Contract
POLISVOORWAARDEN | Delta Lloyd Schadeverzekering NV Amsterdam | ||
MODEL | |||
MV 03.2.30 D | |||
INHOUD | |||
ALGEMENE VOORWAARDEN | Artikel 1 | Wat bent u verplicht mee te delen bij aanvang van de verzekering? | 2 |
Artikel 2 Artikel 3 | Waarop is uw verzekering gebaseerd? Met welke algemene zaken moet u rekening houden? | 2 2 | |
Artikel 4 | Waarvoor worden uw persoonsgegevens gebruikt? | 3 | |
Artikel 5 | Wat zijn de gevolgen van fraude? | 3 | |
Artikel 6 Artikel 7 | Wanneer moet de premie betaald worden? Wanneer kan de maatschappij de premie en/of voorwaarden aanpassen? | 4 4 | |
Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10 | Wanneer kan een verzekering beëindigd worden? Kunnen rechten uit de verzekering vervallen of verjaren? Welke wijzigingen/gewijzigde omstandigheden moet u doorgeven? | 4 5 5 | |
Artikel 11 | Welke verplichtingen heeft u bij schade? | 6 | |
Artikel 12 | Hoe wordt uw schade geregeld? | 6 | |
Artikel 13 | In welke landen bent u verzekerd? | 8 | |
Artikel 14 Artikel 15 | Welke algemene uitsluitingen gelden er? Onder welke omstandigheden heeft u recht op hulpverlening? | 8 9 | |
Artikel 16 | Hoe werkt de no-claimkortingsregeling? | 10 | |
Artikel 17 Artikel 18 | Terrorismeschade en molest Welke begripsomschrijvingen hanteert de maatschappij? | 11 11 | |
BIJZONDERE VOORWAARDEN | Artikel 19 | Module Wettelijke Aansprakelijkheid | 15 |
Artikel 20 | Module Brand, Storm en Natuur | 17 | |
Artikel 21 | Module Diefstal | 17 | |
Artikel 22 | Module Xxxx | 00 | |
Artikel 23 | Module Aanrijding | 18 | |
Artikel 24 | Module Accessoires | 19 | |
Artikel 25 | Module Ongevallen Inzittenden | 19 | |
Artikel 26 | Module Schade Inzittenden | 21 | |
Artikel 27 | Module Rechtsbijstand Motorrijtuig | 22 | |
Artikel 28 | Module Pechhulp Nederland | 24 |
MV 03.2.30-0212
ALGEMENE VOORWAARDEN
In deze algemene voorwaarden die hieronder genoemd worden in de artikelen 1 tot en met 18 staan bepalingen die op alle modules van de Autoverzekering van toepassing zijn.
Dit zijn de volgende modules:
– Module Wettelijke Aansprakelijkheid;
– Module Brand, Storm en Natuur;
– Module Diefstal;
– Module Ruit;
– Module Aanrijding;
– Module Accessoires;
– Module Ongevallen Inzittenden;
– Module Schade Inzittenden;
– Module Rechtsbijstand Motorrijtuig.
Naast de algemene voorwaarden zijn er ook bijzondere voorwaarden van toepassing, die specifiek gelden voor een bepaalde module. Waar de bijzondere voorwaarden afwijken van de algemene voorwaarden, gaan de bijzondere voorwaarden vóór de algemene voorwaarden.
ARTIKEL 1
WAT BENT U VERPLICHT MEE TE DELEN BIJ DE AANVANG VAN DE VERZEKERING
Om een inschatting te maken van het risico dat verzekerd moet worden, stelt de maatschappij u bij het afsluiten van de verzekering een aantal vragen. Op basis van de antwoorden die u geeft wordt de verzekeringsovereenkomst gesloten. Belangrijk is dat u juist en zo volledig mogelijk antwoordt op de vragen die u gesteld worden. Daarbij moet u ook relevante feiten en omstandigheden over personen die u wenst te verzekeren doorgeven.
Als u onjuiste of onvolledige antwoorden geeft of de maatschappij niet direct informeert bij onjuistheden of onvolledigheden, kan dit tot gevolg hebben:
1 dat de verzekering wordt beëindigd door de maatschappij, en/of;
2 dat er geen of een verminderd recht op uitkering bestaat.
De algemene wettelijke regeling over de ‘medede- lingsplicht’ op de door de verzekeraar gestelde vragen is van toepassing. Deze kunt u vinden in titel 17 van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek. De feiten en om- standigheden die u op grond van de mededelingsplicht had moeten meedelen, blijven ook van toepassing op opvolgende contracten.
Wanneer de gegevens die u eerder hebt opgegeven wijzigen, heeft de maatschappij het recht om de aan- vraag opnieuw te beoordelen. Pas na de schriftelijke bevestiging van de maatschappij waaruit blijkt of en zo ja onder welke voorwaarden zij alsnog de verzeke- ring wil sluiten, is er dekking in de nieuwe situatie.
ARTIKEL 2
WAAROP IS UW VERZEKERING GEBASEERD?
De verzekeringsovereenkomst met u is gebaseerd op:
1 de gegevens die u telefonisch, schriftelijk of op een andere wijze doorgeeft. Wanneer de gegevens door de maatschappij bevestigd worden, moet u deze
op juistheid en volledigheid controleren. U bent verplicht om onjuistheden direct te melden bij de maatschappij;
2 de antwoorden op de vragen die de maatschappij u stelt en die u juist en zo volledig mogelijk moet beantwoorden;
3 de polis die na acceptatie op basis van de gegeven antwoorden verstrekt wordt. Op de polis wordt onder andere de door u gekozen verzekerings- dekking aangegeven;
4 de algemene en de bijzondere voorwaarden en de eventuele clausules die bij de polis worden afgegeven.
ARTIKEL 3
MET WELKE ALGEMENE ZAKEN MOET U REKENING HOUDEN?
1 Mededelingen
Mededelingen en toezeggingen die de maatschappij aan u of uw tussenpersoon doet, zijn alleen bindend wanneer ze door de maatschappij aan u of de verzekerde worden bevestigd.
2 Bedenkperiode
U kunt tot 14 dagen na ontvangst van het eerste polisblad aangeven dat u de verzekering toch niet wilt sluiten. Wanneer u van deze mogelijkheid gebruik wilt maken, moet u de verzekering beëindigen. De verzekering wordt in dat geval beschouwd als nooit van kracht te zijn geweest.
Aan de opzegging zijn geen kosten verbonden en u bent ook geen premie verschuldigd.
3 Toepasselijk recht
Op de verzekeringsovereenkomst is Nederlands recht van toepassing.
4 Contractduur
De verzekering geeft dekking tijdens de op het polisblad vermelde contractduur en wordt behoudens toepassing van een opzegmogelijk- heid telkens met een zelfde termijn verlengd.
5 Verzekeringsmaatschappij die optreedt als risicodrager
De verzekering is afgesloten voor rekening en risico van Delta Lloyd Schadeverzekering NV, gevestigd te Xxxxxxxxx xxx xx Xxxxxxxxxx 0, Xxxxxxx 0000, 0000 XX Xxxxxxxxx (Handels- register KvK Amsterdam 33052073). Delta Lloyd Schadeverzekering NV staat als aanbieder van (schade)verzekeringen geregistreerd bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en heeft een vergunning van De Nederlandsche Bank NV (DNB) om het schadeverzekeringsbedrijf uit te oefenen.
6 Gebeurtenis
Een voorval of een reeks van voorvallen die met elkaar verband houden, die één oorzaak heeft en die schade aan personen en/of zaken tot gevolg heeft.
7 Onzekere gebeurtenis
De maatschappij dekt de schade alleen wanneer de schadeveroorzakende gebeurtenis plotseling en onvoorzien is veroorzaakt of is ontstaan tijdens de looptijd van de verzekering.
Bovendien moet het bij het sluiten of wijzigen van de verzekering onzeker zijn geweest of de verze- kerde gebeurtenis zich voor zou doen. Wanneer
u de dekking op een later tijdstip uitbreidt, geldt voor de dekking waarmee de verzekering wordt uitgebreid de wijzigingsdatum als het moment waarop de overeenkomst is gesloten.
8 Andere verzekeringen
Als u een andere verzekering heeft die dekking biedt of dekking zou bieden als u deze verzeke- ring niet zou hebben afgesloten, dan keert deze verzekering pas in de laatste plaats uit.
Alleen de schade die boven het bedrag uitkomt waarvoor een andere verzekering dekking biedt of zou bieden, wordt dan vergoed op de verzeke- ring die bij de maatschappij is gesloten.
Het maakt daarbij niet uit welke verzekering van oudere datum is. Een eigen risico op de andere verzekering wordt niet vergoed.
9 Wat te doen bij klachten
Met klachten kunt u in eerste instantie terecht bij de betrokken afdeling. Komt u er samen niet uit, dan kunt u uw klacht richten aan de directie van Delta Lloyd Schadeverzekering NV, Xxxxxxxxxx 0, Xxxxxxx 0000, 0000 XX Xxxxxxxxx.
Mocht hierna nog geen overeenstemming worden bereikt, dan kunt u zich wenden tot het Klachten- instituut Financiële Dienstverlening (KiFiD): Xxxxxxx 00000, 0000 XX Xxx Xxxx. Telefoon (0000) 000 00 00 (xxx.xxxxx.xx).
10 Uitkering
De maatschappij betaalt de schade-uitkering aan u, tenzij u iemand anders aanwijst of de polisvoorwaarden anders bepalen.
ARTIKEL 4
WAARVOOR WORDEN UW PERSOONSGEGEVENS GEBRUIKT
De maatschappij (of een gevolmachtigd agent wan- neer u via deze agent de verzekering heeft gesloten) verwerkt persoons- en bedrijfsgegevens. Zij doet dit voor zover dat nodig is om de bedrijfsdoelstellingen verantwoord uit te kunnen voeren.
ARTIKEL 4.1
INTERNE VERWERKING VAN PERSOONSGEGEVENS
De maatschappij kan gegevens gebruiken voor:
1 het voorbereiden, aangaan, uitvoeren en beëin- digen van overeenkomsten. Hieronder valt onder andere:
– het verwerken van gegevens voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst;
– het opstellen van offertes;
– het geven van informatie;
– het kopen, bestellen en leveren van goederen en diensten;
– het beperken van de schadelast;
– het afhandelen van transacties;
– het bemiddelen bij transacties of verzoeken die voortkomen uit eerdere dienstverlening, zoals claims, declaraties, tussentijdse beëindigingen en geschillen;
2 het samenstellen van managementinformatie;
3 het ontwikkelen van producten en diensten en het bepalen van algemeen beleid;
4 het voldoen aan wettelijke verplichtingen;
5 het laten uitvoeren van accountantscontrole;
6 het voorkomen en afhandelen van fraudegevallen. Hieronder valt onder andere het verstrekken van informatie over claims, declaraties en tussentijdse beëindigingen binnen de verzekeringsbranche en gerechtelijke instanties;
7 marketingactiviteiten. Deze activiteiten zijn gericht op het tot stand brengen, in stand houden en uit- breiden van de indirecte relatie tussen (potentiële) verzekerden en de maatschappij(en) die tot
Delta Lloyd Groep behoren;
8 het registreren van opdrachten en overeenkomsten die u verstrekt of sluit via de telefoon of andere interactieve media. Deze moeten betrekking hebben op diensten van de maatschappij;
9 het verwerken van informatie die u via de telefoon of andere interactieve media aan de maatschappij geeft.
Op de verwerking van persoonsgegevens is de ge- dragscode ‘Verwerking Persoonsgegevens Financiële instellingen’ van toepassing. De volledige tekst van de gedragscode kunt u raadplegen via de website van het Verbond van Verzekeraars, xxx.xxxxxxxxxxxx.xx.
U kunt de gedragscode ook opvragen bij het Verbond van Verzekeraars, Xxxxxxx 00000, 0000 XX Xxx Xxxx, Telefoon (000) 000 00 00.
ARTIKEL 4.2
EXTERNE VERWERKING VAN PERSOONSGEGEVENS BIJ DE STICHTING CIS
In de database van de Stichting Centraal Informatie Systeem van in Nederland werkzame schadeverzeke- ringsmaatschappijen (Stichting CIS) kunnen gegevens verwerkt worden die u bij het afsluiten of wijzigen van een verzekering of in geval van schade verstrekt. Voor een verantwoord acceptatiebeleid kan de maat- schappij uw gegevens raadplegen bij de Stichting
CIS te Zeist. Het doel hiervan is risico’s te beheersen en fraude tegen te gaan.
Op deze registratie is het privacyreglement van de Stichting CIS van toepassing. Kijkt u voor meer informatie op xxx.xxxxxxxxxxxx.xx. Hier vindt u ook het privacyreglement dat van toepassing is.
ARTIKEL 5
WAT ZIJN DE GEVOLGEN VAN FRAUDE?
1 Onder fraude wordt verstaan: het opzettelijk en op andere gronden en wijzen dan waarvoor deze bedoeld zijn (proberen te) krijgen van een schade- of kostenvergoeding, reparatie van schade in natura, uitkering waar geen recht op bestaat of verzekeringsdekking op basis van valse informatie.
2 Wanneer de maatschappij het vermoeden heeft dat van fraude zoals hierboven in sub 1 omschre- ven sprake kan zijn, zal zij de omstandigheden (laten) onderzoeken. Wanneer u of de verzekerde geen medewerking verleent aan dit onderzoek, kan de maatschappij ertoe besluiten om geen schade te vergoeden en/of de verzekeringsover- eenkomst op te zeggen.
3 De maatschappij informeert u of de verzekerde schriftelijk over de uitkomsten van het onderzoek.
4 Het gevolg van fraude is dat u geen uitkering krijgt, behalve wanneer u of de verzekerde kan aantonen dat de fraude het hele verval van het recht op uitkering niet rechtvaardigt. Bij fraude worden de onderzoekskosten die gemaakt zijn bij u of de verzekerde in rekening gebracht.
5 Wanneer de fraude na de schade-uitkering wordt vastgesteld worden de (schade)bedragen die al uitgekeerd zijn teruggevorderd, en de (onderzoeks)kosten die gemaakt zijn bij u of de verzekerde in rekening gebracht.
6 De maatschappij kan aangifte doen van fraude bij de politie, en kan de gegevens van u of de verzekerde laten registreren bij de Stichting CIS. Wanneer de maatschappij dit doet, zal zij u daarvan schriftelijk op de hoogte brengen.
ARTIKEL 6
WANNEER MOET DE PREMIE BETAALD WORDEN?
1 Premie vooruit betalen
De premie moet vooruit betaald worden op de premievervaldatum. Deze datum wordt altijd op het betalingsverzoek vermeld. Bij de premie kunnen ook kosten, buitengerechtelijke kosten, wettelijke rente en assurantiebelasting zijn inbegrepen.
2 Gevolg van wanbetaling bij de aanvangspremie Bij het begin van de verzekering moet u ervoor zorgen dat de maatschappij de premie heeft ont- vangen binnen 30 dagen na de dagtekening die op het polisblad wordt vermeld. Wanneer de pre- mie binnen de genoemde termijn niet ontvangen is, wordt de verzekering beschouwd als nooit tot stand gekomen. U kunt in dat geval vanaf de ingangsdatum geen rechten ontlenen aan de verzekering. De maatschappij is niet verplicht om u in dit geval een aanmaning te sturen.
3 Gevolg van wanbetaling bij volgende premie- termijnen
Wanneer u de tweede en/of volgende premieter- mijnen (de vervolgpremie) niet op tijd betaalt, zal de maatschappij u aanmanen. Betaalt u vervolgens nog niet, dan is er geen dekking voor
gebeurtenissen die plaatsvinden vanaf de 15e dag nadat u bent aangemaand en desondanks niet hebt betaald. Wanneer u de tweede en/of volgen- de premietermijnen weigert te betalen, is er geen dekking voor gebeurtenissen die plaatsvinden na de premievervaldatum. Beide regelingen gelden ook bij een verlenging van de verzekering.
4 Herstel van de dekking na ontvangst van alle opeisbare termijnen
Wanneer de dekking vanwege wanbetaling opge- schort of beëindigd wordt, blijft u verplicht om de premie te betalen. Pas als alle tot dat moment opeisbare premietermijnen ontvangen zijn, gaat de opgeschorte verzekering weer dekking bieden. De dekking wordt dan weer van kracht op de dag die volgt op de dag van de volledige premiebeta- ling en alleen voor schades veroorzaakt of ont- staan na die dag.
5 Mogelijke beëindiging bij schorsing
Wanneer de verplichtingen van de maatschappij geschorst zijn, heeft de maatschappij het recht om de verzekering te beëindigen. Zij brengt u daarvan schriftelijk op de hoogte.
6 Terugbetaling van premie
Bij tussentijdse beëindiging heeft u recht op terugbetaling van de premie over de termijn dat de verzekering niet meer van kracht is.
ARTIKEL 7
WANNEER KAN DE MAATSCHAPPIJ DE PREMIE EN/OF VOORWAARDEN AANPASSEN?
1 De maatschappij kan de premie en/of de voor- waarden voor verzekeringen van dezelfde soort herzien.
2 De maatschappij kan één of meer beperkende bepalingen of een premieverhoging toepassen op individuele verzekeringen als het schadeverloop of een risicoverzwaring daartoe aanleiding geeft.
In beide gevallen stelt de maatschappij u vóór de ingangsdatum van de wijziging(en) op de hoogte. Wanneer u het niet eens bent met de wijzigingen, kunt u de verzekering tussentijds beëindigen, tenzij er een wettelijke regeling is die de maatschappij verplicht tot de wijziging.
U heeft tot 30 dagen ná ingang van de wijzigingen het recht om tussentijds op te zeggen, waarbij u opzegt per de wijzigingsdatum.
ARTIKEL 8
WANNEER KAN EEN VERZEKERING BEËINDIGD WORDEN?
De verzekering kan op verschillende gronden be- eindigd worden door u of door de maatschappij. Hieronder geven wij aan in welke gevallen u en de maatschappij de verzekering op kunnen zeggen.
ARTIKEL 8.1
OPZEGGING DOOR DE VERZEKERINGNEMER
U heeft het recht om de verzekering te beëindigen:
1 per de einddatum van de eerste contractperiode, mits de opzegging binnen een maand na afloop van de eerste contractperiode door de maat- schappij is ontvangen. Na afloop van de eerste contractperiode kan de verzekering dagelijks opgezegd worden, met een opzegtermijn van een maand;
2 wanneer de premie en/of de voorwaarden aange- past worden. Er moet dan voldaan worden aan de voorwaarden die in artikel 7 gesteld worden;
3 na een schademelding. De verzekering moet dan opgezegd worden binnen 1 maand na de afwikke- ling van de schade;
4 vanaf de dag dat u uw woon- of vestigingsadres niet langer in Nederland heeft;
5 als het motorrijtuig langer dan drie maanden aan- eengesloten in het buitenland zal worden gebruikt;
6 binnen 2 maanden nadat de maatschappij tegen- over u een beroep op niet-nakoming van de mede- delingsplicht bij het aangaan van de verzekering heeft gedaan. De verzekering eindigt op de datum die in de opzegging van de maatschappij is
vermeld, of als deze ontbreekt op de datum van dagtekening van deze opzegging;
7 vanaf de dag dat u of uw nabestaanden geen belang meer hebben bij het motorrijtuig en de feitelijke macht hierover verliezen (bijvoorbeeld door verkoop).
In alle genoemde gevallen loopt de verzekering uiterlijk tot de datum van de beëindiging.
ARTIKEL 8.2
OPZEGGING DOOR DE MAATSCHAPPIJ
De maatschappij heeft het recht om de verzekering te beëindigen:
1 per de einddatum van de contractperiode. Er geldt een opzegtermijn van 2 maanden;
2 als de premie niet binnen de daarvoor gestelde termijn is betaald of als u deze weigert te betalen. De verzekering eindigt op de datum die de maat- schappij in de opzegging noemt;
3 als door u of de verzekerde opzettelijk een onjuis- te voorstelling van zaken wordt gegeven (fraude). De verzekering eindigt dan met onmiddellijke ingang;
4 als het motorrijtuig langer dan 3 maanden aan- eengesloten buiten een lidstaat van de Europese Unie zal worden gebruikt, met een opzegtermijn van 2 maanden;
5 vanaf de dag dat u uw woon- of vestigingsadres niet langer binnen een lidstaat van de Europese Unie heeft;
6 na een schademelding. De verzekering moet dan door de maatschappij opgezegd worden binnen
1 maand nadat de schade afgewikkeld is. Er geldt een opzegtermijn van 2 maanden;
7 als u of uw nabestaanden geen belang meer hebben bij het motorrijtuig en de feitelijke macht hierover verliezen, tenzij de verzekering wordt geschorst of voor een ander motorrijtuig wordt voortgezet;
8 binnen 2 maanden nadat de maatschappij heeft ontdekt dat u de mededelingsplicht bij het aan- gaan van de verzekering niet bent nagekomen en u daarbij heeft gehandeld met de opzet de maat- schappij te misleiden, of de maatschappij bij ken- nis van de ware stand van zaken de verzekering niet zou hebben gesloten. De verzekering eindigt op de datum die de maatschappij in de opzegging noemt;
In alle genoemde gevallen loopt de verzekering uiterlijk tot de datum van de beëindiging.
ARTIKEL 8.3
SCHORSING VAN DE VERZEKERING
De verzekering kan op uw verzoek maximaal
12 maanden aaneengesloten worden geschorst, als na eigendomsoverdracht of totaal verlies van het motorrijtuig niet direct een ander motorrijtuig bij de maatschappij wordt verzekerd. Als binnen deze periode van 12 maanden de schorsing niet wordt
opgeheven wordt de verzekering door de maatschap- pij beëindigd.
De schorsing wordt opgeheven en de polisdekking wordt weer van kracht nadat hierover overeenstem- ming is bereikt met de maatschappij.
ARTIKEL 9
KUNNEN RECHTEN UIT DE VERZEKERING VERVALLEN OF VERJAREN?
Rechten uit de verzekering, zoals het recht op schadevergoeding, moeten u of de verzekerde bin- nen bepaalde termijnen kenbaar maken. Deze rechten kunnen namelijk verjaren. De rechten van u of de verzekerde kunnen ook vervallen wanneer u of de verzekerde de verplichtingen uit de verzekering niet nakomen of wanneer u of de verzekerde de maat- schappij opzettelijk misleid heeft.
Xxxxx u rekening met de volgende zaken:
1 wanneer u of de verzekerde bekend wordt met een schadeveroorzakende gebeurtenis, moet u of de verzekerde de maatschappij zo spoedig moge- lijk inlichten. Uit deze gebeurtenis kan immers een verplichting tot schadevergoeding voor de maat- schappij ontstaan;
2 het recht op schadevergoeding verjaart 3 jaar na de schadeveroorzakende gebeurtenis. Daarbij
wordt gerekend vanaf het moment waarop u of de verzekerde kennis krijgt of had kunnen krijgen van de schadeveroorzakende gebeurtenis. Binnen de genoemde termijn moet u of de verzekerde schrif- telijk aangeven dat u aanspraak heeft op rechten uit de polis;
3 na een afwijzing van de maatschappij verjaart de vordering na verloop van 6 maanden;
4 wanneer u of de verzekerde (al dan niet bij schade) opzettelijk de maatschappij misleid heeft, vervalt onmiddellijk elk recht op uitkering, tenzij de misleiding het verval van rechten niet recht- vaardigt;
5 wanneer u of de verzekerde (al dan niet bij schade) de verplichtingen uit de verzekering niet nakomt, vervalt onmiddellijk elk recht op uitkering wanneer de maatschappij daardoor in haar redelijke belangen wordt geschaad.
ARTIKEL 10
WELKE WIJZIGINGEN/GEWIJZIGDE OMSTANDIGHEDEN MOET U DOORGEVEN?
Tijdens de looptijd van de verzekering kunnen er wijzigingen ontstaan. Deze kunnen betrekking hebben op de verzekerde zaak/zaken of op uw persoonlijke situatie. Bepaalde wijzigingen moet u melden. Deze kunnen namelijk van belang zijn voor de premie en/of de dekking.
De volgende wijzigingen/omstandigheden moet u onmiddellijk doorgeven:
1 u of uw nabestaande heeft geen belang meer bij het motorrijtuig, bijvoorbeeld door verkoop of totaal verlies;
2 het motorrijtuig zal langer dan 3 maanden aan- eengesloten in het buitenland worden gebruikt.
De volgende wijzigingen/omstandigheden moet u binnen 30 dagen doorgeven:
3 het adres van u of de regelmatige bestuurder verandert;
4 iemand anders wordt de regelmatige bestuurder van het motorrijtuig.
De maatschappij heeft het recht om de voorwaarden en de premie direct aan te passen aan de nieuwe situatie.
ARTIKEL 11
WELKE VERPLICHTINGEN HEEFT U BIJ SCHADE?
In geval van schade zijn er algemene verplichtingen waaraan u moet voldoen. Deze verplichtingen gelden voor alle modules. In geval van de module Rechts- bijstand Motorrijtuig moet u in lid 1 in plaats van ‘schade’ echter ‘behoefte aan rechtsbijstand’ lezen. Daarnaast gelden op grond van de module Ongevallen Inzittenden enkele bijzondere verplichtingen die specifiek gelden voor die betreffende module.
Het is belangrijk dat u de verplichtingen in dit artikel nakomt. Komen u en de andere verzekerden deze verplichtingen namelijk niet na, dan vervalt onmiddel- lijk elk recht op uitkering wanneer de maatschappij daardoor in haar redelijke belangen wordt geschaad.
ARTIKEL 11.1
VERPLICHTINGEN BIJ SCHADE
U bent in geval van schade verplicht om:
1 zo snel als in redelijkheid mogelijk is de maat- schappij in te lichten over een schade en het Europees Schadeformulier in te sturen;
2 onmiddellijk passende maatregelen te nemen om de schade te beperken. De kosten van deze pas- sende maatregelen worden door de maatschappij vergoed;
3 onmiddellijk aangifte te doen bij de politie van diefstal, joyriding, inbraak, vandalisme, een ander strafbaar feit, of wanneer uw auto is aangereden door een onbekende dader;
4 geen toezeggingen te doen, verklaringen af te leggen of handelingen te verrichten waaruit kan worden opgemaakt dat u aansprakelijkheid erkent. De maatschappij zal uitzoeken of u aansprakelijk bent;
5 de maatschappij in de gelegenheid te stellen om de schade te laten onderzoeken. Daarvoor kan de maatschappij experts en deskundigen inschakelen. U moet deze experts en deskundigen de informa- tie geven die in verband met de schade gevraagd wordt. Op verzoek van de maatschappij moet u bewijsstukken, nota’s en dergelijke bewaren voor controles die achteraf kunnen plaatsvinden;
6 volledig mee te werken aan:
– de behandeling van een schadevergoeding die door een derde wordt geëist;
– het verhalen van xxxxxx door de maatschap- pij. Dit kan inhouden dat u rechten die u heeft op een derde in verband met een schade moet overdragen aan de maatschappij. Hieraan moet u meewerken, bijvoorbeeld door het onderte- kenen van een akte;
7 de aanwijzingen die de maatschappij u geeft op te volgen en niets te doen wat de belangen van de maatschappij zou kunnen schaden;
8 aansprakelijkstellingen, dagvaardingen en derge- lijke zo spoedig mogelijk door te sturen naar de maatschappij. De maatschappij zal daarop actie ondernemen;
9 op verzoek van de maatschappij binnen een rede- lijke termijn een schriftelijke en ondertekende verklaring over de oorzaak, de toedracht en de omvang van de schade op te stellen. Eventuele stukken die door de maatschappij zijn opgevraagd moet u daarbij overleggen;
10 de maatschappij een overzicht te geven van de andere verzekeringen die verband houden met het verzekerde risico;
11 direct na het eerste verzoek van de maatschappij de (eigendoms)rechten van gestolen of verduis- terde verzekerde zaken aan de maatschappij over te dragen.
ARTIKEL 11.2
BIJZONDERE VERPLICHTINGEN OP GROND VAN DE MODULE ONGEVALLEN INZITTENDEN
De verplichtingen die hieronder genoemd worden gel- den voor alle verzekerden. U verplicht zich ertoe om volledige medewerking te verlenen aan het nakomen van deze verplichtingen door de verzekerde(n).
Een verzekerde is verplicht om:
1 zich direct onder geneeskundige behandeling te laten stellen en ook te blijven als dit redelijkerwijs nodig is;
2 de voorschriften van de behandelend arts op te volgen en zich zo te gedragen dat dit het herstel ten goede komt;
3 zich op verzoek en op kosten van de maatschappij te laten onderzoeken bij een arts of in een zie- kenhuis of andere medische inrichting die door de maatschappij aangewezen wordt;
4 alle gegevens te verstrekken of te laten verstrek- ken aan de maatschappij of aan deskundigen die door de maatschappij zijn ingeschakeld. De maat- schappij bepaalt welke gegevens verstrekt moeten worden. Er mogen geen feiten of omstandigheden verzwegen worden die voor de vaststelling van de mate van blijvende invaliditeit van belang kunnen zijn;
5 op tijd de maatschappij op de hoogte te stellen van een vestiging in het buitenland langer dan 3 maanden.
ARTIKEL 12
HOE WORDT UW SCHADE GEREGELD?
ARTIKEL 12.1
ALGEMEEN
1 Als de schade kan worden hersteld, krijgt u alleen de reparatiekosten vergoed van de maatschappij.
2 Bij verlies van het motorrijtuig of onderdelen daar- van heeft u recht op de dagwaarde onmiddellijk voor het schadevoorval.
3 Als de reparatiekosten hoger zijn dan het verschil tussen de dagwaarde onmiddellijk voor het scha- devoorval en de dagwaarde (restwaarde) onmid- dellijk na het schadevoorval, heeft u recht op het verschil tussen deze beide dagwaarden.
4 Als de verzekeringnemer de BTW kan verrekenen, zal de maatschappij deze op de schadevergoeding in mindering brengen.
5 De vergoeding kan niet hoger zijn dan de cata- loguswaarde die op het polisblad vermeld wordt, behalve wanneer de nieuwwaarderegeling van toepassing is. Zie hiervoor artikel 12.4 van deze voorwaarden.
ARTIKEL 12.2
TOTAL-LOSS
Als er sprake is van total-loss (technisch of eco- nomisch) of verlies van het motorrijtuig, moet (de eigendom van) het motorrijtuig inclusief de acces- soires en voorzieningen die door de maatschappij vergoed moeten worden aan de maatschappij worden overgedragen. U krijgt de schade pas vergoed wanneer dit gebeurd is. De maatschappij kan op
haar beurt een derde partij aanwijzen aan wie moet worden overgedragen. De verplichting om eigendom over te dragen vloeit voort uit een regeling van het Verbond van Verzekeraars, waarbij de meeste schadeverzekeraars zijn aangesloten.
U bent verplicht om alle delen van het kenteken- bewijs van het motorrijtuig, de kentekenplaten (als op het motorrijtuig nieuwe kentekenplaten volgens de GAIK-regeling aanwezig zijn), de sleutels, de codekaarten, de boekjes, etcetera aan de maat- schappij of de derde partij te overhandigen.
ARTIKEL 12.3
VERLIES
Bij verlies van het hele motorrijtuig door diefstal, verduistering, oplichting of joyriding heeft u recht op schadevergoeding als:
1 30 dagen verstreken zijn nadat u de schade bij de maatschappij gemeld heeft en het u en de maat- schappij niet bekend is of had kunnen zijn dat het motorrijtuig is teruggevonden, én;
2 de maatschappij alle gegevens van u ontvangen heeft die nodig zijn om de schade en het recht op schadevergoeding vast te stellen.
ARTIKEL 12.4
NIEUWWAARDE- EN AANSCHAFWAARDEREGELING
(geldt niet voor accessoires)
Bij schade aan het motorrijtuig geldt in aansluiting op en waar dat nodig is in afwijking van artikel 12.1 tot en met 12.3 een nieuwwaarde- of aanschafwaarde- regeling. Hieronder leest u wanneer u recht heeft op één van beide regelingen.
1 Nieuwwaarderegeling
Om voor de nieuwwaarderegeling in aanmerking te komen moet voldaan zijn aan de volgende voorwaarden:
1 het motorrijtuig moet op het moment waarop deel 1A van het kentekenbewijs in Nederland werd afgegeven nieuw zijn geweest;
2 het motorrijtuig moet uitsluitend voor particu- lier gebruik bedoeld zijn;
3 het motorrijtuig moet zijn aangeschaft binnen 12 maanden na de datum waarop deel 1A van het kentekenbewijs is afgegeven.
U heeft recht op deze nieuwwaarderegeling als één van de volgende situaties zich voordoet:
1 wanneer bij een schade binnen 12 maanden na de datum waarop deel 1A van het kente- kenbewijs is afgegeven de reparatiekosten hoger zijn dan 2/3e van de nieuwwaarde van het motorrijtuig. Er wordt daarbij uitgegaan van de nieuwwaarde op het moment van de schade. Als de reparatiekosten 2/3e of minder
bedragen, dan heeft u recht op vergoeding van de reparatiekosten;
2 wanneer bij een schade na 12 maanden, maar binnen 36 maanden na de datum waarop deel 1A van het kentekenbewijs is afgegeven de reparatiekosten hoger zijn dan 2/3e van de nieuwwaarde van het motorrijtuig, verminderd met een vaste afschrijving. Er wordt daarbij uitgegaan van de nieuwwaarde op het moment van de schade. De afschrijving wordt berekend vanaf de 13e maand en bedraagt 1,5% per maand of gedeelte daarvan. Als de reparatie- kosten 2/3e of minder bedragen, dan heeft u recht op vergoeding van de reparatiekosten;
3 wanneer het hele motorrijtuig is gestolen.
De nieuwwaarderegeling ziet er vervolgens als volgt uit:
1 bij een gebeurtenis binnen 12 maanden na de datum waarop deel 1A van het kentekenbewijs is afgegeven heeft u recht op de nieuwwaarde van het motorrijtuig. Er wordt daarbij uitge- gaan van de nieuwwaarde op het moment van de schade;
2 bij een gebeurtenis na 12 maanden, maar binnen 36 maanden na de datum waarop deel 1A van het kentekenbewijs is afgegeven, heeft u recht op de nieuwwaarde. Er wordt daarbij uitgegaan van de nieuwwaarde op het moment van de schade. De nieuwwaarde wordt vermin- derd met de afschrijving zoals die hierboven is aangegeven.
Als de waarde die wordt vastgesteld lager is dan de dagwaarde van het motorrijtuig, vergoedt de maatschappij u de hogere dagwaarde. Indien de gebeurtenis heeft plaatsgevonden na 12 maanden nadat kentekenbewijs deel 1A is afgegeven, en de waarde die wordt vastgesteld is op dat moment lager dan de dagwaarde van het motorrijtuig vol- gens de ANWB-koerslijst plus 10%, dan vergoedt de maatschappij u de waarde volgens de ANWB- koerslijst plus 10%.
2 Aanschafwaarderegeling
Om voor de aanschafwaarderegeling in aanmer- king te komen moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:
1 het motorrijtuig moet op het moment waarop deel 1A van het kentekenbewijs in Nederland werd afgegeven nieuw zijn geweest;
2 het motorrijtuig moet uitsluitend voor particu- lier gebruik bedoeld zijn;
3 het motorrijtuig moet minimaal één eerdere eigenaar hebben gehad. In geval van schade moet u de aankoopnota overleggen en de betaling aantonen door een bankafschrift te overleggen;
4 het motorrijtuig moet zijn aangeschaft minimaal 12 maanden, maar maximaal
60 maanden na de datum waarop deel 1A van het kentekenbewijs is afgegeven.
U heeft recht op deze aanschafwaarderegeling als één van de volgende situaties zich voordoet:
1 wanneer bij een schade binnen 36 maanden na aanschaf de reparatiekosten hoger zijn dan het verschil tussen de dagwaarde onmiddellijk voor
het schadevoorval en de dagwaarde onmiddel- lijk na het schadevoorval (restwaarde);
2 wanneer het hele motorrijtuig is gestolen.
De aanschafwaarderegeling ziet er vervolgens als volgt uit:
1 het motorrijtuig is aangeschaft bij een officiële merk(sub)dealer of een BOVAG-erkend auto- bedrijf
Bij een gebeurtenis binnen 36 maanden na aanschaf heeft u recht op:
1 de aanschafwaarde van het motorrijtuig, of als dat hoger is;
2 de waarde volgens de ANWB-koerslijst plus 10% onmiddellijk voor het schadevoorval.
2 het motorrijtuig is niet aangeschaft bij een officiële merk(sub)dealer of een BOVAG-erkend autobedrijf
Bij een gebeurtenis binnen 36 maanden na aanschaf heeft u recht op:
1 de aanschafwaarde van het motorrijtuig, maar nooit meer dan;
2 de waarde volgens de ANWB-koerslijst plus 10% op de aanschafdatum.
ARTIKEL 12.5
EXPERTISEREGELING
Het schadebedrag wordt in overleg met u vastge- steld, of door een expert die door de maatschappij is aangewezen. De schadevaststelling door de expert
geldt in dit laatste geval als het enige bewijs voor de grootte van de schade. U heeft echter het recht om een contra-expert aan te wijzen. In dat geval stel- len beide experts de schade vast. Vooraf zullen beide experts een derde expert moeten benoemen. Komt de schadevaststelling tussen beide experts namelijk niet overeen, dan zal de derde expert het schadebe- drag vaststellen. De derde expert doet dit binnen de grenzen van de door de beide experts vastgestelde schadebedragen. De beslissing van de derde expert is in dit geval bindend. Zowel de expert die door de maatschappij is aangewezen als de contra-expert
en de derde expert moeten zijn aangesloten bij de ‘Gedragscode Expertiseorganisaties’.
Als de maatschappij meewerkt aan de procedure die hierboven omschreven is, betekent dit niet dat de maatschappij daarmee erkent dat er een verplichting is om uit te keren.
ARTIKEL 13
IN WELKE LANDEN BENT U VERZEKERD?
De verzekering biedt dekking binnen de landen die op de ‘Groene Kaart’ (Internationaal Motorrijtuigverze- keringsbewijs) staan, voor zover de landen niet zijn doorgehaald.
ARTIKEL 14
WELKE ALGEMENE UITSLUITINGEN GELDEN ER?
Uitgesloten is vergoeding van schade (hieronder vallen ook kosten) die is veroorzaakt of ontstaan:
1 Ander gebruik
bij ander gebruik dan opgegeven aan de maat- schappij, of tijdens gebruik voor doeleinden die wettelijk niet zijn toegestaan.
2 Atoomkernreacties
door atoomkernreacties, ongeacht hoe en waar deze zijn ontstaan.
3 Inbeslagname
tijdens een periode waarin het motorrijtuig in beslag is genomen of gevorderd is door een overheid, ongeacht welke.
4 Molest
door gewapend conflict, burgeroorlog, opstand, binnenlandse onlusten, oproer en muiterij.
De definities van deze begrippen zijn in de begripsomschrijvingen in artikel 18 opgenomen onder de term ‘molest’.
5 Opzet
door opzet of goedvinden van u, een andere verzekerde of een belanghebbende. Dit geldt voor alle modules die u gesloten heeft.
6 Ongeldig rijbewijs
als de feitelijke bestuurder van het motorrijtuig niet over een rijbewijs beschikt dat in Nederland voor dat motorrijtuig geldig is. De schade is ook niet verzekerd als de feitelijke bestuurder de rijbe- voegdheid is ontzegd, hem/haar een rijverbod is opgelegd, of als op het rijbewijs bijzondere bepa- lingen vermeld zijn waaraan niet wordt voldaan.
Op de uitsluiting zal de maatschappij geen beroep doen als het rijbewijs alleen ongeldig is omdat de geldigheidstermijn van het rijbewijs is verstreken en de bestuurder op de schadedatum nog geen 71 jaar oud was.
7 Rijden onder invloed
als er schade wordt veroorzaakt terwijl de feite- lijke bestuurder zodanig onder invloed van alcohol- houdende drank is, dat een rijverbod is of zou zijn opgelegd door bevoegde instanties, of als de fei- telijke bestuurder niet tot behoorlijk rijden in staat moet worden geacht. Deze regel geldt ook voor andere stoffen die de rijvaardigheid beïnvloeden. Deze uitsluiting geldt niet voor de dekking van de module Wettelijke Aansprakelijkheid.
8 Verhuur
bij verhuur van het motorrijtuig of gebruik voor het vervoer van personen tegen betaling. Het tij- dens woon/werkverkeer meerijden van collega’s die bijdragen in de kosten van het vervoer (carpooling) valt niet onder deze uitsluiting.
9 Wedstrijden
door deelname aan ritten of wedstrijden waarbij het om snelheid, regelmatigheid of behendigheid gaat. De maatschappij verzekert u en de andere verzekerden wel tegen de financiële gevolgen van schade tijdens betrouwbaarheids-, oriëntatie- en puzzelritten. Deze moeten dan in Nederland plaatsvinden en niet langer duren dan 24 uur.
Bovendien mag de snelheid voor de uitslag niet beslissend zijn.
Billijkheidsclausule
Het is mogelijk dat u niet bekend was met de omstandigheden die tot gevolg hebben gehad dat de schade niet verzekerd is en/of dat deze omstan- digheden zich tegen uw wil hebben voorgedaan. Als u daarom in redelijkheid geen verwijt gemaakt kan
worden met betrekking tot deze omstandigheden, zal de maatschappij u wel tegen de financiële gevolgen van schade verzekeren in geval van de uitsluitingen: ‘ander gebruik’, ‘ongeldig rijbewijs’, ‘verhuur’ en voor wat betreft de dekking van de modules Aanrijding
en Accessoires ook in geval van de uitsluiting ‘rijden onder invloed’.
Afstand verhaalsrecht
De maatschappij zal geen gebruik maken van de (eventuele) mogelijkheid om de vergoeding die betaald is te verhalen op de door de verzekerde gemachtigde bestuurder, passagiers of de werkgever van deze personen. De maatschappij zal wel op deze personen verhalen als er sprake is van een uitsluiting die niet tegen de verzekeringnemer kan worden ingeroepen.
ARTIKEL 15
ONDER WELKE OMSTANDIGHEDEN HEEFT U RECHT OP HULPVERLENING?
Met de Autoverzekering hebben u en de andere verzekerden recht op hulpverlening in binnen- en buitenland. Het recht op hulpverlening geldt op voor- waarde dat de verzekerde personen- of bestelauto of autobusje niet wordt gebruikt voor taxi- of verhuur- doeleinden. De omvang en de wijze van uitvoering van de hulpverlening wordt in dit artikel beschreven, net als de verplichtingen waaraan u en de andere verzekerden moeten voldoen om voor hulpverlening in aanmerking te komen en de uitsluitingen die van toepassing zijn.
ARTIKEL 15.1
UITVOERING VAN HULPVERLENING
De uitvoerende hulporganisatie is door de maatschap- pij aangewezen en staat vermeld op uw ‘Groene Kaart’ (Internationaal Motorrijtuigverzekeringsbewijs). De hulporganisatie kiest bij de uitvoering van de hulp- verlening in alle redelijkheid voor de oplossing die
op dat moment economisch het meest verantwoord is. Bij een vergoeding wordt rekening gehouden met besparingen, restituties en dergelijke.
ARTIKEL 15.2
NA EEN ONGEVAL
U en de andere verzekerden hebben recht op hulp- verlening en vergoeding van kosten wanneer door een ongeval niet meer met het motorrijtuig en/of de gekoppelde aanhanger kan worden gereden.
Onder ongeval wordt in dit verband niet alleen een verkeersongeval verstaan, maar ook brand, diefstal of een ander plotseling van buiten komend voorval. De hulpverlening moet in redelijkheid uitvoerbaar zijn, en dus niet onmogelijk worden gemaakt door
bijvoorbeeld oorlogsomstandigheden, onlusten, oproer of een natuur- of kernramp.
ARTIKEL 15.3
MECHANISCHE STORING/SLECHT ONDERHOUD IS UITGESLOTEN
Let op: bij een mechanische en/of elektronische storing is er geen recht op hulpverlening en/of kostenvergoeding, behalve wanneer:
1 de storing in het buitenland plaatsvindt en u de module Aanrijding heeft meeverzekerd, of
2 de storing in Nederland plaatsvindt en u de module Pechhulp Nederland heeft meeverzekerd.
Er wordt in geen geval een vergoeding verleend als het motorrijtuig niet gebruikt kan worden vanwege slechte staat, slecht onderhoud, overbelasting of inbeslagname, tenzij dit laatste het geval is na een verkeersongeval.
ARTIKEL 15.4
VERPLICHTINGEN BIJ HULPVERLENING
Om voor hulpverlening in aanmerking te komen zijn u en de andere verzekerden verplicht om:
1 altijd eerst telefonisch contact op te nemen met de hulporganisatie die door de maatschappij is aangewezen. Zie hiervoor uw ‘Groene Kaart’ (Internationaal Motorrijtuigverzekeringsbewijs). De hulporganisatie bepaalt de inhoud en de omvang van de hulpverlening en bepaalt welke kosten voor vergoeding in aanmerking komen. Als de hulpverlening medische aspecten omvat, kan het medisch team van de hulporganisatie bindend advies uitbrengen, mocht dat nodig zijn;
2 volledig mee te werken aan de hulpverlening en de aanwijzingen van de hulporganisatie en de hulpverleners ter plaatse op te volgen;
3 rekeningen van de hulporganisatie voor diensten en/of kosten waarop een verzekerde geen recht heeft, binnen 30 dagen na de dagtekening van de nota’s te betalen aan de hulporganisatie.
ARTIKEL 15.5
HULPVERLENING IN NEDERLAND
Bij een ongeval binnen Nederland hebben u en de andere verzekerden recht op:
1 transport van het (teruggevonden) motorrijtuig, inclusief de meegenomen (kampeer)aanhan- ger/ caravan naar een door u te bepalen adres in Nederland. De maatschappij vergoedt ook de noodzakelijke stallings- en bergingskosten;
2 vervoer van de bestuurder en de passagiers met hun bagage naar een door u te bepalen adres in Nederland. De hulporganisatie bepaalt de wijze van vervoer.
ARTIKEL 15.6
HULPVERLENING BUITEN NEDERLAND
Buiten Nederland, maar nog wel binnen het gebied waarin u en de andere verzekerden volgens de ‘Groene Kaart’ (Internationaal Motorrijtuigverzeke- ringsbewijs) verzekerd zijn, hebben u en de andere verzekerden ook recht op hulpverlening. Naast een situatie zoals in lid 2 (‘Na een ongeval’) van dit artikel genoemd, hebben u en de andere verzekerden in het buitenland bovendien recht op hulpverlening wan- neer de bestuurder uitvalt door een ernstige ziekte of ongeval, waardoor het besturen van het motorrijtuig niet langer medisch verantwoord is, genezing niet binnen redelijke termijn verwacht kan worden en in het reisgezelschap geen vervangende bestuurder aanwezig is.
De hulpverlening in het buitenland omvat:
1 vergoeding van de noodzakelijke kosten van ber- gen en slepen van het motorrijtuig van de plaats van de gebeurtenis naar de dichtstbijzijnde garage waar de schade kan worden beoordeeld en/of hersteld;
2 vergoeding van de noodzakelijke kosten van arbeidsloon bij een (nood)reparatie aan het motorrijtuig langs de weg (dus geen reparatie bij een garage). Er wordt maximaal 250 euro per gebeurtenis vergoed;
3 toezending van onderdelen die nodig zijn om het motorrijtuig rijklaar te maken, als deze onderdelen niet of niet op korte termijn ter plaatse te verkrij- gen zijn. De kosten van de onderdelen zelf blijven voor uw rekening, net als douaneheffingen en kosten voor retourvracht.
4 vergoeding van de extra verblijfskosten tot maxi- maal 75 euro per persoon per dag, voor ten hoog- ste 10 dagen;
5 vergoeding van het vervoer van het beschadigde motorrijtuig en/of aanhanger naar een plek in Nederland die door u bepaald wordt, als blijkt dat het niet mogelijk is om het motorrijtuig binnen
dagwaarde (restwaarde) van het motorrijtuig na het voorval, dan bestaat de vergoeding uit de kos- ten die nodig zijn om het motorrijtuig in te voeren en te vernietigen in het buitenland. De maatschap- | ALS U NU STAAT OP TREDE | HEEFT U EEN KORTING VAN | ZONDER SCHADE | BIJ ÉÉN SCHADE | BIJ TWEE SCHADES |
pij vergoedt ook de noodzakelijke stallingskosten; | 18 | 80% | 18 | 13 | 9 |
6 vervoer van de bestuurder en de passagiers met | 17 | 80% | 18 | 12 | 8 |
hun bagage terug naar Nederland, als volgens sub | 16 | 80% | 17 | 11 | 7 |
5 van lid 6 (de bepaling rond de dagwaarde) het | 15 | 80% | 16 | 10 | 6 |
motorrijtuig in het buitenland moet worden achter- | 14 | 80% | 15 | 9 | 5 |
gelaten. De hulporganisatie bepaalt de wijze van | 13 | 80% | 14 | 8 | 5 |
vervoer. | 12 | 79% | 13 | 7 | 4 |
11 | 78% | 12 | 6 | 3 | |
ARTIKEL 15.7 | 10 | 77% | 11 | 5 | 3 |
HULPVERLENING NA PECH IN HET BUITENLAND | 9 | 76% | 10 | 4 | 3 |
8 | 75% | 9 | 4 | 3 | |
Alleen als u de module Aanrijding heeft meeverze- | 7 | 72,5% | 8 | 3 | 2 |
kerd, hebben u en de andere verzekerden ook recht | 6 | 70% | 7 | 3 | 2 |
op de hulpverlening zoals in lid 6 (‘Hulpverlening bui- | 5 | 65% | 6 | 3 | 2 |
ten Nederland’) omschreven wanneer het motorrijtuig | 4 | 60% | 5 | 2 | 1 |
uitvalt door een mechanische storing buiten | 3 | 50% | 4 | 2 | 1 |
Nederland, maar nog wel binnen het gebied waarin u en de andere verzekerden volgens de ‘Groene Kaart’ | 2 | 30% | 3 | 1 | 1 |
(Internationaal Motorrijtuigverzekeringsbewijs) |
2 werkdagen zo te repareren, dat op technisch ver- antwoorde wijze kan worden teruggereisd. Blijken de kosten van vervoer echter hoger te zijn dan de
verzekerd zijn.
ARTIKEL 16
HOE WERKT DE NO-CLAIMKORTINGSREGELING?
Dit artikel geldt alleen voor de modules ‘Wettelijke Aansprakelijkheid’ en ‘Aanrijding’.
ARTIKEL 16.1
OPBOUW VAN DE NO-CLAIMKORTING
Bij het afsluiten van de verzekering wordt bepaald welke korting u krijgt op de premie. Na elke contract- periode (verder te noemen: verzekeringsjaar) wordt het nieuwe kortingspercentage voor uw verzekering vastgesteld. Als in het afgelopen verzekeringsjaar geen schade is gemeld waarvoor de maatschappij een uitkering heeft moeten doen of nog zal kunnen doen, stelt de maatschappij volgens de no-claimschaal die hieronder bij lid 2 is afgebeeld het nieuwe kortings- percentage voor het nieuwe verzekeringsjaar vast.
De maatschappij houdt hierbij rekening met het kortingspercentage dat bij het afsluiten van de verzekering toegekend is.
ARTIKEL 16.2
TERUGVAL IN NO-CLAIMKORTING
Als in een verzekeringsjaar één of meer schades gemeld zijn waarvoor de maatschappij een uitkering heeft moeten doen, en deze schades betrekking heb- ben op de modules ‘Wettelijke Aansprakelijkheid’ en/ of ‘Aanrijding’, wordt voor het nieuwe verzekerings- jaar de premie volgens de no-claimschaal die hieron- der is afgebeeld vastgesteld.
De no-claimkorting geldt over het totaalbedrag van de premie voor de beide modules. Een vermindering
van de no-claimkorting kan ook gevolgen hebben voor eventuele extra toegekende treden.
NO-CLAIMSCHAAL:
EN WORDT DE TREDE IN HET EERSTVOLGENDE
VERZEKERINGSJAAR:
Bij 3 of meer schades in één verzekeringsjaar valt u altijd terug naar trede 1.
ARTIKEL 16.3
GEEN TERUGVAL IN NO-CLAIMKORTING
U valt niet terug in no-claimkorting als:
1 de maatschappij geen schadevergoeding hoeft te betalen;
2 een betaalde schade volledig is verhaald;
3 als er sprake is van een aanrijding met een fietser of een voetganger, en de verzekerde geen enkel verwijt gemaakt kan worden over het ontstaan van de aanrijding;
4 een betaalde schade door u voor eigen rekening wordt genomen, op voorwaarde dat er geen ver- dere betalingen met betrekking tot de schade plaatsvinden. De schade moet binnen 12 maanden nadat u over het uitgekeerde bedrag bent bericht voor eigen rekening zijn genomen;
5 alleen schade door vervoer van gewonden is vergoed;
6 er alleen hulpverlening heeft plaatsgevonden;
7 de schadevergoeding alleen betrekking heeft op een schade die valt onder één van de modu- les ‘Brand, Storm en Natuur’, ‘Diefstal’, ‘Ruit’, ‘Accessoires’, ‘Ongevallen Inzittenden’, ‘Schade Inzittenden’, ‘Rechtsbijstand Motorrijtuig’ of ‘Pechhulp Nederland’;
8 de schade-uitkering alleen op basis van artikel 7:962 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek niet ver- haald kan worden. Volgens dit artikel heeft de verzekeraar geen recht op verhaal op bepaalde personen die tot de familie- of werkkring van een verzekerde behoren;
9 een uitkering alleen door het bestaan van een schaderegelingsovereenkomst tussen maatschap- pijen niet of maar voor een deel kan worden verhaald.
ARTIKEL 16.4
TEN ONRECHTE VERLEENDE NO-CLAIMKORTING
Het is mogelijk dat de maatschappij u te weinig premie in rekening heeft gebracht vanwege een onterecht verleende no-claimkorting.
In de volgende gevallen heeft de maatschappij dan het recht om bij u aanvullende premie in rekening te brengen:
1 wanneer uit de originele royementsverklaring of uit de gegevens uit het centraal administratiebe- stand van royementsgegevens blijkt, dat u recht heeft op een lagere no-claimkorting dan door de maatschappij is toegekend;
2 wanneer u de originele royementsverklaring niet instuurt, of als er in het centraal administratiebe- stand van royementsgegevens geen gegevens van u te vinden zijn die acceptabel zijn voor de maat- schappij. De maatschappij neemt in dat geval aan, dat u geen enkel recht op toekenning van schade- vrije jaren heeft.
ARTIKEL 16.5
MALUS/ROYEMENT
1 als uw autoverzekering eindigt of geschorst wordt en u op dat moment -1, -2 of -3 schadevrije jaren heeft, is de maatschappij verplicht om een mel- ding van malus af te geven aan de gezamenlijke database van alle schadeverzekeraars voor schade- vrije jaren;
2 eventuele (commerciële) schadevrije jaren die door de maatschappij zijn toegekend en die los staan van het aantal daadwerkelijke schadevrije jaren, worden niet vermeld bij royement.
ARTIKEL 17
TERRORISMESCHADE EN MOLEST
1 Beperkte vergoeding bij terrorismeschade
De maatschappij is aangesloten bij de Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorisme- schaden NV (NHT). De maatschappij vergoedt
de schade op basis van het Protocol afwikkeling Claims van de NHT. Daarin staat dat de schade- vergoeding beperkt kan worden bij terrorisme, kwaadwillige besmetting en dergelijke. De schade- vergoeding kan in dat geval worden beperkt tot de uitkering die de maatschappij ontvangt van
de NHT. De NHT beslist of er sprake is van een
terrorismeschade. Pas wanneer de beslissing van de NHT en het bedrag van de vergoeding bekend zijn gemaakt, is er recht op schadevergoeding. De volledige tekst van het protocol kunt u vinden op xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx.
2 Verval van rechten bij niet-tijdige melding
Elk recht op schadevergoeding of uitkering vervalt als de melding van de claim niet is gedaan binnen 2 jaar nadat de NHT heeft beslist of er sprake is van een terrorismeschade.
Hiermee wordt afgeweken van de regeling over verjaring in artikel 9.
3 Molest
De maatschappij keert niet uit als de schade en/ of de kosten veroorzaakt zijn door of ontstaan zijn uit gewapend conflict, burgeroorlog, opstand, binnenlandse onlusten, oproer en muiterij.
De definities van deze begrippen zijn in de algemene begripsomschrijvingen in artikel 18 opgenomen onder de term ‘molest’.
ARTIKEL 18
WELKE BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN HANTEERT DE MAATSCHAPPIJ?
In dit artikel leggen we de begrippen uit die in deze voorwaarden gebruikt worden. Eerst volgen de omschrijvingen van de begrippen die in alle modules dezelfde betekenis hebben. Deze worden gevolgd door specifieke begripsomschrijvingen die alleen gelden voor de modules ‘Ongevallen Inzittenden’, ‘Schade Inzittenden’ en ‘Rechtsbijstand Motorrijtuig’.
Let op: de betekenis van een begrip kan per module afwijken. Zo wordt het begrip ‘verzekerde’ in de module ‘Ongevallen Inzittenden’ bijvoorbeeld anders omschreven dan in de algemene begripsomschrijvingen.
ARTIKEL 18.1
ALGEMENE BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
Accessoires
Onderdelen en voorwerpen van het motorrijtuig die niet af-fabriek maar later zijn ingebouwd/aangebracht, en die niet in de cataloguswaarde zijn
opgenomen. Het gaat hier dus niet om af-fabriek bijgeleverde opties, onderdelen en voorwerpen. Opties, onderdelen en voorwerpen die wettelijk niet zijn toegestaan, zijn niet verzekerd.
Brand
Een vuur met vlammen buiten een haard, dat zich op eigen kracht kan uitbreiden. Het vuur moet ontstaan zijn door verbranding met vlammen. Onder brand wordt niet verstaan schroeien, smelten, verkolen, broeien en zengen.
Blikseminslag
Xxxxxx die rechtstreeks door de inslag van bliksem is veroorzaakt of door inductie na bliksem. Onder induc- tie wordt in dit verband verstaan: een overspanning
in elektrische apparatuur die door bliksem veroorzaakt wordt.
Cataloguswaarde
De geadviseerde Nederlandse verkoopprijs van de verzekerde auto zoals die vermeld wordt in de meest recente prijslijst van de fabrikant/importeur. Daarbij wordt rekening gehouden met merk, model, type, uitvoering en opties af-fabriek. Mits van toepassing, wordt de verkoopprijs verhoogd met de Belasting Personenauto’s en Motorrijtuigen (BPM) en de ver- wijderingsbijdrage. De prijs wordt bepaald op het moment waarop kentekenbewijs deel I wordt afgege- ven. Als de auto op dat moment niet nieuw is wordt de prijs gehanteerd van het moment waarop het motorrijtuig voor het eerst nieuw werd afgeleverd.
Dagwaarde
De nieuwwaarde, verminderd met een aftrek vanwege waardevermindering door ouderdom en/of slijtage volgens Nederlandse maatstaven.
Diefstal
Het wegnemen van een goed dat geheel of voor een deel aan een ander toebehoort, met het doel om het zich permanent wederrechtelijk toe te eigenen.
Explosie
Een korte, plotselinge krachtsuitspatting van gassen of dampen.
Inbraak
Het zich onrechtmatig toegang verschaffen door het verbreken van degelijke afsluitingen. Door de inbraak moeten deze afsluitingen zonder reparatie of vervan- ging niet meer geschikt zijn om gebruikt te worden.
Joyriding
Elk wederrechtelijk gebruik van een motorrijtuig, zon- der de bedoeling om dit motorrijtuig toe te eigenen.
Kortsluiting
Een elektriciteitsstoring, die er in extreme gevallen toe kan leiden dat de elektriciteitsdraden ontoelaat- baar warm worden en daardoor schade veroorzaken.
Maatschappij/We/Wij
De verzekeringsmaatschappij die door ondertekening van het polisblad als risicodrager van deze verze- kering geldt, of een gevolmachtigde wanneer deze namens de verzekeringsmaatschappij heeft onder- tekend.
Mechanische storing en/of elektronische storing
Een storing die van binnen het motorrijtuig komt en waardoor niet meer met het motorrijtuig kan worden gereden. De storing moet plotseling en onvoorzien- baar zijn.
Molest
De volgende gebeurtenissen vallen onder het begrip ‘molest’:
1 gewapend conflict
Onder gewapend conflict wordt verstaan elk geval waarin staten of andere georganiseerde partijen elkaar, of althans de een de ander, gebruikmakend van militaire machtsmiddelen bestrijden.
Onder gewapend conflict wordt mede verstaan het gewapende optreden van een Vredesmacht der Verenigde Naties.
2 burgeroorlog
Onder burgeroorlog wordt verstaan een min of meer georganiseerde gewelddadige strijd tussen inwoners van eenzelfde staat waarbij een belang- rijk deel van de inwoners van die staat betrokken is.
3 opstand
Onder opstand wordt verstaan georganiseerd gewelddadig verzet binnen een staat, gericht tegen het openbaar gezag.
4 binnenlandse onlusten
Onder binnenlandse onlusten worden verstaan min of meer georganiseerde gewelddadige handelingen, op verschillende plaatsen zich voordoend binnen een staat.
5 oproer
Onder oproer wordt verstaan een min of meer georganiseerde plaatselijke gewelddadige beweging, gericht tegen het openbaar gezag.
6 muiterij
Onder muiterij wordt verstaan een min of meer georganiseerde gewelddadige beweging van leden van enige gewapende macht, gericht tegen het gezag waaronder zij gesteld zijn.
Motorrijtuig
1 Het motorrijtuig zoals dat op het polisblad vermeld wordt, inclusief:
– de onderdelen en gereedschappen die tot de standaarduitrusting behoren;
– de opties die af-fabriek zijn bijgeleverd, als de waarde van de opties bij de cataloguswaarde van het motorrijtuig zoals vermeld op het polisblad is opgeteld.
2 een gelijkwaardig, vervangend motorrijtuig dat de verzekerde gebruikt tijdens de periode waarin het motorrijtuig dat op het polisblad vermeld wordt in reparatie, revisie of onderhoud is bij een daarvoor ingericht en erkend bedrijf. De maatschappij ver- leent voor de genoemde periode de dekking zoals op het polisblad is vermeld. De regeling van artikel
3.8 (‘Andere verzekeringen’) is echter gewoon van toepassing.
NHT
De maatschappij is voor het terrorismerisico herverze- kerd bij de Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden NV (NHT).
Nieuwwaarde
De laatst geldende cataloguswaarde.
Opzet
Door u of een andere verzekerde opzettelijk en tegen een persoon of zaak gericht wederrechtelijk hande- len of nalaten. Als de schade veroorzaakt is door en/ of voortvloeit uit opzettelijk en tegen een persoon
of zaak gericht wederrechtelijk handelen of nalaten van één of meer personen die bij een groep horen waar verzekerde ook deel van uitmaakt, is ook sprake van opzet. Verzekerde hoeft in dat geval niet zelf wederrechtelijk te hebben gehandeld of na te heb- ben gelaten. Wanneer verzekerde niet meer in staat is om zijn of haar eigen wil te bepalen als gevolg van alcoholgebruik of gebruik van andere stoffen, blijft het opzettelijk karakter van het wederrechtelijk handelen of nalaten aanwezig. Dit geldt ook wanneer verzekerde deel uitmaakt van een groep, en één of meer personen
van deze groep zodanig onder invloed zijn van alcohol of andere stoffen dat wilsbepaling niet meer moge- lijk is. Ook dan blijft het opzettelijk karakter van het wederrechtelijk handelen of nalaten aanwezig.
Oplichting
Iemand door middel van bedrog ertoe bewegen om een zaak af te geven of een schuld aan te gaan.
Premie
De premie, verhoogd met de kosten, buitengerechte- lijke kosten, wettelijke rente en de assurantiebelasting (wanneer deze van toepassing zijn).
Proceskosten
Onder proceskosten vallen:
– de kosten van de rechtsbijstand die op verzoek of met toestemming van de maatschappij verleend wordt in geval van een strafproces tegen een verzekerde en/of;
– de kosten van het verweer in een civiele procedure die door een benadeelde tegen een verzekerde
of de maatschappij is ingesteld. De maatschappij moet instemmen met de procedure.
Risicoverzwaring
Het risico wordt door veranderde omstandigheden hoger of groter (zwaarder) dan het door de maat- schappij verzekerde risico.
Schade aan personen
Schade door letsel of aantasting van de gezondheid van personen, inclusief de schade die daaruit voort- vloeit, al of niet met een overlijden als gevolg.
Schade aan zaken
Schade door beschadiging en/of vernietiging en/of verloren gaan van zaken van anderen dan de verze- kerde, inclusief de schade die daaruit voortvloeit.
Sleutels
Alle mechanische en/of elektronische middelen waar- mee de portieren van het motorrijtuig kunnen worden geopend en/of de motor kan worden gestart.
Storm
Een windsnelheid van tenminste 14 meter per seconde (windkracht 7).
Terrorisme/Preventieve maatregelen
Gewelddadige handelingen en/of gedragingen, in de vorm van een aanslag of een reeks van in tijd en oog- merk met elkaar samenhangende aanslagen, alsmede het (doen) verspreiden van ziektekiemen en/of stof- fen als gevolg waarvan letsel en/of aantasting van de gezondheid, al dan niet de dood tengevolge hebbend, bij mensen of dieren en/of schade aan zaken ontstaat, dan wel anderszins economische belangen worden aangetast, waarbij aannemelijk is dat deze aanslag of reeks, respectievelijk het verspreiden van ziektekie- men en/of stoffen - al dan niet in enig organisatorisch verband - is beraamd en/of uitgevoerd met het oog- merk om bepaalde politieke en/of religieuze en/of ideologische doelen te verwezenlijken. Van overheids- wege en/of door verzekerde(n) en/of derde(n) getrof- fen maatregelen om het onmiddellijk dreigend gevaar van terrorisme af te wenden of -indien dit gevaar zich heeft verwezenlijkt- de gevolgen daarvan te beperken.
Uitkeringsprotocol
Op de regeling van terrorismeschade is het Protocol afwikkeling claims voor terrorismeschaden van toe- passing. Een afschrift van de volledige tekst van het uitkeringsprotocol kunt u krijgen bij de maatschappij of raadplegen op de website van de maatschappij.
Van buiten komend onheil
Een rechtstreeks en plotseling van buiten inwerkend geweld op de verzekerde zaak, zoals bijvoorbeeld een slag, stoot of val.
Onder een van buiten komend onheil worden geen gebeurtenissen verstaan waartegen de verzekerde zaak normaal gesproken bestand moet zijn.
Verduistering
Het zich wederrechtelijk toe-eigenen van een goed dat aan een ander toebehoort en dat men op grond van een rechtsverhouding (er is bijvoorbeeld sprake van huur of leen) onder zich heeft.
Verzekerde(n)
1 u, de verzekeringnemer;
2 de eigenaar, houder, gemachtigde bestuurder en gemachtigde passagiers van het motorrijtuig;
3 de werkgever van een verzekerde, als hij volgens artikel 6:170 Burgerlijk Wetboek aansprakelijk is voor de schade, die de verzekerde heeft veroor- zaakt.
Verzekeringnemer, u, uw
Waar in de voorwaarden gesproken wordt over verze- keringnemer, u of uw, wordt bedoeld degene, die met de maatschappij de verzekeringsovereenkomst heeft gesloten.
Verzekeringspakket
Onder verzekeringspakket wordt verstaan de in het pakket gesloten verzekeringen zoals die op het polis- blad worden vermeld.
Zelfontbranding
Het uit zichzelf vlam vatten, zonder toegevoerde warmte of energie die warmte opwekt.
ARTIKEL 18.2
AANVULLENDE BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN MODULE ONGEVALLEN INZITTENDEN
Blijvende invaliditeit
Blijvend, geheel of gedeeltelijk functieverlies van een deel van het lichaam of een orgaan dat door lichame- lijk letsel getroffen is. Dit functieverlies moet objectief vastgesteld kunnen worden. Bij het vaststellen van de blijvende functionele invaliditeit wordt geen rekening gehouden met het beroep van verzekerde.
Letsel
Een anatomische beschadiging die direct door het ongeval veroorzaakt wordt.
Motorrijtuig
1 Het motorrijtuig dat op het polisblad vermeld wordt.
2 een gelijkwaardig, vervangend motorrijtuig dat de verzekerde gebruikt tijdens de periode waarin het motorrijtuig dat op het polisblad vermeld wordt in
reparatie, revisie of onderhoud is bij een daarvoor ingericht en erkend bedrijf.
Nabestaande
Degene die na het overlijden van verzekerde bevoegd is om toestemming te verlenen voor medisch onder- zoek op het stoffelijk overschot van verzekerde.
Ongeval
Een gebeurtenis die is ontstaan in verband met de verkeersdeelneming met het motorrijtuig en waaruit een medisch vast te stellen lichamelijk letsel ontstaat. Dit letsel moet rechtstreeks en uitsluitend het gevolg zijn van een onverwachts van buiten inwerkend uit- wendig geweld op het lichaam van verzekerde.
Onder ongeval wordt tevens verstaan:
1 acute vergiftiging die het gevolg is van het plot- seling en ongewild binnenkrijgen van gassen, dampen, vloeibare of vaste stoffen, anders dan vergiftiging door gebruik van genees-, genot- of narcosemiddelen;
2 besmetting door ziektekiemen of een allergische reactie, als deze besmetting of reactie een recht- streeks gevolg is van een onvrijwillige val in het water of in een andere stof, of het gevolg is van het zich daarin begeven bij een poging om mens, dier of zaken te redden;
3 het ongewild en plotseling binnenkrijgen van stof- fen of voorwerpen in het spijsverteringskanaal, de luchtwegen, de ogen of de gehoororganen, waar- door inwendig letsel ontstaat, met uitzondering van het binnendringen van ziektekiemen;
4 ontwrichting of scheuring van spier- en bandweef- sel, mits deze letsels plotseling zijn ontstaan en hun aard en plaats geneeskundig worden vastge- steld;
5 verstikking, verdrinking, bevriezing, zonnesteek, hitteberoerte;
6 uitputting, verhongering, verdorsting en zon- nebrand als gevolg van onvoorziene omstandig- heden;
7 wondinfectie of bloedvergiftiging door het binnen- dringen van ziektekiemen in een letsel dat door een gedekt ongeval is ontstaan;
8 complicaties of verergering van het ongevalletsel als rechtstreeks gevolg van eerste hulpverlening of van de geneeskundige behandeling die door het ongeval nodig is geworden;
9 lichamelijk functionele beperkingen van de cervi- cale wervelkolom als gevolg van een cervicaal acceleratie trauma (whiplash).
Verzekerde(n)
1 U, de verzekeringnemer.
2 De bestuurder en de passagiers, die met uw toe- stemming een wettelijk toegestane zitplaats in het motorrijtuig hebben ingenomen.
ARTIKEL 18.3
AANVULLENDE BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN MODULE SCHADE INZITTENDEN
Schade
1 Schade als gevolg van letsel of aantasting van de gezondheid, al of niet met een overlijden als gevolg;
2 Schade door beschadiging of verloren gaan van zaken die zich in het motorrijtuig zelf bevinden en die horen bij de particuliere huishouding van u of een andere verzekerde.
Verkeersongeval
Een botsing, aan- of overrijding waarbij het verze- kerde motorrijtuig is betrokken.
Verzekerde(n)
De personen die zich met directe of indirecte toestem- ming van u in het motorrijtuig bevinden als bestuur- der of passagier. Zij gelden dan als ‘inzittende’.
U bent dus zelf ook een verzekerde wanneer u als bestuurder of passagier in het motorrijtuig zit.
U en de andere verzekerde(n), en bij overlijden de nabestaanden, hebben recht op schadevergoeding wanneer u een natuurlijke persoon bent of wanneer zij dat zijn (en het dus geen onderneming met rechts- persoonlijkheid betreft).
ARTIKEL 18.4
AANVULLENDE BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN MODULE RECHTSBIJSTAND MOTORRIJTUIG
DAS
De maatschappij heeft de uitvoering van de voor- waarden van de module Rechtsbijstand Motorrijtuig overgedragen aan DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij NV, hierna genoemd: DAS. De maatschappij garandeert dat DAS de verplichtingen die in deze voorwaarden genoemd worden nakomt.
Kosten van rechtsbijstand
De kosten die de verzekerde of DAS voor de rechtsbij- stand en de rechtsgang moet maken of verschuldigd is. DAS heeft het recht om de kosten van de rechts- bijstand rechtstreeks aan de belanghebbende te be- talen. Als anderen bij een actie van een verzekerde ook belang hebben, vergoedt DAS de kosten van de rechtsbijstand in de verhouding verzekerde/totaal aantal belanghebbenden. Daarbij maakt het niet uit
of deze belanghebbenden zelf geen of maar voor een deel actie ondernemen.
U bent verplicht om de kosten van rechtsbijstand die door DAS vergoed zijn en op een tegenpartij verhaald kunnen worden binnen 10 dagen na ontvangst aan DAS terug te betalen. Ook moet een verzekerde alle medewerking verlenen aan een zo snel mogelijke terugbetaling aan DAS.
Onder de kosten van rechtsbijstand vallen:
1 de kosten om rechtsbijstandjuristen, schadecorres- pondenten en andere deskundigen die verbonden zijn aan DAS in te schakelen;
2 de kosten die verbonden zijn aan het inschakelen van advocaten, procureurs, deurwaarders, getui- gen en deskundigen als bijvoorbeeld tolken, verta- lers, medici, actuarissen, accountants en technici;
3 de proceskosten;
4 de kosten die verbonden zijn aan het tenuitvoer- leggen van rechterlijke uitspraken en authentieke akten;
5 de noodzakelijke reis- en verblijfkosten van de verzekerde, wanneer deze persoonlijk voor een zitting van een buitenlands rechterlijk college moet verschijnen (strafzaken uitgezonderd) of wanneer dit volgens de raadsman die is ingescha-
keld dringend gewenst is.
6 het voorschot van waarborgsommen tot maximaal
12.500 euro per verzekerd voorval. Een rechter- lijke instantie of overheidsinstantie kan zo’n waar- borgsom verlangen voor de invrijheidstelling van de verzekerde of voor de proceskosten die verze- kerde verschuldigd is. De verzekerde is verplicht om het bedrag dat wordt voorgeschoten binnen 10 dagen na ontvangst van de betrokken instan- tie, maar in ieder geval binnen één jaar, terug te betalen en alle medewerking te verlenen aan een zo snel mogelijke terugbetaling;
7 de kosten van de eigen bijdrage van een raads- man die volgens wettelijke regeling (ambtshalve of op verzoek van de verzekerde) wordt toegevoegd, op voorwaarde dat de raadsman in overleg en met toestemming van DAS wordt ingeschakeld.
Onder de kosten van rechtsbijstand vallen in elk geval niet:
8 kosten, die het gevolg zijn van verzuimen, nalatig- heden of fouten van de verzekerde met betrekking tot de behandeling van de zaak;
9 geldstraffen, boetes of dwangsommen die aan verzekerde zijn opgelegd.
Motorrijtuig
1 Het motorrijtuig dat op het polisblad vermeld wordt.
2 De caravan of aanhangwagen die aan het motorrij- tuig gekoppeld is, of de caravan of aanhangwagen, die na koppeling is losgeraakt of losgemaakt en nog niet veilig buiten het verkeer tot stilstand is gekomen.
3 Een vervangend motorrijtuig, dat de verzekerde gebruikt tijdens de periode van reparatie, revisie of onderhoud van het motorrijtuig als hierboven bedoeld onder sub 1, tenzij hiervoor een andere verzekering van kracht is. Of deze verzekering ouder is, doet niet ter zake.
Ontstaan voorval
Het voorval wordt geacht te zijn ontstaan:
1 waar het gaat om aanspraken van een verzekerde op schadevergoeding van een derde die wette-
lijk aansprakelijk is: op het tijdstip, waarop de gebeurtenis heeft plaatsgevonden waarbij de schade is ontstaan;
2 waar het gaat om strafvervolging: op het tijdstip, waarop de verzekerde het betreffende voorschrift of de wettelijke bepaling heeft overtreden of zou hebben overtreden;
3 in alle overige gevallen: op het tijdstip, waarop de verzekerde of de wederpartij de wettelijke of contractuele verplichtingen niet is of zou zijn na- gekomen. Hierbij is steeds bepalend het moment,
waarop één van beide partijen voor de eerste keer zodanig in gebreke is gebleven dat de vordering die in het geding is daarop is te herleiden.
Raadsman
Een advocaat, procureur, deurwaarder of iemand anders die juridisch deskundig is.
Rechtsbijstand
Bijstand, zowel eisend als verwerend, voor zover in een juridisch geschil de rechten of belangen van de verzekerde rechtstreeks in het geding zijn. DAS en/of een raadsman verleent de bijstand.
Schade aan personen
Schade door letsel of aantasting van de gezond- heid van personen, al of niet met een overlijden als gevolg, inclusief de schade die daaruit voortvloeit.
Verkeersmisdrijf
Iedere gedraging die strafbaar is gesteld in of volgens de Wegenverkeerswet, de Wet Aansprakelijkheids- verzekering Motorrijtuigen of een soortgelijke wet.
Verzekerde(n)
1 U, de verzekeringnemer.
2 De bestuurder en passagiers, die met uw toe- stemming een zitplaats in het motorrijtuig hebben ingenomen die wettelijk is toegestaan.
3 De nabestaanden van alle verzekerden die onder 1 en 2 genoemd worden, voor zover zij op grond van een verzekerde gebeurtenis een vordering tot voorziening in de kosten van levensonderhoud kunnen instellen volgens artikel 6:108 van het Burgerlijk Wetboek.
Verzekerde hoedanigheid
De behoefte van de verzekerde aan rechtsbijstand in de hoedanigheid van particulier (niet als beoefenaar van een beroep of als eigenaar of exploitant van een bedrijf).
Verzekerd maximumbedrag
DAS vergoedt de externe kosten die uit rechtsbijstand voortvloeien tot maximaal 12.500 euro per verzekerd voorval. Dit kostenmaximum geldt niet voor:
1 verhaal van xxxxxx die in het verkeer is ontstaan;
2 een strafzaak.
Voorval(len)
Complex van feiten dat redelijkerwijs beschouwd kan worden als de oorzaak van de behoefte aan rechts- bijstand. De inzet van het geschil moet tenminste 110 euro zijn (behalve eenmalig telefonisch juridisch
advies door XXX). Een reeks voorvallen die met elkaar verband houden en die één oorzaak hebben, worden aangemerkt als één voorval. Het moment waarop het eerste voorval uit de reeks plaatsvindt, wordt gezien als het moment van ontstaan van het voorval.
BIJZONDERE VOORWAARDEN AUTOVERZEKERING
In de bijzondere voorwaarden die hierna genoemd worden in de artikelen 19 tot en met 28 staan bepa- lingen die specifiek gelden voor de verschillende modules. De module Wettelijke Aansprakelijkheid is verplicht. De overige modules zijn facultatief. Kijkt
u op uw polisblad om te zien welke modules u heeft verzekerd.
ARTIKEL 19
MODULE WETTELIJKE AANSPRAKELIJKHEID
ARTIKEL 19.1
WAT IS VERZEKERD?
De maatschappij verzekert:
1 de financiële gevolgen van schade die met of door het motorrijtuig aan andere personen en/of zaken wordt toegebracht. Een verzekerde moet hiervoor wettelijk aansprakelijk zijn;
2 de financiële gevolgen van schade die wordt ver- oorzaakt met of door een gekoppelde of losgekop- pelde aanhanger/caravan/vouwwagen die nog niet veilig buiten het verkeer tot stilstand is gekomen;
3 de financiële gevolgen van schade aan personen en/of zaken die wordt veroorzaakt door zaken die zich op het motorrijtuig bevinden, daarvan afvallen of afgevallen zijn;
4 de financiële gevolgen van schade die met het verzekerde motorrijtuig wordt toegebracht aan een ander motorrijtuig dat u toebehoort.
De schade aan het laatstgenoemde motorrijtuig wordt niet vergoed als u verzekerd bent als bedrijf en de schade is toegebracht op een terrein of in een gebouw dat bij u in gebruik is. Gevolgschade en/of bedrijfsschade wordt niet vergoed;
5 de financiële gevolgen van schade aan het interi- eur van het verzekerde motorrijtuig, die is ont- staan door het kosteloos vervoer van gewonden.
ARTIKEL 19.2
OP WELKE KOSTENVERGOEDINGEN HEEFT U RECHT?
De maatschappij vergoedt de volgende kosten:
1 de kosten van een financiële zekerheid (waarborg- som) die door een overheid verlangd wordt om
de rechten van benadeelde(n) bij een verzekerde schade veilig te stellen. De maatschappij verstrekt de waarborgsom tot een bedrag van maximaal
50.000 euro per gebeurtenis voor alle verzekerden samen en alleen om een beslag op het motorrijtuig op te heffen of om u of een andere verzekerde vrij te krijgen. De verzekerde is verplicht om de maat- schappij te machtigen om over de waarborgsom die verstrekt is te beschikken zodra die wordt vrijge- geven. Ook moet de verzekerde alle medewerking verlenen om het bedrag terugbetaald te krijgen;
2 de proceskosten en de wettelijke rente over het deel van de hoofdsom dat door de maatschap- pij bij een verzekerde schade vergoed wordt. De maatschappij vergoedt de kosten bovenop het verzekerde bedrag als dat nodig mocht zijn.
ARTIKEL 19.3
WAT IS NIET VERZEKERD?
In artikel 14 staat wat volgens de algemene voor- waarden niet is verzekerd. Voor deze module geldt bovendien dat de volgende gevallen van schade niet worden vergoed:
1 schade aan het eigen motorrijtuig en de aanhanger/ caravan/vouwwagen;
2 schade aan zaken die met het motorrijtuig worden vervoerd, tenzij het gaat om normale handbagage en kleding van passagiers, waarvoor niet ergens anders recht is op schadevergoeding;
3 schade aan zaken die van de eigenaar of bestuur- der zijn, die zij geleend of gehuurd hebben, of
die zij op een andere wijze onder zich hebben. Wanneer de schade is toegebracht aan een ander motorrijtuig van een verzekerde, geldt echter de bepaling uit artikel 19 lid 1 sub 4 en wordt de schade aan dat andere voertuig volgens die bepa- ling wel vergoed;
4 schade die wordt veroorzaakt door degene die de macht over het motorrijtuig heeft verkregen door diefstal of geweldpleging, en door degene die dit weet en het motorrijtuig zonder geldige reden gebruikt;
5 schade aan de niet gemachtigde bestuurder en/ of niet gemachtigde passagier(s) van het motor- rijtuig;
6 schade aan de bestuurder zelf;
7 schade aan het gesleepte of gekoppelde voertuig;
8 schade veroorzaakt bij het laden en lossen van zaken;
9 een boete of afkoopsom.
ARTIKEL 19.4
WELK EIGEN RISICO IS VAN TOEPASSING?
Er is geen eigen risico van toepassing.
ARTIKEL 19.5
WAAR MOET U VERDER REKENING MEE HOUDEN?
1 Het bedrag dat maximaal wordt vergoed per ver- zekerde gebeurtenis voor alle verzekerden samen staat op het polisblad vermeld. Wanneer in een land waarbinnen de verzekering dekking biedt (zie artikel 13) een hoger maximaal bedrag per verzekerde gebeurtenis wordt voorgeschreven, geldt dit hogere bedrag.
2 De maatschappij regelt de schade binnen de gren- zen van de verplichtingen die zij heeft en zij heeft steeds het recht om benadeelden rechtstreeks schadeloos te stellen en met hen schikkingen te treffen.
3 Als het komt tot een rechtszaak waarbij u of een andere verzekerde door een benadeelde tot ver- goeding wordt aangesproken, zijn u en de andere verzekerden verplicht om de feitelijke leiding van een proces over te laten aan de maatschappij.
U en de andere verzekerde(n) zijn hierdoor on- der meer verplicht om alle nodige volmachten te verlenen aan de raadsman die de maatschappij aanwijst en om alle stukken (zoals aansprakelijk- stellingen, straf- en civiele dagvaardingen) onmid- dellijk en onbeantwoord naar de maatschappij te sturen.
4 De maatschappij kan u of een andere verzekerde verplichten om zich te laten bijstaan door een raadsman die de maatschappij aanwijst wanneer het tot een strafvervolging komt.
5 De maatschappij kan u of een andere verzekerde er niet toe verplichten om in hoger beroep te gaan tegen een strafrechtelijk vonnis.
6 De maatschappij kan een schadevergoeding ver- halen op degene op wie een uitsluiting van toepas- sing is, als de maatschappij op basis van de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen of een soortgelijke buitenlandse wet schadevergoe- ding moet betalen. Dit verhaalsrecht kan niet vervallen door een schaderegelingsovereenkomst tussen verzekeringsmaatschappijen. De maat- schappij mag ook van het verhaalsrecht gebruik maken nadat de dekking van de verzekering ge- eindigd is. De maatschappij zal na beëindiging van de verzekering echter geen gebruik maken van
dit verhaalsrecht op verzekerde, als de schade is veroorzaakt door een ander dan de verzekerde en als de verzekerde zelf aan zijn verplichtingen heeft voldaan.
Deze verzekering voldoet aan de voorwaarden die de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen stelt.
ARTIKEL 20
MODULE BRAND, STORM EN NATUUR
(Op uw polisblad staat of u deze module heeft verzekerd)
ARTIKEL 20.1
WAT IS VERZEKERD?
De maatschappij verzekert:
1 verlies van en schade aan het motorrijtuig die veroorzaakt wordt door brand, explosie, bliksem- inslag, zelfontbranding en kortsluiting, waarbij geen andere schade aan het motorrijtuig is ont- staan. Ook als deze gebeurtenissen het gevolg zijn van slijtage, reparatie-, constructie- of materiaal- fouten of een andere oorzaak die in het motor- rijtuig zelf ligt, is er dekking voor de schade die daardoor ontstaat;
2 verlies van en schade aan het motorrijtuig die veroorzaakt wordt door een aanrijding met wild, vogels of loslopende dieren;
3 verlies van en schade aan het motorrijtuig die veroorzaakt wordt door inslag van hagelstenen op de carrosserie;
4 verlies van en schade aan het motorrijtuig die ver- oorzaakt wordt doordat een luchtvaartuig neerstort of onderdelen daarvan neerstorten, of doordat voorwerpen uit het luchtvaartuig vallen;
5 verlies van en schade aan het motorrijtuig die veroorzaakt wordt door natuurrampen zoals over- stroming, aardbeving, vulkanische uitbarsting en lawine;
6 verlies van en schade aan het motorrijtuig die ver- oorzaakt wordt door storm. Het motorrijtuig moet door de storm in stilstand omver waaien, of er moeten voorwerpen op en/of tegen het motorrij- tuig terechtkomen, of het portier van het motorrij- tuig moet tegen een ander voorwerp of tegen het motorrijtuig zelf openwaaien;
7 verlies van en schade aan het motorrijtuig die veroorzaakt wordt tijdens de periode waarin het motorrijtuig tijdens transport aan de zorg van een transportonderneming is toevertrouwd. Een plotse- ling van buiten het motorrijtuig komend onzeker onheil moet voor het verlies/de schade zorgen. Lakschade en schade als schrammen en krassen vallen niet onder de dekking.
ARTIKEL 20.2
OP WELKE KOSTENVERGOEDINGEN HEEFT U RECHT?
De maatschappij geeft een bijdrage in de kosten waarvoor u of een verzekerde belast wordt om een vaartuig waarop het motorrijtuig wordt vervoerd te redden uit een noodsituatie (averij grosse).
ARTIKEL 20.3
WAT IS NIET VERZEKERD?
In artikel 14 staat wat volgens de algemene voor- waarden niet is verzekerd. Voor deze module geldt bovendien dat de volgende gevallen van schade niet worden vergoed:
1 de herstelkosten van slijtage, reparatie-, constructie- of materiaalfouten;
2 de herstelkosten van een schadeoorzaak die in het motorrijtuig zelf ligt.
ARTIKEL 20.4
WELK EIGEN RISICO IS VAN TOEPASSING?
Als sprake is van een schade die voor herstel in aanmerking komt, geldt de volgende regeling:
1 het eigen risico wordt verminderd met 150 euro als er sprake is van reparatie via de Select Autoschade Service;
2 bij reparatie door een herstelbedrijf dat niet onder de Select Autoschade Service valt of als het voer- tuig niet wordt hersteld, geldt het eigen risico dat op het polisblad staat;
Op de Groene Kaart staat hoe contact kan worden opgenomen met een bedrijf dat is aangesloten bij de Select Autoschade Service.
ARTIKEL 20.5
WAAR MOET U VERDER REKENING MEE HOUDEN?
Mogelijk is de nieuwwaarderegeling van toepassing. In artikel 12 leest u wat deze regeling inhoudt.
ARTIKEL 21
MODULE DIEFSTAL
(Op uw polisblad staat of u deze module heeft verzekerd)
ARTIKEL 21.1
WAT IS VERZEKERD?
De maatschappij verzekert, mits ook aan de eisen in lid 3 van dit artikel is voldaan, verlies van en schade aan het motorrijtuig door:
1 diefstal en inbraak (of poging daartoe);
2 joyriding;
3 verduistering van het hele motorrijtuig;
4 oplichting door anderen dan een verzekerde.
ARTIKEL 21.2
OP WELKE KOSTENVERGOEDINGEN HEEFT U RECHT?
De maatschappij vergoedt de kosten die gemaakt moeten worden om sloten van het verzekerde motor- rijtuig te wijzigen (of als dat niet mogelijk is te vervangen), wanneer na diefstal met braak of na be- roving met geweld de motorrijtuigsleutels in handen van onbevoegden zijn geraakt. Maximaal 500 euro per gebeurtenis wordt vergoed. Alle mechanische en/of elektronische middelen waarmee de portieren van het motorrijtuig kunnen worden geopend en/of de motor kan worden gestart, worden als motorrijtuigsleutels gezien. De diefstal of beroving moet blijken uit een proces-verbaal van aangifte, waarin de motorrijtuig- sleutels apart vermeld worden. In dit geval is geen eigen risico van toepassing.
ARTIKEL 21.3
WANNEER HEEFT U RECHT OP VERGOEDING?
In artikel 14 staat wat volgens de algemene voor- waarden niet is verzekerd. Voor deze module geldt bovendien dat schade door diefstal of verlies alleen wordt vergoed:
1 wanneer u of de verzekerde adequate maatregelen heeft genomen om na diefstal of vermissing van de motorrijtuigsleutels diefstal of verlies van
de auto door gebruik van de gestolen of vermiste sleutels te voorkomen;
2 wanneer u voldoende zorg heeft betracht om scha- de door diefstal, inbraak (of poging tot inbraak), joyriding, verduistering of oplichting te voorko- men. Er is in ieder geval geen sprake van voldoen- de zorg als het motorrijtuig onbeheerd (daarmee wordt bedoeld zonder direct toezicht van een verzekerde) wordt achtergelaten terwijl:
– het motorrijtuig onvoldoende is afgesloten en/of;
– de motorrijtuigsleutels in het motorrijtuig zijn achtergelaten en/of;
– de motorrijtuigsleutels anders dan in een goed afgesloten ruimte zijn achtergelaten.
ARTIKEL 21.4
WELK EIGEN RISICO IS VAN TOEPASSING?
Als sprake is van een schade die voor herstel in aanmerking komt, geldt de volgende regeling:
1 het eigen risico wordt verminderd met 150 euro als er sprake is van reparatie via de Select Autoschade Service;
2 bij reparatie door een herstelbedrijf dat niet onder de Select Autoschade Service valt of als het voer- tuig niet wordt hersteld, geldt het eigen risico dat op het polisblad staat;
In geval van artikel 21 lid 2 (vergoeding van sleutels) is geen eigen risico van toepassing.
Op de Groene Kaart staat hoe contact kan worden opgenomen met een bedrijf dat is aangesloten bij de Select Autoschade Service.
ARTIKEL 21.5
WAAR MOET U VERDER REKENING MEE HOUDEN?
1 Nieuwwaarderegeling
Mogelijk is de nieuwwaarderegeling van toepas- sing. In artikel 12 leest u wat deze regeling inhoudt.
2 Dagvergoeding bij diefstal
De maatschappij betaalt u bij diefstal, joyriding, verduistering van het hele motorrijtuig en oplichting door anderen dan een verzekerde een dagvergoe- ding van 15 euro per dag zolang het motorrijtuig niet in uw bezit is. U krijgt deze vergoeding gedu- rende de wachttijd zoals beschreven in lid 3 van dit artikel.
3 Wachttijd
De maatschappij heeft 30 dagen de tijd om de auto op te (laten) sporen. Deze wachttijd gaat niet eerder in dan het moment waarop u zowel aangifte heeft gedaan bij de politie als de diefstal heeft gemeld bij de maatschappij. Tijdens deze periode heeft u recht op de dagvergoeding.
4 Stichting Verzekeringsbureau Voertuigcriminaliteit Wanneer het motorrijtuig tegen diefstal verze- kerd is en vermissing geconstateerd wordt, bent u verplicht om de maatschappij en de politie direct daarover in te lichten. U verklaart dat u akkoord bent met het feit dat de maatschappij de gege- vens van het motorrijtuig aanlevert bij de Stichting Verzekeringsbureau Voertuigcriminaliteit (VbV).
De maatschappij kan hiermee door de overheid erkende particuliere organisaties inschakelen om
het motorrijtuig terug te vinden en terug te bezor- gen. U kunt ook rechtstreeks de vermissing van het motorrijtuig doorgeven aan de Stichting VbV. Op uw ‘Groene Kaart’ (Internationaal Motorrijtuig- verzekeringsbewijs) vindt u het telefoonnummer.
ARTIKEL 22
MODULE RUIT
(Op uw polisblad staat of u deze module heeft verzekerd)
ARTIKEL 22.1
WAT IS VERZEKERD?
De maatschappij verzekert:
1 schade aan de voor-, achter- of zijruit en aan glas van zonnedaken van het motorrijtuig ten gevolge van breken of barsten;
2 schade aan het interieur van het motorrijtuig door scherven van de gebroken ruit.
ARTIKEL 22.2
WAT IS NIET VERZEKERD?
In artikel 14 staat wat volgens de algemene voor- waarden niet is verzekerd. Voor deze module geldt bovendien dat de volgende gevallen van schade niet worden vergoed:
1 krassen of vuil;
2 breken of barsten van de ruit als er tegelijkertijd ook andere schade aan de auto is ontstaan.
ARTIKEL 22.3
WELK EIGEN RISICO IS VAN TOEPASSING?
Voor de dekking Ruit geldt de volgende regeling:
1 bij ruitreparatie geldt geen eigen risico als de ruit via de Select Ruitschade Service wordt gerepa- reerd. In alle andere gevallen is bij ruitreparatie het eigen risico van toepassing zoals dat op het polisblad staat vermeld;
2 bij ruitvervanging via inschakeling van de Select Ruitschade Service komt slechts een deel van het eigen risico voor rekening van de verzekeringnemer. In alle andere gevallen is bij ruitvervanging het eigen risico van toepassing zoals dat op het polis- blad staat vermeld.
Op de Groene Kaart staat hoe contact kan worden opgenomen met een bedrijf dat is aangesloten bij de Select Ruitschade Service en ook welk eigen risico in dat geval geldt bij ruitvervanging.
ARTIKEL 23
MODULE AANRIJDING
(Op uw polisblad staat of u deze module heeft verzekerd)
ARTIKEL 23.1
WAT IS VERZEKERD?
De maatschappij verzekert:
1 verlies van en schade aan het motorrijtuig ver- oorzaakt en/of ontstaan door botsen, stoten, omslaan, van de weg raken of te water raken;
2 verlies van en schade aan het motorrijtuig veroor-
zaakt en/of ontstaan door ieder ander van buiten het motorrijtuig komend onheil, met uitzonde- ring van de gebeurtenissen die in de artikelen 20 (Module Brand, Storm en Natuur), 21 (Module Diefstal) en 22 (Module Ruit) genoemd worden.
ARTIKEL 23.2
OP WELKE KOSTENVERGOEDINGEN HEEFT U RECHT?
De module Aanrijding geeft ook recht op vergoeding van de arbeidsloonkosten van een noodreparatie in het buitenland bij pech. Deze pech moet het gevolg zijn van een mechanische en/of elektronische storing. De maximumvergoeding is 125 euro. Verder kan de maatschappij onderdelen toezenden als deze ter plaatse niet of niet op korte termijn te verkrijgen zijn. Leest u voor een volledig overzicht artikel 15 (Hulpverlening) van deze voorwaarden erop na.
ARTIKEL 23.3
WAT IS NIET VERZEKERD?
In artikel 14 staat wat volgens de algemene voor- waarden niet is verzekerd. Voor deze module geldt bovendien dat de volgende gevallen van schade niet worden vergoed:
de herstelkosten van slijtage, reparatie-, constructie- of materiaalfouten, technische gebreken, defect raken van onderdelen of van andere oorzaken die in het motorrijtuig zelf liggen. Als hierdoor echter gevolg- schade ontstaat aan het motorrijtuig zoals in artikel
23.1 sub 1 van dit artikel omschreven, wordt deze gevolgschade wel vergoed.
ARTIKEL 23.4
WELK EIGEN RISICO IS VAN TOEPASSING?
Als sprake is van een schade die voor herstel in aan- merking komt, geldt de volgende regeling:
1 het eigen risico wordt verminderd met 150 euro als er sprake is van reparatie via de Select Autoschade Service;
2 bij reparatie door een herstelbedrijf dat niet onder de Select Autoschade Service valt of als het voer- tuig niet wordt hersteld, geldt het eigen risico dat op het polisblad staat;
Op de Groene Kaart staat hoe contact kan worden opgenomen met een bedrijf dat is aangesloten bij de Select Autoschade Service.
ARTIKEL 23.5
WAAR MOET U VERDER REKENING MEE HOUDEN?
Mogelijk is de nieuwwaarderegeling van toepassing. In artikel 12 leest u wat deze regeling inhoudt.
ARTIKEL 24
MODULE ACCESSOIRES
(Op uw polisblad staat of u deze module heeft verzekerd)
ARTIKEL 24.1
WAT IS VERZEKERD?
De maatschappij verzekert verlies van en schade aan accessoires tegen dezelfde gebeurtenissen als waar-
tegen het motorrijtuig is verzekerd. Kijkt u voor deze gebeurtenissen bij de verschillende modules onder ‘Wat is verzekerd?’
Er kunnen verschillende accessoirepakketten mee- verzekerd worden, afhankelijk van de waarde van de accessoires die u wilt meeverzekeren:
– pakket 1:
de aanwezige accessoires zijn verzekerd tot een maximaal bedrag van 1.250 euro per gebeurtenis. Voor audiovisuele en telecommunicatieapparatuur wordt in geval van diefstal maximaal 500 euro uitgekeerd.
– pakket 2:
de aanwezige accessoires zijn verzekerd tot een maximaal bedrag van 3.500 euro per gebeurtenis. Voor audiovisuele en telecommunicatieapparatuur wordt in geval van diefstal maximaal 1.500 euro uitgekeerd.
– pakket 3:
de aanwezige accessoires zijn verzekerd tot een maximaal bedrag van 5.000 euro per gebeurtenis. Voor audiovisuele en telecommunicatieapparatuur wordt in geval van diefstal maximaal 2.000 euro uitgekeerd.
ARTIKEL 24.2
WAT IS NIET VERZEKERD?
In artikel 14 staat wat volgens de algemene voor- waarden niet is verzekerd.
Voor deze module geldt bovendien dat in het volgende geval de schade niet wordt vergoed:
wanneer de schade is ontstaan aan accessoires die wettelijk niet zijn toegestaan, zoals radarverklikkers.
ARTIKEL 24.3
WELK EIGEN RISICO IS VAN TOEPASSING?
Bij verlies van of schade aan accessoires wordt geen eigen risico in mindering gebracht.
ARTIKEL 25
MODULE ONGEVALLEN INZITTENDEN
(Op uw polisblad staat of u deze module heeft verzekerd)
In deze bijzondere voorwaarden van de module Ongevallen Inzittenden leest u onder welke voorwaar- den de maatschappij u en de andere verzekerde(n) een uitkering verleent bij overlijden of blijvende in- validiteit. De begripsomschrijvingen van de module Ongevallen Inzittenden vindt u in artikel 18.2 van deze voorwaarden. Daar staat ook vermeld wie als verzekerden gelden voor deze module.
ARTIKEL 25.1
WAT IS VERZEKERD?
De maatschappij verzekert u en de andere verzekerde(n) van een uitkering bij overlijden of blij- vende invaliditeit als gevolg van een ongeval. Op uw polisblad staat vermeld wat de maximaal verzekerde bedragen zijn. Deze maximaal verzekerde bedragen gelden per verzekerde inzittende. Echter, als op het moment van het ongeval het aantal inzittenden groter is dan wettelijk is toegestaan, wordt de berekende uitkering naar evenredigheid verminderd.
Om voor een uitkering op grond van deze module in aanmerking te komen moet het ongeval zijn ontstaan:
1 tijdens verblijf in het motorrijtuig en bij in- of uit- stappen, of;
2 tijdens hulpverlening onderweg aan medewegge- bruikers, of;
3 tijdens een noodreparatie aan het motorrijtuig, of het helpen daarbij, of;
4 tijdens tanken of schoonmaken van autoruiten.
ARTIKEL 25.2
WAT IS NIET VERZEKERD?
In artikel 14 staat wat volgens de algemene voor- waarden niet is verzekerd. Voor deze module geldt bovendien dat in de volgende gevallen geen uitkering gedaan wordt:
1 wanneer het ongeval verband houdt met het ple- gen van een misdrijf door een verzekerde, met deelname aan een misdrijf of met een poging tot plegen van een misdrijf;
2 wanneer de schade bestaat uit pijn en gevolgen die daaruit voortvloeien;
3 wanneer de schade bestaat uit psychische aandoe- ningen en/of gevolgen die daaruit voortvloeien, behalve wanneer medisch aangetoond kan worden dat deze aandoeningen het rechtstreekse gevolg zijn van een hersenweefselbeschadiging die door het ongeval veroorzaakt is.
ARTIKEL 25.3
WAAR MOET U VERDER REKENING MEE HOUDEN?
1 Melding bij invaliditeit
U bent verplicht om de maatschappij zo snel mogelijk (maar in elk geval binnen 3 maanden) in te lichten over een ongeval waaruit een uitke- ring voor blijvende invaliditeit zou kunnen volgen.
Wanneer u het ongeval later meldt, maar nog binnen de periode van 3 jaar na de datum van het ongeval, kan er toch een recht op uitkering zijn.
U moet dan voldoende aantonen dat:
– de blijvende invaliditeit alleen het gevolg is van een ongeval, én;
– de gevolgen van het ongeval niet door ziekte, gebrekkigheid of een abnormale lichaams- of geestesgesteldheid zijn vergroot, én;
– de verzekerde in alle opzichten de voorschrif- ten van de behandelend arts heeft opgevolgd.
2 De vaststelling van blijvende invaliditeit
De mate van blijvende invaliditeit zal alleen wor- den vastgesteld door een medisch onderzoek dat in Nederland plaatsvindt. Het percentage (functie) verlies bij letsel aan één van de lichaamsdelen
of organen die in artikel 25.3 sub 4 genoemd worden, wordt als volgt vastgesteld: er wordt uit- gegaan van maatstaven die zijn vastgelegd in de laatste uitgave van de “Guides to the Evaluation of Permanent Impairment” van de American Medical Association (A.M.A.). Deze worden even- tueel aangevuld met richtlijnen van Nederlandse specialistenverenigingen. Met het beroep van een verzekerde wordt geen rekening gehouden bij het vaststellen van het percentage invaliditeit.
3 Termijn waarbinnen blijvende invaliditeit wordt vastgesteld
1 De mate van blijvende invaliditeit wordt vast- gesteld bij een onveranderlijke eindtoestand.
2 Als binnen drie jaar na de ongevalsdatum geen onveranderlijke eindtoestand is bereikt, zal de mate van blijvende invaliditeit worden vast- gesteld door goede en kwade kansen tegen elkaar af te wegen. Met een verzekerde kan echter anders worden overeengekomen.
4 De vaststelling van de uitkering bij blijvende invaliditeit
Aan de hand van het (functie)verlies dat door de medicus is vastgesteld, wordt het uitkeringsper- centage bepaald. Dit gebeurt aan de hand van tabel 1 die hieronder wordt weergegeven. De uitkering voor blijvende invaliditeit bedraagt het genoemde percentage, vermenigvuldigd met het bedrag voor blijvende invaliditeit op het polisblad.
Wanneer er sprake is van gedeeltelijk (functie)ver- lies van één of meer lichaamsdelen of organen die hieronder in tabel 1 genoemd worden, wordt een evenredig deel uitgekeerd. Daarbij wordt rekening gehouden met wat in artikel 25.3 sub 2 bepaald is.
UITKERINGS- | BIJ VOLLEDIG (FUNCTIE)VERLIES VAN: |
PERCENTAGE: | |
100 | Gezichtsvermogen van beide ogen |
30 | Gezichtsvermogen van één oog |
70 | Gezichtsvermogen van één oog, als de |
maatschappij reeds uitkering krachtens | |
deze verzekering heeft verleend wegens | |
het verlies van het gezichtsvermogen | |
van het andere oog | |
60 | Gehoor van beide oren |
30 | Gehoor van één oor |
75 | Arm |
65 | Alle vingers aan de dezelfde hand |
25 | Duim |
15 | Wijsvinger |
12 | Middelvinger |
10 | Ringvinger |
10 | Pink |
70 | Been |
10 | Grote teen |
5 | Andere teen |
5 | Milt |
15 | Nier |
25 | Long |
5 | Smaak- en/of reukvermogen |
50 | Spraakvermogen |
20 | Alle gebitselementen zonder prothetische |
mogelijkheid, melkgebit en prothesen | |
uitgesloten | |
5 | Alle gebitselementen met prothetische |
mogelijkheid, melkgebit en prothesen | |
uitgesloten |
In alle gevallen waar tabel 1 niet in voorziet, wordt het uitkeringspercentage afgestemd op de mate van blijvende invaliditeit die het letsel voor het lichaam als geheel oplevert. Daarbij wordt rekening gehouden met wat in artikel 25.3 sub 2 bepaald is.
5 De invloed van kunst- en hulpmiddelen op de mate van blijvende invaliditeit
Met kunst- en hulpmiddelen die buiten het lichaam zijn aangebracht of die buiten het lichaam worden gedragen, wordt bij de vaststelling van de mate van blijvende invaliditeit geen rekening gehou- den. Bij kunst- en hulpmiddelen die inwendig zijn aangebracht wordt met het verminderde (functie) verlies dat daardoor ontstaat wel rekening gehou- den. Sub 6 tot en met 8 van artikel 25.3 zijn bij de beoordeling van dit eventuele verminderde (functie)verlies ook van toepassing.
6 Invloed van niet-ongevalsgevolgen
De gevolgen van het ongeval kunnen door ziekte, gebrekkigheid of een afwijkende lichaams- of geestesgesteldheid van een verzekerde vergroot zijn. In dat geval wordt bij de vaststelling van de uitkeringen uitgegaan van de gevolgen die het ongeval gehad zou hebben als verzekerde hele- maal valide en gezond zou zijn geweest.
Deze beperking is niet van toepassing als de bestaande ziekte, gebrekkigheid of afwijkende lichaams- of geestesgesteldheid van de verzekerde het gevolg is van een eerder ongeval waarvoor de maatschappij al een uitkering heeft gedaan of nog zal moeten doen op basis van deze verzekering.
7 Verergering van een bestaande ziektetoestand De maatschappij geeft geen uitkering als een bestaande ziektetoestand door een ongeval is verergerd.
8 Al voor het ongeval bestaand (functie)verlies Als al vóór een ongeval een (functie)verlies van het betrokken lichaamsdeel of orgaan bestond,
wordt de uitkering voor blijvende invaliditeit naar evenredigheid verlaagd.
9 Betaling van de uitkering
De maatschappij betaalt de uitkering bij blijvende invaliditeit aan u, tenzij u een ander aanwijst.
Bij overlijden van een verzekerde door een onge- val zal de uitkering aan de begunstigde of zijn/ haar erven gedaan worden. Ook bij een uitkering als gevolg van blijvende invaliditeit na het over- lijden van de verzekerde zal de uitkering aan de begunstigde of zijn/haar erven gedaan worden. De Staat der Nederlanden kan nooit begunstigde zijn.
10 Uitkeringen tot maximaal het verzekerde bedrag voor blijvende invaliditeit
Het totaal van alle uitkeringen die de maatschappij doet in verband met één of meerdere ongevallen die een verzekerde tijdens de looptijd van de ver- zekering zijn overkomen, kan niet hoger zijn dan het verzekerde bedrag voor blijvende invaliditeit.
11 Rentevergoeding bij latere vaststelling blijvende invaliditeit
Als 6 maanden na het ongeval nog niet de mate van blijvende invaliditeit is vastgesteld, krijgt u vanaf dat moment de wettelijke rente over het bedrag dat uiteindelijk wordt uitgekeerd. De rente zal tegelijk met de uitkering worden voldaan.
12 Sectie
Wanneer een verzekerde overlijdt, kan de maat- schappij eisen dat door middel van een medisch onderzoek (sectie) nader onderzoek gedaan wordt naar het ontstaan van het ongeval en/of naar de doodsoorzaak. Als sectie niet mogelijk is omdat de nabestaande geen toestemming verleent of omdat u medewerking weigert bij het krijgen van toe- stemming van de nabestaande, kan dit tot gevolg hebben dat het recht op uitkering vervalt.
13 Melding bij overlijden
Wanneer één van de verzekerden overlijdt moet de maatschappij daar tenminste 48 uur vóór de begrafenis of crematie van op de hoogte gesteld worden door u of door degene die recht heeft op de uitkering. Deze termijn geldt omdat sectie dan eventueel nog mogelijk is.
ARTIKEL 26
MODULE SCHADE INZITTENDEN
(Op uw polisblad staat of u deze module heeft verzekerd)
In deze bijzondere voorwaarden van de module Schade Inzittenden leest u onder welke voorwaarden de maatschappij u en de andere verzekerde(n) een schadevergoeding verleent bij een ongeval of een verkeersongeval met het motorrijtuig. De begripsom- schrijvingen van de module Schade Inzittenden vindt u in artikel 18.3 van deze voorwaarden. Daar staat ook vermeld wie als verzekerden gelden voor deze module.
ARTIKEL 26.1
WAT IS VERZEKERD?
De maatschappij verleent een schadevergoeding bij een ongeval of een verkeersongeval met het motor- rijtuig. Het (verkeers)ongeval moet u en de andere verzekerden zijn overkomen als inzittende (dus bestuurder of passagier) van het motorrijtuig, of:
– bij het in- of uitstappen;
– bij het tanken;
– bij het verrichten van een noodreparatie en even- tuele andere handelingen die op dat moment nodig zijn om weer veilig verder te kunnen rijden;
– bij hulpverlening onderweg aan andere weggebrui- kers die in moeilijkheden zijn geraakt.
De schadevergoeding wordt als volgt vastgesteld:
1 bij overlijden en bij verwonding
Bij schade door overlijden of verwonding wordt de schade vastgesteld volgens dezelfde nor- men als die gelden in het geval waarin u of een andere getroffen verzekerde volgens Nederlands recht aanspraak heeft op schadevergoeding van degene(n) die voor het (verkeers)ongeval aan- sprakelijk is/zijn.
2 bij schade aan zaken
Bij schade aan zaken hebben u en de andere ver- zekerden recht op vergoeding van de reparatiekos- ten. Wanneer reparatie redelijkerwijs niet mogelijk is of wanneer de reparatiekosten meer bedragen dan de waarde van de beschadigde zaken op
het moment van het (verkeers)ongeval (de dag- waarde) verminderd met de eventuele restwaarde, wordt het verschil tussen de dagwaarde en de restwaarde uitgekeerd.
Wanneer u en/of de andere getroffen verzeker- de(n) naar aanleiding van het (verkeers)ongeval ook recht hebben op schadevergoeding volgens de dekking van de module Wettelijke Aansprakelijk- heid, zal de maatschappij volgens die module de schade afwikkelen.
ARTIKEL 26.2
WAT IS NIET VERZEKERD?
In artikel 14 staat wat volgens de algemene voor- waarden niet is verzekerd. Eventuele eigen schuld van u of de andere verzekerden aan het ontstaan van het (verkeers)ongeval speelt voor de dekking van deze module geen rol.
Op de laatste regel zijn twee uitzonderingen:
– als van opzet sprake is, is er ook onder de module Schade Inzittenden geen recht op uitkering;
– als aangetoond wordt dat het niet-dragen van de veiligheidsriemen bijgedragen heeft aan het ontstaan van de schade, wordt bij het vaststel- len van de schadevergoeding rekening gehouden met eigen schuld. De schadevergoeding wordt in
dat geval verminderd conform de mate van eigen schuld die wordt toegerekend.
ARTIKEL 26.3
WAAR MOET U VERDER REKENING MEE HOUDEN?
1 Het verzekerde bedrag dat op het polisblad ver- meld wordt bij de module Schade Inzittenden is het maximale bedrag dat in verband met een (verkeers)ongeval wordt uitgekeerd, ongeacht het aantal verzekerden dat schade geleden heeft.
2 Als de schadevergoeding die wordt vastgesteld hoger is dan het verzekerde bedrag en er ook meerdere verzekerden recht hebben op vergoe- ding, wordt de vergoeding per rechthebbende verzekerde naar evenredigheid verminderd.
De vastgestelde vergoeding per rechthebbende wordt in dat geval vermenigvuldigd met de vol- gende factor: het verzekerde bedrag gedeeld door het totaal van alle vastgestelde schade- vergoedingen samen.
ARTIKEL 27
MODULE RECHTSBIJSTAND MOTORRIJTUIG
(Op uw polisblad staat of u deze module heeft verzekerd)
In deze bijzondere voorwaarden van de module Rechtsbijstand Motorrijtuig leest u onder welke voor- waarden u en de andere verzekerde(n) recht hebben op verlening van rechtsbijstand. De begripsomschrij- vingen van de module Rechtsbijstand Motorrijtuig vindt u in artikel 18.4 van deze voorwaarden. Daar staat ook vermeld wie als verzekerden gelden voor deze module.
Aan DAS is de uitvoering van de rechtsbijstand over- gedragen. U en de andere verzekerden kunnen dan ook pas aanspraak maken op rechtsbijstand of ver-
goeding van kosten daarvan, nadat de zaak schrifte- lijk is aangemeld bij DAS (Postbus 23000, 1100 DM Amsterdam).
ARTIKEL 27.1
WAT IS VERZEKERD?
De module Rechtsbijstand Motorrijtuig geeft u en de andere verzekerden recht op verlening van rechts- bijstand en op vergoeding van kosten van rechtsbij- stand. Wanneer een derde partij die aansprakelijk is uit onrechtmatige daad onvoldoende middelen heeft om de schade te voldoen, kan er onder omstandig- heden ook recht op schadevergoeding door DAS zijn. De behoefte aan rechtsbijstand moet ontstaan zijn in hoedanigheid als particulier en betrekking hebben op:
– deelname aan het wegverkeer met het motorrij- tuig;
– het voorhanden hebben, onderhouden en vervangen van het motorrijtuig.
De rechtsbijstand houdt vervolgens in:
1 juridisch advies
het verstrekken van juridisch advies om een (dreigend) geschil dat een verzekerde betreft te voorkomen of op te lossen.
2 belangenbehartiging
het behartigen van de juridische belangen van een verzekerde bij een geschil waarin verzekerde be- trokken is geraakt. Het behartigen van belangen bestaat uit:
– het voeren van verweer tegen (strafrechtelijke) vorderingen, zowel in als buiten rechte;
– het ten gelde maken van vorderingen of namens hem indienen en verdedigen van ver- zoek- en bezwaarschriften, zowel in als buiten rechte;
– het ten uitvoer leggen van vonnissen, beschik- kingen of uitspraken van arbiters.
3 kostenvergoeding
het vergoeden of voorschieten van kosten van rechtsbijstand die voortvloeien uit advies dat is verstrekt of de belangenbehartiging die is verricht. Deze kosten worden omschreven in artikel 18.4.
Als een derde die wettelijk aansprakelijk is uit onrechtmatige daad, door gebrek aan middelen de schade die is geleden niet kan betalen, ver- goedt DAS deze schade tot maximaal 1.250 euro. Voorwaarde is dat de gebeurtenis zich in Neder- land heeft voorgedaan, dat verhaal of vergoeding
van de schade niet op een andere manier mogelijk is en dat de schade een eigen risico van 125 euro te boven gaat.
ARTIKEL 27.2
WAT IS NIET VERZEKERD?
In artikel 14 staat wat volgens de algemene voor- waarden niet is verzekerd. Het is echter mogelijk dat u niet bekend was met de omstandigheden die tot gevolg hebben gehad dat de schade niet verzekerd is en/of dat deze omstandigheden zich tegen uw wil hebben voorgedaan. Als u daarom in redelijkheid
geen verwijt gemaakt kan worden met betrekking tot
deze omstandigheden, zal DAS u wel rechtsbijstand verlenen (behalve wanneer de uitsluitingen ‘Atoom- kernreacties’ en ‘Molest’ van toepassing zijn).
Voor deze module geldt bovendien dat in de volgende gevallen geen rechten aan de module kunnen worden ontleend:
1 bij een voorval dat vóór het ingaan van de module Rechtsbijstand Motorrijtuig is ontstaan, of waarvan bij het ingaan van de dekking van deze module redelijkerwijs te voorzien was dat er een behoefte aan rechtsbijstand zou ontstaan. DAS zal wel rechtsbijstand verlenen als de module Rechtsbij- stand Motorrijtuig direct aansluit op een andere rechtsbijstandverzekering en u daaraan rechten had kunnen ontlenen als die verzekering door was blijven lopen. Het is aan u en/of de verzekerde om dit aan te tonen;
2 bij een voorval dat is ontstaan binnen drie maan- den na het ingaan van de dekking van de module Rechtsbijstand Motorrijtuigen, tenzij u en/of de verzekerde aantonen dat dit bij het ingaan van de dekking van deze module niet voorzien kon wor- den. Dit laatste kan ook blijken uit de aard van het voorval. DAS zal wel rechtsbijstand verlenen als de module Rechtsbijstand Motorrijtuig direct aansluit op een andere rechtsbijstandverzekering en u en/of de verzekerde daaraan rechten had kunnen ontlenen als de verzekering door was blij- ven lopen. Het is aan u en/of de verzekerde om dit aan te tonen;
3 bij een voorval dat wordt gemeld nadat de module Rechtsbijstand Motorrijtuig is geëindigd. Een ver- zekerd voorval dat is ontstaan vóór de einddatum van de module Rechtsbijstand Motorrijtuig en
dat binnen een jaar na het ontstaan daarvan is aangemeld bij DAS zal nog wel worden behandeld. Ook de behandeling van een zaak die is begonnen voordat de module is beëindigd zal worden voort- gezet;
4 als een voorval verband houdt met bedrijfs- of beroepsuitoefening of het op andere wijze verkrijgen van inkomen door een verzekerde, bijvoorbeeld wanneer een verzekerde als beroeps- chauffeur, taxichauffeur, bezorger, venter of ophaler werkt;
5 bij een voorval dat verband houdt met de manier waarop DAS rechtsbijstand verleent en/of de raadsman die in het kader van de module Rechtsbijstand Motorrijtuig is ingeschakeld;
6 bij een voorval dat verband houdt met fiscaal (straf)recht en premieheffingen (zoals invoerrech- ten, accijnzen, leges, bijdragen, retributies, hef- fingen, successierechten), ook niet wanneer deze samenhangt met een voorval dat wel verzekerd is;
7 bij een voorval dat verband houdt met financieel onvermogen, faillissement of surséance van beta- ling van een verzekerde;
8 bij verbintenissen die voortvloeien uit of samenhangen met zekerheidsstellingen (zoals bijvoorbeeld pand en borgtocht), cessie, schuld- vernieuwing of subrogatie;
9 bij een voorval, waarbij de behoefte aan rechtsbij- stand het beoogde doel, het zekere of te verwach- ten gevolg is van een bepaald handelen of nalaten van een verzekerde;
10 in die situaties, waarin de Autoverzekering of de module Rechtsbijstand Motorrijtuig op grond van artikel 8 tussentijds is beëindigd door de
maatschappij (uitgezonderd beëindiging door uw overlijden of door verhuizing naar een woonplaats buiten Nederland).
ARTIKEL 27.3
WAAR EN WANNEER XXXX U VERZEKERD?
Er wordt rechtsbijstand verleend in Europa en de landen rondom de Middellandse Zee, op voorwaarde dat de rechter van één van die landen bevoegd is en het recht van één van die landen van toepassing is. Bovendien moet de rechtsbijstand waarom gevraagd wordt betrekking hebben op:
– het verhalen van schade aan personen en/of zaken;
– strafzaken;
– geschillen uit een sleep- of reparatieovereenkomst.
In overige gevallen wordt alleen rechtsbijstand ver- leend in Nederland, op voorwaarde dat de Nederland- se rechter bevoegd is en het Nederlandse recht van toepassing is.
ARTIKEL 27.4
HOE WERKT DE GESCHILLENREGELING?
In dit artikel wordt voor enkele bijzondere soorten geschillen (waarbij bijvoorbeeld tegengestelde belan- gen kunnen spelen) aangegeven hoe deze worden behandeld. Onder een geschil wordt verstaan een verschil van mening op basis waaruit een behoefte aan rechtsbijstand kan ontstaan.
1 een geschil tussen verzekerden onderling
alleen u of de verzekerde die door u wordt aan- gewezen heeft in dit geval aanspraak op dekking volgens de module Rechtsbijstand Motorrijtuig.
2 een geschil tussen 2 verzekerden die op verschillende polissen bij DAS verzekerd zijn of waarbij DAS uitvoerder is
beide verzekerden hebben recht op rechtsbijstand door een raadsman naar eigen keuze.
DAS vergoedt de kosten hiervan volgens hetgeen bepaald is in artikel 18.4 onder ‘kosten van rechtsbijstand’.
3 een geschil over de behandeling van de zaak een verzekerde is verplicht om binnen 30 dagen DAS schriftelijk in te lichten over omstandighe- den waartegen hij bezwaar zou kunnen hebben. Reageert verzekerde niet (binnen de genoemde termijn), dan wordt aangenomen dat er geen bezwaren zijn tegen deze omstandigheden.
Wanneer verzekerde bezwaar heeft tegen de wijze waarop DAS (of de raadsman die de maatschap- pij gekozen heeft) de zaak behandelt, zal DAS op haar kosten de zaak voorleggen aan een raadsman die de verzekerde kiest. Een dergelijk bezwaar kan ook betrekking hebben op de verwachtingen die DAS heeft over de rechtsbijstand die zij heeft ver- leend of nog zal verlenen.
De raadsman die verzekerde kiest zal een juridisch advies uitbrengen over de zaak. Is de raadsman:
– het eens met het standpunt van verzekerde, dan kan de verzekerde de behandeling van de zaak op kosten van DAS laten overnemen
door een raadsman naar keuze. Dit moet wel een andere raadsman zijn dan degene die het advies heeft uitgebracht en mag bovendien geen kantoorgenoot zijn van deze raadsman.
– het niet eens met het standpunt van verze- kerde, dan kan de verzekerde de zaak overne- men en op eigen kosten voortzetten. Bereikt de verzekerde het door hem beoogde resultaat alsnog, dan worden deze kosten door DAS vergoed.
De geschillenregeling is niet van toepassing op:
– geschillen over de uitleg en/of toepassing van de polisvoorwaarden die horen bij de module Rechtsbijstand Motorrijtuig (inclusief geschillen over dekking);
– geschillen over de zaken die worden vermeld in artikel 27 lid 5;
– zaken waarin alleen recht bestaat op een juridisch advies van DAS;
– gevallen waarin rechtsbijstand wordt verleend door een raadsman die door verzekerde is gekozen.
ARTIKEL 27.5
WAAR MOET U VERDER REKENING MEE HOUDEN?
Zoals in artikel 11 van de algemene voorwaarden wordt vermeld gelden de verplichten uit dat artikel ook voor de module Rechtsbijstand Motorrijtuig.
Naast wat in dat artikel staat vermeld, gelden voor de module Rechtsbijstand Motorrijtuig ook de vol- gende bepalingen:
1 als niet zeker is of de gebeurtenis die door verzekerde is gemeld een juridisch geschil oplevert, kan de maatschappij de verzekerde verplichten om dit door middel van een deskundigenrapport aan te tonen.
Dit deskundigenrapport moet uitsluitsel geven over de oorzaak, de veroorzaker en de feitelijke gevol- gen van de gebeurtenis. De maatschappij vergoedt de kosten van het deskundigenrapport als uit het deskundigenrapport blijkt dat er juridische actie nodig is en het geschil onder de dekking valt;
2 de maatschappij is bevoegd om de verzekerde schadeloos te stellen in plaats van (verder) rechtsbijstand te verlenen, als volgens haar het financiële belang van de zaak te gering is;
3 de rechtsbijstand wordt normaal gesproken ver- leend door een medewerker van de maatschappij. De maatschappij kan het voorstel doen om de rechtsbijstand te laten verlenen door een raads- man die door haar wordt aangewezen. De stukken zullen aan de raadsman worden overgedragen als u en/of de verzekerde het daarmee eens zijn.
Zijn u en/of de verzekerde dat niet, dan wordt de zaak behandeld door een medewerker van de maatschappij. Alleen als in een procedure de vertegenwoordiging door een advocaat/procureur wettelijk verplicht is of als er sprake is van een geschil zoals vermeld in artikel 27 lid 4 onder 2, kunnen u en/of de verzekerde zelf een raadsman aanwijzen die uw zaak behandelt;
4 de dekking van de module Rechtsbijstand Motorrijtuig vervalt als u en/of de verzekerde zonder overleg met en toestemming van de maat- schappij een raadsman inschakelen of iemand
anders de belangen van u of de verzekerde laat behartigen;
5 de aansprakelijkheid voor schade die ontstaat door of in verband met de rechtsbijstandverlening door deskundigen in loondienst van DAS, bedraagt maximaal het bedrag waarvoor de afgesloten beroepsaansprakelijkheidsverzekering van DAS dekking biedt. Dit bedrag wordt nog verhoogd met het eigen risico dat van toepassing is.
Bij de maatschappij kan een kopie van de polis
en de bijbehorende voorwaarden worden ingezien. De maatschappij of DAS is tegenover verzekerde niet aansprakelijk voor vorderingen die zouden kunnen voortvloeien uit de keuze van een raads- man of de diensten die door hem verricht zijn.
Ook is de maatschappij of DAS niet gebonden aan prijsafspraken die door de verzekerde met de raadsman gemaakt zijn;
6 per verzekerd voorval kan voor rekening van de maatschappij slechts aan één raadsman opdracht worden verstrekt (zowel tegelijkertijd als na elkaar) om rechtsbijstand te gaan verlenen of voort te zetten;
7 de verzekerde is verplicht om de maatschappij al dan niet via de raadsman op de hoogte te houden van de voortgang van de zaak die door de raads- man behandeld wordt;
8 als de maatschappij niet verwacht dat de gevraag- de rechtsbijstand een gunstige uitkomst voor de verzekerde zal hebben, zal zij dat bij verzekerde gemotiveerd aangeven. In dat geval kan verze- kerde geen rechten ontlenen aan de verzekering, tenzij verzekerde een beroep doet op de geschillen- regeling die is vermeld in artikel 27 lid 4 onder 3.
ARTIKEL 28
MODULE PECHHULP NEDERLAND
(Op uw polisblad staat of u deze module heeft verzekerd)
ARTIKEL 28.1
WAT IS VERZEKERD?
De maatschappij verzekert of levert via de Helpdesk:
1 een (provisorische) reparatie van het motorrijtuig, die het mogelijk maakt om een reis voort te zetten of te beginnen. U en/of de verzekerde moet contant betalen voor onderdelen, brandstoffen en dergelijke die de hulpverlenende instantie levert bij de hulpverlening.
2 transport van het motorrijtuig, inclusief de mee- genomen (kampeer)aanhanger/caravan, naar de dichtstbijzijnde plaats waar kan worden gere- pareerd of naar een door u te bepalen adres in Nederland. U en/of de verzekerde komt voor deze dekking in aanmerking als het motorrijtuig niet ter plekke (provisorisch) gerepareerd kan worden en het technisch niet mogelijk of verantwoord is om met het motorrijtuig verder te rijden.
3 vervoer van de bestuurder en de passagiers naar de dichtstbijzijnde plaats waar het motorrijtuig kan worden gerepareerd of naar een door u te bepalen adres in Nederland. U en/of de verzekerde komt voor deze dekking in aanmerking als het motorrij- tuig niet ter plekke (provisorisch) gerepareerd kan worden en het technisch niet mogelijk of verant- woord is om met het motorrijtuig verder te rijden.
Het vervoer van de bestuurder en de passagiers vindt normaal gesproken plaats in combinatie met het transport van het motorrijtuig. Als de afstand die afgelegd moet worden minder dan 50 kilometer is, hebben de bestuurder en de passagiers recht op vervoer per taxi; in alle andere gevallen wordt een vergoeding toegekend op basis van openbaar vervoer 2e klasse.
4 een vervangend motorrijtuig als herstel van de mechanische en/of elektronische storing niet binnen 24 uur kan plaatsvinden. U en/of de verzekerde heeft maximaal 3 werkdagen (en eventueel tussenliggende feestdagen en weekenden) recht op een vervangend motorrijtuig. De brandstof- kosten komen voor rekening van de verzekerde.
ARTIKEL 28.2
WAT IS NIET VERZEKERD?
In artikel 14 staat wat volgens de algemene voorwaar- den niet is verzekerd. Voor deze module geldt bovendien dat in de volgende gevallen geen hulp wordt verleend:
1 wanneer u en/of de verzekerde al voor het begin van de reis redelijkerwijs kon voorzien dat tijdens de reis een beroep op hulpverlening gedaan zou moeten worden.
2 als een APK-keuringsbewijs vereist is en dit voor het verzekerde motorrijtuig ontbreekt op het moment waarop de mechanische en/of elektronische storing is ontstaan.
3 als de mechanische en/of elektronische storing het gevolg is van zo’n slechte staat van onderhoud en/of van zo’n overbelasting, dat het uitvallen van het motorrijtuig redelijkerwijs was te voorzien.
4 als de mechanische en/of elektronische storing ontstaan is aan een gebrek dat al eerder is gecon- stateerd en waarvoor al eerder hulp is verleend, maar dat desondanks niet deskundig is hersteld.
ARTIKEL 28.3
WELK EIGEN RISICO IS VAN TOEPASSING?
Er is geen eigen risico van toepassing.
ARTIKEL 28.4
WAAR MOET U VERDER REKENING MEE HOUDEN?
1 U heeft recht op hulpverlening als het motorrijtuig binnen Nederland tot stilstand komt of stilstaat als gevolg van een mechanische en/of elektronische storing die (verder) rijden niet mogelijk of verant woord maakt.
2 U heeft alleen recht op hulpverlening als u en/of de verzekerde vooraf contact heeft opgenomen met de Helpdesk.
3 De sleep- en bergingsbedrijven die via de Helpdesk ingeschakeld worden passen de Algemene Bergings- en Vervoerscondities Gestrande Voertuigen toe. In deze voorwaarden staat onder andere dat schade die aan de buitenkant van het motorrijtuig kan worden gezien en die het gevolg is van transport, direct bij het sleep- en bergings- bedrijf moet worden gemeld. Schade die niet aan de buitenkant van het motorrijtuig kan worden gezien moet binnen drie dagen worden gemeld.