceptatie van de Prestatie overgaat ondanks het feit dat hij daarin Xxxxxxxx heeft geconstateerd, geldt het bepaalde in artikel 11.6.
Lid 6
Toepassing van de in dit artikel aan Opdrachtgever verleende bevoegdheid om Gebreken desnoods zelf te verhelpen of door een derde te laten verhelpen, kan tot problemen leiden bijvoorbeeld omdat Opdrachtnemers soms het standpunt innemen dat garantierechten van Opdrachtgever daardoor komen te vervallen. Daarom is aan het slot van dit artikellid nadrukkelijk bepaald dat overeengekomen verantwoordelijkheden van Xxxxxxxxxxxxx voor het eindresultaat (waaronder diens garantieverplich- tingen), in dat geval volledig blijven gelden.
Artikel 59. Gebruik open source programmatuur
Een uitgebreide uiteenzetting over open source programmatuur staat hiervoor in het onderdeel ‘Algemeen’ van de Bijzondere bepalingen Gebruiksrechten.
Artikel 60. Onderhoud Maatwerkprogrammatuur
Lid 1
Uitgangspunt van de ARBIT is dat de IE-rechten op Maatwerkprogrammatuur aan Opdrachtgever worden overgedragen (zie artikel 8). Opdrachtgever is dan voor het beheer en Onderhoud daarvan niet uitsluitend aangewezen op Wederpartij. Opdrachtgever die daarvoor in het bezit van de Broncode moet zijn gesteld (artikel 57), kan dus besluiten om het beheer en Onderhoud van de Maatwerkpro- grammatuur door een andere partij dan Opdrachtnemer te laten uitvoeren. Dit artikellid verplicht Opdrachtnemer om aan uitvoering door zo’n derde, indien Opdrachtgever hem dat vraagt, zijn volledige medewerking te verlenen en daarvoor eventueel nog benodigde (aanvullende) informatie aan Opdrachtgever of die derde, te verstrekken. Maatwerkprogrammatuur moet verder op zodanig gedocumenteerd zijn dat op maat gemaakte en geïmplementeerde functionaliteiten aan de hand daarvan kunnen worden beheerd en onderhouden. Ook de Broncode van Maatwerkprogrammatuur moet daartoe voldoende gedocumenteerd zijn hetgeen ook in de Broncode zelf kan gebeuren.
Lid 2:
Indien Opdrachtgever met Opdrachtnemer tevens een Overeenkomst terzake van Onderhoud heeft afgesloten, zijn ook de Bijzondere bepalingen Onderhoud (artikel 68 t/m 84) van toepassing.
Detachering
Artikel 61. Toepasselijkheid
Omdat Opdrachtnemer in geval van Detachering niet verantwoordelijk is voor het eindresultaat en diens contractuele verplichtingen dus beperkter zijn dan bij andere vormen van Opdracht, zijn de Bijzondere bepalingen inzake Detachering alleen van toepassing indien de Overeenkomst, of een deel daarvan, in de Overeenkomst expliciet als Detachering is benoemd. Is dat niet zo dan zijn de artikelen inzake adviesdiensten (artikel 53 t/m 55) en/of ontwikkeling van Maatwerkprogrammatuur (artikel 56 t/m 0) van toepassing.
Artikel 62. Garanties
Zeker als er een grote vraag naar gekwalificeerd Personeel bestaat kan het beschikbaar moeten houden daarvan voor Opdrachtgever een (te) zware last vormen. Deze garantie van Opdrachtnemer houdt dan ook alleen in dat hij, indien Opdrachtgever hem daarom verzoekt, in staat moet zijn om snel (gekwalificeerd) Personeel beschikbaar te stellen.
Artikel 64. Uitlening en tewerkstelling buiten Nederland
Lid 1
Aan doorlening zijn bijzondere fiscale consequenties verbonden. Daarom is daarvoor de steeds toestemming van Opdrachtnemer nodig.
Artikel 67. Inlenersaansprakelijkheid
Lid 1
Bij Detachering verricht Personeel van Opdrachtnemer werkzaamheden voor Opdrachtgever onder diens leiding en toezicht. Opdrachtnemer blijft ook dan verplicht om zelf op het loon van zijn Personeel de loonheffingen in te houden. Opdrachtgever is echter hoofdelijk aansprakelijk voor onder meer de afdracht daarvan aan de Belastingdienst (zie ondermeer artikel 34 Invorderingswet). Het risico van deze zogenoemde inlenersaansprakelijkheid wordt in de eerste plaats beperkt door een zorgvuldige selectie van uitleners. Bij Europese aanbestedingen kunnen uitleners bijvoorbeeld van deelname worden uitgesloten als zij niet aan hun fiscale verplichtingen voldoen. Voor het geval Opdrachtnemer of een door hem ingeschakelde derde gedurende de uitvoering van de Overeenkomst desondanks niet aan zijn fiscale verplichtingen voldoet, is in artikel 67.1 ARBIT bepaald dat Opdrachtgever door Opdrachtnemer wordt gevrijwaard tegen aanspraken van de Belastingdienst ter zake.
Lid 2
In dit lid worden Opdrachtgever twee mogelijkheden geboden om het risico van inlenersaansprakelijk- heid te vermijden. De meest bekende daarvan is die waarbij de verschuldigde loon- en omzetbelasting door Opdrachtgever wordt overgemaakt op een door Opdrachtnemer daarvoor geopende zoge- noemde ‘g-rekening’. Opdrachtnemer mag zo’n rekening niet altijd openen. De belastingdienst staat dat bijvoorbeeld niet toe aan zelfstandigen zonder personeel (de zogenoemde zzp’ers). Daarom is het voorbehoud ’zo mogelijk’ tussengevoegd.
Behalve betaling op een g-rekening bestaat ook nog de mogelijkheid om de verschuldigde bedragen rechtstreeks te storten op de rekening van de Belastingdienst (Centrale Administratie). Zie voor meer informatie daarover xxx.xxxxxxxxxxxxxxx.xx.
BIJZONDERE BEPALINGEN ONDERHOUD
De artikel 68 t/m 79 gelden voor alle Onderhoudsovereenkomsten. Daarna volgen specifieke artikelen voor Producten (artikel 80 en 81) en Programmatuur (artikel 82 t/m 84).
ONDERHOUD ALGEMEEN
Voor het gebruik van IT-producten is Onderhoud van groot belang, niet alleen omdat Storingen zeer schadelijk kunnen zijn maar ook omdat Opdrachtgever er nu eenmaal voor langere tijd van verzekerd moet kunnen zijn dat hij van die producten gebruik kan maken. Al naar gelang de Prestatie kan Onderhoud in verschillende vormen worden verstrekt bijvoorbeeld door middel van Patches, abonnementen op Verbeterde en Nieuwe versies, aanpassingen van Programmatuur en Producten aan nieuwe omstandigheden en door het geven van ondersteuning via een helpdesk. Ook indien geen
Onderhoud is gecontracteerd kan dat onderdeel van de eigenlijke Prestatie uitmaken. Zo is in artikel
43.5 geregeld dat het Gebruiksrecht de kosteloze ontvangst en het gebruik van Patches en Verbeterde versies omvat indien Leverancier Gebreken in de Standaardprogrammatuur alleen op die wijze herstelt. Dat is een gevolg van het feit dat die laatste op basis van de garantie van artikel 12.3 gehouden is om gedurende 12 maanden Gebreken in de Prestatie te herstellen. Als de Wederpartij een Gebrek herstelt door het uitbrengen van een Patch of een Verbeterde versie dan kunnen ook gebrui- kers die geen Onderhoud hebben gecontracteerd, gedurende de garantieperiode aanspraak maken op dergelijke Patches en Verbeterde versies.
Ook Onderhoud is een overeenkomst van opdracht als bedoeld in artikel 7:400 BW. Anders dan bij Opdracht als geregeld in de Bijzondere bepalingen IT Opdrachten, is bij Onderhoud echter geen sprake van diensten gericht op het bereiken van een enkelvoudig op de specifieke klant gericht resultaat, maar van standaarddiensten die herhalend aan verschillende afnemers in eenzelfde vorm worden verstrekt. Daarom is in de ARBIT aan Onderhoud een aantal specifieke bepalingen gewijd. De partij die het Onderhoud verstrekt wordt daarbij net als bij andere Opdrachten, aangeduid als Opdrachtnemer.
Voorafgaand aan de uitsplitsing van Onderhoud in Onderhoud op Producten en Onderhoud op Programmatuur, bevatten ook deze Bijzondere bepalingen uit de ARBIT enkele aanvullende begripsbe- palingen en algemeen voor Onderhoud geldende bepalingen.
Gezien de hiervoor genoemde grote belangen die met Onderhoud kunnen zijn gemoeid vraagt het maken van een Overeenkomst inzake Onderhoud om bijzondere aandacht van de opsteller daarvan. Die zal in die Overeenkomst bijvoorbeeld meer specifiek moeten uitwerken wat concreet onder Innovatief Onderhoud wordt verstaan en welke Service levels gelden.
Artikel 68. Aanvullende begripsbepalingen
Lid 1
Correctief Onderhoud heeft, anders dan Preventief en Innovatief Onderhoud, betrekking op het verhelpen van Storingen die zich bij Opdrachtgever voordoen of die zich al eerder bij andere gebrui- kers hebben voorgedaan. Correctief Onderhoud van Programmatuur vindt meestal plaats door de Installatie van een Patch of Verbeterde of Nieuwe versie.
Lid 2
Functiehersteltijden en Reactietijden dienen in de Overeenkomst van Onderhoud te worden vastge- legd. Opdrachtgever is er in de eerste plaats bij gebaat dat de Overeenkomst inzake Onderhoud goed wordt uitgevoerd. Daarom wordt bij de niet of niet volledige nakoming van dergelijke Service levels doorgaans ook geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot ontbinding maar zijn aan het niet halen daarvan meestal specifieke credits of kortingen ten gunste van Opdrachtgever verbonden.
Lid 4
Preventief Onderhoud is, anders dan Correctief Onderhoud, gericht op het voorkomen van Storingen waarvan Opdrachtnemer redelijkerwijs kan vermoeden dat ze zich op enig moment gaan voordoen.
Lid 5
Wat ‘adequaat’ reageren inhoudt moet per geval worden bepaald. Soms kan worden volstaan met het geven van een advies of het beginnen met de voorbereiding daarvan, soms moet men onmiddellijk zelf de Storing komen beoordelen.
Lid 6
De in het kader van Onderhoud te maken (specifieke) afspraken zoals die met betrekking tot Service levels, maken als hiervoor opgemerkt onderdeel uit van de Overeenkomst van Onderhoud.
Lid 8
Staat een Storing aan het Overeengekomen gebruik in de weg, dan is tevens sprake van een Gebrek in de zin van artikel 1.9. Er zij op gewezen dat Onderhoud hoofdzakelijk is bedoeld om het (technisch) functioneren van de Prestatie mogelijk te houden dan wel weer mogelijk te maken. Of de Prestatie daardoor geschikt blijft of wederom wordt voor het Overeengekomen gebruik, is (anders dan wanneer sprake is van een Gebrek) voor de beoordeling van de Onderhoudsprestatie in beginsel niet van xxxxxx.Xx die reden is in de definitie van Storing, anders dan in die van Gebrek (zie artikel 1.9), ook
geen relatie gelegd met Overeengekomen gebruik. Wil een Opdrachtgever ook na het verstrijken van de garantietermijn de zekerheid dat de Prestatie door het verhelpen van een Storing weer geschikt is voor het Overeengekomen gebruik, dan moet hij daarvoor specifieke garanties met Wederpartij overeenkomen.
Artikel 69. Onderhoud op reeds eerder verrichte Prestaties
Ook als Opdrachtgever pas later Onderhoud met zijn Wederpartij bij de oorspronkelijke Prestatie overeenkomt, gelden de Bijzondere Bepalingen Onderhoud een en ander met inachtneming van het bepaalde in artikel 12.7. Dat geldt uiteraard niet indien voor het Onderhoud een andere Wederpartij wordt gecontracteerd dan degene die partij was bij de Prestatie die (alsnog) zal worden onderhouden.
Artikel 70. Ingangstijdstip Onderhoud
Partijen kunnen verschillende tijdstippen kiezen voor de aanvang van Onderhoud. Bijvoorbeeld vanaf de Af- of Oplevering van de initiële Prestatie, aansluitend op de Acceptatie of na het verstrijken van de voor de Prestatie geldende garantietermijn. In de Overeenkomst moet dat duidelijk worden vastge- legd.
Artikel 72. Voortgangsrapportage en werkoverleg
Lid 3
Artikel 72 is vrijwel gelijk aan artikel 51. Alleen artikel lid 3 is nieuw. De vastlegging en archivering van de oorzaken van Storingen en de resultaten van Onderhoud, vindt meestal plaats in een logboek.
Vastlegging is ondermeer nodig om herhaling van vergelijkbare Storingen, al dan niet in opvolgende versies, te voorkomen. Soms moet ook de Documentatie daarom worden aangepast.
Artikel 73. Correctief Onderhoud en tijdelijke oplossingen
Lid 2
De ARBIT zijn gebaseerd op het uitgangspunt dat een professionele Leverancier ook Onderhoud op de door hem geleverde Producten moet kunnen aanbieden. Dit geldt in ieder geval voor Correctief Onderhoud en ook als Opdrachtgever er in eerste instantie niet voor gekozen heeft om Onderhoud van Wederpartij af te nemen. De duur van die verplichting (zie artikel 12.7) is evenwel beperkt.
Lid 3
Indien Opdrachtnemer een Storing met toestemming van Opdrachtgever door middel van een tijdelijke oplossing verhelpt, kan Opdrachtgever niet ook nog eens van Opdrachtnemer eisen dat deze tevens de definitieve oplossing binnen de voor de betreffende Storing geldende Functiehersteltermijn tot stand brengt. Dat is alleen anders indien partijen daarover, voorafgaand aan het aanbrengen van de tijdelijke oplossing, een afwijkende afspraak hebben gemaakt. Wanneer zo’n afspraak niet is gemaakt, is Opdrachtnemer wel steeds verplicht om een tijdelijke oplossing zo snel mogelijk door een definitieve oplossing te vervangen.
Artikel 74. Preventief Onderhoud
Deze verplichting is wat betreft Onderhoud van Programmatuur verder uitgewerkt in artikel 82 e.v. Bij Producten zal aan de hand van het type en de gebleken storingsgevoeligheid daarvan moeten worden bepaald wat onder ’regelmatig’ moet worden verstaan.
Artikel 75. Aan-, afmelding en prioritering van Storingen
Lid 2
In de Overeenkomst van Onderhoud dient te worden bepaald wat de kwalificatie van Storingen is en welke prioritering daaraan is verbonden. Artikel 75 gaat over het daadwerkelijk optreden van Storingen tijdens het gebruik van de Prestatie. Deze Storingen dienen overeenkomstig de hiervoor bedoelde afspraken te worden opgelost. Bij twijfel over de kwalificatie van de aard van een Storing of de prioritering daarvan is het oordeel van Opdrachtgever bepalend.
Lid 2
In geval van het tijdelijk omzeilen van een Storing (de zogenoemde ‘work around’) geldt hetgeen hierover is opgemerkt bij artikel 73.3.
Artikel 76. Nakoming Service levels
Lid 1
Opdrachtnemer heeft ten aanzien van het halen van Service levels, tenzij anders is overeengekomen,l een inspanningsverplichting. Dat geldt evenwel niet voor in de Overeenkomst van Onderhoud opgenomen Reactietijden en Functiehersteltijden ten aanzien waarvan Opdrachtnemer een resultaats- verplichting heeft. Bij het niet halen van Service levels treedt meestal een specifieke, daarvoor in die Overeenkomst opgenomen boete- of kortingsregeling in werking. Omdat Opdrachtgever in de eerste plaats is gebaat bij adequaat Onderhoud, zal hij immers niet snel willen overgaan tot ontbinding van de Overeenkomst inzake Onderhoud bij het niet halen van Service levels. Bij een herhaalde overschrij- ding van Service levels, kan dat uiteraard anders zijn.
Artikel 79. Beroepsaansprakelijkheidsverzekering
Deze bepaling is gelijk aan die van artikel 52. Dat betekent ook hier dat het afsluiten van een Beroeps- aansprakelijkheidsverzekering achterwege kan blijven indien Opdrachtnemer aantoont dat een dergelijke verzekering bijvoorbeeld vanwege de geringe omvang van de Opdracht of het beperkte risico daarvan voor Opdrachtgever, niet gebruikelijk is.
SPECIFIEK ONDERHOUD
Producten
Artikel 80. Modificaties Producten
Kosteloze uitvoering van modificaties die door de fabrikant van een Product worden voorgeschreven, is geregeld in artikel 41. Over het aanbrengen van andere modificaties in het kader van Onderhoud, dient steeds vooraf overleg met Opdrachtgever plaats te vinden.
Programmatuur
Artikel 83. Ondersteuning
Lid 3
In de praktijk zal het meestal niet Opdrachtgever zelf zijn die om ondersteuning vraagt maar zijn Personeel. De namen van daarvoor aangewezen contactpersonen dienen in de Overeenkomst inzake Onderhoud te worden vastgelegd.
Artikel 84. Verbeterde en Nieuwe versies
Lid 1
Van Xxxxxxxxxxxxx mag worden verwacht dat hij met enige regelmaat Nieuwe en Verbeterde versies uitbrengt. Juist die vorm van Onderhoud van Programmatuur vormt immers een belangrijke waarborg voor continuïteit.
Lid 2
Met de tekst van dit artikellid wordt bedoeld dat wijzigingen die de Wederpartij in verband met (mogelijke) Storingen eerder heeft aangebracht, op ordelijke wijze in Nieuwe of Verbeterde versies worden verankerd. Hierdoor wordt voorkomen dat oude Storingen zich in Nieuwe of Verbeterde versies opnieuw gaan voordoen.
Lid 5
Opdrachtgever kan daarmee voorkomen dat hij plotseling voor extra kosten komt te staan doordat Opdrachtnemer stopt met Innovatief Onderhoud op een bij Opdrachtgever in gebruik zijnde versie.